Gemeenteblad van Maassluis
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Maassluis | Gemeenteblad 2025, 470113 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Maassluis | Gemeenteblad 2025, 470113 | beleidsregel |
Beleidsregel venten en standplaatsen 2025 gemeente Maassluis
Burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis
dat het gewenst is om in beleidsregels criteria vast te stellen, die een nadere invulling geven aan de artikelen uit de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Maassluis (hierna: de APV) die betrekking hebben op het venten en de standplaatsen.
Beleidsregel venten en standplaatsen 2025 gemeente Maassluis
Op 31 januari 2017 zijn de Beleidsregels venten en standplaatsen gemeente Maassluis vastgesteld. Vooral ruimtelijke ontwikkelingen en nieuwe inzichten zijn aanleiding om het beleid te actualiseren. De Beleidsregel venten- en standplaatsen 2025 gemeente Maassluis vervangt de “Beleidsregels venten en standplaatsen gemeente Maassluis uit 2017.
Binnen onze gemeente hebben we markten en standplaatsen. Standplaatsen zijn er bijvoorbeeld voor vis-, loempia- en bloemenverkopers. Dit zijn vaste standplaatsen. We kennen ook standplaatshouders die elk jaar in het winterseizoen een plek innemen, zoals oliebollenverkopers of kerstboomverkopers. De standplaatsen staan individueel, los van de weekmarkt, op de daarvoor aangewezen locaties. Naast de vaste standplaatshouders zijn er jaarlijks ook tijdelijke standplaatshouders met commerciële of ideële doelen. Bij de eerste groep gaat het vaak om het verkopen van producten. Bij de tweede groep moet gedacht worden aan instellingen als Amnesty International, Stichting Wakker Dier en politieke partijen.
Deze beleidsregel heeft betrekking op de standplaatsen die verspreid over de hele stad in de openbare ruimte staan. Het beleid gaat niet over standplaatsen die samen de weekmarkten vormen. Hiervoor staan de regels in de Marktverordening. Daarnaast gaat dit beleid ook niet over de standplaatsen en kramen die tijdens evenementen –zoals de Furieade - worden ingenomen. Hiervoor geldt het Evenementenbeleid.
Ook zijn er beleidsregels opgenomen voor het venten. Venten is het aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of diensten op de openbare weg of aan huis.
Het beleid is een uitwerking van de afdeling 3 Venten en afdeling 4 Standplaatsen van de Algemeen Plaatselijke verordening (APV) van de gemeente Maassluis. Een vergunning voor een standplaats kan op grond van deze artikelen worden verleend of geweigerd (bijlage 1 juridisch kader). Voor het standplaatsenbeleid zijn er een aantal wettelijke en beleidskaders die de basis vormen voor dit beleid. Dit zijn de Winkeltijdenwet, de winkeltijdenverordening, de Alcoholwet, de Wet Milieubeheer en de Omgevingswet.
Standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openbare lucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel. Onder een standplaats wordt niet verstaan: een vaste plaats op een (jaar)markt en of een evenement. Onder vaste plaats wordt ook geen kiosk of ander bouwwerk verstaan.
Vaste standplaats: een standplaats die het hele jaar door kan worden ingenomen. Voor deze standplaatsen zijn vaste locaties aangewezen.
Incidentele standplaats: een standplaats die kortdurend worden ingenomen. Een gebruiker van een incidentele standplaats mag maximaal één dag per maand staan. Het gaat daarbij vooral om standplaatshouders die een goed doel onder de aandacht willen brengen. Een incidentele standplaats wordt niet ingenomen op een vaste standplaats.
Seizoen standplaats: een standplaats die voor een kortere periode (minimaal 1 maand tot maximaal 6 maanden) op dezelfde aangewezen locatie wordt ingenomen met een mobiele kraam of kar, voor de verkoop van seizoensgebonden waren en goederen. Hierbij kan gedacht worden aan de verkoop van oliebollen en kerstbomen. Standplaatsen voor de verkoop van kerstbomen mogen voor een kortere periode worden ingenomen, maar wel voor minimaal 2 weken. De periode wordt vastgelegd in de vergunning en kan ingaan vanaf de 1e of 15e dag van de desbetreffende maand. De seizoensstandplaatsen kunnen alleen op vaste standplaatsen worden ingenomen, met uitzondering van de standplaats voor kerstbomenverkoop.
Tijdelijke standplaats (in gebied in ontwikkeling): een standplaats waarbij een vergunning voor bepaalde tijd, maximale looptijd 2 jaar, wordt verleend. Een tijdelijke standplaats kan alleen worden verleend in een gebied dat nog in ontwikkeling is. Met een tijdelijke standplaatsvergunning wordt tijd overbrugd waarin duidelijk moet worden of de vergunning van tijdelijk omgezet kan worden naar vast, of de tijd naar het moment dat duidelijk wordt dat de plek niet geschikt is voor een vaste standplaats.
Standplaatshouder: natuurlijk persoon aan wie een standplaatsvergunning is verleend.
Venten: het in de uitoefening van de ambulante handel te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten op een openbare en/of in de openlucht gelegen plaats.
Het college wijst de volgende plekken aan waar vaste en seizoens standplaatshouders kunnen staan. Hierin zijn niet de standplaatsen voor de tijdelijke standplaatsen opgenomen. De kaarten waarop de locaties van de vergunningen zijn ingetekend maken onlosmakelijk onderdeel uit van deze beleidsregel.
* Voor de huidige standplaatshouder gelden de afspraken zoals ze zijn opgenomen in de vergunning. Een nieuwe standplaatshouder moet op deze standplaats aan de maximale afmetingen voldoen.
5.2. standplaats op particulier terrein
Standplaatshouders mogen in de stad geen andere plek innemen met uitzondering van particulier terrein. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om openbare terreinen, zoals parkeerterreinen bij een winkel. Vaak wordt juist op verzoek van de eigenaar van de grond een standplaats ingenomen. Hiervoor moet een incidentele standplaatsvergunning worden aangevraagd en de eigenaar van de grond moet toestemming geven. De verkoopmiddelen op particulier terrein moeten mobiel zijn en elke avond na de verkoopactiviteiten worden verwijderd. De weigeringsgronden zijn gelijk aan die bij de toetsing van een standplaats op gemeentegrond worden gehanteerd. Bij aanvragen op particuliere grond zal ook gekeken worden naar het aantal plekken dat kan worden ingenomen.
Op de dagen dat de weekmarkten plaatsvinden mogen geen incidentele standplaatsen worden ingenomen in de nabijheid van de desbetreffende weekmarkt (dinsdag bij Koningshoek en vrijdag in het Centrum). Daarnaast mogen op die dagen geen vaste standplaatsen bij Koningshoek aan de Uiverlaan en bij AH worden ingenomen.
6. Voorwaarden aan een standplaats
Terrassen. Een terras bij een standplaats is niet toegestaan. Als hiervoor voldoende ruimte beschikbaar is, is het toegestaan om bij een standplaats die etenswaren voor het nuttigen ter plaatse verkoopt maximaal 2 statafels te plaatsen. De standplaatshouder moet dit bij zijn aanvraag aangeven. De standplaatshouder draagt zorg voor een afvalbak en het schoonhouden van het gebied rond de standplaats.
Structureel gebruik van de standplaats. Een standplaats dient structureel door de standplaatshouder gebruikt te worden. De vergunning kan worden ingetrokken wanneer er vier aaneengesloten dagen of vijf dagen per kalenderjaar geen gebruik wordt gemaakt van de standplaats. De standplaatshouder kan zich alleen afmelden bij ziekte of vakantie door minstens 24 uur van te voren een e-mail te sturen aan: gemeente@maassluis.nl. De datum en tijd van de ontvangstbevestiging van de gemeente zijn bepalend of de afmelding wordt meegeteld bij het totaal aantal dagen dat geen gebruik gemaakt is van de standplaats.
Persoonlijk innemen van een standplaats. De vergunning staat op naam van een persoon, de vergunninghouder. Deze persoon mag zijn vergunning niet aan een ander overdragen. De vergunninghouder staat zelf in de kraam/standplaats. Hij mag zich wel laten bijstaan door één of meerdere personen. In het geval dat er sprake is van een VOF of andere bedrijfsvorm, waarvan de leden familie zijn, wordt de vergunning verstrekt aan een persoon, de vergunninghouder, waarbij in de voorwaarden wordt opgenomen dat de vergunning naast de vergunninghouder ook familieleden, die tevens staan vermeld in het uittreksel van de Kamer van Koophandel, in de standplaats kunnen werken. De voorwaarde hierbij is dat er sprake moet zijn van familieleden in de eerste graad (dus Partner via huwelijk of geregistreerd partnerschap, ouders en kinderen) met een minimum leeftijd van 18 jaar en dit geregistreerd moet zijn bij de Kamer van Koophandel, in een bedrijfsvorm.
Standplaatshouders moeten zich houden aan het gestelde in de Winkeltijdenwet en Winkeltijdenverordening. Dit betekent dat zij maandag t/m zaterdag, tussen 22.00 uur en 06.00 uur geen goederen mogen verkopen, noch de standplaats in gebruik mogen nemen. Op zondag is het alleen toegestaan etenswaren voor directe consumptie te verkopen tussen 12.00 uur en 20.00 uur. Op feestdagen is het alleen toegestaan etenswaren voor directe consumptie te verkopen tussen 10.00 uur en 20.00 uur. Als de feestdag op een zondag is dan gelden de verkooptijden voor zondagen (12.00 uur tot 20.00 uur)
Als het gaat om standplaatsen die bakken en/of frituren is er sprake van een inrichting op grond van de Wet Milieubeheer. Behalve aan de voorwaarden van de standplaatsvergunning moet de verkoopwagen ook voldoen aan milieuvoorschriften. De afstand van verkoopwagens waarin gebakken en/of gefrituurd wordt tot gevels van woningen en bedrijven moet minimaal 10 meter bedragen.
Het gebruik van voorzieningen als elektriciteit en water is een verantwoordelijkheid van de standplaatshouders. Indien de standplaatshouders voorzieningen plaatsen in gemeentegrond, moet hiervoor toestemming aan de gemeente worden gevraagd waarbij afspraken worden gemaakt over de locatie van de voorzieningen. De voorzieningen moeten geplaatst worden in een bovengrondse integrale meterkast. Alle kosten voor aanleg, onderhoud en verwijderen van de voorzieningen komen voor rekening van de vergunninghouder. Als een nieuwe vergunninghouder niet bereid is om de voorzieningen over te nemen of als er geen kandidaat voor de standplaats is, levert de standplaatshouder de standplaatslocatie geheel ontruimd en schoon op. De standplaatslocatie wordt in dezelfde staat opgeleverd als waarin deze is uitgegeven.
Doordat het aantal beschikbare standplaatsvergunningen beperkt is, is er sprake van schaarse vergunningen. De nationale rechtsnormen, de Dienstenwet, Europese Dienstenrichtlijn en jurisprudentie geven daardoor aan dat (potentiële) gegadigden voor schaarse vergunningen gelijke kansen moeten hebben om in aanmerking te komen.
Het proces bestaat vanaf heden voor een standplaats uit de volgende stappen:
Nadat een standplaatsvergunning is verlopen komt een standplaats automatisch vrij. Een standplaatshouder heeft geen automatisch recht op een verlenging van de vergunning en zal het proces moeten volgen.
7.1. Bekendmaking vrijkomen standplaatsen
Vrijgekomen standplaatsen worden gepubliceerd op de website van de gemeente. Belangstellenden kunnen dan reageren binnen een door de gemeente vastgestelde termijn. Zijn er meerdere gegadigden die aan de criteria voor een standplaats voldoen, dan zal er tussen hen geloot worden. Er worden geen wachtlijsten bijgehouden.
Na de bekendmaking kunnen handelaren een aanvraag indienen via de gemeentelijke website met het daarvoor bestemde aanvraag formulier. Alleen volledige aanvragen, inclusief de op het formulier gevraagde bijlagen, komen in aanmerking voor behandeling. Een aanvrager die een onvolledige aanvraag heeft ingediend, krijgt 2 weken de gelegenheid om zijn aanvraag aan te vullen (artikel 4:5, lid 1, sub c, AWB), mits de aanvraag binnen de gestelde inschrijftermijn is binnengekomen. Als de aanvraag na de hersteltermijn nog niet volledig is, dan wordt deze buiten behandeling gelaten.
Bij de vergunningaanvraag worden de volgende gegevens overlegd:
De aanvraag voor het verkrijgen van een standplaats, zal worden beoordeeld aan de hand van de in dit beleid genoemde criteria. Bij elke aanvraag zal advies worden gevraagd aan het Stadbedrijf, Veiligheidsregio Rotterdam en cluster Stad, team mobiliteit.
Indien er twee of meer aanvragen voor een standplaats zijn binnengekomen wordt overgegaan tot loting. Ook wanneer er twee of meer aanvragen voor een locatie op een bepaalde dag zijn binnengekomen, dan neemt de gemeente contact op met de betreffende aanvragers om te kijken of ten minste één van hen op een andere dag wil staan. Als hier mee tot een goede verdeling van dagen gekomen kan worden, dan worden de vergunningen aan deze aanvragers verleend. Als het niet lukt om tot een andere verdeling van dagen, dan wordt over gegaan op loting.
Er wordt geloot door de namen van de aanvragers van dezelfde standplaats of dag en locatie op een apart briefje te schrijven, deze op te vouwen en in een bak te doen. Vervolgens trekt de teammanager VVH onder toeziend oog van een bijzonder opsporingsambtenaar (boa) het winnende lot. De aanvrager van wie het winnende lot wordt getrokken, komt als eerste in aanmerking voor een vergunning. Indien er meer dan twee aanvragers zijn, wordt één extra lot getrokken als reserve.
Na loting worden geen wachtlijsten bijgehouden.
Voor het aanvragen van een vergunning is de aanvrager leges verschuldigd aan de gemeente. De hoogte van de leges worden jaarlijks vastgesteld in de legesverordening van de gemeente Maassluis.
Voor het gebruik van de gemeentegrond wordt precario in rekening gebracht. De hoogte van de aanslag is afhankelijk van de in de gemeentelijke verordening vastgestelde tarieven.
7.5. Looptijd standplaatsvergunning
Vergunningen voor een standplaats worden voor 10 jaar verleend. De looptijd van de vergunning gaat in op het moment van afgifte. Een vergunning voor een tijdelijke standplaats heeft een looptijd van maximaal 2 jaar.
7.6. Intrekkings- en weigeringsgronden standplaatsvergunning
Naast de weigeringsgronden, genoemd in artikel 7:1 van de APV kan het college van B&W een standplaatsvergunning weigeren of intrekken wanneer:
De ambulante verkoop van goederen en diensten kan, zoals gesteld in de inleiding, een waardevolle toevoeging zijn voor Maassluis. Dit geldt zowel voor venten als voor standplaatsen en markten. Venten onderscheidt zich echter van standplaatsen en markten door de directe benadering van inwoners aan huis. Hierdoor kan overlast worden ervaren, kan met name bij ouderen vrees ontstaan voor oplichting en kan daarmee de openbare orde en openbare veiligheid in het geding komen.
Op grond van artikel 5:18 APV Maassluis is venten zonder vergunning van het college verboden. Er zijn drie soorten ventvergunningen:
Voor een dagventvergunning en een weekventvergunning geldt dat deze maximaal drie maal per jaar aan dezelfde persoon worden verleend in een niet-aaneengesloten periode. Het verlenen van de ventvergunningen valt onder de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders.
Uitgangspunt is dat er slechts beperkt ruimte is voor venten. Aan de ventvergunning zijn de volgende voorwaarden verbonden:
Een aanvraag voor een ventvergunning moet minimaal acht weken van tevoren worden aangevraagd. Bij de vergunningaanvraag worden de volgende gegevens overlegd:
De aanvraag voor het verkrijgen van een ventvergunning, zal worden beoordeeld aan de hand van de in dit beleid genoemde criteria. Een ventvergunning wordt in principe voor de duur van vijf jaar worden verleend. Wanneer de aanvrager dat wil, kan de vergunning ook voor één jaar verleend worden.
De toezichthouders van de gemeente zien toe op de naleving van de bovenstaande beleidsregels en de voorwaarden uit de vergunning. Indien een standplaats wordt ingenomen zonder de benodigde vergunning wordt proces verbaal opgemaakt en het innemen van de standplaats direct beëindigd. Indien een standplaats wordt ingenomen in strijd in strijd met de beleidsregels of met de voorwaarden uit de vergunning wordt een schriftelijke waarschuwing gegeven. Indien er dan geen verandering optreedt, zal de vergunning worden ingetrokken. Voordat de vergunning wordt ingetrokken, zal belanghebbende, op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht, worden gehoord.
Wanneer een venter zonder vergunning wordt aangetroffen of handelt in strijd met de beleidsregels of vergunningsvoorwaarden, wordt op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening een proces verbaal opgemaakt tegen de overtreder.
Maassluis, 7 oktober 2025
Het college van burgemeester en wethouders,
De burgemeester,
De secretaris,
Bijlage 1 Juridisch kader (Algemeen Plaatselijke Verordening)
Artikel 5:18 Venten en dergelijke
Artikel 5:19 Vrijheid van meningsuiting
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is het venten van gedrukte en geschreven stukken waarin gedachten en gevoelens worden geopenbaard als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de Grondwet niet toegestaan op door het college in het belang van de openbare orde aangewezen openbare plaatsen, dagen of uren.
Artikel 5:21 Vereisten standplaatsen en weigeringsgronden
Artikel 5:22 Toestemming rechthebbende
Het is de rechthebbende op een perceel niet toegestaan toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.
Artikel 5:23 Afbakeningsbepalingen
Seizoenstandplaats Koningshoek
Standplaats zijde AH Koningshoek
Standplaats zijde Aldi Koningshoek
Standsplaats zijde Xenos Koningshoek
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-470113.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.