Beleidsregels bijzondere bijstand alleenverdienersproblematiek Sint-Michielsgestel 2023-2024

Gelet op

  • de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

  • titel 4.3 van de Algemene wet Bestuursrecht;

  • artikel 35 van de Participatiewet (PW);

overwegende dat het college van burgemeester en wethouders (hierna het college):

  • het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden een huishouden bijzondere bijstand kan worden verstrekt of geweigerd als gevolg van de zogenoemde ‘alleenverdienersproblematiek’ en

  • daartoe beleidsregels wenst vast te stellen;

BESLUIT

 

vast te stellen ‘Beleidsregels bijzondere bijstand alleenverdienersproblematiek Sint-Michielsgestel, 2023-2024’.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • 1.1.

    Alleenverdiener: het huishouden dat:

    • a.

      een inkomen heeft uit een uitkering, niet zijnde een uitkering op grond van artikel 19 Participatiewet, eventueel aangevuld met een uitkering op grond van de Participatiewet en;

    • b.

      vergeleken met een vergelijkbaar huishouden met enkel een inkomen uit uitkering op grond van artikel 19 Participatiewet, minder toeslag ontvangt op grond van de Wet op de huurtoeslag en/of de Wet op de zorgtoeslag, als gevolg van de verschillende afbouwpaden van de dubbele algemene heffingskorting, bedoeld in artikel 37, tweede lid, Participatiewet en in artikel 8.9 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en;

    • c.

      de som van het netto-inkomen en de ontvangen huurtoeslag en/of zorgtoeslag lager ligt dan bij een vergelijkbaar huishouden met enkel een inkomen uit een uitkering op grond van artikel 19 Participatiewet, vanwege hetgeen genoemd is onder 1.1. sub b.

  • 1.2.

    Huishouden: twee personen die fiscaal partner en toeslagpartner van elkaar zijn voor het jaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft.

  • 1.3.

    Toetsingsinkomen:

    • a.

      bij een definitieve aanslag Inkomstenbelasting: het verzamelinkomen zoals vastgesteld door de Belastingdienst over 2023 en/of 2024 of

    • b.

      bij ontbreken van een definitieve aanslag Inkomstenbelasting: het belastbaar inkomen volgens de jaaropgaven en/of inkomensspecificaties over 2023 en/of 2024.

  • 1.4.

    Toeslagjaar: het kalenderjaar waarin het huishouden recht heeft op toeslagen van de Belastingdienst-Dienst Toeslagen.

Artikel 2. Voorwaarden en uitsluiting

Bijzondere bijstand op grond van deze beleidsregels kan over toeslagjaar 2023 en/of 2024 worden verstrekt aan een huishouden dat voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • 2.1.

    Het huishouden voldoet aan de omschrijving zoals bedoeld in artikel 1 lid 1.1. en lid 1.2.

  • 2.2.

    Aanvragers staan op de datum van aanvraag ingeschreven als ingezetene – niet zijnde een briefadres - in de basisregistratie personen (BRP) van de gemeente Sint-Michielsgestel.

  • 2.3.

    Voor toepassing van deze beleidsregels wordt het vermogen buiten beschouwing gelaten.

  • 2.4.

    In afwijking van artikel 2 lid 2.1. kan ook bijzondere bijstand op grond van deze beleidsregels worden verstrekt aan (voormalig) gezinsleden die op het moment van aanvraag niet langer elkaars fiscaal- en toeslagpartner zijn, maar dit wel waren over (een gedeelte van) toeslagjaar 2023 en/of 2024. In dat geval wordt het uit te betalen bedrag gesplitst, waarbij iedere partner recht heeft op de helft van het bedrag dat op basis van deze beleidsregels kan worden toegekend.

  • 2.5.

    Geen bijzondere bijstand wordt verstrekt aan een huishouden of gezinsleden die voor hetzelfde toeslagenjaar al in een andere gemeente of op een andere manier compensatie hebben ontvangen voor de alleenverdienersproblematiek.

Artikel 3. Hoogte en wijze van betaling

  • 3.1.

    De bijzondere bijstand bedraagt € 675,00 per huishouden per toeslagjaar.

  • 3.2.

    De bijzondere bijstand waar recht op bestaat wordt per toeslagjaar als één bedrag verstrekt.

Artikel 4. Ambtshalve toekenning

Huishoudens die voorkomen op de lijst van het Inlichtingenbureau met burgerservicenummers van potentiële alleenverdienende huishoudens zoals bekend bij de Belastingdienst ontvangen de bijzondere bijstand ambtshalve:

  • I

    voor toeslagjaar 2023 op basis van de lijst die in januari 2025 beschikbaar is gesteld;

  • II

    voor toeslagjaar 2024 op basis van de lijst die in januari 2025 beschikbaar is gesteld indien er ten opzichte van 2023 geen wijzigingen hebben plaatsgevonden waardoor de verlening van de bijzondere bijstand niet meer ambtshalve kan worden bepaald of vastgesteld;

  • III

    voor toeslagjaar 2024 (indien er nog geen bijzondere bijstand is verstrekt) op basis van de lijst die begin 2026 beschikbaar wordt gesteld.

Artikel 5. Aanvraag

  • 5.1.

    De aanvraag dient schriftelijk kenbaar te worden gemaakt, maar is voor het overige vormvrij.

    Wel dienen – op verzoek – bewijsstukken te worden verstrekt voor het beoordelen van het recht op bijstand of voor de uitbetaling daarvan.

  • 5.2.

    Voor de (voormalige) gezinsleden die op het moment van aanvraag niet langer elkaars fiscaal- en toeslagpartner zijn zoals bedoeld in artikel 2 lid 2.4. geldt dat elke (ex-)partner afzonderlijk een aanvraag moet indienen voor het betreffende toeslagjaar.

  • 5.3.

    Aanvragen kunnen worden ingediend tot en met 30 juni 2026.

Artikel 6. Hardheidsclausule

Met toepassing van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende worden afgeweken van deze beleidsregels, indien toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 7. Inwerkingtreding, looptijd en citeertitel

  • 7.1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie en vervallen met ingang van 1 juli 2026, met dien verstande dat ze hun werking blijven behouden voor aanvragen die zijn ingediend vóór 1 juli 2026 waarop nog niet is beslist.

  • 7.2.

    De beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels bijzondere bijstand alleenverdienersproblematiek Sint-Michielsgestel, 2023-2024’

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Michielsgestel op 2 september 2025.

De burgemeester,

E. Smid.

De secretaris,

P.W.M. Geurts.

Nota van toelichting

Algemene toelichting

Een groep huishoudens ontvangt door een ongelukkige samenloop van wet- en regelgeving onbedoeld te weinig toeslagen. Het besteedbaar inkomen komt hierdoor onder het niveau voor (echt)paren met een volledige bijstandsuitkering en daarmee onder het sociaal minimumniveau. Dit staat bekend als de alleenverdienersproblematiek.

 

Naar aanleiding van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) op 27 september 2022

(ECLI:NL:CRVB:2022:1952) heeft het kabinet besloten dit op te lossen in 3 fasen:

 

Fase I : Voor de jaren 2023 en 2024 is aan gemeenten verzocht een tegemoetkoming te verstrekken via bijzondere bijstand. Hiervoor is in 2024 budget beschikbaar gesteld.

 

Fase II : Voor de jaren 2025, 2026 en 2027 geldt de Wet tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek (Wtrap) als onderdeel van de Participatiewet. De Wtrap voorziet in een wettelijke tegemoet-koming van € 1.000,00 per huishouden per toeslagjaar.

 

Fase III: Vanaf 2028 wordt de problematiek opgelost via de fiscaliteit (inkomstenbelasting).

 

De onderhavige beleidsregels hebben uitsluitend betrekking op de jaren 2023 en 2024.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 – Begripsbepalingen

In dit artikel zijn de kernbegrippen gedefinieerd die nodig zijn voor een eenduidige uitleg en toepassing van de regeling.

 

Artikel 2 – Voorwaarden en uitsluiting

Hier worden de voorwaarden gespecificeerd waaraan een huishouden moet voldoen om in aanmerking te komen en het uitsluiten van de mogelijkheid van dubbele compensatie. Daarnaast is voorzien in een regeling voor ex-partners die in het betreffende toeslagjaar nog elkaars fiscaal- en toeslagpartner waren.

 

Artikel 3 – Hoogte en wijze van betaling

De hoogte van de bijstand is vastgesteld op € 675,00 per toeslagenjaar per huishouden. Dit bedrag wordt per toeslagjaar in één keer uitbetaald en is gebaseerd op een analyse van de Belastingdienst.

 

Door te kiezen voor een vast bedrag per jaar wordt maatwerkberekening overbodig, met name bij ambtshalve toekenning. Dit zorgt voor duidelijke verwachtingen bij inwoners en een eenvoudige uitvoering voor de gemeente. Daarnaast sluit deze systematiek aan bij Wet tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek (Wtrap) die per 1 januari 2025 geldt en die voorziet in een wettelijke jaarlijkse forfaitaire tegemoetkoming als oplossing voor de alleenverdienersproblematiek tot 2028.

 

De toeslagjaren 2023 en 2024 vallen buiten het bereik van de Wtrap, maar door hier qua betaal-systematiek op aan de sluiten (met een vaste forfaitaire compensatie) ontstaat een eenduidige en uitvoerbare regeling die past bij de aard van bijstandsverlening als compensatie voor de alleen- verdienersproblematiek.

 

Artikel 4 – Ambtshalve toekenning

De gemeente maakt gebruik van lijsten van het Inlichtingenbureau om huishoudens ambtshalve te kunnen identificeren en de bijzondere bijstand toe te kennen. Voor toeslagjaar 2023 zijn de huishoudens bekend voor de ambtshalve toekenning en wordt hiertoe overgegaan.

 

Indien uit nader onderzoek met zekerheid kan worden vastgesteld dat het betreffende huishouden ook voor toeslagjaar 2024 aan de voorwaarden voldoet, vindt ook een ambtshalve toekenning plaats.

 

In de overige gevallen wordt pas tot ambtshalve toekenning voor toeslagjaar 2024 overgegaan nadat de lijsten van het Inlichtingenbureau voor toeslagjaar 2024 zijn ontvangen

 

Artikel 5 – Aanvraag

De aanvraagprocedure is laagdrempelig en vormvrij. Wel dient de aanvraag schriftelijk te worden ingediend als bevestiging voor de aanvrager en de gemeente en ter voorkoming van miscommunicatie. De vraag om de tegemoetkoming voor de alleenverdienersproblematiek te beoordelen kan per post, per e-mail of whatsapp of andere schriftelijke vorm worden ingediend.

Naar boven