Mandaatbesluit Jeugdregio Een 10 voor de Jeugd 2026

Het college van burgemeester en wethouders respectievelijk de burgemeester van de gemeente Asten, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;

 

gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

overwegende dat:

  • de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Asten, Deurne, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek, Nuenen c.a., Someren, Son en Breugel, Veldhoven en Waalre een gemeenschappelijke regeling hebben getroffen waarbij het openbaar lichaam Jeugdregio Een 10 voor de Jeugd (hierna: het openbaar lichaam) is ingesteld;

  • het openbaar lichaam namens de 11 deelnemende gemeenten c.q. colleges taken uitvoert op het gebied van de inkoop en subsidiering van regionale jeugdhulp;

  • in artikel 5, tweede lid, van de Gemeenschappelijke regeling Jeugdregio Een 10 voor de Jeugd is bepaald dat taken worden uitgevoerd op basis van een mandaat, volmacht of machtiging van de 11 deelnemende gemeenten c.q. colleges van burgemeester en wethouders en burgemeesters;

  • in dit mandaatbesluit de mandatering van een aantal bevoegdheden aan het Dagelijks bestuur, respectievelijk de voorzitter, van het openbaar lichaam is vastgelegd. Hoofdstuk 1 bevat enkele algemene aspecten en voorwaarden die horen bij deze gemandateerde bevoegdheden, alsmede de wijze van afdoen en ondertekenen. In de hoofdstukken 2 tot en met 4 worden de gemandateerde bevoegdheden beschreven.

besluiten:

 

vast te stellen het Mandaatbesluit Jeugdregio Een 10 voor de Jeugd 2026.

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen mandaatbesluit

Artikel 1.1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen als bedoeld in artikel 10:1 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    volmacht: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • c.

    machtiging: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan feitelijke handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  • d.

    ondertekeningsmandaat: de bevoegdheid tot het namens een bestuursorgaan ondertekenen van een door dat bestuursorgaan genomen besluit;

  • e.

    mandaatgever: het bestuursorgaan dat de bevoegdheid laat uitoefenen door een ander;

  • f.

    gemandateerde: degene die in opdracht van het bestuursorgaan de bevoegdheid uitoefent;

  • g.

    ondermandaat: de gemandateerde verleent mandaat aan een ander;

  • h.

    feitelijke handeling: een handeling die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling betreft.

Artikel 1.2. Reikwijdte

Waar in deze regeling staat vermeld ‘(onder)mandaat’ en ‘gemandateerde’ wordt ook bedoeld ‘(onder)volmacht’ en ‘gevolmachtigde’ respectievelijk ‘(onder)machtiging’ en ‘gemachtigde’, tenzij de wet of de aard van de desbetreffende bevoegdheid zich hiertegen verzet.

Artikel 1.3. Ondermandaat

  • 1.

    Het Dagelijks bestuur en de voorzitter van het openbaar lichaam kunnen, ieder voor zover bevoegd, een gemandateerde bevoegdheid in ondermandaat verlenen aan de Algemeen directeur en overige medewerkers werkzaam voor het openbaar lichaam.

  • 2.

    Het Dagelijks bestuur en de voorzitter van het openbaar lichaam kunnen, ieder voor zover bevoegd, een gemandateerde bevoegdheid in ondermandaat verlenen aan externen, met betrekking tot de uitoefening van bevoegdheden als bedoeld in hoofdstuk 2 en 3 van dit voorliggende besluit.

  • 3.

    Aan de (onder) mandatering wordt de instructie verbonden om de bevoegdheden uit te oefenen met inachtneming van door de gemeente Asten vastgesteld beleid (met uitzondering van het inkoopbeleid), algemeen verbindende voorschriften en door of namens de gemeente Asten afgesloten inkoopcontracten op grond van de Jeugdwet.

  • 4.

    Het Dagelijks bestuur en de voorzitter van het openbaar lichaam kunnen nadere instructies, voorwaarden, voorschriften en beperkingen verbinden aan het verlenen van ondermandaat.

Artikel 1.4. Omvang mandaat

  • 1.

    Een verleend mandaat omvat naast het nemen en ondertekenen van besluiten, ook het verrichten van alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen die bij de uitoefening van de bevoegdheid horen in de ruimste zin des woords, zoals:

    • a.

      het behandelen en in ontvangst nemen van een aanvraag;

    • b.

      het uitnodigen om een incomplete aanvraag aan te vullen;

    • c.

      het verstrekken van mondelinge of schriftelijke informatie en gegevens van feitelijke en objectieve aard;

    • d.

      het uitreiken of toesturen van ontvangstbewijzen;

    • e.

      het voeren van overige correspondentie;

    • f.

      het besluiten tot het opschorten en verdagen van een beslistermijn;

    • g.

      het inwinnen van adviezen en inlichtingen;

    • h.

      het verbinden van voorschriften en voorwaarden en het opleggen van beperkingen;

    • i.

      het bekendmaken van besluiten, daar waar de verplichting daartoe wettelijk is voorgeschreven;

    • j.

      het nemen van alle andere besluiten die genomen moeten worden en het verrichten van alle andere handelingen die moeten worden verricht binnen het kader van de verleende bevoegdheid.

  • 2.

    Waar volmacht is verleend tot het verrichten van een privaatrechtelijke rechtshandeling wordt daarmee ook de bevoegdheid verleend tot het bewaken van de uitvoering van de rechtshandeling, waartoe ook kan worden gerekend in gebreke stellen, ontbinden, vorderen van nakoming of schadevergoeding, opzeggen en alle andere besluiten en rechtshandelingen die hiermee verband kunnen houden.

  • 3.

    Waar mandaat is verleend tot het beschikken op een aanvraag als bedoeld in artikel 1:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt daarmee ook bevoegdheden bedoeld zoals het bevoorschotten, (lager) vaststellen, weigeren, intrekken, wijzigen, beëindigen, terugvorderen en invorderen, het opleggen van verplichtingen alsmede het sluiten van uitvoeringsovereenkomsten.

Artikel 1.5. Ondertekening

In de ondertekening van een in (onder)mandaat genomen besluit wordt opgenomen namens welk bestuursorgaan bevoegdheden worden uitgeoefend.

Hoofdstuk 2. Algemene bevoegdheden

Onderstaande mandaten hebben betrekking op aan het openbaar lichaam gemandateerde taken voortvloeiend uit de Gemeenschappelijke regeling Jeugdregio Een 10 voor de Jeugd.

Artikel 2.1. Algemene bevoegdheden

  • 1.

    Het Dagelijks bestuur van het openbaar lichaam wordt de bevoegdheid verleend om te besluiten om met één of meer al dan niet deelnemende gemeenten of samenwerkingsverbanden (samenwerkings)overeenkomsten aan te gaan met betrekking tot taken waarmee het openbaar lichaam is belast.

  • 2.

    Het Dagelijks bestuur van het openbaar lichaam wordt de bevoegdheid verleend om te besluiten om verwerkersovereenkomsten aan te gaan met betrekking tot taken waarmee het openbaar lichaam is belast.

  • 3.

    De voorzitter van het openbaar lichaam wordt de bevoegdheid verleend om de overeenkomsten te ondertekenen die genoemd worden c.q. voortvloeien uit de in dit artikel genoemde bevoegdheden onder het eerste en tweede lid.

  • 4.

    Het Dagelijks bestuur van het openbaar lichaam wordt de bevoegdheid verleend om inbreuken in verband met persoonsgegevens (datalekken) te melden aan de Autoriteit Persoonsgegevens, alsmede betrokkenen hierover te informeren. Hieraan wordt de instructie verbonden dat het college van de gemeente Asten eerst een besluit dient te nemen over het al dan niet melden aan de Autoriteit Persoonsgegevens en het informeren van betrokkenen.

  • 5.

    Het Dagelijks bestuur van het openbaar lichaam wordt de bevoegdheid verleend om het archief te beheren en alle taken uit te voeren omtrent het beheer, waardering en selectie tot en met de overbrenging/vernietiging van de documenten die in het kader van de gemandateerde taken zijn ontvangen of opgemaakt.

  • 6.

    Het Dagelijks bestuur van het openbaar lichaam wordt de bevoegdheid verleend om wijzigingen door te voeren in het Handboek Vervanging Archiefbescheiden Jeugdregio Een 10 voor de Jeugd conform het bepaalde in hoofdstuk 9 van voornoemd Handboek.

  • 7.

    Het Dagelijks bestuur van het openbaar lichaam wordt de bevoegdheid verleend om een verklaring op grond van artikel 8 van het Archiefbesluit 1995 op te stellen en te ondertekenen.

  • 8.

    Het Dagelijks bestuur van het openbaar lichaam wordt de bevoegdheid verleend om te besluiten tot het aanvragen van subsidies en bijdragen bij andere overheden en instanties.

  • 9.

    De voorzitter van het openbaar lichaam wordt de bevoegdheid verleend om de aanvragen genoemd in het achtste lid te ondertekenen.

Hoofdstuk 3. Bevoegdheden met betrekking tot de inkoop van regionale jeugdhulp

Artikel 3.1. Specifieke bevoegdheden

  • 1.

    Ter uitvoering van de taken die zijn genoemd in artikel 4, eerste en tweede lid, van de Gemeenschappelijke regeling Jeugdregio Een 10 voor de Jeugd worden de navolgende bevoegdheden verleend aan het Dagelijks bestuur van het openbaar lichaam:

    • a.

      het ten behoeve van alle jeugdigen in die regio contracteren of subsidiëren van regionale jeugdhulp, inclusief (voor zover het inkoop betreft) de gehele aanbesteding, het relatie- en contractbeheer alsmede contractmanagement van de bewuste contracten;

    • b.

      het uitvoeren van bij ministeriële regeling te bepalen administratieve processen behorende bij de contractering of subsidiëring door de Jeugdregio;

    • c.

      het afstemmen met andere Jeugdregio’s of colleges van regio’s teneinde te bevorderen dat er een toereikend aanbod is van regionale jeugdhulp;

    • d.

      het organiseren van de regionale expertteams;

    • e.

      het behandelen van en beslissen op klachten van derden met betrekking tot gemandateerde taken, met uitzondering van klachten over gedragingen van medewerkers die werkzaam zijn voor het openbaar lichaam;

    • f.

      het verwerken van persoonsgegevens inclusief het vragen van toestemming aan jeugdigen en/of zijn/haar ouders/verzorgers tot het opvragen en/of inzien van gegevens die onder de werkingssfeer van de Algemene verordening gegevensbescherming vallen;

    • g.

      het verstrekken van periodieke rapportages over de namens de gemeente uitgevoerde werkzaamheden in het kader van de Jeugdwet aan het Rijk en andere overheidsinstanties;

    • h.

      het aanwijzen van toezichthouders rechtmatigheid Jeugdwet als bedoeld in de Verordening Jeugdhulp juncto artikel 5:11 Algemene wet bestuursrecht, met als uitdrukkelijke beperking dat de ambtenaren werkzaam dienen te zijn voor het openbaar lichaam Gemeenschappelijke regeling Peelgemeenten; en

    • i.

      het uitgeven van een legitimatiebewijs als bedoeld in artikel 5:12 Algemene wet bestuursrecht en de daarop gebaseerde ‘Regeling model legitimatiebewijs toezichthouders Algemene wet bestuursrecht’ aan de toezichthouders rechtmatigheid Jeugdwet.

  • 2.

    De voorzitter van het openbaar lichaam wordt de bevoegdheid verleend om de gemeente te vertegenwoordigen bij het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen die nodig zijn ter uitvoering van de besluiten die het Dagelijks bestuur neemt op grond van het eerste lid.

  • 3.

    De voorzitter van het openbaar lichaam wordt de bevoegdheid verleend om het legitimatiebewijs genoemd in het eerste lid, onder i, te ondertekenen.

Hoofdstuk 4. Bevoegdheden met betrekking tot bezwaar, (hoger) beroep en overige rechtsgedingen

Artikel 4.1. Bezwaar, (hoger) beroep en overige rechtsgedingen

  • 1.

    Het Dagelijks bestuur van het openbaar lichaam wordt de bevoegdheid verleend om bestuurs- en civielrechtelijke procedures inhoudelijk te behandelen, alsmede het college en/of de burgemeester te vertegenwoordigen in voornoemde procedures, in mediationtrajecten bij een externe mediator en in overige procedures, alsmede het treffen van schikkingen in voornoemde rechtsgedingen met betrekking tot de aan het Dagelijks bestuur van het openbaar lichaam in dit voorliggende besluit gemandateerde bevoegdheden.

  • 2.

    De Algemeen directeur van het openbaar lichaam wordt de bevoegdheid verleend om te beslissen op bezwaarschriften als bedoeld in artikel 7:1 Algemene wet bestuursrecht met betrekking tot subsidiebeschikkingen voor zover deze in ondermandaat zijn genomen door de bevoegde functionaris. Ten aanzien van een subsidiebeschikking die is genomen door het Dagelijks bestuur, is het Algemeen bestuur bevoegd om te beslissen op bezwaarschriften.

  • 3.

    De Algemeen directeur van het openbaar lichaam wordt de bevoegdheid verleend om te beslissen inzake verzoeken om toepassing van rechtstreeks beroep (artikel 7:1a Algemene wet bestuursrecht) met betrekking tot rechtsgedingen ten aanzien van de aan het Dagelijks bestuur van het openbaar lichaam in dit voorliggende besluit gemandateerde bevoegdheden.

  • 4.

    Het Dagelijks bestuur respectievelijk het Algemeen bestuur van het openbaar lichaam wordt de bevoegdheid verleend om te beslissen om (incidenteel) hoger beroep in te stellen met betrekking tot de aan het Dagelijks bestuur respectievelijk het Algemeen bestuur van het openbaar lichaam in dit voorliggende besluit gemandateerde bevoegdheden.

  • 5.

    Het Dagelijks bestuur van het openbaar lichaam wordt de bevoegdheid verleend om te beslissen om een civiele procedure te starten met betrekking tot de aan het Dagelijks bestuur van het openbaar lichaam in dit voorliggende besluit gemandateerde bevoegdheden.

Hoofdstuk 5. Slotbepaling

Artikel 5.1 Intrekking mandaatbesluit

Het mandaatbesluit ‘Bevoegdhedenregeling Een 10 voor de jeugd Peelgemeenten 2021’ van 10 mei 2021, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 19 juni 2025, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 5.2, eerste lid, genoemde datum van inwerkingtreding.

Artikel 5.2. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op 11 december 2025. Indien het besluit niet voor 11 december 2025 wordt gepubliceerd in het gemeenteblad, treedt het besluit in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het gemeenteblad en werkt het besluit terug tot en met 11 december 2025.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Jeugdregio een 10 voor de Jeugd 2026.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten van 4 november 2025.

College van burgemeester en wethouders van Asten,

M. Derks

secretaris

A.A.H.C.M. van Extel-van Katwijk

burgemeester

Burgemeester van Asten,

A.A.H.C.M. van Extel-van Katwijk

Naar boven