Verordening inkomensondersteuning gemeente Nunspeet 2026

De raad van de gemeente Nunspeet;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 september 2025;

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de commissie Maatschappij en Middelen;

besluit: de Verordening inkomensondersteuning gemeente Nunspeet 2026 vast te stellen.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

• a. alle begrippen: alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader omschreven staan, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

• b. belanghebbende: de rechtmatig in Nederland verblijvende alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwden van 18 jaar of ouder die op het moment van aanvraag woonplaats heeft in de gemeente Nunspeet en als zodanig ingeschreven staat in de gemeentelijke basisadministratie en die voor zichzelf een aanvraag heeft ingediend voor een bijdrage op grond van deze verordening;

• c. college: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nunspeet;

• d. inkomensondersteunende regelingen: dit betreft lokale inkomensregelingen voor inwoners van de gemeente Nunspeet met een laag inkomen, namelijk: de activiteitenbijdrage, de bijdrage gemeentelijke belastingen, de bijdrage collectieve zorgverzekering, de bijdrage eigen risico, de fietsbijdrage en de laptopbijdrage, zoals genoemd in artikel 5;

• e. maatregel: een maatregel opgelegd zoals bedoeld in de Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen of Afstemmingsverordening van de gemeente Nunspeet;

• f. peildatum: de dag waarop het recht op individuele inkomenstoeslag ontstaat. Dit is de eerste dag van de maand waarin de aanvraag is ingediend;

• g. referteperiode: periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum;

• h. WSF 2000: Wet studiefinanciering 2000;

• i. Wtos: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

Artikel 2. Indienen aanvraag

• 1. Belanghebbende dient de aanvraag voor de individuele inkomenstoeslag en de inkomensondersteunende regelingen in bij het college via het door het college bepaalde schriftelijke of digitale formulier. Het college bepaalt welke gegevens en bewijsstukken voor de aanvraag in ieder geval moeten worden aangeleverd. Het college bepaalt ook de wijze en het tijdstip waarop de verstrekking van gegevens plaatsvindt.

• 2. De individuele inkomenstoeslag en de inkomensondersteunende regelingen worden door gehuwden gezamenlijk aangevraagd, dan wel door een van hen met schriftelijke toestemming van de ander.

Hoofdstuk 2. Inkomensondersteunende regelingen

Artikel 3. Doelgroep inkomensondersteunende regelingen

Deze verordening is van toepassing op alle inwoners die wonen in de gemeente Nunspeet met een laag inkomen, die om financiële redenen niet of moeilijk mee kunnen doen aan activiteiten in de samenleving.

Artikel 4. Voorwaarden

• 1. Belanghebbenden komen in aanmerking voor inkomensondersteunende regelingen als zij tot de doelgroep behoren en voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • a. belanghebbenden hebben op het moment van aanvraag of in de drie maanden daar voorafgaand een netto-inkomen van maximaal 120% van de toepasselijke bijstandsnorm, en;

  • b. belanghebbenden hebben op het moment van aanvraag een vermogen van maximaal de vermogensgrens zoals genoemd in artikel 34 lid 3 van de Participatiewet.

• 2. Belanghebbenden hebben geen recht op inkomensondersteunende regelingen als zij op het moment van aanvragen of in de drie maanden daar voorafgaand:

  • a. studiefinanciering ontvangen op grond van de WSF 2000, of;

  • b. een tegemoetkoming ontvangen op grond van de Wtos.

Artikel 5. Uitvoering inkomensondersteunende regelingen

• 1. Het college stelt voor de doelgroep inkomensondersteunende regelingen beschikbaar gericht op:

  • a. het kunnen mee doen bij activiteiten rondom sport en cultuur;

  • b. ondersteuning bij betalen van gemeentelijke belastingen;

  • c. een passend aanbod van zorgverzekeringen naar zorgbehoefte;

  • d. ondersteuning bij de kosten van het verplicht eigen risico bij chronische ziekte;

  • e. het stimuleren van ontwikkeling van kinderen door ondersteuning bij de aanschaf van schoolspullen, laptops en fietsen en het meedoen mij schoolactiviteiten.

• 2. Het college stelt via beleidsregels vast hoe de inkomensondersteunende regelingen genoemd in het eerste lid worden uitgevoerd. De beleidsregels bevatten in ieder geval de hoogte, vorm en wijze van verstrekkingen, de wijze waarop de doelgroep wordt vastgesteld en de wijze waarop het recht wordt vastgesteld.

Hoofdstuk 3. Individuele inkomenstoeslag

Artikel 6. Langdurig laag inkomen

Een belanghebbende komt in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag als gedurende de periode van drie jaar voorafgaand aan de peildatum het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 120% van de in die periode toepasselijke bijstandsnorm.

Artikel 7. Beperking doelgroep individuele inkomenstoeslag

In aanvulling op artikel 6 hebben belanghebbenden geen recht op de individuele inkomenstoeslag als:

• a. belanghebbenden tijdens de referteperiode recht heeft gehad op studiefinanciering op grond van de WSF 2000 of recht heeft gehad op een tegemoetkoming op grond van de Wtos, of;

• b. aan één van de belanghebbenden in de twaalf maanden voorafgaand aan de peildatum een maatregel is opgelegd wegens een schending van een arbeids- of reïntegratieverplichting, en hierdoor arbeidskansen zijn gemist.

Artikel 8. Hoogte individuele inkomenstoeslag

• 1. Een individuele inkomenstoeslag bedraagt per kalenderjaar:

  • a. voor gehuwden: 40% van de bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag zoals genoemd in artikel 21 sub b van de Participatiewet;

  • b. voor alleenstaande ouders: 35% van de bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag zoals genoemd in artikel 21 sub b van de Participatiewet;

  • c. voor alleenstaanden: 30% van de bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag zoals genoemd in artikel 21 sub b van de Participatiewet.

• 2. Als één van de gehuwden is uitgesloten van het recht op individuele inkomenstoeslag als gevolg van artikel 11 of 13 lid 1 van de Participatiewet, dan komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

• 3. Voor toepassing van het eerste en tweede lid is de situatie op de peildatum bepalend.

Artikel 9. Periode van toekenning

• 1. De individuele inkomenstoeslag wordt per jaar op aanvraag toegekend voor niet-bijstandsgerechtigden tot de pensioengerechtigde leeftijd.

• 2. Het college kent de individuele inkomenstoeslag ambtshalve toe aan belanghebbenden die minimaal drie jaar aaneengesloten algemene bijstand op grond van de Participatiewet ontvangen en voldoen aan de voorwaarden in artikel 6 en 7, mits de individuele inkomenstoeslag in de twaalf maanden voorafgaand aan de toekenning nog niet is toegekend aan belanghebbende.

• 3. De individuele inkomenstoeslag wordt voor onbepaalde tijd toegekend aan belanghebbenden die:

  • a. algemene bijstand ontvangen op grond van de Participatiewet; of

  • b. Wajong-uitkering ontvangen.

• 4. Zolang lid 3 van toepassing is, wordt de individuele inkomenstoeslag iedere 12 maanden na de peildatum opnieuw betaald.

• 5. Indien lid 3 onderdeel a van toepassing is, dan wordt bij beëindiging van de algemene bijstand ook de toekenning voor onbepaalde tijd beëindigd.

Hoofdstuk 4. Overige en slotbepalingen

Artikel 10. Hardheidsclausule

Indien strikte toepassing van het bepaalde in deze verordening naar het oordeel van het college tot een niet gerechtvaardigde hardheid leidt, is het college bevoegd om met afwijking van het bepaalde in de overige artikelen tot een toekenning van de individuele inkomenstoeslag of de inkomensondersteunende regelingen over te gaan.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

• 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2026.

• 2. In afwijking van het eerste lid treedt artikel 9 lid 2 op zijn vroegst in werking per 1 januari 2026, maar niet eerder dan dat is voldaan aan de opschortende voorwaarde dat ambtshalve toekenning van een individuele inkomenstoeslag mogelijk is op grond van de Participatiewet.

• 3. Met ingang van 1 januari 2026 vervalt de Verordening bijdrageregeling minima gemeente Nunspeet 2024.

• 4. Met ingang van 1 januari 2026 vervalt de Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Nunspeet 2024.

• 5. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening inkomensondersteuning gemeente Nunspeet 2026’.

Vastgesteld ter openbare raadsvergadering van 30 oktober 2025.

de secretaris, de voorzitter,

A. Heijkamp C.W.J. Blom

Toelichting op de verordening

Algemene toelichting

Artikel 8 lid 1 sub b van de Participatiewet geeft gemeenteraden de opdracht om bij verordening kaders te stellen voor de uitvoering van de individuele inkomenstoeslag. Hierin moeten in ieder geval de hoogte van de toeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen ‘langdurig’ en ‘laag’ inkomen worden vastgelegd. Dit wordt vastgelegd in deze verordening. De individuele inkomenstoeslag kent geen doelbesteding en is door de inwoner vrij te besteden.

Daarnaast worden met deze verordening de Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Nunspeet 2024 en de Verordening bijdrage regeling minima gemeente Nunspeet 2024 zijn samengevoegd tot één verordening: de Verordening inkomensondersteuning gemeente Nunspeet 2026.

Artikelsgewijze toelichting

Voor artikelen die hier niet nader worden genoemd, geldt dat deze ongewijzigd of vergelijkbaar zijn ten opzichte van eerdere verordeningen of geen verdere toelichting behoeven.

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1

De definitie voor inkomensondersteunende regelingen is opgenomen, zodat er in de verordening (en beleidsregels) in één keer gerefereerd kan worden naar een aantal regelingen die dezelfde doelgroep bedienen en dezelfde voorwaarden hebben.

Hoofdstuk 2: Inkomensondersteunende regelingen

Artikel 4

Artikel 4 stelt de kaders waarmee de inkomensregelingen in beleidsregels verder kunnen worden uitgewerkt. De kaders voor inkomensondersteunende regelingen zijn onveranderd. Wel zijn met dit artikel de voorwaarden gebundeld voor alle inkomensondersteunende regelingen, zodat deze uniform zijn en er uniform naar deze voorwaarden gerefereerd kan worden.

Artikel 5

Met artikel 5 creëert de gemeenteraad de grondslag voor de uitvoering van verschillende minimaregelingen. Hierin zijn in lid 1 sub d en e nieuwe grondslagen opgenomen, zodat uitvoering kan worden gegeven aan verschillende regelingen zoals genoemd in het Uitvoeringsplan Bestaanszekerheid en Schulden gemeente Nunspeet 2023, namelijk de bijdrage eigen risico, de fietsbijdrage en de laptopbijdrage. De fietsbijdrage en laptopbijdrage zijn regelingen die als alternatief gelden voor verstrekkingen die volgens het uitvoeringsplan via Stichting Leergeld verstrekt zouden worden.

Daarnaast creëert de gemeenteraad met lid 1 sub a de grondslag voor uitvoering van een regeling voor het stimuleren van sport en cultuur voor minima. Deze was voorheen opgenomen in een verordening, maar wordt nu in een beleidsregel verder uitgewerkt. Hiermee kan de uitwerking van de verschillende gemeentelijke inkomensregelingen (met uitzondering van de individuele inkomenstoeslag, omdat hiervoor een verordeningsplicht geldt) zoveel mogelijk gebundeld worden in één document, namelijk Beleidsregels inkomensondersteuning. Het wordt hierdoor makkelijker om verschillende regelingen (gezamenlijk) laagdrempelig toe te kennen.

Artikel 6

De inkomensgrens voor de individuele inkomenstoeslag is vastgesteld op 120%, zodat deze aansluit bij de gemeentelijke inkomensondersteunende regelingen.

Hoofdstuk 3: Individuele inkomenstoeslag

Artikel 9 lid 2

Met toevoeging van dit lid gaat het college over tot ambtshalve toekenning en uitbetaling van de individuele inkomenstoeslag voor doelgroepen waarvan de gegevens bij de gemeente in beeld zijn. Dit is een uitwerking van de Participatiewet in Balans.

Artikel 9 lid 4

Het college wil het gebruik van de individuele inkomenstoeslag zoveel mogelijk stimuleren. De drempel moet daarom zo laag mogelijk zijn. Inwoners hoeven daarom niet meer ieder jaar opnieuw een aanvraag in te dienen als duidelijk is dat zij (nog steeds) een laag inkomen hebben. In dat geval keert het college de toeslag ambtshalve iedere 12 maanden uit.

Hoofdstuk 4: Overige en slotbepalingen

Artikel 11 lid 2

Het college kan de IIT alleen ambtshalve toekennen als de Participatiewet hiervoor is aangepast. De mogelijkheid om ambtshalve te kunnen toekennen is opgenomen in de Participatiewet in Balans, maar is op het moment van de start van de bestuurlijke besluitvormingsroute van deze verordening nog niet definitief. Zodoende is een opschortende voorwaarde toegevoegd voor dit artikel. Het college gaat pas over op ambtshalve toekenning als de Participatiewet is aangepast en de IIT daadwerkelijk ambtshalve mag worden toegekend.