Beleidsregels leefgeld en eigen bijdrage ontheemden Oekraïne gemeente Tubbergen 2025

Het college van burgemeester en wethouders van Tubbergen;

 

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de bepalingen van de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne en de Regeling opvang ontheemden Oekraïne;

 

Overwegende dat:

 

het gewenst is om beleidsregels vast te stellen over de uitvoering van de bepalingen van de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne en de Regeling opvang ontheemden Oekraïne;

 

besluit:

 

vast te stellen de Beleidsregels leefgeld en eigen bijdrage ontheemden Oekraïne gemeente Tubbergen 2025

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 begrippen

  • 1.

    In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      Awb: Algemene wet bestuursrecht;

    • b.

      BRP: Basisregistratie Personen;

    • c.

      Buitengewone kosten: noodzakelijke kosten zoals bedoeld in artikel 11 van de regeling;

    • d.

      College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tubbergen;

    • e.

      Gezin: de gezinsleden gezamenlijk, zoals bedoeld in artikel 1 sub f van de regeling, waaronder ook degene die met zijn of haar partner een gezamenlijke huishouding voert. Er is sprake van een gezamenlijke huishouding als twee personen hun hoofdverblijf hebben in de woning en zij blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel anderszins;

    • f.

      GOO: Gemeentelijke opvangvoorziening Oekraïners, zoals bedoeld in artikel 1 sub g van de regeling;

    • g.

      Leefgeld: een maandelijkse financiële toelage voor voedsel, kleding en andere persoonlijke uitgaven, zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 onder b van de regeling;

    • h.

      Ontheemde: de ontheemde zoals bedoeld in artikel 1 sub c van de regeling;

    • i.

      POO: Particuliere opvang Oekraïners, zoals bedoeld in artikel 1 sub h van de regeling;

    • j.

      Regeling: de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO);

    • k.

      Wet: de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de regeling.

Hoofdstuk 2 Leefgeld

Artikel 2 Aanvraag

  • 1.

    De ontheemde kan schriftelijk voor zichzelf en eventuele gezinsleden een aanvraag voor leefgeld of vergoeding buitengewone kosten indienen bij het college.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, wordt het recht op leefgeld ambtshalve vastgesteld op het moment dat de ontheemde gaat verblijven in de GOO in de gemeente Tubbergen.

Artikel 3 Recht op leefgeld

Recht op leefgeld bestaat als de ontheemde:

  • a.

    in de gemeente staat ingeschreven in de BRP, én;

  • b.

    verblijft in een GOO of POO, én;

  • c.

    geen inkomsten uit arbeid in binnen- en buitenland, geen loondervingsuitkering of toeslag op grond van de Toeslagenwet ontvangt, die hoger zijn dan 115% van het leefgeld.

Artikel 4 Recht op vergoeding buitengewone kosten

Recht op een vergoeding voor buitengewone kosten bestaat als de ontheemde:

  • a.

    in de gemeente staat ingeschreven in de BRP, én;

  • b.

    verblijft in een GOO of POO, én;

  • c.

    noodzakelijke kosten heeft die vanwege hun aard of hoogte in redelijkheid niet geacht worden door de ontheemde zelf te worden betaald. De ontheemde moet zijn inkomen (na aftrek van de eigen bijdrage) boven 115% van het leefgeld gebruiken om de buitengewone kosten te betalen. Bij een vermogen hoger dan de vermogensgrens bedoeld in artikel 34 Participatiewet moet de ontheemde het vermogen aanwenden om de buitengewone kosten te betalen, én;

  • d.

    toestemming is verleend door het college voor het maken van de buitengewone kosten, met uitzondering van de kosten die voortvloeien uit noodsituaties waarin geen mogelijkheid is geweest te verzoeken om toestemming.

Artikel 5 Ingangsdatum leefgeld en vergoeding buitengewone kosten

  • 1.

    Leefgeld wordt toegekend vanaf de datum aanvraag.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan het college het leefgeld toekennen per:

    • a.

      datum van inschrijving in de BRP;

    • b.

      datum van het feitelijk verblijf in een GOO;

    • c.

      de eerste van de maand volgend op de maand waarin de ontheemde inkomsten uit arbeid in binnen- en buitenland, een loondervingsuitkering of een toeslag op grond van de Toeslagenwet heeft ontvangen;

    • d.

      de eerste van de maand volgend op de maand van aankomst in de opvang als de ontheemde afkomstig is uit een andere gemeente in Nederland en daar leefgeld ontving.

  • 3.

    Een vergoeding van buitengewone kosten wordt toegekend vanaf de datum van aanvraag.

Artikel 6 Wijze van verstrekking

  • 1.

    Het leefgeld wordt verstrekt via een uitbetaling op een Nederlandse bankrekening van de aanvrager of een ander meerderjarig gezinslid.

  • 2.

    Als de ontheemde geen Nederlandse bankrekening heeft, kan het leefgeld verstrekt worden op een Nederlandse bankrekening van een meerderjarig familielid of kennis van de ontheemde voor de duur van maximaal 2 maanden.

  • 3.

    Als de ontheemde geen Nederlandse bankrekening heeft en geen meerderjarige familieleden of kennissen heeft, wordt het leefgeld verstrekt met terugwerkende kracht op het moment dat er wel een beschikking is over een Nederlandse bankrekening.

Artikel 7 Hoogte leefgeld en vergoeding buitengewone kosten

  • 1.

    De hoogte van het leefgeld wordt bepaald conform artikel 10 van de regeling voor een ontheemde in de GOO of artikel 12 van de regeling voor een ontheemde in een POO.

  • 2.

    Als er inkomsten zijn, lager dan 115% van het van toepassing zijnde leefgeld, worden deze inkomsten in de maand volgend op de maand waarin de inkomsten zijn verworven aangevuld tot 115% van het van toepassing zijnde leefgeld.

  • 3.

    De hoogte van de vergoeding van buitengewone kosten wordt vastgesteld op de feitelijke kosten, dan wel op een door het college in redelijkheid vast te stellen vergoeding.

Artikel 8 Beperken of intrekken van het leefgeld

  • 1.

    Het college kan het leefgeld beperken of intrekken indien:

    • a.

      de opvang van de ontheemde beëindigd wordt omdat opvang (of onderdak) elders is voorzien;

    • b.

      de ontheemde de opvang definitief verlaat of langer dan 28 dagen per kalenderjaar niet in de opvang is verschenen zonder het college hiervan op de hoogte te stellen;

    • c.

      de ontheemde ernstig inbreuk maakt op de verplichtingen, genoemd in het huishoudelijk reglement van de opvangvoorziening;

    • d.

      de ontheemde een ernstige vorm van geweld pleegt jegens medebewoners die in dezelfde opvangvoorziening verblijven, aan personen die werkzaam zijn in de opvangvoorziening, of aan anderen.

  • 2.

    Het college trekt, met ingang van de eerstvolgende maand, het leefgeld geheel of ten dele in indien de meerderjarige ontheemde of een meerderjarig gezinslid:

    • a.

      inkomsten uit arbeid in Nederland of een ander land heeft en zulks blijft uit de door de ontheemde opgegeven of van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen ontvangen informatie over zijn inkomsten uit arbeid;

    • b.

      een loondervingsuitkering of een toeslag op grond van de Toeslagenwet ontvangt;

    • c.

      gedurende twee weken niet heeft voldaan aan verzoeken van het college om informatie te verstrekken over zijn inkomsten en gezinssamenstelling, of

    • d.

      inkomsten verborgen heeft gehouden en daardoor ten onrechte van de verstrekkingen gebruik heeft gemaakt.

Artikel 9 Terugvordering leefgeld

  • 1.

    Het college vordert teveel of ten onrechte verstrekt leefgeld terug.

  • 2.

    Het college vordert niet meer terug dan verstrekt is.

Artikel 10 Invordering teveel of ten onrechte verstrekt leefgeld

  • 1.

    Het college start de invordering gelijktijdig met de afgifte van het besluit tot terugvordering en hanteert daarbij de in artikel 4:87 Awb gestelde betalingstermijn van zes weken.

  • 2.

    De ontheemde wordt verzocht de vordering ineens in zijn geheel te voldoen. Als dat niet mogelijk is kan de ontheemde binnen zes weken na verzenddatum van de beschikking een betalingsregeling treffen.

Hoofdstuk 3 Eigen bijdrage

Artikel 11 Doelgroep eigen bijdrage

  • 1.

    Het college brengt maandelijks een eigen bijdrage in rekening voor de opvang van meerderjarige ontheemden die vallen onder de wet en die verblijven in de GOO.

  • 2.

    De meerderjarige ontheemde en diens meerderjarige gezinslid betalen een eigen bijdrage indien de meerderjarige ontheemde of een meerderjarig gezinslid:

    • a.

      inkomsten uit arbeid in binnen- en/of buitenland heeft;

    • b.

      een loondervingsuitkering of een toeslag op grond van de Toeslagenwet ontvangt;

    • c.

      een meerderjarige ontheemde die gedurende twee weken niet heeft voldaan aan verzoeken van het college om informatie te verstrekken over zijn inkomsten en/of gezinssamenstelling;

    • d.

      inkomsten verborgen heeft gehouden en daardoor ten onrechte van de verstrekkingen gebruik heeft gemaakt.

  • 3.

    Voor het vaststellen van de eigen bijdrage is de situatie op de 1e van de maand bepalend. Het college kijkt naar de ontvangen inkomsten van de ontheemden in de maand ervoor.

  • 4.

    Niet bijdrageplichtig zijn:

    • a.

      minderjarige gezinsleden, met of zonder eigen inkomsten;

    • b.

      ontheemden die verblijven in een POO;

    • c.

      ontheemden die een pensioen ontvangen.

Artikel 12 Hoogte eigen bijdrage

  • 1.

    De eigen bijdrage bestaat uit:

    • a.

      een bijdrage voor exploitatiekosten voor de opvang, en;

    • b.

      een bijdrage voor de catering, als de ontheemde in een GOO verblijft waar maaltijden worden aangeboden.

  • 2.

    De hoogte van de eigen bijdrage voor de exploitatiekosten wordt vastgesteld op het bedrag als bedoeld in artikel 8 lid 2 van de regeling.

  • 3.

    De hoogte van de eigen bijdrage voor de catering wordt vastgesteld op het bedrag als bedoeld in artikel 7 lid 4 van de regeling.

  • 4.

    De hoogte van de eigen bijdrage wijzigt wanneer dit in de regeling wordt aangepast.

  • 5.

    Er wordt geen eigen bijdrage opgelegd als het inkomen van het gezin lager is dan 115% van het van toepassing zijnde leefgeld.

  • 6.

    Er wordt met ingang van de eerstvolgende maand een eigen bijdrage opgelegd als het inkomen van het gezin hoger is dan 115% van het van toepassing zijnde leefgeld.

Artikel 13 Onevenredig nadeel

Wanneer een ontheemde door de inning van de eigen bijdrage een besteedbaar inkomen heeft dat lager is dan het bedrag dat zij anders aan leefgeld zou ontvangen, dan is er sprake van onevenredig nadeel. In dat geval wordt afgezien van het innen van de eigen bijdrage.

Artikel 14 Toetsing onevenredige benadeling

  • 1.

    Om onevenredig financieel nadeel te beperken, na de inning van de eigen bijdrage, wordt er een inkomensgrens gehanteerd voor het netto (gezins)inkomen van de ontheemde. Een (deel van de) eigen bijdrage is verschuldigd wanneer het (gezins)inkomen hoger is dan 115% van het van toepassing zijnde leefgeld. De toetsing van het inkomen vindt plaats voor de beoordeling of een eigen bijdrage wordt geïnd.

  • 2.

    Indien het inkomen van de ontheemde, die in de GOO verblijft, hoger is dan 115% van het van toepassing zijnde leefgeld en de eigen bijdrage tezamen, wordt de eigen bijdrage geïnd.

  • 3.

    Bij het innen van de eigen bijdrage voor de ontheemde, worden overeenkomstig artikel 3:4 Awb de belangen van alle betrokkene zorgvuldig afgewogen.

Artikel 15 Innen van de eigen bijdrage

  • 1.

    De hoogte en de ingangsdatum van de te betalen eigen bijdrage wordt per beschikking medegedeeld.

  • 2.

    De eigen bijdrage is maandelijks met ingang van de eerste van de maand verschuldigd over de voorgaande maand. De bijdrage moet zijn betaald voor de 25e van de maand waarin de beschikking tot het betalen van de eigen bijdrage is ontvangen.

  • 3.

    Bij het niet tijdig betalen van de eigen bijdrage wordt een herinnering verzonden met een termijn van 14 dagen.

  • 4.

    Na het verstrijken van de termijn van de herinnering wordt een aanmaning verstuurd met een termijn van 14 dagen.

  • 5.

    Na het verstrijken van de termijn van de aanmaning kan een civiele procedure worden gestart al dan niet middels een gerechtsdeurwaarder.

  • 6.

    Bij het voeren van de civiele procedure wordt de volledige achterstand tot dat moment meegenomen in de procedure.

  • 7.

    Voor de maandelijkse eigen bijdrage kan geen betalingsregeling worden getroffen als daarnaast ook nog maandelijks de eigen bijdrage moet worden betaald.

Hoofdstuk 4 Inlichtingenplicht

Artikel 16 Leefgeld/eigen bijdrage en inlichtingenplicht

  • 1.

    De ontheemde is verplicht om uiterlijk binnen twee weken nadat het college daarom heeft verzocht, mededeling te doen over zijn inkomsten en gezinssamenstelling.

  • 2.

    De ontheemde is verplicht in geval van verandering in inkomsten of gezinssamenstelling het college daarvan onverwijld (binnen 7 dagen) mededeling te doen.

  • 3.

    Onder inkomen wordt verstaan:

    • a.

      inkomen uit arbeid in Nederland en/of het buitenland;

    • b.

      inkomen uit zelfstandig bedrijf in Nederland of het buitenland;

    • c.

      een uitkering;

    • d.

      een toeslag op grond van de Toeslagenwet.

Hoofdstuk 5 Overige bepalingen

Artikel 17 Hardheidsclausule

Het college handelt overeenkomstig deze beleidsregels, tenzij dat voor een of meer ontheemden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met deze beleidsregels te dienen doelen.

Artikel 18 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking met terugwerkende kracht vanaf 1 oktober 2025.

  • 2.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels leefgeld en eigen bijdrage ontheemden Oekraïne gemeente Tubbergen 2025.

  • 3.

    De beleidsregel Eigen bijdrage Oekraïners Gemeentelijke Opvang Oekraïense Ontheemden 2025 gemeente Tubbergen wordt ingetrokken met ingang van 1 oktober 2025.

Vastgesteld op 11 november 2025

Het college van burgemeester en wethouder

De burgemeester

De secretaris

Naar boven