Aanleiding
Als gevolg van de door de Hoge Raad gewezen arresten d.d. 26 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1778) en 15 november 2024 (ECLI:NL:HR:2024:1661) bekend als de ‘Didam-arresten’, is de gemeente Eindhoven (hierna: “de Gemeente”) gehouden om, gelet op het gelijkheidsbeginsel, indien geen selectieprocedure wordt gehouden, kennis te geven van het voornemen tot het aangaan van een overeenkomst waarbij sprake is van de verkoop en levering van onroerende zaken.
De Gemeente maakt hierbij bekend dat zij voornemens is om over te gaan tot het vestigen van een recht van opstal ten behoeve van een overstortleiding met verdere toebehoren ten laste van gemeentegronden, gelegen nabij de Bosfazant 79 t/m 87 te Eindhoven, aan de bewoners van de Bosfazant 79 t/m 87.
Het recht van opstal zal worden gevestigd op een gedeelte van het perceel, kadastraal bekend gemeente Strijp, sectie F, nummer 2182, groot circa 3 m2. Ter oriëntatie wordt verwezen naar de bij deze publicatie aangehechte tekening met kenmerk GRB-20250084. De voorgenomen vestiging van het recht van opstal ten laste van de gemeentegronden is ten behoeve van het in eigendom hebben van een overstortleiding met verdere toebehoren, aangebracht in en/of boven de gemeentegronden, door de bewoners van de Bosfazant 79 t/m 87.
Enige serieuze gegadigde
Het vestigen van het recht van opstal dient naast een persoonlijk belang van de opstalgerechtigden ook een algemeen, maatschappelijk belang, te weten het ontlasten van het gemeentelijk rioolstelsel en het aanvullen van het grondwater omdat de overstortleiding uitmond in een wadi. Het deel van de onroerende zaak waarop het recht van opstal zal worden gevestigd grenst alleen direct aan de eigendommen van de bewoners van de Bosfazant 79 t/m 87.
Gelet op het vorenstaande is de Gemeente van oordeel dat op grond van objectieve, toetsbare en redelijke criteria de bewoners van de Bosfazant 79 t/m 87 als de enige serieuze gegadigden in aanmerking komen voor de voorgenomen gronduitgifte.
De Gemeente maakt middels deze kennisgeving haar voornemen tot het vestigen van het opstalrecht ten laste van de onroerende zaak tijdig voorafgaand aan het vestigen van het opstalrecht deugdelijk gemotiveerd bekend, zodat een ieder daarvan kennis kan nemen.
Vervaltermijn
Gegadigden die het oneens zijn met dit voornemen kunnen binnen 28 (achtentwintig) dagen, ingaande op de dag na de publicatiedatum van dit voornemen, een kort gedingprocedure aanhangig maken bij de rechtbank Oost-Brabant, locatie ’s-Hertogenbosch. De 28 dagen betreft een vervaltermijn. Indien binnen deze termijn geen kort geding aanhangig is gemaakt, vervalt het recht om tegen deze (voorgenomen) uitgifte van onroerende zaken op te komen.
Bijlage: Tekening met kenmerk GRB-20250084