Gemeenteblad van Breda
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Breda | Gemeenteblad 2025, 465861 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Breda | Gemeenteblad 2025, 465861 | beleidsregel |
Beleidsregels Toezicht kwaliteit en naleving Wmo 2015 en Jeugdwet gemeente Breda 2025
Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat zij op 1 juli 2025 de Beleidsregels toezicht kwaliteit en naleving sociaal domein gemeente Breda 2025 hebben vastgesteld.
De beleidsregels worden van kracht met ingang van de dag na deze bekendmaking.
Tegen het besluit tot vaststelling van de beleidsregels is geen bezwaar of beroep mogelijk.
Beleidsregels toezicht kwaliteit en naleving sociaal domein gemeente Breda 2025
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda tot vaststelling van de Beleidsregels toezicht kwaliteit en naleving Wmo 2015 en Jeugdwet gemeente Breda 2025
Burgemeester en wethouders van de gemeente Breda;
gelet op artikel 160 lid 1 a uit de Gemeentewet, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht alsmede de Wmo 2015 en Jeugdwet;
besluiten de volgende beleidsregels vast te stellen:
Beleidsregels Toezicht kwaliteit en naleving Wmo 2015 en Jeugdwet gemeente Breda 2025
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Toezicht en handhaving in het kader van deze beleidsregel heeft betrekking op de ondersteuning of hulp die op grond van de Wmo 2015 respectievelijk Jeugdwet plaatsvindt of zou moeten plaatsvinden, waarvoor de gemeente Breda naast de uitvoerende ook de financiële verantwoordelijkheid draagt.
Artikel 1.4: bestuursrechtelijke bevoegdheden, maatregelen
Het laten opstellen van een verbeterplan door de zorgaanbieder kan deel uitmaken van een schriftelijke aanwijzing.
Over de voortgang op de uitvoering van het verbeterplan moet schriftelijk periodiek worden gerapporteerd. Als het verbeterplan tot onvoldoende resultaat leidt of bij onvoldoende voortgang op het verbeterplan en het voortduren van de tekortkoming kunnen burgemeester en wethouders last onder bestuursdwang of last onder dwangsom opleggen.
In geval van een acute situatie waarin de zorgkwaliteit onvoldoende is, staat de continuering van de zorg voor de betrokken jeugdigen en/of cliënten voorop en zullen burgemeester en wethouders op basis van dit uitgangspunt handhavend optreden door middel van het opleggen van een last onder dwangsom of bestuursdwang.
Burgemeester en wethouders kunnen gedurende het onderzoek van de toezichthouder, of bij een gegrond vermoeden van fraude of misbruik, besluiten dat:
het toekenningsbesluit aan de cliënt met een persoonsgebonden budget op grond van artikel 2.3.10, eerste lid Wmo 2015 of artikel 8.1.4, eerste lid Jeugdwet wordt herzien of ingetrokken, waarbij dit het recht op ondersteuning in natura of een persoonsgebonden budget waarbij een andere pgb-aanbieder wordt gekozen onverlet laat.
Burgemeester en wethouders kunnen een last onder dwangsom of bestuursdwang opleggen, tenzij het belang dat het betrokken voorschrift beoogt te beschermen zich verzet tegen een last onder dwangsom. Dit kan zich in ieder geval voordoen als uit het onderzoeksrapport blijkt dat de veiligheid van cliënten in gevaar komt.
Artikel 1.5 Privaatrechtelijke maatregelen en opschorten betaling
Indien gebleken is dat een zorgaanbieder niet voldoet aan één of meer eisen, van het bepaalde bij of krachtens de inkoopcontracten inzake Wmo 2015 en Jeugdhulp, , kunnen burgemeester en wethouders maatregelen en/of sancties opleggen zoals bedoeld in dit artikel, afhankelijk van de mate van de tekortkoming en de bereidheid van de zorgaanbieder om de overtreding te beëindigen.
Als, na het verstrijken van de periode waarbinnen een tekortkoming moet zijn opgeheven, blijkt dat niet is voldaan aan de vastgelegde verbeterpunten, kunnen burgemeester en wethouders besluiten om naast of in plaats van de bestuursrechtelijke maatregelen de zorgaanbieder privaatrechtelijk schriftelijk in gebreke te stellen.
De nadelige gevolgen van de door burgemeester en wethouders genomen maatregelen voor een zorgaanbieder mogen niet onevenredig zijn in verhouding tot de aard en ernst van de overtreding of melding.
Artikel 1.7: SVB bij Pgb-voorzieningen
De sanctiemogelijkheden op grond van deze beleidsregels kunnen eveneens gepaard gaan met een verzoek van burgemeester en wethouders aan de Sociale Verzekeringsbank tot geheel of gedeeltelijke beëindiging, weigering of opschorting van een betaling uit het pgb als bedoeld in artikel 2b lid 6 Uitvoeringsregeling Wmo 2015 respectievelijk artikel 8b lid 6 Regeling Jeugdwet.
Artikel 1.8: Informeren voornemen opleggen last onder bestuursdwang of dwangsom
Burgemeester en wethouders beoordelen na ommekomst van de begunstigingstermijn of en wanneer de overtreding is beëindigd, hersteld of ongedaan is gemaakt. Als de overtreding binnen de begunstigingstermijn is beëindigd, hersteld of ongedaan is gemaakt, kan de bestuursdwang en/of de last onder dwangsom schriftelijk worden opgeheven.
Hoofdstuk 2 toezicht, onderzoek, kwaliteit en naleving
Bij onderzoek kan gebruik worden gemaakt van:
detailcontrole, onderzoek naar bij een zorgaanbieder berustende persoonsgegevens met betrekking tot cliënten ten behoeve van materiële controle of fraude en/of misbruikonderzoek. Op verzoek van de zorgaanbieder vindt detailcontrole plaats onder verantwoordelijkheid van een BIG-geregistreerde professional of een jeugdhulpverlener waarop artikel 7.3.11 van de Jeugdwet van toepassing is.
de onderzoeken zoals beschreven onder a, b en c vinden plaats overeenkomstig de regels gesteld in de Regeling Jeugdwet. Dit geldt zowel voor onderzoeken die plaatsvinden in het kader van de Jeugdwet als de Wmo 2015, dat laatste tenzij de aard van het onderzoek of het te onderzoeken geval zich daar niet tegen verzet.
Artikel 2.3 Weigeren van de medewerking
Indien de zorgaanbieder weigert om medewerking te verlenen aan het onderzoek van de toezichthouder, zonder redelijke grond, kunnen burgemeester en wethouders, onverlet de overige bevoegdheden die zij dienaangaande hebben om sancties op te leggen, besluiten dat een Pgb niet mag worden besteed bij deze aanbieder of bij ZIN dat er een cliëntenstop volgt.
Voordat het rapport definitief wordt, stelt de toezichthouder de zorgaanbieder in de gelegenheid van het conceptrapport kennis te nemen en hierop binnen 2 weken een reactie te geven. De toezichthouder vermeldt de reactie van de zorgaanbieder in een bijlage bij het rapport of, indien hier aanleiding toe is, past het rapport hierop aan.
Artikel 2.5 Openbaarmaking onderzoeksrapport
Burgemeester en wethouders besluiten over de openbaarmaking van het onderzoeksrapport en/of een samenvatting hiervan. De feitelijke openbaarmaking vindt conform artikel 3.1 van de Wet open overheid plaats twee weken na de bekendmaking van het besluit aan de aanbieder, tenzij in deze periode tegen dit besluit een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend. In dat geval wordt pas tot openbaarmaking overgegaan nadat en met in achtneming daarvan, op het verzoek om voorlopige voorziening is beslist.
Artikel 3.1 Jaarlijkse rapportage
Burgemeester en wethouders ontvangen jaarlijks een verslag van de werkzaamheden van de toezichthouder. In het verslag worden voorstellen en aanbevelingen gedaan om in het beleid en de inkoopvoorwaarden bepalingen op te nemen, te wijzigen of in te trekken, ter verbetering van kwaliteit, rechtmatigheid, doelmatigheid en het voorkomen van oneigenlijk gebruik of misbruik van de wet. Tevens worden er voorstellen gedaan ten aanzien van het prioriteringsbeleid en/of thematische onderzoek.
Artikel 3.3 Verhouding tot het strafrecht
Geconstateerde overtredingen worden bestuursrechtelijk en/of civielrechtelijk afgedaan. Indien het vermoeden bestaat dat een gedraging tevens als strafbaar feit is opgenomen in het Wetboek van Strafrecht, doen burgemeester en wethouders aangifte bij de politie.
Het aantal definities van artikel 1 is beperkt aangezien de wet (in artikel 1.1.1 Wmo 2015 en artikel 1.1 Jeugdwet) al een flink aantal definities kent die ook bindend zijn voor deze beleidsregel. Ook de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kent een aantal (definities) bepalingen die voor deze beleidsregel van toepassing zijn.
De beleidsregels hebben betrekking op de voorziening(en) die op grond van de Wmo 2015, de Jeugdwet, inkoopdocument Jeugdhulp, Overeenkomst Wmo ambulante ondersteuning en overeenkomst Maatwerk Beschermd Wonen wordt verstrekt en ziet zowel op de levering daarvan in zorg in natura (ZIN) als in een persoonsgebonden budget (Pgb).
Het kwaliteitstoezicht ziet toe op de geboden kwaliteit van ondersteuning- en dienstverlening, maar ook op de aard en omvang ervan, de inzet van professionals en vrijwilligers, het naleven van voorschriften en afspraken.
Rechtsmatigheidsonderzoek gaat vooral over de vraag of het beschikbaar gestelde geld ingezet is voor het doel waarvoor het bedoeld is en ook als zodanig verantwoord is.
Er is een overlap tussen kwaliteits- en rechtmatigheidstoezicht. Een kwaliteitsonderzoek kan zonder rechtmatigheidsonderzoek, maar een rechtmatigheidsonderzoek gaat vaak samen met een kwaliteitsonderzoek. Ook komt het voor dat kwaliteitstoezicht aanwijzingen oplevert om een rechtmatigheidsonderzoek te starten.
Met toezichthouder wordt bedoeld een functionaris zoals beschreven in artikel 5:11 Awb
Artikel 1.4: Bestuursrechtelijke bevoegdheden, maatregelen
Een schriftelijke aanwijzing is een besluit (1:3 Awb) van burgemeester en wethouders waarin aan de zorgaanbieder wordt opgedragen een opdracht uit te voeren. In veel gevallen zal het gaan om het opstellen en ten uitvoer brengen van een verbeterplan. Burgemeester en wethouders geven aan wat de redenen zijn voor het besluit. De motivering moet duidelijk weergeven aan welke punten (wettelijke bepalingen /contractuele verplichtingen) niet is voldaan. Daarnaast wordt een termijn gegeven waarbinnen aan de schriftelijke aanwijzing moet zijn voldaan. Bijvoorbeeld wanneer het verbeterplan gereed moet zijn. De toezichthouder beoordeelt namens burgemeester en wethouders in hoeverre is voldaan aan de schriftelijke aanwijzing.
Bestuursdwang is een zogenaamde herstelsanctie. Een overtreding moet beëindigd worden met als sanctie dat burgemeester en wethouders dat op kosten van de overtreder doen. Burgemeester en wethouders kunnen de kosten van de bestuursdwang verhalen op de overtreder.
Een last onder dwangsom is een sanctie om de overtreding te beëindigen. Daarbij wordt een verplichting tot betaling van een geldsom opgelegd, voor het geval niet tijdig de overtreding is beëindigd.
Burgemeester en wethouders kunnen besluiten (art. 1:3 Awb) een zorgaanbieder of een pgb-aanbieder onder intensief toezicht te plaatsen. Burgemeester en wethouders leggen dit gemotiveerd op middels een schriftelijke aanwijzing. In de schriftelijke aanwijzing wordt aangegeven dat de zorgaanbieder een verbeterplan dient op te stellen waarbij periodiek aan burgemeester en wethouders gerapporteerd wordt wat de voortgang ten aanzien van de verbetering op dat moment is. De frequentie van de voortgangsrapportages, de duur en onder welke voorwaarden en/of omstandigheden het intensief toezicht wordt beëindigd, wordt in het besluit opgenomen.
Burgemeester en wethouders kunnen besluiten dat een zorgaanbieder waarbij sprake is van (een vermoeden) van fraude en/of misbruik, niet als onderaannemer via een van de gecontracteerde partijen zorg mag verlenen.
Burgemeester en wethouders kunnen besluiten dat een inwoner met een Pgb de zorg niet mag inkopen bij een zorgaanbieder waarbij sprake is van (een vermoeden van) fraude en/of misbruik en/of oneigenlijk gebruik. Burgemeester en wethouders leggen dit vast in de beschikking van de cliënt, herzien of trekken deze in. Burgemeester en wethouders brengen de (Pgb-)zorgaanbieder in kwestie hiervan schriftelijk op de hoogte.
Artikel 1.5: Privaatrechtelijke maatregelen en opschorten betaling
Burgemeester en wethouders kunnen naast bestuursrechtelijke sancties en maatregelen ook privaatrechtelijke maatregelen inzetten. Deze afspraken zijn contractueel tussen de zorgaanbieder en de gemeente vastgelegd. Voorbeelden van deze maatregelen zijn;
Een nakomingsboete is een contractuele betalingsverplichting bij een (toerekenbare) tekortkoming die als uitgangspunt de wettelijke schadevergoeding vervangt.
Artikel 1.6: SVB bij Pgb-voorzieningen
Wanneer bij een zorgaanbieder die vanuit een Pgb zorg levert aan een cliënt sprake is van (een vermoeden van) fraude en/of misbruik, kunnen burgemeester en wethouders aan de SVB opdrachtgeven betalingen vanuit het Pgb-budget op te schorten, te weigeren of te beëindigen.
De maatregel of sanctie moet altijd in verhouding staan tot de melding, geconstateerde overtreding of tekortkoming.
Artikel 1.8: Informeren voornemen opleggen last onder bestuursdwang of dwangsom
Wanneer burgemeester en wethouders voornemens zijn om een van deze maatregelen op te leggen wordt de zorgaanbieder van dit voornemen vooraf op de hoogte gebracht. Vervolgens krijgt de zorgaanbieder twee weken de tijd om hierop te reageren. Wanneer de overtreding of tekortkoming binnen de begunstigingstermijn is verholpen zullen burgemeester en wethouders de maatregel schriftelijk opheffen.
Van recidive is sprake wanneer bij een zorgaanbieder binnen vijf jaar nadat een maatregel of sanctie is opgelegd wederom sprake is van een overtreding, tekortkoming of (vermoeden van) fraude.
Burgemeester en wethouders kunnen ervoor kiezen om bij recidive de overeenkomst of subsidierelatie te beëindigen en/of de clienten over te plaatsen naar een andere zorgaanbieder. De mate van ernst van de melding of de geconstateerde tekortkoming of het vermoeden van fraude wordt meegewogen in het besluit van burgemeester en wethouders.
Een toezichtsonderzoek kan naar aanleiding van een signaal, intern of van buitenaf, starten. Dit wordt reactief toezicht genoemd. Daarnaast is er pro actief onderzoek waarbij aan de hand van risico's ten aanzien van zorgvorm, thema en/of aanbieder analyses worden uitgevoerd op grond waarvan selectie plaatsvindt van zorgaanbieders voor vooronderzoek en eventueel een verdiepend toezichtsonderzoek. De risico criteria die hierbij worden gehanteerd zijn objectief en gericht op de risico’s ten aanzien van rechtmatigheid en doelmatigheid.
Naast het toezicht op doel- en rechtmatigheid zijn er fraudeonderzoeken en is er calamiteiten toezicht.
Een onderzoek bestaat uit het verzamelen van informatie en inlichtingen en aan de hand daarvan voor een aantal criteria toetsen of voldaan wordt aan de afgesproken voorwaarden die hiervoor gelden op grond van contract of wet of regel of procedure, zoals vastgelegd in een normen- en toetsingskader. Na de voorbereidende analyse en het vooronderzoek volgt het verdiepend onderzoek. Daarbij worden zowel processen, registers als dossiers beoordeeld. De verkregen informatie wordt in een onderzoeksdossier gearchiveerd zodat dit reproduceerbaar is.
Artikel 2.3 Weigeren van de medewerking
De medewerkingsplicht heeft betrekking op alle gevallen waarin de betrokkene de uitoefening van een toezichthoudende bevoegdheid moet toelaten of daaraan medewerking moet verlenen. Het gaat hier dus zowel om de in de artikelen 5:15 tot en met 5:19 van de Awb vermelde bevoegdheden als om eventuele andere bevoegdheden die bij bijzondere wet zijn verleend. Voorts betekent dit dat de plicht tot medewerking ook betrekking heeft op de in de artikelen 5:16 en 5:17 van de Awb opgenomen bevoegdheden tot het vorderen van inlichtingen en inzage van gegevens en bescheiden. De toezichthouder die mondeling om medewerking verzoekt (bijvoorbeeld door het vorderen van inlichtingen of van inzage van boeken en bescheiden), vergewist zich ervan dat de betrokkene het verzoek heeft verstaan en herhaalt zijn verzoek indien dit niet het geval blijkt te zijn.
De toezichthouder houdt rekening met de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de uitoefening van zijn taken. De toezichthouder is daarnaast gebonden aan het evenredigheidsbeginsel (artikel 5:13 van de Awb).
Als de aanbieder niet bereid is tot medewerking, dan zal de toezichthouder moeten besluiten of hij zonder deze medewerking kan beoordelen of de aanbieder voldoet aan de gestelde vereisten van kwaliteit. In de gevallen dat dit niet mogelijk is, zal de toezichthouder aangeven dat de aanbieder niet voldoet aan de gestelde vereisten van kwaliteit. Burgemeester en wethouders kunnen besluiten- afhankelijk van de aard en ernst van de overtreding - dat een bestuurlijke of privaatrechtelijke maatregel wordt ingezet om medewerking te verkrijgen.
De aanbieder pleegt een strafbaar feit als hij opzettelijk geen medewerking verleent aan een vordering van de toezichthouder. Hiervoor kan een boete worden opgelegd of een celstraf.
De aanbieder die een maatwerkvoorziening levert en een derde aan wie ten laste van een persoonsgebonden budget betalingen worden gedaan, zijn verplicht om aan burgemeester en wethouders verantwoording af te leggen. Daartoe kan het noodzakelijk zijn dat een beperkte set persoonsgegevens omtrent de cliënten aan wie hij ondersteuning heeft geleverd, aan burgemeester en wethouders wordt verstrekt. Ook in verband met de verplichting voor burgemeester en wethouders om periodiek te toetsen of de verleende ondersteuning nog adequaat is, kan het nodig zijn dat de aanbieder aan burgemeester en wethouders persoonsgegevens verstrekt.
Vorderingen en aanwijzingen van de toezichthouder moeten voldoen aan de proportionaliteitseisen en voorzien zijn van een redelijke termijn waarbinnen moet worden voldaan aan de vordering of aanwijzing. Wanneer hier niet aan wordt voldaan spreken we van het weigeren van de medewerking. Hieronder wordt in ieder geval verstaan (niet limitatief);
Het onderzoeksrapport bevat doel, aanpak, planning en werkwijze die wordt gehanteerd waaronder begrepen de mogelijkheid tot het geven van een reactie op een eventueel advies voor handhavingsmaatregelen. Daarnaast bevat het rapport de bevindingen die zijn vastgesteld aan de hand van een beschrijving van: de situatie, het probleem en het risico i.c. de onvolkomenheid, onrechtmatigheid of fout die is vastgesteld. Per bevinding geeft de aanbieder aan wat hiervan de oorzaak is en wat de aanpak voor duurzame verbetering is. Tenslotte zijn er ook de conclusie en het oordeel en de vervolgafspraken die worden gemaakt en de monitoring daarvan.
Artikel 2.5 Openbaarmaking onderzoeksrapport
Burgemeester en wethouders leggen in deze beleidsregel vast dat in beginsel wordt overgegaan tot openbaarmaking van een onderzoeksrapport en/of een samenvatting hiervan, en eventuele opgelegde maatregelen en/of sanctiebesluiten. De wettelijke grondslag voor deze openbaarmaking is gelegen in artikel 3.3 van de Wet open overheid (Woo). Burgemeester en wethouders vinden het belangrijk dat het publiek een beeld kan krijgen van toezicht en handhaving op de kwaliteit van de Wmo. In algemene zin weegt dit belang voor burgemeester en wethouders zwaarder dan mogelijk negatieve economische effecten of reputatieschade van de aanbieder.
De aanbieder wordt in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen tegen het voornemen om het onderzoeksrapport en/of een samenvatting hiervan, en eventuele opgelegde maatregelen en/of sanctiebesluiten openbaar te maken. Dit is voorgeschreven in artikel 4:8 van de Awb. Burgemeester en wethouders maken een afweging tussen het algemeen belang van openbaarmaking tegenover de belangen van de aanbieder en eventueel betrokken derden.
Tegen een besluit tot openbaarmaking staat bezwaar en beroep open. De feitelijke openbaarmaking vindt plaats twee weken nadat het besluit is bekendgemaakt. De aanbieder kan binnen deze twee weken een verzoek om een voorlopige voorziening doen. Indien een verzoek om een voorlopige voorziening is gedaan, dan wordt openbaarmaking opgeschort totdat de voorzieningenrechter heeft beslist.
Uitzondering op dit artikel betreft het openbaar maken van onderzoeksrapporten naar calamiteiten, bijvoorbeeld suïcide of ernstige agressie eventueel met letsel. Informatie uit deze rapportages kan leiden naar personen, wat een onevenredige benadeling voor deze personen oplevert (art. 5.1 vijfde lid Woo).
Artikel 3.1 Onderhouden van een register
Er wordt een registratievoorziening gebruikt om meldingen ten aanzien van kwaliteit en/of rechtmatigheid door cliënten of toegangsmedewerkers, al dan niet op aangeven van medewerkers van (zorg)aanbieder vast te leggen en op te volgen.
Artikel 3.2. Jaarlijkse rapportage
Artikel 3.3 Verhouding tot het strafrecht
Er kan zowel langs bestuursrechtelijke als strafrechtelijke weg gehandhaafd worden. Bij een vermoeden van een strafbaar feit kan de bijzondere opsporingsambtenaar van de gemeente het (opsporings)onderzoek uitvoeren. Een opsporingsonderzoek als bedoeld in artikel 132a van het Wetboek van Strafvordering vindt plaats onder leiding van de Officier van Justitie.
Naast en/of gelijk opgaand met de overgang naar strafrechtelijke handhaving bij een vermoeden van een strafbaar feit, kan een Bibob toets worden uitgevoerd als daar aanleiding toe is bij personen of organisaties.
Bijlage 2: hoogte dwangsom en begunstigingstermijn
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
Actuele kostprijs VOG voor iedere maand dat overtreding (al) duurt per medewerker waarbij de VOG ontbreekt |
||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
De aanbieder stelt samen met de client het ondersteuningsplan / behandelplan op waarin in ieder geval staat:
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-465861.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.