Gemeenteblad van Utrechtse Heuvelrug
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Utrechtse Heuvelrug | Gemeenteblad 2025, 510391 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Utrechtse Heuvelrug | Gemeenteblad 2025, 510391 | beleidsregel |
Coffeeshopbeleid gemeente Utrechtse Heuvelrug 2025
De burgemeester van de gemeente Utrechtse Heuvelrug
de artikelen 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 174, lid 1 Gemeentewet, artikel 13b Opiumwet, Aanwijzing Opiumwet, de Algemene Plaatselijke Verordening Utrechtse Heuvelrug 2019 en de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob).
In deze beleidsregel wordt binnen het geldende landelijke kader een lokale invulling gegeven aan het coffeeshopbeleid in de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Het coffeeshopbeleid volgt uit de Aanwijzing Opiumwet waarin staat dat het lokaal bestuur het coffeeshopbeleid vaststelt met inachtneming van het landelijk kader (de Opiumwet en de Aanwijzing Opiumwet).
Het coffeeshopbeleid heeft drie belangrijke doelen:
Deze beleidseregel is op de drie belangrijkste doelen gebaseerd. Dit coffeeshopbeleid is tot stand gekomen tegen de achtergrond van een aantal belangrijke ontwikkelingen die hieronder worden toegelicht.
2. Beleidscontext en ontwikkelingen
In 2021 heeft de rechtbank Limburg beslist dat gedoogverklaringen in beginsel niet als een schaars recht in de zin van de Dienstenrichtlijn kunnen worden beschouwd en dus ook niet overeenkomstig de Dienstenrichtlijn kunnen worden verdeeld. Tegen deze uitspraak is door de burgemeester van Roermond hoger beroep ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling). Op 13 september 20231 heeft de Afdeling beslist dat de burgemeester ingevolge de wet de duur van een exploitatievergunning alleen mag beperken als hij dat gemotiveerd doet in het kader van het algemeen belang, zoals bijvoorbeeld de bescherming van het woon- en leefklimaat, de openbare orde en de goede zede. De Afdeling heeft zich echter niet uitgelaten over de vraag of gedoogverklaringen voor de exploitatie van coffeeshops een schaars recht inhouden. Op 30 april 20252 oordeelde de Afdeling dat bij een maximering van het aantal coffeeshops en daarmee de beperking in het aantal gedoogverklaringen, er sprake is van een schaars recht. De Afdeling verbindt daaraan de conclusie dat een gedoogverklaring een beperkte looptijd moet hebben. Daaraan voldoet dit beleid.
De Afdeling heeft in haar uitspraak van 13 september 20233 geoordeeld dat het mogelijk is om tegen een gedoogverklaring voor de verkoop van softdrugs bezwaar te maken en vervolgens beroep in te stellen bij de (hoogste) bestuursrechter.
Experiment gesloten coffeeshopketen (wietexperiment)
De productie en toelevering van softdrugs aan coffeeshops is nu illegaal, terwijl de overheid de verkoop daarvan aan consumenten gedoogt. Het kabinet heeft in het regeerakkoord van 2017-2021 afgesproken om een kleinschalig experiment uit te voeren in een aantal gemeenten.4 Het doel van het experiment is om te kijken of en hoe telers op kwaliteit gecontroleerde cannabis gedecriminaliseerd aan coffeeshops kunnen leveren. Decriminaliseren houdt in dat wetgeving zodanig is aangepast dat productie, distributie en verkoop binnen het experiment niet langer strafbaar zijn.
De gemeente Utrechtse Heuvelrug stelt het aanbod van één coffeeshop met gedoogverklaring toe. Een toename in het aantal coffeeshops leidt tot meer zichtbaarheid, wat onwenselijk is om drugs te normaliseren in het straatbeeld. Gelet op het inwoneraantal per dorpskern en de ligging daarvan, is het aanbod van een enkele coffeeshop voldoende toereikend. Het is niet gebleken dat dit maximumaantal herzien dan wel aangepast moet worden. Dit zorgt ervoor dat softdrugsgebruikers niet zijn aangewezen op de illegale (straat)verkoop. De gemeente hanteert geen wachtlijst voor ondernemers die in aanmerking willen komen voor een gedoogverklaring coffeeshop. Aanvragen voor het exploiteren van een coffeeshop worden afgewezen als het maximum van één coffeeshop is bereikt.
De verkoop van cannabisproducten is in principe strafbaar volgens de Opiumwet. Toch wordt deze verkoop onder strikte voorwaarden gedoogd. Dit betekent dat de handel formeel illegaal blijft, maar niet strafrechtelijk wordt vervolgd zolang coffeeshops zich aan bepaalde regels houden. Deze landelijke gedoogvoorwaarden zijn vastgelegd in de Aanwijzing Opiumwet.
In artikel 13b van de Opiumwet is opgenomen dat de burgemeester bevoegd is om een last onder bestuursdwang op te leggen als in een woning of lokaal of in of bij een daarbij behorend erf een middel als bedoeld in lijst I of II van de Opiumwet wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is. Hieronder valt tevens artikel IA van de Opiumwet, gelet op designerdrugs. De softdrugs die in een coffeeshop wordt verkocht - hasj en hennep - komen voor in lijst II van de Opiumwet. Als een coffeeshop wordt gedoogd, kan de burgemeester, als de voorwaarden van de coffeeshop worden overtreden, handhavend optreden.
In artikel 174 van de Gemeentewet is opgenomen dat de burgemeester verantwoordelijk is voor het toezicht op openbare inrichtingen, waaronder coffeeshops, en voor de uitvoering van de bijbehorende verordeningen. Dit houdt in dat de bevoegdheid om de vestiging van een coffeeshop te reguleren, op te treden tegen overtredingen van vastgestelde voorschriften en het ontwikkelen en vaststellen van beleid uitdrukkelijk bij de burgemeester ligt. Een exploitant van een coffeeshop kan worden aangesproken op eventuele overlast en kan worden opgedragen maatregelen te nemen om deze overlast te verminderen.
Algemene Plaatselijke Verordening Utrechtse Heuvelrug (APV)
In het kader van het toezicht door de burgemeester op voor het publiek openstaande gebouwen, is de vergunningplicht op grond van artikel 2:28 van de APV in het leven geroepen. De burgemeester kan de vergunning weigeren als de openbare orde gevaar loopt of het woon- of leefklimaat nadelig wordt beïnvloed, rekening houdend met het karakter van de beoogde vestiging en de directe omgeving, de al aanwezige horeca en de wijze van bedrijfsvoering. Bij deze belangenafweging wordt rekening gehouden met het specifieke karakter van coffeeshops. Artikel 174 van de Gemeentewet vormt daarnaast de grondslag voor de bevoegdheid om voor een openbare inrichting tijdelijk afwijkende sluitingsuren op te leggen of tijdelijke sluiting te bevelen op grond van artikel 2:30 van de APV (Afwijking sluitingstijd; tijdelijke sluiting). De bevoegdheid om voor het publiek openstaande gebouwen (zonder vergunning) te sluiten is ook in artikel 2:1D van de APV (Sluiting van voor het publiek openstaande gebouwen) opgenomen.
Wet Bevordering Integriteits Beoordelingen door het Openbaar Bestuur (Wet Bibob )
De Wet Bibob is een instrument binnen het bestuursrecht dat bedoeld is om te voorkomen dat de overheid betrokken raakt bij criminele activiteiten, door bijvoorbeeld vergunningen of subsidies te verstrekken die gebruikt worden voor illegale praktijken (zoals witwassen). Het bestuursorgaan kan een integriteitstoets uitvoeren, bekend als de Bibob-toets, om te beoordelen of partijen aan wie bijvoorbeeld vergunningen worden verleend, integer zijn.
Om een coffeeshop te kunnen exploiteren is een exploitatievergunning op grond van artikel 2:28 van de APV vereist. Hier wordt op grond van het gemeentelijk Bibob beleid standaard een Bibob-onderzoek bij uitgevoerd. Een Bibob-onderzoek houdt in dat onderzoek wordt gedaan naar de integriteit van de betrokkene en diens zakelijke omgeving.
Als het eigen onderzoek niet voldoende duidelijkheid verschaft, wordt advies ingewonnen bij het Landelijk Bureau Bibob (LBB).
De resultaten van zowel het eigen onderzoek als het advies van het Landelijk Bureau Bibob kunnen resulteren in drie mogelijke uitkomsten: geen gevaar, een mindere mate van gevaar, of ernstig gevaar. Als een ernstig gevaar dreigt dat een vergunning of subsidie misbruikt wordt voor het benutten van crimineel verkregen voordeel of het plegen van strafbare feiten, kan het bestuursorgaan de exploitatievergunning (en gedoogverklaring) coffeeshop weigeren of de al verleende vergunning intrekken.
Artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht ( Awb )
In artikel 4:81 van Awb is opgenomen dat een bestuursorgaan de bevoegdheid heeft om beleidsregels vast te stellen met betrekking tot een aan hem toegewezen of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende bevoegdheid, of een bevoegdheid die aan hem is gedelegeerd. Vanuit deze bevoegdheid worden deze beleidsregels door de burgemeester vastgesteld.
Een coffeeshop is een openbare inrichting waar alcoholvrije dranken worden geschonken dan wel verstrekt en/of handel in cannabisproducten plaatsvindt. Daarom is naast een gedoogverklaring ook een exploitatievergunning nodig. Dit betekent dat alle hierop gebaseerde regelgeving voor (het exploiteren van) een openbare inrichting van toepassing zijn op de coffeeshops. Voorbeelden hiervan zijn: het geldende omgevingsplan, het Bibob-beleid en Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Utrechtse Heuvelrug houdende regels omtrent artikel 13b van de Opiumwet.
Een coffeeshop is een openbare inrichting waar handel in en gebruik van softdrugs plaatsvindt en waar uitsluitend alcoholvrije dranken en etenswaren worden aangeboden.
In de gemeente Utrechtse Heuvelrug is slechts één coffeeshop toegestaan en wordt maximaal één gedoogverklaring voor het exploiteren van een coffeeshop afgegeven.
De gedoogverklaring wordt voor een periode van ten hoogste acht jaar verstrekt. Halverwege deze termijn vindt een tussentijds Bibob-onderzoek plaats. De gedoogverklaring is persoonsgebonden, locatiegebonden, niet overdraagbaar en wordt enkel aan natuurlijke personen verstrekt en dus niet aan rechtspersonen.
Aan de gedoogverklaring worden nadere voorwaarden verbonden, waaronder de AHOJGI-criteria. Ook kunnen aanvullende voorwaarden worden verbonden die toezien op het omgevingsbeheer (overlast), beveiliging, administratieve verantwoording en op medewerking aan het verlenen van informatie over risico's van middelengebruik.
Naast de landelijk vastgestelde AHOJGI-criteria worden in de gemeente Utrechtse Heuvelrug in ieder geval de volgende aanvullende gedoogvoorwaarden gesteld:
Een coffeeshop mag geopend zijn tussen 12.00 uur 's middags en 22:00 uur 's avonds van maandag tot en met donderdag en van vrijdag tot en met zondag van 12:00 uur 's middags tot 23:00 uur 's avonds. Een coffeeshopexploitant komt niet in aanmerking voor een verlenging van de openingstijden. De burgemeester kan op grond van specifieke omstandigheden (bijvoorbeeld het tegengaan van overlast in de woonomgeving) besluiten andere openingstijden in te stellen voor de coffeeshop.
Tijdens de openingstijden van de coffeeshop is te allen tijde de houder van de gedoogverklaring en exploitatievergunning of een daarop vermelde leidinggevende aanwezig alsmede iedere dag vanaf ten minste 16:00 een gecertificeerde horecaportier. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de gezondheid, de zedelijkheid en ter bescherming van het woon- en leefklimaat andere aanwezigheidstijden vaststellen. In de inrichting mogen alleen personen werkzaam zijn die beschikken over een verklaring omtrent het gedrag. Zowel de exploitant, leidinggevende(n) als overig personeel mogen in de afgelopen vijf jaar niet onherroepelijk veroordeeld zijn geweest, voor in het kader van het exploiteren van een coffeeshop relevante strafbare feiten.
Als onderdeel van het O-criterium mag de coffeeshop geen overlast veroorzaken en mag het woon- en leefklimaat in de naaste omgeving niet nadelig worden beïnvloed. Onder overlast wordt bijvoorbeeld verstaan: parkeeroverlast, geluidshinder, stankoverlast, vervuiling en/of voor of nabij de inrichting rondhangende klanten. De exploitant voert gedragsregels en houdt rekening met de volgende onderdelen:
de aanwezigheid van een gecertificeerde horecaportier bij de voordeur vanaf 16:00, op iedere openingsdag. De horecaportier verricht beveiligingswerkzaamheden en moet hiervoor een uniform dragen waardoor het voor derden duidelijk is dat het de horecaportier betreft. De portier ziet toe op het voorkomen van overlast van klanten/bezoekers van de coffeeshop en gaat rondhangende klanten/bezoekers tegen. Hij spreekt personen die overlast voor de omgeving veroorzaken aan en ontzegt hen toegang tot de coffeeshop .
Personen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, mogen niet in de inrichting aanwezig zijn. Daarom wordt bij twijfel of een klant de leeftijd van 18 bereikt heeft altijd een Identiteitsbewijs gevraagd. Verkoop van softdrugs aan personen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, is niet toegestaan. Indien duidelijk wordt dat een volwassen klant zich schuldig maakt aan doorverstrekking van softdrugs aan minderjarigen, zal geen verkoop meer plaatsvinden aan deze klant voor een periode van drie maanden. Bij herhaling zal de klant definitief worden geweigerd.
Er moet sprake zijn van een open inrichting die vrij toegankelijk is. De coffeeshop heeft naar buiten toe een ‘open karakter’, dus geen geblindeerde ramen etc. Evenals de vrije toegankelijkheid vergroot dit voorschrift de handhaafbaarheid en voorkomt het dat controlerende en toezichthoudende taken worden belemmerd. Daarnaast voorkomt het dat bij omwonenden en passanten argwaan wordt gewekt over de exploitatie.
Naast de verplichting tot het voeren van een reguliere boekhouding dient een dagelijkse administratie plaats te vinden ten aanzien van de in de inrichting aanwezige hoeveelheden softdrugs. De administratie dient zodanig ingericht te worden dat gecontroleerd kan worden dat de maximale handelsvoorraad van 500 gram niet wordt overschreden.
Iedere twee jaar volgt er een toets of de exploitant of leidinggevende(n) in enig opzicht van slecht levensgedrag is en wordt er een verklaring omtrent het gedrag (VOG) opgevraagd van exploitant en leidinggevenden. Indien hier aanleiding voor is, kan dit resulteren in een Bibob onderzoek van de exploitatievergunning, conform de in het Bibob-beleid opgenomen bepalingen.
De burgemeester kan (ook na afgifte van een gedoogverklaring), indien dit naar zijn oordeel in verband met maatschappelijke ontwikkelingen noodzakelijk is, nog andere aanvullende gedoogvoorwaarden stellen.
Voor het exploiteren van een coffeeshop is tevens een exploitatievergunning voor een openbare inrichting op grond van artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening vereist. Een exploitatievergunning wordt verleend voor een termijn conform is opgenomen in de APV en kan tevens voor onbepaalde tijd worden verleend. Indien er aanleiding voor is kan ook na het verstrekken van een exploitatievergunning een Bibob onderzoek worden uitgevoerd, conform de in het Bibob-beleid opgenomen bepalingen.
De burgemeester is bevoegd tot het treffen van maatregelen als een coffeeshop zich niet houdt aan de AHOJGI-criteria of de in de gedoogverklaring opgenomen voorwaarden. Ter uitoefening van deze bevoegdheid zal de burgemeester volgens de handhavingsmatrix in bijlage I optreden. Het handhavingsbeleid is een richtlijn. In ernstige of spoedeisende gevallen kan hiervan worden afgeweken.
Hoofdstuk II: Aanvraagprocedure
De aanvraag voor een gedoogverklaring dient per aangetekende post of digitaal via apv@heuvelrug.nl - te worden ingediend. Het postadres is: Postbus 200, 3940 AE Doorn. De aanvraag dient te worden gericht aan de burgemeester. Een aanvraag dient rechtsgeldig ondertekend te zijn. Op de envelop dient de vermelding "aanvraag gedoogverklaring coffeeshop: vertrouwelijk” te staan. In de onderwerp-balk van de digitale indiening per e-mail dient te staan: "aanvraag gedoogverklaring coffeeshop, bijgevoegde bestanden vertrouwelijk”;
7. Indieningsvereisten aanvraag
Voor de aanvraag van een gedoogverklaring gelden indieningsvereisten. De aanvrager dient de gedoogverklaring aan te vragen onder overlegging van in ieder geval de volgende gegevens:
Het Ondernemingsplan waarin ten minste beschreven staat:
Het bedrijfsconcept, de omvang van de totale inrichting, blijkend uit een voorlopig ontwerp. In deze omschrijving moet ook de gekozen locatie worden toegelicht (adres en kadastrale gegevens van de beoogde locatie en het bewijs dat de aanvrager kan beschikken over de beoogde locatie voor de coffeeshop);
Onderstaand zijn ruimtelijke criteria opgenomen om overlast te beperken, controle te kunnen behouden over een geschikte locatie voor een coffeeshop en de drempel tot de coffeeshop voor jongeren of kwetsbaren te verhogen.
Om de afstand tussen een coffeeshop en een school, een jongerencentrum of een andere voorziening voor een kwetsbare groep te bepalen geldt de reëel af te leggen afstand te voet over de openbare weg tussen de voordeur van de coffeeshop en de hoofdingang van een onderwijsinstelling, kinderopvang, peuterspeelzaal, jongerencentrum en verslavingszorginstelling.
Een coffeeshop kan worden gedoogd op een locatie met een centrumbestemming of waarin de woonfunctie niet centraal staat. Dit criterium heeft een rechtstreekse relatie met de meest voorkomende hinder vanuit coffeeshops voor omwonenden: hinder door verkeer, parkeren en rondhangende bezoekers. Op bedrijventerreinen worden geen coffeeshops toegestaan. Een coffeeshop mag door de aanwezigheid niet op ontoelaatbare wijze het winkelklimaat in de naaste omgeving nadelig beïnvloeden of nadelig dreigen te beïnvloeden.
Na ontvangst van de aanvraag wordt beoordeeld of deze voldoet aan de indieningscriteria uit het Coffeeshopbeleid gemeente Utrechtse Heuvelrug. Als aan deze vereisten is voldaan worden de aanvragen getoetst aan de weigeringsgronden zoals omschreven in artikel 10 van dit beleid. Een aanvrager op wie tenminste één van de weigeringsgronden van toepassing is, ontvangt een afwijzende beschikking op hun aanvraag;
Bij onvolledige aanvragen (het ontbreken van bescheiden, bescheiden die niet volledig zijn ingevuld of ondertekend of anderszins niet voldoen aan formele indieningstermijnen) krijgt de aanvrager de gelegenheid zijn aanvraag aan te vullen en volledig te maken volgens artikel 4:5 van de Awb. De beslistermijn wordt vervolgens opgeschort conform artikel 4:15 van de Awb. Als binnen die termijn de ontbrekende stukken niet volledig aangevuld worden, zal de aanvraag buiten behandeling worden gesteld;
De huidige houder van de gedoogverklaring (peildatum 2025) krijgt (eenmalig) de gelegenheid om in aanmerking te komen voor een nieuwe gedoogverklaring, zonder dat andere gegadigden in deze procedure kunnen deelnemen. Na afloop van de gedoogperiode wordt vervolgens beoordeeld op welke wijze, en onder welke aanvraag- en selectiecriteria, de beschikbare gedoogverklaring kan worden verleend.
Bij het opnieuw aanvragen van de gedoogverklaring dient ook de huidige coffeeshopexploitant de plannen of de updates daarvan in te dienen volgens de bepalingen in artikel 7 van deze beleidsregel opgenomen voorwaarden. (Met uitzondering van het bepaalde over motivatie en financiële haalbaarheid en met uitzondering van het bepaalde over bereikbaarheids- en parkeeranalyse voor de reeds bestaande coffeeshop).
Bijlage 2: Toelichting handhaving
Met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze beleidsregels gestelde voorwaarden zijn belast:
Voor een goede naleving van het beleid zijn afspraken over controle, registratie en handhaving(sarrangement) nodig. In beginsel is de handhaving van het coffeeshopbeleid een bestuurlijke aangelegenheid, waarbij strafrecht ondersteund is. Desalniettemin is het van belang dat de samenwerking tussen de partners van de driehoek (burgemeester, Openbaar Ministerie en politie) goed is afgestemd.
Controles zijn nodig om periodiek vast te kunnen stellen dat de vergunningsvoorwaarden worden nageleefd en er dus geen schending is op grond van volksgezondheid, milieu en of openbare orde en veiligheid. De controle, die wordt gestart op initiatief van de gemeente, vindt op de volgende manieren plaats:
Aanvullend hierop handelen de politie en het Openbaar Ministerie, indien nodig, op basis van het strafrecht.
Registraties zijn nodig om de lokale situatie te kunnen volgen. Denk hierbij aan: de gang van zaken rondom de coffeeshop, van softdrugshandel in het algemeen en van de effectiviteit van het beleid. Daarnaast zijn registraties nodig om in geval van overtredingen op te kunnen treden of in geval van signalen aanvullende controles te organiseren. Zowel de gemeente als de politie dragen zorg voor deze registraties. Hierbij vindt de informatiedeling noodzakelijk en zorgvuldig plaats op basis van de Algemene gegevensverordening (Avg) en Wet politiegegevens (Wpg).
Een handhavingsarrangement is nodig om duidelijkheid te scheppen over de gevolgen van bepaalde overtredingen. De vaststelling in het beleid van een evenredig arrangement is gericht op duidelijkheid en transparantie. Het handhavingsarrangement geldt als richtlijn, waarvan zowel verzwarend als matigend van kan worden afgeweken.
Het handhavingsarrangement heeft tot doel:
De handhavingsmatrix is opgenomen in bijlage I. Uitgangspunt is een getrapt sanctiesysteem. Daarnaast is het denkbaar dat er tegelijkertijd verschillende overtredingen worden begaan.
Het achtereenvolgens of tegelijkertijd overtreden van verschillende voorwaarden kan leiden tot het overslaan van bepaalde beschreven stappen in de overheidsreactie op afzonderlijke overtredingen. Ook de ernst en de aard van de feiten en omstandigheden kunnen voor de burgemeester aanleiding zijn om te besluiten tot het overslaan van bepaalde beschreven stappen in het handhavingsarrangement.
Naast bestuurlijk, kan ook strafrechtelijk worden opgetreden. Justitie kent een hoge prioriteit toe aan de aanpak van een combinatie van overtredingen. Eventuele strafrechtelijke vervolging staat niet in de weg aan het opleggen van bestuurlijke herstelmaatregelen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-510391.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.