Beheersverordening begraafplaatsen Vijfheerenlanden 2026

De raad van de gemeente Vijfheerenlanden;

 

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vijfheerenlanden van 23 september 2025,

 

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

 

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

“Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Vijfheerenlanden 2026”

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan:

  • a.

    Begraafplaats :

    • -

      De begraafplaats gelegen aan de Sparrendreef te Vianen;

    • -

      De begraafplaats gelegen aan de Dorpstraat/Vosstraat te Hagestein;

    • -

      De begraafplaats gelegen aan de Kweldam/Kerkstraat te Everdingen;

    • -

      De begraafplaats gelegen aan de Dorpsweg/Kerkweg te Zijderveld;

    • -

      De begraafplaats gelegen aan de Tiendweg te Leerdam;

    • -

      De begraafplaats gelegen aan de Lingedijk te Leerdam;

    • -

      De begraafplaats gelegen aan de Cornelis Verheuvelstraat te Kedichem;

    • -

      De begraafplaats gelegen aan de Overheicop te Schoonrewoerd;

    • -

      De begraafplaats gelegen aan de Dorpstraat te Schoonrewoerd;

    • -

      De begraafplaats gelegen aan de Burggraaf te Meerkerk;

    • -

      De begraafplaats gelegen aan de Kerkstraat te Meerkerk (officieel gesloten);

    • -

      De begraafplaats gelegen aan de Broekseweg te Ameide;

    • -

      De begraafplaats gelegen aan de J.W. van Puttestraat te Ameide;

    • -

      De begraafplaats gelegen aan de Kerkweg te Leerbroek

    • -

      De begraafplaats gelegen aan de Dorpsweg te Leerbroek;

    • -

      De begraafplaats gelegen aan de Kerkstraat te Nieuwland;

    • -

      De begraafplaats gelegen aan de Kortenhoevenseweg te Lexmond;

    • -

      De begraafplaats gelegen aan de Lekdijk te Tienhoven aan de Lek;

    • -

      De begraafplaats gelegen aan de Hei- en Boeicopseweg te Hei- en Boeicop.

  • b.

    Graf : Een zandgraf of een grafkelder.

  • c.

    Grafkelder : Een betonnen of gemetselde constructie aangebracht in één of meerdere particuliere graven waarin één of meerdere overledenen worden begraven of waarin meerdere asbussen worden bijgezet.

  • d.

    Particulier graf : Een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      Het doen begraven en begraven houden van één of meer overledenen;

    • 2.

      Het doen bijzetten en bijgezet houden van één of meer asbussen met of zonder urn;

    • 3.

      Voor zover van toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder “particulier graf” mede verstaan: particulier kindergraf, particulier foetusgraf, particuliere grafkelder, particuliere historische grafkelder, particulier galerijgraf, particulier urnengraf, particulier urnament, particuliere urnennis.

  • e.

    Algemeen graf : Een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van overledenen.

  • f.

    Particulier kindergraf : Een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      Het doen begraven en begraven houden van een overledenen levenloos geborene, of van een kind tot 12 jaar én met lengte van de kist van maximaal 120 cm;

    • 2.

      Het plaatsen en geplaatst houden van een asbus met of zonder urn van een levenloos geborene, of van een kind tot 12 jaar.

  • g.

    Particulier foetusgraf : Een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      Het doen begraven en begraven houden van een foetus geboren na een zwangerschap korter dan 24 weken;

    • 2.

      Het plaatsen en geplaatst houden van een asbus met of zonder urn van een foetus geboren na een zwangerschap korter dan 24 weken.

  • h.

    Particuliere grafkelder : Een grafkelder waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      Het doen begraven en begraven houden van één of meer overledenen;

    • 2.

      Het doen bijzetten en bijgezet houden van één of meer asbussen met of zonder urn.

  • i.

    Particuliere historische grafkelder : Een bestaande grafkelder met een historische waarde waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      Het doen begraven en begraven houden van één of meer overledenen;

    • 2.

      Het doen bijzetten en bijgezet houden van één of meer asbussen met of zonder urn.

  • j.

    Particulier galerijgraf : Een graf in een bovengrondse muur of wand waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van één overledene.

  • k.

    Particulier urnengraf : Een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn.

  • l.

    Particuliere urnennis : Een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn.

  • m.

    Particulier urnament : Een handgemaakte keramische urn in de vorm van een bloem of een vlinder op een sokkel/zuil waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen bewaren en bewaard houden van as van een overledene.

  • n.

    Asbus : Een bus ter berging van as van een overledene.

  • o.

    Urn : Een voorwerp ter berging van één of twee asbussen.

  • p.

    Verstrooiingsplaats : Een daartoe bestemde plaats waarop as wordt verstrooid.

  • q.

    Gedenkplaats : Een plaats ingericht om overledenen te gedenken.

  • r.

    Gedenkteken : Voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren.

  • s.

    Grafbedekking : Gedenkteken, grafbeplanting en andere voorwerpen op een graf of bij een urnenruimte.

  • t.

    Rechthebbende : De natuurlijke persoon of een rechtspersoon aan wie het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven of doen bijzetten in een particulier graf, een particulier kindergraf, een particulier urnengraf of een particulier urnennis of een particulier foetusgraf.

  • u.

    Beheerder : De ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt.

  • v.

    Belanghebbende : De natuurlijke persoon of een rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend.

  • w.

    Grafrecht : Het uitsluitend recht op het begraven en begraven houden of het bijzetten en bijgezet houden in een particulier graf.

  • x.

    Grafakte : De beschikking waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het college een grafrecht wordt verleend voor een particulier graf.

  • y.

    Bevestigingsbrief : De bevestiging waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het college het gebruik wordt verleend voor een algemeen graf.

  • z.

    College : Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vijfheerenlanden.

  • aa.

    Eigenaar : De natuurlijke persoon of een rechtspersoon die de grafbedekking op een graf in eigendom heeft.

  • ab.

    Ruimen : Het verwijderen van de stoffelijke resten uit een graf en deze opnieuw begraven in een verzamelgraf.

  • ac.

    Samenvoegen : Het samenvoegen van stoffelijke resten uit één graf en deze onder in hetzelfde graf herbegraven zodat er ruimte ontstaat voor een nieuwe begraving.

  • ad.

    Uitvoeringsbesluit : Regelgeving met betrekking tot de uitvoering, welke onlosmakelijk is verbonden aan onderhavige beheersverordening.

Artikel 2 Voorwaarden

  • 1.

    Aan krachtens deze verordening te verlenen toestemming, vergunningen of ontheffingen kunnen voorwaarden worden verbonden. Alle beschikkingen worden schriftelijk verleend.

  • 2.

    Indien de in het eerste lid bedoelde voorwaarden niet worden nageleefd, kan het college besluiten de toestemming, vergunning of ontheffing in te trekken.

  • 3.

    De houder van de toestemming, vergunning of ontheffing is verplicht deze op eerste vordering te tonen aan hen, die belast zijn met het opsporen van overtredingen van deze verordening. Bij weigering hiervan wordt de houder geacht zonder toestemming, vergunning of ontheffing te hebben gehandeld.

  • 4.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'particulier graf' mede verstaan: particulier kindergraf, particulier foetusgraf, particuliere (historische) grafkelder, particulier galerijgraf, particulier urnengraf en particuliere urnennis.

  • 5.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'algemeen graf' mede verstaan een algemene grafkelder.

Hoofdstuk 2 Beheer, bestemming en registratie

Artikel 3 Beheer

Het beheer van de begraafplaats wordt gevoerd onder verantwoordelijkheid van het college. Onder toezicht van het college worden één of meer daartoe aangewezen personen belast met:

  • a.

    De administratie van de begraafplaats;

  • b.

    De dagelijkse leiding van de begraafplaats;

  • c.

    Het onderhoud van de begraafplaats;

  • d.

    Het laten delven of openen en sluiten van graven, urnengraven en urnennissen;

  • e.

    Het naleven van de wettelijke voorschriften ten aanzien van het begraven van overledenen en het plaatsen van asbussen.

Artikel 4 Bestemming

  • 1.

    De onder artikel 1, lid a genoemde begraafplaatsen zijn bestemd voor het begraven en begraven houden van de stoffelijke resten van één of meerdere overledenen, en het bijzetten van asbussen, met of zonder urn, en het verstrooien van as.

  • 2.

    Het college kan van het eerste lid afwijken en kan nadere regels stellen, die worden omschreven in het uitvoeringsbesluit. Deze regels kunnen verschillen voor de te onderscheiden grafruimten en urnenplaatsen.

Artikel 5 Register

  • 1.

    Het college stelt het model van een bij te houden grafregister vast. Dit register bevat de naam, de geboortedatum en de datum van overlijden. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving of de bijzetting. In de administratie zijn ook de gegevens van de rechthebbenden en de belanghebbenden van de graven met hun namen en adressen opgenomen. Dit deel is niet openbaar.

  • 2.

    De rechthebbenden en belanghebbenden zijn verplicht de wijziging van hun adres aan het college door te geven. Indien aanschrijvingen en andere ingevolge deze verordening vereiste mededelingen verzonden zijn aan het door de rechthebbende of belanghebbende laatstelijk opgegeven adres, kan deze zich nimmer op het niet ontvangen daarvan beroepen.

  • 3.

    Van het in het eerste lid bedoelde register kunnen uitsluitend rechthebbende en belanghebbenden, tegen betaling van de daarvoor verschuldigde kosten, een kopie van het uittreksel ten aanzien van hun graflocatie en leges verkrijgen.

Hoofdstuk 3 Openstelling van de begraafplaats

Artikel 6 Openstelling begraafplaatsen

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks kosteloos toegankelijk gedurende door het college bij nadere regels vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden openbaar bekend.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

  • 4.

    In tegenstelling tot het gestelde in lid 1 van dit artikel is het columbarium op de begraafplaats gelegen aan de Tiendweg te Leerdam uitsluitend toegankelijk voor rechthebbenden en nabestaanden van de in dit columbarium bijgezette overledenen. Het college kan nadere regels stellen voor de toegang tot het columbarium voor deze rechthebbenden.

Artikel 7 Verboden

  • 1.

    Het is verboden op de begraafplaats:

    • a.

      Vervallen.

    • b.

      Vervallen.

    • c.

      te colporteren of goederen voor verkoop aan te bieden;

    • d.

      op enige wijze reclame te maken voor handel of bedrijf;

    • e.

      op de graven te lopen of de begraafplaats te verontreinigen;

    • f.

      de graven, de gedenktekens, de beplanting, de gebouwen en de paden te bekladden, te beschadigen of op enigerlei andere wijze te verontreinigen;

    • g.

      honden of andere dieren los te laten lopen. Op de begraafplaats geldt een aanlijnplicht en een opruimplicht;

    • h.

      dieren te begraven of bij te zetten;

    • i.

      te lopen, te liggen of te staan buiten de paden en te gaan zitten anders dan op de daartoe aangebrachte zitplaatsen;

    • j.

      zich toegang tot de begraafplaats te verschaffen anders dan via de daarvoor bestemde ingangen;

    • k.

      iets te doen of na te laten dat in strijd is met de eerbied van de nagedachtenis van de overledene;

    • l.

      zich op hinderlijke wijze te gedragen;

    • m.

      as te verstrooien of andere vormen van lijkbezorging te bezigen zonder toestemming van de begraafplaatsbeheerder.

  • 2.

    Het is verboden op de begraafplaats:

    • a.

      (brom)fietsen of rij- of voertuigen, met uitzondering van invaliden-, kinder- en wandelwagens mee te nemen dan wel te rijden anders dan ter gelegenheid van een begrafenis, ter bezorging van as of tot het vervoeren van materialen bestemd voor op de begraafplaats te verrichten werkzaamheden;

    • b.

      met motorrijtuigen sneller dan 5 km per uur te rijden.

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van de verboden zoals genoemd in lid 2 onder punt a.

  • 4.

    De beheerder is bevoegd personen die zich niet houden aan het bepaalde in lid 1 en 2 van dit artikel de toegang tot de begraafplaats te ontzeggen.

  • 5.

    Het verbod, bedoeld in lid 1 onder i. geldt niet voor hen, die belast zijn met het onderhoud van de begraafplaatsen c.q. het plaatsen, onderhouden of verwijderen van gedenktekens gedurende de tijd, die nodig is en gebruikt wordt voor het verrichten van werkzaamheden.

  • 6.

    Het is verboden te fotograferen, te filmen of anderszins beeldopnamen te maken zonder toestemming van de beheerder en - voor zover het begrafenisplechtheden betreft – zonder expliciete toestemming van de nabestaanden.

Artikel 8 Ordehandhaving

  • 1.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2.

    De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3.

    Het is steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van of namens het college, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten. Deze toestemming kan mondeling worden gegeven.

  • 4.

    In verband met werkzaamheden op de begraafplaatsen kan bezoekers de toegang tot de begraafplaats of een deel van de begraafplaats worden ontzegd.

  • 5.

    Ter handhaving van de orde op de begraafplaats kan bezoekers de toegang tot de begraafplaats worden ontzegd door of namens het college.

Artikel 9 Plechtigheden

  • 1.

    Het is verboden zonder toestemming van of namens het college herdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats te houden.

  • 2.

    Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen van tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 3.

    Het college kan de toestemming weigeren op grond van vrees voor verstoring van de openbare orde op de begraafplaats.

  • 4.

    Deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het tweede lid zijn verplicht in het belang van de orde, rust en netheid zich te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Hoofdstuk 4 Indeling begraafplaats en uitgifte van graven

Artikel 10 Soorten graven

  • 1.

    Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven voor zover daartoe mogelijkheid is op de begraafplaats:

    • a.

      Particuliere graven;

    • b.

      Particuliere kindergraven tot 1 jaar;

    • c.

      Particuliere kindergraven 1 tot 12 jaar;

    • d.

      Particuliere foetusgraven;

    • e.

      Particuliere grafkelders;

    • f.

      Particuliere historische grafkelders;

    • g.

      Particuliere galerijgraven;

    • h.

      Particuliere urnengraven;

    • i.

      Particuliere urnennissen;

    • j.

      Particuliere urnamenten in de urnentuin.

  • 2.

    Op de begraafplaats kan het gebruik worden verleend, voor zover daartoe mogelijkheid is op de begraafplaats, voor:

    • a.

      Algemene graven;

    • b.

      Algemene grafkelders;

    • c.

      Gemeentelijke verstrooiingsplaats.

Artikel 11 Grafkelders

  • 1.

    Vervallen.

  • 2.

    Het college kan bestaande grafkelders of historische grafkelders ter beschikking laten komen voor heringebruikname middels het verlenen van een grafrecht, zoals bedoeld in artikel 16, mits het lopende grafrecht op deze grafkelders beëindigd is.

Artikel 12 Aantal overledenen en asbussen

Het college stelt nadere regels betreffende het aantal overledenen en asbussen, met of zonder urn dat in en op een particulier graf en een algemeen graf kan worden begraven en bijgezet.

Artikel 13 Volgorde van uitgifte

  • 1.

    Graven worden uitgegeven aansluitend op de reeds uitgegeven graven. De beheerder kan hiervan afwijken.

  • 2.

    Het is mogelijk een particulier graf te reserveren. Het reserveren van een particulier graf is de uitgifte van een particulier graf zonder directe ingebruikname.

  • 3.

    Het college kan nadere regels stellen voor de indeling en inrichting van de begraafplaatsen en de graven en behoudt zich het recht voor om bij nader vast te stellen regels de bestemming van de grafvelden, urnenzuilen en het onderscheid in graven vast te stellen en te wijzigen.

Artikel 14 Uitgifte van graven

  • 1.

    De aanvraag tot verkrijging van een graf wordt ingediend bij het college.

  • 2.

    Het grafrecht kan slechts aan één rechthebbende worden verleend.

  • 3.

    Een uitsluitend recht op een particulier graf geeft de rechthebbende zeggenschap over wie in dat graf wordt begraven en begraven wordt gehouden, onder voorwaarden en beperkingen van deze verordening.

  • 4.

    Het grafrecht wordt door het college schriftelijk bevestigd aan de rechthebbenden middels een grafakte. Het gebruik van een algemeen graf wordt aan de belanghebbenden bevestigd middels een bevestigingsbrief. Rechthebbenden en belanghebbenden kunnen, tegen betaling van de daarvoor verschuldigde kosten, een duplicaat krijgen.

Artikel 15 Categorieën

  • 1.

    Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

  • 2.

    Het college kan een verzamelgraf inrichten conform nader door hen te bepalen voorwaarden.

Artikel 16 Termijnen graven

  • 1.

    Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels de termijnen voor particuliere graven. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf of de reservering is uitgegeven. Voor het inschrijven van het graf in het register zijn de daarvoor vastgestelde kosten verschuldigd.

  • 2.

    Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels de termijnen waarvoor algemene graven ter beschikking worden gesteld. Deze termijn kan niet worden verlengd. Voor het inschrijven van het graf in het register zijn de daarvoor vastgestelde kosten verschuldigd. Een stoffelijk overschot kan echter na afloop van de termijn, op schriftelijk verzoek en op kosten van de belanghebbende volgens de bepalingen van deze verordening in een particulier graf worden herbegraven.

  • 3.

    Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende, of indien deze is overleden, door één van de in artikel 17, bedoelde personen.

Artikel 17 Overschrijving van verleende grafrechten

  • 1.

    Het grafrecht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon

  • 2.

    Het gebruik op een algemeen graf kan overgedragen worden aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 3.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht van een graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende.

  • 4.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving niet wordt gedaan binnen de in het derde lid gestelde termijn, is het college bevoegd het grafrecht vervallen te verklaren en vervallen de rechten aan de gemeente Vijfheerenlanden.

  • 5.

    Na het verstrijken van de in het vorige lid genoemde termijn kan het college het grafrecht alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

  • 6.

    Over elke overdracht of overboeking zijn de daarvoor vastgestelde kosten verschuldigd.

Artikel 18 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende ten alle tijd schriftelijk afstand doen van het grafrecht op het particuliere graf ten behoeve van de gemeente. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Hoofdstuk 5 Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 19 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    De rechthebbende of belanghebbende die wil doen begraven, een asbus wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk drie werkdagen voorafgaand aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, vóór 12.00 uur schriftelijk of elektronisch (e-mail) kennis aan de beheerder. Zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden niet als werkdag.

  • 2.

    Indien het college verlof heeft verleend om de stoffelijke resten binnen 36 uur na het overlijden te begraven, moet de kennisgeving zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 3.

    Bij de in het eerste en tweede lid van dit artikel bedoelde kennisgeving dient het verlof tot begraving te worden overlegd.

  • 4.

    Het openen van een graf mag uitsluitend in opdracht van een in leven zijnde rechthebbende worden uitgevoerd. In geval van een overleden rechthebbende dient het grafrecht eerst overgeschreven te zijn aan een nieuwe rechthebbende.

  • 5.

    In bijzondere gevallen kan het college ontheffing van dit artikel verlenen.

Artikel 20 Begraving

  • 1.

    De aanwijzing van de plaats van het graf geschiedt met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 door de beheerder.

  • 2.

    Tot de begraving of bijzetting wordt niet overgegaan dan nadat de beheerder, indien deze heeft geconstateerd dat aan de in de artikel 19 opgenomen vereisten is voldaan, hiervoor opdracht aan het personeel van de begraafplaats heeft verleend.

  • 3.

    Het openen, sluiten en ruimen van graven, alsmede het opgraven en het opnieuw begraven van stoffelijke resten, dan wel van een asbus, al dan niet met urn, in een ander graf op de begraafplaats, geschiedt uitsluitend door of namens de gemeente.

  • 4.

    Het opgraven van stoffelijke resten en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn, dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast. De beheerder zal voor deze werkzaamheden de begraafplaats tijdelijk geheel of gedeeltelijk sluiten.

  • 5.

    Het is toegestaan een graf te schudden waarbij maximaal 4 stoffelijke resten worden samengevoegd in de derde begraaflaag. Het college bepaalt of het samenvoegen technisch mogelijk is. De gemeente compenseert rechthebbenden niet indien er geen mogelijkheid is tot nieuwe begraving.

  • 6.

    Het schudden van een grafkelder is niet toegestaan.

  • 7.

    Het is niet toegestaan een urn bij te plaatsen in een kist.

Artikel 21 Lijkomhulsel en grafgiften

  • 1.

    Rechthebbenden of belanghebbenden gebruiken uitsluitend lijkhoezen, die voldoen aan de in of krachtens de wet dan wel op basis van verordeningen, reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid.

  • 2.

    Rechthebbenden of belanghebbenden zijn verplicht bij het verzoek tot het verlof tot begraven het gebruik van lijkhoezen aan de beheerder door te geven.

  • 3.

    Het is niet toegestaan voorwerpen aan de grafruimte toe te voegen die de vertering van de stoffelijke resten belemmeren of voorkomen en/of vervuilend zijn.

Artikel 22 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    De tijden van het begraven van stoffelijke resten en het bezorgen van de as worden door het college bij nadere regels bepaald.

  • 2.

    Het tijdstip van begraven of bijzetten van stoffelijke resten en het bezorgen van de as wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door de beheerder, in overleg met de betrokken nabestaande, of de persoon die namens de nabestaanden optreedt, vastgesteld.

  • 3.

    Er mag op hetzelfde tijdstip op dezelfde begraafplaats niet meer dan één begrafenis of bezorging van as plaatsvinden.

  • 4.

    Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

  • 5.

    Het begraven buiten de in lid 1 genoemde tijden is slechts mogelijk met ontheffing van de burgemeester. In dat geval wordt de tijd van begraven aangemerkt als een buitengewoon uur, tenzij die tijd van begraven voortvloeit uit het voldoen aan de wettelijke termijn.

  • 6.

    Opgraving, overbrenging en herbegraving van een reeds overledene, alsmede het verwijderen van asbussen, vindt plaats in overleg met de beheerder.

Hoofdstuk 6 Gedenktekens en grafbeplantingen

Artikel 23 Vereisten grafbedekking

Vervallen.

Artikel 24 Onderhoud rechthebbende en belanghebbende

Vervallen.

Artikel 25 Aansprakelijkheid

Vervallen

Artikel 26 Losse voorwerpen

Vervallen.

Hoofdstuk 7 Ruiming van graven, bezorging van overblijfselen en as Artikel 27 Vervallen grafrecht

  • 1.

    Het grafrecht vervalt:

    • a.

      Door het verlopen van de termijn waarvoor het recht is verleend;

    • b.

      Indien de rechthebbende afstand doet van het recht;

    • c.

      Indien de begraafplaats zijn bestemming verliest.

  • 2.

    Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:

    • a.

      Indien de betaling van de rechten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht – ondanks een aanmaning – niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied.

    • b.

      Indien de rechthebbende – ondanks een aanmaning – in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      Indien de rechthebbende van een particulier graf is overleden en het recht niet binnen de in artikel 17, lid 3 gestelde termijn is overgeschreven;

    • d.

      Indien de rechthebbende niet kan worden opgespoord.

  • 3.

    In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b, c, en in het tweede lid vindt geen terugbetaling plaats van (een deel van) de betaalde rechten.

  • 4.

    Indien de rechthebbende een rechtspersoon is, vervalt het recht op een particulier graf bij ontbinding van die rechtspersoon of bij verlies van rechtspersoonlijkheid.

  • 5.

    Het college kan bij uitzonderingsgevallen afwijken van het gestelde in dit artikel.

Artikel 28 Afgelopen termijnen

  • 1.

    De rechthebbende van een particulier graf kan bij de beheerder voor het verlopen van het graftermijn een aanvraag indienen om de overblijfselen en de asbus(sen) te doen verzamelen om deze weer in dezelfde grafruimte te doen plaatsen (samenvoegen) dan wel om deze in een ander particulier graf opnieuw te doen begraven of te laten cremeren respectievelijk te verstrooien.

  • 2.

    De belanghebbende van een algemeen graf kan voor beëindiging van de gebruikstermijn bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te verzamelen voor herbegraven in een particulier graf of voor crematie.

  • 3.

    Ruiming en herbegraven zoals bedoeld in lid 1 en 2 zal niet eerder plaatsvinden dan na beëindiging van de minimale wettelijke grafrusttermijn van de laatst in gebruik genomen begraaflaag.

  • 4.

    De kosten die gemoeid zijn met de werkzaamheden genoemd onder lid 1 en 2 van dit artikel, komen voor rekening van de rechthebbende of belanghebbende van het betreffende graf.

Artikel 29 Ruimen graven

  • 1.

    Vervallen.

  • 2.

    Vervallen.

  • 3.

    Vervallen.

  • 4.

    Vervallen.

  • 5.

    Vervallen.

  • 6.

    Vervallen.

  • 7.

    Vervallen.

  • 8.

    Ruimingen of opgravingen worden alleen door of namens het college uitgevoerd.

  • 9.

    Stoffelijke resten die ter crematie worden aangeboden, worden door het college alleen overgedragen aan een uitvaartonderneming.

Hoofdstuk 8 Historische graven en graven met opvallende grafdekking

Artikel 31 Historische graven

  • 1.

    Vervallen.

  • 2.

    Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan, onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om te worden bijgeschreven op de lijst van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 3.

    Het college beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op deze lijst staan.

Hoofdstuk 9 Luiden gemeenteklokken

Artikel 33 Luiden gemeenteklokken

Het luiden van de gemeenteklokken tijdens begrafenissen, bijzettingen of andere plechtigheden vindt op verzoek plaats. Voor het luiden van de gemeenteklokken zijn de daarvoor vastgestelde kosten verschuldigd.

Hoofdstuk 10 Gedeelte voor kerkgenootschappen en / of stichtingen

Artikel 34 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoud graven

  • 1.

    Het college kan na overleg met het bestuur van een kerkgenootschap of stichting ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van de graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap en / of stichting gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels van deze verordening.

  • 2.

    Het bestuur van een kerkgenootschap of stichting kan het college schriftelijk verzoeken hem er schriftelijk van in kennis te stellen dat er onderhoud of herstel door de rechthebbende nodig is van de grafbedekking op éen of meer graven op het deel van de begraafplaats dat aan het kerkgenootschap of de stichting ter beschikking is gesteld.

  • 3.

    Op grond van het in het tweede lid genoemde verzoek stelt het college het bestuur van het kerkgenootschap of de stichting schriftelijk in kennis dat de grafbedekking van één of meer graven onderhoud en herstel behoeft. De kennisgeving laat de bevoegdheid van het college onverlet om de rechthebbende op de graven ervan in kennis te stellen dat de grafbedekking moet worden onderhouden of hersteld.

Hoofdstuk 11 Overige bepalingen

Artikel 35 Afwijkingsbevoegdheid

Het college kan van bepalingen in deze verordening afwijken, als de toepassing naar het oordeel van het college leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 36 Overgangsbepaling

  • 1.

    Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de in het eerste lid van artikel 38 genoemde verordening en de daaraan voorafgaande verordeningen gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de in artikel 38, lid 1 genoemde verordening is ingediend, en voor het tijdstip van inwerkingtreding deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 37 Strafbepalingen

Hij die handelt in strijd met artikel 6 lid 4, artikel 7 lid 1,2 en 6, artikel 8 lid 3 en artikel 9 lid 1 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van het gerechtelijk vonnis.

Artikel 38 Inwerkingtreding

  • 1.

    De Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Vijfheerenlanden 2025 wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze verordening treedt op de achtste dag na bekendmaking in werking.

Artikel 39 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Vijfheerenlanden 2026”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 november 2025.

de raadsgriffier

K.I. (Krista) Goossens

de voorzitter

S. (Sjors) Fröhlich

Naar boven