Gemeenteblad van Brummen
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Brummen | Gemeenteblad 2025, 528271 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Brummen | Gemeenteblad 2025, 528271 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Erfgoedverordening 2025 Gemeente Brummen
DE RAAD VAN DE GEMEENTE BRUMMEN
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 oktober 2025, met kenmerk D469455;
Gelet op artikel 3.16 van de Erfgoedwet en artikel 38 van de Monumentenwet 1988 gelezen in combinatie met artikel 4.6 van de Invoeringswet Omgevingswet;
Gehoord het behandeladvies van het forum Ruimte van 06 november 2025;
Hoofdstuk 2. Aanwijzing gemeentelijke monumenten en gemeentelijke beeldobjecten
Artikel 2. Het gebruik van het gemeentelijke monumenten en beeldobjecten
Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het gemeentelijke monumenten en beeldobjecten.
Met ingang van de datum waarop de eigenaar van een gemeentelijk monument of beeldobject de kennisgeving van het voornemen tot aanwijzing als gemeentelijk monument of beeldobject ontvangt tot het object dat de aanwijzing en registratie als bedoeld in artikel 7 plaatsvindt, dan wel vaststaat dat het object niet wordt geregistreerd, zijn de artikelen 10 tot en met 13 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 6. Mededeling aanwijzingsbesluit
De aanwijzing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt medegedeeld aan degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan.
Artikel 7. Gemeentelijk erfgoedregister
Het college van burgemeester en wethouders houden een door eenieder te raadplegen gemeentelijk erfgoedregister bij van krachtens deze verordening aangewezen gemeentelijk beschermde monumenten en beeldobjecten inclusief de locaties waaraan krachtens artikel 4.2, eerste lid, van de Omgevingswet in het omgevingsplan de functie cultureel erfgoed is toebedeeld;
Artikel 9. Intrekken van de aanwijzing en registratie
Indien het college van burgemeester en wethouders de aanwijzing intrekt, zijn artikel 3, tweede lid, en artikel 5 van overeenkomstige toepassing, tenzij het een aanpassing van ondergeschikte betekenis betreft of het gemeentelijk beschermd monument of beeldobject waarop de aanwijzing betrekking heeft als zodanig is tenietgegaan;
Hoofdstuk 5. Instandhouding van archeologische terreinen
Artikel 16. Instandhoudingbepaling
het de verstoring betreft van een archeologisch monument, waarde of verwachting die is aangegeven op de gemeentelijke archeologische beleids-, waarden- of verwachtingskaart, de provinciale archeologische monumentenkaart of de landelijke indicatieve kaart van archeologische waarden en het verrichten van de activiteiten geen strijd oplevert met door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde regels over de toegestane mate van verstoring;
Met inachtneming van de ambitie om naast gemeentelijke monumenten ook gemeentelijke beeldobjecten aan te kunnen wijzen, wordt de herziening van de Erfgoedverordening 2013 voorgesteld. In het kader van de inwerkingtreding van de Omgevingswet en Erfgoed, is de verordening waar nodig aangepast om aan te sluiten op het vigerend wettelijk kader.
Onder hoofdstuk B wordt artikelsgewijs de veranderingen ten opzichte van de Erfgoedverordening 2013 toegelicht.
Het vaststellen van de Erfgoedverordening is de bevoegdheid van de gemeenteraad.
Vanaf 1 januari 2024 is het begrip Commissie Ruimtelijke Kwaliteit aangepast naar Commissie Omgevingskwaliteit om aan te sluiten om de Omgevingswet.
Het begrip ‘gemeentelijk beeldobject’ wordt toegevoegd om beeldbepalende panden aan te kunnen wijzen. Het verschil in omschrijving met ‘gemeentelijk monument’ is dat het bij een beeldobject gaat om de context van een pand, bij een gemeentelijk monument wordt er vooral gekeken naar de waarde van een pand an sich.
De term ‘gemeentelijke monumentenlijst’ is veranderd naar ‘gemeentelijk erfgoedregister’. Deze nieuwe term is breder, op deze manier kunnen de gemeentelijk beeldobjecten ook op deze lijst worden geregistreerd.
Het beoordelingskader voor een gemeentelijk monument was in de Erfgoedverordening 2013 als volgt:
‘zaak, die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde’
Om het beoordelingskader in deze Erfgoedverordening aan te laten sluiten op de huidige tijdsgeest is dit veranderd naar:
‘onroerende zaak, die van algemeen belang is wegens zijn architectonische-, culturele-, historische waarde, of stedenbouwkundige- of landschappelijke waarde’.
De toelichting op het begrip ‘omgevingsvergunning’ is aangepast om aan te sluiten op de Omgevingswet.
Hoofdstuk 2. Aanwijzing gemeentelijke monumenten en gemeentelijke beeldobjecten
Het originele lid 3 van artikel 3 uit de Erfgoedverordening 2013 is verwijderd, gezien er een risico in zit om religieus erfgoed anders te behandelen. Er zou namelijk aanspraak kunnen worden gemaakt op dit artikel in combinatie met artikel 10, lid 3 uit de Erfgoedverordening 2013, om zo religieus erfgoed anders te behandelen wat uit het oogpunt van erfgoedzorg niet wenselijk is. Daarnaast zou het op basis van deze twee bepalingen mogelijk zijn om uitzonderingen op erfgoedzorg te verkrijgen, waarna een pand alsnog herbestemd wordt.
Artikel 7. Gemeentelijk erfgoedregister
Om het registreren van beeldobjecten ook mogelijk te maken, is dit artikel aangepast door middel van begripsaanpassingen. Daarnaast is lid 3 toegevoegd om de registratie van beeldobjecten en de bijbehorende benodigde gegevens vast te leggen. De registratie van de aanwijzing is een administratieve handeling (en geen besluit). De bedoeling van het erfgoedregister is om een ieder snel inzicht te geven in welke zaken als gemeentelijk monument of beeldobject zijn aangewezen.
Hoofdstuk 3. Instandhouding en vergunningplicht gemeentelijke monumenten en gemeentelijke beeldobjecten
Om de instandhouding van gemeentelijke beeldobjecten te borgen is deze bepaling toegevoegd. Het verschil tussen een gemeentelijk monument en een gemeentelijk beeldobject is dat artikel 10, lid 2, sub a, bepaald dat een monument niet in enig opzicht gewijzigd mag worden. Artikel 10, lid, 2, sub c, bepaald daarentegen dat een beeldobject niet op hoofdlijnen gewijzigd mag worden.
Om de vergunningplicht omtrent beeldobject ook in de Erfgoedverordening op te vangen is deze bepaling toegevoegd. Gezien een beeldobject in minder stringent beschermingsregime kent dan een gemeentelijk monument, is deze bepaling anders geformuleerd dan in lid 3, sub a.
Het originele lid 4 is verwijderd met inachtneming van de toelichting op artikel 3, lid 3.
Regels omtrent beeldobjecten zullen op termijn verwerkt worden in het omgevingsplan. Om maatwerk te kunnen bieden, kan het zijn dat regels afwijken van de bepalingen als opgenomen in lid 2, onder b en c en lid 3, sub c. Om ervoor te zorgen dat er geen overlap in regelgeving is tijdens de overgangsfase van de Omgevingswet, is deze bepaling toegevoegd.
Artikel 11. De schriftelijke aanvraag (vervallen)
In de Erfgoedverordening 2013 werd in dit artikel ingegaan op de aanvraag voor de omgevingsver-gunning. Sinds de inwerkingtreding van de Omgevingswet, wordt de aanvraag als bedoeld in dit artikel geregeld via het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Hierdoor is dit artikel overbodig geworden.
Om kaders aan te reiken voor de beoordeling van een aanvraag omgevingsvergunning voor een gemeentelijk beeldobject, is deze bepaling toegevoegd.
Met de inachtneming van de toelichting op artikel 10, lid 4, is een soortgelijke bepaling toege-voegd aan dit artikel.
In 2020 is het “Paraplubestemmingsplan Archeologie” in werking getreden, dit plan is van rechtswege in 2024 opgenomen in het tijdelijk deel van het omgevingsplan gemeente Brummen. Dit parapluplan regelt de bescherming en vergunningplicht wanneer de bodem wordt geroerd. Dit Paraplubestemmingsplan dekt het overgrote deel van de gemeente Brummen, en gaat daarmee voor op de bepalingen als opgenomen in artikel 16 en 17. Op sommige plekken binnen de ge-meente zijn er binnen dit Paraplubestemmingsplan geen regels gesteld, om de bescherming voor deze gebieden op te vangen is er voor gekozen om artikel 16 en 17 te laten bestaan.
Met de inachtneming van de toelichting op artikel 16, is deze bepaling ook toegevoegd aan artikel 17.
Hoofdstuk 6. Overige bepalingen
Artikel 19. Tegemoetkoming in schade (vervallen)
Sinds de inwerkingtreding van de Omgevingswet, wordt planschade vervangen door nadeelcompensatie. De Omgevingswet regelt dat schade veroorzaakt door rechtmatig overheidsoptreden, wat boven het normaal maatschappelijk risico uitstijgt, verhaald kan worden op het bevoegd gezag. Gezien dit om rijksregels gaat, welke hun grondslag hebben in 4.5 Awb en afdeling 15.1 Omgevingswet, is dit artikel overbodig geworden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-528271.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.