Overwegende,
dat zich binnen woonplaats Nijmegen in de wijk Hatert de Thorbeckestraat bevindt;
dat de Thorbeckestraat vanaf de Kempenaerstraat richting de Hatertseweg loopt;
dat zich aan het deel van de Thorbeckestraat tussen de Hatertseweg en de Dr. Kuyperstraat een aantal winkelpanden bevindt;
dat in verband met een uitbreiding van een hier gevestigde supermarkt het laden en lossen hiervan is aangepast;
dat het laad- en losgebied bij de winkel via een hek toegankelijk is vanaf de Thorbeckestraat zo’n beetje ter hoogte van de Treubstraat;
dat wanneer er in de huidige situatie wordt geparkeerd aan de noordoostzijde van de Thorbeckestraat ter hoogte van het laad- en losgedeelte van de winkel, het in- en uitrijden van de poort van en naar de laad- en losstrook wordt belemmerd;
dat de draai naar de ruimte om te laden en lossen niet of lastig te maken is als hier voertuigen geparkeerd staan;
dat dit ertoe kan leiden dat er op de rijbaan wordt gestopt om er te laden en lossen en dit een onveilige verkeerssituatie kan opleveren;
dat er meer ruimte voor het laden en lossen ontstaat als er aan de noordoostzijde van de Thorbeckestraat tussen de Treubstraat en het punt ca. 50 meter ten zuidoosten van de Treubstraat geen voertuigen worden geparkeerd;
dat dit kan worden bewerkstelligd door op dit weggedeelte een parkeerverbod in te stellen;
dat op deze manier van de laad- en losruimte bij de winkel gebruik kan worden gemaakt;
dat zo kan worden voorkomen dat op de rijbaan wordt gestopt voor het laden en lossen;
dat hiermee wordt bijgedragen aan een veilige verkeerssituatie in de straat en aan een goede bereikbaarheid van de winkel voor het laden en lossen van goederen;
dat in dit geval een groter belang wordt toegekend aan een veilige verkeerssituatie tijdens het laden en lossen dan aan het handhaven van de bestaande verkeerssituatie in de straat;
dat de bovenvermelde maatregel wordt genomen op basis van artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 om de veiligheid op de weg te verzekeren, om weggebruikers en passagiers te beschermen en om de bruikbaarheid van de weg te waarborgen;
dat het treffen van een verkeersmaatregel een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van betrokkenen behoren te blijven;
dat terzake overleg met de verkeersadviseur en tevens de gemachtigde van de korpschef van de politie-eenheid Oost-Nederland heeft plaatsgevonden;
dat, gelet op het bepaalde in het Mandaatbesluit gemeente Nijmegen 2019, onderdeel mandaatregister Stadsbeheer, aan de concernmanager afdeling Stadsbeheer en aan de manager bureau Dienstverlening, (onder voorwaarden) mandaat is verleend tot het nemen van tijdelijke en definitieve verkeersbesluiten op basis van de Wegenverkeerswet 1994
gelet op de artikelen 15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer;