De burgemeester van de gemeente Beuningen;
Gelet op het bepaalde in artikel 151c Gemeentewet en artikel 2:77 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Beuningen 2024;
Overwegende dat:
- in het gebied Hoogstraat/Klaphekstraat zich (recentelijk) een onaangekondigde demonstratie heeft voorgedaan waarbij verstoring van de openbare orde heeft plaatsgevonden, onder meer door het afsteken van zwaar vuurwerk en het gooien van eieren;
- deze ordeverstoring plaatsvond in een woonwijk;
- de afgelopen periode in Beuningen meerdere avonden wanordelijkheden hebben plaatsgevonden, waarbij herhaaldelijk inzet van politie noodzakelijk was om de openbare orde te herstellen;
- het hier gaat om een situatie waarin de openbare orde op maatschappelijk onaanvaardbare wijze in het geding is;
- de kans op herhaling op voorhand niet is uit te sluiten en noodzakelijke maatregelen dienen te worden genomen om de kans op verstoringen van de openbare orde en incidenten die de leefbaarheid negatief beïnvloeden te voorkomen;
- de burgemeester overeenkomstig artikel 151c Gemeentewet en artikel 2:77 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Beuningen 2024 (hierna de “APV”) bevoegd is om voor een bepaalde duur camera’s in te zetten ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats;
- de politie bevoegd is om deze camera’s te gebruiken en te bekijken met als doel het bevorderen van de openbare orde en veiligheid.
- het plaatsen van de camera’s ten behoeve van het toezicht in dit gebied slechts voor beperkte duur en in de omvang plaatsvindt als strikt noodzakelijk;
- van cameratoezicht een preventieve werking uitgaat;
- het instellen van cameratoezicht verhoogt het veiligheidsgevoel van omwonenden waar eerdere orde verstoring heeft plaatsgevonden en reduceert de gevoelens van angst en onveiligheid in het gebied;
- over de inzet van cameratoezicht afstemming heeft plaatsgevonden met de Officier van Justitie en de teamchef van de basisteam Tweestromenland van de Politie;
- het cameratoezicht onderdeel uitmaakt van een breder pakket aan maatregelen waaronder het intensiveren van de surveillance en inzet ter plaatse door politie en buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s);
- het belang van de handhaving van de openbare orde zwaarder weegt dan de inbreuk op de privacy;
- dat het cameratoezicht op de locatie, gelet op de in het geding zijnde belangen, voldoet aan eisen van kenbaarheid, proportionaliteit en subsidiariteit op grond van artikel 151c Gemeentewet;
BESLUIT: