Gemeenteblad van Best
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Best | Gemeenteblad 2025, 50704 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Best | Gemeenteblad 2025, 50704 | beleidsregel |
Voor u ligt het uitvoeringsprogramma voor vergunningverlening, toezicht en handhaving 2025 (hierna: ‘het programma’) van de gemeente Best. Een goede kwaliteit van de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (hierna: ‘VTH’) binnen de fysieke leefomgeving is van groot belang. Voorheen bepaalde de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) dat gemeenten beleid vaststellen voor de VTH-taken binnen de fysieke leefomgeving. In 2021 is het Beleidsplan VTH voor de periode 2021-2025 door het college van de gemeente Best vastgesteld. Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Door deze ontwikkeling en de noodzaak om het beleidskader te actualiseren en te herzien, is een nieuw beleidsplan vastgesteld.
Nieuwe Uitvoerings- en Handhavingsstrategie 2025-2029
Het beleidsplan van 2021-2025 is volledig herzien (thans: Uitvoerings- en Handhavingsstrategie, hierna: de UHS) en is tezamen met het voorliggende uitvoeringsprogramma VTH 2025 vastgesteld. Het nieuwe beleidsplan is vastgesteld gelet op artikel 18.1 en 18.20 van de Omgevingswet, artikel 13.5 van het Omgevingsbesluit en artikel 4, eerste en tweede lid van de Verordening uitvoering en handhaving (omgevingsrecht) Best 2022. Het beleidsplan is vastgesteld voor de periode 2025-2029. Het nieuwe beleidsplan bevat de (strategische) doelen die de gemeente nastreeft en de prioriteiten die daarbij worden gesteld voor de komende vier jaar. Als onderdeel van de VTH-beleidscyclus wordt jaarlijks een uitvoeringsprogramma opgesteld. Hierin staan per jaar de concrete acties in het kader van de uitvoering van de VTH taken. De programma’s worden met een evaluatieverslag elk jaar geëvalueerd.
In de UHS 2025-2029 zijn aan de hand van een risicoanalyse prioriteiten bepaald. Hierbij zijn de negatieve effecten en de kans op overtreding van de wet- en regelgeving in beeld gebracht. De uitkomst hiervan is richtinggevend voor de vaststelling van de prioriteit per onderwerp. Jaarlijks wordt in het uitvoeringsprogramma de prioritering vertaald naar concreet uit te voeren acties en wordt onderzocht hoe de beschikbare capaciteit wordt ingezet. Uit het evaluatieverslag van het afgelopen beleidsjaar volgt of er nog zaken bijgesteld moeten worden, bijvoorbeeld doordat overtredingen vaker voorkomen en/of een groter effect hebben dan verwacht. In Bijlage II bij dit document is een overzicht opgenomen van de vastgestelde prioriteiten met kwalificatie ‘Zeer hoog’ en ‘Hoog’. Het volledige overzicht van prioriteiten, van kwalificaties ‘Zeer laag’ tot ‘Zeer hoog’ is te vinden in de UHS 2025-2029.
Doelstelling uitvoeringsprogramma 2025
In het nieuwe beleidsplan zijn voor de periode 2025-2029 doelstellingen voor de vakgebieden vergunningverlening, toezicht en handhaving vastgesteld. De visie en doelen staan in hoofdstuk 3 van de UHS 2025-2029. In hoofdstuk 3 van het voorliggende uitvoeringsprogramma worden de concrete acties voor dit programma benoemd waarbij uiteen wordt gezet hoe de doelen behaald gaan worden voor het jaar 2025. Voor het jaar 2025 is de specifieke doelstelling van dit uitvoeringsprogramma:
‘De UHS 2025-2029 en de wettelijke regels vormen de basis voor professionele vergunningverlening, toezicht en handhaving binnen de gemeente Best.’
Hieronder is een aantal maatschappelijke en juridische ontwikkelingen opgenomen die van invloed (kunnen) zijn op de VTH-beleidscyclus.
Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. De Omgevingswet voegt een groot aantal wetten op het gebied van bouwen, milieu, natuur, water, ruimtelijke ordening en monumentenzorg samen. Dit maakt het wettelijk systeem eenvoudiger. Daarnaast maakt de wet kortere procedures mogelijk en heeft de gemeente meer afwegingsruimte. Het vraagt ook om een andere manier van denken. Inwoners en bedrijven kunnen meer zelf regelen en organiseren. Dit vraagt ook een andere houding van ons.
Op 31 januari 2022 en op 8 mei 2023 (aanvulling) stelde de gemeenteraad de ‘Omgevingsvisie Best’ vast. Gemeenten worden uitgedaagd om gebiedsgericht na te denken over de toekomst. Ze krijgen meer ruimte om samen met onder meer inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners binnen de kaders van de wet invulling te geven aan beleid. Elke gemeente maakt daarom een eigen Omgevingsvisie die richting geeft aan toekomstige ontwikkelingen, initiatieven en beleid. De Omgevingsvisie verbindt alles met elkaar: ruimte, economie en sociale zaken. Bovendien moet het aansluiten bij regionale afspraken, de Brabantse en de Nationale Omgevingsvisie. In de Omgevingsvisie Best zetten we op hoofdlijnen de hoe de ambities waargemaakt moeten worden.
Vanaf 1 januari 2024 is de Wet kwaliteitsborging (hierna: ‘Wkb’) in werking getreden. Het kabinet wil dat bouwbedrijven de kwaliteit van hun werk beter controleren. Zo kan de bouwkwaliteit van gebouwen verbeteren door minder bouwfouten en gebreken. Bijvoorbeeld constructiefouten, brandonveilige situaties, onvoldoende isolatie of een slecht functionerende ventilatie. Ook hoeven bouwbedrijven minder kosten te maken voor het herstel van bouwfouten. En het werk van onafhankelijke controleurs (kwaliteitsborgers) wordt makkelijker en sneller, omdat de bouwers zelf al veel gecontroleerd hebben. De veranderingen uit de Wkb gelden (naar verwachting) tot en met 2028 alleen voor (ver-)bouw van eenvoudige bouwwerken.
Interbestuurlijk Toezicht van de Provincie Noord-Brabant
Het Interbestuurlijk Toezicht (hierna: ‘IBT’) is het toezicht tussen gemeenten en provincies. De provincie beoordeelt of gemeenten hun taken uitvoeren volgens de vigerende regelgeving, waaronder op de terreinen ruimtelijke ordening, bouwen, milieu, huisvesting en constructieve veiligheid van bouwwerken. Toezicht houden op de taakuitvoering van gemeenten is naast een wettelijke taak ook één van de kerntaken van de provincie. De provincie publiceert de resultaten over de beleidsdocumenten van onder andere omgevingsrecht op haar website. In het jaar 2024 heeft de gemeente Best een oranje score ontvangen. Het VTH beleidsplan 2021-2025 is volledig herzien en geactualiseerd. Het onderliggende uitvoeringsprogramma is samen met de UHS 2025-2029 vastgesteld. De verbeterpunten uit het IBT toezicht oordeel zijn meegenomen in het nieuwe beleidsplan. Ook dit uitvoeringsprogramma is hier expliciet op afgestemd.
Ondermijnende criminaliteit komt op vele manieren voor en kan lokaal zeer ontwrichtend zijn. In de lokale samenleving zien gemeenten en hun bestuurlijke partners zich steeds meer geconfronteerd met allerlei vormen van ondermijning. We zullen actief handhaven bij situaties waar ondermijning speelt. Het gebruik van leegstaand (agrarisch) vastgoed voor de productie van drugs verdient hierbij extra aandacht.
1.4 Afstemming handhavingspartners
Een goede afstemming tussen de gemeente en haar partners is van belang. Samenwerking levert kwalitatief sterkere adviezen op die zijn gebaseerd op gedeelde informatie en uitgangspunten. Op grond van samenwerkingsafspraken kunnen bepaalde signalen binnen het gemeentelijke VTH-takenpakket in eerste instantie worden opgepakt en afgehandeld door samenwerkingspartners.
De gemeentelijke taken op het gebied van milieu zijn uitbesteed aan de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (hierna: ODZOB). Het gaat dan om advisering over en uitvoering van taken zoals vergunningverlening, toezicht en handhaving. De inzet van de ODZOB is geregeld in een Dienstverleningsovereenkomst en een werkprogramma. Samen met de regio is hiervoor het Regionaal operationeel kader Vergunningverlening (Rok VV) en het Regionaal operationeel kader Toezicht en handhaving (Rok TH) vastgesteld. Het steven is om in 2024 regionaal een Regionaal Operationeel Kader Vergunningverlening, Milieutoezicht & Handhaving (ROK VTH) vast te stellen.
Op 1 januari 2025 treedt de nieuwe versie van de Kwaliteitscriteria VTH in werking (versie 3.0). Hierin staan de landelijke kwaliteitscriteria voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. In afdeling 18.3 van de Omgevingswet zijn bepalingen opgenomen over kwaliteitsbevordering en afstemming over uitvoering en handhaving. Meer specifiek wordt in artikel 18.20 tot en met 18.23 aangegeven hoe gemeentes aandacht moeten besteden aan de kwaliteit van uitvoering en handhaving. De kwaliteitscriteria bestaan uit vier onderdelen:
In het VTH-evaluatieverslag 2023 is geëvalueerd in hoeverre aan de kwaliteitscriteria werd voldaan. Uit deze evaluatie kwam dat door krapte op de arbeidsmarkt niet altijd mogelijk is geweest om aan voldoende en gekwalificeerd personeel te komen. Ten tijde van die evaluatie werd niet volledig voldaan aan de destijds geldende kwaliteitscriteria. Wel werd op het merendeel voldaan aan de deskundigheidsgebieden. Voor het jaar 2024 zal de gemeente Best uiterlijk 1 mei 2025 opnieuw een VTH-evaluatieverslag vaststellen. Hierin zal een evaluatie plaatsvinden op basis van de vanaf 1 januari 2025 geldende VTH Kwaliteitscriteria versie 3.0.
Hoofdstuk 2 Beschikbare en benodigde middelen
In dit hoofdstuk wordt een weergave gegeven van de begrote vaste formatie, en de formatie op inhuurbasis, voor de taakvelden vergunningverlening, toezicht en handhaving voor het jaar 2025. De capaciteit wordt uitgedrukt in FTE. Voor het jaar 2025 is de functie Regelanalist niet in de tabel opgenomen. Voor het jaar 2025 is er vacatureruimte van 0,5-1,0 FTE voor deze functie.
2.2 Borging financiële middelen omgevingsdienst
Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant
Veel VTH-taken op het gebied van milieu zijn als verplichte basistaken overgedragen aan de ODZOB. De ODZOB heeft een mandaat om deze taken uit te voeren. Naast de basistaken voert de ODZOB ook verzoektaken uit namens de gemeente. Tot slot zijn er de collectieve taken.
Verplichte basistaken: milieutaken binnen vergunningverlening, toezicht en handhaving die in het basistakenpakket vallen. Deze milieutaken worden verplicht door de omgevingsdienst uitgevoerd.
Verzoektaken: milieutaken binnen vergunningverlening, toezicht en handhaving die niet in het basistakenpakket vallen.
Collectieve taken: taken waarbij het noodzakelijk of effectiever/efficiënter is deze gezamenlijk aan te pakken. Het gaat hierbij vaak om gemeentegrens overschrijdende zaken en/of bundeling van expertise. Samen Sterk in Brabant is hier een voorbeeld van.
Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO)
Nederland telt 25 veiligheidsregio’s. Veiligheidsregio’s moeten de inwoners van Nederland beter beschermen tegen rampen en crises. Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO) is de veiligheidsregio voor Zuidoost-Brabant. In de VRBZO werken brandweer en GHOR samen om incidenten en rampen te voorkomen, te beperken en te bestrijden. Dit doet de VRBZO voor en samen met de 21 gemeenten in het werkgebied en de mensen die daarin wonen of verblijven. De VRBZO voert wettelijk verplichte taken uit op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Deze houden onder andere in:
In bijlage IV bij dit uitvoeringsprogramma is de Werkwijzer van de VRBZO opgenomen. In dit document zijn de werkzaamheden beschreven. In bijlage II is benoemd welke bouwwerken met hun gebruiksfuncties worden bezocht. Hierbij moet worden opgemerkt dat de controles door beperkte capaciteit in het kader van bestuurlijke interventies en evenementen een effect hebben op het aantal uit te voeren controles. De afgelopen jaren wordt de VRBZO vaker ingezet op zwaardere dossiers, wat een effect heeft op de getalsmatige controles. De VRBZO heeft geen actueel overzicht van gebouwen die binnen de gemeente Best in aanmerking komen voor een controle. Er wordt gebruik gemaakt van een vaste werklijst.
Hoofdstuk 3 Het uitvoeringsprogramma voor 2025
Dit uitvoeringsprogramma sluit aan op de UHS 2025-2029 door aan te geven wat de gemeente Best voor 2025 gaat doen. In deze paragraaf geven wij de belangrijkste werkzaamheden uit het beleidsplan aan die wij in 2025 uit zullen voeren om de in het beleid genoemde doelen te realiseren. Monitoring en evaluatie zal plaatsvinden aan de hand van de prestatie-indicatoren en doelstellingen.
3.1 Programma Vergunningverlening 2025
De belangrijkste werkzaamheden die we in 2025 in het kader van vergunningverlening uitvoeren om de in het beleid genoemde doelen te realiseren, zijn in de onderstaande tabel opgenomen. De verwachte aantallen zijn vastgesteld aan de hand van de aantallen van de voorgaande jaren en de beleidsdoelen.
Verwacht aantal te verlenen vergunningen, meldingen en ontheffingen
In de onderstaande tabel is uitgegaan van een benadering van de aantallen voor het jaar 2024 en 2025. Op het moment van vaststelling van dit programma nog niet mogelijk om de exacte aantallen uit het systeem op te halen. Hieraan wordt gewerkt en de exacte aantallen zullen worden vermeld in het VTH-evaluatieverslag 2024 dat uiterlijk 1 mei 2025 zal worden vastgesteld.
Wat gaan we binnen vergunningverlening doen in 2025?
3.2 Programma Toezicht en Handhaving
De belangrijkste werkzaamheden die we in 2025 in het kader van toezicht en handhaving uitvoeren om de in het beleid genoemde doelen te realiseren, zijn in de onderstaande tabel opgenomen. De verwachte aantallen zijn vastgesteld aan de hand van de aantallen van de voorgaande jaren en de beleidsdoelen.
Toezicht en handhaving controles en handhavingsprocedures algemeen
In mei 2025 komt er naar verwachting een rapportagetool beschikbaar waarmee we exacte cijfers kunnen uitdraaien. Bovenstaande cijfers van 2024 zijn een inschatting uit het systeem RxMission. Dit systeem heeft echter geen gedetailleerde rapportagetool.
Wat gaan we binnen toezicht en handhaving doen in 2025?
Hoofdstuk 4 Monitoring en evaluatie
Monitoring en evaluatie zijn belangrijke onderdelen binnen de VTH-beleidscyclus. Deze processen helpen de voortgang van de uitvoering van het beleidsplan en het uitvoeringsprogramma bij te houden. Hierdoor wordt duidelijk in hoeverre de gestelde doelen worden bewerkstelligd en wat effectieve en efficiënte wijzen zijn om de doelen te behalen.
4.1 Wijze van monitoring en evaluatie
Monitoring wordt gedaan aan de hand van de KPI’s (kritieke prestatie-indicatoren) en de doelstellingen. De gemeente Best bewaakt de resultaten en voortgang van het bereiken van de in de UHS gestelde doelen en de uitvoering van het uitvoeringsprogramma. De volgende systemen worden voor de monitoring geraadpleegd:
Uit deze systemen worden diverse gegevens opgehaald, waaronder:
Met het huidige systeem, RxMission, is het (nog) niet mogelijk om voor alle data die zijn opgenomen in dit uitvoeringsprogramma een exact aantal op te vragen. Er wordt hard aan gewerkt dit voor het komende jaar te verbeteren. Voor het voorliggende uitvoeringsprogramma is zo nauwkeurig mogelijk geprobeerd de cijfers te benaderen die binnen de verschillende categorieën van toepassing zijn. Wanneer het voor een bepaalde categorie door de omschrijving niet mogelijk was het exacte aantal op te vragen, is een nauwkeurige inschatting gemaakt die de werkelijkheid zo dicht mogelijk nadert.
Op basis van artikel 13.1 van het Omgevingsbesluit is het verplicht om jaarlijks te rapporteren over de mate waarin uitvoering van het uitvoeringsprogramma heeft plaatsgevonden en de mate waarin deze uitvoering heeft bijgedragen aan het bereiken van de VTH-doelen. Op basis van het tweede lid van dit artikel wordt de uitvoerings- en handhavingsstrategie naar aanleiding van het evaluatieverslag bezien en zo nodig aangepast.
De resultaten van de uitvoering van het VTH-uitvoeringsprogramma 2024 worden vastgesteld in het VTH-evaluatieverslag 2024. Elk jaar dient het evaluatieverslag uiterlijk 1 mei te worden vastgesteld. Het VTH-evaluatieverslag 2024 zal uiterlijk 1 mei 2025 worden vastgesteld.
Externe uitvoeringsorganisaties zijn zelf verantwoordelijk voor de verslaglegging. Over de inhoud wordt tussentijds afgestemd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-50704.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.