Verordening tot 1e wijziging van de ‘Verordening op de heffing en invordering van leges 2025’

De raad van de gemeente Etten-Leur;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 juli 2025;

 

gelet op artikel 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de :

 

Verordening tot 1e wijziging van de ‘Verordening op de heffing en invordering van leges 2025’

Artikel I  

De tarieventabel behorende bij de ‘Verordening op de heffing en invordering van leges 2025’ wordt als volgt gewijzigd:

 

A

In Hoofdstuk 2 (Omgevingswet > artikel 2.7 Welstand en monumenten komt het tekstgedeelte als volgt te luiden:

 

Artikel 2.7 Welstand en monumenten

Het tarief voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening adviescommissie omgevingskwaliteit Etten-Leur bedraagt:

a.

bij een vooroverleg, conceptaanvraag, omgevingstafel of intaketafel (per behandeling)

€ 100,00

b.

bij bouwkosten tot € 50.000 (maximaal 3 behandelingen per aanvraag)

€ 100,00

c.

bij bouwkosten van € 50.000 tot € 2.000.000 (maximaal 3 behandelingen per aanvraag)

0,2% van de bouwkosten

d.

bij bouwkosten van € 2.000.000 tot € 6.000.000 (maximaal 3 behandelingen per aanvraag)

(Kosten - € 2.000.000) x 0,05% + € 4.000

e.

bij bouwkosten boven € 6.000.000 (maximaal 3 behandelingen per aanvraag)

€ 6.000,00

f.

vanaf de 4e behandeling van de aanvraag omgevingsvergunning

25% van het geldende legestarief

 

B

In Hoofdstuk 2 (Omgevingswet > artikel 2.35 Wijzigen van het omgevingsplan) komt het tekstgedeelte als volgt te luiden:

 

Artikel 2.35 Wijzigen van het omgevingsplan

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

a.

voor voormalige wijzigingsbevoegdheden of uitwerkingsplichten

€ 7.830,00

b.

voor het stedelijk gebied

€ 18.792,00

c.

voor het buitengebied

€ 22.968,00

 

C

In Hoofdstuk 2 (Omgevingswet > artikel 2.41 Instemming) komt het tekstgedeelte als volgt te luiden:

 

Artikel 2.41 Instemming

2.41.1

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant:

 

a.

Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een flora- en faunactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid onder g van de Omgevingswet ten behoeve van het realiseren of wijzigen van infrastructurele werken, het realiseren of wijzigen van windmolen(s)(parken), GAN of ruimtelijke ontwikkelingen waarbij meer dan 50 woningen worden gesloopt, gerealiseerd of gerenoveerd.

€ 8.086,00

b.

Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een flora- en faunactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid onder g van de Omgevingswet overige aanvragen.

€ 6.285,00

c.

Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een flora- en faunactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid onder g van de Omgevingswet betrekking hebbend op het belang van één particuliere aanvrager.

€ 2.416,00

d.

Overige aanvragen om een omgevingsvergunning.

€ 5.691,00

2.41.2

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan anders dan bedoeld in het eerste lid:

 

a.

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.41.3

Het bedrag bedoeld in het tweede lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

Artikel II Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: '1e wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2025’.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 22 september 2025.

De raad voornoemd,

Dhr. drs. W.C.M. Voeten MBA

Griffier

Mw. drs. M.C. Starmans-Gelijns

voorzitter

Naar boven