Omgevingsvisie voor Gemeente Beekdaelen

Wijzigartikel I

De tekst van het Omgevingsvisie Beekdaelen wordt vervangen zoals gegeven in Bijlage A van dit Besluit.

Artikel II

Deze omgevingsvisie treedt in werking op 06‑11‑2025

Bijlage A Wijziging Omgevingsvisie Beekdaelen

Omgevingsvisie voor Gemeente Beekdaelen

Omgevingsvisie Beekdaelen

1. Voorwoord

Voor u ligt de omgevingsvisie van gemeente Beekdaelen; ‘Leven en werken in het landschap’. Beekdaelen is voortgekomen uit een fusie van de gemeenten Nuth, Schinnen en Onderbanken. Het is belangrijk om dit te benadrukken, omdat dit ons vertrekpunt bepaalt. We hebben geen structuurvisie om op terug te vallen. De contouren die we nu hebben zijn gebaseerd op een strategische visie en een coalitieakkoord.

Met deze omgevingsvisie presenteren wij aan onze inwoners, bedrijven, samenwerkingspartners en andere overheidsorganen het beeld dat wij voor ogen hebben. Een beeld waarop vertrouwd kan worden en dat ruimte biedt om in Beekdaelen te investeren. Wij willen een betrouwbare partner zijn en maken keuzes: wat willen we wel en wat niet? We laten zien wat de samenleving van ons kan verwachten en wat wij van haar verwachten. Samen werken we aan Beekdaelen, met respect voor elkaar, waarbij we elkaar ondersteunen en versterken.

Dit traject geeft een eerste blik op de toekomst in 2040. We zijn ervan overtuigd dat hier een goede basis ligt om op voort te bouwen, want we zijn nog lang niet klaar en wij blijven de horizon verbreden. De inrichting van de fysieke leefomgeving is een complex vraagstuk en wordt steeds complexer. Ruimte is schaars, terwijl de opgaven groter worden. Beekdaelen streeft ernaar om de waarden van de fysieke leefomgeving te beschermen en ruimte te bieden voor goede ontwikkelingen. Tevens blijven wij flexibel om effectief in te spelen op de uitdagingen die op ons pad komen. Dit vraagt om een duidelijke visie, een gerichte strategie en politieke moed.

Dit is de laatste keer dat we verwijzen naar de fusiegemeenten, want vanaf nu richten we ons op de toekomst en laten we het verleden van de drie gemeenten achter ons. Met de visie die hier voorligt, die tot stand is gekomen na een omvangrijk participatieproces, geeft Beekdaelen nu richting aan de toekomst.

2. Samenvatting

De omgevingsvisie van de gemeente Beekdaelen schetst een strategische visie voor de inrichting van de fysieke leefomgeving tot 2040. De visie bouwt voort op de strategische visie ‘Leven en werken in het landschap’ (vastgesteld op 17 september 2024) en op sectorale visies. Het is een dynamisch document dat flexibel inspeelt op toekomstige veranderingen en uitdagingen zoals klimaatverandering, woningnood en energietransitie. De visie benadrukt de samenwerking met inwoners, ondernemers en regionale partners. Dit doet Beekdaelen door de gemeenschap actief te betrekken bij beleidsvorming en bij de beleidsuitvoering. De visie en ambities op het sociale domein zijn beschreven in het toekomstperspectief sociaal domein’. De strategische visie, het toekomstperspectief sociaal domein en de omgevingsvisie vormen gezamenlijk het fundament voor de toekomst van Beekdaelen.

De grootste kwaliteiten van Beekdaelen liggen in haar karakteristieke landschap en het aangename leven in authentieke dorpskernen. Natuur, rust, ruimte, cultureel erfgoed en sociale cohesie worden hier zeer gewaardeerd. Het behoud, de bescherming en versterking van deze kwaliteiten is essentieel. De uitdaging is om in deze roerige tijd de juiste keuzes te maken. Beekdaelen moet aan de slag met een aantal complexe en urgente vraagstukken. Het voorbereiden op klimaatverandering, overstappen naar hernieuwbare energie, meer huizen bouwen om het woningtekort aan te pakken, de economie en de landbouw circulair maken en de natuur meer ruimte geven, zijn enkele van deze uitdagingen. Ook op sociaal vlak zijn er stevige uitdagingen op het gebied van gezondheid en welzijn. Elk van deze vraagstukken heeft niet alleen impact op onze leefomgeving, maar ook op onze leefstijl.

Samen met de gemeenschap kijkt Beekdaelen met een positief gevoel naar de toekomst. Er wordt ingezet op sterke en vitale gemeenschappen in authentieke kernen en een uitnodigend Beekdaelen waar iedereen toekomstgericht kan werken en ondernemen. Daarnaast richt Beekdaelen zich op landschapszorg om duurzaam te leven en te werken in en met het landschap. Het vertrekpunt is het behouden en versterkenen van de kwaliteiten en daaropvolgend invulling geven aan urgente vraagstukken en ambities. Het ‘Oog van de Leefomgeving’ geeft weer waar de zwaartepunten liggen. In 2040 zal er teruggekeken worden op een lange en intensieve inspanning om de kwaliteiten die Beekdaelen rijk is te behouden en waar mogelijk te versterken en daarbij ook nieuwe ontwikkelingen te realiseren. Beekdaelen blijft niet stilzitten, maar blijft volop in beweging.

In Beekdaelen wordt de fysieke leefomgeving ingericht op basis van leidende principes en duidelijke spelregels die passen bij de zwaartepunten uit het ‘Oog van de Leefomgeving’. Er wordt gewerkt volgens een gebiedsgerichte aanpak en als de complexiteit en de impact van een vraagstuk er om vragen, zoeken we de samenwerking op binnen Zuid-Limburg, Parkstad, het Middengebied of zelfs de Euregio. Daarmee kijkt Beekdaelen, als grootste plattelandsgemeente in Zuid-Limburg, met een 360 graden blik om zich heen. Het uitgangspunt is: gaat het goed met de regio dan gaat het goed met Beekdaelen.

De traditionele rol van de overheid past niet meer bij de samenleving van nu. Daarom maakt Beekdaelen de omslag naar een samenwerkende en responsieve overheid. De gemeente bepaalt de kaders en daarbinnen kan iedereen in Beekdaelen aan de slag. Deze kaders vindt men terug in de verschillende Omgevingswet instrumenten. Tot slot wordt situationeel grondbeleid toegepast en worden kosten die de gemeente maakt verhaald bij een initiatiefnemer. De ambities en doelstellingen uit deze omgevingsvisie worden gemonitord aan de hand van de Global Goals van de Verenigde Naties.

Bovenstaand afwegingskader weergeeft het ambitieniveau van de samenleving voor de toekomst van Beekdaelen.
02_afwegingskade.jpg

3. Welkom in Beekdaelen

3.1 Inleiding

Voor u ligt de omgevingsvisie van Beekdaelen. Deze visie bouwt voort op de strategische visie ‘Leven en werken in landschap’, de eerdere structuurvisies van Schinnen, Nuth en Onderbanken en regionale structuurvisies.

Op Beekdaelen komen meerdere ingrijpende transities af zoals het oplossen van de woningnood, het transformeren van de energie-infrastructuur en ruimte maken voor klimaatadaptatie. Naast deze transities zijn ook de situatie in Oekraïne en de stikstofproblematiek merkbaar in Beekdaelen. Ontwikkelingen volgen elkaar snel op, bieden naast beperkingen ook kansen en creëren ruimte voor innovatie. Om flexibel in te kunnen spelen op nieuwe uitdagingen en kansen wordt deze omgevingsvisie gezien als een ‘dynamisch’ document. Met deze visie stellen we onze doelen voor 2040 vast en bepalen we onze koers. Indien er nieuwe inzichten ontstaan, kunnen we de visie aanpassen.

We leven in roerige tijden. Zo komen we uit een coronapandemie, terwijl de oorlog in Oekraïne een diepe impact heeft. De energieprijzen rijzen de pan uit, materialen worden duurder en het aantal vluchtelingen dat Nederland binnenkomt neemt sinds 2022 toe. Daarnaast verandert het klimaat ingrijpend, wordt onze energie-infrastructuur herzien en staat de biodiversiteit en de waterkwaliteit onder druk. Bovendien moeten we de uitdagingen van woningbouw en de stikstofcrisis aanpakken. De economie draait op volle toeren en we streven naar een breed gedeelde welvaart. Al deze uitdagingen hebben directe invloed op onze fysieke leefomgeving. Deze omgevingsvisie schetst een visie voor 2040, maar de weg daar naartoe blijft flexibel en dynamisch.

3.2 Een omgevingsvisie is meer dan een stuk papier

Met deze omgevingsvisie geven we onze strategische kijk op de inrichting van de fysieke leefomgeving. We stellen ons de vraag: wat voor gemeente willen we zijn? Hierbij benadrukken we hoe we onze kernkwaliteiten willen behouden en willen omgaan met grote uitdagingen. We definiëren de ambities, maken keuzes voor het heden en de nabije toekomst, en wegen belangen tegen elkaar af.

Deze visie zal de komende jaren onze agenda bepalen en laat zien waar we concreet aan zullen werken. Maar nog belangrijker, onze omgevingsvisie nodigt al onze partners en inwoners uit om actief bij te dragen aan de ontwikkeling van Beekdaelen. Dit gebeurt niet van bovenaf opgelegd door de gemeente, maar van onderop, vanuit de samenleving. Daarom is ons motto ook: “Beekdaelen maken we samen”.

3.3 In Beekdaelen doen wij het samen

Sinds de start van de gemeente Beekdaelen werken wij aan een nieuwe relatie met de samenleving. Wij willen de gemeenschap meer betrekken bij wat we doen. Iedereen krijgt van ons de ruimte mee te denken over de inrichting van de fysieke leefomgeving. Daarbij verkennen wij de grenzen van wat mogelijk en toegestaan is. Dit vraagt moed, lef en durf en dit betekent ook dat wij af en toe fouten maken en dit durven toe te geven om vervolgens weer samen door te pakken. Deze aanpak zit in het DNA van Beekdaelen.

Naast het ondersteunen en stimuleren van initiatieven, betrekken we de samenleving ook steeds beter bij het opstellen van beleid, zoals deze omgevingsvisie. In het participatieverslag wordt beschreven hoe inwoners, ondernemers en partners actief hebben bijgedragen aan de totstandkoming van deze visie door het invullen van enquêtes, deelname aan bijeenkomsten en persoonlijke gesprekken.

3.4 Leeswijzer

De omgevingsvisie van de gemeente Beekdaelen begint met een beschrijving van het ‘DNA VAN BEEKDAELEN (H4) waarbij de identiteit en kernkwaliteiten van de gemeente zijn beschreven. Daarna analyseert het hoofdstuk ‘DE WERELD VERANDERT (H5)’ externe invloeden zoals klimaatverandering en economische verschuivingen die van invloed zijn op de inrichting van de fysieke leefomgeving van Beekdaelen. Vervolgens schetsen we in hoofdstuk ‘BEEKDAELEN IN 2040 (H6)’ het gewenste toekomstbeeld en onze strategische doelen. In het hoofdstuk ‘KEUZES DIE WIJ MAKEN (H7)’ worden de beleidskeuzes uiteengezet, inclusief een gedetailleerde beschrijving van vier gebieden die de basis vormen voor het omgevingsplan. Het hoofdstuk ‘BEEKDAELEN IN DE REGIO (H8)’ beschrijft de regionale samenwerkingen, terwijl het hoofdstuk ‘UITVOERING (H9)’ zich richt op de implementatie en monitoring van onze omgevingsvisie. De bijlagen bevatten een geografische duiding van de gebieden, een begrippenlijst, het participatieverslag en het procesverslag dat beschrijft hoe deze visie tot stand is gekomen.

04_schema.jpg

4. Het DNA van Beekdaelen

4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk leest u een beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de gemeente Beekdaelen en hoe de dorpen en landschappen zich hebben ontwikkeld. Samen vormen ze de basis voor de identiteit van onze gemeente.

4.2 Het Historisch fundament van Beekdaelen

Beekdaelen is een relatief nieuwe gemeente maar het gebied heeft een rijk verleden. Ons verleden gaat terug tot de prehistorie en de Romeinse tijd. Maar de middeleeuwen en de mijnbouw hebben het meest bijgedragen aan de ontwikkeling. De sporen uit deze perioden maken een belangrijk onderdeel uit van onze identiteit en de samenleving. In het gebied wat nu Beekdaelen heet, leefden al tijdens de laatste ijstijd mensen. Sporen van jagers, vissers en verzamelaarsculturen (de oudste van Nederland), zijn op meerdere plaatsen aangetroffen. Met de komst van de Romeinen ongeveer 2000 jaar geleden, werd de regio voor het eerst genoemd in schriftelijke bronnen. Uit deze periode zijn op verschillende plekken ook vondsten in de bodem gedaan. Met het vertrek van de Romeinen keerde het gebied terug naar een meer agrarisch bestaan. De eerste bij naam bekende dorpen kennen hun oorsprong in de vroege Middeleeuwen. De aanwezigheid van routes, ook over water en de beschikbaarheid van löss, zand, steen en steenkool zorgden dat de dorpen uitgroeiden tot handelsknooppunten in een verder agrarisch gebied.

Het Christendom had een belangrijke rol in de samenleving. Iedere kern binnen de gemeente Beekdaelen heeft dan ook tenminste één kerkgebouw. Diverse kerkstichtingen gaan minimaal terug tot de Karolingische tijd, de periode tussen de achtste en tiende eeuw. De aanwezigheid van keramische klei bracht welvaart en maakte de regio in de volle middeleeuwen tot een belangrijk centrum voor de productie van aardewerk. De producten hiervan zijn tot ver in Nederland verspreid. De eeuwen daarna raakte de regio weer meer in zichzelf gekeerd met de nadruk op de agrarische activiteiten. In die tijd zijn de voor Limburg zo bekende hoeves ontstaan. Aan het begin van de 20e eeuw openden de mijnen. Dit zorgde voor een sterke impuls in het gebied met een flinke bevolkingsgroei. De sluiting van de mijnen is niet ongemerkt voorbijgegaan. Van de grote bloei raakte de regio in een sterk verval. Deze tijden waarin Beekdaelen een krimpregio was, liggen weer achter ons. Beekdaelen is weer begonnen aan een periode van groei en vernieuwing.

Het leven staat niet stil. Hetgeen wat wij als waardevol zien verandert met de tijd. Elke dag wordt nieuw cultuurhistorisch erfgoed gevormd. Ontwikkelingen rondom de Alfa Brouwerij, hoeve Etzenrade en groeve Nagelbeek (SILT) resulteren in een hedendaagse interpretatie van het verleden. Nieuwe inzichten over oude elementen en omringende cultuurlandschappen worden als zeer waardevol gezien maar zijn nog niet beschreven. Dit daagt uit tot herziening en vernieuwing. Hier ligt voor Beekdaelen een belangrijke uitdaging.

4.3 Beekdaelen en ons erfgoed

Beekdaelen is één van de rijkste gemeenten van Limburg wanneer het gaat om cultuurhistorisch waardevol landschap en gebouwd erfgoed. In zowel kwantiteit als kwaliteit behoort de gemeente tot de top vijf van Limburg. Dit blijkt onder andere uit de hoge dichtheid aan rijksmonumenten, karakteristieke landschappen, historische dorpskernen en ensembles van gebouwen en groenstructuren. Deze kwaliteiten vormen een belangrijk fundament voor de identiteit en aantrekkelijkheid van Beekdaelen.

Er zijn nog veel schitterende gebouwen uit de geschiedenis, die vaak in nog mooiere dorpen en buurtschappen zijn gelegen. Het geldt in het bijzonder voor de twee Rijks beschermde dorpsgezichten. Dit zijn: de oude kern van Amstenrade rondom het kasteel Amstenrade en de parochiekerk, en de dorpsgezicht Terstraten, waar de bebouwing sinds 18de eeuw vrijwel onaangetast is gebleven. Ook de Nuinhofwijk is een bijzonder gebied en is door de gemeente aangewezen als gemeentelijk beschermd dorpsgezicht.

Maar de cultuurhistorie is ook duidelijk herkenbaar in de historische lintdorpen, oude dorpskernen en iconische gebouwen zoals Kasteel Terborg, de Reusch van Schimmert en het nabij Merkelbeek gelegen Clemensdomein. Beekdaelen heeft een rijk bodemarchief met archeologische resten die zeer bijzonder zijn voor Nederland. Door het Rijk zijn een aantal locaties aangewezen als archeologisch monument. De meeste vindplaatsen hebben betrekking op overblijfselen van Romeins verleden en de motte uit de middeleeuwen. In Sweikhuizen en in Schinveld zijn er ook sporen van bewoning en een vuursteenvindplaats aangetroffen, daterend uit de prehistorie.

De basis voor het huidige landschap werd gelegd in de late middeleeuwen toen de bossen op de plateaus vanuit de beekdalen werden ontgonnen en de grote open akkercomplexen ontstonden. De typische tweedeling tussen beekdal en plateau kwam hiermee tot stand en bestaat nog steeds. Pas vanaf het einde van de 19e en in de 20e eeuw vonden er opnieuw grote landschappelijke veranderingen in het zuiden van Limburg plaats. Industrialisering, bevolkingsgroei en een toenemende vraag naar efficiëntie in de landbouw leidden ertoe dat vooral het landschap op de plateaus een nieuwe structuur kreeg. De kleinschalige verkaveling verdween en veel onverharde wegen werden opgeheven. Daarnaast nam het bebouwde oppervlak sterk toe en werden er grote infrastructurele werken zoals spoorlijnen en snelwegen aangelegd. In Beekdaelen is de vroegere landschapsstructuur ondanks alle veranderingen nog goed te herkennen en dit maakt Beekdaelen heel bijzonder binnen Nederland.

Cultuurhistorie zien we niet alleen terug in de bebouwde omgeving maar ook in het immaterieel erfgoed. Beekdaelen heeft een rijk verenigingsleven en de meeste verenigingen hebben een rijke historie. Er zijn meer dan 280 verenigingen actief. Harmonieën, fanfares en koren zijn het meest talrijk, gevolgd door de schutterijen, toneelverenigingen, carnavalsverenigingen en heemkundige (historische) verenigingen. Jaarlijks zijn er diverse meifeesten, trekken er processies door de dorpen en worden schuttersfeesten en veel andere festiviteiten georganiseerd.

kaart cultuurhistorie
05_cultuurhistorie_legenda.jpg
4.4 Beekdaelen en onze bodem en onze wateren

De bodem van Beekdaelen bestaat voornamelijk uit löss. Al ver voor de Romeinse tijd werd de klei gewonnen voor het maken van aardewerk. In de Schinveldse bossen zijn nog altijd oude groevencomplexen zichtbaar. Daar zijn door kleiafgravingen een aantal diepe bakken met steile wanden ontstaan. Dit heeft haar sporen achtergelaten in het landschap. Voor de steenkoolwinning is jarenlang water uit de bodem onttrokken.

Deze pompen zijn in de jaren negentig uit bedrijf genomen en daardoor stijgt het grondwater. In heel Nederland daalt de bodem, echter in onze regio is sprake van stijging. Bij breuklijnen is de stijging meetbaar en kan het leiden tot schade en overlast. Op de plateaus is de bodem zeer vruchtbaar. Dat maakt het aantrekkelijk voor landbouw. De bodem is bijna nergens verontreinigd, behalve bij de voormalige stortplaatsen. De grootste zijn ingekapseld en worden zorgvuldig beheerd.

In Beekdaelen liggen veel beken en watergangen waarvan de Geleenbeek, de Platsbeek en de Roode Beek de grootste zijn. De Roode Beek liep tot de jaren zestig door de kern van Schinveld. Deze structuur heeft ook de naam van de gemeente geïnspireerd. Toen is besloten om de beek te kanaliseren en op sommige plekken te overkluizen. Dit paste in de geest van de tijd. In 2005 is er besloten om de beek weer zichtbaar te maken. Zo kan de beek ook een functie hebben in het verminderen van de wateroverlast en hittestress. Hiermee is het schone bron- en regenwater van afvalwater gescheiden, is de oorspronkelijke waterloop hersteld en wordt de openbare ruimte er aantrekkelijker van. De oppervlakte wateren van enig formaat zijn de Mulderplas, de visvijver Nierhoven en verschillende plassen in de Schinveldse bossen. Dit zijn allemaal aangelegde wateren.

In de Schinveldse bossen ligt een belangrijk waterwingebied. Het bos en de natuurlijke kleilaag sluiten het grondwater af van verontreinigingen vanuit de bovengrond. Dit leidt er toe dat er op deze locatie het schoonste grondwater van heel Zuid-Limburg gewonnen wordt. Dit gebied is zeer belangrijk voor de drinkwaterzekerheid in onze regio en dit is zeker gelet op de toenemende schaarste van drinkwater belangrijk om te blijven beschermen.

Verschraling van landbouwgrond is ongewenst, onder meer vanwege negatieve effecten op onder meer de biodiversiteit, het waterbergend en het absorberend vermogen van de grond. Dit kan worden tegen gegaan door onder meer het organische stof gehalte van de bodem op peil te houden of te verhogen.

De beweging naar een meer natuurinclusieve landbouw, waarbij minder emissies van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen optreden, wordt door Beekdaelen onderschreven en gestimuleerd. Bij piekbuien ontstaat er bovendien wateroverlast in lager gelegen delen. Door de verwachte toename van het aantal droge perioden en piekbuien, zullen deze natuurschade en wateroverlast toenemen. Dat geldt niet enkel in Beekdaelen, maar eveneens in de stroomafwaarts gelegen gemeenten. Er is extra zorg nodig voor het behouden en versterken van het waterbergend vermogen van de bodem.

Landschap en water
07_water_legenda.jpg
4.5 Beekdaelen en ons 5-sterrenlandschap

Beekdaelen is een grensgemeente en staat voor een leefbare en groene woonomgeving met een prachtig landschap. Het vormt de groene long tussen de naastgelegen stedelijke gebieden van Parkstad en Sittard-Geleen. Het cultureel erfgoed, een uniek landschap en de mooie natuur maken Beekdaelen een geliefde omgeving om in te wonen, te werken en te recreëren.

De basis voor de landschappelijke indeling van de gemeente Beekdaelen is de verscheidenheid van gesloten beekdalen en open plateau’s. De beekdalen zijn omsloten en drassig. Hun karakteristieke aanwezigheid heeft de gemeentelijke naamgeving geïnspireerd. Het hooggelegen plateau van Schimmert (+130m boven NAP) geeft veel prachtige uitzichten op de omgeving. Het plateau van Doenrade is lager gelegen (+110m boven NAP), heeft talrijke holle wegen en loopt langzaam glooiend af richting het Roode Beekdal. Zowel de beekdalen als de plateaus lopen door over de gemeente- en landsgrenzen en zijn onderdelen van een grotere landschappelijke samenhang. Ze verbinden ons met het Zuid-Limburgse Middengebied (en direct met Duitsland) en ook met de buitengebieden van de omliggende stedelijke gebieden.

De verscheidenheid in ons landschap, de beekdalen en de plateaus, maakt dat in Beekdaelen vier landschappelijke deelgebieden zijn te onderscheiden waarvan de grenzen op dit moment nog niet helder zijn gedefinieerd, namelijk de beekdalen van de Roode Beek, de Geleenbeek en de plateaus van Doenrade en Schimmert. Elk deelgebied heeft zijn eigen unieke functie, eigenschappen en kenmerken. Deze grote diversiteit is een belangrijk kenmerk van ons landschap. Glooiende hellingen, plateaus, beekdalen, akkers, holle wegen, graften en bossen bepalen het beeld. Ons landschap is niet alleen een thuis voor onze inwoners, inwoners van buurgemeenten en toeristen, maar ook voor allerlei dierensoorten en sommige zijn heel bijzonder. Zo leven hier bijzonder en beschermde soorten zoals het vliegend hert en de zeggenkorfslak.

Onze unieke omgeving maakt deel uit van het Nationaal Landschap Zuid-Limburg. In het landschap liggen grote beschermde natuurgebieden. Met een oppervlakte van 308 hectare zijn de ‘Schinveldse Bossen’ het grootste aaneengesloten stuk bosgebied in de regio. Dit natuurgebied loopt ver door tot over de grens in Duitsland. Het Natura 2000 gebied ‘Geleenbeekdal’ loopt dwars door Beekdaelen en sluit aan de westkant aan op het Limburgse heuvellandschap. Ook kennen we een aantal kleine pareltjes zoals het gebied rondom de Platsbeek en Daniken. Naast natuur vormt landbouw een belangrijk element van ons landschap: driekwart van ons buitengebied staat ten dienste aan de landbouw. Het merendeel van agrariërs is actief in de akkerbouw.

Schinveldse bossen
09_foto.jpg
4.6 Beekdaelen en onze infrastructuur

Iedereen wil snel, gemakkelijk en veilig op de plek van bestemming aankomen, zowel fysiek als in de digitale leefomgeving. Een goede ontsluiting en (digitale) bereikbaarheid zijn randvoorwaarden om economische groei te faciliteren en het verbindt mensen. Tegelijkertijd heeft bereikbaarheid een grote invloed op de lokale leefomgeving. Want de infrastructuur neemt veel ruimte in (wegen, bruggen, rails, parkeerplaatsen en kabels in de ondergrond) en in sommige gevallen ervaren inwoners overlast.

Beekdaelen is goed bereikbaar met alle vervoermiddelen. Via de autosnelwegen A76 en A79 en de provinciale wegen N274, N276, N298 en N300 (Buitenring) zijn alle gebieden goed ontsloten. De gemeentelijke wegen zorgen voor een goede interne bereikbaarheid met de auto, de fiets en te voet. Nuth en Schinnen hebben beide een treinstation met verbindingen richting Sittard en Kerkrade. Verschillende busverbindingen ontsluiten de kernen. Fietsen heeft voor Beekdaelen een bijzondere positie. De fiets is niet alleen een manier om te voorzien in een mobiliteitsbehoefte, maar meer fietsen draagt ook bij aan de gezondheid en het welzijn van onze inwoners en is een duurzaam alternatief voor de auto.

Onze energie-infrastructuur en (drink)water-voorziening voorzien in een basisbehoefte. De meeste gebouwen in Beekdaelen worden op dit moment verwarmd met aardgas. Op termijn wordt de gasinfrastructuur vervangen door een duurzaam alternatief. Voor Beekdaelen is elektriciteit het meest voor de hand liggende alternatief. Dit wordt een grote uitdaging aangezien het elektriciteitsnet in Beekdaelen nu al tegen haar grenzen aan loopt. Nieuwe grote bedrijven kunnen voorlopig niet worden aangesloten op het energienetwerk. In de toekomst gaat waarschijnlijk hetzelfde gelden voor nieuwe woningen en woonwijken.

Digitale bereikbaarheid wordt steeds belangrijker. Steeds vaker leggen wij contacten, delen wij kennis en vermaken wij ons in de digitale wereld. Een goede digitale infrastructuur is daarom een randvoorwaarde voor een duurzame economische ontwikkeling en een sterke concurrentiepositie. Ook draagt het bij aan een inclusieve samenleving. Beekdaelen zet zich hiervoor in en maakt ruimte voor het verbeteren van de digitale infrastructuur. Zo werken we mee aan de aanleg van glasvezel en het 5G netwerk in de gehele gemeente.

4.7 Wonen in Beekdaelen

Wie in Beekdaelen is begrijpt direct waarom onze inwoners hier graag wonen. De gemeente bestaat uit een groot buitengebied met daarin meerdere kleine woonkernen. Iedere kern heeft een eigen identiteit en karakter. Het landschap en de kleine kernen zijn typerend voor het Limburgse heuvellandschap. Veel groen, voornamelijk smalle en kronkelende wegen, kleine dorpen met een kerk en een ontmoetingsplek met een bijbehorende ruimte waar de harmonie repeteert. In dat karakteristieke landschap staat historische bebouwing, zoals de Schinvelder Hoeve en de kastelen Wijnandsrade, Amstenrade en Terborg. In de kleine kernen ligt nog hier en daar een winkeltje en in de grotere kernen een wat gevarieerder voorzieningenaanbod. Andere voorzieningen liggen op een steenworp afstand in het naastgelegen stedelijke gebied. Ook de grote steden als Aken, Maastricht en Luik, met de werkgelegenheid en de aantakking op het Europese wegen- en luchtverkeersnet, zijn nabij.

Op 1 januari 2024 telde de gemeente Beekdaelen 35.896 inwoners. Meer dan een kwart van onze inwoners (26,6%) is ouder 65 jaar. Dat ligt een stuk hoger dan het landelijke gemiddelde van 20%. De gemeente is in trek bij de leeftijdsgroep 45-65. Verder is groep 15 tot 25-jarigen klein. Veel jongvolwassenen verlaten de gemeente wanneer ze gaan studeren en een baan vinden buiten de regio. In het algemeen is de gemeente in trek bij mensen die graag wonen in een rustige en natuurrijke omgeving nabij de stad.

Van de 16.800 woningen in Beekdaelen is 75% koop en 25 % huur. De woningbouwcorporaties die actief zijn in Beekdaelen hebben 72% van de huurwoningen in hun bezit. Naar verhouding zijn er veel vrijstaande koopwoningen in Beekdaelen en is het woningbestand relatief oud vergeleken met het landelijke gemiddelde. De meeste woningen zijn gebouwd in de periode 1950-1970. Maar er zijn ook veel panden veel ouder. Het wordt daardoor nog een hele uitdaging om de bebouwde omgeving energieneutraal en onafhankelijk van het aardgas te maken.

In Beekdaelen zijn er ongeveer 900 woonzorg-eenheden aanwezig. Dat is 5% van het totale woningaanbod. Deze wooneenheden worden beheerd en geëxploiteerd door diverse zorginstellingen en het COA. In Sweikhuizen bevindt zich een AZC waar het COA onderdak biedt aan 250 vluchtelingen. Door de toenemende vergrijzing van de bevolking groeit de vraag naar zorg en ondersteuning. Dit vraagt iets van het woningaanbod en het voorzieningsniveau.

Infrastructuur en wonen
09_infra_legenda.jpg
4.8 Werken in Beekdaelen

Beekdaelen is een ondernemende gemeente met een gunstig vestigingsklimaat. Gelegen op een unieke plek in de Euregio biedt onze gemeente uitstekende bereikbaarheid via de weg (knooppunt A76, A79 en de buitenring (N300)). Het prachtig landschap en het rijke culturele erfgoed dienen als een aantrekkelijk visitekaartje voor elke ondernemer. Het aantal arbeidsplaatsen binnen onze gemeente is half zo groot als de beschikbare beroepsbevolking. De meeste werkende inwoners werken dus buiten onze gemeente. De gemiddelde werkloosheid in Beekdaelen ligt een stuk lager dan het landelijk gemiddelde. Er is maar een klein deel van onze inwoners die een beroep doet op een bijstandsuitkering.

In Beekdaelen zijn circa 3.800 ondernemers actief, van groot tot klein. In Beekdaelen liggen vier bedrijventerreinen. Het bedrijventerrein De Horsel is één van de grootste bedrijventerreinen. Daar is ook ruimte voor (zwaardere) industrie.

De meeste bedrijfsvestigingen binnen onze gemeente zijn actief in de zakelijke dienstverlening, landbouw, detailhandel en bouw. Agrarische bedrijven zien we vooral in het buitengebied. Een deel van de bedrijven in onze gemeente heeft zich verenigd in de ondernemersvereniging ‘Businessclub Beekdaelen’. Hoewel de werkgelegenheid in het toerisme in Beekdaelen momenteel onder het landelijk gemiddelde ligt, is er een stijging zichtbaar. Vooral de werkgelegenheid in logiesaccommodaties en daghoreca neemt toe. Daarnaast biedt het cultureel erfgoed volop mogelijkheden voor nieuw ondernemerschap.

Beekdaelen huisvest bedrijven in vier gebieden: het buitengebied, bedrijventerreinen, woongebieden (met aan huis gebonden bedrijven) en centrumgebieden. Binnen deze sectoren bevindt zich een diverse mix aan bedrijven. Bedrijventerreinen huisvesten met name logistieke en productiebedrijven en in beperkte mate ook kantoren. De grenspositie maakt Beekdaelen vooral voor de logistieke sector een interessante vestigingslocatie. Het toerisme, de agrarische sector- en de zorgsector dragen ook aanzienlijk bij aan de economie van Beekdaelen. De zorgsector fungeert als een belangrijke werkgever, waarvan wordt verwacht dat het aantal banen in deze sector door de komende jaren zal groeien. Dit komt met name door de (dubbele) vergrijzing.

In Beekdaelen zijn tal van bedrijven te vinden waar inwoners hun dagelijkse benodigdheden kunnen verkrijgen, zoals bakkers, slagers en supermarkten. Vanwege het overvloedige supermarktaanbod is er beperkte ruimte voor extra supermarkten in onze kernen. Beekdaelen kent zeven winkelclusters, waarbij het cluster in het centrum van Nuth het grootst is. Niet alle retailbranches zijn echter vertegenwoordigd, waardoor inwoners voor kleding, huisinrichting, auto’s en specifieke aankopen uitwijken naar omliggende gemeenten zoals Heerlen, Maastricht en Sittard-Geleen.

4.9 Recreëren in Beekdaelen

Beekdaelen is een schatkamer van ontdekkingen en onvergetelijke ervaringen: aantrekkelijke landschappen, met velden die zich uitstrekken tot aan de horizon, historische kastelen en boerderijen die getuigen van eeuwenoude geschiedenis en weelderige boomgaarden die de zintuigen prikkelen. Wie vanuit Ulestraten de gemeente Beekdaelen inrijdt kan kilometerslang door prachtige landschappen blijven fietsen zonder de gemeentegrens te overschrijden.

De vele fiets- en wandelpaden leiden naar bijzondere plekken, zoals de plateaus van Doenrade en Schimmert, de Schinvelse bossen, het Geleenbeekdal en het Plasbeekdal. De Beekdaelen-route is de afgelopen vijf jaar uitgegroeid tot een van de meest gewaardeerde fietsroutes in heel Zuid-Limburg. Deze routes gaat over slingerende paden door dichte bossen, weelderige weilanden en langs kabbelende beekjes die door prachtige dalen kronkelen. In 2025 is het nieuwe wandelroute netwerk (Knopen Lopen) in Zuid-Limburg aangelegd. Wandelaars kunnen zelf routes door heel Zuid-Limburg uitstippelen. Cultuur kan gevonden worden in de Reusch van Schimmert, de Alfa bierbrouwerij en Nonke Buusjke. Sfeervolle terrassen en de brasserieën die Beekdaelen te bieden heeft zorgen voor complete belevenissen voor dagrecreanten. Ook zijn er verschillende accommodaties, variërend van intieme Bed & Breakfasts tot sfeervolle campings, comfortabele hotels en zelfs een betoverend kasteelhotel.

Het hele jaar door biedt Beekdaelen een scala aan boeiende evenementen voor zowel jong als oud.

De culturele diversiteit in Beekdaelen komt ook tot uiting in de smaakvolle streekproducten en de viering van traditionele evenementen. Beekdaelen is een daarnaast een ideale uitvalsbasis om de rest van het aantrekkelijke Zuid-Limburg te verkennen.

Ondernemend en recreatief
11_recreatie_legenda.jpg

5. De wereld verandert

5.1 Inleiding

Beekdaelen staat voor grote opgaven in de leefomgeving. We moeten ruimte maken voor wonen, werken, voorzieningen, natuur, landbouw en water. Ook zijn er ingrijpende systeemveranderingen nodig om klimaatverandering, biodiversiteitsverlies en grondstoffenschaarste te voorkomen of tegen te gaan. Bovendien ligt er in Beekdaelen de opgave om gezondheid van onze inwoners te verbeteren. Inwoners uit Beekdaelen zijn naar verhouding minder gezond ten opzichte van de gemiddelde Nederlander.

De bovenstaande opgaven leggen grote druk op de leefomgeving. Het leidt tot botsende belangen die vaak niet los van elkaar kunnen worden gezien of opgelost: de stikstofcrisis, verslechtering van de waterkwaliteit, klimaatverandering en achteruitgang van de biodiversiteit. Het zijn thema’s die laten zien dat we tegen de grenzen aanlopen van de ‘maakbaarheid’ van Beekdaelen. Tegelijkertijd is er een grote vraag naar nieuwe woningen en een duurzame energievoorziening. Voor al deze opgaven is ruimte nodig en die is maar beperkt beschikbaar. Bovendien zet de intensieve benutting van de ruimte de veerkracht en de draagkracht van de leefomgeving onder druk. Zo zijn bodem en water veelal ondergeschikt geweest aan het ruimtegebruik, waardoor er allerlei problemen zijn ontstaan als wateroverlast, verdroging, een lage waterkwaliteit en stikstof.

Naast de fysieke grenzen van ons omgevingsbeleid moeten we ook rekening houden met de sociale impact. Inwoners willen steeds meer betrokken worden bij de inrichting van de fysieke leefomgeving en voelen zich vaak niet gehoord. Dit leidt tot juridische conflicten, protesten of juist verlies van vertrouwen in de lokale overheid. Het betrekken van de samenleving bij de totstandkoming én uitvoering van het leefomgevingsbeleid willen we de komende jaren verder versterken.

In dit hoofdstuk geven we inzicht in de ruimtelijke aspecten (voorwaarden, effecten, conflicten en kansen) van de transities en andere grote opgaven op de fysieke leefomgeving. Daarbij schetsen we ook welke richtingen daarbinnen het meest voor de hand liggen of reeds zijn ingezet. Dit inzicht helpt ons om ruimtelijk samenhangend en toekomstbestendig beleid te maken. Beekdaelen sluit hierbij aan bij de vijf thema’s in de NOVI en de ambitie van Beekdaelen om haar inwoners gezonder te maken:

  • a.

    sterke en gezonde steden en regio’s;

  • b.

    toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied;

  • c.

    ruimte voor klimaatadaptatie;

  • d.

    ruimte voor energietransitie;

  • e.

    duurzaam economisch groeipotentieel;

  • f.

    gezonde leefomgeving.

13_foto.jpg
5.2 Sterke en gezonde steden en regio’s

Om meteen met de deur in huis te vallen: Beekdaelen is geen stedelijk gebied maar we hebben toch (wel in mindere mate) te maken met een verstedelijkingsopgave. In Nederland is er sprake van een groot woningtekort. Ook in Beekdaelen is er een te grote druk op de woningmarkt en moeten er meer woningen bijkomen. Uit de woningmarktanalyse blijkt dat er een tekort is aan sociale huurwoningen, betaalbare koopwoningen, levensloopbestendige en zorgwoningen.

Ook de economie is volop in beweging. Maatschappelijke uitdagingen zoals de vergrijzing, het woningtekort en een disbalans in de arbeidsmarkt hebben hun weerslag op de lokale economie. Inflatie, grondstoffenschaarste, hoge energieprijzen en onzekere toekomstverwachtingen maken het er niet eenvoudiger op. We moeten Beekdaelen weerbaar, wendbaar en veerkrachtig houden. De focus ligt op het behouden en versterken van brede welvaart en niet enkel op economische groei. In Beekdaelen zien we een afname in het vloeroppervlakte van de detailhandel, een toenemende vraag naar bedrijfskavels en er voltrekt zich een kwaliteitsslag binnen de agrarische en recreatieve sectoren. Dit alles vraagt om met een nieuwe bril te kijken naar nieuwe ruimtevragen, centrumgebieden, werklocaties en gebiedstransformaties.

Bij ingrijpende veranderingen in het ruimtegebruik moet daarbij ook rekening gehouden worden met de draagkracht van het bestaande netwerk. Het wegennet, het OV-netwerk, de energieinfrastructuur, de drinkwaterinfrastructuur, het en de digitale infrastructuur moeten veilig en passend gemaakt worden op ieder nieuwe ontwikkeling.

Beekdaelen zal een keuze moeten maken in de verdeling van wonen, werken en landschap. De transformatie van de woningvoorraad en de zoektocht naar een nieuwe economische structuur vraagt om aanpassingen in het ruimtegebruik. De bodem, het water, natuurwaarden, de infrastructuur en de landbouw vormen belangrijke afwegingen bij iedere ontwikkeling. Het lijkt misschien vanzelfsprekend, maar de juiste ontwikkeling moet op de juiste plek plaatsvinden.

5.3 Toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied

In het landelijk gebied spelen verschillende urgente opgaven. Denk aan het streven naar behoud of zelfs versterking van natuurwaarden, vermindering van de neerslag van stikstof op kwetsbare gebieden en het verbeteren van de waterkwaliteit en daarmee het voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water. We ontkomen er niet aan om keuzes te maken en maatregelen met elkaar te combineren. De beschikbare ruimte wordt immers niet groter. Denk bij maatregelen aan zaken als een meer extensieve landbouw (met minder mest en gewasbeschermingsmiddelen) of landbouw met minder emissies, rond kwetsbare natuurgebieden of het behoud van grasland op hellingen, om afspoeling van grond te voorkomen.Landelijk en ook provinciaal zijn en worden doelen gesteld die de nodige creativiteit, middelen en zekerheden vragen. Creativiteit omdat oplossingen uit het verleden niet voldoende zijn gebleken. Dat kan alleen een succes worden als duidelijk is wat van de agrarische ondernemers wordt verlangd, als ondersteuning plaatsvindt in het doorvoeren van de gewenste veranderingen èn wanneer de zekerheid bestaat dat inspanningen beloond zullen worden. Hetzij in financiële zin, hetzij in de vorm van garantie of zekerheid dat een bepaalde richting ook toekomstperspectief biedt.

Het karakteristieke landschap willen wij behouden en waar mogelijk versterken. Ook economische activiteiten, zoals recreatie en toerisme en landbouw, hebben hierin een plaats. Beekdaelen heeft het initiatief genomen om samen met andere Zuid-Limburgse gemeenten de visie ‘Perspectief in Zuid-Limburg, een gemeentelijke visie op de transitie van het landelijk gebied’, op te stellen. Dit is de visie vanuit de gemeenten op de transitie van het landelijk gebied. Deze visie vertalen wij binnen de gebiedsgerichte aanpak Parkstad Limburg naar de praktijk. In Beekdaelen gebeurt dit in pilotgebied Schimmert-Ravensbosch.

Uitgangspunt is dat wij met betrokken partijen samen willen komen tot maatregelen. We geven de voorkeur aan de dialoog vroeg in het proces. Samen met onder meer terreinbeheerders, het waterschap en agrariërs bepalen wij maatregelen in het landelijk gebied die meerdere doelen dienen. Daarbij maken wij gebruik van succesvolle voorbeelden op andere plekken.

Alle doelen die we in landelijke gebieden willen bereiken, hebben ruimte nodig. Het is belangrijk om maatregelen te kiezen die meerdere doelen tegelijkertijd dienen. We bepalen per locatie of één doel prioriteit krijgt of dat er sprake is van gecombineerd ruimtegebruik. Dit kan inhouden dat we verschillende doelen met elkaar verenigen (waarbij alle doelen gelijkwaardig zijn) of dat we één doel als leidend beschouwen en kijken naar koppelkansen voor de andere doelen. Voorbeelden van gelijkwaardige doelen zijn het bevorderen van natuurwaarden, het verminderen van de effecten van klimaatverandering en het bevorderen van natuurinclusieve landbouw. Grootschalige energieopwekking en de uitbreiding van woongebieden gaan vaak ten koste van de kwaliteit van het landschap. Zelfs de voedselproductie kan conflicteren met bijvoorbeeld waterbeheer in kwetsbare gebieden. Desondanks moeten we altijd blijven zoeken naar mogelijkheden om verschillende doelen te combineren.

5.4 Duurzaam economisch groeipotentieel

Het overschakelen naar een circulaire economie is ingewikkeld en een globale uitdaging. Nederland wil in 2050 een volledig circulaire economie hebben. Dit betekent dat bedrijven moeten samenwerken met de overheid en maatschappelijke organisaties om minder grondstoffen te gebruiken en om de gebruikte grondstoffen opnieuw te gebruiken. De rijksoverheid werkt aan richtlijnen en duidelijkheid met betrekking tot wet- en regelgeving, zoals het Grondstoffenakkoord en het Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie 2023-2030.

Als gemeente kunnen we maatschappelijk verantwoord inkopen en uitbesteden, maar dit alleen is niet voldoende. Daarom heeft Beekdaelen samen met de regio Parkstad afgesproken dat we in 2050 volledig circulair willen zijn, in lijn met de nationale doelstelling. Het doel is om de overgang te gebruiken als een manier om een vernieuwd economisch perspectief in de regio te creëren en de algehele welvaart te verbeteren.

Daarbij gaat Beekdaelen voor brede welvaartsontwikkeling, waarbij welvaart niet alleen gemeten wordt op het economische vlak maar waarbij ook rekening gehouden wordt met verschillende maatschappelijke aspecten.

De transitie naar een circulaire economie vraagt om nieuwe verdienmodellen, innovatie en fysieke ruimte en heeft een groot effect op de gebouwde omgeving, waarbij wijken en kernen steeds meer volgens circulaire principes worden ingericht. Als Beekdaelen zullen we keuzes moeten maken. Waar zetten we op in en waar maken we ruimte voor. Zo heeft de transformatie van de landbouw gevolgen voor de bedrijfsmodellen, de ruimtevraag en het landbeheer en -gebruik. Afvalstromen zullen de nieuwe grondstoffen van de toekomst worden. Dit leidt tot een hele nieuwe markt die ondersteund kan worden door ruimte te maken voor plekken waar bijvoorbeeld circulaire bouwmaterialen verwerkt en verkocht worden. Het faciliteren van deelmobiliteit vraagt een andere inrichting van de openbare ruimte. In eerste instantie zal de belasting op de openbare ruimte toenemen door het toevoegen van deelauto’s. Echter als het systeem gaat functioneren dan neemt het aantal auto’s juist af. Een regionaal voedselsysteem en de teelt van biobased bouwmaterialen vraagt ruimtebeslag. Dit is ook het geval bij extensivering van de landbouw. Ook voor reguliere landbouw blijft plaats in Beekdaelen. Ongeveer 70% van ons buitengebied is in gebruik door de agrarische sector. Binnen deze sector is een grote transitie gaande naar meer natuurinclusie en circulariteit. De ontwikkeling van korte ketens is echter niet voor alle ondernemers een verdienmodel. Mede vanwege achterblijvende interesse vanuit de consument is hier geen sprake van een totale systeemaanpassing. Een circulaire economie gaat samen met innovatie en proeftuinen. Circulariteit hoeft overigens niet alleen gekoppeld te zijn aan natuur en extensivering, maar juist ook intensivering en innovatie kunnen hieraan bijdragen.

14_foto.jpg
5.5 Ruimte voor klimaatadaptatie

Onze leefomgeving staat steeds meer onder druk door verandering van het klimaat. Extreme weersomstandigheden en overstromingen komen steeds vaker voor, terwijl we steeds vaker met extreme hitte en droogte te kampen hebben. Dit heeft impact op onze gezondheid, de biodiversiteit, de beschikbaarheid van drinkwater, de bodem, land- en bosbouw en het toerisme. Genoeg redenen om bij de inrichting van de fysieke leefomgeving rekening te houden met de gevolgen van klimaatverandering. Lange tijd konden we in Nederland het water- en bodemsysteem aan onze wensen aanpassen. Maar nu lopen we steeds vaker tegen de grenzen aan van dit systeem. Water en bodem sturend is daarom het principe voor alles wat met de ruimtelijke inrichting te maken heeft. Dat betekent dat er niet meer gebouwd wordt op plaatsen die nodig zijn voor het bergen en afvoeren van water, bijvoorbeeld in de kernen. Minder bodemafdekking zorgt ervoor dat het hemelwater in de bodem kan infiltreren. Dat zorgt voor een gezondere bodem, minder hitte en minder wateroverlast.

In Beekdaelen zijn de gevolgen van klimaatverandering nu al merkbaar en richting de toekomst worden ze alsmaar groter. Vanwege de grote hoogteverschillen is Beekdaelen kwetsbaar voor overstromingen en extreme regenval. Met enige regelmaat ontstaat bij extreme neerslag waterschade in woningen. Bij perioden van extreme hitte en droogte ontstaan er gezondheidsrisico’s en met name kwetsbare groepen zoals ouderen hebben hier last van. Ook ontstaat er onherstelbare schade aan natuur en leidt het tot schade aan gewassen. Beekdaelen zet zich actief in om de gevolgen te beperken, niet alleen voor ons zelf maar voor de hele regio. Zo is het onze ambitie om uiterlijk in 2050 de volledige gemeente klimaatrobuust in te richten. Daarmee sluiten we aan bij de ambitie van het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie.

Gelukkig kunnen we maatregelen nemen om Beekdaelen weerbaarder te maken tegen de gevolgen van klimaatverandering. De kans op wateroverlast en overstromingen kan verkleind worden door het verbeteren van het infiltrerend vermogen van de bodem, het afkoppelen en lokaal vasthouden van regenwater, het herstel van natuurlijke watergangen en de aanleg van waterbuffers. Door meer groen te creëren en de hoeveelheid verharding terug te dringen, neemt hittestress af. Met name bij kwetsbare objecten zoals verzorgingstehuizen verdient dit extra aandacht.

Ook ongewenste opwarming van de drinkwaterinfrastructuur door opwarming van de boven- en ondergrond verdient aandacht. Het vasthouden van hemelwater is belangrijk om droogte tegen te gaan. Dat is van belang voor onder andere natuur, de agrarische sector en voor onze drinkwatervoorziening. Al deze ingrepen vergen grote investeringen die wij als samenleving moeten dragen. Hier moeten we verantwoord mee omgaan. Bij nieuwe ontwikkelingen moeten we daarom rekening houden met de klimaatimpact. Gemaakte keuzes zijn achteraf lastig of niet te herstellen. Hierbij dient ook rekening gehouden te worden met de na-ijlende effecten van steenkoolwinning.

Klimaatadaptatie betekent een ruimteclaim op de inrichting van de fysieke leefomgeving. Dit geldt zowel voor de boven- als ondergrond. Dit kan leiden tot strijdigheden met andere ambities en noodzaakt soms tot impopulaire keuzes. Er moet meer ruimte gemaakt worden voor groen, het afkoppelen en vasthouden van regenwater, het herstellen van natuurlijke watergangen en de aanleg van waterbuffers. Dit kan een ruimtebeslag leggen op de omgeving. Dit geldt niet alleen voor de inrichting van de openbare ruimte maar de gehele fysieke leefomgeving. Iedereen zal zijn eigen terrein klimaatrobuust moeten inrichten. Het zorgt voor een aangenamere woonomgeving. Vanuit de agrarische sector vindt klimaatadaptatie reeds plaats door maatregelen als de inzaai van bodembedekkers, toepassing van niet-kerende grondbewerking en groen-blauwe diensten.

5.6 Ruimte voor de energietransitie

Het klimaat verandert en dit komt mede door het handelen van de mens. In de afgelopen 130 jaar zijn er veel meer broeikasgassen in de lucht gekomen. Die gassen houden warmte vast en maken de aarde warmer. Zonder die gassen zou het hier ijskoud zijn, maar als er te veel van zijn, wordt het juist te heet. De landbouw kan CO2 vastleggen in gewassen en in de bodem. Wat methaan betreft heeft de melkveehouderij een opgave, waar middels stalinnovatie aan wordt gewerkt. De toename van CO2 komt vooral door het verbranden van fossiele brandstoffen zoals olie, gas en steenkool. Met ons energiegebruik hebben we dus invloed op de uitstoot van CO2. Dit kunnen we anders doen.

In Beekdaelen gebruiken we veel energie uit fossiele brandstoffen. Zo komt veel elektriciteit uit energiecentrales die draaien op fossiele brandstoffen en wordt de bebouwde omgeving verwarmd met aardgas. Daarmee dragen wij direct bij aan de klimaatproblematiek en dit willen wij veranderen. De transitie naar een duurzame energiehuishouding is al jaren een speerpunt voor ons. Zo streeft Beekdaelen ernaar om in 2040 een energieneutrale gemeente te zijn. Dit houdt in dat we alle energie die wij gebruiken duurzaam opwekken binnen Beekdaelen. Bovendien wil de gemeente in 2050 aardgasvrij zijn. Stapsgewijs gaan we de vraag naar aardgas terugbrengen door de bebouwde omgeving van een duurzaam alternatief te voorzien. Deze ambities hebben een gevolg voor ons energienet. Dat zal uit moeten breiden, maar er is nu al sprake van netcongestie; de vraag naar transport van elektriciteit (zowel bij de aanbieder als de afnemer) is regelmatig groter dan de transportcapaciteit van het netwerk. Het gevolg is dat sommige bedrijven niet aangesloten kunnen worden op het energienet. Dit probleem wordt alsmaar groter en kan er toe leiden dat nieuwe woningen, zonneparken en windmolens niet aangesloten kunnen worden.

De uitdaging is om op korte termijn inzicht te hebben in de samenstelling van de toekomstige energiebronnen. Het energienet moet in balans gebracht worden met de toekomstige vraag. We gaan zoveel mogelijk energie besparen door bijvoorbeeld woningen beter te isoleren en efficiënter om te gaan met energie. Ook kunnen we lokaal energie opwekken in de bebouwde omgeving. Duurzaam vervoer zal de norm worden; deelmobiliteit, ‘mobility as a service’ en het gebruik van elektra en mogelijk waterstof als energiebron voor het gemotoriseerd verkeer. Maar met alleen deze maatregelen wordt Beekdaelen niet energieneutraal. Er zal aanvullend energie opgewekt moeten worden om in onze behoefte te voorzien. Gangbare technieken zijn grote zonneparken en windmolens. Er kan ook worden gedacht aan het opwekken van warmte uit compostering of groen gasproductie.

De realisatie van de energietransitie vraagt om een enorme investering, aandacht voor veiligheid en draagvlak van de samenleving. Ook vraagt deze transitie ruimte en dit gaat samen met conflicterende belangen want zonneparken en windmolens in het buitengebied kunnen een negatieve impact hebben op ons landschap en ons toeristisch product. De uitbreiding van het energienet vraagt ook extra ruimte boven en onder de grond voor de kabels en transformator- en schakelhuisjes. Ook duurzame mobiliteit vraagt om een andere inrichting van de fysieke leefomgeving vanwege de aanleg van laadinfrastructuur. Naast opgaven biedt de energietransitie ook kansen. Zo kan ons lokale MKB profiteren van alle investeringen die gedaan worden. Dit leidt tot meer werkgelegenheid. De energietransitie kent ook een sociale component. Inclusie is en blijft een aandachtspunt. Niet iedereen kan de energietransitie betalen. Energiearmoede ligt op de loer en dit tast (mogelijk) de bestaanszekerheid aan. Niets doen is echter geen optie. Klimaatverandering leidt namelijk tot een onveilige leefomgeving en mogelijk water- en voedselschaarste.

15_foto.jpg
5.7 Gezondheidsopgaven

Door de toenemende vergrijzing en een stijgende levensverwachting zullen meer mensen te maken krijgen met ouderdomsziekten. Het aantal kwetsbare ouderen met complexe zorgbehoeften, waaronder zowel medische als sociale vraagstukken, zal stijgen. Tegelijkertijd zal het aantal mensen dat mantelzorg kan bieden afnemen. Bovendien zal het aantal alleenwonende ouderen toenemen, wat het risico op eenzaamheid vergroot. Eenzaamheid is echter niet alleen een uitdaging onder ouderen, ook jongeren en jongvolwassenen ervaren in toenemende mate gevoelens van eenzaamheid. Een andere zorgwekkende trend is de toenemende mentale druk op jongeren en jongvolwassenen, wat mogelijk gevolgen heeft voor hun geestelijke gezondheid. Bovendien bewegen mensen onvoldoende. Veel mensen halen de beweegnorm niet, wat bij kan dragen aan overgewicht en diverse gezondheidsproblemen. Gelukkig zijn er ook positieve ontwikkelingen merkbaar. De kwaliteit van het milieu verbetert en technologische vooruitgang biedt nieuwe mogelijkheden voor ondersteuning bij diverse zorgbehoeften. De overkoepelende uitdaging blijft echter het toekomstbestendig maken van ons zorgsysteem.

De algehele gezondheid van de inwoners in Zuid-Limburg en dus ook Beekdaelen, is gemiddeld slechter dan elders in Nederland. Er zijn meer mensen met zorgbehoeften en psychische problemen. Het aantal kinderen met overgewicht is hoger dan het landelijke gemiddelde. Beekdaelen streeft ernaar deze zorgwekkende trends te doorbreken om zo de druk op het zorgsysteem te verminderen. Beekdaelen heeft zich verbonden aan het gedachtengoed van ‘Positieve gezondheid’. We werken met de preventieve SPUK/GALA-aanpak en vijftien verschillende gezondheidsthema’s. Dit is nader uitgewerkt in onder andere het programma ‘Beweegdaelen’. In de regio Zuid-Limburg wordt al vijf jaar samengewerkt volgens de ‘Trendbreuk’-aanpak, met als eerste onderdeel de ‘Kansrijke start’. Deze aanpak is geïntegreerd in onze ketenaanpak. We willen de gezondheidsachterstand doorbreken en het mogelijk maken dat er een gezonde generatie opgroeit en oudere generaties langer van een goede gezondheid kunnen genieten. Dit doen we door onze sociale basis te behouden en versterken. Wij bieden extra ondersteuning in kernen en wijken die dit echt nodig hebben.

De inrichting van de fysieke leefomgeving kan bijdragen aan een verbetering van de gezondheid. Vaak kunnen kleine aanpassingen een groot verschil maken. Om eenzaamheid te bestrijden, is het belangrijk om in elke kern ontmoetingsplekken te creëren. De fysieke leefomgeving kan inwoners ook stimuleren om meer te bewegen door bijvoorbeeld een goede wandel- en fietsinfrastructuur. Het vergroenen van schoolpleinen met natuurlijke speelelementen kan de jeugd aanzetten tot meer beweging. Gezonde voeding kan leuk worden door samen te werken in gemeenschappelijke moestuinen en voedselbossen. En sportparken kunnen opengesteld worden voor ongeorganiseerde sport.

In de toekomst zullen sportfaciliteiten op minder locaties centraal worden aangeboden, wat tot gevolg heeft dat inwoners gemiddeld verder moeten reizen. De groei van ongeorganiseerde sportactiviteiten kan extra druk uitoefenen op de natuur en de leefomgeving. Lokaal geproduceerd gezond voedsel in een natuurinclusieve omgeving vereist meer ruimte. Het streven naar het verbeteren van de luchtkwaliteit en het verminderen van geluidsoverlast kan economische activiteiten beperken.

16_foto.jpg

6. Beekdaelen in 2040

6.1 Inleiding

We schetsen in dit hoofdstuk hoe Beekdaelen er in 2040 uit zal zien. Welke kwaliteiten zijn behouden, en welke veranderingen hebben de gemeente zichtbaar veranderd. Ook in 2040 zijn de grootste kwaliteiten van Beekdaelen zijn haar prachtige landschap en het leven in authentieke dorpskernen. Bewoners van Beekdaelen zijn vol lof over de mooie natuur, de rust en de ruimte, het cultureel erfgoed en de eigenheid van de dorpskernen, de sociale cohesie en het actieve verenigingsleven. We willen dat dit in 2040 nog steeds zo is, want hier zijn wij met zijn allen erg trots op.

Maar er komen veel veranderingen op ons af. De natuur staat onder druk, het klimaat verandert, er is een groot tekort aan betaalbare woningen in Nederland, de CO2- en stikstofuitstoot moeten drastisch omlaag, de energie-infrastructuur moet op de schop en de economie moet circulair. Ook stijgt de armoede, blijft vitaal oud worden een uitdaging, staan de betaalbaarheid van de zorg en het voorzieningenniveau onder druk en hebben geopolitieke dreigingen impact.Dit is maar een greep uit de talloze uitdagingen waar Beekdaelen de komende jaren dagelijks mee aan de slag gaat, elk met een ruimtebeslag en/of een ruimtelijke vertaling. Het integreren van deze vraagstukken in het huidige landschap (Planet), de mens en haar omgeving (People) en het economische profiel (Profit) geeft onze doorkijk naar Beekdaelen in 2040.

Met de gemeenschap hebben wij ook gekeken naar de toekomst van Beekdaelen. Inwoners hebben onder andere aangegeven wat zij waarderen aan Beekdaelen. Dit is weergegeven in onderstaande woordwolk. Meer informatie over de participatie is terug te lezen in het participatieverslag (bijlage III). Wij zijn het met zijn allen eens dat Beekdaelen haar verantwoordelijkheid moet nemen maar niet ten koste van alles. Het behoud en als het even kan het versterken van onze kernkwaliteiten vormen ons vertrekpunt.

17_schemas.jpg

In onze ruimtelijke keuzes laten we ons leiden door de wens om de brede welvaart te versterken. Brede welvaart bestaat voor ons uit een lokale inpassing van de drieslag ‘people, profit, planet’. Want wat wij in Beekdaalen centraal stellen is:

  • a.

    PEOPLE: Excellent wonen en vitale kernen.

  • b.

    PROFIT: Duurzame economische ontwikkeling.

  • c.

    PLANET: Landschappelijke ontwikkeling als kans voor onze opgaven.

Om deze drie principes wat concreter te maken, hebben we in het ‘Oog van de Leefomgeving’ weergegeven waar de zwaartepunten liggen. In dit hoofdstuk lichten we de principes en het ‘Oog van de Leefomgeving’ toe.

Oog van de leefomgeving
18_oog.jpg
6.2 Excellent wonen en vitale kernen

Inleiding

Gezondheid, veiligheid, verbinding en ontwikkeling zijn centrale waarden voor ons. Beekdaelen is een gemeente waar inclusie en diversiteit voorop staan en iedereen welkom is. Ook in 2040 is Beekdaelen een plek waar aangenaam gewoond wordt in een veilige woonomgeving met een levendig, sociaal hart.

19_oog.jpg

Aangenaam wonen in Beekdaelen

In 2040 is onze woonomgeving enorm veranderd. De leefomgeving draagt meer en meer bij aan de brede welvaart van onze inwoners. Het is er veiliger en er is meer groen en sociaal contact. Het blauwgroene raamwerk strekt zich uit van het buitengebied tot in de haarvaten van onze kernen. Inwoners voelen zich veilig op straat en de publieke ruimte is een plaats waar men elkaar ontmoet.

Het aanbod van woningen sluit aan op de zeer diverse behoefte. Met name het aanbod aan huur- en levensloopbestendige woningen en betaalbare koopwoningen is in 2040 sterk gegroeid. Dat heeft geleid tot een betere doorstroming op de woningmarkt. Met de komst van meer levensloopbestendige woningen, die in eerste instantie worden aangeboden aan eigen inwoners, kun je in Beekdaelen ook op hoge leeftijd blijven wonen in je eigen vertrouwde leefomgeving. De vrijkomende eengezinswoningen zijn vervolgens geschikt voor starters uit de eigen gemeenschap en voor jonge gezinnen van buitenaf. Beekdaelen is aantrekkelijk voor jonge gezinnen doordat het beschikt over passende woningen, een veilige speelomgeving, hoogwaardig basisonderwijs en uitdagende werkgelegenheid. In 2040 zijn onze kernen nog altijd vitaal.

Voor andere doelgroepen waaronder arbeidsmigranten is er ook kwalitatief goede huisvesting en meer variatie op de woningmarkt. Er is ruimte geboden aan collectieve woonvormen en innovatieve woonzorgconcepten, waarbij deze ook door toekomstige bewoners zelf ontwikkeld zijn (collectief particulier opdrachtgeverschap, CPO). Bijzondere vormen waar ruimte voor is geboden zijn de Tiny Houses, het Mooi Leven Huis en een ‘Knarrenhofje’.

Om deze visie te realiseren is er in Beekdaelen breed geïnvesteerd in de woningvoorraad. In de kernen zijn leegstaande panden getransformeerd naar woningen en samen met onze woonpartners heeft de verouderde woningvoorraad een opknapbeurt gekregen. Er zijn meer woningen bijgekomen en oude woningen zijn vervangen door nieuwbouw óf er is juist meer groen. Buiten de kernen is op plaatsen waar de impact op het landschap minimaal is of in sommige situaties zelfs positief is, ruimte geboden voor het realiseren van woningen in het groen. In 2040 voldoet de woningvoorraad aan de actuele comfort- en duurzaamheidseisen. Dankzij isolatieprogramma’s is het wonen in oudere woningen weer aangenaam en betaalbaar. Ook wordt de woningvoorraad grotendeels niet meer met aardgas verwarmd.

Excellent wonen en vitale kernen
20_wonen.jpg

Veilig Beekdaelen

Veiligheid is in Beekdaelen een vanzelfsprekendheid. In 2040 ervaren de inwoners een gevoel van veiligheid, zowel binnen als buiten hun eigen woning. De veiligheids- en milieurisico’s van de bestaande industrie, het MKB en de agrarische bedrijvigheid nemen geleidelijk af. In 2040 liggen nieuwe en ook bestaande bedrijven (die invloed hebben op de leefomgeving) op locaties die het best passend zijn in relatie tot de woonomgeving en andere gevoelige objecten als scholen en kinderdagverblijven. De fysieke veiligheidsaspecten (externe veiligheid, bescherming tegen water- en modderoverlast, brandveiligheid en constructieve veiligheid) worden bij nieuwe initiatieven integraal afgewogen aan de hand van de vijf ontwerpprincipes van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg. In geval van incidenten komen hulpdiensten, waaronder de brandweer, de politie en de GDD, snel en veilig ter plaatse.

De verkeersveiligheid toont een voortdurende verbetering. Binnen de dorpskernen ligt de focus op langzaam verkeer, waarbij de fietser en voetganger meer ruimte hebben gekregen en de auto te gast is.

In de woonwijken is de snelheid teruggebracht naar 30 km/u en de weg hierop ingericht. Kinderen kunnen veilig buiten spelen en kunnen veilig naar school.

Ook buiten de bebouwde kom is de verkeersveiligheid toegenomen door het verlagen van de snelheid van 80 km/u naar 60 km/u op de gemeentewegen en door het scheiden van langzaam verkeer waar mogelijk.

De openbare ruimte is overzichtelijk, comfortabel en toegankelijk voor alle gebruikers en uitnodigend. De jeugd krijgt de aandacht die ze nodig heeft om actief betrokken te zijn bij de gemeenschap. Er ligt een multidisciplinaire aanpak om overlast gevend groepsgedrag als opmaat naar criminaliteit tegen te gaan. Overlast in welke vorm dan ook neemt gestaag af en ondermijnende criminaliteit is streng aangepakt. Daarbij helpt het dat we beter weten hoe we kunnen voorkomen dat we in het ruimtelijke ontwerp en beheer onbedoeld kansen creëren voor ondermijning, bijvoorbeeld door onoverzichtelijke situaties te voorkomen.

Sociaal en vitaal Beekdaelen

Ook in 2040 is Beekdaelen een sociale en vitale gemeente. In de grote kernen zijn verschillende voorzieningen aanwezig zoals winkels, gezond-heidscentra, basisscholen, gemeenschapshuizen, sportparken en evenementen-locaties. Dit zijn de plekken waar mensen samenkomen, elkaar ontmoeten en gezamenlijk een gemeenschap vormen. In elk dorp is minstens één toegankelijke laagdrempelige ontmoetingsplek beschikbaar, die fungeert als het sociale hart. Deze voorziening hoeft niet altijd van de gemeente te zijn. Ook een aangename lokale horecavoorziening kan deze rol voor een kern vervullen. Per kern is geïnvesteerd in de samenwerking met en toekomstbestendigheid van verenigingen, zodat het unieke sociale en culturele leven per kern ook in de toekomst gewaarborgd is. Dat vergt maatwerk per kern waarbij we alle verenigingen intensief hebben betrokken bij de besluitvorming en onderlinge samenwerkingen zijn geïntensiveerd.

Reguliere basisscholen hebben plaats gemaakt voor integrale kindcentra. De ooit versteende schoolpleinen zijn getransformeerd tot groene speelruimten, uitnodigend voor zowel leren als spelen. Ook is er geïnvesteerd in groene en veilige speelgelegenheden in de openbare ruimte. De behoefte van jongeren tussen de 10 en 19 jaar is daarin meegenomen. Met hen samen hebben we diverse plekken in Beekdaelen jeugdvriendelijker ingericht. Dus niet alleen een schommel, glijbaan en een wipkip, maar ook een skatepark en ontmoetingsplek waar de jeugd samen kan komen.

Een gezonde leefomgeving is meer dan de afwezigheid van ziekte of gebrek. Wij gaan uit van de principes van ‘Positieve gezondheid’. Dit is uitgewerkt in de sociale aanpak ‘Gezond van 0 tot 100’ en ‘Beweegdaelen’. Het doel is om de gemiddelde gezondheid van onze inwoners te verbeteren tot minimaal het landelijke gemiddelde. In Beekdaelen voelen sporters en recreanten van alle leeftijden, met en zonder beperking, zich thuis. De sportparken, trapveldjes, paden en het openbare groen stralen een aangename sfeer uit en nodigen uit tot bewegen en ontmoeten. Onze fysieke leefomgeving draagt bij aan de gezondheid en het welbevinden.

Ondanks de uitdagingen in het sociaal domein organiseren we de zorg op de plek waar die thuishoort en zo efficiënt mogelijk. Dat doen we zoveel mogelijk op basis van eigen regie van de zorgvrager met, indien nodig, ondersteuning vanuit krachtige lokale zorgnetwerken. Dit bevordert dat inwoners langer in hun vertrouwde leefomgeving kunnen blijven wonen en het draagt het ook bij aan het verminderen van eenzaamheid. Samen met het zorgnetwerk en de vele vrijwilligers zijn stappen gezet om de kernen en dorpen inclusiever te maken, waarbij iedereen die wil deelnemen de ruimte krijgt om actief deel te nemen.

Inwoners maken volop gebruik van de ruimte die er is om ook zelf nieuwe initiatieven te ontwikkelen die het welbevinden en de verbinding van mensen in de kern of de gemeente versterken.

kaart people
21_people_people.jpg
6.3 Duurzame economische ontwikkeling

Inleiding

In Beekdaelen is er voldoende ruimte om te ondernemen. Met ons prachtige landschap en cultureel erfgoed bieden we een uniek vestigingsklimaat en dit is richting 2040 niet veranderd. Al onze ondernemers doen ertoe. Van grote bedrijven tot het MKB, van de agrarische bedrijven tot horeca; ze zijn allemaal welkom, hetzij op de juiste plek en passend in ons landschap.

De aanwezigheid van de A76, A79 en de Buitenring maakt Beekdaelen een goede uitvalbasis voor inwoners èn ondernemers. Inwoners en bezoekers genieten van de vele leuke (dag)horecavoorzieningen die verbonden zijn via een goed en uitgebreid recreatiefnetwerk. In 2040 is Beekdaelen nog steeds een plek waar je als ondernemer een goede boterham kan verdienen, een plek die goed bereikbaar is voor iedereen en waar de recreatieve economie floreert.

23_oog.jpg

Ondernemend Beekdaelen

Onze bedrijventerreinen, winkelclusters in de dorpscentra en het buitengebied zijn ook in 2040 de plekken waar ruimte is om op duurzame wijze te ondernemen. Onze economische as ligt langs de A76. Hier liggen meerdere bedrijventerreinen. Het industrieterrein ‘De Horsel’ is het grootste. Het is een belangrijke werklocatie voor Beekdaelen en de locatie waar meer dan 2.500 mensen een boterham verdienen. Dit industrieterrein vervult een bovenregionale functie en heeft een moderne en representatieve uitstraling. De bedrijventerreinen ‘De Steeg’, ‘De Breinder’ en het voormalige USAG-terrein liggen er netjes bij en het bedrijventerrein ‘De Reuken’ is gesaneerd. Dit bedrijventerrein had een te grote impact op de naastgelegen woonomgeving. In de afgelopen jaren is ‘De Horsel’ een klein beetje uitgebreid om ruimte te bieden aan bedrijven die nu in de kern liggen. De vrijkomende ruimte is ingezet om invulling te geven aan de woningbouwopgave.

De gemeente telt zeven winkelclusters. Daar vinden onze bewoners alles wat ze nodig hebben voor hun dagelijkse boodschappen en meer. De winkelclusters vormen het levendige hart van de dorpen. Bewoners en bezoekers komen er samen om te genieten van gezellige horecagelegenheden en om te ontspannen in de gemeenschappelijke ontmoetingsplaatsen. Tegen 2040 hebben de bestaande winkelclusters een transformatie ondergaan, waardoor ze compacter zijn geworden wat de levendigheid en aantrekkelijkheid versterkt.

De agrarische sector is volop in beweging. De agrarische sector boert meer inclusief wat heeft geleid tot een verbetering van de biodiversiteit en een meer klimaatrobuuste inrichting van het landschap. Ondanks het veranderende klimaat zijn de risico’s op droogte en wateroverlast verkleind. Bovendien is er ruimte geboden om te experimenteren met nieuwe verdienmodellen die onder meer bijdragen aan het versterken van de lokale bodem- en landschapskwaliteit en tegelijkertijd het economisch perspectief verruimen. Hierbij kan gedacht worden aan natuurinclusieve landbouw, landschaps- en natuurontwikkeling en -beheer, verkoop van producten aan huis en het integreren van zorg- of toeristische functies op agrarische locaties. Dit draagt eraan bij dat de agrariër in 2040 nog altijd een goede boterham verdient en een waardevolle partner is in het beheer van het landelijk gebied.

De vrijetijdseconomie plukt de vruchten van de transformatie van het landelijk gebied. De versterking van het landschap en het recreatieve netwerk hebben Beekdaelen nog aantrekkelijker gemaakt voor de toeristen en recreanten. Daardoor is de recreatieve sector gegroeid en is de werkgelegenheid toegenomen, waarbij toerisme en recreatie dienend zijn aan onze inwoners.

In de regio heeft de MedTech sector een enorme opmars gemaakt. Beekdaelen heeft hier de afgelopen jaren op ingespeeld en vormt de proeftuin voor allerlei innovatieve zorgconcepten en technologieën. De transitie naar een meer energieneutrale en circulaire economie is in 2040 goed op weg. De energietransitie heeft enorm veel werkgelegenheid gecreëerd en het MKB is hierop ingesprongen. Het MKB heeft veel gebouwen geïsoleerd, voorzien van alternatieve warmtebronnen, zonnepanelen geplaatst op daken en geïnvesteerd in energieopslag. De bedrijventerreinen zijn (steeds meer) klimaatneutraal ingericht en afvalstromen zijn omgebogen naar grondstofstromen. Dit leidt op zijn beurt weer tot schonere bedrijvigheid met minder overlast en veiligheidsrisico’s en een gezondere leefomgeving, waar zowel de mens als de natuur baat bij hebben.

Duurzame economische ontwikkeling
24_duurzame_economische.jpg

Bereikbaar Beekdaelen

Goede mobiliteit is gebaat bij een sterke infrastructuur. In 2040 hebben we in Beekdaelen een dekkend netwerk van fiets- en wandelroutes waar de Parkstadroute en de Beekdaelenroute onderdeel van uitmaken. Onze kernen zijn ook goed verbonden met verkeersaders zoals de Parkstadbuitenring en autowegen. Daarnaast vormt Beekdaelen een belangrijk onderdeel in de zogeheten ’30-minuten (Eu)regio’, waarbij inwoners van Zuid-Limburg alle voorname voorzieningen binnen een half uur kunnen bereiken. Stationsomgevingen zijn omgevormd tot mobiliteitshubs met (publieks)voorzieningen. Hier kan men overstappen van het euregionale netwerk van openbaar vervoer naar (elektrisch) deelvervoer. De ‘wensbus’ speelt een steeds belangrijkere rol voor de Beekdaelense samenleving. Er rijden meerdere elektrische ‘wensbussen’ die inwoners helpen om mee te doen aan de samenleving. Deze modaliteiten samen zorgen ervoor dat in 2040 de bereikbaarheid van voorzieningen en daarmee deelname aan het maatschappelijk leven, voor alle inwoners is gegarandeerd.

De mobiliteitssector is de afgelopen jaren een stuk duurzamer geworden. De vervuilende fossiele voertuigen hebben steeds meer plaats gemaakt voor elektrische voertuigen. Deelauto’s en deelfietsen zijn niet meer weg te denken uit het straatbeeld. Dit heeft er toe geleid dat de lucht schoner is en dat voertuigen minder overlast produceren. Ook de overlast die wordt ervaren van de militaire NAVO-basis in Geilenkirchen en van Maastricht Aachen Airport is mede door de interventie van de gemeente geleidelijk afgenomen. Dit alles draagt bij aan de gezondheid en het welbevinden van onze inwoners en de natuur.

Naast het verbeteren van de fysieke toegankelijkheid, is er in Beekdaelen ook aanzienlijk geïnvesteerd in het versterken van het energienetwerk en het verbeteren van de digitale bereikbaarheid. Tegen 2040 is het energieaanbod naadloos afgestemd op de behoeften van de samenleving. Beekdaelen heeft in een vroeg stadium haar energiemix bepaald door vooruit te kijken naar het gewenste toekomstbeeld. Er zijn weloverwogen beslissingen genomen over energieproductie en -verbruik. Het energienetwerk is hierop ontworpen en dit heeft zijn uitwerking, zowel boven- als ondergronds. Bij nieuwe ontwikkelingen wordt rekening gehouden met de capaciteit van het netwerk. Op industrieterrein ‘De Horsel’ is een energiehub gerealiseerd, waar bedrijven profiteren van elkaars opgewekte elektriciteit.

Door opwekking en verbruik nauwkeurig op elkaar af te stemmen hebben bedrijven toegang tot betaalbaardere energie en wordt onnodige netcongestie voorkomen.

In de digitale bereikbaarheid is geïnvesteerd om inwoners en ondernemers in de ‘digitale wereld’ aan elkaar te verbinden. Door de goede digitale infrastructuur (glasvezelnetwerk, 5G, 6G en wat de toekomst mag brengen) is het economische vestigingsklimaat op dit gebied concurrerend binnen de Euregio.

kaart profit
25_profit_legenda.jpg

Recreëren in Beekdaelen

Steeds meer mensen trekken het landschap en de natuur in om aan de dagelijkse drukte te ontsnappen en te ontspannen in een natuurrijke omgeving. In 2040 biedt Beekdaelen hiervoor uitstekende mogelijkheden. De keuze om in te zetten op kleinschaligheid, kwaliteit en extensieve recreatie heeft goed uitgepakt. Er ligt een goed ontwikkeld recreatief netwerk, waar de afgelopen jaren flink in is geïnvesteerd. Inwoners en bezoekers maken gebruik van de vele wandel- en fietspaden en genieten van de rust, het landschap en de authenticiteit die Beekdaelen te bieden heeft. Ook zijn er bij dit netwerk diverse aantrekkelijke horecavoorzieningen te vinden, waar zowel inwoners als bezoekers na een lange fietstocht of wandeling kunnen genieten van een heerlijke kop koffie en Limburgse vlaai. Bovendien bestaat de mogelijkheid om langer in Beekdaelen te verblijven in één van de kleinschalige vakantieparken, campings en bed & breakfasts.

Beekdaelen zet zich in om een GREEN Destination te worden, waarbij toerisme en recreatie dienend zijn aan onze inwoners. Uitgangspunten van een GREEN Destination zijn o.a.: een stil, veilig en schoon leefmilieu, klimaatvriendelijk, behoud van natuur en landschap en van vergezichten, inwoners die trots zijn op de eigen regio en van de vrijetijdseconomie genieten, duurzame mobiliteit en een kleinschalige duurzame lokale economie met ondernemers die klimaatvriendelijk en duurzaam werken voor zowel de dagrecreatie- als de verblijfssector. Deze gerichtheid op natuur- en landschapsbeleving werpt haar vruchten af. Dit komt niet alleen ten goede aan de recreatieve sector, die uitgegroeid is tot een volwaardige economische drager. Maar de eigen inwoners profiteren ook mee doordat de bestedingen van recreanten verschillende voorzieningen ondersteunen in hun voorbestaan.

Op provinciaal niveau wordt de vrijetijdssector zorgvuldig gemonitord binnen een datahub. Door middel van het analyseren van grote hoeveelheden data kunnen we precies zien wat er speelt. Dit stelt ons in staat om beleid te ontwikkelen en te sturen op een gerichte en goed onderbouwde manier, daar waar het nodig is.

In 2040 kijken we met trots terug op onze beslissing om elke nieuwe ontwikkeling in het buitengebied te toetsen aan de landschappelijke kwaliteit en de rust die Beekdaelen zo kenmerken. Ons doel was destijds duidelijk: elke nieuwe ontwikkeling moet bijdragen aan op zijn minst het behoud van de kwaliteit van de leefomgeving, met zorgvuldige afweging van individuele en maatschappelijke belangen. Het was van essentieel belang dat deze ontwikkelingen de kwaliteit van het leven voor onze inwoners en het behoud van onze flora en fauna niet zouden schaden. Dankzij deze benadering kunnen we in 2040 nog steeds genieten van de prachtige kernkwaliteiten van onze regio en hier zijn onze inwoners nog altijd trots op.

27A_maria.jpg
6.4 Landschappelijke ontwikkeling als kans voor onze opgaven

Inleiding

Het Beekdaelense landschap met daarin gelegen de vele cultuurhistorische waarden vormt ons meest kostbare bezit en wordt door inwoners, ondernemers en bezoekers zeer gewaardeerd. Het landschap kenmerkt zich door haar open karakter en biedt onderdak aan verschillende functies zoals natuur, (drink)water, landbouw, cultuurhistorie en erfgoed en recreatie en toerisme. Het landschap is van essentieel belang voor de lokale economie. Het draagt bij aan een gunstig economisch vestigingsklimaat voor onze ondernemers en vormt de basis voor de recreatieve sector. In 2040 kijken we terug op een periode waarin flink is geïnvesteerd in een klimaatrobuuste inrichting.

28_oog.jpg

Natuurlijk en groen Beekdaelen

In 2040 zijn de resultaten van de transformatie van het landelijk gebied goed zichtbaar. Kleine en grote ingrepen in het landschap hebben de weerbaarheid verbeterd en het cultuurhistorische karakter versterkt. Door het terugdringen van emissies en de aandacht voor waterkwaliteit zijn de natuur en biodiversiteit gestaag verbeterd. Landschapszorg is haast altijd gekoppeld aan andere ruimtelijke opgaven. Praktische en geïntegreerde oplossingen kunnen rekenen op draagvlak van de omgeving. Hierdoor kunnen de inwoners in 2040 nog steeds volop genieten van hetgeen het prachtige landschap te bieden heeft en kunnen ondernemers nog steeds hier hun boterham verdienen.

In de landelijke gebieden is niet alleen het landschap versterkt, maar ook het landschappelijk raamwerk aanzienlijk verbeterd. Samen met grondeigenaren is er zorgvuldig gekeken naar een optimalere inrichting van deze gebieden. Actieve grondruil heeft plaatsgevonden, waarbij eigenaren nauw betrokken waren bij het maken van afspraken over het behoud en herstel van natuurlijke habitats op hun gronden. Compensatieprogramma’s of samenwerkingsvormen borgen langjarig deze afspraken. De gezondheid van ecosystemen wordt voortdurend gemonitord in samenwerking met provincie, waterschap en ecologische partners. Er vinden maatregelen plaats voor de bestrijding van invasieve soorten. Te beschermen habitats zijn hersteld en waar mogelijk zelfs versterkt.

Voor innovatieve en veelzijdige landbouw biedt Beekdaelen langdurig perspectief. De agrarische sector als waardevolle partner in het buitengebied produceert op een meer natuurinclusieve wijze voedsel van hoge kwaliteit dat steeds meer regionaal wordt afgezet. Samen met de sector zijn er nieuwe verdienmodellen geïntroduceerd, waardoor de agrariërs een goed inkomen kunnen verdienen en een waardevolle bijdrage leveren aan het beheer van het landschap. Daarnaast verbindt de voedselproductie gemeenschappen met elkaar. Zo is op iedere basisschool wel een moestuin te vinden, zijn er enkele voedselbossen aangelegd en ontwikkelen inwoners in verenigingsvorm voedseltuinen om zelf op een duurzame wijze voedsel te produceren. Een beweging die door de gemeente altijd van harte is ondersteund.

Hoewel Beekdaelen ruimte heeft gemaakt voor de energietransitie, woningbouw en recreatieve voorzieningen in het buitengebied, is dit niet ten koste gegaan van de kwaliteit van het landschap. Integendeel, de gemeente heeft haar verantwoordelijkheid voor het beschermen en behouden ervan serieus genomen. Bij iedere (nieuwe) ontwikkeling is het belang van het landschap zorgvuldig meegewogen en afgewogen. Dit heeft er soms toe geleid dat de gemeente ‘nee’ heeft moeten zeggen tegen voorgenomen ontwikkelingen om (onomkeerbare) schade of gevolgen te voorkomen. Op sommige plekken waar de ruimtelijke kwaliteit onvoldoende was, is dankzij het opzoeken van ontwikkelruimte de kwaliteit verbeterd.

De dorpsmantels zijn aanzienlijk groener geworden, waardoor een meer natuurlijke overgang tussen de kernen en het buitengebied is ontstaan. Het landschap strekt zich via de groene dorpsmantels uit als groene haarvaten tot in de dorpscentra. Versteende pleinen en wegen zijn zoveel als mogelijk vergroend. Inwoners genieten volop van groene ruimtes om te wandelen, te picknicken en het landschap te ervaren. Geveltuinen, bomenlanen en groene voortuinen zijn opgezet als groene longen, waardoor het straatbeeld steeds groener wordt. Deze langzame maar gestage verandering draagt bij aan een leefbare, klimaatbestendige en gezonde omgeving voor alle inwoners en voor de lokale flora en fauna.

Cultureel en historisch Beekdaelen

In 2040 is de rijke geschiedenis van Beekdaelen nog steeds zichtbaar in het prachtige landschap. Overal ademt de omgeving de erfenis van onze voorgangers: van plateaulandschappen en de Schinveldse bossen tot de karakteristieke agrarische landschappen in Schimmert. Holle wegen vertellen verhalen uit het verleden, terwijl vooroorlogse schietbanen van de schutterijen en bunkers herinneren aan een tijd van paraatheid. Kerken en andere religieuze gebouwen, de vele (carré)boerderijen en landgoederen, en de naoorlogse woningbouw vormen een harmonieus contrast met modernere gebouwen. De historische dorpskernen nodigen uit tot een wandeling door de tijd. En ook de bodem herbergt schatten zoals de overblijfselen van Romeinse villa’s en van motten; stille getuigen van lang vervlogen dagen.

Het cultureel erfgoed in Beekdaelen is grondig geïnventariseerd en de toppers zijn opgenomen in ons gemeentelijk erfgoedregister en het omgevingsplan. Hierdoor zijn ze beschermd tegen sloop en ongewenste veranderingen en de gemeente handhaaft hier actief op. De waardevolle gebouwen hebben de tand des tijds goed doorstaan en zijn meegegroeid met de behoeften van de gemeenschap. Er is een actieve inspanning geleverd om (dreigend) leegstaande monumenten een nieuwe bestemming te geven, zoals woonruimtes, ontmoetingsplekken of gezellige horecagelegenheden, vaak in allerlei creatieve combinaties. Met respect voor de monumentale waarden zijn verschillende duurzaamheidsmaatregelen toegepast om de gebouwen toekomstbestendig te maken. Daarbij is er niet alleen gekeken naar individuele monumenten maar ook naar de samenhang met de omgeving.Bij iedere ruimtelijke wijziging vormen onze Erfgoedvisie (gebaseerd op de ensemblebenadering) en de Cultuurhistorische Waardenkaart de leidraad en is de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit in een vroeg stadium betrokken.

Historische bezienswaardigheden zijn via het recreatief netwerk ontsloten en de ruimte rondom monumenten zijn, waar mogelijk, toegankelijk gemaakt voor het publiek. Dit geldt ook voor de archeologische waarden in de grond: deze hebben we beschermd, behouden en waar mogelijk (digitaal) ontsloten voor publiek.

Ook zijn cultuurhistorische landschapskenmerken, zoals historische groenstructuren, holle wegen en hoogstamboomgaarden, in kaart gebracht, beschermd en hersteld. Op deze manier kunnen toekomstige generaties ook na 2040 blijven genieten van de rijke geschiedenis die het Limburgse landschap van Beekdaelen te bieden heeft.

Het behouden, aanpassen en vernieuwen van cultureel erfgoed is nauw verbonden met bredere ruimtelijke en maatschappelijke uitdagingen zoals klimaatadaptatie, energietransitie, de behoefte aan woningbouw, sociale veranderingen en de landbouwtransitie. Het materiële en immateriële erfgoed vormen samen met de hechte gemeenschappen en het landschap de essentie van onze identiteit. De gemeente is daarom actief betrokken bij en stimuleert de ontwikkeling, bundeling en verspreiding van kennis over ons cultureel erfgoed. Dit heeft geleid tot een vruchtbare samenwerking tussen lokale gemeenschappen, landelijke organisaties en overheden.

Landschappelijke ontwikkeling als kans voor onze opgaven
29_landschappelijk.jpg

Energie en klimaat in Beekdaelen

In 2040 is iedereen is zich bewust van het belang van een waterrobuuste en klimaatbestendige inrichting van de fysieke leefomgeving. Inwoners, ondernemers en (maatschappelijke) partners hebben samen met de gemeente de handen ineengeslagen om heel Beekdaelen klimaatrobuust te maken. Dit collectieve streven heeft ertoe geleid dat, ondanks de klimaatverandering, het hier nog steeds veilig, aangenaam en gezond vertoeven is. De hogere temperaturen veroorzaken in beperkte mate hinderlijke hittestress en schade door droogte. Ook wateroverlast en het risico op overstromingen zijn beperkt. Deze toewijding aan klimaatbestendigheid weerspiegelt zich in al onze lokale initiatieven. Elke nieuwe ontwikkeling draagt bij aan het klimaatrobuust maken van Beekdaelen.

Beekdaelen is hierbij trouw gebleven aan de eigen identiteit door oplossingen te zoeken in het herstellen en het versterken van de natuurlijke balans. Water en bodem zijn een sturend principe bij nieuwe ontwikkelingen. Daarmee is niet langer de maakbaarheid van onze omgeving leidend, maar is de ruimtelijke ordening gericht op het aansluiten bij de natuurlijke kenmerken van het water- en bodemsysteem.

Overtollige verhardingen hebben plaatsgemaakt voor groene ontmoetingsplekken, perkjes en bomenlanen. Meer en meer daken zijn groen, vaak in combinatie met zonnepanelen. De (voor)tuinen van onze inwoners zijn meer ontdaan van verharding.

Hemelwater wordt op eigen terrein vastgehouden en verwerkt. Daar waar mogelijk zijn natuurlijke watergangen hersteld, beken weer naar het oppervlak gebracht (‘ontkluisd’) en is het netwerk zo ingericht dat hemelwater zoveel mogelijk ter plaatse wordt vastgehouden en verwerkt.

Beekdaelen heeft ook een aanzienlijke vooruitgang geboekt om de lokale energiehuishouding in evenwicht te brengen. Het gebruik van fossiele brandstoffen is drastisch verminderd en duurzame alternatieven maken een gestaagde groei door. De resultaten van onze inspanningen zijn zichtbaar op elke straathoek. De resultaten van onze inspanningen zijn zichtbaar op elke straathoek. De bebouwde omgeving is uitstekend geïsoleerd, op de meeste daken liggen zonnepanelen en veel gebouwen zijn afgesloten van het gasnetwerk, waarbij ook is gezorgd voor het waarborgen van de fysieke veiligheid. In de openbare ruimte is het op veel plaatsen mogelijk een elektrische (deel)auto’s en fietsen op te laden. Op grotere daken en in het buitengebied wordt op grootschalige wijze duurzame energie opgewekt en deze wordt ook lokaal gebruikt. Uiteraard is er bij de locatiekeuze rekening gehouden met de kwaliteiten van het landschap.

De gezamenlijke inzet heeft niet alleen geleid tot een groene en duurzame toekomst, maar heeft ook een positieve sociale impact gehad op de gemeenschap van Beekdaelen. Zonneparken en windmolens zijn in lokaal eigendom en samen met de regio zijn wij minder afhankelijk van de schommelingen op de energiemarkt. Hierdoor is in 2040 energie voor iedereen betaalbaar en hoeft er niemand meer in de kou te zitten.

Tot slot staat circulariteit centraal in alle ontwikkelingen. Tegen 2040 is dit bewustzijn diep doorgedrongen bij iedereen, waardoor de gemeente samen met haar inwoners, ondernemers en andere partners stappen heeft gezet en nog gaat zetten richting een hernieuwbare toekomst. Elk initiatief en ontwikkeling is circulair ingestoken waarmee hergebruik in de toekomst mogelijk is. Afval bestaat niet meer, slechts grondstoffen die constant worden hergebruikt.

kaart planet
30_planet_legenda.jpg

7. Keuzes die wij nu maken

7.1 Inleiding

Het toekomstbeeld ontstaat niet vanzelf. Het vereist strategische planning en doelgerichte acties.. Om een heldere richting te bepalen, moeten er nu keuzes gemaakt worden. Daarom is gekozen voor het opstellen van een aantal leidende principes.

7.2 Leidende principes

Leidende principes zijn essentiële richtlijnen en/of basisprincipes die worden gehanteerd bij het plannen, ontwerpen en beheren van de fysieke omgeving. Ze dienen als kompas en helpen bij het maken van toekomstige keuzes voor de (her)inrichting van ons leefgebied. Deze principes zijn flexibel en kunnen variëren, afhankelijk van de specifieke context en doelstellingen van een bepaald gebied.

Veel ontwikkelingen hebben impact op de omgeving, de ruimte (en het natuurlijke systeem) en haar gebruikers. Bij iedere (nieuwe) ingreep in de fysieke leefomgeving worden de leidende principes als maatstaf gebruikt. Ze fungeren als beoordelingscriteria en worden toegepast om ervoor te zorgen dat de ontwikkelingen in lijn zijn met de overkoepelende toekomstvisie.

Leidende principes

  • a.

    Kwaliteiten, identiteit en kenmerken van een gebied zijn het uitgangspunt

    Onze huidige kwaliteiten maken Beekdaelen een prettige gemeente om te wonen, werken en leven. Ontwikkelingen moeten bijdragen aan die kwaliteiten en deze waar mogelijk versterken. De identiteit en kenmerken van een gebied zijn het uitgangspunt. Cultuurhistorische en landschappelijke waarden vertellen het verhaal van Beekdaelen. Deze beschermen we voor toekomstige generaties. In onze dorpen stimuleren we ontwikkelingen die bij het karakter van de dorpen passen.

  • b.

    Participatieve ontwikkeling

    In Beekdaelen geven wij de leefomgeving samen met de gemeenschap vorm. De gemeenschap wordt in een vroeg stadium betrokken bij nieuwe ontwikkelingen. Een zorgvuldig participatieproces zorgt voor een effectiever verloop, betere besluiten, betere verhoudingen en meer vertrouwen tussen de inwoners, gemeente en initiatiefnemer.

  • c.

    Het uitgangspunt is brede welvaarts-ontwikkeling

    Beekdaelen erkent dat welvaart niet alleen afhangt van economische groei, maar ook van het verbeteren van verschillende aspecten van het menselijk leven en het milieu. Binnen de brede welvaart benadering streven wij naar een evenwichtige ontwikkeling waarbij alle aspecten van welzijn worden meegewogen om de levenskwaliteit van onze inwoners op een duurzame en inclusieve wijze te verbeteren.

  • d.

    Positief gezonde leefomgeving

    Het belang van gezondheidsbevordering wordt bij de inrichting van de fysieke leefomgeving meegewogen. Zo heeft de fysieke leefomgeving positieve gezondheidseffecten als deze uitnodigt tot gezond gedrag en mensen stimuleert tot meer bewegen, gezonder eten en elkaar ontmoeten. Op deze manier versterken de sociale en fysieke leefomgeving elkaar.

  • e.

    Multifunctioneel ruimtegebruik boven enkelvoudige functies

    De beschikbare ruimte in onze gemeente willen we kwalitatief inzetten. We kijken waar we functies kunnen combineren, zoals een woonomgeving waar ontmoeting wordt gestimuleerd of energie-opwek op grote bedrijfspanden. Bij ontwikkelingen zoeken we naar een koppeling met zoveel mogelijk maatschappelijke doelen. Zo kan onze gehele samenleving profiteren van ontwikkelingen in onze leefomgeving.

  • f.

    Water en bodem zijn sturend

    Bij iedere nieuwe ontwikkeling houden we rekening met de draagkracht van het water- en bodemsysteem en maken we slim gebruik van de mogelijkheden. De ruimtelijke puzzel is om de juiste functie op de juiste plek te krijgen. Woningen bouwen we op locaties die niet kwetsbaar zijn voor overstromingen en wateroverlast, water houden we lokaal vast waar het kan en op meest vruchtbare bodems verbouwen wij voedsel.

  • g.

    Geen afwenteling op nieuwe generaties

    De keuzes die we nu maken moeten altijd bijdragen aan een leefbaar, gezond en vitaal Beekdaelen in de toekomst. We kiezen oplossingen die werken voor onze huidige en toekomstige inwoners, economie en planeet.

7.3 Beoordelen op nieuwe intitiatieven

Als hulpmiddel om te beoordelen of nieuwe initiatieven bijdragen aan de gewenste ontwikkeling van Beekdaelen, zijn er spelregels opgesteld als aanvulling op de leidende principes. Deze spelregels zijn ontworpen om initiatiefnemers te helpen de plannen zo passend mogelijk te maken en bieden houvast tijdens de gesprekken over de wenselijkheid van het initiatief.

Initiatiefnemers worden gevraagd om te onderbouwen op welke wijze het initiatief in overeen-stemming is met de spelregels. Deze onderbouwing biedt een basis voor een constructieve dialoog waarbinnen eventuele knelpunten kunnen worden geïdentificeerd en opgelost.

De gemeente hecht veel waarde aan de inbreng van de (directe) omgeving en/of belanghebbenden. Bij ieder nieuw initiatief vragen wij in ieder geval of er is geparticipeerd. Als dat het geval is, wordt inzicht gevraagd hoe dit is gedaan en wat de resultaten zijn. Indien er geen of te beperkt participatie heeft plaatsgevonden, kan de gemeente de aanvrager verzoeken om dit alsnog te doen. De gemeente Beekdaelen wil oprecht luisteren naar de inbreng van inwoners en belanghebbenden, zodat rechten, belangen en wensen op helder en tijdig op tafel komen. Deze benadering helpt ons bij het maken van weloverwogen beslissingen over nieuwe initiatieven.

32_bouwtekening.jpg
7.4 Spelregels

People: Excellent wonen en vitale kernen

Aangenaam wonen

  • a.

    Nieuwbouw is in beginsel alleen mogelijk binnen de grenzen van het bestaand gebouwd gebied (inbreiding) of op één van de aangewezen uitbreidingslocaties waaronder aan de rand van de kernen (‘straatje erbij’).

  • b.

    De uitstraling van nieuwbouw past binnen het dorpse/landelijke karakter van Beekdaelen.

  • c.

    Nieuwe gebouwen moeten in massa, hoogte en ruimtelijke kwaliteit passend zijn in de omgeving. De kwaliteit en leefbaarheid van de bestaande leefomgeving blijven tenminste gelijk en worden bij voorkeur verbeterd.

  • d.

    Er wordt een bijdrage geleverd aan een evenwichtige woningvoorraad die inspeelt op de (toekomstige) behoeften van Beekdaelen qua woontypologie en prijsklasse.

  • e.

    Het woonprogramma houdt rekening met de draagkracht van het bestaande netwerk en voorzieningenniveau en draagt bij aan de vitaliteit van de bestaande kern.

  • f.

    De ontwikkeling kan zichzelf volledig financieren inclusief de eventueel noodzakelijke aanpassingen in de omgeving. Zo niet, dan is er een passende financieringsconstructie gevonden met relevante partners.

Veilig

  • a.

    Het initiatief zorgt bij voorkeur voor een inrichting van de openbare ruimte die sociale veiligheid bevordert en het veroorzaakt geen risico’s op ondermijning.

  • b.

    De initiatiefnemer is zich bewust van mogelijke veiligheids- en milieurisico’s en treft hiervoor de benodigde (mitigerende) maatregelen.

  • c.

    De verkeersveiligheid is in voldoende mate gewaarborgd in de bestaande leefomgeving en wordt bij voorkeur verbeterd.

Sociaal en vitaal

  • a.

    Het initiatief heeft bij voorkeur maatschappelijke meerwaarde.

  • b.

    Het initiatief bevordert het sociale, mentale en fysieke welbevinden van inwoners, rekening houdend met het gedachtegoed van ‘Positieve gezondheid’ en ‘Beekdaelen B(l)oeit’.

  • c.

    Het initiatief en daarbij behorende openbare ruimte nodigen alle doelgroepen uit tot ontmoeten, spelen, bewegen en verblijven. Voldoende groen, speel- en ontmoetingsplekken hebben prioriteit bij de inrichting van de openbare ruimte.

  • d.

    Het initiatief en daarbij behorende openbare ruimte zijn toegankelijk voor iedereen, ook voor mensen met een beperking.

Profit: Duurzame economische ontwikkeling

Ondernemend

  • a.

    Het initiatief draagt bij aan de economische vitaliteit van Beekdaelen.

  • b.

    Nieuwe kleinschalige bedrijvigheid (met een effect op de leefomgeving) komt op locaties die passend zijn in relatie tot wonen, andere gevoelige objecten zoals scholen, kinderdagverblijven en aanwezige natuurwaarden.

  • c.

    Nieuwe grootschalige bedrijvigheid (met een effect op de leefomgeving) komt op bestaande bedrijventerreinen en niet in de kernen of het buitengebied.

Bereikbaar

  • a.

    Het initiatief draagt bij aan de mobiliteitstransitie en stimuleert daarmee tot minder autogebruik en meer wandelen, fietsen en OV-gebruik.

  • b.

    Het initiatief is in voldoende mate ontsloten en bereikbaar voor alle relevante modaliteiten (inclusief hulpdiensten) en de bestaande infrastructuur kan extra verkeersbewegingen aan.

  • c.

    In de buitenruimte van het initiatief is kwalitatief hoogwaardige, veilige en aantrekkelijke inrichting van langzaam verkeer de norm.

  • d.

    Het initiatief biedt voldoende ruimte voor parkeren. Dit betekent dat er een acceptabele parkeeroplossing is voor zowel auto en elektrische auto, als ook de fiets en elektrische fiets.

Recreatief

  • a.

    Het initiatief binnen de recreatiesector vergroot de vitaliteit en toekomst-bestendigheid van de sector door een kwaliteitsverhoging te realiseren.

  • b.

    Het initiatief binnen de recreatieve sector draagt bij aan het behoud van de identiteit van Beekdaelen (kwaliteit, extensief en kleinschalig).

  • c.

    Het initiatief binnen de recreatieve sector draagt bij aan Beekdaelen als samenhangend recreatief netwerk en sluit aan bij het landelijke karakter van Beekdaelen.

Planet: Landschappelijke ontwikkeling als kans voor onze opgaven

Natuurlijk en groen

  • a.

    Het initiatief wordt op een goede manier ingepast in het landschap en versterkt de (aanwezige) landschappelijke kwaliteiten.

  • b.

    Het initiatief draagt bij aan een robuuste groeninrichting en het bestaand groen wordt zoveel als mogelijk behouden.

  • c.

    Waardevolle bomen worden zoveel als mogelijk behouden en dit geldt ook voor reguliere bomen. Indien bomenkap onvermijdelijk is, wordt er voorzien in groencompensatie.

  • d.

    De gekozen groeninrichting draagt bij aan biodiversiteit dankzij een rijke variatie aan gebiedseigen (en klimaatbestendige) beplanting.

  • e.

    Het initiatief draagt bij aan verbetering en leidt zeker niet tot een verslechtering van de waterkwaliteit en waterretentiecapaciteit.

Cultureel en historisch

  • a.

    Het initiatief toont respect voor het aanwezige cultuurhistorische ensembles. Aanwezige erfgoedwaarden worden behouden en waar mogelijk versterkt.

  • b.

    Het streven is om aanwezige archeologische waarden ter plaatse te behouden. Als dat niet lukt, kunnen er eisen gesteld worden aan het initiatief.

  • c.

    Het initiatief maakt erfgoed toegankelijk voor inwoners en bezoekers van Beekdaelen.

  • d.

    Het initiatief draagt bij aan het behoud, de herbestemming en/of de aanpassing van cultureel erfgoed, waarbij met name de herbestemming van (dreigend) leegstaande kerkgebouwen wordt gestimuleerd.

Energie en klimaat

  • a.

    Het initiatief voorziet binnen het plangebied zoveel als mogelijk in haar eigen energiebehoefte.

  • b.

    Het initiatief kan worden aangesloten op de energie-infrastructuur. Er is voldoende capaciteit beschikbaar om het initiatief op het energienet aan te sluiten, ondanks de bestaande netcongestie.

  • c.

    Voor ruimtelijke ontwikkelingen zijn water en bodem sturend. Er is voldoende ruimte voor water en groen om hittestress, droogte, water- en modderoverlast tegen te gaan.

  • d.

    De gebouwen én de buitenruimte hebben een klimaatbestendige inrichting met voldoende ruimte voor het vasthouden en verwerken van hemelwater op het eigen perceel.

  • e.

    Het initiatief draagt bij aan de vermindering van afvalstromen of het hergebruik van reststromen in de gemeente Beekdaelen en de regio.

  • f.

    Het initiatief wordt gebouwd volgens de principes van natuurinclusief en circulair bouwen. Dus zonder natuurlijke hulpbronnen onnodig uit te putten, de leefomgeving te vervuilen en ecosystemen aan te tasten.

33_foto.jpg
7.5 Gebiedsgericht werken

Inleiding

Elk gebied in Beekdaelen heeft zijn eigen kwaliteiten, uitdagingen en kansen. In de nadere uitwerking van het ruimtelijke beleid kiest Beekdaelen voor vier gebiedstypes namelijk: het centrumgebied, het woongebied, het bedrijvengebied en het buitengebied. In deze paragraaf zijn deze vier gebieden uitgewerkt. Dit vormt tevens de verbinding met het nog op te stellen omgevingsplan.

34_gebiedsgericht.jpg

De komende jaren gaat de gemeente samen met inwoners Dorpsontwikkelingsplannen opstellen, met de ondernemers een plan maken voor de doorontwikkeling van de bedrijventerreinen en met partners in het buitengebied het Landschapskader verder uitwerken. Deze uitwerkingen leiden tot een nader aanscherping van onze inzet en de resultaten zullen ruimtelijk zichtbaar zijn.

Deelgebieden
35_deelgebieden_legenda.jpg

Centrumgebied in Beekdaelen

De centrumgebieden vormen het levendige middelpunt van de Beekdaelense gemeenschap. Het is een ontmoetingsplaats waar inwoners, ondernemers en bezoekers samenkomen. Of het nu gaat om een gezellige lunch in een brasserie, een boodschap doen in de supermarkt, een cultureel evenement bijwonen of gewoon genieten van een wandeling door de levendige straten: het centrumgebied biedt voor ieder wat wils. Het is een plek waar de lokale gemeenschap tot bloei komt en waar de banden tussen inwoners worden versterkt. Niet iedere dorpskern beschikt over een centrumgebied. Alleen de grotere dorpskernen Nuth, Schimmert, Amstenrade, Oirsbeek, Schinveld, Hulsberg en Schinnen hebben een centrumgebied. Het is belangrijk op te merken dat hoewel niet elk centrumgebied identiek is, ze wel duidelijk zijn afgebakend. Deze gebieden fungeren als het verzorgingsgebied voor zowel de woongebieden in de desbetreffende kern als voor de omliggende kleine kernen.

In het centrumgebied ligt een zorgvuldige balans tussen verschillende functies, waaronder horeca, winkels, kleine bedrijven, maatschappelijke voorzieningen en (zorg)woningen. Dit gebied speelt een belangrijke rol voor de lokale economie. Het centrumgebied dient een aantrekkelijk vestigingsklimaat te bieden voor ondernemers en winkeliers. We stimuleren diversiteit in het aanbod van winkels, horeca, ambachtelijke bedrijven en dienstverleners, zodat het centrum een levendige en gevarieerde winkel- en verblijfsomgeving wordt. Naast zijn economische en sociale functies heeft het centrum ook een culturele betekenis. Er worden regelmatig evenementen, feesten en optredens georganiseerd op het dorpsplein.

37_centrum.jpg

Het centrumgebied heeft een mix van verschillende soorten gebouwen, waaronder commerciële ruimtes op de begane grond en wooneenheden op de verdieping. Het gebied kenmerkt zich door een hogere bebouwingsdichtheid. Moderne gebouwen staan naast historische panden die vaak zijn aangepast aan de behoeften van nu. De beschikbare ruimte wordt efficiënt gebruikt en ook de hoogte wordt opgezocht. Er komt geen hoge hoogbouw, maar een wooncomplex met vijf verdiepingen is niet ondenkbaar. Groen en openbare ruimte zijn belangrijk in het centrumgebied als plekken voor ontspanning, ontmoeting en verkoeling. We streven naar een groene inrichting van pleinen, parken en straten, waarbij aandacht wordt besteed aan biodiversiteit, waterberging en andere aspecten van klimaatadaptatie. Tevens moedigen we het vergroenen van gevels en daken aan om bebouwd microklimaat te verbeteren.

Een goed bereikbaar en toegankelijk centrumgebied is essentieel voor het behoud van zijn functie als ontmoetingsplaats en economisch knooppunt. We investeren in een infrastructuur die verschillende vervoersmiddelen faciliteert, waaronder wandelen, fietsen, openbaar vervoer en auto’s. Hierbij streven we naar een evenwichtige verdeling van de ruimte, waarbij de leefbaarheid en veiligheid van alle gebruikers worden gewaarborgd. In de openbare ruimte wordt geïnvesteerd in de inrichting zoals bankjes, lantaarnpalen, prullenbakken en fietsen. Deze elementen dragen bij aan het comfort en de bruikbaarheid van de openbare ruimte.

Beekdaelen zet de komende jaren in op:

  • a.

    In Nuth, Schimmert, Amstenrade, Oirsbeek, Schinveld, Hulsberg en Schinnen liggen de compacte winkelclusters waarvan Nuth het grootste heeft.

  • b.

    Het verkleinen van de zeven compacte centrumgebieden passend bij de maat van de kern met het oog op het zoveel als mogelijk clusteren van voorzieningen.

  • c.

    Het verbeteren van de belevingswaarde van de centrumgebieden door het vergroenen van pleinen, aanlooproutes en parkeervoorzieningen.

  • d.

    Het omvormen van leegstand vastgoed naar nultredenappartementen en innovatieve woon-zorgcomplexen.

  • e.

    Meer ruimte maken voor verblijven, ontmoeten en recreëren

  • f.

    Het energieneutraal maken en klimaatrobuust inrichten van het centrumgebied.

  • g.

    Een goede bereikbaarheid en door-stroming voor alle verkeersmodaliteiten.

  • h.

    Inwoners worden gestimuleerd om essentiële voorzieningen en diensten in stand te houden en uit te breiden.

  • i.

    Er wordt geïnvesteerd in integrale kindcentra.

  • j.

    De jeugd krijgt ook plekken in openbare ruimte om samen te komen.

Ligging deelgebieden centrum Schinveld
38_schinveld.jpgVissers & Roelands

Woongebied in Beekdaelen

In het woongebied van Beekdaelen ligt de nadruk op het bieden van een aangename woonomgeving voor onze inwoners. Hier streven we naar een omgeving waarin iedereen zich thuis voelt, omringd door groen en water dat karakter, rust en ontspanning brengt. Dit gebied is hoofdzakelijk bestemd voor woningen en openbare infrastructuur met veel ruimte voor groen en water. Ook zijn er voorzieningen aanwezig die aansluiten op de behoeften van de inwoners ter plaatse. Denk aan een basisschool, een ontmoetingsruimte, recreatieve faciliteiten en incidenteel een klein winkeltje en/of bedrijfje aan huis. In het woongebied is geen ruimte voor grootschalige bedrijvigheid en winkels. Voor deze functies wordt elders in Beekdaelen ruimte gemaakt.

In Beekdaelen zijn de woongebieden inclusief. Dit betekent dat bewoners van alle achtergronden, culturen en levensstijlen van harte welkom zijn, ongeacht hun specifieke behoeften. Vraag en aanbod van de diverse doelgroepen zijn in balans gebracht en Beekdaelen kiest ervoor om meer ruimte te bieden aan gezinnen met kinderen. Met deze focus wordt aangestuurd op een diverse mix van woningtypes, variërend van betaalbare huur- en koopwoningen tot woningen in het luxere segment. Zo zorgen we ervoor dat er voor iedereen passende huisvesting beschikbaar is, ongeacht de levensfase, financiële situatie of individuele behoeften.

39_wonen.jpg

De woningen bestaan hoofdzakelijk uit grondgebonden woningen. Soms zijn er ook hoge bouwwerken die een bijzonder accent geven in de omgeving. Hierdoor ontstaat een gevarieerd en levendig straatbeeld. De bebouwingsdichtheid ligt doorgaans lager dan in het centrum. Wat betreft architectuur en stedenbouw is er een diversiteit aan stijlen te vinden die de buurt een karakteristieke uitstraling geven. Dit varieert van traditionele bouwstijlen die passen bij de lokale cultuur en geschiedenis tot moderne woningen met natuurlijke materialen zoals hout en steen. Nieuwe toevoegingen moeten passen binnen het bestaande straatbeeld.

In Beekdaelen woon je in het landschap. In de woongebied komt steeds meer ruimte voor groen. Dat is goed voor de fysieke en mentale gezondheid onze inwoners. Er is een balans tussen bebouwing en groen. Daardoor is er voldoende ruimte voor groene zones, pleinen en water. Zij bieden de mogelijkheden voor recreatie, sport en ontspanning voor alle leeftijden. Bovendien helpen ze bij het verminderen van hittestress en wateroverlast, en bevorderen ze een betere biodiversiteit.

Ook sportfaciliteiten, gemeenschapshuizen en gezondheidszorgvoorzieningen hebben een plaats in de woongebieden. Sportfaciliteiten bieden mogelijkheden voor lichaamsbeweging en sociale interactie, terwijl gemeenschapshuizen een centrale ontmoetingsplek vormen voor buurtactiviteiten en evenementen. De aanwezigheid van gezondheidszorgvoorzieningen zorgt voor toegang tot medische zorg in de directe woonomgeving.

Een gevoel van veiligheid en geborgenheid is essentieel voor een aangenaam woongebied. In het woongebied worden maatregelen genomen op het gebied van criminaliteitspreventie, verbeteren van de verlichting en het toezicht en de samenwerking tussen bewoners en de lokale overheid. Verkeersveiligheid is ook een belangrijk aspect in de woonomgeving en zal soms zwaarder wegen dan een optimale bereikbaarheid. De straten zijn ruimer van opzet en worden vaak aangelegd met groenstroken, brede trottoirs en fietspaden, waardoor er een veilige leefomgeving ontstaat voor bewoners. De snelheid in het woongebied wordt overal terug gebracht naar maximaal 30km/u en de openbare ruimte wordt autoluw ingericht, want de auto is te gast. Bovendien promoten we het gebruik van alternatieve vervoersmiddelen zoals elektrische fietsen en deelauto’s om de druk op het milieu te verminderen.

Beekdaelen zet de komende jaren in op:

  • a.

    Toevoegen van 900 woningen in het juiste segment.

  • b.

    Het verhogen van het aantal sociale huurwoningen.

  • c.

    Leegstaande agrarische bebouwing omvormen naar bijvoorbeeld wonen.

  • d.

    Ruimte maken voor het verplaatsen van bedrijvigheid en detailhandel naar geschikte locaties; het juiste bedrijf op de juiste plaats.

  • e.

    Meer ruimte maken in de woonkern voor groen en waterberging.

  • f.

    Inzetten op het behoud van ontmoetingsplekken en sportfaciliteiten

  • g.

    Het reduceren van de snelheid naar 30 km/u en fysieke ruimte hierop aanpassen.

  • h.

    Er is blijvende aandacht voor veilige school-thuis routes.

  • i.

    Het energieneutraal maken van de bebouwde omgeving door betere isolatie, zonnepanelen op daken en duurzame verwarming.

  • j.

    Het beschermen van de aanwezige cultuurhistorische gebouwen inclusief de direct omliggende cultuurhistorische omgeving.

  • k.

    De locaties van voorzieningen koppelen aan bestaande en nieuwe recreatieve netwerken en voorzieningen, zodat bezoekers hiervan profiteren.

  • l.

    Het realiseren van groene mantels rondom de woonkernen en daarmee het vergroenen van de verbinding tussen de woongebied en het buitengebied.

  • m.

    Het verduurzamen en gasloos maken van de woningvoorraad.

  • n.

    Het realiseren van multifunctionele sportcentra in de vorm van een ‘open club’.

  • o.

    Het inclusief inrichten van de woonomgeving samen met zorgpartijen. Dit is terug te zien in een ruim aanbod passende woningen voor bijzondere doelgroepen en wonen met zorg.

  • p.

    Versterken van de integrale kindcentra.

  • q.

    Verbeteren van de positie van de jeugd in de openbare ruimte.

40A_ontwerp.jpg

Bedrijvigheid in Beekdaelen

De bedrijfsgebieden vormen het kloppende hart van de lokale economie. De gemeente Beekdaelen zet zich actief in om een gunstig vestigingsklimaat te creëren voor haar ondernemers. Ondanks het landelijke karakter wordt er ruimte geboden voor grootschalige bedrijvigheid. Van productiebedrijven tot logistieke centra, van dienstverlenende bedrijven tot innovatieve startups, het bedrijvengebied biedt ruimte aan een breed scala aan bedrijven die bijdragen aan de economische veerkracht van de regio. Met moderne faciliteiten en een strategische ligging vormen de bedrijvengebieden een aantrekkelijke locatie voor bedrijven om zich hier te vestigen, duurzaam te wortelen en te groeien.

Het bedrijvengebied fungeert als een belangrijke bron van werkgelegenheid voor zowel de eigen inwoners als voor mensen uit de omliggende regio. Het economische perspectief dat het bedrijvengebied biedt, heeft een positieve invloed op jonge gezinnen die overwegen zich in de regio te vestigen. Met een stabiele en bloeiende arbeidsmarkt, evenals goede carrièrekansen en een prettige leefomgeving, vormt het bedrijvengebied een aantrekkelijke bestemming voor ondernemers die streven naar duurzame vestiging en bedrijfscontinuïteit . Dit draagt bij aan de groei en vitaliteit van de lokale gemeenschap en stimuleert de economische ontwikkeling op lange termijn. Dit biedt economisch perspectief voor jonge ondernemers om zich duurzaam te vestigen. De gemeente investeert samen met de ondernemer in moderne en goed uitgeruste faciliteiten en groene en goed toegankelijke openbare ruimtes. Dit maakt het bedrijvengebied een fijne plek om te werken.

41_bedrijvigheid.jpg

De meeste bedrijvengebieden zijn strategisch gelegen rondom de economische as langs snelweg A76 en buitenring Parkstad. Bovendien zijn ze goed bereikbaar met het openbaar vervoer, zoals treinen, bussen en deelfietsen, waardoor ze toegankelijk zijn voor werknemers en bezoekers. Grote bedrijfsgebouwen bepalen het beeld. Deze gebouwen zijn ontworpen om ruimte te bieden aan diverse bedrijfsactiviteiten, variërend van productie en distributie tot logistiek. De bedrijfskavels zijn ruim van opzet en bieden ruimte voor opslagfaciliteiten en circulaire economie, voldoende parkeerplaatsen en efficiënte logistieke voorzieningen voor vrachtverkeer.

De bedrijfsactiviteiten op de bedrijfslocaties hebben tevens een merkbare impact op de leefomgeving. De bedrijfsactiviteiten kunnen risicovol zijn en resulteren vaak in de productie van geur, luchtverontreiniging en geluid. Bij het ontwerp van de fysieke omgeving is hier rekening mee gehouden door een adequate afstand te bewaren tussen de bedrijfsactiviteiten en kwetsbare objecten, zoals woningen en voorzieningen waar mensen samen komen, zoals winkels en scholen. Op de naleving van de milieuvoorschriften wordt strikt toezicht gehouden. Hierbij wordt de toegestane milieucategorie als toetsingskader gehanteerd.

Beekdaelen zet de komende jaren in op:

  • a.

    Verbeteren van de ontsluiting en de bereikbaarheid van de bedrijfsgebieden, ook met het openbare vervoer en de fiets.

  • b.

    Zo nodig actief verplaatsen van bedrijfsactiviteiten die de leefomgeving belasten richting ‘De Horsel’.

  • c.

    Verplaatsen van bedrijven die momenteel gevestigd zijn op het bedrijventerrein De Reuken naar een ander bedrijfsgebied.

  • d.

    Onderzoeken van de mogelijke uitbreiding van het industrieterrein ‘De Horsel’.

  • e.

    Omvormen van bedrijfsgebied ‘De Reuken’ tot een nieuwe woonwijk.

  • f.

    Handhaven en opfrissen van het bedrijventerrein ‘De Steeg’ op de huidige locatie.

  • g.

    Ruimte beschikbaar hebben om nieuwe bedrijven op het energienetwerk aan te sluiten.

  • h.

    Stimuleren van bedrijven op de bedrijventerreinen om het eigen terrein klimaatrobuust in te richten en te experimenteren met energieopslag.

  • i.

    Toezicht houden op geluidsniveaus, emissies en veiligheidsmaatregelen om negatieve impact op de omringende woongebieden zo laag mogelijk te houden

  • j.

    Het inrichten van het bedrijventerrein ‘Roode Beek’ is een nog te vervullen ambitie.

42A_fietspaden.jpg
43_foto.jpg

Buitengebied in Beekdaelen

De identiteit van Beekdaelen wordt in sterke mate bepaald door haar grote buitengebied. Dé plek waar voedsel wordt geproduceerd, drinkwater wordt gewonnen, water wordt geborgen en in de toekomst energie wordt opgewekt. Dé plek waar flora en fauna de ruimte krijgen, maar waar tegelijkertijd ook wordt gewerkt en gewoond. Dé plek waar mensen hun vrije tijd door brengen door te wandelen, te fietsen, te sporten, een auto- of motortourtocht te maken, te vissen of een terrasje te pakken. En dé plek waar veel mensen zich individueel dan wel georganiseerd inzetten om cultuurhistorische of natuurlijke waarden te beschermen en te beheren. Kortom; in het buitengebied komen ecologische, economische en maatschappelijke functies samen en soms botst dat.

Het landelijke gebied van de gemeente Beekdaelen staat bekend om zijn gevarieerde landschap, dat wordt gekenmerkt door hoogteverschillen, bossen, weiden, een rijke cultuurhistorie, plateaus en beekdalen. Binnen dit gebied liggen waardevolle en tegelijkertijd kwetsbare natuurgebieden, waarvan sommige vallen onder de bescherming van Natura 2000 en het Natuur Netwerk Nederland. Deze natuurlijke habitats bieden onderdak aan diverse (beschermde) dieren en insecten. Inwoners en bezoekers die op zoek zijn naar rust en verbondenheid met de natuur, zijn hier te gast.

44_buitengebied.jpg

Zeventig procent van het buitengebied is in gebruik door de agrarische sector. Weidse agrarische velden strekken zich uit tussen de plateaus en de pittoreske beekdalen. Door dit landschap verspreid liggen karakteristieke boerderijen en historische gebouwen, die niet alleen bijdragen aan de unieke uitstraling van het gebied, maar die ook een culturele en esthetische waarde vertegenwoordigen.

Het landschap van de gemeente Beekdaelen kan worden onderverdeeld in vier deelgebieden op basis van zijn geomorfologische kenmerken en landgebruik. De karakteristieke tweedeling tussen gesloten beekdalen en open plateaus vormt de basis voor deze indeling. Er zijn vier landschappelijke deelgebieden, waarvan de grenzen niet hard worden vastgesteld, maar die in elkaar over lopen. Elk deelgebied heeft zijn eigen unieke functie, eigenschappen en kenmerken:

  • a.

    Dal van de Roode Beek/RodeBach

  • b.

    Plateau vam Doenrade

  • c.

    Geleenbeekdal

  • d.

    Plateau van Schimmert/Het Centraal Plateau

Beekdaelen zet de komende jaren in op:

  • a.

    Initiatieven gericht op het behoud van biodiversiteit en ecologische balans.

  • b.

    Kwaliteitsverbetering en versterking van het landschap volgens de ‘leidende beginselen’ en ‘ontwerpprincipes’ uit het Handvat Kernkwaliteiten Nationaal Landschap Zuid-Limburg (zie ook: het ‘Landschapskader Beekdaelen’).

  • c.

    De aanwezigheid van landbouw resulteert in grote, open ruimtes die waardevol zijn voor de beleving. Wij faciliteren de transitie naar een meer klimaatneutrale en natuurinclusieve landbouw.

  • d.

    Uitbreiding en verbetering van het fijnmazig recreatief netwerk (o.a. met boerenlandpaden) en de daarbij horende voorzieningen, met oog voor het landschap.

  • e.

    In het buitengebied wordt op minder kwetsbare locaties grootschalig energie opgewekt met zonneparken en mogelijk windmolens. De gemeenschap bepaalt mede de locatie en profiteert mee.

  • f.

    Versterken van de sponswerking van de bodem: vasthouden, infiltreren en vertraagd afvoeren van (regen)water en stimuleren om het buitengebied waterrobuust en klimaatbestendig in te richten.

  • g.

    Behoud en waar mogelijk versterking van bestaande natuur.

  • h.

    Het versterken en verbinden van gebieden die deel uitmaken van het natuurnetwerk Nederland.

  • i.

    Ruimte bieden aan kleinschalige ontwikkelingen aan de randen van de kernen die rekening houden met behoud van de waarden in het gebied en mits deze van maatschappelijk toegevoegde waarde zijn.

  • j.

    Herstellen van Natuurpark Roode Beek/ Rodenbach.

  • k.

    In het waterwingebied in de Schinveldse bossen wordt ook in toekomst kwalitatief hoogwaardig drinkwater gewonnen.

  • l.

    Historische groenstructuren worden beschermd en waar mogelijk in ere hersteld op basis van cultuurhistorisch onderzoek.

  • m.

    Het wandelconcept ‘knopen lopen’ wordt gemeentebreed uitgerold en versterkt het recreatieve netwerk.

  • n.

    Het verstreken van het fietsnetwerk en het uitbreiden van de Beekdaelenroute.

  • o.

    Door multifunctioneel grondgebruik is een gedeelte van vrijkomende agrarische grond ook voor energie-opwek (zonnepanelen) en waterberging/ natuurbeheer gebruikt. De agrariër krijgt de ruimte om te experimenteren met nieuwe verdien-modellen.

  • p.

    De wegen buiten de bebouwde kom zijn veilig èn bereikbaar. De snelheid is 60 km/u en bij drukke verbindingswegen heeft langzaam verkeer waar mogelijk een parallelvoorziening.

  • q.

    We zorgen voor beter toezicht in buitengebied om criminaliteit en drugs-overlast te voorkomen. We werken niet mee aan initiatieven die criminele activiteiten in de kaart spelen.

45_foto.jpg

8. Beekdaelen in de regio

8.1 Inleiding

De ontwikkelingen in Beekdaelen staan natuurlijk niet op zichzelf. Ook in de regio vinden allerlei ontwikkelingen plaats die van invloed kunnen zijn op onze gemeente. Daarom hebben we actief contact met buurgemeenten, de provincie Limburg en ketenpartners en nemen we deel aan verschillende (Eu)regionale samenwerkingsverbanden. Samen met die partners blijven we werk maken van belangrijke regionale opgaven. Tijdens de totstandkoming van deze omgevingsvisie waren alle aangrenzende gemeenten uitgenodigd om mee te denken. Ook was er ruimte voor reacties op de gepubliceerde ontwerp omgevingsvisie.

De samenhang in het ruimtelijke domein
46_ruimtelijk_domein.jpgNovex Zuid-Limburg
48_foto.jpg
8.2 Nationale Omgevingsvisie

In de nationale omgevingsvisie heeft het Rijk keuzes gemaakt om te waarborgen dat we over dertig jaar nog steeds prettig, veilig en gezond in Nederland wonen, werken en recreëren. De vraagstukken zijn groot en ingewikkeld. Denk aan het bouwen van een miljoen nieuwe woningen, ruimte voor duurzame energie, aanpassen aan een veranderend klimaat, ontwikkeling van een schonere economie en de omschakeling naar andere vormen van landbouw. Al deze ‘transities’ vragen aandacht en vooral ruimte. Ze moeten in samenhang bekeken worden, waarbij de omgevingskwaliteit centraal staat. Keuzen zijn onvermijdelijk. De NOVI hanteert drie afwegingsprincipes:

  • a.

    Combinaties van functies gaan voor enkelvoudige functies;

  • b.

    Kenmerken en identiteit van een gebied staan centraal;

  • c.

    Afwentelen wordt voorkomen.

De belangrijkste keuzes in de NOVI:

  • a.

    een klimaatbestendige inrichting van Nederland zodat. Nederland de klimaatveranderingen aankan.

  • b.

    de verandering van de energievoorziening. Bij de inpassing van duurzame energie heeft het Rijk oog voor omgevingskwaliteit.

  • c.

    de overgang naar een circulaire economie, waarbij het Rijk tegelijk goed kan blijven concurreren en een aantrekkelijk vestigingsklimaat bieden.

  • d.

    de ontwikkeling van het Stedelijk Netwerk Nederland. Hiermee stuurt het Rijk op een goed bereikbaar netwerk van steden.

  • e.

    het bij elkaar plaatsen van logistieke functies (bijvoorbeeld distributiecentra, datacenters) om hiermee de openheid en de kwaliteit van het landschap te behouden.

  • f.

    het toekomstbestendig maken van het landelijk gebied in goed evenwicht met de natuur en landschap. Het Rijk werkt bijvoorbeeld aan de overgang naar de kringlooplandbouw.

Gebieden met veel gestapelde opgaven zijn aangewezen als NOVEX-gebieden. Ook de regio Zuid-Limburg waar Beekdaelen deel van uitmaakt, is door het Rijk aangewezen als NOVEX-gebied. In de regio Zuid-Limburg overstijgt de optelsom van de ruimtelijke claims voortkomend uit de kaders, ruim de draagkracht van het landschap. Om richting te geven aan de doorontwikkeling van de regio Zuid-Limburg hebben het Rijk, de provincie Limburg en alle Zuid-Limburgse gemeenten samen het ‘Ontwikkelperspectief NOVEX’ opgesteld. Dit ontwikkelperspectief schetst drie themalijnen die als hefboom fungeren of randvoorwaardelijk zijn voor de ontwikkeling van de regio Zuid-Limburg:

  • a.

    Circulaire economie;

  • b.

    Groenblauwe kwaliteit;

  • c.

    Verstedelijking nabij IC-knooppunten.

De (economische) toekomst van Zuid-Limburg is een grensoverstijgende kennis- en circulaire economie. Beekdaelen versterkt de economische corridor rondom de A76, waarmee de ruimte fungeert als verbindende schakel tussen Chemelot en de Brightlands campussen. Dit gebied dient als een proeftuin voor innovaties op het gebied van kennis en circulaire economie.

Het vijfsterrenlandschap staat onder druk door landbouw, toerisme en opgaven op het gebied van energie, wonen, stikstof en water. De beschikbare ruimte in het buitengebied is te beperkt om al deze uitdagingen adequaat aan te pakken. Beekdaelen staat voor de taak om keuzes te maken, waarbij het prioriteren van gecombineerde functies centraal staat, in lijn met het eerder geschetste toekomstbeeld.

Delen van Zuid-Limburg hebben onaanvaardbare achterstanden in leefbaarheid, gezondheid en ontwikkelkansen, die vragen om een aanpak. Beekdaelen wordt minder geconfronteerd met dergelijke achterstanden, maar er is wel ruimte om een bijdrage te leveren aan de doorontwikkeling van de regio, bijvoorbeeld met hoogwaardige kwalitatieve uitbreiding van de woonvoorraad.

8.3 Provinciale Omgevingsvisie

Het beeld dat de provincie Limburg heeft op de toekomst van Zuid-Limburg sluit aan bij het toekomstbeeld van de gemeente Beekdaelen. Op 1 oktober 2021 heeft de provincie Limburg de provinciale omgevingsvisie vastgesteld. Ten tijde van de ontwikkeling van deze omgevingsvisie, werkt de provincie aan een actualisatie van haar provinciale omgevingsvisie. In deze visie geeft de provincie Limburg haar lange termijn visie (2030-2050) op de fysieke leefomgeving. In de visie komen allerlei onderwerpen aan bod zoals wonen, bodem, infrastructuur, energie, economie, landbouw, water, natuur, landschap en cultureel erfgoed, maar ook gezondheid en de gezonde leefomgeving. De provincie Limburg heeft er voor gekozen om voor de deelgebieden Noord-, Midden- en Zuid-Limburg een eigen visie te maken. Zo geeft de provincie richting aan de manieren waarop Limburg klaargestoomd wordt voor de toekomst.

De provincie zoekt naar de balans tussen het beschermen én benutten van de fysieke leefomgeving waarin we leven, wonen, werken, leren en vrije tijd besteden. De provincie onderscheidt in haar visie drie belangrijke speerpunten:

  • a.

    een aantrekkelijke, sociale, gezonde en veilige leefomgeving in zowel stedelijk c.q. bebouwd gebied als landelijk gebied;

  • b.

    een toekomstbestendige, innovatieve en duurzame economie (inclusief landbouwtransitie);

  • c.

    klimaatadaptatie en energietransitie.

Voor Zuid-Limburg schetst de provincie als perspectief voor 2050 een regio die haar potentie als ‘Europese schakelregio’ optimaal heeft weten te ontwikkelen. Met een hoge ruimtelijke kwaliteit en een eigen economische kracht, gebruik makend van de gunstige positie tussen de nabijgelegen West-Europese metropolen. Naast snelle verbindingen met de rest van Nederland zijn gelijkwaardige verbindingen gerealiseerd over de grens richting België en Duitsland. Ook is een duurzame, betrouwbare en veilige energievoorziening gerealiseerd, met de daarbij horende (grensoverschrijdende) energie-hoofdstructuur. De regio biedt een bijzonder aantrekkelijke omgeving om te wonen, te werken en te recreëren, voor zowel inwoners als toeristen. De regio trekt nieuwe inwoners aan, want het op peil houden van het inwoneraantal draagt bij aan het behouden en verbeteren van een brede welvaart. Zuid-Limburg heeft zich in 2050 ontwikkeld tot een circulaire samenleving, waarin onder andere de Chemelot-site en campus als motor en proeftuin functioneren. De omschakeling naar een niet-fossiele samenleving is ook in de mobiliteitssystemen doorgevoerd.

Zuid-Limburg beschikt voor wat betreft wonen en leven over een uniek en prettig leefklimaat waar twee omgevingen beide aanwezig zijn: zowel een snelle stedelijke omgeving als een rustige, ontspannen, natuurlijke en natuurrijke omgeving. Daarnaast zijn er suburbane gebieden die een groen en aantrekkelijk woonmilieu bieden. Bij de ontwikkeling geeft het principe ‘meer stad, meer land’ richting. In het unieke buitengebied zijn de bijzondere landschappelijke kwaliteiten in combinatie met een hoge dichtheid aan cultuurhistorische elementen en een omgeving van onthaasting in stand gehouden, waardoor het gebied van grote waarde is voor de regio. Het (ruimtelijk) raamwerk, waarbij de focus ligt op het borgen van de kwaliteit van het landelijk gebied, de relatie stad-land, duurzame mobiliteit en een klimaatbestendig landschap, is goed op orde. De transformatieopgaven waar Zuid-Limburg voor staat, zijn gerealiseerd en sociale achterstanden ten opzichte van het gemiddelde in Nederland zijn ingelopen. De wijze waarop staat omschreven in de ‘Agenda Zuid-Limburg’ waarin een aantal toonaangevende projecten zijn opgenomen, de zogenaamde ‘flagships’.

In de voorbije jaren hebben gemeenten, bedrijven, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen samen met Rijk, Provincie en Waterschap de handen ineengeslagen en belangrijke stappen gezet. In essentie zet Zuid-Limburg in op het realiseren van een nieuwe schaalsprong. Hiervoor is de betrokkenheid van de Rijksoverheid van cruciaal belang. Deze betrokkenheid is vastgelegd in het ‘Ruimtelijk Arrangement’ en wordt vervolgens verder uitgewerkt in de aanscherping van de Provinciale Omgevingsvisie, waarin deze afspraken beleidsmatig worden verankerd.

8.4 Parkstad

Beekdaelen maakt deel uit van de regio Parkstad waarmee wij werken aan gemeente overstijgende ambities. De regio Parkstad heeft unieke kwaliteiten en bijzondere opgaven, en daarom werken we met innovatieve en soms aparte oplossingen. We durven anders te kijken naar onze opgaven en zetten ze waar mogelijk in als kans om de kwaliteiten van Parkstad te versterken. In onze ambities verknopen we de vaak thematische opgaven en benaderen ze vanuit onze overkoepelende kwaliteiten. Op die manier bedenken we oplossingen die in de regio thuishoren.

De wijze waarop en waaraan wordt samengewerkt is in het integraal afstemmingskader GOVI’s Parkstad vastgelegd. Dit kader bevat een inspirerend gezamenlijk vergezicht richting 2040 en een samenhangend overzicht van de belangrijkste kwaliteiten, opgaven en ambities. De regio Parkstad biedt ruimte voor goede ontwikkeling zoals verwoord in het ‘Nieuwe Narratief’. De kwaliteiten die de regio graag wil behouden en versterken zijn samengevat onder:

uniek grensoverschrijdend landschap;

  • a.

    plek voor iedereen;

  • b.

    geschiedenis is rijk aan variatie;

  • c.

    uitersten en contrasten;

  • d.

    Euregionale agglomeratie.

De regio ziet een aantal maatschappelijke opgaven op zich af komen. Op het gebied van wonen ligt er een grote kwaliteits- en verdunningsopgave voor de particuliere voorraad. Op mobiliteitsgebied wordt ingezet op meer fietsgebruik. Een belangrijke economische opgave is het versterken van de hoofdstructuren op het gebied van winkels, bedrijventerreinen en kantoren.

49_afstemming.jpg

Ter versterking van de vrijetijdseconomie wordt de (omgevings)identiteit meer beleefbaar gemaakt. Ook met betere toeristisch-recreatieve verbindingen. De energieopgave bestaat uit het verminderen van de vraag, het opwekken van hernieuwbare energie en de warmtetransitie. De klimaatopgave vraagt om meer ruimte voor water en groen. Op het gebied van landbouw wordt ingezet op het circulair maken van de landbouw, waarbij er de wens is om ongewenste effecten op landschap, leefomgeving en natuur te verminderen. Al deze opgaven worden vanwege de grensligging bekeken vanuit een grensoverschrijdende context.

Parkstad laat zich niet limiteren door de grenzen met onze buren en de grenzen van traditionele methoden. Daarom is er een set ambities bepaald die uitgaat van de Parkstadse kwaliteiten en een innovatieve en grensoverschrijdende manier van denken en doen. Die ambities zijn integraal en dagen overheden en initiatiefnemers uit om er integraal aan te werken. Elke ontwikkeling moet dan ook bekeken moet worden vanuit al deze ambities. Dus geen woningbouw zonder na te denken over het klimaat en geen energietransitie zonder oog voor landschappelijke kwaliteiten.

Ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving dienen bij te dragen aan het realiseren van of te passen binnen het Nieuwe Narratief. Bij het uitwerken van de ambities en het werk maken van de toekomst van Parkstad worden een aantal principes gehanteerd die ongeacht plek, ambitie of initiatief leidend zijn. Nieuwe ontwikkelingen worden integraal afgewogen. Op deze wijze komen de overheden binnen Parkstad, waaronder Beekdaelen, tot een gemotiveerd integraal besluit.

  • a.

    combinaties van functies gaan voor enkelvoudige functies;

  • b.

    kenmerken en identiteit van een gebied staan centraal;

  • c.

    afwenteling voorkomen: een ontwikkeling mag niet op een later moment of op een andere plek voor problemen zorgen;

  • d.

    chakelen tussen schalen: de balans tussen de regio en de individuele gemeenten en de omliggende regio’s;

  • e.

    maatschappelijke opgaven als bouwsteen bij ruimtelijke ontwikkelingen.

8.5 Middengebied Zuid-Limburg

De samenwerking Middengebied (M9) is een samenwerking van de gemeenten Beekdaelen, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Meerssen, Simpelveld, Stein, Vaals, Valkenburg aan de Geul en Voerendaal. Het Middengebied Zuid-Limburg ligt geografisch tussen de Limburgse tripool: Heerlen, Maastricht Sittard-Geelen, en het buitenland. Het Middengebied kenmerkt zich landschappelijk door het reliëf, de cultuurhistorische elementen en gebouwen, het groene karakter en het contrast tussen open en gesloten gebieden. Het is een gebied met unieke vergezichten, rust, stilte en schone lucht en vormt de groene long voor Zuid-Limburg. Een plek waar ook veel mensen wonen en werken in de velen kleine steden, dorpen en gehuchten.

Het Middengebied Zuid-Limburg is een netwerksamenwerking. Er is sprake van een “coalition of the willing”. Per thema wordt bezien wat het best passende schaalniveau is om gezamenlijke doelen én uitvoeringskracht uit deze regio te realiseren. Samenwerking in het Middengebied maakt zich hard voor de economische welvaart van deze regio. Het Zuid-Limburgse landschap vormt hierin een belangrijke verbindende factor. Het landschap nodigt als uit tot nieuwe ideeën en concepten. Het behouden en het versterken van dit unieke kapitaal vormt een belangrijke uitgangspunt. Samen met inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners gaan de netwerkpartners op zoek naar nieuwe (kleinschalige) verdienmodellen, een omschakeling naar een meer natuur inclusieve landbouw en een versterking van het toeristisch product. Er wordt ingezet op kwaliteit, kleinschaligheid en innovatie:

  • a.

    Het Middengebied ontwikkelen als experimenteerregio op het gebied van energietransitie en duurzaamheid;

  • b.

    het activeren van de ‘groene long’ functie van het Middengebied: een gezondheidsoase van hoge luchtkwaliteit in Zuid-Limburg;

  • c.

    het positioneren van het Middengebied als centrum van integrale kwaliteitslandbouw met focus op de productie voor de lokale afzet, korte ketens en agrariërs als landschapsbeheerders;

  • d.

    Het Middengebied als ‘creative high-land’ voor vernieuwend, kleinschalig ondernemerschap;

  • e.

    het benutten van de sterke sociale samenhang en saamhorigheid al aantrekkingsfactor voor zowel jong als oud;

  • f.

    de ontwikkeling van de Zuid-Limburg tot een ‘green destination’, het duurzaam maken van de hele toeristische sector.

De Middengebied-ontwikkelingen komen samen in de Euregionale proeftuin GreenExperience. Met de proeftuin wordt een ontwikkeling gestart richting kenniscentrum en fieldlab, waarin experimenten op het gebied van landschap, landbouw, voedsel, gezondheid, samenleven, vrijetijdseconomie, ondernemen en duurzaamheid de ruimte krijgen. De proeftuin wordt gevormd door een samenwerking (fysiek en virtueel) met overheden, onderwijs en wetenschap, bedrijfsleven en burgers/maatschappij (quattro helix), waarin experimenten, kennis en innovatie elkaar versterken. GreenExperience is daarmee doel én middel in één.

Het Strategisch Actieplan Middengebied Zuid-Limburg gaat in op de beleidsuitdagingen voor gemeenten in het groene hart van de regio. Van het waarderen van ‘landschapskapitaal’ tot het vinden van nieuwe, ‘kleine’ verdienmodellen: het Zuid-Limburgse landschap zet aan tot het ontwikkelen van nieuwe economische structuren en samenwerkingen. Binnen het Middengebied zelf, maar (vooral) ook in relatie tot de omliggende, verstedelijkte gebieden én de grensregio met België en Duitsland.

50_strategische_kaart.jpg

9. Uitvoering

9.1 Inleiding

De gemeente wil actief werk maken van de ambities in de omgevingsvisie. Dat doen we in programma’s, de verankering in het omgevingsplan, het stimuleren van gedrag door subsidies en voorlichting of met daadwerkelijke realisatie van projecten. Werken met de Omgevingswet vereist een andere manier van de denken en een andere manier van werken. Het fysieke, sociale en economische domein worden integraal aan elkaar verbonden.

Als gemeente staan we hiervoor niet alleen zelf ‘aan de lat’. We doen het samen met onze inwoners, ondernemers, maatschappelijke organisaties en partners. Het uitgangspunt van de Omgevingswet is ontwikkelingen mogelijk maken en tegelijkertijd de kwaliteit van de leefomgeving waarborgen. Met de omgevingsvisie laten we op hoofdlijnen zien hoe we in het licht van het gewenste toekomstbeeld 2040, initiatieven willen ondersteunen. Tegelijkertijd hebben we in deze omgevingsvisie aangegeven hoe we aanwezige kwaliteiten in de leefomgeving willen beschermen.

In dit hoofdstuk beschrijven we hoe we de omgevingsvisie willen operationaliseren. We gaan daarbij in op onze sturingsfilosofie en de doorwerking van de omgevingsvisie in de andere planologische instrumenten uit de Omgevingswet. Hierom beschrijven we ook wat er moet gebeuren om een ontwikkeling van de grond te krijgen. Daarnaast geven we weer hoe we de uitvoering van onze gestelde ambities in de visie monitoren en hoe we omgaan met het actueel houden van de visie.

51_foto.jpg
9.2 Sturingsfilosofie

Wij zijn van mening dat de traditionele rol van een gemeente niet meer past bij hetgeen de samenleving van ons verwacht. De samenleving is wendbaarder geworden en de gemeente beweegt mee met de behoefte. Dit betekent een andere manier van denken en een andere manier van werken. De wijze waarop de gemeente zich verhoudt tot onze gemeenschap staat omschreven in onze strategische visie. Eigenlijk komt het er op neer dat de gemeente de gemeenschap in haar kracht zet en hiervoor de juiste randvoorwaarden schept. Iedereen in Beekdaelen die wil kan meedoen, onze filosofie is niet voor niets ‘Beekdaelen maken we samen’.

Als we ons zelf in de spiegel bekijken dan zien wij een gemeente die volop in ontwikkeling is. Op dit moment werken we samen, verbinden wij partijen en we zijn resultaatgericht. We smeden allianties en zetten in op co-creatie. Tegelijkertijd werken wij doelmatig, risicobewust en hanteren wij planning & control. We werken efficiënt en initiëren zelf. Dit beeld sluit het meest aan op ‘De presterende overheid’ en ‘De samenwerkende overheid’.

52_schema.jpg

Wij hebben als gemeente hoge ambitie om de democratie meer van onderop te faciliteren. We gaan meer gebiedsgericht werken en bieden onze inwoners de ruimte om zelf met goede initiatieven te komen. Ook willen wij de expertise van onze inwoners meer inzetten bij besluitvorming, onze Burgerinitiatieftafel en de Duurzaamheidstafel zijn hier goede voorbeelden van. Onze bestuurscultuur sluit meer aan bij de ‘netwerkende’ en ‘responsieve’ overheid. Hierbij staat ‘van buiten naar binnen werken’ centraal. Dat is voor ons een belangrijke leidraad. We zetten daarom meer in op alliantievorming en het zoeken naar partners om gezamenlijke doelen of belangen te behalen. Dit doen we met een relatiegerichte houding en we moedigen actief burgerschap aan. Deze kanteling gaat samen met een organisatorische opgave. De transitie verwezenlijken wij niet van vandaag op morgen, maar we timmeren nu al een aantal jaar hard aan de weg en de eerste resultaten van onze aanpak beginnen zichtbaar te worden.

53_schema.jpg

Dit neemt niet weg dat het belangrijk is te benoemen dat we voor verschillende opgaven verschillende sturingsfilosofieën nodig zullen hebben om het gewenste resultaat te behalen. In de dagelijkse praktijk komen dan ook alle sturingsfilosofieën voor. We werken dit verder uit in de programma’s en bij concrete projecten. De sturingsfilosofie gaat overigens niet alleen over de rolneming van de gemeente ten opzichte van de samenleving maar ook over de rolneming van de raad ten opzichte van het college. In Beekdaelen vinden we het belangrijk dat de raad nauw betrokken is en blijft bij de uitvoering van deze omgevingsvisie.

9.3 Relatie instrumenten onder de Omgevingswet

Inleiding

Onze omgevingsvisie is één van de instrumenten die de gemeente gebruikt bij de uitvoering van de Omgevingswet. Samen met de omgevingsprogramma’s, het omgevingsplan en omgevingsvergunning vormt de omgevingsvisie het gemeentelijk kader en een set van regels voor de uitvoering. De verschillende instrumenten worden in samenhang ontwikkeld en actief gemonitord en aangescherpt. De afbeelding hieronder illustreert het cyclische systeem van de verschillende instrumenten onder de Omgevingswet. De instrumenten zijn niet statisch maar werken samen en vullen elkaar aan.

54_schem.jpg

Stap richting omgevingsvisie 2.0

Met deze eerste omgevingsvisie zet Beekdaelen een eerste stap richting volledige strategische beleidsintegratie. Het uiteindelijke doel is dat de omgevingsvisie de centrale plek wordt voor al het strategisch ruimtelijk beleid. Dat betekent dat er vanaf nu geen andere thematische visies meer als losstaand beleid worden vastgesteld. Om die beleidsintegratie te realiseren beschouwen we de omgevingsvisie als een ‘levend’ document dat continu aangescherpt wordt.

Vanzelfsprekend gaan we als gemeente wel verder met het uitwerken van bepaalde thema’s parallel aan de omgevingsvisie. Maar deze worden niet meer uitgewerkt tot losstaande beleidsstukken, maar integraal meegenomen in een herziening van deze omgevingsvisie. Via programma’s werken we bijvoorbeeld aan de uitwerking van een bepaald thema, een specifieke gebiedsuitwerking of anderszins. De strategische uitkomsten van een verdiepingsslag moeten uiteindelijk weer landen in de omgevingsvisie en omwille van een goede borging verwerkt worden in het omgevingsplan.

In deze zogenaamde 1.0 versie van de omgevingsvisie hebben we alle ruimtelijke thema’s en de verschillende (bestaande) beleidstrajecten en ontwikkelingen met elkaar verbonden. In de omgevingsvisie 2.0 zetten we een volgende stap in het integreren van nieuw strategisch ruimtelijk beleid en de aangegeven thematische/gebiedsgerichte programma’s. Daarbij willen we ook meer gaan sturen op ‘big data’.

Omgevingsprogramma

Verschillende ambities werkt Beekdaelen ieder uit in thematische omgevingsprogramma’s. In deze programma’s vertalen wij het strategisch beleid naar tactisch en vervolgens waar nodig naar operationeel niveau.

Het omgevingsprogramma is vormvrij, zelfbindend en wordt door het college vastgesteld. De programma’s bevatten een nadere thematische uitwerking, een doorkijk naar de regio en een uitvoerings- en monitoringsparagraaf. Een wijziging in één programma kan op haar beurt invloed hebben op de andere programma’s. Bij iedere keuze die wij maken vindt een integrale afweging plaats binnen de programma’s en al dan niet een actualisatie van de omgevingsvisie.

55_schema.jpg

Omgevingsplan

Belangrijk is de bepaling in de Omgevingswet dat een gemeente één omgevingsplan kent. Dit betekent dat het systeem zoals we dat nu kennen met verschillende bestemmingsplannen voor het stedelijk- en het buitengebied, niet meer aan de orde zal zijn. Ook alle onderdelen uit de verordeningen die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving, moeten in het omgevingsplan worden opgenomen. Het omgevingsplan is het enige kerninstrument uit de Omgevingswet dat de burger en bedrijven rechtstreeks bindt. Voor de gemeente is de (lokale) omgevingsvisie zelfbindend: ze bindt alleen het bestuursorgaan (bevoegd gezag) dat het document heeft vastgesteld. De omgevingsvisie wordt zodanig opgesteld dat de stap naar het omgevingsplan beleidsmatig relatief eenvoudig is te maken. We hebben namelijk in deze omgevingsvisie al de kernkwaliteiten en beleidsprioriteiten van Beekdaelen als geheel - en per deelgebied - opgenomen die in het omgevingsplan verder uitgewerkt kunnen worden.

Het doel is dat op basis van het omgevingsplan een deel van de verzoeken snel kan worden beoordeeld en dat voor een deel een nadere afweging nodig is. Als een initiatief niet blijkt te passen in het omgevingsplan, dan kan hiervan afgeweken worden en kunnen we terugvallen op de omgevingsvisie. Hiervoor zullen de in hoofdstuk vijf opgenomen kaders voor inrichting van de fysieke leefomgeving voor Beekdaelen als geheel en voor de verschillende gebiedstypen worden aangehouden als kwalitatief kader, waarmee de gemeenteraad de beoordeling van initiatieven in vertrouwen loslaat aan het college van burgemeester en wethouders.

9.4 Grond en financiën

Inleiding

Beekdaelen is een plek waar je leeft en werk met het landschap. Dit brengt ook de nodige investeringen met zich mee. We verwachten te investeren op het gebied van onder andere water, groen, infrastructuur, (maatschappelijke) voorzieningen, gebouwen en duurzaamheid. Investeren in de uitvoering is een proces van keuzes maken, want middelen en ruimte zijn schaars. De financiering van projecten die passen binnen of voortvloeien uit deze visie wordt per project of gebied uitgewerkt, waarna besluitvorming zal volgen volgens de regels die de raad daarvoor heeft gesteld. De gemeente moet daarbij de kosten inpassen in de budgetten die daarvoor beschikbaar zijn of moet met samenwerkingspartners, medeoverheden of private partijen zorgen voor aanvullende financiële ruimte. Omdat ook private partijen gaan profiteren van deze investeringen, kan de gemeente waar mogelijk ook hen om een bijdrage vragen. Op die manier draagt iedereen in Beekdaelen bij het behoud en ontwikkeling van het landschap en de dorpen.

Op hoofdlijnen bestaan er (onder de Omgevingswet), vanuit de gemeente bekeken, vier dekkings-mogelijkheden om investeringen te bekostigen:

  • a.

    gemeentelijke exploitatie;

  • b.

    subsidies en bijdragen;

  • c.

    gemeentelijke grondexploitatie;

  • d.

    kostenverhaal en financiële bijdragen op basis van de Omgevingswet.

Grondbeleid

De Nota Grondbeleid beschrijft de wijze waarop wij invulling geven aan de wettelijke verplichting tot het verhalen van kosten. Beekdaelen past in principe een situationeel grondbeleid toe om de gemeentelijke ambities en doelen te realiseren. Een situationeel grondbeleid speelt goed in op de dynamiek en de behoefte aan flexibiliteit. Per situatie wegen we als gemeente af welk type grondbeleid geschikt is. Zo ontstaat er, als het maatschappelijke, ruimtelijke belang daarom vraagt, meer ruimte voor een actievere rol van de gemeente. Verder geeft deze werkwijze enerzijds meer bestuurlijke duiding en anderzijds meer inhoudelijke kaderstelling.

De bestuurlijke duiding zien we terug in de leidende principes: opgavegericht, slagvaardig en samenwerkend. In het omgevingsplan of in een omgevingsprogramma worden waar nodig aanvullende regels opgenomen over financiële bijdragen.

De verdieping op het type grondbeleid en de zorgvuldigheid bij het toepassen ervan, komen voort uit de volgende cumulatieve afwegingskaders:

  • a.

    Draagt de aankoop bij aan één of meerdere gemeentelijke beleidsdoelstellingen?

  • b.

    Is het initiatief een ruimtelijk gewenste ontwikkeling?

  • c.

    Is het initiatief financieel acceptabel?

  • d.

    Zijn de risico’s acceptabel?

  • e.

    Is de gemeentelijke organisatie (politiek en ambtelijk) klaar voor actief grondbeleid en bijbehorende instrumenten?

De gemeente heeft diverse instrumenten tot haar beschikking om gronden te verwerven. Per ontwikkeling bekijken wij welke van de volgende instrumenten het beste past:

  • a.

    minnelijke verwerving;

  • b.

    strategische verwerving;

  • c.

    voorkeursrecht;

  • d.

    onteigening.

Jaarlijks worden de grondprijzen van de gemeente Beekdaelen geïndexeerd en vastgesteld door de gemeente. Indien noodzakelijk kan de gemeente gemotiveerd afwijken van de vastgestelde grondprijzen. Hierbij gaat het om locatiegebonden specifieke omstandigheden die een andere methode dan wel grondprijs rechtvaardigen. Dan kan bijvoorbeeld gekozen worden voor een taxatie. In de nota grondbeleid is vastgesteld dat bij ontwikkelingen met een maatschappelijk belang waar de gemeente grond uitgeeft, zoals bijvoorbeeld bij woningbouw, ook erfpacht kan worden overwogen.in overweging genomen kan worden.

Kostenverhaal en financiële bijdragen

De gemeente Beekdaelen heeft in de omgevingsvisie ambities en opgaven opgenomen waarvoor investeringen nodig zijn. De financiële uitvoerbaarheid hiervan is dynamisch en voortdurend aan verandering onderhevig. De gemeente zal als trekker van deze maatschappelijke opgaven (een deel zal door andere partijen worden uitgevoerd) delen hiervan bekostigen. Ontwikkelaars van bouwlocaties hebben echter ook profijt van die investeringen. Daarom is de gemeente op grond van de Omgevingswet verplicht om de kosten die zij als gemeente maakt voor een bouwinitiatief, te verhalen op de initiatiefnemers. Dit gebeurt onder meer naar redelijkheid en mate van profijt.

Indien de gemeente voor eigen rekening en risico de grondexploitatie uitvoert, dan vindt kostenverhaal plaats via de gemeentelijke gronduitgifte. De grondopbrengsten moeten de kosten voor bijvoorbeeld verwerving, civiele werken en plankosten dekken.

Het komt vaker voor dat een private partij (zoals een bouwer, een ontwikkelaar of een particuliere initiatiefnemer) een bouwplan wil realiseren op eigen grond. In dat geval voert niet de gemeente Beekdaelen, maar de betreffende private partij voor eigen rekening en risico de grondexploitatie. De betrokken initiatiefnemer draagt de kosten in principe zelf. In veel gevallen kan de realisatie van een dergelijk bouwplan niet plaatsvinden zonder de medewerking van de gemeente. Het kan zijn dat de (ondergrondse) openbare ruimte moet worden aangepast en/of dat er een planologische maatregel nodig is om het bouwplan in te kunnen passen in het omgevingsplan. De gemeente Beekdaelen maakt dan kosten. Deze kosten kan de gemeente verhalen op de private initiatiefnemer. De initiatiefnemer betaalt een vergoeding aan de gemeente.

Eerst wordt een initiatief beoordeeld door de intake- en/of de omgevingstafel. De in het kader van die behandeling te maken ambtelijke kosten vallen onder de toepassing van de Legesverordening. De kosten die de gemeente maakt nadat deze beoordeling heeft plaatsgevonden, waarin de legesverordening niet voorziet, worden verhaald via de voorovereenkomst, een zogeheten intentieovereenkomst. Vervolgens kunnen de gemeente en initiatiefnemer een overeenkomst sluiten over het kostenverhaal, voorafgaand aan het besluit dat de aangewezen activiteit mogelijk maakt, een zogenoemde ‘anterieure overeenkomst’. De Omgevingswet biedt daarvoor een grondslag. Naast het kostenverhaal kan ook een vrijwillige financiële bijdrage aan de gebiedsontwikkeling worden afgesproken. Dat is een bijdrage voor ontwikkelingen die niet onder het kostenverhaal vallen, maar wel bijdragen aan de kwaliteit van een gebied. Het sluiten van een overeenkomst biedt zowel de gemeente als de private partij zekerheden.

Naast het verplicht verhalen van kosten kan de gemeente om een financiële bijdrage vragen bij ontwikkelingen in een gebied (artikel 13.22 van de Omgevingswet). Dit kan via een vooraf af te sluiten anterieure overeenkomst. Het vragen van een financiële bijdrage is mogelijk als:

  • a.

    er een functionele samenhang is tussen de activiteit en het doel waarvoor een financiële bijdrage wordt gevraagd; en

  • b.

    de financiële bijdrage is geregeld in een omgevingsvisie of een programma onder de Omgevingswet. Er kan alleen over deze bijdrage worden gecontracteerd als sprake is van een onder de Omgevingswet aangewezen activiteit.

Nieuw is dat in het publiekrechtelijk spoor de mogelijkheid wordt geïntroduceerd om een financiële bijdragen te verhalen via het omgevingsplan (artikel 13.23 Omgevingswet). Het gaat om het verhalen van een bijdrage die bestaat uit kosten die niet verhaald kunnen worden. Hierbij moet gedacht worden aan:

  • a.

    aanpassing van de inrichting van het landelijk gebied voor verbetering van de landschappelijke waarden;

  • b.

    aanleg of verandering van aangewezen gebieden voor de bescherming van de natuur;

  • c.

    aanleg van infrastructuur voor verkeers- en openbaar vervoernetwerken van gemeentelijk of regionaal belang;

  • d.

    aanleg van recreatievoorzieningen die onderdeel zijn van de gemeentelijke of regionale groenstructuur;

  • e.

    ontwikkelingen om een evenwichtige samenstelling van de woningvoorraad te bereiken middels stedelijke herstructurering.

56_foto.jpg
9.5 Monitoring en Evaluatie

Inleiding

Met deze eerste omgevingsvisie van de gemeente Beekdaelen geeft de gemeente richting aan de fysieke leefomgeving. De komende jaren gaat de gemeente aan de slag met het opstellen van Dorps- en Bedrijventerreinontwikkelingsplannen en werken wij het Landschapskader verder uit. Daarmee vindt een verdieping plaats op de keuzes die wij richting de toekomst maken.

Monitoring

Met de omgevingsvisie hebben we als gemeente een koers en een integraal afwegingskader voor de inrichting van onze fysieke leefomgeving. We beschouwen de omgevingsvisie, en in het verlengende daarvan alle omgevingswetinstrumenten, als levende documenten. De wereld verandert continu en daarom moeten we dus ook regelmatig onze instrumenten herijken. Liggen we nog op koers, zijn er nieuwe ontwikkelingen waar we rekening mee moeten houden, halen we onze ambities wel met onze huidige aanpak?

De gemeentelijke P&C cyclus is ons instrument om de ambities en de doelstellingen te monitoren. De gemeente Beekdaelen zal haar monitoring primair inrichten aan de hand van de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties.

Evaluatie

In tegenstelling tot de structuurvisie en bestemmingsplannen onder de oude WRO, is er geen wettelijke actualiseringstermijn meer vastgesteld voor de omgevingsvisie. Op een gegeven moment kan blijken dat bepaalde thema’s nog niet voldoende zijn uitgewerkt of dat de situatie in een gebied dusdanig is veranderd dat een herziening van de visie nodig is.

Elke vier jaar zal de omgevingsvisie worden geactualiseerd. Daarmee dragen we er zorg voor dat de omgevingsvisie voldoende scherp en actueel blijft. Deze cyclus sluit aan op een raadsperiode. Daarnaast worden jaarlijks kleine aanpassingen verwerkt.

58_schema.jpg

Bijlage I Geografische Informatieobjecten

Deze regeling bevat geen GIO informatie.

Bijlage II Nota van zienswijzen

1. Inleiding

1.1 Inleiding

Op 11 juli 2025 heeft het college van burgemeester en wethouders het ontwerp van de Omgevingsvisie Beekdaelen ‘Leven en werken in het landschap’ ter inzage gelegd. Vanaf die datum konden inwoners, maatschappelijke organisaties, bedrijven en andere belanghebbenden zes weken lang – tot en met 22 augustus 2025 – hun zienswijze indienen. In deze periode zijn 2 zienswijzen ontvangen.

 Met deze nota laten wij zien dat alle zienswijzen zorgvuldig zijn bekeken en meegewogen. Door goed te luisteren naar wat er leeft in Beekdaelen, bouwen we samen aan een breed gedragen, realistische en toekomstgerichte visie voor onze gemeente.

1.2 Ingekomen zienswijzen

De gemeente Beekdaelen bedankt alle indieners hartelijk voor hun betrokkenheid en waardevolle inbreng. Alle zienswijzen zijn genummerd en gebundeld in deze nota. Per zienswijze is een korte samenvatting opgenomen, gevolgd door de inhoudelijke reactie van de gemeente. Ook wordt vermeld of en op welke manier de zienswijze heeft geleid tot aanpassing van de Omgevingsvisie ‘Leven en werken in het landschap’.

1.3 Behandeling zienswijzen

Hoewel de samenvattingen in deze nota beknopt zijn weergegeven, zijn alle ingediende zienswijzen zorgvuldig en volledig beoordeeld. Per reactie wordt aangegeven of deze aanleiding heeft gegeven tot een wijziging van de ontwerp-Omgevingsvisie. Waar relevant is toegelicht hoe opmerkingen zijn verwerkt en op welke onderdelen het document is aangepast.

1.4 Ambtelijke aanpassingen

Naast de verwerking van zienswijzen heeft de gemeente enkele ambtelijke wijzigingen doorgevoerd. Deze betreffen de aanpassing van de titel op het voorblad en de aanpassing van een verbeelding.

2. Zienswijze en gemeentelijke reactie

2.1 Zienswijze 1 - LLTB
2.1.1 Weergave zienswijze

De LLTB vraagt met haar zienswijzen aandacht voor de onderstaande punten:

1.H5.3 Toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijke gebied

Denk bij maatregelen aan zaken als een meer extensieve landbouw (met minder mest en gewasbeschermingsmiddelen) of landbouw met minder emissie, rond kwetsbare natuurgebieden of het behoud van graslans op hellingen, om afspoeling van grond te voorkomen (pag. 14).

 Reactie:

Aanvullend willen we aangeven dat extensief telen niet automatisch leidt tot minder bemesting en gewasbeschermingsmiddelengebruik. In onze optiek moet teelt en agronomie leidend zijn. We sluiten aan bij de opmerking dat emissies van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen gereduceerd moeten worden omwille van milieu en omgeving.

2.H5.6 Ruimte voor energietransitie en H7.5 Gebiedsgericht werken

Gangbare technieken zijn grote zonenparken en windmolens (pag. 17). Ook vraagt deze transitie ruimte en dit gaat samen met conflicterende belangen want zonnepanelen en windmolens in het buitengebied kunnen een negatieve impact hebben op ons landschap en ons toeristisch product (pag. 17).

 Punt e. In het buitengebied wordt op minder kwetsbare locaties grootschalige energie opgewekt met zonneparken en mogelijk windmolens. De gemeenschap bepaalt mede de locatie en profiteert (pag. 47).

 Punt f. Versterken van de sponswerking van de bodem: vasthouden, infiltreren en vertraagd afvoeren van (regen)water en stimuleren om het buitengebied water robuust en klimaatbestendig in te richten (pag. 47).

 Reactie:

We onderschrijven de zorgvuldigheid die de gemeente betracht om eerst te kijken naar alternatieve locaties bij de realisatie van zonneparken en niet te kiezen voor hoogwaardige landbouwpercelen. Echter constateren we een tegenstrijdigheid tussen ambities e. en f. Wij vragen ons af wat er met de omschrijving “minder kwetsbare locaties” wordt bedoeld.

2.1.2 Reactie gemeente

Ad 1: De gemeente Beekdaelen waardeert de aandacht die LLTB vraagt voor de balans tussen landbouw, natuur en milieu. De Omgevingsvisie legt de nadruk op het ontwikkelen van een toekomstbestendige landbouw die kan inspelen op maatschappelijke en ecologische opgaven. De visies van LLTB en de gemeente sluiten op elkaar aan. Bedoeling is dat in de uitvoering  de gemeente, de LLTB en de Beekdaelense agrarische sector de handen in één slaan om hier gezamenlijk aan te (gaan) werken, zoals in de pilot Schimmert-Ravensbosch.

Ad 2: De gemeente herkent de spanning die kan bestaan tussen het realiseren van grootschalige energieopwekking en het behoud van landschappelijke kwaliteiten en agrarisch gebruik. In de visie is daarom bewust gekozen om eerst te kijken naar alternatieve locaties en minder kwetsbare locaties in het buitengebied. Met “minder kwetsbare locaties” worden gronden bedoeld waar de impact op landschap, natuur, cultuurhistorie en hoogwaardige landbouw het kleinst is. Daarbij wordt steeds een zorgvuldige belangenafweging gemaakt en wordt de gemeenschap actief betrokken. Wat betreft de genoemde versterking van de sponswerking van de bodem: dit betreft een aanvullende ambitie die juist ook bijdraagt aan klimaatbestendigheid van landbouw en landschap. Deze ambitie is niet per definitie tegenstrijdig  met de energieopgave, maar vraagt wel om maatwerk en slimme inrichting. Ook hier geldt dat de omgevingsvisie richtinggevend is en ruimte laat voor verdere uitwerking.

2.2.3 Conclusie

De zienwijze van LLTB leidt niet tot een wijziging van de Omgevingsvisie. 

2.2 Zienswijze 1 – Enexis
2.2.1 Weergave zienswijze

Enexis verzoekt in haar zienswijze de gemeente om de Omgevingsvisie op een aantal punten te wijzigen en/of aan te scherpen:

1.  Benoem in de Samenvatting naast de energietransitie ook de (investeringen in de) energieinfrastructuur als thema, om onzekerheid en vertragingen te voorkomen.

2.  Hoofdstuk 4 Het DNA van Beekdaelen: de kanttekening dat in dit hoofdstuk de diverse uitdagingen op het gebied van energietransitie benoemd worden, maar wij het op prijs stellen als dit ook toegevoegd wordt bij het onderdeel ‘werken in Beekdaelen’.

3.  Hoofdstuk 5 De wereld verandert: het benoemen van energietransitie en de noodzakelijke, tijdige, investeringen in de energieinfrastructuur als belang in zowel stedelijk als landelijk gebied.

 4.  Hoofdstuk 6 Beekdaelen in 2040: vanuit de samenhang van de diverse elementen uit dit hoofdstuk is het op diverse plekken wenselijk te wijzen op de vereiste voldoende ruimte voor de energietransitie, en meer specifiek de investeringen in de lokale netwerkcapaciteit/verzwaring.

5. Hoofdstuk 7 Keuzes die wij nu maken: het grote maatschappelijke belang van een toekomst vaste en betrouwbare energieinfrastructuur zou ook een toetsingsfactor moeten zijn, en daarmee mee moeten wegen in de beoordeling van plannen, en niet zoals het er nu lijkt te staan, alleen een activiteit die aan andere factoren wordt getoetst. In de diverse onderscheiden gebiedssoorten speelt het vraagstuk van (mogelijke) netcongestie en de noodzaak tot tijdig investeren in de energieinfrastructuur.

6.  Hoofdstuk 8: Beekdaelen in de regio: met name de relatie met de Regio Parkstad Limburg is ook praktisch relevant en zou op dit gebied aanvullend concreter geduid kunnen worden. Voor alle genoemde onderwerpen is het nodig om fysieke ruimte te reserveren voor de inpassing van de ondergrondse en bovengrondse energienetwerk. Er zullen graafwerkzaamheden nodig zijn, om meer en dikkere kabels aan te leggen, op bestaande en nieuwe locaties. Ook zijn er veel extra elektriciteitsstations nodig. Deze objecten boven en onder de grond hebben standaard eigenschappen en moeten worden ingepast in de beperkt beschikbare ruimte. Om dit op tijd te realiseren is een soepel proces onontbeerlijk.

2.2.2 Reactie gemeente

Ad 1:  De gemeente Beekdaelen begrijpt de noodzaak en belangen van de energieinfrastructuur en de bijbehorende investeringen. Voor de Omgevingsvisie achten wij de samenvatting niet de juiste plaats om dit thema apart te benoemen. In de verdere uitwerking van de Omgevingsvisie wordt de noodzaak echter uitgebreid toegelicht en geborgd.

Ad 2: In hoofdstuk 4 DNA van Beekdaelen wordt ingegaan op het huidige situatie en de kernkwaliteiten. Daarbij is in paragraaf 4.6 ook energieinfrastructuur aangehaald. Er is daarnaast bewust gekozen om in hoofdstuk 5 De wereld verandert specifiek de energietransitie en energieinfrastructuur als veranderopgaven te belichten.

Ad 3: Hoofdstuk 5.6 gaat expliciet in op de energieinfrastructuur die benodigd is om de energietransitie mogelijk te maken. Hiermee wordt recht gedaan aan het belang van tijdige investeringen en de ruimtelijke impact daarvan, zowel in stedelijk als landelijk gebied.

Ad 4: In hoofdstuk 6 wordt de rol van de energietransitie en de ruimtelijke impact van de energieinfrastructuur op de fysieke leefomgeving benoemd. Het benoemen van specifieke investeringen in netcapaciteit en verzwaringen gaat de reikwijdte van de Omgevingsvisie te buiten. Wel besteedt de gemeente aandacht aan de betaalbaarheid van energie in 2040.

Ad 5: De gemeente Beekdaelen deelt de zienswijze dat het maatschappelijk belang van een toekomstbestendige en betrouwbare energieinfrastructuur nadrukkelijker als toetsingsfactor dient mee te wegen. Om dit te borgen voegt de gemeente aan de spelregels (onder de kop energie en klimaat) op pagina 55 het volgende toe:

b. Het initiatief kan worden aangesloten op de energieinfrastructuur. Er is voldoende capaciteit beschikbaar om het initiatief op het energienet aan te sluiten, ondanks de bestaande netcongestie.

Ad 6: De omgevingsvisie benadrukt op verschillende plekken dat opgaven in samenhang moeten worden beschouwd en integraal afgewogen. In hoofdstuk 8.4 Parkstad is specifiek benoemd dat maatschappelijke opgaven bouwstenen vormen voor ruimtelijke ontwikkelingen en dat keuzes gevolgen kunnen hebben voor andere locaties of latere fasen. Deze benadering is ook van toepassing op de realisatie van een toekomstbestendige en betrouwbare energieinfrastructuur. Daarmee wordt de regionale samenhang, onder meer in relatie tot Parkstad Limburg, voldoende geborgd.

 

2.2.3 Conclusie

De gemeente waardeert de oproep van Enexis om aandacht te geven aan de ruimte en de betaalbaarheid van de energietransitie. De gemeente onderstreept dit belang en in de Omgevingsvisie komt het onderwerp energietransitie (in voldoende mate) aan de orde. De zienswijze van Enexis heeft geleid tot één wijziging van de Omgevingsvisie. In paragraaf 7.4 wordt onder de kop energie en klimaat een spelregel toegevoegd namelijk:

b. Het initiatief kan worden aangesloten op de energieinfrastructuur. Er is voldoende capaciteit beschikbaar om het initiatief op het energienet aan te sluiten, ondanks de bestaande netcongestie.

Met deze aanvulling wordt geborgd dat bij nieuwe initiatieven in een vroeg stadium rekening wordt gehouden met de aansluiting op de energieinfrastructuur en de daarbij horende ruimtelijke en maatschappelijke opgaven.

3. Ambtelijke aanpassingen

3.1 Wijziging titel Omgevingsvisie

De titel van de Omgevingsvisie wordt in lijn gebracht met de titel van de Strategische Visie. De nieuwe titel ‘Leven en werken in het landschap’ is toepasselijker en sluit beter aan bij de aard van een Omgevingsvisie.

3.2 Wijziging verbeelding college

Ten tijde van de besluitvorming over de terinzagelegging en de beoogde vaststelling van de Omgevingsvisie is de samenstelling van het college van B&W gewijzigd. De bestaande verbeelding wordt daarom vervangen door een nieuwe foto met de geactualiseerde samenstelling.

Naar boven