Beleidsregels vergoeding kinderopvang Sociaal Medische Indicatie gemeente Dalfsen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen besluit:

 

We hebben het voorstel van het team Samenleving gelezen (Z/25/771331).

We vinden het belangrijk om duidelijke regels te maken voor een vergoeding van kinderopvang op basis van een Sociaal Medische Indicatie (SMI).

We baseren ons op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening van de gemeente Dalfsen 2022.

 

b e s l u i t:

 

De gemeente stelt de regels vast met de naam:

Beleidsregels vergoeding kinderopvang bij Sociaal Medische Indicatie gemeente Dalfsen”.

 

Beleidsregels vergoeding kinderopvang Sociaal Medische Indicatie gemeente Dalfsen

 

Het kan gebeuren dat u tijdelijk niet goed voor uw kind kunt zorgen. Bijvoorbeeld door ziekte, psychische klachten, stress of andere moeilijke omstandigheden. In zulke gevallen kunt u soms extra hulp krijgen.

Een van die vormen van hulp is een Sociaal Medische Indicatie (SMI). Dit betekent dat u in aanmerking komt voor een vergoeding van kinderopvang, ook als u niet werkt of studeert. Wat dit precies inhoudt en of u hiervoor in aanmerking komt, vindt u in deze beleidsregels.

Artikel 1 begripsbepalingen

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt bedoeld:

    • a.

      College: burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen;

    • b.

      Eigen bijdrage: het resterende bedrag (kosten kinderopvang minus de vergoeding van de gemeente) wat u zelf betaalt aan de kinderopvang;

    • c.

      Kind: een kind in de leeftijd van 0 tot en met 12 jaar of zolang het kind op de basisschool zit;

    • d.

      Kinderopvang: dagopvang of buitenschoolse opvang die voldoet aan de eisen uit de ‘wet kinderopvang’. Dit kunt u controleren door te kijken of uw opvang is opgenomen in het landelijk register kinderopvang (LRK);

    • e.

      Ouder(s): u bent ouder van het kind als u juridisch of feitelijk verantwoordelijk bent voor de dagelijkse zorg van het kind. U bent bijvoorbeeld de ouder, pleegouder of een voogd;

 

Artikel 2a Voor wie is de vergoeding?

  • 1.

    U kunt een vergoeding voor de kinderopvang aanvragen als àlle onderstaande punten voor u gelden:

    • a.

      U hebt een kind van 0 tot en met 12 jaar (of zolang het kind op de basisschool zit); en;

    • b.

      U woont in de gemeente Dalfsen (volgens de BRP); en;

    • c.

      U kunt geen andere vergoeding ontvangen voor het betalen van de kinderopvang, zoals kinderopvangtoeslag; en;

    • d.

      U heeft een SMI indicatie ontvangen die is ondertekend door een jeugdarts of een jeugdconsulent van de gemeente (zie artikel 2b); en;

    • e.

      uw kind gaat naar een opvang die geregistreerd is in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK).

  • 2.

    Het college bepaalt uiteindelijk na uw aanvraag of u en/of uw kind onder de regeling valt.

Artikel 2b wanneer krijgt u een SMI-indicatie?

  • 1.

    U kunt een SMI-indicatie krijgen als:

    • a.

      u een lichamelijke, zintuigelijke, sociale of psychische beperking heeft waardoor u tijdelijk niet (een volle dag) voor uw kind kunt zorgen. U bent dan afhankelijk van opvang; en/of;

    • b.

      kinderopvang belangrijk is voor een goede en gezonde ontwikkeling of de veiligheid van het kind; en/of;

    • c.

      er een crisissituatie is waardoor u tijdelijk uw kind niet kunt verzorgen. Hierbij is het wel belangrijk dat er ook professionele begeleiding of een traject is om de crisissituatie op te lossen.

  • 2.

    U kunt de SMI-indicatie aanvragen bij de jeugdarts van de jeugdgezondheidszorg (JGZ). In sommige gevallen kan het ook bij een jeugdconsulent van de gemeente Dalfsen.

Artikel 3 Wanneer heeft u recht op de vergoeding?

  • 1.

    Om te bepalen of u de vergoeding nodig heeft, kijkt het college naar het volgende:

    • a.

      Is het mogelijk dat u zelf (tijdelijk) in uw netwerk opvang van uw kind regelt? Bijvoorbeeld dat opa, oma of de buurvrouw de zorg tijdelijk overneemt. Dit bespreekt u met de jeugdarts.

    • b.

      Zijn er andere voorzieningen voor de opvang van uw kind? Dit noemen we voorliggende voorzieningen.

  • 2.

    Voorliggende voorzieningen:

    • a.

      Krijgt u op een andere manier al een vergoeding voor kinderopvang of kunt u die krijgen, zoals kinderopvangtoeslag?

    • b.

      Kan uw kind naar peuteropvang en/of voor- en vroegschoolse educatie? Dit kan in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. Deze vorm van opvang wordt ook (deels) betaald door de gemeente. Dit kunt u ook bespreken met de jeugdarts.

    • c.

      Soms kan er al een voorziening zijn toegekend aan u en kunt u daarmee de opvang regelen. Denk aan:

      • i.

        Wet kinderopvang (kinderopvangtoeslag);

      • ii.

        Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ);

      • iii.

        Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO);

      • iv.

        Wet Langdurige Zorg (WLZ) (u heeft dan recht op kinderopvangtoeslag);

      • v.

        Zorgverzekeringswet;

      • vi.

        Zorgverlof (bijvoorbeeld voor uw partner om tijdelijk de zorg over te nemen) ;

      • vii.

        Een bijdrage/ondersteuning van de werkgever;

  • 3.

    Als er naast de voorliggende voorziening toch nog extra opvang nodig is, dan kan de jeugdarts (of jeugdconsulent) extra uren adviseren. Deze kunnen dan alsnog vanuit deze vergoeding voor SMI worden betaald.

Artikel 4 indienen aanvraag

  • 1.

    U kunt de aanvraag indienen met het speciale aanvraagformulier. Hierop staan een aantal vragen die kunnen helpen om te besluiten of u in aanmerking voor de vergoeding komt. En welke andere mogelijkheden u heeft bekeken. U kunt dit formulier ook gebruiken bij uw gesprek met de jeugdarts (of jeugdconsulent).

  • 2.

    Bij uw aanvraag stuurt u de ondertekende SMI-indicatie mee. Op deze indicatie staat duidelijk hoe lang u gebruik mag maken van de vergoeding en voor hoeveel uur per week of per maand.

Artikel 5 wanneer kan het college de aanvraag weigeren?

Het college kan de aanvraag weigeren als:

  • a.

    U niet op alle punten in artikel 2a ‘ja’ kunt zeggen. U hoort dan niet tot de doelgroep;

  • b.

    De opvang van het kind:

    • i.

      Niet of niet helemaal zal plaatsvinden;

    • ii.

      Niet in het Landelijk Register Kinderopvang staat;

    • iii.

      Niet nodig is.

  • c.

    U al van een andere voorliggende voorziening gebruik kunt maken, zoals genoemd in artikel 3;

  • d.

    U aangeboden hulp van de gemeente niet accepteert (zie artikel 13).

Artikel 6 Wanneer neemt het college een besluit?

Het college neemt binnen acht (8) weken een besluit. De acht weken starten op het moment dat uw aanvraag compleet is ingeleverd bij de gemeente.

Artikel 7 Wanneer gaat de vergoeding in?

  • 1.

    U hebt recht op een vergoeding vanaf de dag waarop u een getekende SMI-indicatie hebt. Deze datum staat op de indicatie.

  • 2.

    De vergoeding wordt vanaf deze datum alleen uitgekeerd voor daadwerkelijk gemaakte opvanguren. Start de opvang later, dan start de vergoeding ook later.

Artikel 8 Hoelang mag u gebruik maken van de vergoeding?

  • 1.

    U krijgt alleen een vergoeding voor het aantal uur per week/maand dat is opgeschreven op de SMI-indicatie.

  • 2.

    U kunt in totaal voor kinderopvang maximaal 3 dagen of 6 dagdelen per week een vergoeding krijgen en voor de buitenschoolse opvang (BSO) maximaal 3 dagen per week.

  • 3.

    U krijgt alleen een vergoeding zolang u dit volgens de jeugdarts (of jeugdconsulent) nodig hebt. Dit is in ieder geval maximaal een jaar.

  • 4.

    Als de periode die op uw SMI-indicatie staat verloopt, kunt u een verlenging aanvragen bij de jeugdarts (of jeugdconsulent van de gemeente). U geeft hierbij duidelijk de reden waarom er nog steeds kinderopvang nodig is en u vertelt welke andere mogelijkheden u heeft bekeken om niet meer afhankelijk te zijn van de vergoeding. Denk eraan dat u de verlenging op tijd aanvraagt. Maak minimaal 3 maanden van te voren een afspraak bij de jeugdarts (of jeugdconsulent).

 

Artikel 9 hoogte van de vergoeding en eigen bijdrage

  • 1.

    De hoogte van de vergoeding is gelijk aan de hoogte van kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst. De hoogte van uw vergoeding wordt bepaald door de hoogte van uw inkomen (zie voor meer informatie de toelichting bij artikel 9 onder deze beleidsregels).

  • 2.

    Is het bedrag dat u moet betalen hoger dan de vergoeding die u van de gemeente krijgt? Dan betaalt u dit bedrag zelf. Dit heet de “eigen bijdrage”.

  • 3.

    U kunt in sommige gevallen ook een vergoeding krijgen voor de eigen bijdrage. Dit kan door het aanvragen van bijzondere bijstand. Als u wilt weten of u hier recht op hebt, kijkt u naar de beleidsregels bijzondere bijstand. (*link naar beleidsregels bijzondere bijstand Dalfsen 2025)

 

Artikel 10 Betaling vergoeding

  • 1.

    Om de vergoeding te ontvangen, stuurt u (een kopie van) de facturen van de opvang naar de gemeente. Hoe u dit moet doen, staat in de brief die u krijgt als uw aanvraag is goedgekeurd.

  • 2.

    U krijgt zelf de vergoeding. U bent dus ook zelf verantwoordelijk voor het betalen van de opvang.

  • 3.

    Als de periode waarop u recht hebt op vergoeding is verlopen, kunt u nog maximaal 4 weken daarna facturen indienen. Dit kunnen alleen facturen zijn uit de periode waarin u nog recht had op vergoeding.

 

Artikel 11 vaststelling van de vergoeding.

Aan het einde van een kalenderjaar (1 januari tot en met 31 december) maakt het college een (definitieve) berekening op hoeveel vergoeding u recht had in dat jaar. Het college kan daarom nog extra gegevens van u vragen, zoals:

  • a.

    Een overzicht van de feitelijke kosten kinderopvang over deze periode

  • b.

    Een jaaropgave van uw inkomsten

Als u deze gegevens niet inlevert, kan het college het hele bedrag van de vergoeding die u heeft gekregen terugvragen. U bent verplicht om de gevraagde gegevens te geven.

 

Artikel 12 Nog te ontvangen of terug te betalen vergoeding

  • 1.

    Na de definitieve berekening kan blijken dat u te weinig vergoeding hebt ontvangen. U ontvangt deze vergoeding dan alsnog van de gemeente.

  • 2.

    Andersom kan ook blijken dat u geen recht had op (een deel van) de vergoeding of dat u teveel heeft ontvangen. Dat bedrag betaalt u terug aan de gemeente.

  • 3.

    Als u de gevraagde gegevens niet aanlevert, kan de gemeente het hele bedrag van de toegekende vergoeding terugvragen.

 

Artikel 13 Inlichtingenplicht en overige verplichtingen

Om gebruik te kunnen (blijven) maken van de vergoeding verwacht het college dat u deze dingen doet:

  • 1.

    U maakt zo spoedig mogelijk een melding bij de gemeente als er iets aan uw situatie verandert. Dit is vooral belangrijk als het van invloed is op de (hoogte van de) vergoeding. Als u bijvoorbeeld geen of minder opvang nodig hebt of een verandering in uw inkomen verwacht (kijk ook bij de toelichting).

  • 2.

    U bent verplicht om zich aan deze beleidsregels te houden en mee te werken als er bijvoorbeeld genoemde gegevens van u worden gevraagd.

  • 3.

    U doet alles wat voor u mogelijk is om zo min mogelijk gebruik te hoeven maken van deze vergoeding.

  • 4.

    U accepteert hulp die de gemeente biedt als u hierdoor geen of minder opvang of vergoeding voor opvang nodig hebt.

 

Artikel 14 hardheidsclausule

Soms staat er niets in de regels over een bepaalde situatie. Het college kan in dit soort bijzondere gevallen een andere keuze maken dan in deze regels staat. Hierbij kijkt het college naar wat het belangrijkste is voor u en uw kind.

 

Artikel 15 tot slot

  • 1.

    Deze regeling wordt ‘Beleidsregels vergoeding kinderopvang Sociaal Medische Indicatie gemeente Dalfsen’ genoemd.

  • 2.

    Deze regeling gaat in op 1 januari 2026.

 

 

Dit is besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen in de vergadering van 4 november 2025.

Namens het college ondertekend door:

de burgemeester de gemeentesecretaris

mr. drs. M. Sijbom H.J. van der Woude

Toelichting

 

Artikel 4 indienen aanvraag

De vergoeding SMI is een tijdelijke regeling. Op het aanvraagformulier wordt u gevraagd na te denken hoe u ervoor zorgt dat u de regeling niet meer nodig heeft. Dit kan zijn omdat:

  • a.

    Kinderopvang niet meer nodig is; of;

  • b.

    U gebruik kan maken van kinderopvangtoeslag of een andere vergoeding.

In uw aanvraag geeft u duidelijk aan waaraan u gaat werken om dit mogelijk te maken.

 

Artikel 9 Hoe hoog is de vergoeding en wat betaalt u zelf?

De gemeente berekent hoeveel geld u krijgt voor kinderopvang met een sociaal-medische indicatie (SMI). Dit gebeurt met de tarieven van de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst. U krijgt een vergoeding op basis van uw bruto jaarinkomen. De gemeente kijkt hiervoor in de tabel van de Belastingdienst van het jaar waarin u opvang gebruikt.

U heeft één kind van 2 jaar. Uw kind gaat 100 uur per maand naar het kinderdagverblijf. Het kinderdagverblijf vraagt € 11,75 per uur. De totale kosten zijn dan € 1.175,- per maand. De gemeente kijkt naar het maximale bedrag dat u per uur kunt krijgen via de kinderopvangtoeslag. In 2026 is dat € 11,23 per uur. Stel uw jaarinkomen is € 80.000,- Uw vergoeding is dan 86% van het bedrag per uur. Dat is € 9,55 per uur. Voor 100 uur opvang krijgt u dan € 955,- per maand van de gemeente. U betaalt zelf het bedrag dat overblijft. Dat is € 1.175,- min € 955,-. Uw eigen bijdrage is dan € 220,- per maand. U betaalt dit zelf aan het kinderdagverblijf.

Voorbeeld

Bedrag

Totale maandelijkse kosten

€ 1.175

Gemeentelijke vergoeding

€ 955

Eigen bijdrage

€ 220

 

Eigen bijdrage

Het kan zijn dat u hulp kunt krijgen bij het betalen van uw eigen bijdrage. U kunt hiervoor bijzondere bijstand aanvragen. In de beleidsregels voor bijzondere bijstand staat wanneer u deze hulp kunt krijgen. U kunt deze regels bekijken om te zien of dit voor u geldt.

 

Artikel 1 3 Verplichting om veranderingen door te geven

Als uw situatie verandert, kan dat invloed hebben op de vergoeding. Soms moet de vergoeding dan meteen worden aangepast. Dit gebeurt bijvoorbeeld als uw inkomen veel hoger of lager wordt. Of als u meer, minder of geen opvang meer nodig heeft. Ook als u recht krijgt op kinderopvangtoeslag, moet dit worden aangepast.

Bij kleine veranderingen, zoals een iets ander inkomen, wordt de vergoeding pas later opnieuw berekend.

 

 

Naar boven