Verkeersmaatregel Fietszone centrum Maastricht

Ruimte / Mobiliteit / 2025-1715155

 

Het college van burgemeester en wethouders van Maastricht neemt een verkeersbesluit voor het realiseren van fietsstroken en aanwijzen van voetgangerszone in het centrum van Maastricht om het centrum aan te wijzen als fietszone.

 

Overwegingen

De Calvariestraat, Kommel, Sint Hubertuslaan, Henri Hermanspark, Sint Pieterstraat, Maastrichter Heidestraat, Hondstraat, Bredestraat, Tongersestraat, Papenstraat en de Maaspuntweg zijn erftoegangswegen binnen het centrum van de gemeente Maastricht en zijn bij de gemeente in beheer en onderhoud.

 

Het Tapijn en Stadspark liggen in het park en zijn ook bij de gemeente in beheer en onderhoud.

 

In het Coalitieakkoord 2023–2026 is opgenomen dat in overleg met ondernemers en bewoners wordt verkend of aanloopstraten in de binnenstad kunnen worden omgevormd tot fietsstraten, waar de auto te gast is, bij voorkeur binnen regulier onderhoud.

 

In het Actieplan Fietsen in Maastricht 2020–2025 is opgenomen dat fietsen aantrekkelijker, veiliger en vanzelfsprekender moet worden gemaakt, onder meer door het stimuleren van fietsgebruik van en naar de binnenstad.

 

In de Omgevingsvisie Maastricht 2040 zijn de aanloopstraten aangeduid als levendige routes die ontmoetingsplekken verbinden en bijdragen aan een stedelijk woonmilieu met dynamiek, waarbij de aandacht voor leefbaarheid en veilige, aantrekkelijke routes voor fietsers en voetgangers essentieel is.

 

De Economische Visie Maastricht 2040 zet in op een duurzame ontwikkeling van de binnenstad, met een evenwichtige balans tussen economische en sociale duurzaamheid en een aantrekkelijke mix van functies, waarbij een goede ontsluiting voor fietsers en voetgangers belangrijk is.

 

Om de leefbaarheid in het centrum te vergroten zet Maastricht de mens op 1.

 

Voetgangers staan centraal in de diverse voetgangerszones in het centrum. Fietsers en soms ook auto’s zijn hier welkom al dan niet binnen venstertijden. Zij passen zich aan het tempo van de voetganger aan.

 

Fietsers staan binnen de singels op de andere locaties centraal in de fietszone. Samen met gemotoriseerd verkeer gebruiken ze de rijbaan, fietsers bepalen hier het tempo. Voor voetgangers maken we meer ruimte op de trottoirs, zodat zij daar prettig kunnen lopen.

 

Voor de herkenbaarheid van de fietszone worden borden geplaatst die de entree van de fietszone markeren. Deze borden zijn geen officiële verkeerstekens en vereisen daarom geen afzonderlijk verkeersbesluit.

 

Om de fietszone effectief te maken zijn er tevens verkeersmaatregelen noodzakelijk, waaronder het realiseren van fietsstroken en het aanwijzen van voetgangerszones waar fietsen is toegestaan. Op een aantal eenrichtingswegen in het centrum is momenteel slechts aan één zijde een fietsstrook aanwezig, wat in de praktijk leidt tot onduidelijkheden. Daarom worden op deze wegen extra fietsstroken aangebracht zodat er aan beide zijden van de rijbaan fietsstroken aanwezig zijn.

 

Daarnaast worden een aantal locaties als voetgangerszone aangewezen, waar fietsen is toegestaan, zodat voetgangers en fietsers de ruimte goed kunnen delen en het ritme van de traagste weggebruiker leidend is. Dit doen we op locaties waar verhoudingsgewijs veel voetgangers zijn.

De fietszone zal stapsgewijs worden uitgerold over meerdere jaren, waarbij nu de eerste concrete maatregelen worden genomen.

 

Deze maatregelen dragen bij aan het waarborgen van de verkeersveiligheid, het beschermen van weggebruikers en passagiers, het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan.

 

Over de gewenste maatregelen binnen de fietszone is overleg gevoerd met bewoners, ondernemers en andere belanghebbenden.

 

Met dit verkeersbesluit wordt een belangrijke eerste stap gezet in de transformatie van het centrum van Maastricht naar een fietszone. Door de belangrijkste routes voor fietsers te verbeteren en duidelijke voetgangerszones te creëren, ontstaat een veiligere en aantrekkelijkere openbare ruimte voor fietsers en voetgangers. De maatregel sluit aan bij de langetermijnvisies van de gemeente en vormt een bouwsteen voor een leefbare en toekomstbestendige binnenstad.

 

Belangenafweging

Bij het nemen van dit verkeersbesluit zijn de verschillende belangen van betrokkenen zorgvuldig tegen elkaar afgewogen.

  • Verkeersveiligheid en doorstroming: De aanleg van fietsstroken aan beide zijden van de rijbaan en het aanwijzen van voetgangerszones waar fietsen is toegestaan, bevordert de duidelijkheid in het gebruik van de openbare ruimte en vermindert conflicten tussen verkeersdeelnemers. Hiermee wordt de verkeersveiligheid en de bruikbaarheid van de weg voor alle gebruikers verbeterd.

  • Belangen van fietsers en voetgangers: Door het centrum aan te wijzen als fietszone en de belangrijkste routes fietsvriendelijk in te richten, wordt een aantrekkelijk en veilig netwerk voor fietsers gecreëerd. Tegelijkertijd worden voetgangers beter gefaciliteerd door duidelijke zones en gedeelde ruimten waar het tempo van de langzaamste weggebruiker leidend is.

  • Belangen van gemotoriseerd verkeer: Het autoverkeer behoudt toegang tot alle straten conform huidige situatie, de inrichting maakt duidelijk dat de auto hier ‘te gast’ is. De voorgestelde maatregelen leiden niet tot een volledige afsluiting of onredelijke omrijroutes voor bestemmingsverkeer.

  • Belangen van ondernemers en bevoorrading: Voor ondernemers blijft de bereikbaarheid van panden gewaarborgd. Het laden en lossen kan blijven plaatsvinden binnen de bestaande venstertijden en toegestane locaties. De maatregelen worden gefaseerd ingevoerd, waardoor ondernemers kunnen wennen en eventueel aanvullende maatregelen kunnen worden afgestemd.

  • Belangen van bewoners: De maatregelen dragen bij aan een rustigere en leefbaardere woonomgeving met minder conflicten tussen verkeersdeelnemers. Voor bewoners blijven de straten bereikbaar per auto voor bestemmingsverkeer.

  • Economische belangen en stedelijke ontwikkeling: Het versterken van de fiets- en voetgangersinfrastructuur sluit aan bij de economische en ruimtelijke ambities voor de binnenstad, gericht op een aantrekkelijke en duurzame mix van functies en een gastvrij centrum voor inwoners en bezoekers.

 

Geconcludeerd wordt dat het belang van het waarborgen van verkeersveiligheid, leefbaarheid en duurzame stedelijke ontwikkeling zwaarder weegt dan het beperkte nadeel voor gemotoriseerd verkeer en eventuele aanpassingen voor ondernemers. De maatregelen zijn proportioneel en passen binnen de beleidskaders en ambities van de gemeente Maastricht.

 

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW zijn de te nemen verkeersmaatregelen besproken met de Districtchef van politiedistrict Maastricht.

 

BESLUITEN:

  • 1.

    Fietsstroken aan beide zijden van de Calvariestraat, Kommel, Sint Hubertuslaan, Henri Hermanspark, Sint Pieterstraat, Maastrichter Heidestraat, Hondstraat, Bredestraat, Tongersestraat en Papenstraat aan te brengen, waar nu slechts aan één zijde een fietsstrook aanwezig is door het aanbrengen van fietsvignetten;

  • 2.

    Een aantal gebieden binnen de fietszone aan te wijzen als voetgangerszone waar fietsen is toegestaan door het plaatsen van de borden G7 van Bijlage I van het RVV 1990 en onderborden met de tekst “Fietsen toegestaan”.

  • 3.

    de verkeerstekens te plaatsen zoals aangegeven is in de tekeningen;

 

Gelet op:

  • artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) ingevolge verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor zover zij betreffen het verkeer op wegen, welke niet in beheer zijn bij het Rijk, de provincie of een waterschap dat deze bevoegdheid op grond van “Mandaatregeling Gemeente Maastricht 2010” is gemandateerd aan het afdelingshoofd Mobiliteit;

  • artikel 15, lid 1, van de WVW 1994 dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd;

  • artikel 15, lid 2, van de WVW 1994 dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor het aanbrengen of verwijderen van infrastructurele maatregelen die leiden tot een beperking of een uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken;

  • artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) ingevolge het plaatsen en verwijderen van de in dit artikel genoemde verkeerstekens moet geschieden krachtens een verkeersbesluit;

  • artikel 14 van het BABW, wordt de plaatsing van onderborden, zoals bedoeld in artikel 8, lid 2 en lid 3 van het BABW, in het betrokken verkeersbesluit tot uitdrukking gebracht;

  • het “Inspiratiedocument fietszone centrum” en het Coalitieakkoord 2023–2026;

  • het Actieplan Fietsen in Maastricht 2020–2025;

  • de Omgevingsvisie Maastricht 2040;

  • de Economische Visie Maastricht 2040;

 

 

Namens het college van burgemeester en wethouders van Maastricht,

Wethouder Aarts,

voor deze,

 

E. Westbroek

Teammanager Mobiliteit

 

(Deze brief is digitaal goedgekeurd en daarom niet met de hand ondertekend)

 

Maastricht, 20 november 2025

 

Bezwaar en voorlopige voorziening

Op grond van het bepaalde in de artikelen 8:1 juncto artikel 7:1 juncto artikel 6:4 van de Awb kan, door degenen wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen een termijn van zes weken, ingaande op de dag na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt c.q. is verzonden of uitgereikt, bij ons college een bezwaarschrift worden ingediend.

 

U kunt het bezwaarschrift digitaal of schriftelijk indienen.

 

Als u het bezwaarschrift digitaal wilt indienen, kunt u dit doen via https://www.gemeentemaastricht.nl/bezwaarschrift-indienen. U vindt hier een formulier waarmee u bezwaar kunt maken.

 

U kunt het bezwaarschrift ook per post indienen.

 

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

. de naam en het adres van de indiener;

. de dagtekening;

. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

. de gronden van het bezwaar.

Wij verzoeken u in het bezwaarschrift ook uw telefoonnummer en (zo mogelijk) uw

e-mailadres te vermelden.

 

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan het college van Burgemeester en wethouders van Maastricht, Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht.

 

Het indienen van bezwaar heeft geen schorsende werking. Om de inwerkingtreding van het besluit en de gevolgen daarvan op te schorten kan om een voorlopige voorziening worden verzocht. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, bestuursrecht, postbus 950 te 6040 AZ te Roermond.

Van de verzoeker van een voorlopige voorziening wordt een griffierecht geheven. U wordt door de griffie van de rechtbank geïnformeerd over de hoogte van het griffierecht en de wijze van betaling.

 

U kunt ook digitaal een voorlopige voorziening indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

 

 

Naar boven