Kennisgeving van de voorgenomen verhuur van een perceel grond

Voornemen aangaan huurovereenkomst

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venray maakt hierbij bekend dat de gemeente voornemens is om een huurovereenkomst aan te gaan met de huidige gebruiker van een perceel grond gelegen nabij de Loonsedijk 7 te Merselo.

 

Objectinformatie

Adres: nabij de Loonsedijk 7 te Merselo

Kadastraal bekend bij de gemeente Venray, Sectie V, nummer 236, hierna ‘het perceel’.

Perceelgrootte: ca. 17.543 m2.

 

Huurder is de enige serieuze gegadigde

De gemeente is van oordeel dat huurder in dit geval de enige serieuze gegadigde is die in aanmerking komt voor de huur van het perceel. De gemeente komt tot dat oordeel op basis van de volgende overwegingen:

  • 1.

    Huurder heeft het perceel al sinds april 2014 in bruikleen van de gemeente;

  • 2.

    Huurder heeft het perceel grond al volledig ingericht ten behoeve van zijn activiteiten en hiervoor de nodige kosten gemaakt (wijziging bestemmingsplan, kosten inrichting, realiseren bouwwerk);

  • 3.

    Het perceel leent zich uitsluitend voor recreatieve doeleinden;

     

Reageren

Als u van mening bent dat ook u op basis van bovengestelde in aanmerking dient te komen voor de huur inzake bovengenoemd perceel, dan kunt u zich gedurende een termijn van twintig dagen vanaf de publicatie bij de gemeente Venray melden. Uw gemotiveerde schriftelijke reactie kunt u sturen naar het college van burgemeesters en wethouders van Venray (postbus 500, 5800 AM Venray, t.a.v. mw. A. Nieuwenhuis).

 

Vervaltermijn van 20 werkdagen na publicatiedatum

De termijn van 20 werkdagen na publicatiedatum betreft een vervaltermijn. Dat betekent dat uw recht om tegen al het voornoemde in rechte op te komen en/of daarop enige vordering tot schadevergoeding of welke andere aanspraak dan ook te baseren vervalt door de verstrijking van deze termijn, althans dat u uw rechten daarop heeft verwerkt.

 

Reden publicatie

Met deze publicatie geeft de Gemeente uitvoering aan het op basis van artikel 3:14 BW geldende gelijkheidsbeginsel en het arrest van de Hoge Raad d.d. 26 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1778), meer in het bijzonder het bepaalde in rechtsoverweging 3.1.6.

 

Naar boven