Beleidsregels Toezicht kwaliteit en naleving Wmo 2015 en Jeugdwet gemeente Breda 2025

Bekendmaking

 

Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat zij op 1 juli 2025 de Beleidsregels toezicht kwaliteit en naleving sociaal domein gemeente Breda 2025 hebben vastgesteld.

 

Inwerkingtreding

 

De beleidsregels worden van kracht met ingang van de dag na deze bekendmaking.

 

Rechtsmiddelen

 

Tegen het besluit tot vaststelling van de beleidsregels is geen bezwaar of beroep mogelijk.

 

Beleidsregels toezicht kwaliteit en naleving sociaal domein gemeente Breda 2025

 

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda tot vaststelling van de Beleidsregels toezicht kwaliteit en naleving Wmo 2015 en Jeugdwet gemeente Breda 2025

 

Burgemeester en wethouders van de gemeente Breda;

 

gelet op artikel 160 lid 1 a uit de Gemeentewet, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht alsmede de Wmo 2015 en Jeugdwet;

 

besluiten de volgende beleidsregels vast te stellen:

 

Beleidsregels Toezicht kwaliteit en naleving Wmo 2015 en Jeugdwet gemeente Breda 2025

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Definities

Begrip

Definitie

Burgemeester en wethouders

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente onder verantwoordelijkheid waarvan het toezicht wordt uitgevoerd

Cliëntenstop

het gedurende een bepaalde periode niet toewijzen van cliënten of uitbreidingen van de hulpverlening aan bestaande cliënten aan een zorgaanbieder.

Fraude

Opzettelijk misleidend handelen binnen het domein van de Wmo 2015 of de Jeugdwet, met het oog op eigen of andermans gewin, voor zover het in de wet strafbaar gestelde feiten betreft.

Fraude- en/of misbruikonderzoeken

een onderzoek waarbij burgemeester en wethouders of een door burgemeester en wethouders aangewezen persoon nagaat of degene die bij de gemeente geleverde zorg in het kader van de Wmo 2015 en/of Jeugdwet in rekening brengt, fraude pleegt.

Gemeente

dit betreft de gemeente Breda: burgemeester en wethouders in de rol van bestuurder als ook de ambtelijke organisatie. De gemeente geeft cliënten per beschikking toegang tot zorg of ondersteuning door gecontracteerde aanbieders van Wmo 2015 of Jeugdhulp voorzieningen, met dien verstande dat onder de Jeugdwet die toegang ook kan worden verkregen op verwijzing van bepaalde medische professionals.

GR BW

Gemeenschappelijke Regeling Beschermd Wonen. Voor Wmo Beschermd Wonen wordt samengewerkt in een Gemeenschappelijke Regeling met andere gemeenten

IGJ

Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Instantie verantwoordelijk voor toezicht op de kwaliteit binnen het jeugdhulpdomein, rapporteert jaarlijks over functioneren van het Wmo-toezicht door gemeenten

Intensief Toezicht

Periode waarin een aanbieder, middels een schriftelijke aanwijzing, een verbeterplan moet opstellen en waarin de toezichthoudend ambtenaar periodiek toeziet op de voortgang van de in het verbeterplan beschreven verbeterpunten.

Inwoner en Cliënt

beide begrippen worden gehanteerd. Het gaat om de inwoner in algemene zin en om een cliënt wanneer er sprake is van een (melding of aanvraag tot het verstrekken van een) voorziening en/of uitkering.

Jeugdhulp

Hulp en ondersteuning zoals bedoeld in art. 1.1 Jw

Maatschappelijke ondersteuning

Ondersteuning zoals bedoeld in art. 1.1.1. Wmo 2015

Niet-gecontracteerde aanbieder

Rechtspersoon, natuurlijk persoon of verband van natuurlijke personen die Jeugdhulp of Maatschappelijk ondersteuning levert zonder contract of subsidierelatie met de gemeente.

Openbaarmaking

Het delen van informatie met het grote publiek

Pgb

Persoonsgebonden budget waarmee een cliënt zorg kan inkopen. Een pgb is een bedrag waaruit namens burgemeester en wethouders betalingen worden gedaan voor diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot een maatwerkvoorziening respectievelijk een individuele voorziening behoren en welke middels een beschikking vanuit de Wmo 2015 of Jeugdwet wordt toegekend

Toezicht

Het verzamelen van informatie over de vraag of een handeling of zaak voldoet aan de daaraan gestelde eisen, het zich daarna vormen van een oordeel daarover en het eventueel naar aanleiding daarvan interveniëren

Toezichthouder

Door burgemeester en wethouders aangewezen medewerker die bevoegd is om toezicht te houden zoals bedoeld in artikel 5:11 Awb, onderzoeken uit te voeren als bedoeld in paragraaf 6b van de Regeling Jeugdwet en, mits daartoe aangewezen, de opsporing van strafbare feiten te verrichten als bedoeld in artikel 142 Wetboek van Strafvordering.

Verwijzer

Medewerker van de gemeentelijke toegangsorganisatie, vanuit het medisch domein, een gecertificeerde instelling of vanuit de justitiële keten die bevoegd is om een inwoner middels een beschikking, verwijzing of bepaling, toegang tot niet-vrij toegankelijke zorg of ondersteuning te verlenen.

WBO

West Brabant Oost: Jeugdregio t.b.v. de gezamenlijke inkoop van jeugdhulp bij zorgaanbieders

ZIN

Zorg in natura. De zorg of ondersteuning wordt betrokken van een zorgaanbieder waarmee de gemeente een contract- of subsidierelatie heeft.

Zienswijze

De reactie van een aanbieder op het voornemen tot een besluit van burgemeester en wethouders.

Zorgaanbieder

Iedere rechtspersoon of natuurlijk persoon of verband van natuurlijke personen die een algemene of een maatwerkvoorziening levert vanuit het kader van de Wmo 2015 of jeugdhulp verleent of doet verlenen op grond van de Jeugdwet en daartoe een contract of subsidierelatie heeft met de gemeente.

Artikel 1.2: Reikwijdte

Toezicht en handhaving in het kader van deze beleidsregel heeft betrekking op de ondersteuning of hulp die op grond van de Wmo 2015 respectievelijk Jeugdwet plaatsvindt of zou moeten plaatsvinden, waarvoor de gemeente Breda naast de uitvoerende ook de financiële verantwoordelijkheid draagt.

Artikel 1.3: Naleving

  • 1.

    Burgemeester en wethouders zien toe op de naleving van de bij of krachtens de wet gestelde regels en op basis daarvan opgestelde overeenkomsten of ter uitvoering daarvan verstrekte subsidies.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders wijzen daartoe toezichthouders aan die zijn belast met het houden van toezicht op de naleving van het gestelde bij of krachtens de wet en de op basis daarvan opgestelde overeenkomsten of ter uitvoering daarvan verstrekte subsidies.

Artikel 1.4: bestuursrechtelijke bevoegdheden, maatregelen

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen in iedere fase van het onderzoek de volgende sancties of maatregelen opleggen:

    • a.

      een schriftelijke aanwijzing geven;

    • b.

      een last onder bestuursdwang opleggen;

    • c.

      een last onder dwangsom opleggen.

  • 2.

    Het laten opstellen van een verbeterplan door de zorgaanbieder kan deel uitmaken van een schriftelijke aanwijzing.

    • a.

      In de schriftelijke aanwijzing staat waaraan een verbeterplan moet voldoen en binnen welke termijn de tekortkoming moet zijn opgelost.

    • b.

      Over de voortgang op de uitvoering van het verbeterplan moet schriftelijk periodiek worden gerapporteerd. Als het verbeterplan tot onvoldoende resultaat leidt of bij onvoldoende voortgang op het verbeterplan en het voortduren van de tekortkoming kunnen burgemeester en wethouders last onder bestuursdwang of last onder dwangsom opleggen.

  • 3.

    In geval van een acute situatie waarin de zorgkwaliteit onvoldoende is, staat de continuering van de zorg voor de betrokken jeugdigen en/of cliënten voorop en zullen burgemeester en wethouders op basis van dit uitgangspunt handhavend optreden door middel van het opleggen van een last onder dwangsom of bestuursdwang.

  • 4.

    De hoogte van de dwangsom wordt bepaald aan de hand van de aard, de omvang en de ernst van de overtreding zoals vastgelegd in bijlage 2 van deze beleidsregels.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen gedurende het onderzoek van de toezichthouder, of bij een gegrond vermoeden van fraude of misbruik, besluiten dat:

    • a.

      de zorgaanbieder onder intensief toezicht wordt geplaatst;

    • b.

      het toekenningsbesluit aan de cliënt met een persoonsgebonden budget op grond van artikel 2.3.10, eerste lid Wmo 2015 of artikel 8.1.4, eerste lid Jeugdwet wordt herzien of ingetrokken, waarbij dit het recht op ondersteuning in natura of een persoonsgebonden budget waarbij een andere pgb-aanbieder wordt gekozen onverlet laat.

  • 6.

    De zorgaanbieder (en in het geval van een persoonsgebonden budget: de budgethouder) wordt schriftelijk van een maatregel en/of sanctie op de hoogte gesteld.

  • 7.

    Burgemeester en wethouders kunnen preventief een last onder dwangsom of last onder bestuursdwang opleggen, als een overtreding klaarblijkelijk dreigt. Dit moet blijken uit de feiten en omstandigheden van het geval.

  • 8.

    Bij het opleggen van een maatregel en/of sanctie als bedoeld in het eerste en/of derde lid geven burgemeester en wethouders schriftelijk en met redenen omkleed aan:

    • a.

      op welke punten voorschriften niet of in onvoldoende mate worden nageleefd;

    • b.

      de in verband daarmee te nemen sancties of maatregelen;

    • c.

      de hersteltermijn waarbinnen de tekortkomingen moeten zijn verholpen.

  • 9.

    Bij het opleggen van een hersteltermijn geldt als uitgangspunt een hersteltermijn zoals beschreven in bijlage 2 met een maximum van 12 weken maar niet langer dan noodzakelijk om de tekortkomingen te beëindigen.

  • 10.

    Burgemeester en wethouders kunnen in ieder geval een andere hersteltermijn bepalen in verband met veiligheidsrisico’s of als het beëindigen van de overtreding binnen een termijn van 12 weken redelijkerwijs niet mogelijk is.

  • 11.

    Burgemeester en wethouders kunnen een last onder dwangsom of bestuursdwang opleggen, tenzij het belang dat het betrokken voorschrift beoogt te beschermen zich verzet tegen een last onder dwangsom. Dit kan zich in ieder geval voordoen als uit het onderzoeksrapport blijkt dat de veiligheid van cliënten in gevaar komt.

  • 12.

    Er kan meerdere keren een sanctie of maatregel worden opgelegd als de overtreding zich herhaalt, niet binnen de gestelde termijn is hersteld of een nieuwe overtreding wordt geconstateerd.

  • 13.

    Bij constatering van fraude of misbruik zijn burgemeester en wethouders verplicht om naast het opleggen van sancties, gelet op de ernst, over te gaan tot aangifte bij het Openbaar Ministerie.

Artikel 1.5 Privaatrechtelijke maatregelen en opschorten betaling

  • 1.

    Indien gebleken is dat een zorgaanbieder niet voldoet aan één of meer eisen, van het bepaalde bij of krachtens de inkoopcontracten inzake Wmo 2015 en Jeugdhulp, , kunnen burgemeester en wethouders maatregelen en/of sancties opleggen zoals bedoeld in dit artikel, afhankelijk van de mate van de tekortkoming en de bereidheid van de zorgaanbieder om de overtreding te beëindigen.

  • 2.

    De sanctiemogelijkheden op grond van deze beleidsregels kunnen gepaard gaan met de inzet van privaatrechtelijke maatregelen op grond van de (contractuele) afspraken die tussen burgemeester en wethouders en de zorgaanbieder zijn gemaakt.

  • 3.

    Als, na het verstrijken van de periode waarbinnen een tekortkoming moet zijn opgeheven, blijkt dat niet is voldaan aan de vastgelegde verbeterpunten, kunnen burgemeester en wethouders besluiten om naast of in plaats van de bestuursrechtelijke maatregelen de zorgaanbieder privaatrechtelijk schriftelijk in gebreke te stellen.

  • 4.

    Indien de (contractuele) afspraken tussen de gemeente en zorgaanbieder na het verstrijken van de termijn van de ingebrekestelling nog niet (volledig) zijn nagekomen, kunnen burgemeester en wethouders;

    • onderaannemerschap weigeren, en/of;

    • een nakomingsboete opleggen, en/of;

    • verplichtingen uit de overeenkomst opschorten, en/of;

    • de overeenkomst ontbinden, en/of;

    • het subsidiebesluit herzien of intrekken.

  • 5.

    De hoogte van de nakomingsboete is contractueel bepaald voor contracteerde aanbieders die ZIN leveren.

Artikel 1.6: Evenredigheid

De nadelige gevolgen van de door burgemeester en wethouders genomen maatregelen voor een zorgaanbieder mogen niet onevenredig zijn in verhouding tot de aard en ernst van de overtreding of melding.

Artikel 1.7: SVB bij Pgb-voorzieningen

De sanctiemogelijkheden op grond van deze beleidsregels kunnen eveneens gepaard gaan met een verzoek van burgemeester en wethouders aan de Sociale Verzekeringsbank tot geheel of gedeeltelijke beëindiging, weigering of opschorting van een betaling uit het pgb als bedoeld in artikel 2b lid 6 Uitvoeringsregeling Wmo 2015 respectievelijk artikel 8b lid 6 Regeling Jeugdwet.

Artikel 1.8: Informeren voornemen opleggen last onder bestuursdwang of dwangsom

  • 1.

    Burgemeester en wethouders informeren de zorgaanbieder over het voornemen om te besluiten een last onder dwangsom of bestuursdwang op te leggen.

  • 2.

    De zorgaanbieder wordt in de gelegenheid gesteld om binnen een redelijke termijn van in beginsel twee weken een reactie op het voornemen in te dienen.

  • 3.

    In het voornemen en het daarop te nemen besluit wordt opgenomen:

    • a.

      welke overtredingen zijn geconstateerd;

    • b.

      welke bestuurlijke sanctie burgemeester en wethouders voornemens zijn op te leggen;

    • c.

      wat de begunstigingstermijn is voor beëindiging van de overtreding;

  • 4.

    Bij het besluit last onder dwangsom wordt vermeld wat de hoogte is van de dwangsom en de wijze waarop deze wordt verbeurd.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders beoordelen na ommekomst van de begunstigingstermijn of en wanneer de overtreding is beëindigd, hersteld of ongedaan is gemaakt. Als de overtreding binnen de begunstigingstermijn is beëindigd, hersteld of ongedaan is gemaakt, kan de bestuursdwang en/of de last onder dwangsom schriftelijk worden opgeheven.

Artikel 1.9 Recidive

  • 1.

    Bij recidive leggen burgemeester en wethouders intensief toezicht op.

  • 2.

    Bij recidive wordt de hoogte van de dwangsom als bedoeld in bijlage 2 verdubbeld. Er is sprake van recidive in de volgende situaties:

    • a.

      Er is voor dezelfde overtreding aan dezelfde overtreder eerder een maatregel of sanctie opgelegd.

    • b.

      Er is wegens een andere overtreding van dezelfde wet door dezelfde overtreder eerder een maatregel of sanctie opgelegd.

  • 3.

    Om recidive vast te stellen wordt teruggekeken over een periode van vijf jaar, gerekend vanaf het moment dat de nieuwe maatregel of sanctie wordt opgelegd.

  • 4.

    Recidive kan, naast een andere aanleiding voor burgemeester en wethouders tevens reden zijn om:

    • a.

      de overeenkomst te ontbinden.

    • b.

      Het overplaatsen van cliënten naar een andere aanbieder;

Hoofdstuk 2 toezicht, onderzoek, kwaliteit en naleving

Artikel 2.1 Vormen toezicht

De volgende vormen van toezicht worden onderscheiden:

 

  • a.

    reactief toezicht volgt op basis van signalen en meldingen;

  • b.

    proactief toezicht op basis risico’s of gericht op thema’s;

  • c.

    calamiteitentoezicht;

  • d.

    fraude en/of misbruikonderzoeken.

Artikel 2.2 Onderzoek

  • 1.

    Een onderzoek kan bestaan uit onderzoek naar de doelmatigheid en rechtmatigheid van de Jeugdhulp of de doelmatigheid, rechtmatigheid en kwaliteit van de ondersteuning vanuit de Wmo 2015.

  • 2.

    Als uitgangspunt geldt dat een onderzoek aangekondigd plaatsvindt, tenzij de belangen van het onderzoek zich daartegen verzetten.

  • 3.

    Bij onderzoek kan gebruik worden gemaakt van:

    • a.

      formele controle, een onderzoek of het gedeclareerde bedrag voortvloeit uit een prestatie die overeenkomt met de van toepassing zijnde wet- en regelgeving en overeenkomst of subsidieafspraken;

    • b.

      materiële controle, een onderzoek of de gedeclareerde prestatie is geleverd, of die aan de afgesproken kwaliteit voldoet, of deze het meest aangewezen is en of deze valt binnen een afgegeven indicatie of verwijzing;

    • c.

      detailcontrole, onderzoek naar bij een zorgaanbieder berustende persoonsgegevens met betrekking tot cliënten ten behoeve van materiële controle of fraude en/of misbruikonderzoek. Op verzoek van de zorgaanbieder vindt detailcontrole plaats onder verantwoordelijkheid van een BIG-geregistreerde professional of een jeugdhulpverlener waarop artikel 7.3.11 van de Jeugdwet van toepassing is.

    • d.

      kwaliteitscontrole, een onderzoek of de geleverde hulp of ondersteuning voldoet aan de bij en krachtens de wet en de ter uitvoering daarvan gesloten overeenkomsten of verstrekte subsidies gestelde eisen omtrent de kwaliteit.

  • 4.

    de onderzoeken zoals beschreven onder a, b en c vinden plaats overeenkomstig de regels gesteld in de Regeling Jeugdwet. Dit geldt zowel voor onderzoeken die plaatsvinden in het kader van de Jeugdwet als de Wmo 2015, dat laatste tenzij de aard van het onderzoek of het te onderzoeken geval zich daar niet tegen verzet.

Artikel 2.3 Weigeren van de medewerking

  • 1.

    Indien de zorgaanbieder weigert om medewerking te verlenen aan het onderzoek van de toezichthouder, zonder redelijke grond, kunnen burgemeester en wethouders, onverlet de overige bevoegdheden die zij dienaangaande hebben om sancties op te leggen, besluiten dat een Pgb niet mag worden besteed bij deze aanbieder of bij ZIN dat er een cliëntenstop volgt.

  • 2.

    De zorgaanbieder is bij een weigering om redelijkerwijs medewerking te verlenen aan een onderzoek zoals bedoeld in artikel 2.2 en/of een vordering van de toezichthouder zoals bedoeld in titel 5.2 Awb, onmiddellijk in gebreke.

  • 3.

    Voordat burgemeester en wethouders een last onder dwangsom opleggen wordt de zorgaanbieder in de gelegenheid gesteld binnen 2 weken hierop te reageren door het indienen van een zienswijze.

  • 4.

    De weigering om medewerking te verlenen aan een vordering van de toezichthouder, levert een strafbaar feit op in de zin van artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht.

Artikel 2.4 Onderzoeksrapport

  • 1.

    De toezichthouder legt de bevindingen en het oordeel naar aanleiding van een onderzoek vast in een onderzoeksrapport. Een onderzoeksrapport bevat:

    • a.

      de naam, het adres, de postcode van de zorgaanbieder en/of de plaats van de onderzochte vestiging en indien de houder juridisch op een ander adres dan deze vestiging gevestigd is ook de naam, het adres, de postcode en de plaats van die andere vestiging van de houder;

    • b.

      de inschrijving het BIG register of in het Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ), dan wel de vermelding dat een van deze registraties ontbreekt bij de onderzoeken over Jeugdhulp;

    • c.

      de soort voorziening die is onderzocht;

    • d.

      de vermelding dat namens burgemeester en wethouders van de gemeente waar de ondersteuning geleverd is, het toezicht is uitgeoefend;

    • e.

      de functie van degene die het onderzoek heeft uitgevoerd;

    • f.

      de aanleiding voor het onderzoek;

    • g.

      de datum van het onderzoek;

    • h.

      de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd;

    • i.

      de resultaten van het onderzoek;

  • 2.

    Indien de toezichthouder tot het oordeel komt, dat de kwaliteitseisen niet zijn of niet zullen worden nageleefd, geeft hij in het onderzoeksrapport aan waarom hiervan sprake is.

  • 3.

    Voordat het rapport definitief wordt, stelt de toezichthouder de zorgaanbieder in de gelegenheid van het conceptrapport kennis te nemen en hierop binnen 2 weken een reactie te geven. De toezichthouder vermeldt de reactie van de zorgaanbieder in een bijlage bij het rapport of, indien hier aanleiding toe is, past het rapport hierop aan.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat het definitieve rapport zo snel als redelijkerwijs mogelijk in afschrift wordt gezonden aan de zorgaanbieder.

Artikel 2.5 Openbaarmaking onderzoeksrapport

Burgemeester en wethouders besluiten over de openbaarmaking van het onderzoeksrapport en/of een samenvatting hiervan. De feitelijke openbaarmaking vindt conform artikel 3.1 van de Wet open overheid plaats twee weken na de bekendmaking van het besluit aan de aanbieder, tenzij in deze periode tegen dit besluit een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend. In dat geval wordt pas tot openbaarmaking overgegaan nadat en met in achtneming daarvan, op het verzoek om voorlopige voorziening is beslist.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 3.1 Jaarlijkse rapportage

Burgemeester en wethouders ontvangen jaarlijks een verslag van de werkzaamheden van de toezichthouder. In het verslag worden voorstellen en aanbevelingen gedaan om in het beleid en de inkoopvoorwaarden bepalingen op te nemen, te wijzigen of in te trekken, ter verbetering van kwaliteit, rechtmatigheid, doelmatigheid en het voorkomen van oneigenlijk gebruik of misbruik van de wet. Tevens worden er voorstellen gedaan ten aanzien van het prioriteringsbeleid en/of thematische onderzoek.

Artikel 3.3 Verhouding tot het strafrecht

Geconstateerde overtredingen worden bestuursrechtelijk en/of civielrechtelijk afgedaan. Indien het vermoeden bestaat dat een gedraging tevens als strafbaar feit is opgenomen in het Wetboek van Strafrecht, doen burgemeester en wethouders aangifte bij de politie.

Artikel 3.4 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregel treden in werking op de dag na bekendmaking

  • 2.

    Deze beleidsregel worden aangehaald als: Beleidsregels toezicht kwaliteit en naleving sociaal domein gemeente Breda 2025

Vastgesteld in de collegevergadering van 1 juli 2025

, burgemeester,

, gemeentesecretaris.

Bijlage 1: Toelichting

 

Hoofdstuk 1

 

Artikel 1 Begripsbepaling

 

Het aantal definities van artikel 1 is beperkt aangezien de wet (in artikel 1.1.1 Wmo 2015 en artikel 1.1 Jeugdwet) al een flink aantal definities kent die ook bindend zijn voor deze beleidsregel. Ook de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kent een aantal (definities) bepalingen die voor deze beleidsregel van toepassing zijn.

 

Artikel 1.2 Reikwijdte

 

De beleidsregels hebben betrekking op de voorziening(en) die op grond van de Wmo 2015, de Jeugdwet, inkoopdocument Jeugdhulp, Overeenkomst Wmo ambulante ondersteuning en overeenkomst Maatwerk Beschermd Wonen wordt verstrekt en ziet zowel op de levering daarvan in zorg in natura (ZIN) als in een persoonsgebonden budget (Pgb).

 

Artikel 1.3: Naleving

 

Het kwaliteitstoezicht ziet toe op de geboden kwaliteit van ondersteuning- en dienstverlening, maar ook op de aard en omvang ervan, de inzet van professionals en vrijwilligers, het naleven van voorschriften en afspraken.

 

Rechtsmatigheidsonderzoek gaat vooral over de vraag of het beschikbaar gestelde geld ingezet is voor het doel waarvoor het bedoeld is en ook als zodanig verantwoord is.

 

Er is een overlap tussen kwaliteits- en rechtmatigheidstoezicht. Een kwaliteitsonderzoek kan zonder rechtmatigheidsonderzoek, maar een rechtmatigheidsonderzoek gaat vaak samen met een kwaliteitsonderzoek. Ook komt het voor dat kwaliteitstoezicht aanwijzingen oplevert om een rechtmatigheidsonderzoek te starten.

 

Met toezichthouder wordt bedoeld een functionaris zoals beschreven in artikel 5:11 Awb

 

Artikel 1.4: Bestuursrechtelijke bevoegdheden, maatregelen

 

Een schriftelijke aanwijzing is een besluit (1:3 Awb) van burgemeester en wethouders waarin aan de zorgaanbieder wordt opgedragen een opdracht uit te voeren. In veel gevallen zal het gaan om het opstellen en ten uitvoer brengen van een verbeterplan. Burgemeester en wethouders geven aan wat de redenen zijn voor het besluit. De motivering moet duidelijk weergeven aan welke punten (wettelijke bepalingen /contractuele verplichtingen) niet is voldaan. Daarnaast wordt een termijn gegeven waarbinnen aan de schriftelijke aanwijzing moet zijn voldaan. Bijvoorbeeld wanneer het verbeterplan gereed moet zijn. De toezichthouder beoordeelt namens burgemeester en wethouders in hoeverre is voldaan aan de schriftelijke aanwijzing.

 

Bestuursdwang is een zogenaamde herstelsanctie. Een overtreding moet beëindigd worden met als sanctie dat burgemeester en wethouders dat op kosten van de overtreder doen. Burgemeester en wethouders kunnen de kosten van de bestuursdwang verhalen op de overtreder.

 

Een last onder dwangsom is een sanctie om de overtreding te beëindigen. Daarbij wordt een verplichting tot betaling van een geldsom opgelegd, voor het geval niet tijdig de overtreding is beëindigd.

 

Burgemeester en wethouders kunnen besluiten (art. 1:3 Awb) een zorgaanbieder of een pgb-aanbieder onder intensief toezicht te plaatsen. Burgemeester en wethouders leggen dit gemotiveerd op middels een schriftelijke aanwijzing. In de schriftelijke aanwijzing wordt aangegeven dat de zorgaanbieder een verbeterplan dient op te stellen waarbij periodiek aan burgemeester en wethouders gerapporteerd wordt wat de voortgang ten aanzien van de verbetering op dat moment is. De frequentie van de voortgangsrapportages, de duur en onder welke voorwaarden en/of omstandigheden het intensief toezicht wordt beëindigd, wordt in het besluit opgenomen.

 

Burgemeester en wethouders kunnen besluiten dat een zorgaanbieder waarbij sprake is van (een vermoeden) van fraude en/of misbruik, niet als onderaannemer via een van de gecontracteerde partijen zorg mag verlenen.

 

Burgemeester en wethouders kunnen besluiten dat een inwoner met een Pgb de zorg niet mag inkopen bij een zorgaanbieder waarbij sprake is van (een vermoeden van) fraude en/of misbruik en/of oneigenlijk gebruik. Burgemeester en wethouders leggen dit vast in de beschikking van de cliënt, herzien of trekken deze in. Burgemeester en wethouders brengen de (Pgb-)zorgaanbieder in kwestie hiervan schriftelijk op de hoogte.

 

Artikel 1.5: Privaatrechtelijke maatregelen en opschorten betaling

 

Burgemeester en wethouders kunnen naast bestuursrechtelijke sancties en maatregelen ook privaatrechtelijke maatregelen inzetten. Deze afspraken zijn contractueel tussen de zorgaanbieder en de gemeente vastgelegd. Voorbeelden van deze maatregelen zijn;

 

  • Een cliëntenstop,

  • Opschorting of ontbinding van de overeenkomst of subsidierelatie,

  • Een nakomingsboete,

  • Etc.

Een nakomingsboete is een contractuele betalingsverplichting bij een (toerekenbare) tekortkoming die als uitgangspunt de wettelijke schadevergoeding vervangt.

 

Artikel 1.6: SVB bij Pgb-voorzieningen

 

Wanneer bij een zorgaanbieder die vanuit een Pgb zorg levert aan een cliënt sprake is van (een vermoeden van) fraude en/of misbruik, kunnen burgemeester en wethouders aan de SVB opdrachtgeven betalingen vanuit het Pgb-budget op te schorten, te weigeren of te beëindigen.

 

Artikel 1.7: Evenredigheid

 

De maatregel of sanctie moet altijd in verhouding staan tot de melding, geconstateerde overtreding of tekortkoming.

 

Artikel 1.8: Informeren voornemen opleggen last onder bestuursdwang of dwangsom

 

Wanneer burgemeester en wethouders voornemens zijn om een van deze maatregelen op te leggen wordt de zorgaanbieder van dit voornemen vooraf op de hoogte gebracht. Vervolgens krijgt de zorgaanbieder twee weken de tijd om hierop te reageren. Wanneer de overtreding of tekortkoming binnen de begunstigingstermijn is verholpen zullen burgemeester en wethouders de maatregel schriftelijk opheffen.

 

Artikel 1.9: Recidive

 

Van recidive is sprake wanneer bij een zorgaanbieder binnen vijf jaar nadat een maatregel of sanctie is opgelegd wederom sprake is van een overtreding, tekortkoming of (vermoeden van) fraude.

 

Burgemeester en wethouders kunnen ervoor kiezen om bij recidive de overeenkomst of subsidierelatie te beëindigen en/of de clienten over te plaatsen naar een andere zorgaanbieder. De mate van ernst van de melding of de geconstateerde tekortkoming of het vermoeden van fraude wordt meegewogen in het besluit van burgemeester en wethouders.

 

Artikel 2.1 Vormen toezicht

 

Een toezichtsonderzoek kan naar aanleiding van een signaal, intern of van buitenaf, starten. Dit wordt reactief toezicht genoemd. Daarnaast is er pro actief onderzoek waarbij aan de hand van risico's ten aanzien van zorgvorm, thema en/of aanbieder analyses worden uitgevoerd op grond waarvan selectie plaatsvindt van zorgaanbieders voor vooronderzoek en eventueel een verdiepend toezichtsonderzoek. De risico criteria die hierbij worden gehanteerd zijn objectief en gericht op de risico’s ten aanzien van rechtmatigheid en doelmatigheid.

 

Naast het toezicht op doel- en rechtmatigheid zijn er fraudeonderzoeken en is er calamiteiten toezicht.

 

Artikel 2.2 Onderzoek

 

Een onderzoek bestaat uit het verzamelen van informatie en inlichtingen en aan de hand daarvan voor een aantal criteria toetsen of voldaan wordt aan de afgesproken voorwaarden die hiervoor gelden op grond van contract of wet of regel of procedure, zoals vastgelegd in een normen- en toetsingskader. Na de voorbereidende analyse en het vooronderzoek volgt het verdiepend onderzoek. Daarbij worden zowel processen, registers als dossiers beoordeeld. De verkregen informatie wordt in een onderzoeksdossier gearchiveerd zodat dit reproduceerbaar is.

 

Artikel 2.3 Weigeren van de medewerking

 

De medewerkingsplicht heeft betrekking op alle gevallen waarin de betrokkene de uitoefening van een toezichthoudende bevoegdheid moet toelaten of daaraan medewerking moet verlenen. Het gaat hier dus zowel om de in de artikelen 5:15 tot en met 5:19 van de Awb vermelde bevoegdheden als om eventuele andere bevoegdheden die bij bijzondere wet zijn verleend. Voorts betekent dit dat de plicht tot medewerking ook betrekking heeft op de in de artikelen 5:16 en 5:17 van de Awb opgenomen bevoegdheden tot het vorderen van inlichtingen en inzage van gegevens en bescheiden. De toezichthouder die mondeling om medewerking verzoekt (bijvoorbeeld door het vorderen van inlichtingen of van inzage van boeken en bescheiden), vergewist zich ervan dat de betrokkene het verzoek heeft verstaan en herhaalt zijn verzoek indien dit niet het geval blijkt te zijn.

 

De toezichthouder houdt rekening met de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de uitoefening van zijn taken. De toezichthouder is daarnaast gebonden aan het evenredigheidsbeginsel (artikel 5:13 van de Awb).

 

Als de aanbieder niet bereid is tot medewerking, dan zal de toezichthouder moeten besluiten of hij zonder deze medewerking kan beoordelen of de aanbieder voldoet aan de gestelde vereisten van kwaliteit. In de gevallen dat dit niet mogelijk is, zal de toezichthouder aangeven dat de aanbieder niet voldoet aan de gestelde vereisten van kwaliteit. Burgemeester en wethouders kunnen besluiten- afhankelijk van de aard en ernst van de overtreding - dat een bestuurlijke of privaatrechtelijke maatregel wordt ingezet om medewerking te verkrijgen.

 

De aanbieder pleegt een strafbaar feit als hij opzettelijk geen medewerking verleent aan een vordering van de toezichthouder. Hiervoor kan een boete worden opgelegd of een celstraf.

 

De aanbieder die een maatwerkvoorziening levert en een derde aan wie ten laste van een persoonsgebonden budget betalingen worden gedaan, zijn verplicht om aan burgemeester en wethouders verantwoording af te leggen. Daartoe kan het noodzakelijk zijn dat een beperkte set persoonsgegevens omtrent de cliënten aan wie hij ondersteuning heeft geleverd, aan burgemeester en wethouders wordt verstrekt. Ook in verband met de verplichting voor burgemeester en wethouders om periodiek te toetsen of de verleende ondersteuning nog adequaat is, kan het nodig zijn dat de aanbieder aan burgemeester en wethouders persoonsgegevens verstrekt.

 

Vorderingen en aanwijzingen van de toezichthouder moeten voldoen aan de proportionaliteitseisen en voorzien zijn van een redelijke termijn waarbinnen moet worden voldaan aan de vordering of aanwijzing. Wanneer hier niet aan wordt voldaan spreken we van het weigeren van de medewerking. Hieronder wordt in ieder geval verstaan (niet limitatief);

 

  • Het niet voldoen aan een (schriftelijk) bevel of aanwijzing;

  • Het niet (volledig) aanleveren van de gevorderde informatie;

  • Het vertragen of verhinderen van het leveren van informatie;

  • Het (opzettelijk) niet meewerken aan het onderzoek van de toezichthouder;

  • Het verstrekken van onjuiste of onvolledige gegevens en/of informatie;

  • Etc,

Artikel 2.4 Onderzoeksrapport

 

Het onderzoeksrapport bevat doel, aanpak, planning en werkwijze die wordt gehanteerd waaronder begrepen de mogelijkheid tot het geven van een reactie op een eventueel advies voor handhavingsmaatregelen. Daarnaast bevat het rapport de bevindingen die zijn vastgesteld aan de hand van een beschrijving van: de situatie, het probleem en het risico i.c. de onvolkomenheid, onrechtmatigheid of fout die is vastgesteld. Per bevinding geeft de aanbieder aan wat hiervan de oorzaak is en wat de aanpak voor duurzame verbetering is. Tenslotte zijn er ook de conclusie en het oordeel en de vervolgafspraken die worden gemaakt en de monitoring daarvan.

 

Artikel 2.5 Openbaarmaking onderzoeksrapport

 

Burgemeester en wethouders leggen in deze beleidsregel vast dat in beginsel wordt overgegaan tot openbaarmaking van een onderzoeksrapport en/of een samenvatting hiervan, en eventuele opgelegde maatregelen en/of sanctiebesluiten. De wettelijke grondslag voor deze openbaarmaking is gelegen in artikel 3.3 van de Wet open overheid (Woo). Burgemeester en wethouders vinden het belangrijk dat het publiek een beeld kan krijgen van toezicht en handhaving op de kwaliteit van de Wmo. In algemene zin weegt dit belang voor burgemeester en wethouders zwaarder dan mogelijk negatieve economische effecten of reputatieschade van de aanbieder.

 

De aanbieder wordt in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen tegen het voornemen om het onderzoeksrapport en/of een samenvatting hiervan, en eventuele opgelegde maatregelen en/of sanctiebesluiten openbaar te maken. Dit is voorgeschreven in artikel 4:8 van de Awb. Burgemeester en wethouders maken een afweging tussen het algemeen belang van openbaarmaking tegenover de belangen van de aanbieder en eventueel betrokken derden.

 

Tegen een besluit tot openbaarmaking staat bezwaar en beroep open. De feitelijke openbaarmaking vindt plaats twee weken nadat het besluit is bekendgemaakt. De aanbieder kan binnen deze twee weken een verzoek om een voorlopige voorziening doen. Indien een verzoek om een voorlopige voorziening is gedaan, dan wordt openbaarmaking opgeschort totdat de voorzieningenrechter heeft beslist.

 

Uitzondering op dit artikel betreft het openbaar maken van onderzoeksrapporten naar calamiteiten, bijvoorbeeld suïcide of ernstige agressie eventueel met letsel. Informatie uit deze rapportages kan leiden naar personen, wat een onevenredige benadeling voor deze personen oplevert (art. 5.1 vijfde lid Woo).

 

Artikel 3.1 Onderhouden van een register

 

Er wordt een registratievoorziening gebruikt om meldingen ten aanzien van kwaliteit en/of rechtmatigheid door cliënten of toegangsmedewerkers, al dan niet op aangeven van medewerkers van (zorg)aanbieder vast te leggen en op te volgen.

 

Artikel 3.2. Jaarlijkse rapportage

 

Spreekt voor zich.

 

Artikel 3.3 Verhouding tot het strafrecht

 

Er kan zowel langs bestuursrechtelijke als strafrechtelijke weg gehandhaafd worden. Bij een vermoeden van een strafbaar feit kan de bijzondere opsporingsambtenaar van de gemeente het (opsporings)onderzoek uitvoeren. Een opsporingsonderzoek als bedoeld in artikel 132a van het Wetboek van Strafvordering vindt plaats onder leiding van de Officier van Justitie.

 

Naast en/of gelijk opgaand met de overgang naar strafrechtelijke handhaving bij een vermoeden van een strafbaar feit, kan een Bibob toets worden uitgevoerd als daar aanleiding toe is bij personen of organisaties.

Bijlage 2: hoogte dwangsom en begunstigingstermijn

 

Thema veiligheid

Criteria

Prioriteit

Begunstigingstermijn

Dwangsom

  • 1.

    De aanbieder heeft de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling geïmplementeerd en deze wordt gebruikt door de organisatie; de meldcode is bekend bij de individuele medewerker; de individuele medewerker weet hoe de meldcode te gebruiken.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 2.

    De aanbieder biedt een veilige ondersteunings- of behandelomgeving passend bij en in overleg met de cliënt.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 3.

    De aanbieder heeft een veiligheidsplan waarin risico’s en maatregelen om risico’s te beperken beschreven staan.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 4.

    De aanbieder beschrijft een systeem om continue risico's te signaleren, verbeteringen door te voeren en beleid vast te leggen.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 5.

    De aanbieder maakt gebruik van een meldingssysteem, waarin incidenten en afwijkingen worden geregistreerd en opgevolgd.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 6.

    De aanbieder meldt calamiteiten en (gewelds)incidenten en volgt deze op.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 7.

    De aanbieder bespreekt veiligheid systematisch met cliënten, hun verwanten en collega's met relevante kennis, ervaring en betrokkenheid.

Hoog

6 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 8.

    De aanbieder houdt bij in te zetten ondersteuning rekening met veiligheidsrisico's aan de hand van een vaste (eenduidige) werkwijze

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 9.

    De aanbieder heeft een plan hoe direct te handelen bij acute onveiligheid. Dit plan is multidisciplinair opgesteld. Medewerkers zijn toegerust om met de acuut onveilige situaties om te gaan.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 10.

    Voor alle hulp, begeleiding of behandeling is duidelijk wie bevoegd en bekwaam is om wat uit te mogen voeren.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 11.

    De hulpverleners, stagiaires en vrijwilligers beschikken over een geldige en passende VOG. Dat wil zeggen: niet ouder dan 3 maanden bij indiensttreding en niet ouder dan 3 jaar na indiensttreding. Aanbieder en hulpverlener / vrijwilliger / stagiaires zijn ieder verantwoordelijk voor de aanwezigheid van een geldig VOG.

Hoog

10 weken

Actuele kostprijs VOG voor iedere maand dat overtreding (al) duurt per medewerker waarbij de VOG ontbreekt

  • 12.

    Aanbieder maakt met cliënt afspraken over risicosituaties, het gebruik apparaten (bijvoorbeeld gereedschap, huishoudelijke apparaten, landbouw apparatuur), materialen, stoffen, dieren en planten aan de hand van risicotaxaties en legt deze vast.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 13.

    Eventuele veiligheidsrisico’s en de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt worden besproken met de cliënt en zijn/haar sociale netwerk.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 14.

    Met cliënt gemaakte afspraken en de wijze van communiceren erover zijn duidelijk en vastgelegd (hoe weet een cliënt wat de afspraken zijn?).

Middel

8 weken

Minimum € 100,- maximum € 2500,-

  • 15.

    De aanbieder heeft een klachtenprocedure en - registratie ingeregeld en heeft een onafhankelijke klachtencommissie ingericht.

Middel

8 weken

Minimum € 100,- maximum € 2500,-

  • 16.

    Aanbieder is op de hoogte van en voldoet aan alle op de dienstverlening van toepassing zijnde landelijke kwaliteitsstandaarden (zoals meldplicht datalekken, kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik, kwaliteitskader slachtoffer loverboys etc.).

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 17.

    Aanbieder beschikt over een vastgelegd privacy beleid en privacy regeling.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 18.

    Aanbieder maakt gebruik van de West-Brabantse Verwijsindex (Zorg voor Jeugd)

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 19.

    De inrichting van de verblijfs- en buitenruimte is zodanig dat ernstig en onnodig letsel voorkomen wordt.

Hoog

Onmiddellijk tot maximaal 2 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 20.

    Afspraken over en de wijze van vervoer naar en van de locatie zijn vastgelegd en duidelijk voor hulpverleners en cliënten, rekening houdend met beperkingen van de cliënt en bijbehorende risico's.

Middel

4 weken

Minimum € 100,- maximum € 2500,-

  • 21.

    Het is duidelijk wie verantwoordelijk is voor het beheren en toedienen van medicijnen; voldoen aan de Veilige Principes in de medicatieketen.

Hoog

1 week

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

Thema Doelmatigheid

Criteria

Prioriteit

Begunstigingstermijn

Dwangsom

  • 1.

    De aanbieder beschikt over en maakt gebruik van een door burgemeester en wethouders goedgekeurd kwaliteitsstempel (keurmerk of certificaat).

Hoog

8 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 2.

    De aanbieder werkt zoveel mogelijk met bewezen effectieve interventies. De interventies zijn op organisatieniveau beschreven en onderbouwd. De aanbieder kan innovatieve interventies toepassen indien de gemeente daar toestemming voor geeft.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 3.

    De aanbieder heeft SMART-geformuleerde doelen op het gebied van zelfredzaamheid/meedoen, mentaal gezond zijn en/of gezond opgroeien opgenomen in het ondersteuningsplan.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 4.

    De aanbieder werkt met een passend en actueel ondersteuningsplan en stemt actief af met andere hulpverleners en betrokkenen binnen alle leefdomeinen.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 5.

    De aanbieder heeft per dienstverlening/ behandeling/ ondersteuning de benodigde deskundigheid vastgesteld. De aanbieder werkt met de voor de branche vigerende richtlijnen.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 6.

    De aanbieder doet aan deskundigheids- bevordering van de medewerkers en zorgt voor een goede werksfeer, aanwezigheid ziekteverzuimbeleid en ontwikkelgesprekken. De aanbieder hanteert verantwoorde werktoedeling (Jeugdhulp: conform het landelijke kwaliteitskader jeugd in de praktijk: de norm verantwoorde werktoedeling. Bij PGB financiering betekent dit onder andere SKJ registratie van de jeugdhulpaanbieder.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 7.

    De aanbieder draagt zorg voor voldoende en voldoende gekwalificeerd personeel.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 8.

    De aanbieder maakt gebruik van een digitale, ordelijke financiële administratie.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 9.

    de aanbieder maakt gebruik van een digitale administratie voor de vastlegging van rapportages, klachten, herinneringen, etc.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 10.

    Bij een totale omzet van > €125.000,- per jaar zorgt de aanbieder voor april voor een verantwoording over de juistheid en volledigheid van de realisatiecijfers. De verantwoording moet voorzien zijn van een goedkeurende controleverklaring en van een bij de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) geregistreerde accountant.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 11.

    De aanbieder draagt jaarlijks voor 1 april zorg voor een bestedingsverklaring bij een totale omzet van < €125.000,- per jaar.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 12.

    De aanbieder is lid van een brancheorganisatie, goedgekeurd door burgemeester en wethouders.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

Thema Doeltreffendheid

Criteria

Prioriteit

Begunstigingstermijn

Dwangsom

  • 1.

    De aanbieder werkt gericht het behalen van de afgesproken resultaten uit in het ondersteuningsplan

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 2.

    Aanbieder rapporteert bevindingen per client op dagbasis. Rapporteur is herleidbaar naar een individuele professional

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 3.

    Aanbieder evalueert periodiek afspraken tussen client en aanbieder en tussen beroepskrachten onderling. De gemaakte afspraken worden regelmatig besproken met client, zo nodig bijgesteld en vastgelegd.

Middel

8 weken

Minimum € 100,- maximum € 2500,-

  • 4.

    De aanbieder meet periodiek, maar minimaal jaarlijks de cliënttevredenheid en werkt aan verbetering van de cliënttevredenheid en kwaliteit van ondersteuning.

Laag

12 weken

Minimum € 50,- maximum € 1000,-

  • 5.

    De aanbieder werkt structureel en op verschillende niveaus (cliënt-, team- en organisatieniveau) aan kwaliteitsverbetering (PDCA- cyclus).

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 6.

    De aanbieder werkt conform de resultaatafspraken uit de opdracht en legt hier verantwoording over af.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

Thema clientgerichtheid

Criteria

Prioriteit

Begunstigingstermijn

Dwangsom

De aanbieder stelt samen met de client het ondersteuningsplan / behandelplan op waarin in ieder geval staat:

  • De vraag, behoefte, wensen en doelen van de cliënt;

  • De wijze waarop gewerkt wordt aan het bereiken van de doelen;

  • De tijdsbesteding en het moment van de dag en week waarop ondersteuning wordt uitgevoerd;

  • De datum van de eerstvolgende evaluatie

De aanbieder betrekt daarbij ook de naasten.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 2.

    Het actuele ondersteuningsplan is door de cliënt (of cliëntvertegenwoordiger) ondertekend.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 3.

    Het ondersteuningsplan is aanwezig, uiterlijk zes weken na de start van de ondersteuning door de aanbieder.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 4.

    De aanbieder doet een beroep op een professionele instantie / vangnet / gemeente bij beëindiging van ondersteuning de cliënt, waarbij risico's voor de cliënt ontstaan, als er geen vervolg komt op de ondersteuning.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 5.

    De aanbieder evalueert met de cliënt de ondersteuningsdoelen, waarbij expliciet wordt gevraagd naar verbeterpunten en cliënttevredenheid. Het is voor cliënten duidelijk wanneer deze evaluatie plaats vinden en hoe verbeterpunten worden opgepakt.

Middel

8 weken

Minimum € 100,- maximum € 2500,-

  • 6.

    De aanbieder heeft visie op en een methode voor het meten en evalueren van cliënttevredenheid.

Middel

8 weken

Minimum € 100,- maximum € 2500,-

  • 7.

    De aanbieder beschikt over beleid op en visie over belangen van kinderen en ouders.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 8.

    De aanbieder beschikt over een representatieve cliëntenraad, faciliteert deze raad zodat ze kan functioneren en gebruikt aanbevelingen en adviezen om beleid en uitvoering te verbeteren; of geeft op een andere manier vorm aan cliëntenparticipatie.

Laag

12 weken

Minimum € 50,- maximum € 1000,-

  • 9.

    De aanbieder heeft algemene afspraken en beleid over privacy van cliënten vastgelegd en leeft ze na.

Middel

8 weken

Minimum € 100,- maximum € 2500,-

  • 10.

    De aanbieder beschikt over een klachtenprocedure en een onafhankelijke klachtencommissie.

Middel

8 weken

Minimum € 100,- maximum € 2500,-

  • 11.

    De aanbieder zorgt ervoor dat cliënten de klachtenprocedure kennen en in staat zijn hun klachten te uiten.

Middel

8 weken

Minimum € 100,- maximum € 2500,-

Thema Leefklimaat

Criteria

Prioriteit

Begunstigingstermijn

Dwangsom

  • 1.

    De aanbieder biedt een schone, veilige en passende fysieke leefomgeving aan cliënten

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

  • 2.

    De aanbieder zorgt voor een leefklimaat dat geschikt, passend en veilig is voor de leeftijd en ondersteuningsbehoefte van de client.

Hoog

4 weken

Minimum € 250,- maximum € 5000,-

 

Naar boven