Gemeenteblad van Best
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Best | Gemeenteblad 2025, 45581 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Best | Gemeenteblad 2025, 45581 | beleidsregel |
Overwegende dat uitvoeringsregels nodig zijn voor:
gelet op de wet Fido, de uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden, de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden en gelet op artikel 18 lid c van de Financiële verordening 2023 Best.
met ingang van de datum van dit collegebesluit
Als uitvloeisel van de Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido) en de Financiële verordening 2023 stelt het college regels voor de uitvoering van de financieringsfunctie binnen onze gemeente vast.
Het betreft regels voor het omgaan met financiering in het kader van de bedrijfsvoering, het toekennen van bevoegdheden rondom het afsluiten van financieringen en het verrichten van het betalingsverkeer en het stellen van regels voor geldleningen en gemeentegaranties voor de uitvoering van de publieke taak.
Met de regels in dit Financieringsstatuut wordt de basis gelegd om qua bedrijfsvoering:
Dit Financieringsstatuut 2025 vervangt het Financieringsstatuut 2016. De grootste wijzigingen zijn:
1. Er worden regels gesteld voor zowel het verstrekken van gemeentelijke geldleningen als gemeentegaranties
In de Financiële verordening 2023 is opgenomen dat regels gesteld worden vanwege het verstrekken van geldleningen en gemeentegaranties. In dit Financieringsstatuut wordt voorzien in basisregels voor het verstrekken van geldleningen en gemeentegaranties in het kader van de publieke taak*.
Met de regels (verwezen wordt naar artikel 11 t/m 14) wordt ook invulling gegeven aan de wettelijke eisen vanuit de Mededingingswet / Wet Markt en overheid. Met de regels in dit financieringsstatuut:
*onder de publieke taak van de gemeente vallen alle taken die de wetgevende macht aan de gemeente heeft toebedeeld of die de gemeenteraad zelf van maatschappelijk belang acht.
2. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn aangepast vanwege het actuele organisatiemodel
Vanaf 2024 is onze organisatie gewijzigd, waardoor verantwoordelijkheden en bevoegdheden anders moeten worden belegd. In dit financieringsstatuut zijn verantwoordelijkheden en bevoegdheden overeenkomstig het nieuwe organisatiemodel belegd. Verwezen wordt naar artikel 18 en 19.
3. Mandaten voor verantwoordelijkheden voor het aantrekken van kort geld ( rentetypische looptijd < 1 jaar) is vanwege de voortgang van het betalingsverkeer anders belegd.
Voor de korte termijn is het vanwege de continuïteit van het betalingsverkeer belangrijk dat snel kan worden geschakeld bij niet geraamde financieringstekorten. Eerder is dit door u onderkent en is in aanvulling op het Financieringsstatuut 2016 een mandaat gegeven aan de ambtelijke organisatie om maximaal € 5.000.000 aan te trekken zonder tussenkomst van het college. In dit Financieringsstatuut is dit besluit verwerkt. Verwezen wordt naar artikel 19.
4. Instellen van een adviserend financieringsberaad (artikel 20) door de ambtelijke organisatie met de portefeuillehouder financiën.
In dit financieringsstatuut wordt voorgesteld om tenminste 1x per jaar een financieringsberaad te houden. Eerder was er de verplichting op basis van het Financieringsstatuut 2016 tenminste elk half jaar een collegevoorstel te doen vanwege de financieringsrapportage. Met de portefeuillehouder Financiën. Standaard wordt na afronding van de begroting een liquiditeitsprognose opgesteld. Op basis van deze prognose kunnen in samenhang met de actuele rentevisie financieringsbeslissingen worden voorbereid.
Aanvullend kan een extra financieringsberaad worden ingelast, als daar aanleiding toe is. Het financieringsberaad bestaat tenminste uit de portefeuillehouder financiën, de teamleider financiën en de treasurer. Veel afwegingen en keuzes voor de korte termijn kunnen in dit beraad worden gemaakt. Zo nodig kan de portefeuilehouder de keuzes vanuit het financieringsberaad toelichten in het college. Voordeel van deze werkwijze is dat het college minder wordt belast met zaken die ook ambtelijk kunnen worden afgedaan. Het college wordt alleen ingeschakeld wordt als dit op grond van artikel 18 en 19 van dit Financieringsstatuut nodig is.
5. Uitzondering op 4-ogenprincipe bij betalingsverkeer: invoering van gelimiteerde bankpassen
Op 19 november 2024 is besloten om aan diverse ambtenaren gelimiteerde betaalpassen toe te kennen, om kleine betalingen efficiënt te kunnen doen. Artikel 17 lid c formaliseert dit collegebesluit. Voor alle overige betalingen blijft het zogenaamde 4-ogenprincipe van kracht. Dit betekent dat die betalingen door tenminste 2 ambtenaren wordt geautoriseerd.
In dit statuut wordt verstaan onder:
AFM: toezichthouder op financiële markten, geldt voor alle financiele instellingen met een bankvergunning.
Aanvrager gemeentelijke lening/ gemeentegarantie: maatschappelijke instelling die voor een gemeentelijke lening / gemeentegarantie in aanmerking wenst te komen
de schatkist van het Rijk: een bankrekening bij het Rijk waarop onze tegoeden worden aangehouden.
Comptabele: functionaris die verantwoordelijk is voor de eindcontrole op betalingen en het verzenden van betalingen (2e autorisatie betalingen).
Deposito: verstrekte geldlening met een looptijd van <= 1 jaar om tegen een vaste rentevergoeding financieringsoverschotten te beleggen.
EMU-saldo: rapportage aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) waarbij volgens een Europese standaard gerapporteerd wordt over het saldo van inkomende en uitgaande geldstromen van de gemeente.
Financieringsbehoefte: de hoeveelheid geld die op een bepaald moment nodig is.
Financieringsbeleid: alle keuzes die samenhangen met het voldoen aan onze financieringsbehoefte en het uitzetten van tijdelijke financieringsoverschotten.
Financieringsfunctie: alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van en het toezicht houden op alle geldstromen en vermogens-waarden, inclusief de beheersing van de hieraan verbonden risico’s.
Financieringsparagraaf (begroting): wettelijk verplichte paragraaf in de P en C cyclus waarin wordt ingegaan op verwachte ontwikkelingen en op verwachte beleidskeuzes in het kader van financiering.
Financieringsparagraaf (rekening): wettelijk verplichte paragraaf in de P en C cyclus waarin verantwoording wordt afgelegd aan de gemeenteraad over gemaakte beleidskeuzes in het kader van financiering.
Geldnemer: ontvanger van een geldlening of garantie op een geldlening.
Geldgever: verstrekker van een geldlening of garantie op een geldlening.
Geldstromenprognose: overzicht waarin alle geldstromen die in de gemeente omgaan, gerangschikt zijn in de tijd. Op deze wijze kan de toekomstige financieringsbehoefte worden voorspeld en kan daarop financieringsbeleid worden toegepast.
Financieringsrapportage: Rapportage over het gevoerde financieringsbeleid. In deze rapportage worden ook adviezen voor het te voeren financieringsbeleid voor de komende periode meegenomen.
Gemeentegarantie: instrument waarbij de gemeente aan de geldverstrekker toezegt om betalingsverplichtingen over te nemen als de partij die de lening aangaat niet meer aan de betalingsverplichtingen voldoet/kan voldoen.
Interne controle: administratieve beheersingsmaatregelen tijdens het proces ter borging van de rechtmatigheid.
Kasgeldlimiet: begrenzing voor de korte schuld die toegestaan is gebaseerd op het begrotingstotaal. Structurele overschrijding van de limiet verplicht de gemeente om kortlopende schulden te consolideren (om te zetten in lange schuld). Doelstelling hiervan is om renterisico’s op de korte schuld te beheersen.
Kassier: functionaris die verantwoordelijk is voor het invoeren van betaalopdrachten, de controle daarvan en het doorgeleiden van betaalopdrachten naar de comptabele (1e autorisatie betalingen).
Koersrisico: het risico van waardedaling van financieringsproducten of verlies van opbrengsten over de financieringsproducten door daling van de onderliggende waarden.
Kredietrisico: het risico van waardedaling op een verstrekte lening vanwege een onvoldoende kredietwaardigheid van de tegenpartij.
Kredietwaardigheid: de mate waarin een tegenpartij in staat is om aan toekomstige betalingsverplichtingen te voldoen.
Liquiditeitsrisico: de risico’s van mogelijke wijzigingen in de geldstromenprognose waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen.
P&C cyclus: samenhang van instrumenten waarmee de doelstellingen zowel beleidsmatig als financieel kunnen worden gepland, uitgevoerd en verantwoord. Er zijn 2 soorten instrumenten, planningsinstrumenten (de begroting en de kaderbrief) en verantwoordingsinstrumenten (de tussentijdse rapportages en de jaarrekening.
Projectfinanciering: een afzonderlijke geldlening ter financiering van een bepaald project.
Prudent karakter: de wijze waarop de gemeente met geld en vermogensbestanddelen omgaat, moet gericht zijn op de uitvoering van de publieke taak. Als uitvloeisel hiervan is bankieren niet toegestaan.
Publieke taak: alle zaken waarvoor in de begroting budgetten zijn opgenomen of worden toegekend. De gemeenteraad bepaalt de publieke taak.
Raamovereenkomst: overeenkomst waarbij vooraf kredietafspraken met de financiële tegenpartij zijn gemaakt (automatisch tarief voor financieringstekorten).
Rekening courant: bankrekening voor de administratie van het betalingsverkeer.
Rentecompensatiecircuit: door zowel de kredietfaciliteiten als het betalingsverkeer te bundelen binnen een financiële instelling, worden rentebaten en rentelasten met elkaar verrekend.
Renterisico: het gevaar dat veranderingen in de rente gevolgen heeft voor te behalen financiële resultaten.
Renterisiconorm: limiet voor de lange schuld, gebaseerd op het begrotingstotaal.
Bedoeld als instrument om het renterisico op lange schulden te beheersen, door middel van spreiding van toekomstige renteherzieningsmomenten.
Rentetypische looptijd: de looptijd van een renteafspraak voor een financieel product ook wel aangeduid als rentevastperiode.
Rentevisie: voorspelling van de renteontwikkeling in de toekomst.
Totaalfinanciering: alle geldstromen worden verzameld in een geldstromenprognose. Op basis daarvan worden financieringsmiddelen aangetrokken.
Treasurer: functionaris die verantwoordelijk is voor de voorbereiding, coördinatie en de uitvoering van werkzaamheden in het kader van financieringsbeleid.
Valutarisico: het risico dat koersschommelingen van valuta tot nadelige resultaten leidt.
Artikel 2. Doelstellingen van het financieringsbeleid
Bij de uitvoering van financieringsbeleid gelden de volgende doelstellingen:
Artikel 3. Algemeen risicobeheer
De volgende uitgangspunten gelden voor het risicobeheer:
Naast de wettelijke kaders zoals vastgelegd in de kasgeldlimiet en de renterisiconorm, gelden de volgende uitgangspunten voor het renterisicobeheer:
Artikel 6. Kredietrisicobeheer
De volgende uitgangspunten gelden voor het kredietrisicobeheer:
Artikel 7. Geldstromenrisicobeheer
De volgende uitgangspunten gelden voor het geldstromenrisicobeheer:
Overeenkomstig wet en regelgeving worden alle aan te trekken of uit te zetten leningen uitgevoerd in de valuta euro (€).
Artikel 9. Uitgangspunten bij het aantrekken van langlopende leningen (met een rentetypische looptijd >= 1 jaar)
De volgende uitgangspunten worden gehanteerd bij het aantrekken van langlopende geldleningen:
Artikel 10. Uitgangspunten bij het aantrekken van kortlopende leningen (met een rentetypische looptijd < 1 jaar)
De volgende uitgangspunten worden gehanteerd bij het aantrekken van kortlopende geldleningen:
Artikel 14, oversluiten van gemeentelijke geldleningen
Restant leningsbedrag (-/- toegestane boetevrije aflossing cf artikel 13) x (nieuwe rente -/- contract rente) x restant looptijd = bruto te betalen oversluitrente.
De bruto te betalen oversluitrente wordt vervolgens op basis van de oorspronkelijke maandelijkse termijnen contant gemaakt op basis van de Netto Contante Waarde methode (NCW methode).
Artikel 15. Relatiebeheer met financiële instellingen
Realisatie van gunstige en marktconforme voorwaarden voor af te nemen financiële diensten. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:
Artikel 16. Beheersing kosten van geldstromen
Om de kosten van geldstromen te minimaliseren wordt/worden:
Artikel 17. Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle
Bij de uitvoering van financieringsbeleid gelden de volgende uitgangspunten:
rechtmatigheid wordt als volgt geborgd:
betaalpassen kunnen overeenkomstig collegebesluit IN24-01885 met een limiet van maximaal € 1.000 per maand worden ingezet vanwege kleine uitgaven / de opname van contant geld. Uitgaven met betaalpassen worden achteraf beoordeeld door de verantwoordelijke budgethouder op basis van de mandaatregeling;
tegenpartijen verstrekken een schriftelijke aanbieding bij het aantrekken van gelden t.a.v. cluster Financiën. De aanbieding bevat minimaal de hoofdsom, de looptijd en de rentevergoeding die van toepassing is. De bevestiging wordt verwerkt in de administratie zonder tussenkomst van functionarissen die bevoegd zijn tot het aangaan, uitvoeren of controleren van desbetreffende transactie.
Artikel 18. Verantwoordelijkheden
De verantwoordelijkheden met betrekking tot het financieringsbeleid zijn als volgt:
Artikel 19. Bevoegdheden / mandaten financiën
Hieronder staan de (gezamenlijke) bevoegdheden aangegeven met betrekking tot de uitvoering van financieringsbeleid:
Artikel 21 Financiële mandaatbesluiten
Het college verstrekt mandaten aan de teamleider Financien en Kwaliteit om de volgende functionarissen in financiële rollen te benoemen:
Artikel 22. Informatieverstrekking en rapportages
Om financieringsbeleid te kunnen uitvoeren en om hierover verantwoording af te leggen, worden de volgende afspraken vastgelegd:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-45581.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.