Beleidsregel voor gladheidsbestrijding

Burgemeester en wethouders van Peel en Maas;

 

Gelet op het bepaalde in artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

 

Gelet op het bepaalde in het burgerlijk wetboek artikel 6: 162 en 6:174

 

Overwegende dat

 

De overheid een zorgplicht heeft voor het in goede en veilig staat houden van wegen. Hierbij hoort ook het bestrijden van gladheid en/of sneeuw.

 

BESLUITEN:

 

Vast te stellen de beleidsregel voor gladheidsbestrijding

Artikel 1 Uitgangspunten

  • 1.

    Veiligheid voor alle weggebruikers staat bij sneeuw- en gladheidsbestrijding voorop.

  • 2.

    De overheid heeft een zorgplicht, om wegen in een goede en veilige staat te houden. Dat hierbij de totale veiligheid niet gewaarborgd kan worden, mag duidelijk zijn. Er is een inspanningsverplichting geen resultaatsverplichting. De mate van veiligheid wordt mede bepaald door het aangepast gedrag van de weggebruiker.

  • 3.

    De “Leidraad gladheidsbestrijdingsplan” van CROW-NVRD wordt gehanteerd. En de methodiek uit de CROW publicatie ‘Organisatie en bestrijden van wintergladheid’

  • 4.

    Bij de prioritering van toepassen van gladheidsbestrijding kijken we naar verkeersveiligheid, de economische en maatschappelijke belangen.

  • 5.

    Diverse gebouwen met een openbare en maatschappelijke functie en plaatsen die extra gevoelig zijn voor het optreden van gladheid nemen we mee in de strooiactie.

  • 6.

    Bij de uitvoering van de gladheidsbestrijding voorkomen we dat het milieu onevenredig wordt belast door overmatig strooien van wegenzout.

  • 7.

    Bij het strooien van de routes vindt afstemming plaats met de andere wegbeheerders bijvoorbeeld buurgemeenten/provincie.

  • 8.

    Er is een strategische zoutvoorraad; voldoende voorraad om een hele winter te kunnen strooien.

Artikel 2 Uitvoering van de gladheidsbestrijding

  • 1.

    Er wordt preventief gestrooid. Dat houdt in dat er gestrooid wordt voorafgaand aan de gladheid, Bij verwachte sneeuwval en gladheid wordt zo snel mogelijk gestrooid. Bij veel sneeuwval wordt er ook geschaafd.

  • 2.

    De gladheidscoördinator is verantwoordelijk voor het besluit om al dan niet te gaan strooien, ondersteund door een eigen meetstation gekoppeld aan een meteorologische dienst die de gemeente 24/7 van advies voorziet.

  • 3.

    Prioriteiten in de gladheidsbestrijding: het is niet mogelijk overal en overal tegelijk te strooien op wegen. Daarom worden er prioriteiten gesteld. De prioriteitstelling is onderverdeeld in fases. Dit houdt in dat (fase 1) de grootste prioriteit heeft, (fase 2) tweede prioriteit, ect.

  • 4.

    Alle gegevens met betrekking tot strooiactiviteiten worden vastgelegd via een track and tracesysteem.

  • 5.

    Maatschappelijke instellingen kunnen gratis zout afhalen bij de Buitendienst.

  • 6.

    We communiceren actief naar de inwoners over gladheid en gladheidsbestrijding.

Artikel 3 De fasering van de gladheidsbestrijding

  • 1.

    Fase 1.

    Wegen met een belangrijke verkeersfunctie zijn wegen zoals OV-routes, hoofdverbindingsroutes en schoolroutes maar ook wegen waar veel (openbare) voorzieningen liggen. Bij optredende gladheid heeft het berijdbaar houden van deze wegen een hoge prioriteit en worden deze als eerste gestrooid. Dit geldt ook voor fietspaden omdat deze ook als ontsluiting dienen voor het woon-, werk- en schoolverkeer.

  • 2.

    Fase 2.

    Wijkontsluitingswegen worden direct na fase 1 gestrooid afhankelijk van de (te verwachten) weersomstandigheden.

  • 3.

    Fase 3.

    Bij langdurige gladheid (langer dan 3 dagen) worden bijna alle overige verharde wegen binnen de reguliere werktijden gestrooid. Afhankelijk van de verkeersintensiteit, noodzaak en temperatuur kan het zijn dat enkele kleine straten niet gestrooid worden.

Artikel 4 Citeertitel, inwerkingtreding en intrekking oude beleidsregel

  • 1.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als beleidsregel voor gladheidsbestrijding;

  • 2.

    De beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 3.

    De beleidsregel met betrekking tot gladheidsbestrijding van 20 oktober 2016 wordt gelijktijdig met de inwerkingtreding van de nieuwe beleidsregel conform artikel 4 lid 2 ingetrokken.

Panningen, 28 oktober 2025

Burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas,

de gemeentesecretaris/directeur,

K.H. Werps-Aerts

de burgemeester,

B.C.M. Vostermans

Naar boven