Aanwijzen individuele gehandicaptenparkeerplaats
Overwegingen ten aanzien van het besluit
dat door de bewoner (hierna genoemd aanvrager) van het pand aan het Boelenspark 41 te Volendam een verzoek is ingediend voor het verplaatsen van de individuele gehandicaptenparkeerplaats naar een beter te bereiken locatie;
dat aanvrager in het bezit is van een landelijke gehandicaptenkaart;
dat aanvrager voldoet aan de eisen om voor een individuele gehandicaptenparkeerplaats in aanmerking te komen;
dat het verplaatsen van een dergelijk parkeerplaats geen onacceptabele gevolgen heeft voor de rest van het parkeren in het gebied/straat;
dat aan dit verkeersbesluit de volgende belangen, als bedoeld in artikel 2 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 ten grondslag liggen, namelijk: het verzekeren van de veiligheid op de weg, het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan, het beschermen van weggebruikers en passagiers en het zoveel mogelijk waarborgen van vrijheid van het verkeer;
dat aan dit verkeersbesluit de volgende belangen, als bedoeld in artikel 2 lid 2 van de Wegenverkeerswet 1994 ten grondslag liggen, namelijk: het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer en het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden;
dat overleg heeft plaatsgevonden met de gemandateerde van de korpschef van politie, waarbij te kennen is gegeven dat met het voorgestelde verkeersbesluit wordt ingestemd;
dat gezien de overwegingen, besloten is een gehandicaptenparkeerplaats in te stellen in het Boelenspark bij huisnummer 41 door het verplaatsen van het bord E6 uit bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeertekens 1990 (RVV 1990) inclusief onderbord met kenteken.