Gemeenteblad van Lingewaard
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Lingewaard | Gemeenteblad 2025, 490542 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Lingewaard | Gemeenteblad 2025, 490542 | ander besluit van algemene strekking |
Woningbouwprogramma Lingewaard Actualisatie oktober 2025
In de Woondeal van de Groene Metropoolregio hebben we, samen met de regiogemeenten, een woningbouwopgave voor onze gemeente geformuleerd. Er zijn concrete doelen opgenomen als het gaat om het aantal woningen dat Lingewaard de komende jaren realiseert. Het woningbouwprogramma is een concretisering van deze woningbouwopgave. Het behalen van deze doelen vraagt namelijk om een gerichte langere termijn aanpak en sturing. Voortbouwend op de vorige versies van het programma wordt in dit document ingegaan op de stand van zaken met betrekking tot de doelen die zijn benoemd en is de voortgang met mogelijke bijsturing toegelicht.
Het programma wordt halfjaarlijks geactualiseerd en kan ook tussentijds worden bijgesteld wanneer er zich ontwikkelingen voordoen die van grote invloed zijn op het realiseren van de doelstellingen, of wanneer er een andere urgente aanleiding is hiervoor. Met de vaststelling en inwerkingtreding van dit geactualiseerde woningbouwprogramma worden ingetrokken:
Op 8 maart 2023 is de Woondeal 2.0 regio Arnhem-Nijmegen ondertekend. Dit is de samenwerkingsagenda voor de woningbouwopgave tussen het Rijk, de provincie Gelderland en de gemeenten in de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen. In het regeerakkoord heeft het Rijk opgenomen om in 2025 de woondealafspraken in het hele land te actualiseren. Deze actualisatie is in juni 2025 ondertekend door Rijk, de provincie Gelderland en de gemeenten in de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen. Binnen onze regio blijven de gemaakte afspraken uit de Woondeal 2.0 gelden. Aanvullende afspraken in het addendum gaan over het aantal woningen van 2025 tot en met 2034 en over de randvoorwaarden die nodig zijn om hier invulling aan te geven.
In het kader van dit programma zijn de volgende afspraken in de Woondeal 2.0 en 2.1 relevant:
Op regionaal niveau werken we toe naar twee derde deel betaalbare huur- en koopwoningen. Om dit te realiseren werkt elke gemeente toe naar een nieuwbouwprogramma met minimaal 67% betaalbare woningen en minimaal 30% in de sociale huur1. Voor plannen waar per 1 juli 2023 nog geen vastgesteld bestemmingsplan, omgevingsplan of anterieure overeenkomst voor was, geldt dit nieuwbouwprogramma als randvoorwaarde. Hierdoor zal vanaf circa 2025 het nieuwbouwprogramma op lokaal niveau gaan voorzien in de ambitie. De (verdere) invulling van de betaalbare segmenten in de regiogemeenten gebeurt op basis van de behoefte.
De doelstellingen waar in dit programma aan wordt getoetst zijn:
De gemeenteraad heeft in maart 2025 de woonzorgvisie vastgesteld. Doel van deze visie is dat inwoners van de gemeente Lingewaard in alle levensfasen kunnen (blijven) wonen en leven in (de buurt van) hun eigen kern. Om dat te bereiken, zetten we o.a. in op een passende en gevarieerde woningvoorraad. De volgende nieuwbouw ambitie is geformuleerd:
Dit zorgt voor een vierde doelstelling voor het woningbouwprogramma:
Het begeleiden van woningbouwprojecten en -plannen vraagt de nodige tijd van onze organisatie. Kort door de bocht vraagt een groter plan verhoudingsgewijs per woning minder ambtelijke capaciteit dan een kleiner plan. Daarbij komt dat met de realisatie van een groter plan meer wordt bijgedragen aan het halen van de doelstellingen dan een kleiner plan. Vanuit deze gedachte zijn de volgende keuzes voor projecten door het college gemaakt:
Het automatisme dat een eenmaal positief beoordeeld planinitiatief bij de Intaketafel direct wordt gevolgd door een procesintake voor projectrealisatie is verlaten. De fase van projectrealisatie is wat betreft de inzet van ambtelijke capaciteit verreweg de omvangrijkste. Alvorens tot realisatie van een initiatief over te gaan wordt een afweging gemaakt over noodzaak en efficiency. Door hier zorgvuldig mee om te gaan, wordt voorkomend at inzet wordt gepleegd op plannen die maar beperkt bijdragen aan gestelde doelen.
Reguliere plannen zijn ingedeeld in 3 categorieën:
Categorie 1 – Plannen vanaf 30 woningen: deze plannen oppakken.
Bij alle projecten: minimaal 67% betaalbaar, 30% sociale huur.
Categorie 2 – Plannen tot 30 woningen
(m.u.v. functieveranderingsplannen/plannen verruimd woonbeleid)
Bij alle plannen/projecten die nog niet zijn vastgesteld geldt als uitgangspunt: alleen oppakken/verder aan werken, wanneer er sprake is van 100% betaalbaar. Of er moet sprake zijn van een ander zwaarwegend belang, waarbij het college van B&W van mening is dat het plan doorgang moet vinden. Plannen die 100% betaalbaar zijn, krijgen voorrang op andere plannen in deze categorie.
Categorie 3 – Functieveranderingsplannen/plannen verruimd woonbeleid
Plannen niet beschouwen als plannen waarbij sprake is van een substantiële bijdrage aan de volkshuisvestelijke opgave. Deze plannen worden niet opgenomen in het woningbouwprogramma.
Hoofdstuk 2 Voortgang programma
Hieronder de toets aan de doelstelling: realisatie van 1515 woningen in de periode 2022 t/m 2030. Uitgangspunt daarbij is dat we 30% extra woningen plannen ten opzichte van het te realiseren doel.
* Dit betreffen woningen die voortkomen uit functieverandering, verruimd woonbeleid of het zijn overige incidentele woningtoevoegingen (circa 20 per jaar). Op deze categorie woningen wordt vanuit het programma niet gestuurd.
Hieronder de toets aan de doelstelling: realisatie van 440 woningen in de periode 2031 t/m 2034. Uitgangspunt daarbij is dat we 30% extra woningen plannen ten opzichte van het te realiseren doel.
* Dit betreffen woningen die voortkomen uit functieverandering, verruimd woonbeleid of het zijn overige incidentele woningtoevoegingen (circa 20 per jaar). Op deze categorie woningen wordt vanuit het programma niet gestuurd.
Hieronder de toets aan de doelstelling: een nieuwbouwprogramma met minimaal 67% betaalbare woningen, waarvan minimaal 30% de sociale huur.
De differentiatie per project is op de volgende pagina uitgewerkt. Opmerkingen naar aanleiding van het differentiatieoverzicht:
Naast een gedifferentieerd betaalbaarheidsprogramma hechten we ook waarde aan een gedifferentieerd aanbod type woningen. Onderstaande tabel laat zien dat er naast eengezinswoning ook veel appartementen worden toegevoegd de komende jaren.
|
We voldoen aan de gevraagde differentiatie. Om aan deze differentiatie te blijven voldoen is het van belang om hier bij het toevoegen van nieuwe projecten kritisch op te zijn. |
Hieronder de toets aan de doelstelling: In de periode tot en met 2030 voegen we 60-70 zorggeschikte woningen, 260-290 geclusterde woningen en 250-270 nultredenwoningen toe.
*Het aantal nultreden, geclusterde en zorggeschikte woningen wordt vaak pas bepaald bij het opstellen van het stedenbouwkundig plan. Projecten die deze fase nog niet hebben afgerond bevatten nu daarom nog geen nultredenwoningen, geclusterde of zorggeschikte woningen. Dit geldt bijvoorbeeld voor projecten Driegaarden II en III.
Opmerkingen naar aanleiding van bovenstaande tabel:
Nultredenwoningen worden steeds meer een vast onderdeel van projectprogrammering. Met bijna al onze projecten worden nultredenwoningen toegevoegd. De grootste bijdrage wordt geleverd in de projecten Vleumingen West fase 2, Sallandstraat 1e en 2e fase en Zandsestraat/de Pas. Respectievelijk 60, 45 en 36 nultredenwoningen.
Voortgang geprioriteerde projecten
*Onder nazorg valt o.a. een onderhoudstermijn voor groen en verharding en financiële afronding van het project.
Constateringen naar aanleiding van de planning
Het zorgvuldig opstellen van de uitgangspunten voor project Driegaarden neemt meer tijd in beslag dan in vorig jaar ingeschat. Wél verwachten we dat dit zorgvuldige voortraject ervoor gaat zorgen dat discussies later in het project voorkomen worden. Volgens planning kunnen we in 2026 starten met de procedure.
Voortgang woningbouwprogramma tweede helft 2025-2030 (e.v.)
Constateringen/opmerkingen naar aanleiding van het huidige programma
Veel kleine en niet-prioritaire projecten zijn de afgelopen jaren afgerond en verdwenen uit deze tabel. Dit laat zien dat we als gemeente meer focus leggen op de grotere projecten, die meer bijdragen aan het behalen van de doelstellingen. De meeste van de kleine en niet-prioritaire projecten in de tabel gaan richting uitvoering en zullen de komende jaren ook verdwijnen uit de tabel.
Verwachting te realiseren woningen
Opmerkingen naar aanleiding van bovenstaande weergave:
Hoofdstuk 3 (nieuwe) Ontwikkelingen
Woningbehoefte en woningbouwlocaties
De woningbehoefte in Lingewaard toont een flinke toename, zowel voor de korte als de lange termijn. In 2019 was de toename in de behoefte t/m 2030 nog circa 1.700 woningen. In het laatste onderzoek (2022) is de behoefte berekend op 2.715 woningen voor de periode 2022-2030. De Groene Metropoolregio heeft opdracht gegeven voor het uitvoeren van een nieuw woningbehoefte onderzoek in 2026. De resultaten hiervan worden verwacht vóór de actualisatie van het woningbouwprogramma in april 2026. Op dat moment is het mogelijk een vergelijking te maken met actuele cijfers.
Voor nu maken we een vergelijking met de woningbehoeftecijfers uit 2022. Deze uitkomsten wijken af van hetgeen we in de Woondeal hebben afgesproken voor Lingewaard. Het laat namelijk een flink hogere behoefte aan (betaalbare) woningen zien. Onderzoeksbureau Companen adviseert naar aanleiding van het onderzoek om vol in te zetten op het realiseren van de afspraken uit de Woondeal. En om daarnaast meer te doen waar mogelijk.
Uitgaande van de opgave uit het woningbehoefteonderzoek uit 2022 wordt met het programma het totale tekort aan woningen niet opgelost. Er wordt wel een flinke stap gezet om aan te sluiten bij de vraag. Aanvullend is een eerste verkenning uitgevoerd (locatiescan) om na te gaan op welke locaties we in de toekomst kunnen en willen bouwen. Definitieve keuzes zijn nog niet gemaakt. Wél worden er op dit moment startnotities opgesteld om voor (schaalsprong)locaties in Bemmel-Haalderen en Huissen Oost-Angeren een ruimtelijke verkenning te doen. Met de ruimtelijke verkenning willen we in beeld brengen wat de mogelijkheden voor woningbouw zijn op deze locaties.
Binnen de gemeente komen op korte termijn in meerdere kernen in totaal circa 13 accommodaties vrij die eigendom zijn van de gemeente. Het gaat dan bijvoorbeeld om schoollocaties en bibliotheken. Deze locaties zijn onderdeel van het project Vrijkomend maatschappelijk vastgoed. Doel van dit project is om te komen tot een integraal plan voor alle vrijkomende locaties als input voor het woningbouwprogramma. De locaties bieden namelijk kansen voor een nieuwe invulling met woningbouw. In totaal bieden de locaties ruimte om zo’n 250 woningen toe te voegen. Afhankelijk van de invulling van enkele specifieke locaties kan het aantal woningen hoger liggen. Hiermee wordt bijgedragen aan de behoefte aan (betaalbare) woningen. Daarnaast bieden deze locaties een unieke kans voor het toevoegen van woningen voor senioren en aandachtsgroepen. De locaties liggen veelal nabij voorzieningen en zijn daarmee interessant voor het toevoegen van nultreden, geclusterde en zorggeschikte woningen. Bijna alle locaties kunnen een essentiële bijdrage leveren aan opgave uit de woonzorgvisie.
De locaties OBC Bemmel en Kinkelgebied uit Startnotitie Grotere opgaven (vastgesteld tijdens raadsvergadering van 8 mei 2025) in Bemmel zijn onderdeel van het project Vrijkomend maatschappelijk vastgoed.
Een belangrijke ontwikkeling is het wetsvoorstel Versterking Regie op de Volkshuisvesting. Het wetsvoorstel beoogt Rijk, provincies en gemeenten weer de regie te geven op de volkshuisvesting en de woningbouwopgave binnen de taken en bevoegdheden op de grond van de Omgevingswet. Overheden kunnen daardoor beter sturen op hoeveel, waar en voor wie er gebouwd wordt.
Onder andere wordt een verplicht volkshuisvestingsprogramma voorgeschreven (verplicht 2 jaar na ingaan van de wet). Het doel van het volkshuisvestingsprogramma is de verdere uitwerking van de visie op het woonbeleid en om concrete maatregelen te bevatten om tot realisering van het beleid te komen. Het volkshuisvestingsprogramma moet de volgende onderdelen bevatten: bestaande voorraad, woningbehoefte, programma, wonen & zorg en stedelijke vernieuwing. Het woningbouwprogramma in deze vorm wordt onderdeel van het verplichte volkshuisvestingsprogramma.
Het wetsvoorstel is op 3 juli 2025 door de Tweede Kamer aangenomen. Er is nog geen datum bekend waarop de Eerste Kamer het wetsvoorstel bespreekt.
Het realiseren van het programma brengt momenteel veel uitdagingen met zich mee. Het conform planning realiseren van projecten blijkt niet eenvoudig, zo is de verschuiving van plannen in de tijd te zien. Door tijdig maatregelen te treffen kan tot op zekere hoogte vertraging voorkomen worden, maar niet altijd. Vertraging van projecten is niet altijd te voorkomen, omdat we als gemeente lang niet overal invloed op hebben. Wanneer er zich grote ontwikkelingen voordoen met gevolgen voor het behalen van de doelstellingen, dan wordt het programma tegen het licht gehouden en bijgesteld.
Hieronder een aantal actuele risico’s en uitdagingen
Energievoorziening: Er is sprake van netcongestie. Onze woningbouwprojecten kunnen volgens Liander vooralsnog worden aangesloten, soms met enige vertraging. Nieuwe projecten worden bij Liander onder de aandacht gebracht om vroegtijdig inzicht te krijgen in de wijze waarop voorzien wordt in de energievoorziening, bijv. het plaatsen van trafo’s. Er vindt regelmatig overleg met Liander plaats om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen. Het kader hiervoor is de aanpak “Lokaal programmeren”, waarin de uitbreidingsplannen van Liander zijn beschreven zodat ook tijdig uitvoeringscapaciteit kan worden gereserveerd. Innovaties, zoals het nu breed omarmde “netbewust bouwen” van nieuwe woonwijken, kunnen helpen voortgang in de woningbouwontwikkeling te houden en verdere netcongestie te voorkomen dan wel te verminderen. Een collectieve warmtevoorziening is, daar waar haalbaar, de voorkeursoplossing.
Financiële haalbaarheid: onder andere de eis voor betaalbare woningbouw legt druk op de financiële haalbaarheid van woningbouwprojecten. Om de bouw van betaalbare woningen te stimuleren komt het Rijk vanaf 2026 met de realisatiestimulans. Hierbij ontvangen gemeenten voor de start bouw van elke betaalbare woning een financiële tegemoetkoming. Wanneer mogelijk wordt gebruik gemaakt van deze regeling.
Mobiliteit: nieuwe woningbouwplannen zorgen voor meer verkeersbewegingen op het infrastructurele netwerk in Lingewaard. In 2024 zijn deze effecten in beeld gebracht. Dit heeft geleid tot infrastructurele maatregelen op de korte termijn en tot keuzes voor bepaalde woningbouwplannen. Voor de lange termijn werken we aan een koersdocument waarmee we mobiliteit en o.a. woningbouw met elkaar stroomlijnen.
Stikstof: de afgelopen jaren is het stikstofprobleem in Nederland groter geworden. Kwetsbare natuurgebieden (Natura 2000-gebieden) hebben hieronder te lijden. Ook zijn er rechtszaken geweest die plannen hebben beïnvloed. Op 18 december 2024 heeft de Raad van State bepaald (Rendac- en Amercentrale) dat intern salderen niet meer mag worden meegenomen in het eerste onderzoek (de voortoets). Als een project intern moet salderen, is er een natuurvergunning van de provincie nodig. Om de gevolgen voor gemeente Lingewaard in beeld te brengen is intern de taskforce stikstof opgezet. Op dit moment hebben we geen projecten in beeld die als gevolg van stikstof niet door kunnen gaan. Toekomstige gerechtelijke uitspraken kunnen nog extra drempels opwerpen. We houden ontwikkelingen goed in de gaten.
Hoofdstuk 4 Bijsturing programma
In het hoofdstuk “Voortgang Programma” zijn de doelstellingen in het programma getoetst. Alleen kijkend naar de resultaten van deze toetsing:
De benodigde capaciteit voor het realiseren van het programma is voor 2026 in beeld gebracht. Dit geeft GEEN aanleiding het programma aan te passen.
Het hoofdstuk “(nieuwe) Ontwikkelingen” geeft op dit moment GEEN aanleiding tot het aanpassen van het woningbouwprogramma.
Het afgelopen jaar zijn er diverse initiatieven ingediend voor woningbouwplannen. Drie voorgestelde locaties zijn door de strategische intaketafel beoordeelt als wenselijk. Dit betreft:
Daarnaast zijn ook de volgende locaties in beeld voor toekomstige woningbouw:
Voor Vleumingen west 3e fase en De Bongerd is besloten dat initiatiefnemers gezamenlijk een gebiedsvisie gaan opstellen. Dit is voor het gebied ten westen van de bestaande kern van Gendt tot de Kruisstraat. Hier is ruimte voor ongeveer 250 woningen. Initiatiefnemers stellen zelf deze gebiedsvisie op. Dit initiatief is daarom vooralsnog niet opgenomen in het woningbouwprogramma. Vaststelling van de gebiedsvisie is een bevoegdheid van de gemeenteraad. Als de gebiedsvisie is vastgesteld en we het plan projectmatig oppakken, wordt het als project toegevoegd in het programma.
Voor de Lodderhoeksestraat 8a is besloten om, ondanks dat het een wenselijke ontwikkeling is, te wachten met de verdere uitwerking van het initiatief. De startnotities voor Bemmel-Haalderen en Huissen Oost-Angeren en eventueel de ruimtelijke verkenning die daaruit volgt moeten eerst meer duidelijkheid geven over de haalbaarheid van woningbouw op deze locatie (en achterliggend gebied Muijland). Hetzelfde geldt voor de locatie Bordbusters die vorig jaar al in de tijd verschoven is. Ook voor deze locatie wordt eerst de startnotitie Huissen-Oost afgewacht.
Bijlage 1 – Betaalbaarheidsgrenzen
In de Woondeal 2.0 stelden Rijk, provincies en gemeenten prijzen vast voor de betaalbaarheid van woningen. Deze grenzen worden met de Woondeal 2.1 gecontinueerd. Onder betaalbaar wordt verstaan:
Dit zijn de betaalbaarheidsgrenzen voor het jaar 2025. De grenzen worden elk jaar geïndexeerd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-490542.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.