Verkeersbesluit voor het instellen van verschillende verkeersmaatregelen aan SLP West te Rozenburg

XS-25102201.1506

Gelet op het volgende:

  • Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

  • Op grond van artikel 15, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken.

  • De Algemene wet bestuursrecht (AWB) vereist zorgvuldigheid en belangenafweging bij de totstandkoming van besluiten, waaronder verkeersbesluiten. Artikel 3:2 van de AWB schrijft voor dat het bestuursorgaan de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen vergaart. Naast de belangenafweging bepaalt artikel 3:4 van de AWB dat de voor een of meer belanghebbenden nadelige gevolgen niet onevenredig mogen zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.

  • Artikel 21 van het BABW bevat voorschriften omtrent de motivering van verkeersbesluiten. Het verkeersbesluit moet in ieder geval weergeven welke doelstelling of doelstellingen met het verkeersbesluit worden beoogd. Daarbij moet worden aangegeven welke van de in artikel 2, eerste en tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen ten grondslag liggen aan het besluit. Indien tevens andere van die belangen in het geding zijn, wordt voorts aangegeven op welke wijze de belangen tegen elkaar zijn afgewogen.

  • Artikel 2 van de Wegenverkeerswet noemt de volgende doelen:

    • 1.

      In eerste instantie:

    • a.

      het verzekeren van de veiligheid op de weg;

    • b.

      het beschermen van weggebruikers en passagiers;

    • c.

      het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

    • d.

      het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer.

    • 2.

      In tweede instantie ook voor:

    • a.

      het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer;

    • b.

      het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden.

  • Overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) dient overleg te worden gevoerd met de korpschef van de Nationale Politie.

  • De vermelde wegen zijn in eigendom, beheer en onderhoud van de gemeente Haarlemmermeer.

  • Krachtens artikel 18, lid 1 onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 worden verkeersbesluiten genomen door het college van B&W. In het Mandaat-, machtiging en volmachtbesluit Haarlemmermeer 2024 is de bevoegdheid tot het nemen en intrekken van verkeersbesluiten een ondermandaat verleend aan de cluster- en teammanagers van de cluster B&O (Beheer & Onderhoud). De maatregelen vallen onder dit ondermandaat.

Overwegingen en motivatie

Schiphol Logistic Park (SLP) is een bedrijventerrein dat wordt begrensd door de Kruisweg (N196), de Aalsmeerderdijk, de Geniedijk en Rijksweg 4 (A4). Ten oosten van de Aalsmeerderweg is een deel van het bedrijventerrein ontwikkeld. Dit verkeersbesluit betreft de ontwikkeling aan de westzijde van de Aalsmeerderweg.

In dit gebied liggen de Mactanweg, de Hanedaweg en de Changiiweg. De Mactanweg en de Changiiweg zijn twee doodlopende wegen waaraan bedrijfsterreinen liggen. De Hanedaweg is een rondlopende weg waarlangs te ontsluiten bedrijfsterreinen liggen en ontwikkeld worden. Deze bedrijfsterreinen worden met een uitrit aangesloten op de bovengenoemde wegen.

Om het bedrijventerrein SLP – oost bereikbaar te maken voor fietsers wordt het bestaande fietspad langs de Aalsmeerderweg doorgetrokken richting SLP – oost en aangesloten op het fietspad langs de Naritaweg

De Aalsmeerderweg is de door het gebied lopende hoofdroute. De Changiiweg en Mactanweg sluiten hierop aan. De Hanedaweg ontsluit ook bedrijfspercelen en is bereikbaar via de Mactanweg. De voorrang op de verschillende aansluitingen wordt overeenkomstig deze logische hiërarchische indeling geregeld. De voorrang wordt per kruising geregeld om te voorkomen dat onduidelijkheden ontstaan door korte voorrangswegen.

Voor de aanleg van de weg zijn een aantal verkeersmaatregelen nodig. Dit betreft:

  • het aanleggen van vrijliggende fietspaden langs de Changiiweg en de Mactanweg vanwege de verkeersveiligheid;

  • op de Hanedaweg worden fietssuggestiestroken aangebracht;

  • het aanleggen van een vrijliggend fietspad in het verlengde van het bestaande fietspad langs de Aalsmeerderweg naar de Naritaweg;

  • het regelen van de voorrang op diverse kruisingen op het bedrijventerrein;

  • het instellen van een parkeerverbodzone op het bedrijventerrein; De Hanedaweg ligt binnen de parkeerverbodzone op de Mactanweg; Hiermee wordt beoogd om de doorstroming op het bedrijventerrein en de bereikbaarheid van de bedrijven te waarborgen;

  • het aanleggen van een rotonde aan het einde van de Changiiweg, die fungeert als keerlus;

  • om aan te geven dat de Mactanweg een doodlopende weg is wordt dit met bebording en schrikhekken aangegeven.

Daarnaast zijn ook maatregelen nodig op de Aalsmeerderweg, om de wegen van het bedrijventerrein aan te kunnen sluiten op de bestaande verkeersstructuur.

Door de te nemen verkeersmaatregelen wordt de Aalsmeerderweg vanuit Rijsenhout de doorgaande verbinding. De doorgaande verbinding loopt door via de Icheonweg en de Pudongweg naar de Kruisweg (N196). Het afslaande deel van de Aalsmeerderweg dat over de N201 / Roozenburgdreef heen richting de Changiiweg loopt is voor autoverkeer geen doorgaande verbinding meer en loopt dood op de N196 / Kruisweg. Dit deel van de Aalsmeerderweg wordt de lokale ontsluiting voor het bedrijventerrein SLP – west. De twee op de N201 / Roozenburgdreef doodlopende oude delen van de Aalsmeerderweg hebben door de omlegging van de Aalsmeerderweg geen functie meer voor het verkeer en zijn afgesloten d.m.v. fysieke barrières. Hierdoor zijn deze wegvakken niet meer voor verkeer toegankelijk. De voorrangs-regelingen op de aansluitingen van de af te sluiten delen en de nog in gebruik blijvende delen hebben hierdoor geen functie meer en zijn opgeheven.

Met de maatregelen wordt beoogd om de verkeersveiligheid en de bereikbaarheid op het westelijke deel van het bedrijventerrein te waarborgen.

Maatregelen (bebording en belijning)

De volgende maatregelen worden getroffen:

    • 1.

      het instellen van een parkeerverbodzone in bedrijventerrein SLP West (plaatsen borden E1 RVV 1990 met opdruk zone op de Changiiweg direct na de aansluiting met de Aalsmeerderweg en op de Mactanweg, direct na de aansluiting met de Aalsmeerderweg);

    • 2.

      de volgende vrijliggende fietspaden aan te duiden als verplichte fietspaden (plaatsen bord G11 RVV 1990):

      • a.

        het fietspad langs de Hanedaweg;

      • b.

        het fietspad langs de Changiiweg;

      • c.

        het fietspad vanaf de aansluiting van de Aalsmeerderweg met de Incheonweg naar het fietspad langs de Naritaweg;

    • 3.

      het regelen van de voorrang op de volgende kruisingen (plaatsen borden B4, B5 en B6 en haaientanden art. 80 RVV 1990):

      • a.

        Aalsmeerderweg/Changiiweg en Aalsmeerderweg/Hanedaweg, waarbij verkeer op de Changiiweg en Hanedaweg voorrang verleent aan verkeer op de Aalsmeerderweg;

      • b.

        Hanedaweg/Mactanweg, waarbij verkeer op de Hanedaweg voorrang verleent aan verkeer op de Mactanweg.

      • c.

        Aalsmeerderweg richting de Incheonweg/Aalsmeerderweg richting de Changiiweg/Aalsmeerderweg richting Rijsenhout, waarbij verkeer op de Aalsmeerderweg richting de Changiiweg voorrang verleent aan verkeer op de Aalsmeerderweg richting de Inchionweg en de Aalsmeerdeweg richting Rijsenhout.

      • d.

        Fietsoversteekplaatsen van het fietspad langs de Aalsmeerderweg, waarbij verkeer op het fietspad voorrang verleent aan (auto)verkeer op de Aalsmeerderweg;

    • 4.

      Het aanduiden van een rotonde met verplichte rijrichting op de keerlus aan het einde van de Changiiweg en aanduiden rijrichting op vluchtheuvel bij rotonde (plaatsen borden model D1 en D2 RVV 1990);

    • 5.

      Het intrekken van de voorrangsregelingen op de volgende aansluitingen:

      • a.

        De Aalsmeerderweg tussen de N201 en de aansluiting van de Aalsmeerderweg met de Incheonweg;

      • b.

        De Aalsmeerderweg tussen de N201 en de aansluiting van de Aalsmeerderweg richting de Mactanweg en de Aalsmeerderweg richting de N196 / Kruisweg.

De aan te brengen en de te verwijderen bebording staat aangegeven op de bij dit besluit behorende tekeningen met de nummers 02.1, 03.1 en 04.1.

Motivering Wegenverkeerswet 1994 (Wvw 1994):

Motivatie van de maatregel geschiedt uit het oogpunt van:

  • artikel 2, lid 1a van de Wegenverkeerswet (Wvw) 1994, het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • artikel 2, lid 1b van de Wegenverkeerswet (Wvw) 1994, het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • artikel 2, lid 1c van de Wegenverkeerswet (Wvw) 1994, het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • artikel 2, lid 2a van de Wegenverkeerswet (Wvw) 1994, het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer;

  • artikel 2, lid 2b van de Wegenverkeerswet (Wvw) 1994, het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden.

Door de maatregelen wordt van de belangen genoemd in artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 er een geschaad, namelijk het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer (art. 2, lid 1d Wvw 1994). De belangen van de Wvw 1994 die met de maatregelen worden gediend, wegen zwaarder.

Belangenafweging

Bewoners

De maatregelen hebben geen gevolgen voor bewoners.

Bedrijven

De maatregelen zijn in het belang van bedrijven, omdat de bereikbaarheid van de bedrijven verbetert.

(Doorgaand) gemotoriseerd verkeer

De wegen op het bedrijventerrein zijn niet bestemd voor doorgaand verkeer. De belangen van het overige gemotoriseerd verkeer worden gediend door deze maatregelen, omdat de verkeersveiligheid van deze weggebruikers wordt gewaarborgd. Wel worden deze weggebruikers in hun gedrag gestuurd door de maatregelen, waarmee hun belangen licht worden geschaad.

Vrachtverkeer

Vrachtverkeer is gebaat bij deze maatregelen, omdat de verkeersveiligheid van deze weggebruikers wordt gewaarborgd.

Langzaam verkeer

De maatregelen zijn in het belang van langzaam verkeer.

Openbaar vervoer

De maatregelen hebben geen gevolgen voor openbaar vervoer.

Nood- en hulpdiensten

Nood- en hulpdiensten zijn gebaat bij deze maatregel, omdat de verkeersveiligheid van deze weggebruikers wordt gewaarborgd.

Parkeerders

De belangen van parkeerders worden geschaad door het instellen van een parkeerverbodzone.

Algemeen belang

De maatregelen verbeteren de verkeersveiligheid en de bereikbaarheid op het bedrijventerrein. Dit is in het algemeen belang.

Afweging

Alles afwegende zijn burgemeester en wethouders van mening dat de maatregelen in het algemeen belang zijn en in het belang van gemotoriseerd verkeer, langzaam verkeer, bedrijven en nood- en hulpdiensten. Deze belangen wegen zwaarder dan de weggebruikers die in geringe mate hinder ondervinden van de maatregelen en van de parkeerders. De op het bedrijventerrein gevestigde bedrijven beschikken over voldoende parkeerplaatsen waar ook ruimte is voor bezoekers om te parkeren.

Voorbereiding en overleg

Om de rechtstreeks bij het verkeersbesluit betrokken belangen goed af te kunnen wegen verdient het de aanbeveling om, vooral bij complexe en omstreden maatregelen, een voorbereidingsprocedure te volgen. Hier is vanaf gezien omdat de maatregelen geen complexe maatregelen zijn en de belangen voldoende in beeld zijn.

Overleg met de Nationale Politie heeft plaatsgevonden in de Werkgroep Verkeer, waarin de door de korpschef gemachtigde medewerker verkeersadvisering, alsmede de Brandweer en Connexxion, vertegenwoordigd zijn. Op 02-04-2019 is dit besluit behandeld in de werkgroep. De leden van de Werkgroep gaan akkoord met de voorgestelde maatregelen.

Publicatie

Het besluit wordt gepubliceerd in het digitale Gemeenteblad van Haarlemmermeer.

Besluiten

In overeenstemming met de tekening met de nummers 02.1, 03.1 en 04.1, die een onderdeel zijn van dit besluit, wordt besloten tot de volgende verkeersmaatregelen:

  • 1.

    het instellen van een parkeerverbodzone in bedrijventerrein SLP West door het plaatsen van borden conform model E1 uit bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) 1990 met opdruk zone op de Changiiweg in Rozenburg, direct na de aansluiting met de Aalsmeerderweg en op de Mactanweg, direct na de aansluiting met de Aalsmeerderweg;

  • 2.

    de volgende vrijliggende fietspaden aan te duiden als verplichte fietspaden door het plaatsen van een bord conform model G11 uit bijlage I van het RVV 1990:

    • a.

      het fietspad langs de Hanedaweg;

    • b.

      het fietspad langs de Changiiweg;

    • c.

      het fietspad vanaf de aansluiting van de Aalsmeerderweg met de Incheonweg naar het fietspad langs de Naritaweg;

  • 3.

    het regelen van de voorrang op de volgende kruisingen door het plaatsen van borden conform model B4, B5 en B6 uit bijlage I van het RVV 1990 en haaientanden conform artikel 80 van het RVV 1990:

    • d.

      Aalsmeerderweg/Changiiweg en Aalsmeerderweg/Hanedaweg, waarbij verkeer op de Changiiweg en Hanedaweg voorrang verleent aan verkeer op de Aalsmeerderweg;

    • e.

      Hanedaweg/Mactanweg, waarbij verkeer op de Hanedaweg voorrang verleent aan verkeer op de Mactanweg.

    • f.

      Aalsmeerderweg richting de Incheonweg/Aalsmeerderweg richting de Changiiweg/Aalsmeerderweg richting Rijsenhout, waarbij verkeer op de Aalsmeerderweg richting de Changiiweg voorrang verleent aan verkeer op de Aalsmeerderweg richting de Inchionweg en de Aalsmeerdeweg richting Rijsenhout.

    • g.

      Fietsoversteekplaatsen van het fietspad langs de Aalsmeerderweg, waarbij verkeer op het fietspad voorrang verleent aan (auto)verkeer op de Aalsmeerderweg;

  • 4.

    Het aanduiden van een rotonde met verplichte rijrichting op de keerlus aan het einde van de Changiiweg en aanduiden rijrichting op vluchtheuvel bij rotonde door het plaatsen van borden conform model D1 en D2 uit bijlage I van het RVV 1990;

  • 5.

    Het intrekken van de voorrangsregelingen door het verwijderen van de bijbehorende bebording op de volgende aansluitingen:

    • h.

      De Aalsmeerderweg tussen de N201 en de aansluiting van de Aalsmeerderweg met de Incheonweg;

    • i.

      De Aalsmeerderweg tussen de N201 en de aansluiting van de Aalsmeerderweg richting de Mactanweg en de Aalsmeerderweg richting de N196 / Kruisweg.

Burgemeester en Wethouders van Haarlemmermeer

namens dezen,

de gemeentesecretaris,

voor deze,

de teammanager Contract en Uitvoering a.i.,

R.M. Kruithof-Kamphuis

Terinzagelegging

Het besluit wordt gepubliceerd in het digitale Gemeenteblad van Haarlemmermeer (overheid.nl). Het besluit en de tekening waarop de maatregelen staan aangegeven, liggen gedurende zes weken vanaf de publicatiedatum voor een ieder na een telefonische afspraak ter inzage op werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur in het Informatiecentrum van het raadhuis, Taurusavenue 100 in Hoofddorp.

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan iedereen wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken, binnen zes weken na publicatie van dit besluit een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij het college van Burgemeester en Wethouders van Haarlemmermeer, het cluster Juridische Zaken van het team Ondersteuning, Postbus 250, 2130 AG Hoofddorp. Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van dit besluit niet. Gelijktijdig met of na het indienen van een bezwaarschrift kan een verzoek om een voorlopige voorziening worden gericht aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, p/a Arrondissementsrechtbank Haarlem, sector Bestuursrecht Postbus 1621, 2003 BR Haarlem. Een dergelijk verzoek kan pas worden gedaan als het bezwaarschrift is ingediend en onverwijlde spoed, gelet op het betrokken belang, dat vereist. Voor de behandeling van het verzoek wordt een bedrag aan griffierecht geheven.

Naar boven