Omgevingsvergunning vreugdevuur Laakkwartier

 

Aanvraag vergunning

Op 13 augustus 2025 is door [Geanonimiseerd], namens de stichting Vreugdevuur Laakkwartier, gevestigd in Rijswijk, een omgevingsvergunning aangevraagd op grond van artikel 5.1, tweede lid, van de Omgevingswet juncto artikelen 3.40d, eerste lid, onder b, en 3.40e, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving. Bij de aanvraag zijn de volgende documenten gevoegd:

 

  • Aanvraag omgevingsvergunning voor een vreugdevuur in Laakkwartier op de hoek van de Paets van Troostwijkstraat en de Genestetlaan te Den Haag met verzoeknummer 20250813 00496 000.

 

De aanvraag heeft betrekking op het creëren en ontbranden van een vreugdevuur tijdens de jaarwisseling(en) 2025/2026, 2026/2027 en 2027/2028 in Laakkwartier op de hoek van de Paets van Troostwijkstraat en de Genestetlaan te Den Haag. De bekendmaking van de aanvraag hebben wij gepubliceerd in het Gemeenteblad. De reguliere voorbereidingsprocedure is toegepast op de aanvraag.

 

Besluit

Wij besluiten, gelet op de aanvraag en ondergenoemde overwegingen, om de omgevingsvergunning te verlenen. Op de vergunde activiteit zijn algemene regels uit het Besluit activiteit leefomgeving van toepassing (zie artikel 3.40f van het Besluit activiteiten leefomgeving). Ook zijn aan deze omgevingsvergunning voorschriften verbonden. De aanvraag en daarbij behorende stukken maken deel uit van deze omgevingsvergunning, tenzij de vergunningsvoorschriften of wet- en regelgeving anders bepalen.

Overwegingen

De aanvraag ziet op het creëren en ontbranden van een vreugdevuur tijdens de jaarwisseling(en) 2025/2026, 2026/2027 en 2027/2028 in Laakkwartier op de hoek van de Paets van Troostwijkstraat en de Genestetlaan te Den Haag. De dagen voor de jaarwisseling wordt de vuurstapel, met een omvang van maximaal 5 bij 5 bij 3 meter, opgebouwd uit onbehandelde houten pallets voor eenmalig gebruik.

 

Het creëren en ontbranden van een vreugdevuur vereist een vergunning voor de milieubelastende activiteit ‘verbranden van bedrijfsafvalstoffen (in dit geval pallets) buiten een installatie’ op grond van artikel 5.1, tweede lid, van de Omgevingswet juncto artikelen 3.40d, eerste lid, onder b, en 3.40e, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving.

 

De aanvraag is beoordeeld aan de hand van de criteria genoemd in de artikelen 8.9 en 8.17 van het Besluit kwaliteit leefomgeving. Over die beoordeling het volgende.

 

De vergunde activiteit kan verschillende nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaken zoals verontreiniging van de bodem, verontreiniging van de lucht en ondoelmatig beheer van afvalstoffen. Deze gevolgen worden zoveel mogelijk voorkomen of, waar voorkomen niet mogelijk is, beperkt. Om die reden worden alleen onbehandelde, droge, niet-geïmpregneerde en niet-herbruikbare houten pallets gebruikt. 

 

Bodem

Wat het aspect bodem betreft, is van belang dat de pallets voor het vreugdevuur worden geplaatst op stelconplaten, wat is geborgd door middel van een vergunningsvoorschrift. Na de verbranding wordt het overgebleven afval zo spoedig mogelijk van de stelconplaten verwijderd. Op deze manier wordt verontreiniging van de bodem voorkomen doordat verontreinigende stoffen de bodem niet kunnen bereiken.

 

Luchtkwaliteit

Het verbranden van hout leidt tot hogere concentraties koolstofdioxide (CO2), stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10, PM2,5), maar niet kan worden gezegd dat zij in significante hoeveelheden vrijkomen. Voor koolstofdioxide geldt geen omgevingswaarde. Ten aanzien van stikstofdioxide en fijn stof wordt voldaan aan de omgevingswaarden uit § 2.2.1 van het Besluit kwaliteit leefomgeving. Met een rekenmodel wordt de gemiddelde concentratie over een heel kalenderjaar berekend. Gezien de omvang en de tijdelijke aard van het vuur is het effect beperkt en zal dit niet leiden tot een overschrijding van de omgevingswaarden. De luchtkwaliteit in Den Haag wordt gemonitord door het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Zij monitoren de luchtkwaliteit op de meetstations aan De Constant Rebecquestraat, Amsterdamse Veerkade, Bleriotlaan en Neherkade. Het vreugdevuur tijdens de jaarwisseling leidt tot een kortstondige verslechtering van de luchtkwaliteit door een piekconcentratie van met name fijn stof. Het vreugdevuur leidt echter niet tot een overschrijding van de omgevingswaarden en wordt daarom aanvaardbaar geacht.

 

Doelmatig beheer van afvalstoffen

Het Landelijk afvalbeheerplan 3 (LAP3) vormt het beleidskader voor het doelmatig beheer van afvalstoffen. Het verbranden van afvalstoffen in de open lucht is volgens het LAP3 in principe ondoelmatig, omdat afvalstoffen doorgaans hoogwaardiger kunnen worden verwerkt. Er dient dan ook terughoudend mee te worden omgegaan.

 

Verbranding van afvalstoffen (met name houtachtige stromen) om andere redenen dan doelmatige verwerking van afvalstoffen en luchtkwaliteit is dan ook slechts bij uitzondering aanvaardbaar, bijvoorbeeld in geval van een vreugdevuur.[1] Van een dergelijke uitzondering is in dit geval sprake. De vreugdevuren betreffen een jaarlijkse traditie en zijn alleen tijdens de jaarwisseling toegestaan en zijn bovendien in aantal gelimiteerd, te weten één op het strand van Scheveningen, één op het strand van Duindorp en één kleiner vreugdevuur in het stadsdeel Laak. Zodoende is het incidenteel verbranden van afvalstoffen als hierbij vergund, aanvaardbaar.

 

Veiligheid

Ook de gevolgen die een activiteit voor de omgeving heeft bij onverwachte gebeurtenissen en de kans daarop vallen binnen de reikwijdte van het vergunningstelsel voor de milieubelastende activiteit. De nodige maatregelen zijn getroffen om ongevallen te voorkomen en de gevolgen van ongevallen te beperken. Dit is geborgd door middel van het veiligheidsplan dat als bijlage bij de evenementenvergunning moet worden gevoegd. Zo is bij het bepalen van de vreugdevuurlocatie rekening gehouden met de bereikbaarheid voor hulpdiensten. Verder zijn de hulpdiensten in de gelegenheid gesteld om zowel gevraagd als ongevraagd, op autonome wijze, te adviseren over de aanvraag en de veiligheidsrisico’s. Die adviezen zijn betrokken bij de besluitvorming en het formuleren van vergunningsvoorschriften. Per locatie is één vreugdevuur toegestaan. Op basis van eerder advies van de brandweer Haaglanden wordt de omvang van de vuurstapel beperkt tot 5 meter x 5 meter x 3 meter en dient ten minste 75 meter afstand te worden gehouden tot de vuurstapel, zodat hittestraling en vliegvuur worden beperkt en secundaire branden worden voorkomen. Ook wordt het vreugdevuur opgebouwd op een stabiele en onbrandbare ondergrond en wordt het vuur op veilige wijze aangestoken. In de voorschriften van de evenementenvergunning is bepaald dat de windsnelheid- en kracht door vergunninghouder dagelijks moet worden gemonitord en ontbranding niet is toegestaan bij een windsnelheid hoger dan 8,3 m/s. Tot slot schaalt de brandweer Haaglanden de beschikbare capaciteit op tijdens de jaarwisseling.

 

Wij komen tot de conclusie dat het belang van de bescherming van het milieu zich niet verzet tegen verlening van de gevraagde vergunning. Gezien de omvang van de vuurstapel en de beperkte duur van de verbranding, treedt er geen significante milieuverontreiniging op. Daarbij wordt onder milieuverontreiniging verstaan: “de directe of indirecte inbreng door menselijke activiteiten van stoffen, trillingen, warmte of geluid in lucht, water of bodem die de gezondheid van de mens of de kwaliteit van het milieu kan aantasten, schade kan toebrengen aan materiële goederen, of de belevingswaarde van het milieu of ander rechtmatig milieugebruik kan aantasten of in de weg kan staan”.

 

Gelet op de voorgaande overwegingen, hebben wij besloten om de vergunning te verlenen.

 

Voorschriften

Wij verbinden de volgende voorschriften aan de vergunning, met het oog op het zoveel mogelijk beperken van nadelige gevolgen voor het milieu:

  • 1.

    De voorbereiding en het ontbranden van het vreugdevuur vindt plaats overeenkomstig de aanvraag, tenzij in de hierna volgende voorschriften expliciet anders is bepaald.

  • 2.

    De omvang van de vuurstapel mag niet groter zijn dan 5 meter x 5 meter x 3 meter.

  • 3.

    Voor het vreugdevuur mogen alleen onbehandelde, droge, niet-geïmpregneerde en niet-herbruikbare houten pallets worden gebruikt. Het verbranden van andere vormen van afval of herbruikbare materialen, met inbegrip van europallets en andere herbruikbare pallets, is niet toegestaan.

  • 4.

    Ter bescherming van de bodem mogen de pallets alleen worden verbrand indien zij op stelconplaten zijn geplaatst.

  • 5.

    Ontbranding is niet toegestaan bij een windsnelheid hoger dan 8,3 m/s (bij 5 Bft is de bandbreedte tussen 8,0 m/s en 10,7 m/s), tenzij de anders wordt bepaald door de brandweer.

  • 6.

    Bij het aansteken van het vuur mag geen gebruik worden gemaakt van aanmaakstoffen zoals afgewerkte olie, benzine petroleum, autobanden en dergelijke. Het aansteken met een gasbrander is toegestaan.

  • 7.

    De hoeveelheid, aard en oorsprong van de pallets en eventuele andere afvalstoffen die worden verbrand, dient te worden geregistreerd en deze gegevens moeten gedurende vijf jaar worden bewaard.

  • 8.

    Na de verbranding dient het overgebleven afval zo spoedig mogelijk te worden verwijderd en te worden afgevoerd naar een daartoe erkende afvalverwerker. De aard en hoeveelheid van dit afval dient te worden geregistreerd en deze gegevens moeten gedurende vijf jaar worden bewaard.

  • 9.

    Op ieder moment dient de specifieke zorgplicht, als neergelegd in artikel 11.6 van het Besluit activiteiten leefomgeving, te worden nageleefd.

 

U dient zich aan deze voorschriften te houden.

 

Samenhang met andere regelgeving en besluiten

Deze omgevingsvergunning laat onverlet dat andere vergunningen, ontheffingen en/of toestemmingen vereist kunnen zijn, zoals een evenementenvergunning. Ook kunnen andere algemene regels van toepassing zijn, zoals regels uit de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag en het Omgevingsplan gemeente Den Haag.

 

Bekendmaking

Dit besluit wordt bekendgemaakt door toezending van het besluit aan de aanvrager. Van het besluit wordt mededeling gedaan in het Gemeenteblad, waarbij de datum van de bekendmaking wordt vermeld.

 

Burgemeester en wethouders van Den Haag,

Namens deze:

 

Algemeen directeur dienst Stadsbeheer

Martiene Branderhorst

 

 

Bezwaar

Bent u het niet eens met dit besluit? En bent u belanghebbende? Dan kunt u een bezwaarschrift indienen. Stuur dit uiterlijk binnen zes weken na de datum bekendmaking van het besluit in.

 

Maakt u gebruik van internet? Dien uw bezwaarschrift dan in via www.denhaag.nl/bezwaar. U heeft hiervoor DigiD nodig. Op www.denhaag.nl/bezwaar vindt u meer informatie. E-mailen kan niet.

 

Beschikt u niet over internet, dan kunt u het bezwaarschrift ook opsturen naar het volgende adres:

Burgemeester en wethouders van Den Haag

AWB / bezwaar

Postbus 12 600

2500 DJ DEN HAAG

 

Vermeld in uw bezwaarschrift:

  • de datum;

  • uw naam, adres, telefoonnummer (waar wij u overdag kunnen bereiken) en e-mailadres;

  • een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt (noem het kenmerk en stuur indien mogelijk een kopie van het besluit mee);

  • de reden waarom u het niet eens bent met het besluit (de grond van het bezwaar);

  • onderteken het bezwaar (met een handtekening bij de post en een DigiD bij online bezwaar maken).

 

Dient u namens iemand anders het bezwaar in? Stuur dan een schriftelijke en ondertekende verklaring (volmacht) mee waaruit blijkt dat u namens die persoon het bezwaar mag indienen.

[1]  Zie LAP3, B11 - Verbranden als vorm van verwijdering, p. 168.

 

 

Naar boven