Gemeenteblad van Alphen aan den Rijn
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Alphen aan den Rijn | Gemeenteblad 2025, 532298 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Alphen aan den Rijn | Gemeenteblad 2025, 532298 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Subsidieregeling Erfgoedfonds Gemeente Alphen aan den Rijn 2026
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
Cultureel erfgoed: cultureel erfgoed zoals gedefinieerd in de Erfgoedwet (te vinden via www.wetten.overheid.nl;
Het doel van deze regeling is projecten ondersteunen die een bijdrage leveren aan het ontdekken en ervaren van cultureel erfgoed door de inwoners van de gemeente Alphen aan den Rijn.
Artikel 12 Aanvullende weigeringsgronden
Aanvullend op de weigeringsgronden uit artikel 13 Asv 2020 kan subsidieverlening worden geweigerd als sprake is van één van de onderstaande situaties:
Artikel 13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Voor de subsidieontvanger gelden de volgende verplichtingen:
Artikel 14 Betalen van voorschotten
Bij subsidieverlening betaalt het college het gehele subsidiebedrag als voorschot uit bij het verlenen van de subsidie.
De gemeente Alphen aan den Rijn heeft als gemeente verschillende vormen van cultureel erfgoed. De gemeente wil haar inwoners het erfgoed meer laten ervaren. Met deze subsidieregeling kunnen partijen een subsidie aanvragen voor projecten die een bijdrage leveren aan de ontdekking en beleving van het cultureel erfgoed. Er is € 75.000 door de raad beschikbaar gesteld per begrotingsjaar. Dit betekent dat er een beperkt aantal projecten kan worden gesubsidieerd.
In dit artikel zijn de begrippen uitgelegd die van belang zijn om de inhoud en voorwaarden van de regeling te begrijpen.
Cultureel erfgoed kan in materiële en immateriële vorm bestaan. In deze regeling wordt aangesloten bij het begrip zoals opgenomen in de Erfgoedwet. In de Erfgoedwet wordt de volgende definitie aangehouden:
“uit het verleden geërfde materiële en immateriële bronnen, in de loop van de tijd tot stand gebracht door de mens of ontstaan uit de wisselwerking tussen mens en omgeving, die mensen, onafhankelijk van het bezit ervan, identificeren als een weerspiegeling en uitdrukking van zich voortdurend ontwikkelende waarden, overtuigingen, kennis en tradities, en die aan hen en toekomstige generaties een referentiekader bieden”.
Daarbij is het belangrijk om te benoemen dat materieel en immaterieel erfgoed niet strikt van elkaar kunnen worden onderscheiden. Veel immaterieel erfgoed heeft immers materiële uitingen, en ook andersom staat of valt veel materieel erfgoed bij de niet-tastbare herinnering die het met zich meedraagt. Centraal staat dat erfgoed iets is uit het verleden, waaraan mensen waarde hechten in het heden en dat mensen willen behouden voor de toekomst. Niet alleen traditionele zaken als monumenten, archeologie, museale collecties en archieven vallen onder de noemer cultureel erfgoed. Het gaat ook om zaken als foto’s en films, stadsgezichten en landschappen, literatuur en tekeningen, voorstellingen en muziek, volkstradities en ambachten, herdenkingen en vieringen en nog veel meer. Een belangrijk onderdeel van cultureel erfgoed is de herinnering aan gebeurtenissen uit het verleden. Dit betekent wel dat geen limitatieve opsomming kan worden gegeven van wat wel en wat niet binnen deze regeling onder cultureel erfgoed wordt verstaan. Op basis van alle omstandigheden van het geval zal bepaald worden of het cultureel erfgoed betreft. De genoemde aspecten zullen wel als indicatoren worden meegenomen.
De projecten die voor subsidie in aanmerking komen, hebben als doel bij te dragen aan het ontdekken en de beleefbaarheid van cultureel erfgoed. Deze projecten richten zich op het ondervinden en meemaken van het cultureel erfgoed. Dit impliceert dat bij beleven ook sprake is van kennisverspreiding over het cultureel erfgoed en het toegankelijk maken ervan voor nieuwe deelnemers.
Artikel 2 Van toepassing zijnde regelgeving
Het doel van deze regeling is de inwoners van de gemeente Alphen aan den Rijn het erfgoed, dat binnen onze gemeentegrenzen aanwezig is, meer te laten ontdekken en ervaren door incidentele projecten die hieraan bijdragen (mede) mogelijk te maken. Hiervoor is enerzijds vereist dat het bestaande erfgoed geïnventariseerd wordt en behouden blijft en anderzijds dat het bestaande erfgoed door de inwoners van Alphen beleefd kan worden.
Met deze regeling wil Gemeente Alphen aan den Rijn projecten stimuleren die een bijdrage leveren aan het ontdekken en beleefbaar maken van cultureel erfgoed. In artikel 1 is toegelicht wanneer sprake is van het ontdekken en/of beleefbaar maken van cultureel erfgoed. Indien een project hier niet aan bijdraagt, kan geen subsidie voor het project worden verleend.
In artikel 4 zijn hier nadere eisen aan verbonden.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
In artikel 4 zijn de eisen opgenomen waaraan de subsidiabele activiteiten moeten voldoen. Het moet cultureel erfgoed betreffen dat verbonden is met de gemeente Alphen aan den Rijn. Activiteiten die betrekking hebben op cultureel erfgoed waarbij geen link is met de gemeente Alphen aan den Rijn komen niet voor subsidie in aanmerking.
In lid 2 zijn vereisten opgenomen. Als niet wordt voldaan aan één van deze vereisten, komt de aanvraag niet in aanmerking voor een subsidie:
Als eerste is van belang dat de activiteiten plaatsvinden binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Alphen aan den Rijn. Een project dat wordt uitgevoerd buiten de gemeentegrenzen komt daarmee niet voor subsidie in aanmerking. Hierbij gaat het om de uitvoering van het project. Het is dus toegestaan dat één of meerdere projectdeelnemers buiten de gemeentegrenzen zijn gevestigd.
Artikel 5 Criteria voor de aanvrager
In dit artikel is beschreven op welke wijze een aanvraag gedaan kan worden. In lid 2 is opgenomen welke stukken daarbij dienen te worden overgelegd. Het college kan aanvullende stukken opvragen indien dit nodig is voor een juiste afhandeling van de aanvraag. Na ontvangst van de aanvraag zal beoordeeld worden of deze compleet is. Indien dit niet het geval is, dan krijgt de aanvrager de mogelijkheid om de aanvraag aan te vullen.
In dit artikel is het subsidieplafond opgenomen. Het subsidieplafond wordt verdeeld in drie gelijke delen en in drie gelijke perioden verstrekt. Het college is bevoegd om het subsidieplafond te wijzigen. Dit kan het college uit eigen beweging tijdens een lopend begrotingsjaar of voor een toekomstig jaar doen. Dit kan veroorzaakt worden door bijvoorbeeld bezuinigingen binnen de gemeente, of bij structurele onderbesteding van het erfgoedfonds. Dit kan twee kanten op werken natuurlijk, bij succes zou het college ook kunnen beslissen het plafond te verhogen
Artikel 8 Hoogte van de subsidie
Subsidie bedraagt ten hoogste 100% van de subsidiabele kosten. Een eigen bijdrage van de projectdeelnemers is aldus niet (per se) vereist. Wel geldt hierbij een maximum van € 5.000 per project.
Kosten die zijn gemaakt ten behoeve van de realisatie van het project zijn subsidiabel. Deze kosten dienen in direct verband te staan met het project. Gedacht kan worden aan kosten voor inhuur, eenmalige startkosten, kosten voor aanschaf van materialen, en dergelijke. Als er inkomsten binnen het project worden gegenereerd, worden deze in mindering gebracht op de subsidiabele kosten.
In lid 3 zijn een aantal kostensoorten uitgesloten. Kosten die worden gemaakt voordat de subsidie is verleend, dan wel na de einddatum van het project, zijn niet subsidiabel. Hiermee dient de aanvrager rekening te houden bij het bepalen van de projectperiode. Ook zijn structurele kosten en exploitatiekosten niet subsidiabel. Dit betekent dat kosten die binnen de reguliere bedrijfsvoering worden gemaakt niet als subsidiabele kosten kunnen worden meegenomen. Interne loonkosten zijn niet subsidiabel.
Artikel 10 Wijze van verdeling
Het beschikbare budget wordt in drie perioden van vier maanden toegekend. Deze perioden zijn:
De aanvragers kunnen tot de deadline van een periode een aanvraag voor subsidie indienen. De deadlines van de perioden zijn:
Aanvragen die na deze deadline worden ingediend worden in de volgende periode in behandeling genomen. Hierna wordt binnen de in artikel 11 omgeschreven beslistermijn een besluit genomen. Hierdoor wordt er op drie momenten van het jaar de mogelijkheid geboden een aanvraag te doen. De gemeente ziet hierin het voordeel dat er het hele jaar door initiatieven kunnen worden gesteund en hiermee voorkomen we dat de doorgaans kleinere vrijwilligersorganisaties of particuliere aanvragers te veel vooruit moeten werken wat weer ongewenste werkdruk met zich meebrengt.
Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.
Aanvragen die hier worden beoordeeld zijn al op basis van de voorwaarden ontvankelijk verklaard. Het beoordelingsformulier toetst de inhoudelijke aspecten van de aanvraag. Daarbij wordt op basis van het niet voldoen aan één van de hoofdcriteria een aanvraag direct afgewezen op grond van artikel 12 onderdeel 1 van de Subsidieregeling.
Op basis van de criteria in artikel 4 lid 2 en artikel 10 lid 5 & 6 wordt onderstaand beoordelingsformulier gebruikt om de aanvragen te rangschikken en te verstrekken. Dit gebeurt pas als er sprake is van overschrijding van het subsidieplafond en er aanvragen moeten afvallen.
In artikel 10 lid 5 zijn aanvullende wegingsfactoren opgenomen voor het bepalen van de rangorde indien het subsidieplafond overschreden dreigt te worden. Dit zijn geen weigeringsgronden, maar dit acht de gemeente belangrijke criteria om te stimuleren bij aanvragers. Het zijn geen weigeringsgronden omdat de gemeente de subsidie in de kern laagdrempelig wil houden. Daarbij begrijpt de gemeente dat niet alle organisaties door hun geringe omvang of afhankelijkheid van vrijwilligers de extra organisatorische lasten van deze criteria kunnen dragen.
Onder de mate van samenwerking wordt verstaan hoe er tussen personen en organisaties wordt samen gewerkt. Hierbij geldt in ieder geval dat een samenwerkingspartner binnen de gemeente gevestigd moet zijn. Aanvragers van buiten de gemeente worden dus aangemoedigd om samenwerking binnen de gemeente te zoeken.
Bij gelijke score op basis het beoordelingsformulier treedt het beslissend criterium in werking zoals beschreven in artikel 10 lid 6. Door de datum van de voorgaande gehonoreerde aanvraag leidend te laten zijn, worden partijen die het langst geen gebruik gemaakt hebben van het Erfgoedfonds hoger op de rangorde geplaatst. Is ook deze datum gelijk, dan is het datum en eventueel tijdstip van indiening leidend.
Als een aanvraag die nog niet volledig is, wordt ingediend, zal de aanvrager een hersteltermijn worden geboden van twee weken waarbinnen de aanvraag volledig gemaakt kan worden. Als de aanvrager dit nalaat, zal de aanvraag op grond hiervan niet in behandeling worden genomen. Aanvulling van de aanvraag binnen de hersteltermijn leidt tot een latere datum van ontvangst.
In dit artikel is bepaald dat het college binnen 6 weken nadat de eerste aanvraag om subsidie is ingediend een besluit neemt op de aanvraag. Gedurende een eventuele hersteltermijn wordt deze beslistermijn opgeschort.
Het college kan het erfgoedveld, in de vorm van de Erfgoedtafel Immaterieel Erfgoed en Beleving, vragen om advies alvorens een besluit te nemen. Een advies dat wordt opgehaald bij het erfgoedveld wordt meegenomen in de verdere beoordeling van de aanvraag. Dit advies is niet bindend.
Artikel 12 Aanvullende weigeringsgronden
Als Gemeente Alphen aan den Rijn ook op een andere wijze financieel bijdraagt aan hetzelfde project, dan is subsidie vanuit deze regeling niet meer mogelijk.
Lid 5 stelt dat het project niet gestart mag zijn voor het moment van subsidieverlening. Van belang is dat hier voorbereiding van het project niet onder valt. Hieronder wordt bijvoorbeeld verstaan het houden van bijeenkomsten ten behoeve van het eventueel indienen van een subsidieaanvraag, het aanvragen van offertes en het laten uitvoeren van een verkennend onderzoek. Dit lid hangt samen met lid 11 waarin het noodzakelijkheidsvereiste is opgenomen.
Lid 6 is van toepassing als Gemeente Alphen aan den Rijn al eerder een subsidie heeft verstrekt en de aanvrager de daaraan verbonden voorwaarden niet in acht neemt of verplichtingen niet nakomt. Dit geldt niet alleen voor subsidies die verstrekt zijn in het kader van deze regeling, maar ook voor eventuele andere subsidies die door Gemeente Alphen aan den Rijn zijn verleend. In dat geval kan het college besluiten subsidieverlening te weigeren. Lid 7 en 8 zijn weigeringsgronden die gebaseerd zijn op Europese staatssteunregelgeving. In lid 10 wordt de proportionaliteit van de aangevraagde subsidie gewaarborgd. De subsidieverlening kan geweigerd worden als de aangevraagde subsidie niet in redelijk verband staat met de resultaten die met het project behaald zullen worden. De hoogte van de aangevraagde subsidie moet in verhouding staan tot de mate waarin het project een bijdrage levert aan het doel van deze regeling.
Indien het project wel aan alle overige voorwaarden van deze regeling voldoet, kan het college toch de subsidieverlening weigeren als niet aangetoond kan worden dat de subsidie noodzakelijk is voor het uitvoeren van het project. In lid 11 is het noodzakelijkheidsvereiste opgenomen. Tenslotte kan het college de subsidieverlening weigeren als de aanvrager niet kan aantonen dat hij over alle benodigde ontheffingen en vergunningen beschikt, of dat hij deze zal kunnen verkrijgen. Als deze wel zijn aangevraagd, maar nog niet zijn verleend, dan zal het college de subsidie verlenen onder de ontbindende voorwaarde dat deze wel verkregen worden. Het verlenen van een subsidie leidt niet direct tot het verlenen van een vergunning.
Artikel 13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
In dit artikel staan de verplichtingen van de subsidieontvanger opgenomen. Lid 1, 2 en 3 hebben betrekking op het tijdspad van de uitvoering van het project. Het project moet redelijk snel starten na de subsidieverlening. Dit kunnen ook voorbereidende werkzaamheden zijn. Als de subsidieverlener langer wacht met de uitvoering van het project, dan bestaat de mogelijkheid om de subsidieverlening in te trekken en het uitgekeerde voorschot terug te vorderen. Het project moet hiernaast ook binnen 12 maanden na subsidieverlening volledig uitgevoerd zijn. In lid 4 is de publicatieverplichting opgenomen. Indien mogelijk zal ook het logo van Gemeente Alphen aan den Rijn worden toegevoegd, bijvoorbeeld op geplaatste borden of op de website van het project.
Artikel 14 Betalen van voorschotten
Een subsidie wordt bij subsidieverlening volledig als voorschot uitbetaald.
Artikel 15 Subsidievaststelling
In dit artikel is de wijze waarop subsidievaststelling moet plaatsvinden omschreven. Nadat het project is afgelopen, dient de subsidieontvanger binnen twee maanden een aanvraag tot subsidievaststelling in. Hiervoor wordt het beschikbaar gestelde format gebruikt. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling dienen alle gemaakte subsidiabele kosten door de projectdeelnemers te zijn uitbetaald. Indien er nog openstaande facturen zijn, dan kunnen deze niet worden opgevoerd als subsidiabele kosten.
Deze artikelen zien op de ingangsdatum van deze regeling en de citeertitel ervan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-532298.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.