Richtlijnen objectbewegwijzering gemeente Beesel 2025

  • Vaststellen van de richtlijnen objectbewegwijzering

  • Instemmen met de werkwijze om strokenborden gefaseerd te vervangen

Hoofdstuk 1 Inleiding

Langs wegen worden vaak verschillende soorten borden geplaatst om onder andere campings, hotels, bedrijventerreinen, gemeentehuizen, apotheken, sportparken en sportverenigingen aan te duiden. In de loop der tijd heeft dit geleid tot een wirwar aan borden, waardoor bezoekers bestemmingen niet altijd goed kunnen vinden – of zelfs niet weten dat bepaalde bestemmingen bestaan.

 

Door een uniform systeem in te voeren, worden deze problemen opgelost en wordt bovendien de uitstraling van de gemeente versterkt. Deze uniformiteit sluit aan bij de Europese richtlijnen voor bewegwijzering.

 

1.1 Bewegwijzering

Bewegwijzering (voor gemotoriseerd verkeer) is van groot belang om weggebruikers snel en doeltreffend naar hun bestemming te leiden en onveilig zoekgedrag te voorkomen. Bewegwijzering is alleen effectief als ze goed herkenbaar is en de aangeboden informatie overzichtelijk blijft. Om die reden moet de hoeveelheid informatie op wegwijzers beperkt zijn.

 

Er zijn verschillende soorten bewegwijzering:

  • Utilitaire bewegwijzering: nationale (ANWB) wegwijzers

  • Permanente terreinen: bijvoorbeeld Roversheide, Molenveld

  • Komborden en naamborden: bijvoorbeeld “Reuver” of “Welkom in Ronkenstein”

  • Routering: landelijke fietsroutes, knooppunten, wandelroutes e.d.

  • Parkeerbewegwijzering

  • Straatnaamborden

Het uitgangspunt bij objectbewegwijzering is dat de weggebruiker (met de auto) zo lang mogelijk de verwijzingen blijft volgen naar de locatie van het object, zoals Landal De Lommerbergen of molen De Grauwe Beer. Na het passeren van de bebouwde kom, of vanaf het punt waar de route afwijkt van de nationale bewegwijzering (voorheen ANWB) of op plekken waar een aanvullende bewegwijzering toevoegt aan de rijroute start de lokale, als zodanig herkenbare, bewegwijzering. Belangrijk hierbij is dat deze bewegwijzering geen reclamebord is.

 

1.2 Categorieën

Het beleid is verdeeld in twee categorieën:

  • 1.

    Toeristisch-recreatieve bewegwijzering

  • Voor alle toeristische bedrijven in de gemeente, zoals campings, hotels, horeca en dagrecreatie.

  • 2.

    Bewegwijzering voor publieke voorzieningen

  • Voor publieke voorzieningen in de gemeente, zoals stations, zwembaden, veerponten, politie, sportverenigingen, begraafplaatsen en gemeenschapshuizen.

Hoofdstuk 2 Soorten objectbewegwijzering

Voor de verwijzing naar objecten worden specifieke wegwijzers toegepast. Omdat objecten in de loop van de tijd kunnen wijzigen, gaat de voorkeur uit naar wegwijzers of portalen met verwisselbare elementen: de zogenaamde strokenborden. Op een strokenbord wordt elk object vermeld op een afzonderlijke strook, met een eigen richtingpijl.

 

Deze stroken worden gestapeld op een wijze die logisch en overzichtelijk is, bij voorkeur gegroepeerd op rijrichting en/of objectcategorie. Groeperen op rijrichting zorgt doorgaans voor een duidelijker beeld voor de weggebruiker en heeft daarom de voorkeur.

 

2.1 Standaardregels

De stroken worden van boven naar beneden als volgt gerangschikt:

  • eerst de doorgaande richting;

  • vervolgens de links afslaande richting;

  • als laatste de rechts afslaande richting.

Lengte van de opschriften

Elke verwijzing naar een object mag uit maximaal één regel tekst bestaan. Als dit niet mogelijk is, worden woorden op een natuurlijke en goed leesbare manier afgebroken. De richtlijnen hiervoor volgen uit Bijlage 5 van de Richtlijn Bewegwijzering (CROW-publicatie 262/322).

 

Positie van de pijlen

De pijlen voor doorgaand verkeer en linksaf komen aan de linkerkant van het bord. Pijlen voor rechtsaf worden aan de rechterkant geplaatst.

 

Maximale hoeveelheid informatie

Per paneel mogen maximaal acht objecten worden vermeld. Per richting worden bij voorkeur niet meer dan zes objecten aangegeven.

 

Pictogramgebruik

Voor toeristische en lokale publieke objecten zijn diverse pictogrammen ontwikkeld. Deze gestileerde symbolen zijn vaak internationaal herkenbaar.

 

Per objectverwijzing mogen maximaal twee pictogrammen worden weergegeven (naast elkaar).

 

Volgorde van stroken

Borden worden eerst gegroepeerd naar type object (lokaal/publiek of toeristisch), en daarna op rijrichting. De stroken voor lokale/publieke objecten (blauw) staan bovenaan en daaronder volgen de stroken voor toeristische objecten (bruin).

 

2.2 Blauwe borden – Bewegwijzering publieke voorzieningen

De bewegwijzering naar publieke voorzieningen wordt uitgevoerd op borden met de basiskleur blauw. De tekst en eventuele pictogrammen worden in zwart weergegeven, geplaatst binnen een wit veld voor optimale leesbaarheid en herkenbaarheid.

 

Voorbeelden van publieke voorzieningen zijn onder andere:

  • station

  • zwembad

  • begraafplaats

  • gemeenschapshuis

 

Deze kleurstelling is gestandaardiseerd en zorgt voor een uniforme en herkenbare presentatie van publieke functies in de openbare ruimte.

 

2.3 Bruine borden – Bewegwijzering toeristisch-recreatieve voorzieningen

De bewegwijzering naar toeristisch-recreatieve objecten wordt uitgevoerd in de kleur bruin, met het oog op internationale herkenbaarheid en consistentie. Deze kleurstelling wijkt bewust af van die voor publieke voorzieningen (blauw), om de verschillende functies duidelijk van elkaar te onderscheiden.

 

De borden bevatten zwarte pictogrammen op een witte achtergrond, wat zorgt voor goede leesbaarheid en visuele eenheid.

 

Onder toeristisch-recreatieve objecten vallen onder andere:

  • campings

  • hotels / B&B’s

  • dagrecreatie

  • toeristische attracties

  • natuurgebieden

 

Ook het horecacentrum en TOP’s (Toeristische Overstappunten) worden aangeduid op bruine bewegwijzering. Vanwege de vaak grote hoeveelheid horecabedrijven in de dorpscentra, worden deze niet individueel bewegwijzerd, maar als geheel aangeduid.

Hoofdstuk 3 Aanvraag objectbewegwijzering

3.1 Algemene procedure

Een aanvraag voor objectbewegwijzering verloopt via een aanvraagformulier, beschikbaar op de gemeentelijke website.

 

Na ontvangst beoordeelt de gemeente of de aanvrager in aanmerking komt voor bewegwijzering. Daarbij wordt gekeken of er in de omgeving reeds bestaande bewegwijzering aanwezig is, waaraan een extra verwijzing kan worden toegevoegd.

 

Indien het om een nieuwe locatie gaat, beoordeelt de gemeente of, waar en op welke wijze een nieuw paneel/ bord geplaatst kan worden. Deze beoordeling wordt teruggekoppeld aan de aanvrager en vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst.

 

De gemeente is verantwoordelijk voor het bestellen van de bewegwijzeringsborden en het plaatsen van de borden op de aangewezen locatie(s).

 

Na plaatsing worden de borden opgenomen in een digitale beeldenbank. Deze database bevat foto's en gegevens van alle geplaatste panelen en strokenborden, en dient als basis voor beheer, onderhoud en effectiviteitscontrole.

 

3.2 Plaatsingscriteria

Om overdaad aan borden te voorkomen en tegelijkertijd de leesbaarheid en verkeersveiligheid te waarborgen, worden bewegwijzeringsborden uitsluitend geplaatst op strategisch gekozen locaties.

 

Per ondernemer worden maximaal vier locaties voor bewegwijzering toegestaan. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan hiervan worden afgeweken, bijvoorbeeld wanneer de rijrichting naar de bestemming onduidelijk is of wanneer er geen logische route beschikbaar is. Indien hierdoor onveilig zoekgedrag kan ontstaan bij weggebruikers, kan aanvullende bewegwijzering worden toegestaan.

 

De beoordeling van een aanvraag vindt plaats op basis van de volgende plaatsingscriteria:

  • De verwijzing mag de verkeersveiligheid niet negatief beïnvloeden en de bruikbaarheid en instandhouding van de weg niet onaanvaardbaar belemmeren.

  • Waar mogelijk worden verwijzingen opgenomen in bestaande portalen, op lichtmasten of flessenpalen.

  • Buiten de bebouwde kom worden borden geplaatst op de dichtstbijzijnde weg, ter hoogte van de afslag naar de voorziening.

  • Richting aanduiding voor rechtdoor wordt alleen toegepast in geval van onduidelijke verkeerssituatie, vanwege een verkeerstechnisch betere route of wanneer afgeweken wordt van de nationale bewegwijzering.

  • Bij bewegwijzering vanaf een dijk kan een vergunning van het waterschap vereist zijn. In dat geval kunnen aanvullende eisen worden gesteld aan uitvoering en plaatsing.

  • De herhaling van objectverwijzingen is consistent (zelfde naam en pictogram op elk bord).

  • Buiten de bebouwde kom wordt in principe niet verwezen naar objecten binnen de kom, tenzij dit noodzakelijk is voor de verkeersgeleiding of verkeersveiligheid.

  • Op één locatie (portaal) mogen maximaal acht strokenborden voorkomen.

  • Er kan gebruik worden gemaakt van verzamelaanduidingen voor locaties zoals sportparken, recreatiegebieden of horeca in het centrum. Pas wanneer wegen zich splitsen richting individuele bestemmingen, kan verwezen worden naar de specifieke bedrijfsnaam.

3.3 Kosten

De kosten voor de aanschaf van recreatieve-toeristische bewegwijzering (bruine borden) zijn voor rekening van de aanvrager. De aanschafkosten van maatschappelijke bewegwijzering (blauwe borden) worden gedragen door de gemeente. De kosten voor het plaatsen, beheren en onderhouden van alle bewegwijzering – zowel toeristisch als maatschappelijk – komen volledig voor rekening van de gemeente.

 

3.4 Beheer en onderhoud

Bij het indienen van de aanvraag is het ook van belang om stil te staan bij het beheer en onderhoud van de bewegwijzering. De gemeente verzamelt de locatiegegevens, een omschrijving en de opdruk van elk bord in een digitale beeldenbank, zodat alle gegevens centraal beheerd worden. Het onderhoud van de bewegwijzering wordt door de gemeente zelf uitgevoerd. Wanneer bewegwijzering geplaatst moet worden op nieuwe palen of panelen, kunnen daar extra kosten aan verbonden zijn, zoals maaikosten. Deze bijkomende kosten zijn voor rekening van de gemeente. Wanneer een onderneming niet langer actief is, zorgt de gemeente ervoor dat de bijbehorende borden worden verwijderd.

Naar boven