Wijzigingsverordening van de Algemene plaatselijke verordening

De raad van de gemeente Wijchen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2025, iBabs nummer 7243;

gelet op artikel 147 en 149 Gemeentewet

 

besluit

 

vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening.

Artikel I Wijziging verordening

De Algemene plaatselijke verordening (Apv) wordt gewijzigd als volgt:

 

(In de ‘bestaande tekst’ zijn de woorden en leestekens waaraan iets verandert, cursief gezet. In de ‘nieuwe tekst’ zijn de nieuwe woorden en leestekens vet gedrukt.)

 

A. Artikel 5:34 wordt gewijzigd als volgt:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken

  • 1.

    Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

  • 2.

    Mits geen sprake is van gevaar, overlast of hinder voor de omgeving, is het verbod niet van toepassing op:

    • a.

      verlichting door middel van kaarsen, fakkels en dergelijke;

    • b.

      sfeervuren zoals terrashaarden en vuurkorven op eigen terrein met een maximale inhoud van 25 liter, voor zover geen afvalstoffen worden verbrand;

    • c.

      vuur voor koken, bakken en braden.

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod.

  • 4.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de ontheffing worden geweigerd ter bescherming van de flora en fauna.

  • 5.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1˚ of 3˚ van het Wetboek van Strafrecht of de Omgevingswet.

Artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken

  • 1.

    Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

  • 2.

    Het is voorts verboden in de open lucht vuur aan te leggen, te stoken of te hebben in een door het college aangewezen gebied en gedurende de door het college aangewezen tijden, tenzij dit geschiedt in het kader van een activiteit waarvoor een vergunning is verleend of een ontheffing is verleend door het college.

  • 3.

    Mits geen sprake is van gevaar, overlast of hinder voor de omgeving, is het verbod van het eerste lid niet van toepassing op:

    • a.

      verlichting door middel van kaarsen, fakkels en dergelijke;

    • b.

      sfeervuren zoals terrashaarden en vuurkorven op eigen terrein met een maximale inhoud van 25 liter, voor zover geen afvalstoffen worden verbrand;

    • c.

      vuur voor koken, bakken en braden.

  • 4.

    De uitzonderingen genoemd in het derde lid gelden niet in de gebieden die door het college zijn aangewezen op grond van het tweede lid.

  • 5.

    Het college kan ontheffing verlenen van de verboden.

  • 6.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de ontheffing worden geweigerd ter bescherming van de flora en fauna.

  • 7.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1˚ of 3˚ van het Wetboek van Strafrecht of de Omgevingswet.

 

B. Artikel 5:38 wordt gewijzigd als volgt:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5:38 Detectorverbod

  • 1.

    Het is verboden opgravingen te doen als bedoeld in artikel 2.2 Besluit Erfgoedwet archeologie in het in bijlage 1 aangewezen gebied.

  • 2.

    Het is verboden op een openbare plaats een metaaldetector of enig ander voorwerp waarmee metalen kunnen worden opgespoord bij zich te hebben in het in bijlage 1 aangewezen gebied, met het kennelijke doel deze te gebruiken voor het opsporen van metalen.

  • 3.

    De verboden uit het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op opgravingen door een certificaathouder als bedoeld in paragraaf 5.1 van de Erfgoedwet.

Artikel 5:38 Opgravingen

  • 1.

    Het is verboden opgravingen te doen.

  • 2.

    Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op opgravingen door een certificaathouder als bedoeld in paragraaf 5.1 van de Erfgoedwet.

 

C. Na artikel 5:38 worden twee nieuwe artikelen ingevoegd:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5:38a Detectorverbod

  • 1.

    Het is verboden zich op het grondgebied van de gemeente te bevinden met een (metaal)detector, met het kennelijke doel die (metaal)detector voor opgravingwerkzaamheden te gebruiken.

  • 2.

    Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op opgravingen door een certificaathouder als bedoeld in paragraaf 5.1 van de Erfgoedwet.

  • 3.

    Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op de Explosieven Opruimingsdienst.

Artikel 5:38b Verbod magneetvissen

  • 1.

    Het is verboden in openbare wateren op het grondgebied van de gemeente met behulp van magneten te zoeken naar metalen voorwerpen (magneetvissen).

 

D. Artikel 5:39 wordt gewijzigd als volgt:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5:39 Aanwijzen gebieden naaktrecreatie

De in bijlage 2 bij deze verordening aangeduide gebieden worden als geschikt voor naaktrecreatie, in de zin van artikel 430a van het Wetboek van Strafrecht, aangemerkt.

Artikel 5:39 Aanwijzen gebieden naaktrecreatie

De in bijlage 1 bij deze verordening aangeduide gebieden worden als geschikt voor naaktrecreatie, in de zin van artikel 430a van het Wetboek van Strafrecht, aangemerkt

 

E. Bijlage 1 bij artikel 5:38 te verwijderen.

 

F. Bijlage 2 wordt gewijzigd als volgt:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Bijlage 2 

Bij artikel 5:39

Bijlage 1 

Bij artikel 5:39

Artikel IIInwerkingtreding
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2026.

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad in de openbare raadsvergadering van 27 november 2025.

De voorzitter,

Mevrouw R. Helmer-Englebert

De griffier,

Mevrouw A.B. Berendsen

Naar boven