Verordening Geld Terug Regeling gemeente Zeist

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In deze verordening wordt mede verstaan onder:

 

  • a.

    de Wet: de Participatiewet

  • b.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist;

  • c.

    Bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5, sub c, van de Wet

  • d.

    Laag inkomen: een inkomen als bedoeld in artikel 31 en 32 van de Wet dat gelijk is aan of minder bedraagt dan 130 procent van de geldende bijstandsnorm op het moment van de aanvraag.

  • e.

    Vrij te laten vermogen: een vermogen dat lager is dan het vrij te laten vermogen als bedoeld in artikel 34 van de Wet op het moment van de aanvraag. Het vermogen uit de eigen woning wordt hierbij buiten beschouwing gelaten.

  • f.

    inwoner: degene die op de datum dat een aanvraag wordt ingediend, is ingeschreven in de basisregistratie personen (BRP) van de gemeente Zeist en ten minste 6 maanden op jaarbasis woonachtig is in de gemeente;

  • g.

    huishouden: de inwoner en de aanwezige gezinsleden

  • h.

    gezinslid: zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, sub c van de Wet

  • i.

    vergoeding: een bijdrage uit de Geld Terug Regeling op basis van te declareren of nog uit te geven kosten van een activiteit of een voorziening.

Artikel 2. Doel

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op de vergoeding door burgemeester en wethouders van kosten die daarvoor op grond van deze verordening in aanmerking komen.

  • 2.

    De Geld Terug Regeling heeft tot doel het meedoen en maatschappelijk participeren mogelijk te maken voor inwoners met een laag inkomen.

Artikel 3. Doelgroep

  • 1.

    Voor de vergoeding komen in aanmerking de inwoners van achttien jaar en ouder, met een laag inkomen en een vermogen dat niet hoger is dan het vrij te laten vermogen.

  • 2.

    De vergoeding aan de inwoner kan betrekking hebben op de kosten van een gezinslid als bedoeld in artikel 1 sub h.

  • 3.

    Inwonende kinderen in de leeftijd van achttien jaar en ouder, moeten zelfstandig een aanvraag doen voor een vergoeding.

  • 4.

    Van een vergoeding zijn de volgende categorieën inwoners uitgesloten:

    • a.

      studenten die een studie volgen waarvoor studiefinanciering op basis van de Wet studiefinanciering 2000 mogelijk is, dan wel inkomen ontvangen op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

    • b.

      vreemdelingen zonder rechtsgeldige verblijfstitel;

    • c.

      personen aan wie rechtmatig de vrijheid is ontnomen.

Artikel 4 – Toelichting op uitsluiting studenten

  • 1.

    Studenten beschikken over een eigen voorziening in de vorm van studiefinanciering (basisbeurs, aanvullende beurs, lening en OV-kaart), waarmee zij geacht worden in hun levensonderhoud te voorzien.

  • 2.

    De Wet sluit studenten uit van algemene bijstand, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. De gemeentelijke minimaregeling sluit hier beleidsmatig bij aan.

  • 3.

    Het uitsluiten van studenten draagt bij aan een doelmatige inzet van gemeentelijke middelen, gericht op huishoudens die geen toegang hebben tot alternatieve inkomensvoorzieningen.

  • 4.

    Uitzonderingen kunnen worden gemaakt voor studenten die aantoonbaar niet in staat zijn om in hun noodzakelijke kosten van bestaan te voorzien.

Artikel 5. Vergoeding

  • 1.

    De maximale vergoeding voor een volwassen inwoner is € 125 per jaar. De maximale vergoeding voor een kind tot 18 jaar, bedraagt €250 per jaar.

  • 2.

    De vergoeding voor een kind mag niet voor een volwassene in hetzelfde huishouden besteed worden.

  • 3.

    De vergoeding voor een volwassene mag wel besteed worden aan de kosten van de activiteiten voor kinderen in hetzelfde huishouden.

  • 4.

    De vergoeding wordt vastgesteld per gezinslid.

  • 5.

    Voor vergoeding komen de kosten in aanmerking de volgende activiteiten en voorzieningen:

    • a.

      abonnement voor culturele voorstellingen (muziek, toneel, enz.), dansschool, tijdschrift en krant, telefoon en internet

    • b.

      Activiteiten van Stichting MeanderOmnium

    • c.

      Bioscoop

    • d.

      Aanschaf computer,

    • e.

      Computercursussen

    • f.

      Concerten

    • g.

      Cursussen, educatie en inburgering

    • h.

      Dierentuin/pretpark/museum

    • i.

      Aanschaf of reparatie fiets

    • j.

      Kindervakantieweek Lobbus

    • k.

      Lidmaatschap van: bibliotheek, buurt-/wijkvereniging, consumentenorganisatie, gehandicaptenorganisatie, hobbyvereniging, Kunstuitleen, Kruisvereniging, organisatie van allochtonen, ouderenbond, patiëntenorganisatie, scouting, speeltuinvereniging, , vakbond.

    • l.

      Museumjaarkaart / CJP-kaart

    • m.

      NS Voordeelurenkaart, bus- en treinkaartjes

    • n.

      Paspoort, identiteitsbewijs, rijbewijs en pasfoto’s daarvoor

    • o.

      Opvang in peuterspeelzalen

    • p.

      Schoolexcursies en/of schoolreisjes

    • q.

      Schriftelijke cursussen

    • r.

      Volksuniversiteit, Teleac, Open Universiteit

    • s.

      Aanschaf van producten voor een noodpakket (volgens de richtlijnen van de Rijksoverheid)

Artikel 6. Aanvraag

  • 1.

    Om voor een vergoeding in aanmerking te komen, dient de inwoner een aanvraag met bewijsstukken op tijd in te dienen via het daarvoor door het college beschikbaar gestelde aanvraagformulier.

  • 2.

    Aanvragen die, na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, niet compleet zijn worden niet in behandeling genomen.

  • 3.

    Aanvragen die niet tijdig zijn ingediend worden niet in behandeling genomen.

Artikel 7. Aanvullende bepalingen

  • 1.

    Het college verstrekt de vergoeding als de inwoner heeft aangetoond dat de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt of gaat maken en op grond van deze regeling heeft gedeclareerd.

  • 2.

    Het college onderzoekt de juistheid en volledigheid van de verkregen gegevens en stelt zo nodig een onderzoek in naar andere gegevens welke noodzakelijk zijn voor de verlening van de aangevraagde vergoeding.

  • 3.

    Indien blijkt dat de Geld Terug Regeling zonder rechtsgrond is verstrekt, is het college bevoegd het verstrekte bedrag geheel of gedeeltelijk terug te vorderen op grond van artikel 6:203 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 8. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de inwoner afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Geld Terug Regeling gemeente Zeist.

Artikel 10. Slotbepaling

Deze verordening treedt in werking op 1 december 2025. Gelijktijdig wordt de verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand, gemeente Zeist, gepubliceerd op 1 mei 2012 ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 14 oktober 2025.

Griffier

mr. J. Janssen

voorzitter

drs. J. Langenacker

Naar boven