Vastgesteld hebbend, dat de bestuurlijke bevoegdheid hiertoe op grond van artikel 18, eerste lid, sub d van de Wegenverkeerswet 1994 bij ons ligt, omdat dit verkeersbesluit betrekking heeft op een weg of gedeelte daarvan die bij deze gemeente in beheer is.
Gezien het Mandaatbesluit 2023.
Gezien en gehoord het advies van de politie, waarmee is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.
Gezien het medisch advies van de keuringsarts.
Gelet op de artikelen 12, 21 en 23 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en op de artikelen 2, eerste lid, en 18 van de Wegenverkeerswet 1994.
Gelet op de Beleidsregels gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats gemeente Vlaardingen en hoofdstuk IV van het Besluit Administratieve bepalingen in zake het wegverkeer.
Overwegingen ten aanzien van het besluit
De aanvraag is ingediend namens een houder van een gehandicaptenparkeerkaart type passagier, woonachtig aan de Van Limburg Stirumstraat. Het uitgangspunt, opgenomen in de Beleidsregels geserveerde gehandicaptenparkeerplaats is dat in beginsel passagiers niet in aanmerking komen voor een gehandicaptenparkeerplaats. Daarbij is opgenomen dat het college toch kan besluiten om een dergelijke plaats aan te wijzen, maar daarbij dient dan wel een belangenafweging plaats te vinden. Daarbij moet dan sprake zijn van de volgende elementen. De passagier moet een gehandicaptenparkeerkaart hebben, daar is sprake van. Tegelijkertijd moet het met oogpunt van de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer niet mogelijk zijn om in de directe omgeving van de woning van de passagier te stoppen, deze te ondersteunen bij het uitstappen en deze zo nodig te begeleiden naar de woning. Aan deze eis wordt niet voldaan.
Het bovenstaande laat onverlet dat het college op basis van artikel 4.1 van de beleidsregels in gevallen waarin de toepassing van de beleidsregels naar zijn oordeel tot onaanvaardbare gevolgen voor de aanvrager kan leiden ten gunste van de aanvrager mag afwijken van de beleidsregels. Dat gebeurt dan via een zogenaamde hardheidsclausule.
Daarbij geldt dat de hardheidsclausule, zeker gezien de beperkingen in artikel 2.2. van de beleidsregels, zeer terughoudend toegepast dient te worden. Hetgeen ook blijkt uit het mandaatbesluit waarbij deze bevoegdheid niet toekomt aan de teammanagers maar slechts aan de directeuren.
Bepalend voor het al dan niet toepassen van deze clausule zijn al de omstandigheden van het geval. In dit specifieke geval is er door een ambtenaar van het college een toezegging gedaan tijdens de bezwaarprocedure over het al dan niet toewijzen van deze gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats. Gezien de gedane uitlating meent het college dat het niet passend is om op deze toezegging terug te komen.