Omgevingsvergunning voor het creëren en ontbranden van een vreugdevuur op het strand van Duindorp (Zuiderstrand Den Haag) tijdens de jaarwisselingen 2025/2026, 2026/2027 en 2027/2028

 

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

 

gelet op:

 

  • -

    artikel 5.1, tweede lid van de Omgevingswet;

  • -

    de artikelen 3.40d, eerste lid onder b, en 3.40e, eerste lid van het Besluit activiteiten leefomgeving;

 

overwegende dat:

 

  • -

    wij op 23 juli 2025 van de aanvrager gevestigd te Den Haag, een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit voor het creëren en ontbranden van een vreugdevuur tijdens de jaarwisselingen 2025/2026, 2026/2027 en 2027/2028 op het strand van Duindorp (Zuiderstrand Den Haag) hebben ontvangen;

  • -

    wij mogelijkheden zien deze omgevingsvergunning onder de voorschriften zoals aangehaald in de bijgevoegde omgevingsvergunning te verlenen;

 

besluit:

 

  • -

    de omgevingsvergunning voor het creëren en ontbranden van een vreugdevuur tijdens de jaarwisselingen 2025/2026, 2026/2027 en 2027/2028 op het strand van Duindorp (Zuiderstrand Den Haag) te verlenen;

 

  • -

    dat dit besluit in werking treedt op de dag na uitgifte in het Gemeenteblad.

 

Den Haag, 28 oktober 2025

Het college van burgemeester en wethouders,

 

de secretaris,

Ilma Merx

 

de burgemeester,

Jan van Zanen

 

 

Toelichting

 

Aanvraag

Op 23 juli 2025 is door de aanvrager, gevestigd te Den Haag, daartoe gemandateerd door het bestuur van de De Duindorp Vreugdevuur Stichting, een omgevingsvergunning aangevraagd op grond van artikel 5.1, tweede lid, van de Omgevingswet juncto artikelen 3.40d, eerste lid, onder b, en 3.40e, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving. Bij de aanvraag zijn de volgende documenten gevoegd:

  • Aanvraag milieuvergunning voor een vreugdevuur op het strand van Duindorp (Zuiderstrand Den Haag) met verzoeknummer 20250723 01482 000.

 

De aanvraag heeft betrekking op het creëren en ontbranden van een vreugdevuur tijdens de jaarwisseling(en) 2025/2026, 2026/2027 en 2027/2028 op het strand van Duindorp (Zuiderstrand Den Haag). De bekendmaking van de aanvraag wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad. De reguliere voorbereidingsprocedure is toegepast op de aanvraag.

 

Besluit

Het college heeft besloten, gelet op de aanvraag en ondergenoemde overwegingen, om de omgevingsvergunning te verlenen. Op de vergunde activiteit zijn algemene regels uit het Besluit activiteit leefomgeving van toepassing (zie artikel 3.40f van het Besluit activiteiten leefomgeving). Ook zijn aan deze omgevingsvergunning voorschriften verbonden. De aanvraag en daarbij behorende stukken maken deel uit van deze omgevingsvergunning, tenzij de vergunningsvoorschriften of wet- en regelgeving anders bepalen.

 

Overwegingen

De aanvraag ziet op het creëren en ontbranden van een vreugdevuur tijdens de jaarwisseling(en) 2025/2026, 2026/2027 en 2027/2028 op het strand van Duindorp (Zuiderstrand Den Haag). De dagen voor de jaarwisseling wordt de vuurstapel, met een omvang van maximaal 10 bij 10 bij 10 meter, opgebouwd uit onbehandelde houten pallets voor eenmalig gebruik.

 

Het creëren en ontbranden van een vreugdevuur vereist een vergunning voor de milieubelastende activiteit ‘verbranden van bedrijfsafvalstoffen (in dit geval pallets) buiten een installatie’ op grond van artikel 5.1, tweede lid, van de Omgevingswet juncto artikelen 3.40d, eerste lid, onder b, en 3.40e, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving.

 

De aanvraag is beoordeeld aan de hand van de criteria genoemd in de artikelen 8.9 en 8.17 van het Besluit kwaliteit leefomgeving. Over die beoordeling het volgende.

 

De vergunde activiteit kan verschillende nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaken zoals verontreiniging van de bodem, verontreiniging van de lucht en ondoelmatig beheer van afvalstoffen. Deze gevolgen worden zoveel mogelijk voorkomen of, waar voorkomen niet mogelijk is, beperkt. Om die reden worden alleen onbehandelde, droge, niet-geïmpregneerde en niet-herbruikbare houten pallets gebruikt.

 

Bodem

Wat het aspect bodem betreft, is van belang dat de pallets voor het vreugdevuur worden geplaatst op stelconplaten, wat is geborgd door middel van een vergunningsvoorschrift. Na de verbranding wordt het overgebleven afval zo spoedig mogelijk van de stelconplaten verwijderd. Op deze manier wordt verontreiniging van de bodem voorkomen doordat verontreinigende stoffen de bodem niet kunnen bereiken.

 

Luchtkwaliteit

Het verbranden van hout leidt tot hogere concentraties koolstofdioxide (CO2), stikstofdioxide (NO2) en fijnstof (PM10, PM2,5). Er kan niet worden gezegd dat zij in significante hoeveelheden vrijkomen. Voor koolstofdioxide geldt geen omgevingswaarde. Ten aanzien van stikstofdioxide en fijnstof wordt voldaan aan de omgevingswaarden uit § 2.2.1 van het Besluit kwaliteit leefomgeving. Met een rekenmodel wordt de gemiddelde concentratie over een heel kalenderjaar berekend. Gezien de omvang en de tijdelijke aard van het vuur is het effect beperkt en zal dit niet leiden tot een overschrijding van de omgevingswaarden. De luchtkwaliteit in Den Haag wordt gemonitord door het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Zij monitoren de luchtkwaliteit op de meetstations aan De Constant Rebecquestraat, Amsterdamse Veerkade, Bleriotlaan en Neherkade. Het vreugdevuur tijdens de jaarwisseling leidt tot een kortstondige verslechtering van de luchtkwaliteit door een piekconcentratie van met name fijnstof. Het vreugdevuur leidt echter niet tot een overschrijding van de omgevingswaarden en wordt daarom aanvaardbaar geacht.

 

Emissies

Met betrekking tot emissies geldt dat bij besluit van 26 september 2024 door het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland reeds een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit is verleend ten behoeve van het creëren en ontbranden van een vreugdevuur voor de jaarwisselingen 2024-2025, 2025-2026 en 2026-2027 nabij Duindorp: ODH1136102. Gebleken is dat het branden van het vreugdevuur en de daaruit resulterende stikstofdepositie geen significant negatieve effecten heeft op de instandhoudingsdoelstellingen van de Natura 2000-gebieden Meijendel & Berkheide en Westduinpark & Wapendal.

 

Doelmatig beheer van afvalstoffen

Het Landelijk afvalbeheerplan 3 (LAP3) vormt het beleidskader voor het doelmatig beheer van afvalstoffen. Het verbranden van afvalstoffen in de open lucht is volgens het LAP3 in principe ondoelmatig, omdat afvalstoffen doorgaans hoogwaardiger kunnen worden verwerkt. Er dient dan ook terughoudend mee te worden omgegaan.

 

Verbranding van afvalstoffen (met name houtachtige stromen) om andere redenen dan doelmatige verwerking van afvalstoffen en luchtkwaliteit is dan ook slechts bij uitzondering aanvaardbaar, bijvoorbeeld in geval van een vreugdevuur.1 Van een dergelijke uitzondering is in dit geval sprake. De vreugdevuren betreffen een jaarlijkse traditie, waarbij het vreugdevuur in Duindorp zelfs is opgenomen in de Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed Nederland door het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland.2 In de gemeente Den Haag worden de vreugdevuren alleen tijdens de jaarwisseling toegestaan en zijn zij bovendien in aantal gelimiteerd, te weten één op het strand van Scheveningen, één op het strand van Duindorp en één kleiner vreugdevuur in het stadsdeel Laak. Zodoende is het incidenteel verbranden van afvalstoffen als hierbij vergund, aanvaardbaar.

 

Veiligheid

Ook de gevolgen die een activiteit voor de omgeving heeft bij onverwachte gebeurtenissen en de kans daarop vallen binnen de reikwijdte van het vergunningstelsel voor de milieubelastende activiteit. De nodige maatregelen zijn getroffen om ongevallen te voorkomen en de gevolgen van ongevallen te beperken. Dit is geborgd door middel van het veiligheidsplan dat als bijlage bij de evenementenvergunning moet worden gevoegd. Zo is bij het bepalen van de vreugdevuurlocatie rekening gehouden met de bereikbaarheid voor hulpdiensten. Verder zijn de hulpdiensten in de gelegenheid gesteld om zowel gevraagd als ongevraagd, op autonome wijze, te adviseren over de aanvraag en de veiligheidsrisico’s. Die adviezen zijn betrokken bij de besluitvorming en het formuleren van vergunningsvoorschriften. Per locatie is één vreugdevuur toegestaan. Op basis van eerder advies van de brandweer Haaglanden wordt de omvang van de vuurstapel beperkt tot 10 meter x 10 meter x 10 meter en dient ten minste 75 meter afstand te worden gehouden tot de vuurstapel, zodat hittestraling en vliegvuur worden beperkt en secundaire branden worden voorkomen. Ook wordt het vreugdevuur opgebouwd op een stabiele en onbrandbare ondergrond en wordt het vuur op veilige wijze aangestoken. In de voorschriften van de evenementenvergunning is bepaald dat de windsnelheid- en kracht door vergunninghouder dagelijks moet worden gemonitord en ontbranding niet is toegestaan bij een aanlandige windsnelheid hoger dan 8,3 m/s of een aflandige windsnelheid van 9 m/s. Tot slot schaalt de brandweer Haaglanden de beschikbare capaciteit op tijdens de jaarwisseling.

 

Het college komt tot de conclusie dat het belang van de bescherming van het milieu zich niet verzet tegen verlening van de gevraagde vergunning. Gezien de omvang van de vuurstapel en de beperkte duur van de verbranding, treedt er geen significante milieuverontreiniging op. Daarbij wordt onder milieuverontreiniging verstaan: “de directe of indirecte inbreng door menselijke activiteiten van stoffen, trillingen, warmte of geluid in lucht, water of bodem die de gezondheid van de mens of de kwaliteit van het milieu kan aantasten, schade kan toebrengen aan materiële goederen, of de belevingswaarde van het milieu of ander rechtmatig milieugebruik kan aantasten of in de weg kan staan”.

 

Gelet op de voorgaande overwegingen, heeft het college besloten om de vergunning te verlenen.

 

Voorschriften

Het college verbindt de volgende voorschriften aan de vergunning, met het oog op het zoveel mogelijk beperken van nadelige gevolgen voor het milieu:

 

  • 1.

    de voorbereiding en het ontbranden van het vreugdevuur vindt plaats overeenkomstig de aanvraag, tenzij in de hierna volgende voorschriften expliciet anders is bepaald;

  • 2.

    de omvang van de vuurstapel mag niet groter zijn dan 10 meter x 10 meter x 10 meter;

  • 3.

    voor het vreugdevuur mogen alleen onbehandelde, droge, niet-geïmpregneerde en niet-herbruikbare houten pallets worden gebruikt. Het verbranden van andere vormen van afval of herbruikbare materialen, met inbegrip van europallets en andere herbruikbare pallets, is niet toegestaan;

  • 4.

    ter bescherming van de bodem mogen de pallets alleen worden verbrand indien zij op stelconplaten zijn geplaatst;

  • 5.

    Ontbranding is niet toegestaan bij:

    a. een aanlandige windsnelheid hoger dan 8,3 m/s (bij 5 Bft is de bandbreedte tussen 8,0 m/s en 10,7 m/s);

    b. een aflandige windsnelheid hoger dan 9 m/s;

    c. een zeer verhoogd natuurbrandrisico fase 2, ofwel natuurbrand uitbreidingsniveau ‘hoog’ en ‘zeer hoog’;

    d. een en ander ter bepaling door de brandweer;

  • 6.

    bij het aansteken van het vuur mag geen gebruik worden gemaakt van aanmaakstoffen zoals afgewerkte olie, benzine petroleum, autobanden en dergelijke. Het aansteken met een gasbrander is toegestaan,

  • 7.

    de hoeveelheid, aard en oorsprong van de pallets en eventuele andere afvalstoffen die worden verbrand, dient te worden geregistreerd en deze gegevens moeten gedurende vijf jaar worden bewaard;

  • 8.

    na de verbranding dient het overgebleven afval op het strand zo spoedig mogelijk te worden verwijderd en te worden afgevoerd naar een daartoe erkende afvalverwerker. De aard en hoeveelheid van dit afval dient te worden geregistreerd en deze gegevens moeten gedurende vijf jaar worden bewaard;

  • 9.

    op ieder moment dient de specifieke zorgplicht, als neergelegd in artikel 11.6 van het Besluit activiteiten leefomgeving, te worden nageleefd.

 

Aan deze voorschriften dienen gehouden te worden.

 

Samenhang met andere regelgeving en besluiten

Deze omgevingsvergunning laat onverlet dat andere vergunningen, ontheffingen en/of toestemmingen vereist kunnen zijn, zoals een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit (in dit geval reeds verleend) en een evenementenvergunning. Ook kunnen andere algemene regels van toepassing zijn, zoals regels uit de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag en het Omgevingsplan gemeente Den Haag.

 

Bekendmaking

Dit besluit wordt bekendgemaakt door toezending van het besluit aan de aanvrager. Van het besluit wordt mededeling gedaan in het Gemeenteblad, waarbij de datum van de bekendmaking wordt vermeld.

 

 

Naar boven