Beleid Aanpak Mensenhandel 2025

Voorwoord

“Een jong meisje dat in een hotel in een toeristenplaatsje op aandringen van haar vriendje betaalde seks heeft met tientallen volwassen mannen. Poolse mannen die opgesloten zitten in een schuur van de kwekerij of tuinderij waar zij werken. West-Afrikaanse jonge meiden die naar Nederland zijn gelokt en worden gedwongen als prostituee te werken in een bordeel, in een vakantiehuisje of een caravan op een camping of langs de snelweg. Hongaarse vrouwen die wat bij wilden verdienen maar in handen vallen van gewelddadige pooiers in het red-licht-district van een grote of middelgrote stad. Een Roemeense man die onder dreiging van geweld tegen hemzelf of zijn familie gedwongen wordt winkeldiefstallen te plegen. Roma-kinderen die uit Kosovo worden gehaald om hier in een toeristenplaats of bij een plaatselijk winkelcentrum te bedelen en zakken te rollen. Een nichtje dat gedwongen wordt het huishoudelijk werk te doen voor de familie die ‘zo goed is’ haar op te vangen. Al deze zo verschillende mensen in zulke verschillende, maar allemaal even afschuwelijke omstandigheden, zijn slachtoffers van mensenhandel. 1 ”

In het basisteam gemeente Zeist, Bunnik, Leusden en Woudenberg willen we vrij zijn van bovenstaande vormen van uitbuiting en mensenhandel. Wij zijn van mening dat elk slachtoffer er één te veel is. Gezamenlijk zetten wij ons in om uitbuitingsvrije gemeenten te zijn, door middel van de implementatie van deze aanpak.

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Gemeenten zijn een belangrijke samenwerkingspartner bij de aanpak van mensenhandel. Niet alleen in de samenwerking, maar vooral ook in het thema structureel onder de aandacht brengen binnen de gemeente. Binnen de gemeente dient het signaleren van mensenhandel op alle domeinen te gebeuren.

 

Basisteam Zeist, Bunnik, Leusden, Woudenberg (ZBLW)

De gemeenten ZBLW hebben een gezamenlijk Integraal veiligheidsplan en een daarbij horend uitvoeringsplan. Eén van de ambities is gezamenlijk meer zicht krijgen op de problematiek van mensenhandel binnen het basisteam. Het is van groot belang dat we ons bewust zijn van de gevaren en het feit dat slachtoffer- en daderschap vaak in elkaar overlopen. Het streven is om binnen het basisteam tot een uniform beleid te komen. Om deze redenen is gezamenlijk met de ZBLW-gemeenten het beleid aanpak mensenhandel gemaakt. De acties uit het beleid onder de kopjes ‘wat we gaan doen’ gelden voor deze vier gemeenten.

1.2 Definitie mensenhandel

Mensenhandel is ‘het werven, vervoeren, overbrengen, opnemen of huisvesten van een persoon, met gebruik van dwang en met het doel die persoon uit te buiten’. Deze definitie beschrijft mensenhandel zoals die strafbaar gesteld is in artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht. De dwang die bij mensenhandel gebruikt wordt, kan de vorm hebben van (dreigen met) fysiek geweld, maar ook van misleiding, chantage, fraude of het misbruiken van een kwetsbare positie. Minderjarigen zijn per definitie kwetsbaar; bij minderjarigen hoeft bij activiteiten die vallen onder mensenhandel de dwang niet aangetoond te worden om te spreken van mensenhandel.

 

Verschillende vormen

Mensenhandel kent vele vormen, te categoriseren in:

  • 1.

    Seksuele uitbuiting

  • Uitbuiting in de prostitutie. Deze doet zich zowel in de vergunde als in de onvergundeprostitutiebranche voor. Ook komt seksuele uitbuiting online voor, bijvoorbeeld in de vorm van gedwongen webcamseks.

  • 2.

    Arbeidsuitbuiting

  • Hiervan spreken we als ( arbeids )voorwaarden en omstandigheden bij arbeid zo slecht zijn dat mensenrechten in het geding zijn. Arbeidsuitbuiting betreft een stapeling van factoren, zoals onderbetaling, lange dagen moeten werken, onder slechte omstandigheden gehuisvest worden en intimidatie waardoor het slachtoffer op meerdere vlakken afhankelijk is van zijn of haar werkgever /uitbuiter 2 . Arbeidsuitbuiting komt voor in alle sectoren. Voorbeelden zijn de land- en tuinbouw, horeca, particuliere huishoudens, bouw, en in de schoonmaak- en uitzendbranche.

  • 3.

    Criminele uitbuiting

  • Hierbij worden mensen gedwongen tot crimineel gedrag (bijvoorbeeld diefstal of drugsdelicten) of tot bedelarij. Er wordt hierbij ook gebruik gemaakt van katvangers: “Katvangers zijn personen die zichzelf beschikbaar stellen als eigenaar of registratiehouder van een voertuig, bedrijf, bankrekening of ander goed, waardoor de werkelijke eigenaar of houder zichzelf buiten het zicht van de autoriteit kan houden 3

  • In bredere zin zijn het tussenpersonen die als schakel dienen in het logistieke proces van criminele organisaties. Katvangers kunnen bij het rekruteren voor de gek gehouden worden, waardoor zij niet op de hoogte zijn van de eventuele gevolgen of betrokkenheid bij criminaliteit 4 . Het gedwongen aanvragen en afstaan van zorggelden of uitkeringen kan ook onder criminele uitbuiting vallen 5.

  • 4.

    Gedwongen orgaanhandel

  • Hierbij wordt iemand gedwongen om zijn of haar organen af te staan. Gedwongen draagmoederschap kan hier ook onder vallen 6 .

 

Mensenhandel is géén mensensmokkel. Bij mensensmokkel is er sprake van een vrijwillige relatie/overeenkomst tussen de smokkelaar en de persoon die het land wil verlaten. Wat niet wegneemt dat zich hier ook ernstige mensenrechtenschendingen kunnen voordoen.

 

Bij mensenhandel is sprake van een ernstige schending van mensenrechten en van de menselijke waardigheid. Het draait om uitbuiting. Daders gebruiken slachtoffers (door geweld en intimidatie of onder bedreiging) voor persoonlijk gewin. Slachtoffers kunnen hier ernstige gevolgen van ondervinden. Vaak is sprake van criminele samenwerkingsverbanden, die misbruik maken van de legale wereld. Mensenhandel is dus een vorm van ondermijnende criminaliteit.

 

Slachtoffers van mensenhandel melden zich meestal niet uit zichzelf. Veel slachtoffers kunnen of durven zelf geen aangifte te doen (of zij zien zichzelf -nog- niet als slachtoffer). Dit betekent dat gemeenten en opsporingsinstanties, zoals de politie, zelf proactief op zoek moeten naar de slachtoffers (en daders), net als bij andere vormen van ondermijning.

 

2 Gemeentelijke rol

 

Er bestaat verschillende internationale en nationale wetgeving op basis waarvan gemeenten een

taak hebben in de aanpak van mensenhandel.

 

2.1 Gemeentelijke rol aanpak mensenhandel

De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid stelt dat gemeenten bij de aanpak van

mensenhandel een rol op het gebied van preventie, signalering en handhaving hebben.

Daarnaast dragen gemeenten bij aan het opwerpen van barrières tegen mensenhandel.

 

De bestuurlijke aanpak van mensenhandel bestaat uit minimaal de volgende onderdelen:

  • Werkt aan actieve signalering van mensenhandel;

  • De gemeente heeft een functionaris die optreedt als contactpersoon binnen de

  • gemeente, die bekend is met de bestuurlijke mogelijkheden, optreedt tegen

  • mensenhandel en bekend is met de instanties waar slachtoffers van mensenhandel

  • terecht kunnen;

  • Gemeentelijk beleid en lokale regelgeving, dat de aanpak van mensenhandel

  • ondersteunt (een voorbeeld hiervan is prostitutiebeleid).

 

De gemeente heeft vier rollen bij de aanpak van mensenhandel:

 

  • 1.

    De gemeente als signaleerder

  • Gemeenten zijn door het dagelijks contact met burgers, de oren en ogen in de

  • samenleving waarbij signalen van mensenhandel kunnen worden opgevangen. Het is

  • van belang dat de gemeente in staat is signalen van mensenhandel te herkennen. Op die

  • manier kan mensenhandel effectief worden herkend, kunnen slachtoffers worden

  • beschermd en de signalen worden doorgezet naar ketenpartners.

  • 2.

    De gemeente als beleidsmaker

  • De gemeente is als beleidsmaker verantwoordelijk voor het opstellen van een plan voor

  • een sluitende aanpak mensenhandel, waarin alle gemeentelijke taken worden

  • opgenomen (preventie, signalering, handhaving en zorg). Dit draagt bij aan een sluitende

  • aanpak. Huisvesting, werklocaties, daders en slachtoffers kunnen echter over meerdere

  • gemeenten zijn verspreid. Door een stevige samenwerking in de regio en met alle

  • betrokken ketenpartners kunnen waterbedeffecten worden voorkomen. De

  • samenwerking binnen het basisteam ZBLW is een eerste aanzet om regionaal zicht te

  • krijgen op het thema.

  • 3.

    De gemeente als deel van de integrale aanpak

  • De complexiteit van mensenhandel vraagt om zowel een bestuurlijke als strafrechtelijke

  • aanpak en intensieve samenwerking tussen de verschillende domeinen. De gemeente is

  • met al haar taken en verantwoordelijkheden de aangewezen partij om de regie in handen

  • te nemen en partijen bij elkaar te brengen. Een belangrijke rol komt in dit verband ook toe

  • aan de sinds 2007 bestaande RIEC’s (Regionale Informatie- en Expertise Centra). De

  • gemeente is in ieder geval een onmisbare partner in de integrale aanpak van

  • mensenhandel.

  • 4.

    De gemeente als verantwoordelijke voor de zorg en opvang van slachtoffers van

  • mensenhandel

  • Gemeenten zijn financieel en organisatorisch verantwoordelijk voor de zorg voor en

  • opvang van slachtoffers van mensenhandel. Dit is een wettelijk verankerde verplichting,

  • die primair voortvloeit uit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) en

  • de Jeugdwet.

 

2.2 Beleidsplan aanpak mensenhandel gemeenten Zeist, Bunnik, Leusden en Woudenberg

De gemeente heeft een belangrijke taak als het gaat om de aanpak van menshandel. Dit

beleidsplan bevat de aanpak van mensenhandel, alsook hoe deze verder geoptimaliseerd kan

worden.

 

Om duidelijk te maken waar we als gemeenten aan willen werken, zijn de volgende

uitgangspunten geformuleerd:

  • 1.

    Meer zicht krijgen op het thema mensenhandel binnen de vier gemeenten.

  • 2.

    We willen onze gemeenten zo onaantrekkelijk mogelijk maken voor daders.

  • 3.

    Gemeente Zeist, Bunnik, Leusden en Woudenberg wil zoveel mogelijk slachtoffers uit

  • hun situatie halen door middel van signaleren en het bieden van de juiste hulp en

  • opvang.

  • 4.

    Gemeente Zeist, Bunnik, Leusden en Woudenberg willen dat minder mensen slachtoffer

  • worden van mensenhandel, door in te zetten op preventie.

 

We spannen ons in om bovenstaande uitgangspunten gezamenlijk op te pakken met onze

buurgemeenten van het basisteam ZBLW (Zeist, Bunnik, Leusden en Woudenberg) en onze

partners uit (onder andere) het zorg- en veiligheidsdomein.

 

3 Cijfers en ontwikkelingen mensenhandel

 

In dit hoofdstuk worden de cijfers en ontwikkelingen weergeven die landelijk en regionaal in

beeld zijn van mensenhandel.

3.1 Landelijke cijfers

De Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen (verder genoemd

Nationaal Rapporteur) onderzoekt de aard en omvang van mensenhandel. Daarnaast doet de

Nationaal Rapporteur aanbevelingen over de bestrijding van mensenhandel en seksueel geweld

tegen kinderen aan de nationale en lokale regeling en organisaties in de hulpverlening en het

strafrecht.

 

Volgens de Nationaal Rapporteur zijn er in Nederland naar schatting jaarlijks 7:

  • Tussen de 5.000 en 7.500 slachtoffers van mensenhandel;

  • Circa 1.400 slachtoffers van arbeidsuitbuiting of criminele uitbuiting;

  • Circa 1.300 minderjarige slachtoffers van binnenlandse seksuele uitbuiting;

  • Worden gemiddeld 120-130 daders door de rechter in eerste aanleg veroordeeld voor

  • mensenhandel;

  • Is de gemiddelde duur bij een veroordeling voor mensenhandel 1 jaar en 10 maanden

  • onvoorwaardelijke gevangenisstraf.

 

In het laatst beschikbare rapport van de Nationaal Rapporteur (Jaarcijfers Mensenhandel 2023),

komen een aantal ontwikkelingen naar voren. Er zijn in 2023 in totaal 868 slachtoffers van

mensenhandel gemeld. Seksuele uitbuiting is de meest gemelde vorm van mensenhandel. Het

aantal meldingen van seksuele uitbuiting in de thuisprostitutie is gestegen. Daarentegen is het

aantal meldingen van seksuele uitbuiting in de zichtbare sectoren opnieuw laag, ten opzichte

van de jaren ervoor.

 

Het aandeel minderjarige slachtoffers van criminele uitbuiting daalt de afgelopen jaren en komt

in 2023 uit op 52.

 

Vergelijkbaar met voorgaande jaren, zijn er ook in 2023 meer vrouwelijke slachtoffers dan

mannelijke geregistreerd. Het gaat in totaal om 493 vrouwelijke slachtoffers en 364 mannelijke

slachtoffers. Van 37 slachtoffers is het geslacht onbekend. Bij seksuele uitbuiting gaat het

aanzienlijk vaker om vrouwelijke slachtoffers, bij arbeidsuitbuiting en criminele uitbuiting betreft

het vaker mannelijke slachtoffers 8.

3.2 Specifieke doelgroepen

Er zijn risicofactoren die mensen kwetsbaar maken voor mensenhandel, zoals een zwakke

economische positie met weinig perspectief op verbetering, verminderde geestelijke

weerbaarheid, een licht verstandelijke beperking, de afwezigheid van een sociaal netwerk, het

ontbreken van een juridische (verblijf)status of het niet spreken van de taal. Daarnaast vallen

groepen, zoals kinderen en jongeren, arbeidsmigranten, vluchtelingen en sekswerkers onder

kwetsbare groepen.

.

Jongeren/minderjarigen

In het dagelijks leven kunnen jongeren op meerdere manieren in aanraking komen met daders.

Door de technologische ontwikkelingen is mensenhandel minder plaatsgebonden geworden.

Daders speuren op internet naar kwetsbare slachtoffers. Steeds vaker worden jongeren

(seksueel en/of crimineel) uitgebuit als gevolg van chantage met online gedeelde naaktfoto’s

(sexting).

 

Arbeidsmigranten

Arbeidsmigranten zijn personen die tijdelijk in Nederland komen werken. Tijdens hun verblijf in

Nederland hebben zij huisvesting nodig 9.

Arbeidsmigranten zijn kwetsbaar voor mensenhandel

en worden vaak naar Nederland gehaald met beloftes die niet nagekomen worden.

 

 

Sekswerkers

Het overgrote deel van de slachtoffers van seksuele uitbuiting wordt uitgebuit binnen de illegale

prostitutie. De sekswerkers in de prostitutiebranche zijn dan ook kwetsbaar voor criminaliteit,

zoals mensenhandel.

 

Mensen met een lichtverstandelijke beperking (LVB)

Mensen met een LVB zijn extra kwetsbaar, mensenhandelaren maken hier misbruik van. Mensen

met een LVB hebben hierdoor een grote kans om slachtoffer en dader te worden van uitbuiting10.

 

3.3 Omvang mensenhandel regio Utrecht

Uit de cijfers van Veilig Thuis blijkt dat in 2023, in de regio Utrecht, 118 meldingen gemaakt zijn

van een vorm van mensenhandel. Criminele uitbuiting en Seksuele uitbuiting zijn de twee

vormen van mensenhandel waar het vaakst een melding van gemaakt is in 2023.

 

Het aantal gemelde casussen van mensenhandel bij Veilig Thuis Utrecht in 2024 is in totaal 220.

 

 

Gemeente Woudenberg

In 2024 zijn er in de gemeente Woudenberg 2 meldingen gedaan bij Veilig Thuis van

mensenhandel in de vorm van seksuele uitbuiting. Meldingen van mensenhandel bieden slechts

een gedeeltelijk beeld van de werkelijke omvang van het probleem, omdat veel gevallen vaak

niet worden gemeld. Slachtoffers van mensenhandel durven vaak niet om hulp te vragen

vanwege angst voor hun daders, sociale isolatie of een gebrek aan vertrouwen in autoriteiten.

Daarnaast kunnen slachtoffers zich soms niet bewust zijn van hun situatie of hebben ze

onvoldoende toegang tot hulpbronnen. Organisaties zoals Comensha en Veilig Thuis

benadrukken dat het aantal gemelde gevallen slechts een fractie is van het daadwerkelijke

aantal slachtoffers, omdat het verborgen karakter van mensenhandel het moeilijk maakt om een

volledig en accuraat beeld van de problematiek te krijgen.

 

Gemeente Zeist

In Zeist wordt in de aanpak van ondermijning aandacht besteedt aan de signalen van

mensenhandel. Het gaat hierbij om casussen in het kader van prostitutie, arbeidsmigranten en

woonfraude. In 2024 zijn toezichthouders van de gemeente getraind door het RIEC, waarbij zij

met Virtual Reality brillen zelf konden ervaren hoe het is slachtoffer te zijn van mensenhandel.

Ook heeft een bredere bijeenkomst plaatsgevonden voor medewerkers van de ZBLWgemeenten, waarbij CoMensa samen met het RIEC vertelden over de verschillende

verschijningsvormen van mensenhandel. Het thema blijft aandacht krijgen. Met dit beleid wordt

weer een volgende stap gezet, waarbij het signaleren van mensenhandel een belangrijk

onderdeel is. Niet alleen door de gemeente, maar tevens inwoners. Bewustwording is zodoende

een essentieel.

 

Gemeente Bunnik

Binnen de gemeente Bunnik hechten wij grote waarde aan het tijdig signaleren en effectief

aanpakken van mensenhandel. Wij erkennen dat mensenhandel een complex en soms moeilijk

te herkennen probleem is, dat zich in verschillende vormen kan uiten, waaronder seksuele

uitbuiting, arbeidsuitbuiting en criminele uitbuiting. Daarom streven wij ernaar dat alle

medewerkers van de gemeente Bunnik in staat zijn om signalen van mogelijke uitbuiting te

herkennen en hierop te handelen. Om de bewustwording en kennis te vergroten hebben

medewerkers van de gemeente en diverse buitengewone opsporingsambtenaren (boa’s)

deelgenomen aan een training, georganiseerd in Zeist.

Daarnaast werken wij samen met verschillende ketenpartners, zoals politie en het RIEC.

Meerdere keren per jaar organiseren wij een overleg met deze partners, waarin wij actuele

signalen en casussen bespreken. Aan de hand van deze overleggen worden integrale controles

uitgevoerd, waarin mensenhandel wordt meegenomen.

 

Gemeente Leusden

Leusden zet zich actief in om casuïstiek rondom mensenhandel aan te pakken. De gemeente

heeft in 2024 te maken gehad met een woning waar illegale prostitutie plaatsvond en mogelijk

ook seksuele uitbuiting. Deze woning is uiteindelijk gesloten geweest en inmiddels is de oude

bewoner verhuisd.

In Leusden zijn veel huisvestingslocaties van arbeidsmigranten die in Leusden werken. Deze

arbeidsmigranten worden gehuisvest door arbeidsbemiddelingsbureaus. De gemeente Leusden

zet in op controle van huisvestingslocaties en locaties waar arbeidsmigranten tewerk worden

gesteld om te controleren of er arbeidsuitbuiting plaatsvindt.

Het zicht op criminele uitbuiting in de gemeente Leusden is nog klein. Er is in 2024 geen casus

geweest met dit thema. Wel wordt ingezet op dit thema door bewustwordingstrainingen over

ondermijning (en daarmee mensenhandel) te geven aan personeel van de gemeente Leusden.

Ook wil de gemeente Leusden bewustwordingscampagnes over ondermijning organiseren voor

de inwoners van de gemeente Leusden.

 

4 Gewenste situatie aanpak mensenhandel

 

Een aanpak mensenhandel heeft betrekking op verschillende afdelingen van de gemeente. Dit

zijn onder andere de afdelingen Openbare Orde en Veiligheid, Wmo, Sociaal domein,

Burgerzaken/publiekszaken, Onderwijs, Huisvesting en Economische zaken. Er is ten minste één

gemeentelijke aandachtfunctionaris mensenhandel (hierna aandachtsfunctionaris genoemd).

Dit is een belangrijk onderdeel in de lokale aanpak mensenhandel. De aandachtsfunctionaris bij

de gemeente is een adviseur Openbare Orde en Veiligheid. De aandachtsfunctionaris heeft de

volgende taken:

  • Zet binnen de gemeente aan tot bewustwording en voorlichting van zowel collega’s als

  • andere professionals in de gemeente die mogelijk met slachtoffers in contact komen.

  • Is het aanspreekpunt voor collega’s die mogelijke signalen van mensenhandel hebben

  • waargenomen en is daarbij onderdeel van de interne meldroute.

  • Denkt mee over signalen, verrijkt deze waar mogelijk en zet de signalen door naar de

  • juiste ketenpartner(s). En houdt tevens de signalen/casussen bij, om zo (in

  • samenwerking met de ketenpartners) meer zicht te krijgen op de lokale

  • verschijningsvormen van mensenhandel.

  • Is bekend met de bestuurlijke mogelijkheden om barrières tegen mensenhandel op te

  • werpen en is bekend met de in te zetten handhavingsmogelijkheden.

  • Is bekend met de instanties waar slachtoffers van mensenhandel terechtkunnen en is

  • aanspreekpunt voor deze instanties namens de gemeente.

  • Is op de hoogte van de regionale en landelijke ontwikkelingen op het gebied van

  • mensenhandel en deelt de gemeentelijke ‘good practices’ met de regio.

  • Houdt het beleid up-to-date en onderhoudt de verbinding met de partners vanuit zowel

  • de zorg als de veiligheidshoek en maakt hier samenwerkingsafspraken mee.

4.1 Pijlers

De gewenste situatie van de aanpak mensenhandel in de gemeenten Zeist, Bunnik, Leusden en

Woudenberg, wordt beschreven in de volgende pijlers: voorkomen, signaleren, aanpakken en de

zorg en opvang voor slachtoffers van mensenhandel.

4.1.1 Pijler 1: Voorkomen

De vier gemeenten zetten zich in om mensenhandel tegen te gaan en waar mogelijk te

voorkomen. Preventie en voorlichting geven is daarom belangrijk, met als doel het voorkomen

van slachtofferschap. Er zijn een aantal groepen bekend, welke extra kwetsbaar zijn voor

mensenhandel. Dit zijn:

  • (Arbeids)migranten

  • Jongeren/minderjarigen

  • Personen met een licht verstandelijke beperking

  • Sekswerkers*

 

Gemeente Zeist, Bunnik, Leusden en Woudenberg

Voor de gemeenten ZBLW geldt dat de volgende groepen het meest kwetsbaar zijn voor mensenhandel:

  • 1.

    Jongeren/minderjarigen

  • 2.

    Personen met een licht verstandelijke beperking

  • 3.

    Arbeidsmigranten

 

Wat we gaan doen

  • Periodiek voorlichting geven aan collega’s, gezamenlijk in ZBLW verband;

  • Actieve voorlichting aan specifieke externe doelgroepen;

  • Risicolocaties in Zeist, Bunnik, Leusden en Woudenberg voor mensenhandel in kaart

  • brengen;

  • Controles op risicolocaties voor mensenhandel.

 

*In de gemeenten Zeist, Bunnik, Leusden en Woudenberg bevinden zich geen vergunde

seksinrichting. Echter sluit dit niet uit dat er geen illegale prostitutie plaatsvindt. Illegale

prostitutie is alle prostitutie die een vergunning moet hebben, maar die niet heeft. Bijvoorbeeld

prostitutie in woningen, massagesalons en hotels. Illegale prostitutie betekent niet per definitie

dat er sprake is van mensenhandel.

4.1.2 Pijler 2: Signaleren

De gemeente heeft een belangrijke rol in de aanpak van mensenhandel, namelijk die van

signaleerder. Vaak worden signalen van mensenhandel niet herkend, door gebrek aan kennis om

signalen van mensenhandel op te merken. Slachtoffers van mensenhandel worden niet altijd

zodanig herkend. Daarbij komt kijken dat slachtoffers van mensenhandel zichzelf niet altijd als

slachtoffer zien. Belangrijk om bij medewerkers van de gemeente hier bewustwording in te

creëren.

 

Wat gaan we doen

  • Werknemers trainen op het leren herkennen van signalen die kunnen duiden op

  • mensenhandel. Deze trainingen worden gezamenlijk gegeven met de vier gemeenten

  • (ZBLW);

  • Organiseren van terugkerende bewustwordingsbijeenkomsten/trainingen in ZBLW

  • verband;

  • Interne bewustwording bij medewerkers door voorlichting over de problematiek, hoe te

  • signaleren en de interne meldroute onder de aandacht brengen. Dit is belangrijk voor de

  • volgende medewerkers:

    • Baliemedewerkers

    • Boa’s

    • Bouwinspecteurs/pandenbrigade/sociale recherche

    • Buurtregisseur/wijkteam/gebiedsregisseur

    • Gespreksvoerders leerplicht, WMO, jeugd en participatie

    • Jeugd- en gezinsteams

    • Vergunningverleners (denk bijvoorbeeld aan een bouwvergunning voor een

  • migrantenwoningen).

  • Meldroute bekend maken binnen de organisatie;

  • Bewustwording van externe professionals (zoals docenten) en duidelijkheid waar zij met

  • hun signalen terecht kunnen bij de gemeente. Het is belangrijk dat hier eenduidigheid

  • over bestaat, zodat signalen adequaat opgevolgd kunnen worden;

  • Bewust maken van inwoners op signalen van mensenhandel – op de Europese dag tegen

  • mensenhandel aandacht via de media .

 

4.1.3 Pijler 3: Aanpakken

Het verstoren en bestrijden van de criminele activiteiten van mensenhandelaren is belangrijk

voor de aanpak. Dit kan enerzijds door mensenhandel op te sporen, te beëindigen en te

bestraffen. Anderzijds kan dit door barrières in het criminele proces op te werken.

 

Het opsporen van mensenhandel is een strafrechtelijke taak. De opsporings- en

berechtingscijfers mensenhandel zijn laag. Dit komt doordat het een ‘haaldelict’ is. Slachtoffers

melden zich niet uit angst of omdat zij zichzelf niet als slachtoffer zien. Bij arbeidsmigranten zijn

de werkomstandigheden in Nederland in veel gevallen aanzienlijk beter dan zij gewend zijn en

krijgen ze goed betaald. Wel kunnen de veiligheidspartners en de zorgpartners, samen met de

opsporingsinstanties, de oren en de ogen zijn om misstanden en signalen van mensenhandel op

te merken. Op deze wijze kunnen de signalen opgebouwd worden naar een casus.

 

Barrières

De gemeente zet bestuurlijke instrumenten in en werpt barrières op om mensenhandel te

voorkomen en aan te pakken. Er bestaan barrièremodellen die laten zien welke stappen

mensenhandelaren moeten zetten om hun criminele activiteit te kunnen uitoefenen en welke

organisaties een rol kunnen spelen om de activiteit te bemoeilijken of te sanctioneren. Een

aantal barrières kan de gemeente zelf opwerpen. Deze worden hieronder toegelicht.

 

Entree en identiteit

Om in Nederland te kunnen werken is een inschrijving bij de gemeente nodig. Verdachte

signalen bij burgerzaken worden onderzocht. Het gemeenteloket is vaak de eerste stap voor het

plegen van identiteitsfraude en adresfraude. Aan de hand van verdachte signalen kan de

gemeente vooraf een controle uitvoeren. Het is lastig om fraude te herkennen, daarom is het

belangrijk om baliemedewerkers van de gemeente te blijven trainen op signalen van

mensenhandel.

 

Huisvesting

Arbeidsmigranten leveren in verschillende sectoren een grote bijdrage aan de economie. Een

arbeidsmigrant is vaak afhankelijk van de werkgever of het uitzendbureau voor de huisvesting en

het vervoer. Dit kan de arbeidsmigrant kwetsbaar maken. Daarom is het belangrijk dat de

gemeente toeziet op de integriteit van de organisatie/persoon die zorgt voor huisvesting en de

werkgever.

 

Een goede huisvesting voor arbeidsmigranten vraagt om samenwerking tussen gemeenten,

degene die huisvesting biedt en werkgevers in afstemming met omwonenden. Deze

samenwerking heeft betrekking op meerdere terreinen. Het gaat hierbij om:

  • Voldoende ruimte voor de huisvesting van arbeidsmigranten;

  • Handhaven op woon- of verblijfssituaties die niet aan de voorschriften voldoen;

  • Inschrijven van arbeidsmigranten in de BRP;

  • Organiseren van heldere en (pro)actieve communicatie;

  • Stimuleren van taal en participatie.

 

Arbeid

Uitbuiting kan plaatsvinden daar waar gewerkt wordt. Waar het gaat om bedrijven waar de

gemeente een vergunning voor moet verlenen, zoals horeca, heeft de gemeente bestuurlijke

mogelijkheden om tijdens controles mensenhandel te signaleren en vervolgens aan te pakken

door bijvoorbeeld een vergunning in te trekken of een bedrijf (al dan niet tijdelijk) te sluiten.

 

Wet Bibob

Om mensenhandel tegen te gaan is het toepassen van de Bibob-toets een goed instrument als

het gaat om vergunning plichtige activiteiten. Bijvoorbeeld om de integriteit van de aanvrager te

onderzoeken bij de aanvraag van een vergunning voor een seksinrichting of bij het verzoek tot

een vergunning voor een huisvestigingslocatie voor arbeidsmigranten.

 

Wat gaan we doen

  • Periodiek trainen van medewerkers burgerzaken. Bij elke nieuwe medewerker opnieuw

  • een training organiseren;

  • Handhavend optreden bij misstanden en signalen van mensenhandel;

  • Structurele aandacht voor mensenhandel bij alle integrale controles;

  • Periodiek een integrale controle op kwetsbare branches;

  • Toepassen van de Wet Bibob.

 

4.1.4 Pijler 4: Zorg en opvang voor slachtoffers

De zorg en opvang voor slachtoffers is een belangrijk component in een sluitende aanpak

mensenhandel. Voor slachtoffers van mensenhandel is het vaak erg moeilijk om hulp te vragen

uit angst voor de daders, waarvan zij afhankelijk zijn. Wanneer er niets te bieden is aan de

slachtoffers in de vorm van veilige opvang, ondersteuning en hulpverlening, zullen zij zichzelf

niet melden. Ook voor professionals die signalen van mensenhandel of uitbuiting willen

doorgeven, is het belangrijk dat zij weten dat er adequaat op gereageerd wordt.

 

Wat gaan we doen

  • Bij signalen van mensenhandel wordt contact opgenomen met Moviera en wordt er

  • gezorgd voor passende hulpverlening.

  • Moviera biedt een uitgebreid hulpaanbod bij mensenhandel in Gelderland en Utrecht.

  • Standaard proces opstellen voor veilige opvang, ondersteuning en hulpverlening voor

  • slachtoffers van mensenhandel.

 

 

 

 

 

Bijlagen voetnoten

  • 1.

    Commissie Lenferink (2015). Gemeenten en de opvang van en zorg voor slachtoffers van mensenhandel. VNG.

  • 2.

    ISZW (2016). Nationaal Dreigingsbeeld 2017. Mensenhandel – Arbeidsuitbuiting, criminele uitbuiting en gedwongen dienstverlening

  • 3.

    Schoenmakers, Y., Bremmers, B., & van Wijk, A (2012). Oosterse teelt: Vietanmezen in de hennepteelt. Arnhem: Bureau Beke

  • 4.

    Versprille, I.M. (2016). De katvanger in beeld. Een onderzoek naar het type katvanger in de wereld van de hennepteelt

  • 5.

    ISZW (2016). Nationaal Dreigingsbeeld 2017. Mensenhandel - Arbeidsuitbuiting, criminele uitbuiting en gedwongen dienstverlening.

  • 6.

    Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen (2012). Mensenhandel met het oogmerk van orgaanverwijdering en gedwongen commercieel draagmoederschap. Den Haag: BNRM.

  • 7.

    Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen jaarcijfers mensenhandel 2023 17 oktober 2024

  • 8.

    Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen Jaarcijfers Mensenhandel 2022

  • 9.

    Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening: Arbeidsmigranten

  • 10.

    CCV (2023) Rapport: Meer regie nodig in aanpak mensenhandel

Naar boven