Gemeenteblad van Oude IJsselstreek
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Oude IJsselstreek | Gemeenteblad 2025, 485928 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Oude IJsselstreek | Gemeenteblad 2025, 485928 | beleidsregel |
Beleidsregel Wet Bibob gemeente Oude IJsselstreek
Beleidsregel voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur voor de gemeente Oude IJsselstreek.
De burgemeester van de gemeente Oude IJsselstreek;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek;
ieder voor zover het zijn/haar bevoegdheden betreft;
overwegende, dat de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;
gelet op het bepaalde in de Wet Bibob en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, alsook de relevante bepalingen in de Alcoholwet, de Algemene plaatselijke verordening (als het gaat om gemeentelijke vergunningen), de Subsidieverordening (en zijn rechtsopvolgers), de Aanbestedingswet 2012, de Omgevingswet en bij zorgovereenkomsten vanuit de Jeugdwet en/of de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo).
vast te stellen de Beleidsregel voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur voor de gemeente Oude IJsselstreek.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De begripsbepalingen in artikel 1.1 van de Wet Bibob zijn van overeenkomstige toepassing op deze beleidsregel, tenzij in dit artikel anders is bepaald.
1. In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
a. de gemeente: de gemeente Oude IJsselstreek;
b. bestuursorgaan: de burgemeester onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders;
c. betrokkene: de natuurlijke of rechtspersoon die een beschikking aanvraagt;
d. beschikking: een besluit van een bestuursorgaan, niet zijnde een besluit van algemene strekking;
e. Bibob onderzoek: de wijze van behandelen van een aanvraag waarbij met toepassing van de wet door het bestuursorgaan, aan de hand van een Bibob-vragenformulier, wordt beoordeeld of er redenen aanwezig zijn om de aanvraag te weigeren, respectievelijk de beschikking in te trekken of te beëindigen, daaraan voorschriften te verbinden dan wel een advies bij het Landelijk Bureau Bibob aan te vragen;
f. RIEC: het Regionaal informatie- en expertisecentrum;
g. Wet: de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob);
h. semi-overheidsinstanties: rechtspersonen die met enig openbaar gezag zijn bekleed voor zover de aanvraag om een beschikking wordt ingediend in de uitoefening van hun publiekrechtelijke bevoegdheden;
i. risicogebied: een door het college aangewezen gebied waar een verhoogd risico bestaat op oneigenlijk gebruik van vergunningen of vastgoed.
Artikel 1.2 Aanleiding eigen Bibob onderzoek
1. De gemeente Oude IJsselstreek zal een eigen onderzoek uitvoeren naar een aangevraagde, reeds verleende beschikking, subsidie, voorgenomen, overeengekomen overheidsopdracht of vastgoedtransactie als hiertoe een aanleiding bestaat op grond van:
a. Een tip verkregen vanuit het OM zoals omschreven in artikel 26 Wet Bibob en/of ander bestuursorgaan of rechtspersoon met een overheidstaak die bevoegd is tot toepassing van de Wet Bibob (artikel 26 Wet Bibob);
b. informatie verkregen van het landelijk Bureau Bibob (artikel 11 en/of 11a wet Bibob);
c. informatie verkregen van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC;
d. informatie verkregen uit de eigen ambtelijke organisatie;
Artikel 1.3 Geen eigen Bibob-onderzoek
1. De uitvoering van een Bibob-onderzoek blijft, tenzij sprake is van een aanleiding als bedoeld in artikel 1.2, achterwege indien aan de orde is dat:
a. de betrokkene een (semi)overheidsinstantie betreft;
b. de betrokkene een rechtspersoon met een overheidstaak betreft;
c. de betrokkene een woningcorporatie betreft die op grond van de Woningwet is aangewezen als toegelaten instelling voor volkshuisvesting;
d. de betrokkene een terrein beherende organisatie zoals Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten of Gelders Landschap betreft bij een vastgoedtransactie;
e. het gaat om een partij die binnen een periode van 12 maanden meerdere vastgoedtransacties binnen eenzelfde project aangaat met de gemeente. Deze partij zal bij ongewijzigde omstandigheden ten opzichte van de eerdere vastgoedtransactie (bedrijfsstructuur, financiering, zakelijke partners, etc.) kunnen volstaan met een verwijzing naar de reeds eerder aangegane overeenkomst en het daarbij ingevulde Bibob-formulier. Bij gewijzigde omstandigheden dient de partij slechts de gewijzigde omstandigheden aan te geven;
f. wanneer er sprake is van bijzondere omstandigheden die niet voorzien waren bij het vaststellen van de beleidsregel;
g. indien strikte toepassing van de beleidsregel zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.
Artikel 1.4 Weigeren of niet volledig invullen Bibob-vragenformulier
1. In geval van een Bibob-onderzoek bij een aanvraag van een beschikking zal deze aanvraag buiten behandeling worden gesteld indien het Bibob-vragenformulier en/of de gevraagde documenten niet (volledig/tijdig) worden aangeleverd. Het buiten behandeling stellen is mogelijk op grond van artikel 4:5 Algemene wet Bestuursrecht;
2. In geval van een Bibob-onderzoek bij een verleende beschikking zal een weigering om het Bibob-vragenformulier en/of de gevraagde documenten (volledig/tijdig) aan te leveren (artikel 4 lid 1 van de Wet Bibob) worden aangemerkt als een ernstige mate van gevaar (artikel 3 van de Wet Bibob). De verstrekte beschikking kan als gevolg daarvan worden ingetrokken;
3. In het geval van een Bibob-onderzoek bij een overheidsopdracht of vastgoedtransactie die wordt aangegaan, zal geen overeenkomst tot stand komen, indien het Bibob-vragenformulier of de gevraagde documenten niet (volledig/tijdig) worden aangeleverd;
4. In het geval van een Bibob-onderzoek bij een overheidsopdracht of vastgoedtransactie die reeds is aangegaan, zal een weigering om het Bibob-vragenformulier en/of de gevraagde documenten (volledig/tijdig) aan te leveren (artikel 4 lid 1 van de Wet Bibob) worden aangemerkt als een ernstige mate van gevaar (artikel 3 van de Wet Bibob) en kan de overeenkomst worden ontbonden.
Hoofdstuk 2 Publiekrechtelijke beschikkingen
Artikel 2.1 Toepassingsbereik bij nieuwe beschikkingen
1. Het bestuursorgaan zal een Bibob-onderzoek uitvoeren bij elke aanvraag om een beschikking zoals vermeld in:
a. artikel 3 Alcoholwet voor de uitoefening van het horecabedrijf, met uitzondering van een dergelijke aanvraag ingediend door een paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 van die wet en waarvan de horeca-inrichting in eigen beheer van de rechtspersoon is en niet wordt geëxploiteerd door een commerciële derde;
b. artikel 2:26 van de Algemene plaatselijke verordening (exploitatievergunning);
c. artikel 2.37 van de Algemene plaatselijke verordening (Speelautomatenhallen);
d. artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening (vergunning voor seksinrichtingen);
e. artikel 2:22 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), voor zover het betreft:
a. vechtsportgala’s (of vergelijkbare evenementen)
b. ride outs motorclubs, een motortreffen of vergelijkbaar feest van een motorclub en een race met één of meer motorvoertuigen (of vergelijkbare evenementen)
f. artikel 1 lid 1, f en artikel 2:79 van de Algemene plaatselijke verordening (algemene exploitatievergunning);
g. vergunningen voor verhuur van reguliere woonruimten in een aangewezen gebied of verhuur van verblijfsruimten aan arbeidsmigranten zoals bedoeld in artikel 5, lid 1 van de Wet goed verhuurderschap, onderdeel a of b.
2. Het bestuursorgaan kan een Bibob-onderzoek uitvoeren met betrekking tot aanvragen om een beschikking als bedoeld in:
a. een vergunning zoals bedoeld in artikel 5.1 van de Omgevingswet voor:
b. een omgevingsplanactiviteit;
c. een milieubelastende activiteit.
b. omzettingsvergunning of splitsingsvergunning zoals bedoeld in artikel 21 en 22 van de Huisvestingswet.
3. Het bestuursorgaan zal een Bibob-onderzoek uitvoeren voor de vergunningaanvragen uit lid 2 als de vergunning is aangevraagd voor één of meerdere activiteiten en/of projecten die vallen onder bijlage 1 (bouwactiviteit) of die vallen onder bijlage 2 (risico categorieën);
4. Het bestuursorgaan kan een Bibob-onderzoek uitvoeren als het een aanvraag ontvangt voor één van de onderstaande vergunningen.
a. alcoholwetvergunning voor slijterijbedrijven zoals bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet;
b. bijschrijving (dag)leidinggevende op Alcoholwetvergunning zoals bedoeld in artikel 30a en 30b van de Alcoholwet;
c. aanwezigheidsvergunning kansspelautomaat zoals bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen;
d. overige vergunningaanvragen waarbij de gemeente de Wet Bibob mag uitvoeren, maar die niet in deze beleidsregel of bijlage 2 (risicoactiviteiten) staan.
1. Als er sprake is van feiten en omstandigheden zoals genoemd in artikel 1.2 kan een onderzoek naar de integriteit van de betrokkene(n) wordt ingesteld;
2. Het eerste lid is niet van toepassing indien de betrokkene een krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersoon als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht is.
Artikel 2.3 Toepassingsbereik bij reeds verleende beschikkingen
1. Het bestuursorgaan zal een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren met betrekking tot reeds verleende beschikkingen indien:
a. de verleende beschikking betrekking heeft op een locatie, die gelegen is in een concreet bepaald gebied, dat op basis van een daartoe genomen besluit van het college na de verstrekking van de beschikking, is aangewezen als risicogebied;
b. de verleende beschikking onderdeel uitmaakt van een branche of onderdeel in deze branche, die op basis van een door het bestuursorgaan genomen besluit na de verstrekking van de beschikking is aangewezen voor een Bibob-onderzoek;
c. er sprake is van feiten en omstandigheden zoals genoemd in artikel 1.2;
d. bekend wordt, dat tegen betrokkene in een andere gemeente bij een Bibob-onderzoek een ernstige mate van gevaar is geconstateerd en aan betrokkene in de gemeente een soortgelijke beschikking is verleend;
e. een melding wijziging vergunningaanvrager of -houder op grond van artikel 5.37 Omgevingswet wordt ingediend, indien sprake is van een categorie van inrichtingen waar het beleid voor vergunningsaanvragen, zoals bepaald in artikel 2.1 lid 2 onder b op van toepassing is;
f. de leidinggevende(n) en/of zeggenschaphebbende(n) van de (rechts)persoon die de vergunning heeft gekregen is/zijn veranderd.
2. In het geval aan betrokkene in meerdere gemeenten binnen het samenwerkingsverband RIEC eerder al een soortgelijke beschikking is verleend, zal het bestuur het RIEC om coördinatie in het Bibob-onderzoek verzoeken.
Hoofdstuk 3: Privaatrechtelijke transacties
Artikel 3.1 Overheidsopdrachten
1. De gemeente, zijnde een rechtspersoon met een overheidstaak, kan een Bibob-onderzoek uitvoeren met betrekking tot overheidsopdrachten. Van geval tot geval bepaalt de rechtspersoon of het in de rede ligt om bij de gunning van een overheidsopdracht de Wet Bibob toe te passen.
2. Als er sprake is van feiten en omstandigheden zoals genoemd in artikel 1.2 kan een onderzoek naar de integriteit van de betrokkene(n) worden ingesteld.
3. De rechtspersoon met een overheidstaak kan in iedere fase van een aanbesteding ter zake een overheidsopdracht, als in het eerste lid van dit artikel bedoeld, een Bibob-onderzoek uitvoeren. Derhalve kunnen aan een Bibob-onderzoek worden onderworpen zowel degenen die de rechtspersoon met een overheidstaak voornemens is te selecteren tot een volgende fase van de aanbesteding, dan wel degene(n) aan wie de rechtspersoon met een overheidstaak voornemens is de betreffende overheidsopdracht te gunnen.
4. De rechtspersoon met een overheidstaak kan ook na gunning van een overheidsopdracht als bedoeld in lid 1 van dit artikel besluiten een Bibob-onderzoek uit te voeren. Daartoe zal in de betreffende aanbestede (concept)overeenkomst(en) een nadere bepaling moeten worden opgenomen. Die bepaling heeft als strekking dat de overeenkomst zal kunnen worden ontbonden door het bestuursorgaan indien (alsnog) feiten en omstandigheden in relatie tot het bedrijf of de persoon van de opdrachtgever bekend zijn geworden die, ware deze bekend geweest vóór het tot stand komen van de overeenkomst, aanleiding zouden zijn geweest om de opdrachtnemer uit te sluiten van verdere deelname aan de aanbesteding. De rechtspersoon met een overheidstaak kan in het hiervoor bedoelde geval besluiten niet tot ontbinding over te gaan indien zij van oordeel is dat uit de Bibob-onderzoek gebleken mate van gevaar in voldoende mate valt te reduceren door het stellen van (nadere) uitvoeringsvoorwaarden.
Artikel 3.2 Vastgoedtransacties
1. Bij de start van elke onderhandeling over een vastgoedtransactie zal de rechtspersoon met een overheidstaak de wederpartij ervan in kennis stellen dat een Bibob-onderzoek deel kan uitmaken van de procedure.
2. De rechtspersoon met de overheidstaak zal in ieder geval een Bibob-onderzoek uitvoeren alvorens een beslissing wordt genomen over de vastgoedtransactie indien er:
a. voorafgaand of tijdens de onderhandelingen met een wederpartij sprake is van feiten en omstandigheden zoals genoemd in artikel 1.2;
b. de wederpartij valt onder een risicocategorie zoals genoemd in bijlage 2;
c. de vastgoedtransactie betrekking heeft op een locatie, die gelegen is in een concreet bepaald gebied, dat op basis van een daartoe genomen besluit van het college is aangewezen als risicogebied;
d. bij vestiging van een beperkt recht ten behoeve van de gemeente kan worden afgezien van een Bibob onderzoek.
3. Indien een Bibob-onderzoek wordt uitgevoerd neemt de rechtspersoon met een overheidstaak geen definitieve keuze tot het aangaan van de vastgoedtransactie, tot het Bibob-onderzoek volledig is afgerond.
4. Indien wordt overgegaan tot de vastgoedtransactie, dan kan in de overeenkomst een integriteitsclausule worden opgenomen, op basis waarvan kan worden overgegaan tot ontbinding, opzegging, vernietiging of opschorting van de overeenkomst, indien blijkt van ernstig gevaar, zoals bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob.
5. Onverminderd lid 1 tot en met 4 van dit artikel, zal voorafgaand aan een vastgoedtransactie met als doel het verwerven of vervreemden van recht op eigendom door een rechtspersoon met een overheidstaak, in ieder geval aanleiding bestaan tot het uitvoeren van een Bibob-onderzoek indien:
a. met de vastgoedtransactie een bedrag van minimaal € 500.000,- is gemoeid;
b. de hoogte van de bieding of koopsom ongebruikelijk is vergeleken met de waardering van het vastgoedobject;
c. sprake is van een hoge mate van financiële complexiteit bij de wederpartij;
d. sprake is van een hoge mate van complexiteit met betrekking tot de bedrijfsstructuur van wederpartij;
e. sprake is van (ver)koop middels een vastgoedbelegging;
f. sprake is van (ver)koop middels veiling;
g. sprake is van een exceptioneel financieel risico voor de gemeente;
h. als er tevens een aanvraag voor een vergunning of subsidie is of wordt gedaan.
6. De rechtspersoon met een overheidstaak zal afzien van het uitvoeren van een Bibob-onderzoek indien de vastgoedtransactie wordt aangegaan met een overheidsinstantie of een semi-overheidsinstantie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-485928.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.