Agressieprotocol gemeenteraad Best 2025

De raad van de gemeente Best;

 

gezien het voorstel van de griffier d.d. 17-10-2025;

 

Gelet op de Gemeentewet art. 154a,b, 172,a,b, 174b, 175 en 176a.

 

 

besluit

Het agressie protocol gemeenteraad Best 2025 vast te stellen.

 

Agressieprotocol gemeenteraad Best 2025

 

1. Inleiding

 

Voor onze democratie is het belangrijk dat raads- en burgerleden gemakkelijk benaderbaar zijn, open in de samenleving kunnen staan, het politieke debat vrij kunnen voeren, publieke taken vrij van dwang en drang kunnen uitoefenen en dat besluiten zonder druk kunnen worden genomen. Raads- en burgerleden kunnen gerelateerd aan de uitvoering van hun publieke taak, worden geconfronteerd met norm overschrijdend gedrag van inwoners. Denk daarbij bv. aan belediging, persoonlijke bedreiging of bedreiging richting familie, stalken, fysiek geweld of vernieling. Norm overschrijdend gedrag kan de besluitvorming beinvloeden, raakt dan aan de integriteit van het lokale bestuur en is ondermijnend voor de democratie. Het maakt daarbij niet uit van wie het norm overschrijdende gedrag afkomstig is. Dat kan gaan over individuele inwoners, een collectief, of een persoon die namens een bedrijf, organisatie of groepering handelt. Raads- en burgerleden werken in een aantal gevallen samen met de ambtelijke organisatie en het handelen van raads- en burgerleden beinvloedt de ambtelijke organisatie ook. In relatie tot het voorkomen van- en reageren op norm overschrijdend gedrag werken raads- en burgerleden, ambtenaren en het college van B&W daarom vanuit gezamenlijke uitgangspunten. Er is sprake van onderlinge afhankelijkheid en er is daarmee ook gezamenlijke verantwoordelijkheid. Goed samenspel is cruciaal. De organisatienorm zoals die wordt gehanteerd voor de ambtenaren en collegeleden geldt ook voor raads- en burgerleden. Net als de ambtelijke organisatie geldt voor de gemeenteraad dat hij integer moet werken. De Gedragscode integriteit gemeenteraad Best 2024 is hiervoor vastgesteld. Deze gedragscode, samen met dit agressieprotocol, is een hulpmiddel om veilig en integer te kunnen werken.

2. Uitgangspunten

 

De volgende uitgangspunten zijn leidend bij de preventie en aanpak van norm overschrijdend gedrag:

  • -

    Inwoners en raads- en burgerleden zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de kwaliteit van de interactie en zijn daarop aanspreekbaar.

  • -

    Het adequaat samenwerken tussen de gemeenteraad, het college van B&W en de ambtelijke organisatie verlaagt het risico op norm overschrijdend gedrag. Sturen op kwaliteit van samenwerking en het maken van duidelijke afspraken is een belangrijk beinvloedingsmechanisme, ook al kan agressie niet in alle gevallen voorkomen worden.

  • -

    In de interactie tussen de inwoner en raads- en burgerleden kunnen vormen van emotie/frustratie/ boosheid voorkomen. Het herkennen en erkennen hiervan, het onderzoeken van de oorzaak van de emotie en het samen met de inwoner zoeken naar een oplossing (waar mogelijk) is onderdeel van ieders professionaliteit en valt ook binnen ieders beslissingsbevoegdheid.

  • -

    Daar waar het gedrag van de inwoner over de grens gaat (organisatienorm), kan het raads- en burgerlid als persoon in gevaar komen (fysiek en mentaal), kan de besluitvorming onder druk komen te staan en staat de integriteit ter discussie. Gedrag van inwoners dat over de grens gaat is nooit toelaatbaar. Dit principe staat los van oorzaken of verwijtbaarheid.

  • -

    Op norm overschrijdend gedrag:

    • °

      Volgt een reactie vanuit de organisatie.

    • °

      Daarin staan hoor en wederhoor centraal. De inwoner wordt aangesproken op zijn/haar gedrag en krijgt, als deze aanspreekbaar is op gedrag, de gelegenheid zijn/haar kant van de medaille te belichten. Dat doet niets af aan de gestelde grenzen, maar kan voor raads- en burgerleden wel aanleiding zijn om ook het eigen functioneren onder de loep te nemen.

    • °

      Op deze manier wordt invulling gegeven aan de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de interactie.

    • °

      Waar dat aan de orde is, legt de organisatie de inwoner een maatregel of sanctie op, die is afgestemd op de aard van het norm overschrijdende gedrag en die in lijn is met het gelijkheidsbeginsel. Dit komt neer op een lokaalverbod van drie maanden. Los van de sancties die volgen na een aangifte bij de politie.

  • -

    De aanpak van veilig en integer werken is geen statische, maar een lerende aanpak. Incidenten worden gebruikt om te leren en verder te professionaliseren.

2.1 De organisatienorm

De organisatienorm die wordt gehanteerd is als volgt:

 

Emotie van inwoners mag, agressie wordt niet geaccepteerd. Hierop wordt namens de organisatie altijd een passende reactie gegeven.

 

Onder agressie wordt verstaan gedrag van de inwoner dat direct wordt gericht op de politieke ambtsdrager met (in het algemeen) als doel om schade (emotioneel/ materieel/ fysiek) toe te brengen of een doel te bereiken (bijvoorbeeld besluitvorming beinvloeden). Agressie heeft minder te maken met de intensiteit van het gedrag (hard roepen, wild bewegen) maar heeft alles te maken met de richting van het gedrag (“Jij bent een …!).

 

Uitgangspunt van het beleid is dat agressie een ‘vorm van gedrag van de inwoner’ is. We vragen van raads-en burgerleden te handelen op basis van dit feitelijke gedrag en niet op basis van hun persoonlijke beleving. Agressief gedrag wordt niet geaccepteerd, ook al heb je er als persoon geen last van. Alleen als we dit uitgangspunt hanteren, kunnen we toewerken naar een eenduidige reactie naar alle inwoners en op deze wijze kwalitatief goed, veilig en integer onze rol vervullen.

 

Vormen van agressie die we niet tolereren:

  • -

    Fysiek geweld

    Bijvoorbeeld schoppen, spugen, slaan, duwen, vastpakken, knijpen, haren trekken.

  • -

    Verbaal geweld

    Bijvoorbeeld schelden, beledigen, vernederen, ruzie zoeken.

  • -

    Digitale agressie

    Online uitingen van verbaal geweld. Bijvoorbeeld schelden, beledigen, vernederen etc.

  • -

    Intimidatie

    Bijvoorbeeld het bedreigen van een raads- of burgerlid om iets gedaan te krijgen of om te voorkomen dat iets wordt gedaan. Hier valt ook onder het dreigen agressieve huisdieren op het raadslid/burgerlid af te sturen.

  • -

    Stalken

    Bijvoorbeeld hinderlijk achtervolgen, opwachten, lastigvallen en ander hinderlijk gedrag.

  • -

    Discriminatie naar geslacht, geloofsovertuiging of etnische afkomst

    Bijvoorbeeld schelden, denigrerende opmerken maken.

  • -

    Seksuele intimidatie

    Bijvoorbeeld seksueel getinte/dubbelzinnige opmerkingen maken of daadwerkelijk handtastelijk zijn.

  • -

    Vernieling

    Bijvoorbeeld het gooien met meubilair of voorwerpen en het vernielen van zaken.

  • -

    {Dragen van) wapens of gevaarlijke voorwerpen

    Bijvoorbeeld het meebrengen van voorwerpen die letsel kunnen veroorzaken.

  • -

    Opzettelijk toebrengen van letsel en/of schade aan raads- of burgerlid of zijn/haar eigendommen

    Bijvoorbeeld het vernielen van goederen.

In onderstaand schema worden de vormen van agressie uitgewerkt in de vorm van A, B, C en D gedrag. Ook is in het schema aangegeven welke voorvallen wel/niet gemeld dienen te worden en wanneer er een reactie wordt gegeven aan de inwoner.

 

EMOTIE OF AGRESSIE?

EMOTIONEEL GEDRAG

 

A & B GEDRAG

AGRESSIE

(Non-) verbale agressie

 

C GEDRAG

AGRESSIE

Bedreiging, intimidatie

 

D GEDRAG

AGRESSIE

Fysiek geweld

 

D GEDRAG

GEDRAG VAN DE INWONER

Gedrag gericht op zichzelf en op de situatie

 

Vaak te herkennen aan het

woordje “ik”.

 

Uitzondering of begrip vragen, klagen, excuus verzinnen, beroep op redelijkheid doen, afhankelijk gedrag, claimen.

Kritiek op regels, beleid en/of bestuurlijk orgaan.

 

Vaak te herkennen aan het woordje

“Jullie”.

 

In discussie gaan, ter verantwoording roepen, beschuldigen, schande spreken, machtsstrijd, obstructie.

Gericht op het raads- en burgerlid

 

Vaak te herkennen aan het

woordje “Jij”.

 

Sarren, zuigen, treiteren, uitlokken, grof zijn, schelden, belachelijk maken.

 

Organisatie bepaalt wat wel/niet acceptabel is.

{Non) verbaal dreigen Dreigen met geweld Intimideren

Seksuele intimidatie

 

Gaat een stap verder dan verbale agressie. Het kan ook gaan om een suggestie van geweld of door openlijk fysiek of digitaal hiermee te dreigen. Het gedrag is op jou persoonlijk gericht. De uiting van agressie levert mogelijk ook gevaar op voor de inwoner zelf of

voor anderen.

Schoppen, Slaan, Spugen, Beetpakken, Trekken, Vernielen, Voorwerpen gooien

 

Gaat een stap verder dan bedreiging of intimidatie.

 

Het gedrag is gericht op personen en/of zaken.

STANDPUNT (OGRANISATIENORM)

Inwoners mogen klagen en boos en/of geirriteerd zijn.

 

In de aanpak is het raads- of burgerlid aan zet. Veer mee en buig om. Heb aandacht voor emoties. Geef mogelijkheden aan. Bij herhaling aangeven dat de boodschap is ontvangen en niet herhaald hoeft te worden.

Inwoners mogen kritiek hebben op het beleid en de regelgeving en mogen dit uiten en boos en geirriteerd zijn.

 

In de aanpak is het raads- of burgerlid aan zet. Ook hier meeveren en ombuigen.

Mogelijkheden aangeven. Bij herhaling aangeven dat de boodschap is ontvangen en niet

herhaald hoeft te worden.

Inwoners mogen niet persoonlijk worden richting raads- of burgerleden. We gaan pas verder in gesprek wanneer de inwoner met dit gedrag stopt. Als het gedrag niet stopt beeindigen we het gesprek en nemen we passende maatregelen.

Inwoners mogen raads- en burgerleden niet bedreigen of intimideren. We beëindigen in zo’n geval het gesprek en nemen gepaste maatregelen.

 

Stel grens en beeindig het gesprek / contact. Vergroot de fysieke afstand en vraag de inwoner de locatie te verlaten.

De veiligheid van raads- en burgerleden gaat boven alles. Inwoners mogen dus niet fysiek worden naar personen en/of zaken.

 

Zorg voor je eigen veiligheid. Ga weg. Alarmeer de bodes, (indien mogelijk) beveiliging of politie.

MELDEN EN ANHANDELEN?

Niet melden, tenzij het gedrag aanhoudt en er een patroon ontstaat.

Niet melden, tenzij het gedrag aanhoudt en er een patroon ontstaat.

Als de inwoner zich positief corrigeert na te zijn aangesproken op zijn/haar gedrag wordt er niet gemeld. Bij aanhoudend gedrag wordt het gedrag wel gemeld en afgehandeld volgens sanctiebeleid van de gemeente. Het doel is regie voeren op de interactie.

Altijd melden en afhandelen volgens sanctiebeleid van de gemeente. Het doel is regie voeren op de interactie.

Altijd melden en afhandelen volgens sanctiebeleid van de gemeente. Het doel is regie voeren op de interactie.

 

3. Preventie

3.1 Organisatorische maatregelen

Voorkomen is beter dan genezen!

  • -

    Bij de start van een nieuwe raadsperiode ontvangen de raads- en burgerleden allerlei informatie, waaronder dit protocol en de gedragscode integriteit, zodat zij op de hoogte zijn van veilig en integer werken.

  • -

    Bij het organiseren van groepsbijeenkomsten/informatieavonden wordt vooraf een risicoanalyse gemaakt. Zeker als het een gevoelig/beladen onderwerp betreft! Op basis hiervan wordt een passende locatie gekozen, worden organisatorische maatregelen getroffen en wordt waar nodig beveiliging ingezet. In overleg met de griffier en de burgemeester ondersteunt het Cluster Veiligheid in het treffen van organisatorische maatregelen.

  • -

    Als vooraf duidelijk is dat er een risicogesprek moet worden gevoerd dan wordt bijstand van Cluster Veiligheid ingeschakeld. Eventueel met de boa’s of beveiliging.

3.2 Dialoog, training

  • -

    Minimaal een keer (voorkeur in het begin) van een nieuwe raadsperiode wordt er een training over veilig en integer werken georganiseerd. Dit om de nieuwe raads- en burgerleden op de hoogte te brengen van de werkwijze omtrent dit thema. En voor de zittende raads- en burgerleden is het een herhaling, zodat het onderwerp niet op de achtergrond beland.

  • -

    Fractievoorzitters kunnen in het seniorenconvent met de burgemeester en de griffier alle agressie incidenten met elkaar bespreken. Hierdoor zijn ze op de hoogte van wat er speelt en kunnen waar mogelijk trends ontdekken. Eventueel met iemand van Cluster Veiligheid.

4. De handelingsprocedure tijdens een incident, alarmering en bijstand inschakelen

 

  • -

    Als een gesprek plaatsvindt in het gemeentehuis en er sprake is van norm overschrijdend gedrag, wordt het gesprek beeindigd en verzoekt/sommeert het raads- of burgerlid de inwoner het pand te verlaten. Weigert deze dat, dan kan tijdens kantoortijden de bodes of indien aanwezig de beveiliging gealarmeerd worden ter ondersteuning.

  • -

    Zijn deze voorzieningen er niet, of vindt het gesprek buiten kantoortijden of buiten het gemeentehuis plaats dan belt het raads- of burgerlid in geval van nood altijd 112 en geeft aan waar hij/zij zich bevindt en (indien mogelijk) wat de situatie is. De eigen veiligheid staat altijd voorop.

  • -

    Geef, tot het arriveren van de politie, de agressor zijn zin en laat dit uit houding en gedrag blijken. Blijf kalm en provoceer niet.

  • -

    Bij een ordeverstoring tijdens een vergadering is de handelswijze:

    • °

      Eerst waarschuwing geven (tot de orde roepen). Wijzen op het Reglement van Orde. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden. We rekenen op ieders respect, zodat we een goede vergadering kunnen hebben vanavond. Dank u wel voor uw begrip en medewerking.

    • °

      Bij ordeverstoring van een vergadering schorst de voorzitter de vergadering en verzoekt degene(n) die de orde verstoort/verstoren de ruimte te verlaten.

    • °

      Indien dit geweigerd wordt, zal de voorzitter dit nog tweemaal doen (na drie vorderingen is er sprake van lokaalvredebreuk).

    • °

      De politie wordt gebeld. De aanwezigen (m.u.v. beveiliging indien aanwezig) passen geen fysieke maatregelen toe om personen uit de ruimte of het gebouw te verwijderen, maar laten dit over aan de politie.

    • °

      Alleen bij fysieke agressie naar een deelnemer of bezoeker van een vergadering is het toegestaan fysieke maatregelen toe te passen om de persoon in kwestie te ontzetten en/of te beschermen.

    • °

      Tijdens een ordeverstoring wordt de livestream van de vergadering stopgezet.

    • °

      De voorzitter besluit in samenspraak met de griffier en Cluster Veiligheid tot het doen van aangifte van de ordeverstoring.

5. De handelingsprocedure na een incident

5.1 Melden

Alle voorvallen van norm overschrijdend gedrag (zoals beschreven in het schema op pagina 3) worden intern gemeld. Volg hiervoor het volgende stroomschema:

 

5.2 Incidentenregistratie

Net als het agressieprotocol voor ambtenaren houdt het Cluster Veiligheid een incidentenregistratie bij. De gegevens blijven (AVG technisch) voor vijf jaar bewaard. Het doel is om een totaaloverzicht van incidenten te hebben en de daarbij horende trends en veroorzakers inzichtelijk te hebben. Zo is het mogelijk om waar nodig maatwerk te leveren om onze raads- en burgerleden beter te beschermen tegen agressie en geweld.

 

5.3 Nazorg

De nazorg na een incident ligt primair bij de burgemeester en de griffier. Dit gesprek dient direct na een agressie incident plaats te vinden. Dit gesprek is bedoeld om de veiligheid te herstellen en steun te bieden aan de betrokkene(n). Het eerste gesprek heeft als doelen: veiligheid, emotionele ondersteuning en praktische hulp bieden, informatie geven over het verwerkingsproces en vervolgafspraken maken. Het is vooral belangrijk om betrokkene het verhaal te laten vertellen en te onderzoeken waar hij of zij behoefte aan heeft. Wellicht moeten er (praktische) zaken worden geregeld (informeren thuisfront, aangifte doen, schade e.d.). Ook moet er gekeken worden of eventuele professionele hulpverlening noodzakelijk is,

 

Indien een tweede gesprek gewenst is, bijvoorbeeld bij een heftig incident, is dat naar eigen ingeving of op verzoek van de betrokkene(n) zelf in te regelen.

5.4 Aangifte doen en schade verhalen

  • -

    Als sprake is van strafbare feiten doet in alle gevallen, met instemming van de betrokkene, de gerechtigd vertegenwoordiger van de gemeente daarvan aangifte waarbij materiele en immateriele schade altijd worden verhaald als de dader bekend is.

  • -

    Over de aangifte wordt niet gecommuniceerd, tenzij de betreffende politieke ambtsdrager daarmee instemt ten behoeve van het onderzoek.

  • -

    Het betreffende raads- of burgerlid wordt juridisch als benadeelde beschouwd.

  • -

    Het betrokken raads- of burgerlid verleent als benadeelde volledige medewerking aan het politieonderzoek.

  • -

    Het OM wordt, voor zover nog niet betrokken bij risicoanalyse in driehoeks-verband, door de politie op de hoogte gesteld bij een dreigingsmelding en/of een aangifte.

  • -

    Bij dreiging tegen een persoon ligt de verantwoordelijkheid voor de beslissing over het treffen van beveiligingsmaatregelen, in het kader van de strafrechtelijke handhaving en het bewaken en beveiligen, bij de Hoofdofficier van Justitie en doet de politie voorstellen over de te nemen maatregelen (artikel 1 lid 2 Politiewet, aanwijzing beveiliging van personen, objecten en diensten).

  • -

    De werkgever is, ook als sprake is van een “fictief dienstverband” verplicht de Inspectie SZW binnen 24 uur te waarschuwen als sprake is van een ernstig incident waarbij een raads- of burgerlid lichamelijk of geestelijk letsel oploopt, in het ziekenhuis moet worden opgenomen, blijvende schade overhoudt aan de gezondheid of overlijdt aan de gevolgen.

  • -

    De burgemeester en/of de griffier zorgt voor terugkoppeling aan de betrokkenen en aan de gemeenteraad over de strafrechtelijke vervolging en de resultaten daarvan.

  • -

    Schade aan persoonlijke eigendommen of aanvullende kosten die een betrokkene moet maken door een incident worden in eerste instantie vanuit de organisatie vergoed aan de betrokkene. De gemeente verhaalt de kosten op de veroorzaker.

6. Communicatie

 

De burgemeester is ten overstaan van de gemeenteraad (al dan niet vertrouwelijk) woordvoerder als het gaat om bedreiging van een of meer raads- en burgerleden. Als de burgemeester direct betrokken is, wordt in overleg met de burgemeester, de locoburgemeester, de waarnemend voorzitter van de raad en eventueel de Commissaris van de Koning, de handelwijze bepaald. Andere raads- en burgerleden worden met instemming van het slachtoffer, op de hoogte gebracht. Vertrouwelijkheid wordt daarbij altijd in acht genomen.

Als er een strafrechtelijk onderzoek is gestart, wordt hierover gecommuniceerd door het OM. Communicatie en contacten met de pers worden overgelaten aan het OM in samenspraak met de burgemeester en politie. De adviseur van de gemeente stemt, over een eventuele communicatieboodschap bij een ernstige (be)dreiging, altijd af met de afdeling voorlichting van het OM. Getroffen politionele maatregelen in de publieke ruimte worden nooit naar de pers gecommuniceerd. Afspraken over woordvoering worden altijd in acht genomen.

Aldus besloten door de raad van Best in zijn vergadering van 03-11-2025

Rian Swinkels-van de Laar

raadsgriffier

M.J.D. Donders- de Leest

voorzitter

Naar boven