Gemeenteblad van Maassluis
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Maassluis | Gemeenteblad 2025, 522181 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Maassluis | Gemeenteblad 2025, 522181 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening maatschappelijke ondersteuning Maassluis Vlaardingen Schiedam 2026
De raden van de gemeenten Schiedam, Vlaardingen en Maassluis,
gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste t/m vierde lid en zesde lid, 2.1.4a, eerste, tweede, vijfde en zesde lid, 2.1.4b, tweede lid, 2.1.5, eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6, vierde lid en 2.6.6, eerste lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de artikelen 3.8, eerste en tweede lid, en 5.4 eerste lid van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en artikel 149 en 156 van de Gemeentewet;
overwegende dat het noodzakelijk is om regels vast te stellen ter uitvoering van het beleidsplan als bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet met betrekking tot de ondersteuning bij de versterking van de zelfredzaamheid en participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen, beschermd wonen en opvang, en dat het noodzakelijk is om de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking te bevorderen en daarmee bij te dragen aan het realiseren van een inclusieve samenleving;
besluit vast te stellen de Verordening maatschappelijke ondersteuning Maassluis Vlaardingen Schiedam 2026
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Voor of tijdens het gesprek verschaft de cliënt het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college hiervoor nodig zijn en waarover de cliënt op dat moment redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. De cliënt toont in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.
Het college onderzoekt in samenspraak met degene door of namens wie de melding is gedaan en waar mogelijk met de mantelzorger of mantelzorgers dan wel diens vertegenwoordiger, zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen zes weken en voor zover nodig:
de mogelijkheden om door middel van samenwerking met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en andere partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdzorg, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te voorzien in de behoefte aan maatschappelijke ondersteuning;
Binnen twee weken na het gesprek verstrekt het college aan de cliënt een voor de client in begrijpelijke taal opgesteld schriftelijk verslag van de uitkomsten van het onderzoek.
Artikel 7. Criteria voor een maatwerkvoorziening
Een cliënt komt voor een maatwerkvoorziening in aanmerking indien deze noodzakelijk is:
ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt, voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met een algemeen gebruikelijke voorziening, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 4 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven; of,
ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving van de cliënt met psychische of psychosociale problemen en de cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 4 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zo zich snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Een maatwerkvoorziening wordt uitsluitend ingezet voor ondersteuning in de directe woon- en leefomgeving in het kader van het leven van alledag.
Een maatwerkvoorziening met betrekking tot zelfredzaamheid en participatie wordt geweigerd indien:
deze betrekking heeft op voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten anders dan automatische deuropeners, hellingbanen, extra trapleuningen en trapliften. Een traplift in een gemeenschappelijke ruimte wordt enkel geplaatst als er wordt voldaan aan de brandveiligheidseisen zoals genoemd in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving.
Onverminderd het bepaalde in artikel 7 wordt voor de individuele maatwerkvoorziening huishoudelijke hulp gebruik gemaakt van het HHM-Normenkader Huishoudelijke Ondersteuning 2025. Voor de maatwerkvoorziening voor het voeren van regie over het huishouden, de verzorging van maaltijden en de verzorging van kinderen wordt gebruikt gemaakt van de Wmo-richtlijn Indicatieadvisering voor Hulp bij het Huishouden versie 1.0 (december 2006).
Het college kan een onafhankelijk advies vragen als het college dit van belang acht voor de beoordeling van de aanvraag voor een maatwerkvoorziening.
Artikel 10. Persoonsgebonden budget (pgb)
Van formele hulp is sprake als de hulp verleend wordt door onderstaande personen, met uitzondering van personen uit het sociaal netwerk van de cliënt:
personen die werkzaam zijn bij een instelling die ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staat in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007) en die beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken, of;
personen die aangemerkt zijn als ZZP. Daarnaast moet de ZZP ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007) en beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken.
Onverminderd artikel 2.3.6, tweede en vijfde lid, van de wet verstrekt het college geen pgb:
voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de cliënt tussen het moment van de melding en voorafgaand aan het besluit op de aanvraag heeft gemaakt, tenzij daarvoor van tevoren schriftelijk toestemming is verleend door het college of nog is na te gaan of de ingekochte voorziening noodzakelijk was op het moment van aanschaffen;
De hoogte van een pgb wordt vastgesteld voor:
meedoen in de stad begeleiding basis en speciaal en persoonlijke verzorging door een niet daartoe opgeleid persoon of een persoon die behoort tot het sociale netwerk: het uurloon van de hoogste periodiek behorende bij de Functie Waardering Gezondheidszorg (FWG 30) van de voor de betreffende periode geldende CAO VVT (Verpleeg- en verzorgingshuizen en Thuiszorg), te vermeerderen met 8% vakantiegeld en de tegenwaarde van de verlofuren.
maatwerkvoorziening schoon huis en maaltijd-/kinderverzorging, en meedoen in de stad begeleiding, persoonlijke verzorging, dagbesteding, (rolstoel)vervoer naar dagbesteding en logeren door een zorginstelling met AGB-code (geen zzp-er) zoals genoemd in artikel 10 derde lid onder a: het tarief dat hiervoor wordt gehanteerd door de door het college gecontracteerde aanbieders (bijlage 1a).
Artikel 10a. Financiële tegemoetkoming
De hoogte van een financiële tegemoetkoming wordt vastgesteld voor:
Artikel 11. Bijdrage in de kosten van algemene en maatwerkvoorzieningen
Op de bijdrage, bedoeld in het tweede lid, onder b is een korting van toepassing, zodat de NIBUD-kostprijs voor het thuis wassen, drogen, strijken verschuldigd (bijlage 2) is, voor een cliënt die een indicatie heeft voor de maatwerkvoorziening schoon huis en die een inkomen heeft lager dan het inkomen genoemd in bijlage 2.
De bijdrage voor een maatwerkvoorziening ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is, in afwijking van het zesde lid, verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is toegewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.
Artikel 14. Voorkoming en bestrijding ten onrechte ontvangen maatwerkvoorzieningen en pgb’s en misbruik of oneigenlijk gebruik van de Wmo 2015
Onverminderd artikel 2.3.8 van de wet doet een cliënt aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de wet.
Als het college een beslissing op grond van het derde lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens door de cliënt opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van de cliënt en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening of het ten onrechte genoten pgb.
Het college kan de Sociale Verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb voor ten hoogste dertien weken als er ten aanzien van een cliënt een ernstig vermoeden is gerezen dat er sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a, d of e, van de wet.
Artikel 16. Tegemoetkoming meerkosten inwoners van Maassluis, Vlaardingen en Schiedam met een beperking of chronische problemen
Het college verstrekt op aanvraag een tegemoetkoming ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie aan inwoners met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen, die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben, en die een lager inkomen hebben dan het inkomen genoemd in bijlage 3.
Artikel 17. Verhouding prijs en kwaliteit levering dienst door derden
Artikel 20. Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college betrekt ingezetenen van de gemeente, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning, overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.
Het college stelt ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van de artikelen 7, 10, 11 en 14 van deze verordening, als toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Voor zover noodzakelijk voor de uitvoering van deze verordening, kan het college nadere regels vaststellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad Maassluis, gehouden op 18 november 2025,
De griffier,
J. Vinke
De voorzitter,
drs. J.G. de Vries
Bijlage 1a pgb-tarieven (prijspeil 2025)
Bijlage 2 Bijdrage in de kosten van algemene en maatwerkvoorzieningen
Bijlage 3 Tegemoetkoming meerkosten (prijspeil 2025)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-522181.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.