Gemeenteblad van Waddinxveen
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Waddinxveen | Gemeenteblad 2025, 47312 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Waddinxveen | Gemeenteblad 2025, 47312 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Nadere regels Wmo & Jeugd gemeente Waddinxveen
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waddinxveen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 januari 2025;
gelet op de artikelen 2.1.3 en 2.1.6 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en gelet op artikelen 11, 20 en 22 van de Verordening Sociaal Domein Waddinxveen 2018; gelet op artikel 4.1.6 van de Jeugdwet
besluit vast te stellen: de Nadere regels Wmo & Jeugd gemeente Waddinxveen.
Artikel 1. Verplichtingen/voorwaarden aan het persoonsgebonden budget (pgb) begeleiding en hulp bij het huishouden
Bij het verlenen van een persoonsgebonden budget voor begeleiding en hulp bij het huishouden gelden de volgende verplichtingen:
Het college kan van een aanbieder, niet zijnde een aanbieder die hulpmiddelen of woningaanpassingen levert, eisen dat deze in het bezit is van een verklaring omtrent gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens voor beroepskrachten en andere personen die beroepsmatig met zijn cliënten in contact kunnen komen, welke niet eerder is afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop betrokkene voor de aanbieder ging werken. De zorgverlener dient een ingezetene van Nederland te zijn en te beschikken over een Burgerservicenummer;
Artikel 2. Verplichtingen budget overige voorzieningen
Bij het verlenen van een persoonsgebonden budget voor overige voorzieningen gelden de volgende verplichtingen:
de voorziening moet voldoen aan het programma van eisen dat is opgesteld door de gemeente en, indien van toepassing, aan het Kwaliteiten Bruikbaarheids Onderzoek van Hulpmiddelen keurmerk en/of komt voor op de lijsten van het TNO-keurmerk dan wel een gelijkwaardig keurmerk goedgekeurde hulpmiddelen;
Artikel 4. Bepalen kostprijs woningaanpassingen
De oppervlakte verhard pad tussen de openbare weg en de hoofdingang tot een woonruimte dan wel tussen een tweede ingang en een berging en/of tuinpoort dat bij het nieuw aanleggen van paden, dan wel bij het aanpassen van bestaande paden ten hoogste voor financiële tegemoetkoming in aanmerking komt, bedraagt 20 m².
Artikel 6. Waardering mantelzorgers
De jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente bestaat uit een lokale mantelzorgdag en een cadeaubon.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 28 januari 2025,
Burgemeester en wethouders van de gemeente Waddinxveen,
De secretaris,
J.M. van Vugt
De burgemeester,
E.J. Nieuwenhuis
Bijlage 1: beleidsregels hulp bij het huishouden
Als ondersteuning bij het huishouden noodzakelijk blijkt, wordt een maatwerkvoorziening toegekend. Voor de onderbouwing van de maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning, wordt gebruik gemaakt van het HHM Normenkader Huishoudelijke Ondersteuning 2019 in de meest recente versie en met de laatste aanvullingen.
Een schoon en leefbaar huis houdt in dat het normaal bewoond en gebruikt kan worden.
Schoon betekent dat de basishygiëne geborgd is, waarbij vervuiling van het huis en gezondheidsrisico’s van bewoners worden voorkomen.
Leefbaar houdt in dat het huis opgeruimd en functioneel is, bijvoorbeeld om vallen te voorkomen.
De inwoner moet gebruik kunnen maken van een schone woonkamer, slaapvertrekken, keuken, sanitaire ruimtes en gang/trap/overloop. Een schoon huis wil niet zeggen dat alle vertrekken wekelijks schoongemaakt moeten worden. Het schoonmaken van de buitenruimte bij het huis (ramen, tuin, balkon, etc.) maakt geen onderdeel uit van Huishoudelijke Ondersteuning.
In tabel 1 zijn de verschillende onderdelen van het normenkader weergegeven. Per resultaatgebied is uitgewerkt hoeveel professionele inzet nodig is voor de verschillende resultaten in de gemiddelde cliëntsituatie en wat het effect van verschillende factoren hierop is. Het besluit of en wat voor huishoudelijke ondersteuning nodig is, kan voor elke inwoner anders zijn. De normtijden zijn weergegeven als ‘uren per jaar’. Hiermee is tijdbesteding inzichtelijk voor de cliënt. Flexibele toepassing naar individuele cliëntsituaties is hierbij mogelijk.
Het normenkader betreft de voor de hulp beschikbare totale tijd. Er is geen sprake van ‘instructietijden’ per activiteit. In ieder huishouden, in iedere situatie, is sprake van net weer wat andere verdelingen van activiteiten en van de tijd die dit vergt per activiteit.
De toegangsmedewerker van de gemeente doet naar aanleiding van de hulpvraag van een cliënt integraal
onderzoek. Daarbij onderzoekt de toegangsmedewerker welke ondersteuning de cliënt naar aard en omvang nodig heeft. Vervolgens onderzoekt deze wat de mogelijkheden zijn vanuit eigen kracht, netwerk of andere voorliggende opties/voorzieningen om invulling te geven aan deze ondersteuningsvraag. Pas wanneer de gebruikelijke hulp, de eigen mogelijkheden en algemene voorzieningen niet of onvoldoende van toepassing zijn, zal onderzocht worden in welke mate het gemeentelijk aanbod in ondersteuning kan voorzien.
De ondersteuningstijd in het normenkader voor de ‘gemiddelde cliëntsituatie’, betreft volledige professionele overname van alle activiteiten. De situatie van de cliënt wordt hier mee vergeleken. Dit leidt tot meer of minder inzet van ondersteuning dan in de gemiddelde cliëntsituatie het geval zou zijn. Het resultaat is dan ondersteuning op maat van de individuele cliënt, die wordt vastgelegd in de indicatie (beschikking).
De gemiddelde cliëntsituatie en invloedsfactoren
Onderstaande wordt verstaan onder de gemiddelde cliëntsituatie:
Cliënten passen niet altijd in deze omschrijving van ‘de gemiddelde cliëntsituatie’. De volgende invloedfactoren maken dat inzet van meer of minder ondersteuningstijd mogelijk is:
De eigen mogelijkheden van de inwoner.
De fysieke mogelijkheden van de cliënt om bij te dragen aan de uit te voeren activiteiten. Dit hangt af van het kunnen bewegen, lopen, bukken en omhoog reiken, het vol kunnen houden van activiteiten, het kunnen overzien wat moet gebeuren en daadwerkelijk tot actie kunnen komen. Ook speelt hier de trainbaarheid en leerbaarheid van de cliënt mee.
Ondersteuning vanuit mantelzorgers, netwerk en vrijwilligers.
De hoeveelheid ondersteuning die wordt geboden vanuit mantelzorgers, het netwerk van de cliënt en eventuele vrijwilligers, waardoor minder professionele inzet vanuit de gemeente noodzakelijk is omdat een deel activiteiten door niet-professionals wordt gedaan.
Een medische aandoening van de inwoner die vraagt om intensievere en/of frequentere schoonmaakwerkzaamheden.
Het kan nodig zijn extra vaak schoon te maken of te wassen, doordat meer vervuiling optreedt. Bijvoorbeeld als gevolg van rolstoelgebruik, ernstige incontinentie, overmatig zweten, (ernstige) tremors, besmet wasgoed (bijvoorbeeld bij chemokuur of Norovirus). Ook kan het nodig zijn de woning extra goed schoon te maken. Ter voorkoming van problemen bij de inwoner voortkomend uit bijvoorbeeld allergie, astma, longemfyseem, COPD.
De samenstelling van het huishouden
Het gaat hierbij om het aantal personen en de leeftijd van leden in het huishouden. Als sprake is van een huishouden van twee personen, is niet persé extra inzet nodig. De aanwezigheid van een kind of kinderen kan leiden tot extra noodzaak van inzet van ondersteuning. Dit is mede afhankelijk van de leeftijd en leefstijl van de betreffende kinderen en van de bijdrage die het kind levert in de huishouding (leeftijdsafhankelijk, gebruikelijke hulp). Als er kinderen zijn, zijn er vaak ook meer ruimtes in gebruik. Een kind kan eventueel ook een bijdrage leveren in de vorm van mantelzorg en daarmee de benodigde extra inzet beperken of opheffen. Bij een kind kan ook sprake zijn van bijzonderheden (ziekte of beperking) die maken dat extra inzet van ondersteuning nodig is
In het normenkader wordt er een onderscheid gemaakt tussen een extra kamer ‘in gebruik’ en ‘niet in gebruik’.
Met in gebruik wordt een ruimte bedoeld die dagelijks gebruikt wordt en essentieel (belangrijk) is voor het dagelijks leven. Dit gaat bijna altijd over een extra slaapkamer. Over het algemeen zijn het type en de grootte van de woning niet van invloed op de hoeveelheid te verstrekken hulp. Dit zijn keuzes waarop betrokkenen zelf invloed kunnen uitoefenen en keuzes in kunnen maken. Dit geldt ook voor de aanwezigheid en verzorging van huisdieren (niet zijnde hulphonden/dieren). De gevolgen hiervan op de omvang van de schoonmaaktaak en het zoeken van oplossingen daarvoor behoort in de eerste plaats tot de eigen verantwoordelijkheid van de aanvrager.
Let op dat de aanwezigheid van bepaalde kenmerken niet automatisch leidt tot meer inzet. Het is steeds de vraag aan de toegang of een kenmerk leidt tot extra vervuiling of vraagt om een extra niveau van schoon, waardoor meer inzet nodig is.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-47312.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.