Omgevingsvisie gemeente Het Hogeland

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Het Hogeland

Gelezen de tekstinhoud van "Omgevingsvisie gemeente Het Hogeland" d.d. 14 oktober 2025.

Besluit:

a. In te stemmen met de ontwerp omgevingsvisie Het Hogeland;

b. De ontwerp omgevingsvisie zes weken ter inzage te leggen.

Artikel I

"Omgevingsvisie gemeente Het Hogeland" opgenomen in Bijlage A wordt vrijgegeven voor terinzagelegging.

Artikel II

Van de terinzagelegging, de termijn voor terinzagelegging en de mogelijkheid om te reageren wordt kennis gegeven in het gemeenteblad en De Ommelander. 

Aldus besloten door burgemeester en wethouders in de vergadering van 14 oktober 2025.

P.P.M. van Vilsteren

Secretaris

 

J.C.F. Broekhuizen 

Burgemeester                                                 

 

Bijlage A Bijlage bij artikel I

Omgevingsvisie gemeente Het Hogeland

1 Voorwoord

afbeelding binnen de regeling
MensingeweerTerry Seelen

 

Beste lezer, inwoner, ondernemer, initiatiefnemer,

Dit is onze omgevingsvisie: onze langetermijnvisie op de leefomgeving van Het Hogeland. We willen een gemeente zijn waar het prettig wonen, werken en recreëren is, met aandacht voor natuur, landschap en duurzaamheid. Dat betekent: ruimte om te leven, ruimte voor mens en natuur, ruimte om te ondernemen en te recreëren. Ruimte om te bouwen aan een duurzame, veerkrachtige toekomst.

De omgevingsvisie is een integrale visie op onze leefomgeving. De visie geeft onze ambities weer en de uitwerking daarvan in de verschillende gebieden die onze gemeente rijk is. In deze nieuwe versie zijn geen inhoudelijke wijzigingen aangebracht aan de doelen en ambities uit 2022. Wel is de visie geactualiseerd met nieuw vastgesteld beleid en aangepast aan de eisen van de Omgevingswet, zodat we weer een actueel en toekomstbestendig uitgangspunt hebben.

De druk op onze fysieke leefomgeving is groot. De ruimtevragen zijn talrijk, maar onze ruimte is schaars. Er liggen grote ruimtelijke uitdagingen op ons te wachten: op het gebied van wonen, van energie, van circulariteit, van natuur, van landbouw en meer.

Deze uitdagingen vragen om ruimtelijke keuzes en het stellen van prioriteiten. Dat zullen we doen, maar de keuzes maken we veelal niet als gemeente alleen. Onze omgevingsvisie helpt ons om, in alle gesprekken die we de komende jaren zullen voeren over de ruimtelijke inrichting van onze gemeente, onze belangen en ambities naar voren te brengen.

Wij gaan graag aan de slag om Het Hogeland nog mooier, veiliger, schoner, en gezonder te laten zijn. U bent van harte uitgedaagd om samen met ons vorm te geven aan Het Hogeland!

In het stappenplan in hoofdstuk 9 geven we daarvoor wat handvatten. Met het lezen van onze omgevingsvisie bent u in ieder geval goed op weg. En hebt u vragen, neem dan contact met ons op!

2 Inleiding

2.1 Wat is de omgevingsvisie

afbeelding binnen de regeling
Koolzaadveld in de polderTerry Seelen

De omgevingsvisie vertelt onze visie op onze leefomgeving. Onze visie geeft richting en kaders. We geven richting aan wat we graag zien voor de toekomst. Dat doen we aan de hand van het toekomstbeeld. Met het toekomstbeeld kijken we ver vooruit. We vertalen dat beeld ook naar ambities voor onze gemeente. Deze ambities maken scherp hoe we ons toekomstbeeld willen realiseren. Aan de hand van ontwikkellijnen laten we zien waar we concreet de komende jaren mee aan de slag willen, zodat we de eerste stappen kunnen zetten.

We geven ook kaders op hoofdlijnen voor de ontwikkeling van de gemeente: wat mag waar wel en niet? We maken daarbij verschil tussen gebieden. Want verschillen zijn er in onze gemeente: de Waddenkust is anders dan het zuidelijk deel grenzend aan de stad Groningen en in kleine dorpen zijn er andere opgaven dan in grote dorpen als Winsum, Leens, Bedum of Uithuizen. We hebben daarom in onze omgevingsvisie voor elk gebied een eigen kompas gemaakt.

We realiseren ons goed dat we veel ambities hebben. We weten ook dat we niet alles overal en binnen de beschikbare tijd en financiële middelen kunnen realiseren. Daarom werken we gebiedsgericht en leggen we verschillende accenten en prioriteiten.

afbeelding binnen de regeling
TijdlijnGemeente Het Hogeland

 

2.2 Waarom een omgevingsvisie

Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Deze wet bundelt alle bestaande wet- en regelgeving die gaat over de fysieke leefomgeving. De Omgevingswet verandert veel voor de gemeente Het Hogeland. Daarom hebben wij in 2022 een omgevingsvisie gemaakt. Deze omgevingsvisie hoort bij de nieuwe Omgevingswet en helpt ons, samen met onze inwoners, verder te werken aan onze leefomgeving. 

Na ruim 3 jaar is de visie toe aan een actualisatie. Dit doen wij in twee stappen. In stap 1 hebben we gekeken of de inhoud van de visie nog klopt met wat er op dit moment in onze gemeente gebeurt. Waar nodig is de visie aangepast. Zo hebben we nu een omgevingsvisie 2.0 die weer actueel is. De doelen en ambities uit de oorspronkelijke visie zijn hierbij niet veranderd. 

De reden dat we deze eerste stap nu hebben gezet, is omdat de visie vóór 1 januari 2027 technisch moet worden omgezet naar een landelijke standaard. Dat is verplicht voor alle gemeenten. Deze technische stap hebben we meteen gecombineerd met een actualisatie van de inhoud. 

In stap 2, die start in 2026, gaan we samen met inwoners en andere betrokkenen opnieuw kijken naar de inhoud van de visie. Dan kunnen we ook de doelen en ambities aanpassen als dat nodig is.

2.3 Samenhang met ander beleid en andere instrumenten

De omgevingsvisie is één van de instrumenten van de nieuwe Omgevingswet. In de wet worden ook programma’s en een omgevingsplan benoemd. De visie, het programma en het plan vormen een drie-eenheid. Daarnaast is er nog een vierde instrument: de omgevingsvergunning.

Naast de omgevingsvisie hebben we ook ander beleid. Deze omgevingsvisie bundelt onze bestaande beleidskaders en vormt daarvoor ook de kapstok. We hebben bij het maken van de omgevingsvisie rekening gehouden met de visies van andere overheden. Zoals het Rijk, de provincie en het waterschap. Zo hebben we een omgevingsvisie die voldoet aan de eisen van de wet en die aansluit bij wat we in de afgelopen jaren met elkaar hebben vastgelegd.

afbeelding binnen de regeling
Samenhang omgevingsvisie, programma en omgevingsplanGemeente Het Hogeland

2.4 Hoe werkt het?

De omgevingsvisie bestaat uit 5 onderdelen.

 

  • a.

    Het deel ‘Visie’ in hoofdstuk 3 en 4. In het deel ‘Visie’ leest u ons toekomstbeeld voor de gemeente voor de komende jaren. Het toekomstbeeld hebben we vertaald naar ambities. Deze ambities geven aan waar we samen aan willen werken om ons toekomstbeeld waar te maken.

  • b.

    Het deel ‘Gebied’ in hoofdstuk 5 t/m 8. In dit deel vindt u de verschillende gebieden in de gemeente. Voor elk gebied geven we aan wat het karakter is, wat er bijzonder is en welke kansen en opgaven er zijn.

  • c.

    Het deel ‘Idee’ in hoofdstuk 9. Heeft u een idee of een plan? In dit deel leest u wat u kunt doen en wat wij doen als een inwoner of ondernemer een plan heeft in onze gemeente.

  • d.

    Het deel ‘Cyclus’ in hoofdstuk 10. Dit deel geeft u meer informatie over de beleidscyclus en de manier waarop we de omgevingsvisie willen evalueren en monitoren.

  • e.

    Het deel ‘Achtergrond’ in hoofdstuk 11. Alle informatie die we hebben gebruikt om deze omgevingsvisie te maken, leest u in het deel ‘Achtergrond.’ Daar hebben we ook opgenomen welke stappen we hebben doorlopen om tot een omgevingsvisie te komen. 

3 Visie 2050 – De kop op ’t Hogeland

3.1 Over ons en ons handelen

afbeelding binnen de regeling
Brinta huisje BreedeHilde Kuiling - Walters 

 

Het Hogeland, ain pronkjewail in het noorden van Groningen. De grootste agrarische gemeente van Nederland. Een gemeente met 3 zeehavens, waarvan de haven in Noordpolderzijl misschien wel de allerkleinste zeehaven is ter wereld. De Eemshaven is de op één na grootste haven van Nederland, als je kijkt naar de financiële investeringen die er worden gedaan.

Wij zijn een gemeente waar iedereen, jong en oud, een fijne plek vindt om te wonen, te werken, te leren, te recreëren en te ervaren. Een plek om te zijn en te blijven. We blijken veerkrachtig en in staat om de ‘deuken’ van de schade door de aardbevingen om te zetten in kansen voor een duurzame toekomst. Daarbij laten we ons leiden en inspireren door de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties die wereldwijd zijn omarmd.

afbeelding binnen de regeling
Onze 17 duurzame ontwikkeldoelenGemeente Het Hogeland

 

afbeelding binnen de regeling
De betekenis van Het Hogeland in de regioGemeente Het Hogeland

3.2 Wat is ons toekomstbeeld?

Onze twee gezichten

We zijn een gemeente waar onze eigenheid en lokale cultuur samen gaan met (inter)nationale verbondenheid. Dat geeft ons twee gezichten.

We zijn een gemeente waar we onze cultuurhistorische parels koesteren en waar rust en ruimte voorop staan. Ruimte om te onthaasten, ruimte om te genieten van de pronkjewailen en de mooie vergezichten en ruimte om het culturele leven van Het Hogeland te beleven.

Onze gemeente is uniek met haar ligging tussen Stad en Wad en van het Lauwersmeer tot aan de Dollard. We hebben de langste Waddenkust van Nederland en twee Waddeneilanden: Rottumeroog en Rottumerplaat. Met het Lauwersmeer hebben we een Dark Sky Park binnen de gemeente, waar donkerte tot belangrijkste kwaliteit is benoemd. We hebben een deel van onze gemeente met eigen handen gemaakt en gewonnen van de zee. Dat is nog goed te zien en te proeven in onze cultuur. We hebben de basis gelegd voor een sterke visserij en we stonden bekend als grote graanrepubliek. Niet voor niets is er een grote aardappel- en graanverwerkingsindustrie in Groningen en in Het Hogeland. Denk aan Rixona in Warffum en Holland Malt in de Eemshaven. We laten ons niet door tegenslagen uit het veld slaan. Juist dan groeit onze verbondenheid met elkaar, met ons dorp en onze omgeving. 

Tegelijkertijd worden we breed herkend als een gemeente met een dynamische, groene economie. De innovatieve, duurzame bedrijvigheid in onze gemeente staat goed bekend. De havens zijn belangrijke schakels in een internationaal netwerk van bedrijvigheid en werkgelegenheid. De Eemshaven is succesvol als ‘hydrogen valley’ en belangrijke energie-hub in de nationale energie-infrastructuur.

Onze havens zijn ondergronds en bovengronds verbonden met de andere delen van Nederland en Europa. Onze havens zijn veilig en op de toekomst ingericht. Snelheid en bereikbaarheid zijn belangrijke voorwaarden om onze plek in het (inter)nationale netwerk vast te houden.

Met de spoorlijnen in onze gemeente zijn we goed aangesloten op de Lelylijn. Zo zijn we goed verbonden met de regio, in Nederland en daarbuiten. Onze stationsgebieden zijn aantrekkelijke verblijfsgebieden waar verschillende functies bij elkaar komen. Deze dorpen zijn een wezenlijk onderdeel geworden van de grotere stadsregio Groningen – Assen.

afbeelding binnen de regeling
Laag van de (inter)nationale dynamiekGemeente Het Hogeland

Onze kust

Onze Waddenkust is een van onze pronkjewailen: het gebied is veilig, vitaal en veerkrachtig. De robuuste natuur en het bijzondere landschap zijn een sterk fundament voor de ontwikkelingen in de kuststrook: klimaatbestendig, economisch welvarend en volop (be)leefbaar.

De kust wordt goed gevonden door recreanten en toeristen uit onze provincie en daarbuiten. Het Werelderfgoedcentrum in de haven van Lauwersoog is een publiekstrekker van formaat. We hebben een stevige, fijnmazige en verrassende recreatieve infrastructuur die is gebouwd op ons cultureel erfgoed en onze landschappelijke waarden.

Vanaf de kust is de Waddenzee goed beleefbaar. De Waddenzee staat er goed voor. De biodiversiteit in, op, onder en aan het water is groot. Onze eilanden zijn stille, rijke natuurparels midden in zee.

Vanuit onze havens maken veel toeristen de oversteek naar de Waddeneilanden Borkum of Schiermonnikoog en nog verder overzees richting Scandinavië. De havens zijn, naast economische motors, ook aangename plekken waar het goed toeven is. Maar wel met aandacht voor de omgevingsveiligheid. Hier komen de wereld van land en zee, inclusief de kenmerkende geuren van zeedieren en zout water, samen. Ze zijn ons visitekaartje voor veel bezoekers, zoals eilandgangers en viseters. 

Onze dorpen

Wat ons bijzonder maakt, zijn onze 52 dorpen. Elk eigen en anders. De grote dorpen bieden de voorzieningen die de kleine dorpen niet hebben. De winkelcentra zijn bruisende dorpsharten waar kopen en beleven hand in hand gaan.

De saamhorigheid en samenredzaamheid in onze dorpen is groot. Dat is een groot goed, zeker omdat door de aardbevingsproblemen de druk op de leefbaarheid en de samenleving hoog is (geweest). Ons verenigingsleven bloeit. Er zijn veel evenementen op het gebied van sport, kunst en cultuur in onze gemeente, sommige van internationale faam.

De dorpen zijn een vertrouwde plek om te wonen en te leven. Ook al heeft de verduurzaming, de versterking en vernieuwing van woningen het straatbeeld veranderd. We zijn in staat geweest om in onze dorpen het straatbeeld te verrijken: met soms bijzondere architectonische parels, met meer biodiversiteit en klimaatadaptief. Dat lukt omdat we in staat zijn verder en breder te kijken. We verbinden kansen op allerlei terreinen aan elkaar: economie, duurzaamheid, recreatie, ruimtelijke kwaliteit, biodiversiteit, veiligheid, bereikbaarheid etc. Zo zijn onze dorpen letterlijk en figuurlijk bloeiende leefgemeenschappen!

We helpen onze inwoners in hun ondernemerschap en daadkracht om hun leefomgeving nog aantrekkelijker te maken. We stellen organisaties in staat om zelf regie te nemen in de opgaven die zij belangrijk vinden. We hebben een vangnet voor wie het niet op eigen kracht kan. Onze zorginfrastructuur is nabij en op orde. Want iedereen kan en mag mee doen in Het Hogeland!

Ons landelijk gebied

Ons landelijk gebied is divers en weerspiegelt de ontstaansgeschiedenis van onze gemeente. Onze inwoners zijn met recht trots op dit landschap waar de historie en de ontwikkeling ervan nog steeds zichtbaar en beleefbaar is. Het is ook het landschap waar de provincie Groningen om bekend staat: met fraaie kerken, borgen, molens, grote boerderijen, authentieke dorpen, wierden, dijken en grootse vergezichten.

We zien dat in de zeekleipolders met hun vruchtbare grond de landbouw de boventoon voert. Onze landbouw en onze voedselproductie is duurzaam en circulair. Er is ruimte voor nieuwe en innovatieve teelten op de zilte grond. We zijn er (net als vroeger) koploper en pionier van de modernste land- en tuinbouw. Verder landinwaarts ontstaat een steeds multifunctioneler buitengebied. Hier zijn landbouw, recreatie en natuur verknoopt met een duurzame en klimaatbestendige inrichting van het landelijk gebied. Dat is het resultaat van goede samenwerking tussen de gemeente en alle bij het gebied betrokken partijen.

Onze werkwijze

Wat we doen, doen we samen en doen we goed. We zijn een gemeente die ruimte geeft en ruimte biedt aan initiatieven die de toekomst van onze gemeente versterken. Er is ruimte voor innovaties en flexibiliteit. We zeggen liever ja, mits dan nee, tenzij.

We bouwen aan onze waarden en onze kwaliteiten. Die staan voorop. Onze waarden en kwaliteiten zijn onze basis. Met ieder plan en ieder idee lukt het ons om aan die waarden en kwaliteiten verder te bouwen. Daar betrekken we ook onze samenleving bij. Diegenen die worden 'geraakt' door de plannen, moeten de kans hebben om daar hun inbreng op te leveren. Zo kunnen we ook steeds zoeken naar maatschappelijke meerwaarde. In ons participatiebeleid werken we dit gedachtegoed verder uit.

We zoeken altijd naar koppelkansen en dagen initiatiefnemers daar ook op uit. Het verbinden van kansen geeft vaak meerwaarde voor het resultaat. We kiezen waar dat kan voor multifunctioneel ruimtegebruik, want onze ruimte is kostbaar en schaars.

We staan dichtbij en tussen onze inwoners, we weten wat er speelt. We zijn alert op trends, ontwikkelingen, ideeën en zorgen. We staan open voor tips, suggesties en verbeteringen en gaan daar ook mee aan de slag. Zodat we blijven werken aan het duurzaam oplossen van problemen en het realiseren van onze ambities.

4 Onze ambities

4.1 Inleiding

afbeelding binnen de regeling
BedumTerry Seelen

 

Stap voor stap werken we aan ons toekomstbeeld. Om dat goed en gericht te kunnen doen, hebben we vier ambities geformuleerd:

1.    Pronkjewail Hogeland

2.    Levend(ig) Hogeland

3.    Ondernemend Hogeland

4.    Groenbewust Hogeland.

Deze vier ambities helpen om integraal te werken aan de toekomst van onze leefomgeving. Bij elk van de ambities geven we aan waar we op in willen zetten en hoe we dat willen doen. Voor deze laatste ‘hoe-vraag’ zoeken we de verbinding met de ontwikkellijnen die vanuit het lokaal programmaplan zijn neergezet. De ontwikkellijnen zorgen voor een programmatische uitwerking van onze ambities.

4.2 Ambitie 1 - Pronkjewail Hogeland

4.2.1 Waar zetten we op in?
afbeelding binnen de regeling
Veer op het ReitdiepAnneke Heekelaar

Ons landschap, onze historie en onze cultuur, met alle verschillen die daarbij horen, vormen de basis van Het Hogeland. Deze basis is onze trots en die willen we laten zien en laten ervaren.

Waar zetten we op in?

  • We beschermen ons erfgoed, ondergronds en bovengronds.

  • We behouden de landschappelijke, historische en culturele verschillen die er zijn in onze gemeente.

  • We beschermen, versterken en verbinden onze groenstructuren onderling en met het recreatieve netwerk.

  • We brengen ons cultureel erfgoed meer voor het voetlicht en verbinden dat met recreatieve voorzieningen tot een aantrekkelijk parelsnoer.

  • We geven ruimte aan initiatieven die het mogelijk maken om Het Hogeland nog beter te beleven en te ervaren.

  • We helpen initiatiefnemers met hun plannen om te zorgen dat ze goed zijn ingepast in hun omgeving.

 

4.2.2 Toelichting

Beleven staat voorop

Het Hogeland is een landschap met lange historie. Die historie is in onze gemeente nog steeds goed te zien: van de nog relatief jonge zeekleipolders in het noorden met dijken en coupures tot de eeuwenoude wierdendorpen waar ook in de bodem veel sporen van de oudste bewoning terug te vinden zijn. Pieterpad- en Jacobspadwandelaars ervaren deze historie volop.

Onze gemeente is de noordelijkste gemeente van Nederland. Hier zie je ’s nachts nog een prachtige sterrenhemel, omdat donkerte een van onze kwaliteiten is. De Waddenzee is UNESCO Werelderfgoed en de waterrijke aanvulling op ons groene land.

Wij zijn trots op ons landschap en onze lange geschiedenis, die ook in onze cultuur geworteld is. Onze kwaliteiten en pronkjewailen willen we beter voor het voetlicht brengen. We zetten in op meer mogelijkheden om onze prachtige gemeente te beleven en te ontdekken. Voor onze inwoners allereerst, maar zeker ook voor alle gasten en bezoekers in onze gemeente. Het Hogeland heeft veel te bieden!

Daarom werken we langs twee sporen:

1. Het behouden en beter uitdragen van onze unieke plekken en gebouwen;

2. Het verbeteren en meer herkenbaar maken van onze landschappelijke en cultuurhistorische eigenheid.

1. Behouden en uitdragen

We zijn één gemeente, maar met veel verschillen. Die verschillen mogen er zijn en moeten er zijn. We benutten die verschillen om maatwerk te bieden in de dorpen en het landelijk gebied en onze diversiteit te laten zien. Dat maatwerk willen we samen met onze inwoners vormgeven, vanuit de wetenschap dat het algemeen belang het meest gebaat is bij een sterke samenwerking tussen gemeente en dorpen. En vanuit de overtuiging dat het belangrijk is dat inwoners zeggenschap hebben over hun eigen leefomgeving.

We willen slim omgaan met onze schaarse en kostbare ruimte. We denken multifunctioneel en stimuleren hergebruik van gebouwen en vrijkomende terreinen. We zoeken naar mogelijkheden om leegstaand vastgoed aan te pakken om verpaupering tegen te gaan.

We beschermen onze natuurgebieden, onze rijks beschermde dorpsgezichten en ons erfgoed, boven en onder de grond. We hebben vele archeologische vindplaatsen, ook op de bodem van de Waddenzee. Voor onze archeologie hebben we een zorgplicht, we willen dat ook die ondergrondse bewoningssporen goed bewaard blijven.

Zeker voor erfgoed geldt dat het gebruik ervan de beste waarborg is voor het behoud ervan. We hebben het dan niet alleen over onze monumenten, maar ook over de vele karakteristieke panden die onze gemeente rijk is. Daarbij denken we in het bijzonder aan ons agrarisch erfgoed, de borgen en de vele kerken op Het Hogeland. Allemaal uniek en van waarde, maar het behoud ervan is niet altijd vanzelfsprekend. Door ruimte te bieden aan passende functies, slimme combinaties van functies en innovatieve (ver)bouw creëren we mogelijkheden voor een duurzame toekomst voor ons erfgoed. Nog steeds geldt dat niet altijd alles kan, maar dat er wel veel mogelijkheden zijn. Wij gaan graag in gesprek met iedereen die erfgoed bezit en daarmee aan de slag wil. 

2. Verbeteren en herkenbaar maken

We willen onze rijkdom en verschillen beter voor het voetlicht brengen. We zijn gastvrij en staan open voor recreanten en toeristen, uit onze eigen gemeente, uit de regio en daarbuiten.

Daarom geven we ruimte aan plannen die een passende en goede aanvulling zijn op het bestaande aanbod. Plannen die het beleven, verblijven en overnachten in Het Hogeland nog beter mogelijk maken: op het water, op de fiets of te voet, van routes tot passende attracties die het bestaande aanbod verrijken. Kunst kan ook een belangrijke rol spelen in het versterken van de aantrekkelijkheid en identiteit van onze gemeente, door de geschiedenis en betekenis van locaties zichtbaar te maken. Wij willen daarom kunst in de openbare ruimte zichtbaarder en makkelijker toegankelijk maken voor een breder publiek.

We verbinden deze nieuwe initiatieven en onze bestaande parels. Zo ontstaat er een netwerk van plekken en routes die Het Hogeland laten zien en ervaren. Een netwerk dat we ook koppelen aan al het moois buiten onze gemeente en verbinden met trekpleisters buiten onze grenzen. Zo verleiden we bezoekers in onze regio om Het Hogeland te verkennen. We willen samenwerken met Marketing Groningen om de regiomarketing van het gebied te verbeteren.

We verbinden het netwerk ook met onze groen- en waterstructuren. Op die manier maken we slim gebruik van onze ruimte. Het is bovendien nog eens extra aantrekkelijk voor onze bezoekers en inwoners om in het groen en op of langs het water onze gemeente te ontdekken. Ons recreatieve netwerk en onze water- en groenstructuren laten we samen groeien. Dat heeft niet alleen een recreatieve en natuurlijke meerwaarde, het helpt ook bij de instandhouding ervan.

Onze ambitie om Het Hogeland meer ‘op de kaart te zetten,’ betekent dat we moeten zorgen voor ons landschap, onze dorpen en onze parels. Maar dit betekent ook dat nieuwe plannen passen bij ons Hogeland. Daarom willen we dat nieuwe plannen aansluiten bij onze landschappelijke, natuurlijke en historische waarden. Zeker aan de randen van de dorpen en in ons landelijk gebied maken we ons hard voor een goede landschappelijke inpassing van nieuwe ontwikkelingen. Daar helpen we initiatiefnemers mee. Plannen voegen zich zo in ons landschap en in onze dorpen en brengen meerwaarde mee voor hun omgeving.

Daarnaast durven we ‘buiten de lijnen’ te denken om nieuwe pronkjewailen mogelijk te maken. Als we overtuigd zijn van de ruimtelijke kwaliteit van een plan, hebben we het lef om dat ook te omarmen. Want pronkjewailen ontstaan niet langs gebaande paden, ze vragen een vernieuwende blik.

4.2.3 Hoe gaan we met onze ambitie aan de slag?

We maken onze ambities concreet aan de hand van de programmalijnen die in het lokaal programmaplan zijn vastgelegd. De uitwerking van de ontwikkellijnen vindt plaats via het ‘Wenkend perspectief.’ In een opvolgende versie van deze omgevingsvisie zal deze uitwerking worden verwerkt. Voor deze ambitie zien wij specifiek raakvlakken met de volgende ontwikkellijnen uit het ‘Wenkend perspectief’:

8. Ons cultuurhistorisch landschap, waddenkust en materieel & immaterieel erfgoed.

9. Bereikbaarheid, zichtbaarheid en niveau van onze pronkjewailen.

4.3 Ambitie 2 - Levend(ig) Hogeland

4.3.1 Waar zetten we op in?
afbeelding binnen de regeling
Versterkingsopgave ZandeweerTerry Seelen

 

Wij zetten in op een schone, veilige en prettige leefomgeving voor jong en oud. We bouwen vanuit de basis van saamhorigheid doorlopend aan de leefbaarheid van onze dorpen. We zorgen dat iedereen die dat wil mee kan doen.

Waar zetten we op in?

  • We bieden ruimte voor maatwerk in het kader van de versterkingsopgave. We willen dat het eindresultaat past bij de plek en bij het dorp: in aantallen, typen, uitstraling en inrichting van de plek.

  • We maken verschil tussen regionale centra, centrumdorpen en woondorpen, werken en denken vanuit dorpsnetwerken en verbinden daar ook onze keuzes aan voor wonen en voorzieningen.

  • We zorgen voor goede en veilige verbindingen tussen bij elkaar betrokken dorpen (fiets, voet, auto en OV)

  • We werken aan een woningvoorraad die past bij de bevolkingsopbouw, die duurzaam is en een goede kwaliteit heeft.

  • We zoeken voor de regionale woningbouwvraag de ruimte in de dorpen in de directe nabijheid van de stad Groningen en in de dorpen die met het openbaar vervoer goed, vlot en comfortabel bereikbaar zijn.

  • We willen ruimte geven aan woningen en woonconcepten die iets toevoegen aan het bestaande aanbod en een kwalitatieve bijdrage leveren aan de dorpen.

  • We maken met onze dorpen plannen voor de leefbaarheid in hun dorp.

  • We werken aan buurten waar iedereen zich thuis kan voelen en iedereen mee kan doen, ongeacht leeftijd, achtergrond of beperking.

  • We zetten ons in voor een openbaar gebied dat uitnodigt tot sport en bewegen en geven in onze dorpscentra voorrang aan de fietser en voetganger. 

  • We kiezen voor een verkeersveilige inrichting van ons openbaar gebied.

  • We gaan onze gemeentelijke sportaccommodaties verder ontwikkelen tot een openbaar toegankelijke, eigentijdse en uitdagende sport- en bewegingsinfrastructuur. 

4.3.2 Toelichting

We vinden het van het grootste belang dat het voor onze inwoners goed leven is in Het Hogeland. De sterke sociale verbondenheid is een degelijke basis voor onze dorpen. We zetten in op brede welvaart voor iedereen. Daarom werken we aan de leefbaarheid van dorpen, zodat iedereen zich thuis kan voelen en er voor iedereen een passende plek is om te wonen. Daarom werken we ook aan een positieve gezondheid en het welzijn van onze inwoners.

Leefbaarheid

De leefbaarheid van de dorpen staat voorop. Daarbij kijken we verder dan ieder afzonderlijk dorp. Onze dorpen verrijken elkaar, vullen elkaar aan. Op die basis gaan we door. We bouwen verder op het onderscheid dat in de Woonvisie is gemaakt in regiocentra, centrumdorpen en woondorpen. We verbinden ze ook met elkaar. Want geen enkel dorp staat op zichzelf.

Vanuit die gedachte kijken we daarom naar netwerken van dorpen. Een netwerk bestaat altijd uit een centrumdorp of regionaal centrum en een verzameling woondorpen. In dit geheel van een dorpsnetwerk zijn altijd de basisvoorzieningen aanwezig. In het centrumdorp of regionale centrum concentreren zich ook de aanvullende voorzieningen, zoals een sporthal of bibliotheek. De dorpen in een netwerk zijn qua voorzieningen zo samen compleet!

Samen met onze inwoners en betrokken stakeholders maken we plannen voor de leefbaarheid in hun dorp: een uitvoeringsagenda die de dorpsvisies en de omgevingsvisie vertaalt naar concrete projecten. We verbinden zo thema’s als wonen, zorg, verblijf, onderhoud, sociale kwaliteit, verduurzaming, klimaatadaptatie en versterking aan elkaar. Dat helpt om onze blik breed te houden en aan koppelkansen te bouwen. Onze dorpencoördinatoren zijn hierin belangrijk. Zij hebben een belangrijke verbindende rol tussen de gemeente en de dorpen en tussen de dorpen onderling.

Ook in ons dorpshuizenbeleid zetten we in op het verbeteren van de leefbaarheid de dorpen. Ons doel is om onze bestaande dorpshuizen zoveel mogelijk te behouden. Dit doen wij door het bieden van maatwerk in de begeleiding en financiën. Ook willen we als gemeente dorpshuizen helpen om hun rol in de sociale cohesie binnen het dorp te versterken. Zij zijn de (t)huiskamer van het dorp, waarin iedereen welkom is en we voor elkaar klaar staan. 

Bereikbaarheid 

We zetten ons in om de verbindingen binnen een dorpsnetwerk optimaal te maken, zodat de voorzieningen voor iedereen goed bereikbaar zijn en inwoners veilig en vlot op pad kunnen. Onze inzet richt zich op veilige en voldoende fietsverbindingen tussen de dorpen en zo nodig in de dorpen. We zorgen voor een goede oplaadinfrastructuur voor fiets en auto, zodat we steeds eenvoudiger ook duurzamer kunnen reizen. We zetten ons blijvend in voor goede openbaar vervoersverbindingen en andere mogelijkheden van collectief vervoer zoals deelauto’s of vrijwilligersvervoer. Zo kunnen we dorpen die bij elkaar betrokken zijn ook letterlijk verbonden houden.

We zoeken een goede balans tussen verkeersveiligheid, verblijfskwaliteit en de doorstroming van verkeer op onze wegen. Deze balans verschilt tussen wegen waar doorstroming van belang is en wegen bijvoorbeeld in de centra van dorpen. Zeker in dorpen waar de belangrijkste verkeersverbindingen door het centrum van het dorp lopen, vraagt deze balans tussen verkeersveiligheid, verblijfskwaliteit en doorstroming aandacht. Veel verkeer geeft drukte en levendigheid, maar soms ook lastige en onveilige verkeerssituaties.

Parkeeroverlast is één van de grootste en meest urgente problemen in relatie tot mobiliteit in onze gemeente. In een groot aantal dorpen en wijken is de parkeerdruk hoog. Een integrale aanpak om dit probleem te verbeteren is daarom nodig. We willen daarmee de beschikbare parkeerruimte eerlijker verdelen en de leefbaarheid verbeteren.

In het landelijk gebied hebben we, als plattelandsgemeente, veel te maken met agrarisch verkeer dat steeds groter wordt en meer ruimte inneemt op de weg binnen en buiten het dorp. Tegelijkertijd stimuleren we ook het recreatief medegebruik van het landelijk gebied. Waar het kan en waar het moet kiezen we voor vrij liggende fietspaden. Maar we weten dat het op veel plekken niet haalbaar en niet nodig is. Onze inzet is er altijd op gericht om te zorgen voor een verkeersveilig gebruik van de wegen in het landelijk gebied.

In ons mobiliteitsprogramma ‘Mobiliteit in Het Hogeland’ hebben wij bovenstaande zaken verder uitgewerkt. Vanuit dit programma zetten we maximaal in op het stimuleren van actieve vervoerswijzen (fietsen en lopen) en het duurzaam veranderen van de (individuele) mobiliteit. Het verbeteren van de verkeersveiligheid heeft daarbij nadrukkelijk prioriteit.   

afbeelding binnen de regeling
Typering van de dorpenWoonvisie Het Hogeland

 

Woningvraag

We zien dat Het Hogeland steeds meer in trek raakt als woongemeente. Nieuwe inwoners zijn van harte welkom. Naast de woningvraag van onze eigen inwoners willen we ook ruimte bieden voor de woningvraag uit de regio. In onze woonvisie is de gemeentelijke visie op woningbouw vastgelegd. Deze visie is ook de basis voor de keuzes in de omgevingsvisie. Onze woonvisie zal in de toekomst onderdeel gaan uitmaken van het nog op te stellen volkshuisvestingsprogramma.

We koppelen bij voorkeur woningbouw aan plekken die goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. Dat stimuleert duurzame mobiliteit en door het grootste deel van de woningvraag te concentreren in deze dorpen, concentreren we ook de vraag naar duurzame energie. 

Als we kijken naar uitbreiding van het aantal woningen, richten we daarom onze blik als eerste op de dorpen in de nabijheid van Groningen en de dorpen die via het openbaar vervoer goed en vlot zijn verbonden met de Stad. De afgelopen periode heeft ons geleerd dat werkplek en woonplaats niet altijd meer op korte afstand hoeven te liggen. Onze goede spoor- en busverbindingen bieden mogelijkheden om te wonen op een grotere afstand van het werk, maar toch vlot op de plek van bestemming te komen als dat nodig is. Daarom willen we een deel van de regionale woningvraag koppelen aan de dorpen die een hoogwaardige openbaarvervoersverbinding hebben met Groningen. Dat zijn de dorpen met een treinstation, maar bijvoorbeeld ook Leens en Zoutkamp als centrumdorpen met een goede busverbinding.

In alle andere dorpen ligt in het geval van nieuwbouw de nadruk op het bieden van ruimte voor woonconcepten en woningtypen die aanvullend zijn op wat er al is en die op voldoende draagvlak en behoefte uit het dorp mogen rekenen. Daarnaast blijven we werken aan de verbetering van de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad. Dat doen we deels als onderdeel van de versterkingsaanpak. In dorpen binnen en buiten het aardbevingsgebied werken we daarvoor ook nauw samen met onder andere de woningcorporaties. Want meer nog dan de vraag naar extra woningen, zien we in grote delen van het Hogeland juist de wens voor meer woningen die aansluiten bij de lokale woningvraag.

Wonen in het landelijk gebied komt ook in onze gemeente steeds vaker voor. Het is een goede mogelijkheid om vrijkomende agrarische bebouwing van een nieuwe functie te voorzien. We staan daarvoor open, ook in de vorm van meerdere woningen in één boerderij of op één erf als daar een aantoonbare maatschappelijke meerwaarde aan verbonden is en de landschappelijke inpassing is geborgd. In het kader van de ruimte-voor-ruimteregeling is ook al een en ander mogelijk rond nieuwbouw in het landelijk gebied. We sluiten daarbij aan bij de provinciale vereisten van deze regeling. We geven op voorhand geen ruimte aan de bouw van nieuwe woningen op nieuwe plekken in het landelijk gebied.

Gezond opgroeien en oud worden

Een leven lang gezond leven in Het Hogeland, daar staan we voor! We zorgen dat onze leefomgeving voldoet aan de milieueisen voor lucht, geur of geluid.

We zetten positieve gezondheid centraal bij de ruimtelijke keuzes die we maken. Dat betekent dat we werken aan een omgeving waar het makkelijker is om de gezonde keuze te maken. Bijvoorbeeld door sporten en bewegen te stimuleren en ruimte te geven aan ontmoeting en ontspanning. Daarbij hebben we ook aandacht voor mensen met een beperking. Want iedereen moet mee kunnen doen!

We zorgen dat ieder dorp een plek voor ontmoeting heeft, in welke vorm dan ook. Want sociale betrokkenheid is van groot belang voor al onze inwoners. Door onze sportaccommodaties te ontwikkelen tot aantrekkelijke ontmoetingsplekken en uitdagende sport- en beweeglocaties willen we ontmoeten, bewegen en sport nog meer verbinden en ‘gewoon’ maken. Met de inrichting van ons openbaar gebied kijken we steeds hoe we inwoners verleiden de fiets te pakken, te wandelen en elkaar te ontmoeten. Door het realiseren van aantrekkelijke dorpsommetjes en veilige en goed ingerichte paden verbinden we woonwijken, voorzieningen en het omliggende landschap. Zo maken we het makkelijker om gezond te leven, elkaar te ontmoeten én zorgen we voor een fijne leefomgeving voor jong en oud.

We zetten de fietser en de voetganger op één bij de inrichting van pleinen en straten. Er moet ruimte zijn voor kinderen om buiten te spelen. In buurten en straten met brede stoepen, toegankelijk groen en weinig auto’s spelen en bewegen kinderen nu eenmaal meer. Bovendien kiezen we steeds vaker voor meer planten in ons openbaar gebied. Want ook een groene omgeving stimuleert beweging en ontmoeting! Het helpt ons bovendien om ons openbaar gebied beter in te richten en aan te passen aan de klimaatverandering.

4.3.3 Hoe gaan we met onze ambitie aan de slag?

We maken onze ambities concreet aan de hand van de programmalijnen die in het lokaal programmaplan zijn vastgelegd. De uitwerking van de ontwikkellijnen vindt plaats via het ‘Wenkend perspectief.’ In een opvolgende versie van deze omgevingsvisie zal deze uitwerking worden verwerkt. Voor deze ambitie zien wij specifiek raakvlakken met de volgende ontwikkellijnen uit het ‘Wenkend perspectief’:

1. Kennis en innovatie

2. Digitale bereikbaarheid en verbindingen

3. Gebiedsontwikkeling

6. Kwalitatief hoogwaardige leefomgeving

7. Fysieke verbindingen

4.4 Ambitie 3 - Ondernemend Hogeland

4.4.1 Waar zetten we op in?
afbeelding binnen de regeling
De polders rondom de EemshavenDelien Dijkema

 

Wij hebben in onze gemeente een goed ondernemersklimaat, waarin ruimte is om te ondernemen en te innoveren: in de dorpen, de havens en het landelijk gebied. We hebben goede onderwijs- en opleidingsfaciliteiten, zodat onze inwoners voldoende ontwikkelmogelijkheden hebben.

Waar zetten we op in?

  • We zoeken de verbinding tussen kennis en praktijk en tussen onderwijs en bedrijven om innovaties mogelijk te maken en opleiding en werk op elkaar af te stemmen.

  • We willen ruimte bieden aan de havens om de kansen die zich daar voordoen optimaal te kunnen benutten en te verduurzamen.

  • We zetten in op de Eemshaven als energie-hub en als aanjager voor een groene economie.

  • We faciliteren de herstructurering en groei van onze bestaande bedrijventerreinen zo dat lokale vraag en lokaal aanbod goed op elkaar zijn afgestemd.

  • We willen door te investeren en te concentreren in onze centrumgebieden de ondernemers nieuwe kansen bieden.

  • We zijn structureel in overleg met onze partners over de ontwikkelmogelijkheden van ons landelijk gebied.

4.4.2 Toelichting

In Het Hogeland zijn we in staat geweest om steeds mee te groeien met economische ontwikkelingen en veranderingen op het vlak van werkgelegenheid. Dat is ons gelukt vanwege onze open blik en dat houden we vast. We houden een open blik naar de toekomst, we staan open voor nieuwe ideeën en economische kansen. We werken samen met de ondernemers en scheppen randvoorwaarden waarbinnen onze economie duurzaam kan groeien.

Daarbij kijken we ook over onze (gemeente)grenzen heen. We zoeken de verbinding:

  • met kennis en onderzoek, bijvoorbeeld van de Rijksuniversiteit en Hanzehogeschool in Groningen;

  • met het onderwijs, van basisschool tot beroepsonderwijs;

  • met de praktijk, zoals Vakland Het Hogeland en Ontwikkelplein Het Hogeland;

  • en met onze bedrijven.

Deze verbindingen moeten leiden tot innovaties en duurzame werkgelegenheid die onze economie versterken en verduurzamen.

Havens

Met onze havens hebben we een belangrijke positie in de regio, in Nederland en daarbuiten. We werken aan een verdergaande, stevige positie van onze havens, goed bereikbaar en goed (digitaal) verbonden. Dat betekent dat we blijven inzetten op goede, veilige en vlotte wegverbindingen naar Lauwersoog via de N361 en naar de Eemshaven via de N46 en N33. 

Lauwersoog en de Eemshaven hebben een belangrijke plek in de economische ontwikkeling van Het Hogeland. De havens en hun aanverwante bedrijvigheid bieden veel kansen voor een duurzame groei. We realiseren ons dat de groei en veranderingen rond de havens op gespannen voet kunnen staan met de gewenste omgevingsveiligheid. Meer (toeristische) bezoekers geeft extra zorgen rond verkeer, maar ook een toename van (groepsgebonden) risico’s in relatie tot de verwerking en opslag van bijvoorbeeld gevaarlijke stoffen, zoals waterstof. Wij maken bij alle ontwikkelingen steeds de afweging in hoeverre het risico aanvaardbaar en beheersbaar is. Zonering van drukke plekken en afstand houden van risicovolle bedrijvigheid is daarbij een werkbaar uitgangspunt. 

In Lauwersoog werken we verder aan duurzame visserij en aanverwante bedrijvigheid. Waterstof speelt in dit toekomstbeeld een belangrijke rol, bijvoorbeeld voor de verduurzaming van de vissersvloot. Ook in dat licht zien we de ontwikkelpotenties van de Eemshaven, die als veerhaven steeds meer betekenis krijgt. De Eemshaven kan als energie-hub groeien tot speler van internationale betekenis. Daar gaan we verder aan bouwen vanuit een duurzame, circulaire blik, zodat de Eemshaven een voortrekkersrol kan vervullen voor onze gewenste groene economie. Het is de plek waar kennis, werk en experiment de basis leggen voor een groene waterstofeconomie. De Eemshaven is de enige plek waar we nog ruimte geven aan nieuwe grootschalige bedrijvigheid die aansluit bij onze ambities. 

Bij alle ontwikkelingen in en rond de havens zoeken we naar een balans tussen de ecologische waarden van de Waddenzee en de economische belangen van de bedrijven in de havens. We blijven daarbij zoeken naar mogelijkheden om private partijen te verleiden ook te investeren in het Waddengebied. Dat doen we al als samenwerkende partijen in ‘Economie en Ecologie in Balans’ in het Eems-Dollardgebied, waarbij we werken met een ‘Ecologische plus.’ Ook in het Inspiratiedocument Natuurlijk Lauwersoog is oog voor de ecologische meerwaarde. Het moeten bedrijventerreinen worden waar het duurzame karakter ook uit de inrichting blijkt: klimaatadaptief en biodivers. Want dat wat we vragen van anderen, moeten we zelf ook laten zien.

Bedrijven en detailhandel

Zeker bij de grotere dorpen is veel bedrijvigheid te vinden. Klein en lokaal, maar ook groot en regionaal, zoals FrieslandCampina Domo in Bedum, Heiploeg in Zoutkamp of Aviko Rixona bij Warffum. Onze ondernemers zijn ons lief. We zetten ons in voor een goede samenwerking met de ondernemers. We zijn partners en hebben elkaar nodig om in Het Hogeland een goed en op de toekomst gericht ondernemersklimaat te realiseren.

Uit onderzoek blijkt dat aanvulling en revitalisering van bedrijventerreinen verstandig en nodig is. Zeker omdat onze bedrijven lokaal gebonden zijn. We zoeken dan ook, samen met de ondernemers, de ruimte voor uitbreiding en verbetering van onze bestaande bedrijventerreinen op basis van onze ‘Bedrijventerreinenvisie Het Hogeland 2021 – 2035.’ De revitalisering en uitbreiding koppelen we expliciet aan de verduurzaming van de bestaande terreinen en het meer klimaatadaptief inrichten van deze bedrijventerreinen.

In het kader van het programma Centrumplannen hebben we met de lokale ondernemers gekeken hoe we tot sterke winkelharten komen in de grote dorpen. We concentreren winkels en investeren in compacte centrumgebieden. Het Aanleg bij Winsum is een bedrijventerrein waar specifiek ruimte wordt geboden aan perifere detailhandel: winkels die moeilijk inpasbaar zijn in bestaande winkelgebieden vanwege hun volumineuze aard en de bevoorrading.

We gebruiken het onderscheidende vermogen van de dorpen om verschil te houden en te maken tussen de winkelgebieden in de dorpen van Het Hogeland en om de winkelgebieden te verrijken met eigenzinnige en vernieuwende ideeën. Dat vraagt van ons maatwerk bij de transformatie, verbreding of verplaatsing van functies rond en in het centrumgebied.

Landelijk gebied

Van oudsher heeft de landbouw en de aan de landbouw verwante bedrijvigheid een belangrijke plek in de (economische) ontwikkeling van Het Hogeland. De teelt van pootgoed is van (inter)nationale betekenis. Het ondernemen vraagt steeds meer maatwerk. Wet- en regelgeving worden strenger en vragen van boeren een andere blik op hun bedrijfsvoering en hun omgeving. Niet overal liggen dezelfde oplossingen voor de hand.

De doelen voor het terugdringen van de stikstofuitstoot en het voldoen aan de kwaliteitseisen van de Kaderrichtlijn Water (KRW-doelen) zullen een forse claim leggen op de ontwikkeling en inrichting van het landelijk gebied. Bovendien zijn de doelen dusdanig dwingend dat met alle relevante partners in het landelijk gebied het gesprek hierover wordt gevoerd. De regie daarvoor ligt bij de provincie en het waterschap.

Als gemeente zullen we als een van de partners onze rol nemen in de gesprekken. We staan voor een duurzame inrichting van ons landelijk gebied waar natuur, water, landbouw en recreatie een plek verdienen. We staan voor een toekomstbestendige bedrijfsvoering van onze ondernemers, met een goed verdienmodel.

Onder gezag van de provincie is in 2024 het gebiedsproces hiervoor afgerond. De uitwerking van dit proces is ook afgerond en leidde tot het provinciaal Gebiedsplan Toekomst Landelijk Gebied. Voor onze gemeente staan de ambities in het deel Waddenkust en Wierdenland. Daarnaast willen we zelf ook aan de slag in gebieden waar de uitdagingen in het landelijk gebied het grootst zijn: langs de kust en rond de Stad Groningen. We hebben de wens om met succesvolle voorbeelden van samenwerking uiteindelijk groot te eindigen. Ook hier geven we de ruimte en zoeken we de verbinding tussen wetenschap en praktijk. Vanuit onze open blik bieden we samenwerkende partijen de ruimte om te experimenteren met teelten die passen bij veranderende bodemomstandigheden.

4.4.3 Hoe gaan we met onze ambitie aan de slag?

We maken onze ambities concreet aan de hand van de programmalijnen die in het lokaal programmaplan zijn vastgelegd. De uitwerking van de ontwikkellijnen vindt plaats via het ‘Wenkend perspectief.’ In een opvolgende versie van deze omgevingsvisie zal deze uitwerking worden verwerkt. Voor deze ambitie zien wij specifiek raakvlakken met de volgende ontwikkellijnen uit het ‘Wenkend perspectief’:

1. Kennis en innovatie;

2. Digitale bereikbaarheid en verbindingen

3. Gebiedsontwikkeling

7. Fysieke verbindingen

4.5 Ambitie 4 - Groenbewust Hogeland

4.5.1 Waar zetten we op in?
afbeelding binnen de regeling
WildbloemenTerry Seelen

Wij zijn goede rentmeesters voor onze omgeving en onze aarde. We gaan zorgvuldig om met onze natuur, onze bodem en ons water. We beperken de effecten op de klimaatverandering door duurzame opwekking van onze energie en de groei naar een circulaire economie. Met een integrale aanpak werken we samen met partners aan een CO2-neutrale gemeente in 2050, op een zodanige wijze dat de baten van de energietransitie ten goede komen aan de inwoners en bedrijven in de gemeente. 

Waar zetten we op in?

  • We gaan duurzaam om met onze bodem en kiezen voor een duurzaam grondstromenbeheer.

  • We zetten in op duurzaam bodemherstel op plekken waar onze bodem is verontreinigd.

  • We vergroten de biodiversiteit en natuurwaarden van ons openbaar gebied.

  • We werken aan de uitvoering van de ‘Agenda voor de Wadden.’

  • We bewaken de kwaliteit van het groen en beschermen het groen en de groenstructuren in onze gemeente.

  • Wij zorgen ervoor dat bij de herinrichting van ons openbaar gebied en het landelijk gebied voldoende aandacht is voor en ruimte wordt geboden aan maatregelen die een bijdrage leveren aan de klimaatadaptatie.

  • We verduurzamen ons maatschappelijk vastgoed en ons wagenpark.

  • We stimuleren het opknappen van panden tot energiezuinige gebouwen die weer generaties mee gaan.

  • We ondersteunen lokale initiatieven voor de verduurzaming van de leefomgeving.

  • We helpen ondernemers bij het werken en denken in kringlopen van materialen, restproducten en grondstoffen.

4.5.2 Toelichting

We zijn een gemeente die de zorg voor mens, milieu en natuur hoog in het vaandel heeft. Daarom lopen we voorop in de transitie naar een groene, duurzame leefomgeving. We werken aan duurzame vormen van energie en een circulaire economie. We zijn in onze gemeente actief aan de slag met een klimaatbestendige inrichting van onze omgeving met meer groen van kwaliteit en meer biodiversiteit. Dat doen we door te experimenteren en bij alle plannen daar expliciet aandacht aan te besteden.

Biodiversiteit

Belangrijk in de zorg voor de natuur is de vergroting van de biodiversiteit: ruimte geven aan meer soorten planten en dieren. Dat betekent letterlijk ruimte zoeken, maar ook onze huidige omgeving nog beter geschikt maken voor verschillende soorten planten en dieren. Daarom doen we het onderhoud van ons openbaar gebied volgens ecologische principes. We richten ons openbaar gebied in met steeds meer bomen en planten en kiezen voor het groener maken van onze straten en pleinen. Want een groene omgeving stimuleert gezond gedrag en het helpt onze biodiversiteit.

We staan daarom ook open voor plannen van inwoners die hun dorp willen vergroenen, bijvoorbeeld door samen voedsel te verbouwen, met moestuinen of in een voedselbos. Deze plannen helpen om onze voedselketens te verkleinen en vergroten ook de sociale betrokkenheid in onze dorpen.

In ons landelijk gebied werken we samen met onze partners en grondeigenaren. We zoeken naar kansen om onze groenstructuren te verbinden, onder andere bij de ontwikkeling van ons recreatieve netwerk. Samen met onze agrarische ondernemers bekijken we hoe de biodiversiteit in de landbouw een nog betere plek kan krijgen.

In de Waddenzee is de unieke biodiversiteit een van de belangrijkste waarden van het gebied. Daar zetten we ons blijvend voor in. We werken met onze partners samen aan de uitvoering van de Agenda voor de Wadden. De daarin opgenomen doelstelling voor 'een duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied en het behoud van het unieke open landschap’ staat voor ons centraal.

Opwek van duurzame energie

Het Klimaatakkoord ondersteunen we. We willen een stevige bijdrage leveren aan een CO2-neutraal Nederland in 2050. Daarvoor hebben we al stappen gezet, maar moeten we ook nog veel doen. Het stimuleren van de energietransitie – de overstap van fossiele brandstoffen naar volledig duurzame energiebronnen, zoals zonne- en windenergie – is voor ons een belangrijk speerpunt. Draagvlak voor deze verduurzamingsopgave is daarbij enorm belangrijk om de energietransitie uiteindelijk tot een succes te maken.

We willen dat het tempo van de energietransitie draagbaar is, maar tegelijk ook voortgang wordt gemaakt. Immers, de aardbevingsproblematiek maakt letterlijk zichtbaar dat we zo snel mogelijk van het aardgas af moeten.

We gaan stap voor stap aan de slag, samen met onze samenleving. Daarbij zoeken we continu naar de goede balans tussen onze verduurzamingsopgaven en het benodigde ruimtegebruik. Bovendien loopt het elektriciteitsnet in Nederland op steeds meer plaatsen tegen zijn grenzen aan. Daar moeten we rekening mee houden bij het formuleren van onze ambities. Wij geven zelf het goede voorbeeld door al ons maatschappelijk vastgoed te verduurzamen, net als ons wagenpark.

Voor grootschalige opwek van duurzame energie ligt nu het accent bij de Eemshaven, waar de opwek van energie (wind en zon) onderdeel is van de energie-hub. In de Agenda voor de Wadden hebben we het principe van vensters en clusters voor windenergie vastgelegd. Ons windcluster ligt rond de Eemshaven. De rest van de kustlijn houden we vooralsnog vrij van windenergie. Ook elders in ons landelijk gebied is nu geen ruimte voor grootschalige zonneparken.

Lokaal verbonden

We stimuleren en ondersteunen inwoners en bedrijven om het fossiele energieverbruik te verminderen, immers besparen is stap 1 in de energietransitie. We werken aan een actieve verbinding tussen gemeente, het onderwijs, de plaatselijke ondernemers en de inwoners. Zo kan de transitie leiden tot lokale investeringen en vermindering van de energielasten van de inwoners. En kan de energietransitie ook leiden tot een sterkere sociale binding door het ontstaan van energiecoöperaties, die stevig verankerd zijn in de lokale gemeenschappen. Lokale initiatieven rond verduurzaming ondersteunen we.

Warmte

We kiezen voor een gezamenlijke aanpak waarmee alle woningen in 2035 van het aardgas af moeten kunnen. Ons warmtetransitieplan geeft daar richting aan. We werken daarnaast aan mogelijkheden om de restwarmte van bedrijven in te zetten als alternatieve bron van energie. Het thema warmte gaan wij verder uitwerken in een warmteprogramma.

Waterstof

Waterstof biedt veel kansen als energiedrager. Wij zetten in op de ontwikkeling van de regio als ‘hydrogen valley’, met hierin de Eemshaven en de Oostpolder in het bijzonder.

In Lauwersoog onderzoeken we met onze samenwerkingspartners hoe waterstof kan bijdragen aan het verduurzamen van de visserij en de vissersvloot.

Klimaatbestendig

Aardbevingen en klimaatverandering vormen de schaduwzijde van het gebruik van fossiele brandstoffen. Steeds meer hoosbuien en tegelijkertijd toenemende hitte en droogte hebben grote impact op ons gebied. We willen voorkomen dat onze vitale infrastructuur door extreem weer beschadigd raakt, voor zover dat binnen onze mogelijkheden ligt. Daarom zorgen we dat in geval van calamiteiten de bereikbaarheid van de brandweer op orde is en er altijd bluswater op passende afstand beschikbaar is.

Desondanks is voorkomen beter dan genezen. Bij alle ingrepen in ons openbaar gebied hebben we dus aandacht voor een goede waterbeheersing en voor voldoende groen om voor natuurlijke verkoeling te zorgen op hete dagen. Ook in het landelijk gebied zorgen we dat we ‘klimaatadaptief’ zijn en we bestand zijn tegen perioden met grote neerslag of juist lange droogte.

In onze Lokale Klimaatadaptatiestrategie staan zes leidende principes die wij gebruiken in ons beleid. Met die principes willen wij ervoor zorgen dat er in de dorpen niet of zo min mogelijk overlast komt door de gevolgen van klimaatverandering. Denk bijvoorbeeld aan problemen door het stijgen van het zoutgehalte in de bodem (verzilting), overstromingen, grondwaterdalingen door droogte, waterafvoer bij extreme regenval en minder verschillende planten en dieren die kunnen overleven. De zes principes zijn: 

 

  • a.

    We accepteren dat we ons gedrag moeten aanpassen aan het klimaat. 

  • b.

    We gaan de samenwerking met onze partners aan. 

  • c.

    We gaan slim om met water. 

  • d.

    Water, bodem en groene structuren bepalen waar we bouwen en produceren. 

  • e.

    We ontwerpen en (ver)bouwen klimaatbestendig en natuurinclusief. 

  • f.

    We lossen liever iets op met natuur dan met techniek.

Naast klimaatadaptatie richten we ons ook op klimaatmitigatie. Dit zijn oplossingen die moeten helpen om de klimaatverandering tegen te gaan. In het Hogeland geven we de ruimte aan op de natuur gebaseerde oplossingen die helpen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, maar ook de bodem-, lucht- en waterkwaliteit verbeteren en de biodiversiteit verhogen. We staan open voor pilots die ons op weg helpen om klimaatbestendig te worden!

Circulariteit

Het denken in kringlopen van grondstoffen is een van de pijlers voor het vergroenen van onze economie. Daar zetten we voortdurend op in. We helpen ondernemers om hier stappen in te zetten, delen kennis en verbinden partijen aan elkaar. In de landbouwsector wordt hier al nadrukkelijk over nagedacht. Dat vraagt ook dat in het landelijk gebied voldoende diverse bedrijven een plek hebben om kringlopen te kunnen sluiten: bijvoorbeeld tussen veehouderijen en akkerbouwbedrijven.

4.5.3 Hoe gaan we met onze ambitie aan de slag?

We maken onze ambities concreet aan de hand van de programmalijnen die in het lokaal programmaplan zijn vastgelegd. De uitwerking van de ontwikkellijnen vindt plaats via het ‘Wenkend perspectief.’ In een opvolgende versie van deze omgevingsvisie zal deze uitwerking worden verwerkt. Voor deze ambitie zien wij specifiek raakvlakken met de volgende ontwikkellijnen uit het ‘Wenkend perspectief’:

4.    Waterstofeconomie/energietransitie

afbeelding binnen de regeling
AmbitiekaartGemeente Het Hogeland

 

4.6 Onze ambities en onze leefomgeving

4.6.1 Inleiding

We hebben veel ambities om onze gemeente een stapje verder te brengen: mooier, schoner, gezonder en duurzamer. Bij alle stappen die we zetten en alle plannen die we mogelijk maken, houden we rekening met wat we nu hebben, in het bijzonder met onze milieukwaliteit en onze omgevingsveiligheid. Dat wordt ons ook gevraagd door het Rijk en door de Europese Unie.

4.6.2 De vier milieubeginselen

Als het om milieu gaat heeft Nederland in de Europese Unie afspraken gemaakt die altijd en voor alle gemeenten gelden. Dit zijn afspraken over de manier waarop we zorgen voor ons milieu. Er zijn vier regels. Deze regels worden de vier milieubeginselen genoemd. Onze omgevingsvisie gaat uit van de vier beginselen:

 

  • a.

    Het voorzorgsbeginsel. Dit betekent dat we activiteiten voorkomen waarvan we verwachten dat ze negatief zijn voor het milieu.

  • b.

    Het beginsel van preventief handelen. We proberen milieuvervuiling zoveel mogelijk te voorkomen. Dit betekent dat we vooraf maatregelen nemen om een negatief gevolg van een activiteit te voorkomen. Denk aan de inzet van de beste technieken zodat er geen luchtvervuiling ontstaat.

  • c.

    Het beginsel van bestrijding aan de bron. Dit betekent dat we bij een negatief gevolg als eerste kijken of er iets bij of in de directe omgeving van de activiteit zelf kan worden veranderd. Bijvoorbeeld door vuile lucht af te vangen of door geluiddempende maatregelen bij het bedrijf zelf toe te passen.

  • d.

    Het beginsel de vervuiler betaalt. Dit betekent dat degene die de activiteit uitvoert ook moet betalen voor het voorkomen of opruimen van de negatieve gevolgen. Dat is bijvoorbeeld het opruimen van vervuiling of het aanleggen van een wal die het geluid keertbij een woonwijk.

4.6.3 Onze uitgangspunten voor milieukwaliteit

Voor verschillende milieuaspecten gelden landelijke en Europese regels. We hebben als gemeente de ruimte om daar op onderdelen een eigen lijn in te kiezen. We maken verschillen waar dat nodig is. Want elk gebied is anders en vraagt maatwerk. Daarom werken we vanuit de volgende uitgangspunten:

  • De kwaliteitseisen die door het Rijk zijn vastgesteld vormen voor ons het minimale niveau.

  • De milieukwaliteit blijft bij ontwikkelingen behouden en wordt bij voorkeur zelfs verbeterd.

  • We zorgen dat de milieukwaliteit in een gebied aansluit bij de functie van een gebied.

  • We werken vanuit het ‘ja, mits’-principe. Dat betekent dat we, als er de ruimte is om een eigen afweging te maken voor milieueisen, daar gebruik van maken. Want we willen graag ontwikkelingen mogelijk maken.

  • We bieden ruimte om te experimenteren. In die gevallen laten we een plan onder voorwaarden toe en monitoren we de milieukwaliteit om zo nodig daarna ook bij te stellen.

  • We kiezen bij de verbetering en bescherming van milieukwaliteit bij voorkeur voor een aanpak bij de bron.

  • De vervuiler betaalt en de belanghebbenden betalen mee.

4.6.4 Verschillende onderdelen van milieukwaliteit

Onze milieukwaliteit wordt bepaald door verschillende onderdelen:

  • geluid;

  • geur;

  • licht;

  • trillingen;

  • luchtkwaliteit;

  • omgevingsveiligheid;

  • bodem en ondergrond;

  • water.



Geluid

Soms gaan plannen samen met meer geluid. Bijvoorbeeld omdat er meer verkeer komt. We wegen steeds af wat acceptabel is. Want we willen dat ontwikkelingen mogelijk blijven, maar ook dat inwoners niet te veel hinder ondervinden.

In deze afweging betrekken we de plek van de ontwikkeling. In woonwijken en bij scholen willen we weinig geluidshinder. Op bedrijventerreinen en in dorpscentra accepteren we meer lawaai. Ook bij evenementen staan we tijdelijk meer geluid toe.

Bij de Eemshaven werken we met geluidsruimte voor bedrijven om zo op de geluidhinder te kunnen sturen.

In onze gemeente liggen twee door de provincie aangewezen stiltegebieden: de Wadden (uitgezonderd de vaargeulen) en de randen van het Eems-Dollardgebied. Het gebied ten westen van de provinciale weg Winsum – Groningen is aangewezen als aandachtsgebied voor stilte.

In de stiltegebieden willen we het huidige geluidsniveau handhaven en waar mogelijk verbeteren. In aandachtsgebieden biedt de provincie stimulerende maatregelen om het geluidsniveau te verminderen.

Geur

Het Hogeland is een landelijke gemeente. Geurhinder is in onze gemeente vaak verbonden met de veehouderij. In het Besluit kwaliteit leefomgeving staan regels over geur bij veehouderijen. De gemeente heeft ruimte om in het omgevingsplan andere geurnormen en afstanden vast te stellen. Zo kunnen we geurhinder beperken, maar ook ruimte geven aan veehouderijen om zich te ontwikkelen. We kiezen ervoor om vooralsnog de regels uit het Besluit kwaliteit leefomgeving aan te houden in ons omgevingsplan. 

Voor de Eemshaven is apart geurbeleid opgesteld. Daar houden we vooralsnog aan vast.

Licht

Vooral voor de natuur is het belangrijk dat het ’s nachts echt donker kan zijn. Het Lauwersmeergebied is mede om die reden aangewezen als Dark Sky Park. Ook de Waddenzee is gebaat bij donkerte. Voor ons is duisternis een belangrijke waarde van Het Hogeland. In algemene zin vinden we het belangrijk dat plannen geen overbodige lichtuitstraling mogen meebrengen. In onze visie op openbare verlichting hanteren we het principe ‘niet verlichten, tenzij.’ We stimuleren bestaande bedrijven om hun lichtuitstraling te beperken waar mogelijk. In en rond de Eemshaven zetten we daar expliciet op in. We gebruiken voor de grenswaarden van verlichting de Richtlijn Lichthinder van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV). We bekijken in het kader van ons omgevingsplan of we rond onze natuurgebieden aanvullende regels op kunnen nemen die de donkerte daar nog beter beschermen.

Trillingen

Overlast van trillingen is vaak aan de orde bij spoorwegen. Of bij verkeer over bruggen en soms bij tijdelijke werkzaamheden. In Het Hogeland volgen we hiervoor de landelijke regels.

Luchtkwaliteit

De kwaliteit van onze lucht is hier vaak goed. We hechten ook veel waarde aan schone lucht. Onze grote industrie en onze vervoersbewegingen zijn de belangrijkste spelers die invloed hebben op onze luchtkwaliteit. Vanuit onze visie op duurzaamheid werken we aan een schone, circulaire industrie en aan duurzaam en alternatief vervoer. Voor luchtkwaliteit hanteren we de wettelijke waarden. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft advieswaarden voor luchtkwaliteit vastgesteld, die lager zijn dan de huidige Europese grenswaarden. Bij de opstelling van het omgevingsplan gaan we kijken of het noodzakelijk is om gebiedsgericht tot aanscherping te komen. 

Radioastronomie

De ontwikkeling van de radioastronomie en het voorkomen van verstoring zijn van belang voor Nederland. In het noorden van het land ligt de radiotelescoop LOFAR met 52 stations. De beschermingszones rond deze stations liggen ook in Het Hogeland. Om elektromagnetische storing op de radiotelescopen te voorkomen, nemen we de belangen van het Nederlands Instituut voor Radioastronomie, ASTRON, mee bij plannen in onze gemeente, waaronder bij plannen in het kader van de energietransitie.

Omgevingsveiligheid

Omgevingsveiligheid gaat over het inschatten van risico’s van bijvoorbeeld het vervoer of de opslag van gevaarlijke stoffen. Ook straalpaden, hoogspanningsleidingen en gasleidingen brengen veiligheidsrisico’s met zich mee.

Op dit moment voldoen we aan alle landelijke minimumeisen op dit vlak. We hebben zelf geen aanvullend beleid. Met de Omgevingswet krijgen gemeenten meer ruimte om zelf keuzes te maken. Wij leveren maatwerk waar dat nodig is. Bij nieuwe plannen gebruiken we de volgende uitgangspunten:

  • Veiligheid is een belangrijk ordenend principe waarbij we gebiedsgericht primair inzetten op het voorkomen van onnodige veiligheidsrisico’s en het houden van afstand ten opzichte van risico-ontvangers.

  • Een hogere bescherming tegen risico’s in woongebieden en dorpscentra en een lager niveau van bescherming op bedrijventerreinen.

  • Voor nieuwe risicovolle activiteiten zoeken we ruimte op plekken waar de veiligheidsrisico’s lager zijn.

  • Bij ontwikkelingen rond de energietransitie houden we aandacht voor mogelijke veiligheidsrisico’s.

In onze ambities geven we aan dat we ruimte willen geven aan de ontwikkeling van de Eemshaven als hub voor groene energie. We weten nog niet hoe dat precies vorm krijgt, maar onder andere waterstof als drager van energie is daarbij een mogelijkheid. Uiteraard houden we bij alle ontwikkelingen steeds oog voor de omgevingsveiligheid en de eventuele veiligheidsrisico's die plannen met zich meebrengen.

Bodem en ondergrond 

De basis van onze gemeente is gevormd door onze ondergrond. De ondergrond is alles wat zich onder het maaiveld bevindt. Dus:

  • de bodem (klei, veen);

  • het grondwater, en;

  • het bodemleven (beesten en bacteriën).

We beschermen de bodemwaarden waar dat nodig is en gebruiken daarvoor de wettelijke kaders. Ook dragen we zorg voor de bescherming van onze vitale ondergrondse infrastructuur, zoals elektra- en datakabels.

Verschillende ambities, bijvoorbeeld rond klimaatadaptatie, hebben gevolgen voor de bodem. Wij vinden het belangrijk dat we op een slimme manier gebruik maken van onze bodem. Onze bodem biedt immers ook kansen voor maatschappelijke opgaven. Bijvoorbeeld door het gebruik van bodemwarmte als nieuwe vorm van verwarming voor woningen. Daarbij hebben we aandacht voor ongewenste effecten op het grondwater en de ondergrondse infrastructuur. Dat geldt in ieder geval voor de drinkwaterleidingen die onder andere vanwege legionellavorming niet teveel opgewarmd mogen raken.

Water

Ons watersysteem is de basis. Water is van waarde voor ons allemaal. Het is een eerste levensbehoefte. Het zorgt voor bedrijvigheid, bevordert welzijn en ontspanning en is belangrijk voor de biodiversiteit. Ook is schoon water en de beschikbaarheid van drinkwater van groot belang voor de volksgezondheid. Bij alle plannen waar water een belang is, betrekken we vroegtijdig het Waterschap Noorderzijlvest.

Voor alle plannen moet daarnaast een toets ‘Weging van het Waterbelang’ worden gedaan. Het zorgplichtbeginsel vanuit de Drinkwaterwet krijgt hierdoor een prominentere plek in de afweging van plannen en drinkwater wordt integraal onderdeel van de nieuwe toetsing ‘Weging van het Waterbelang’. Deze toets moet laten zien dat een plan geen negatieve gevolgen heeft voor ons watersysteem.

We bekijken of we bij het omgevingsplan ook een norm op willen nemen voor verharding van het perceel. Deze norm geeft dan aan welk deel van een perceel maximaal mag worden verhard. Zo sturen we op voldoende ruimte voor het laten bezinken van het regenwater in de bodem voordat het wordt geborgen en afgevoerd.

Samen met waterschap Noorderzijlvest zorgen we dat onze waterhuishouding op orde is. Dat is een taak die voortdurend aandacht vraagt. Want bijvoorbeeld door klimaatverandering zien we ook veranderingen in ons watersysteem. Soms hebben we last van extreme buien, op andere momenten juist veel droogte. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn we als gemeente verantwoordelijk voor de volgende watertaken:

  • Het inzamelen van het afvalwater dat in het bebouwd gebied is geproduceerd;

  • Het inzamelen van het regenwater dat niet mag of kan worden gebruikt voor de lokale waterhuishouding;

  • Het beperken van structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de bestemming van de grond;

  • Het transporteren van het ingezamelde water naar een geschikt lozingspunt;

  • Het beperken van ongewenste emissies naar oppervlaktewater, de bodem en het grondwater;

  • Het beperken van overlast voor de omgeving (in de brede zin van het woord).



We hebben in ons gemeentelijk water- en rioleringsplan 5 kernthema’s benoemd die extra aandacht vragen.

 

  • a.

    Kwetsbaarheid en samenwerking. We willen steeds meer samenwerken met andere gemeenten en het waterschap in onze waterketen om onze werkzaamheden te optimaliseren en van elkaars kennis gebruik te maken.

  • b.

    Klimaatadaptatie. We stellen een klimaatagenda op en ontwikkelen een nieuwe werkwijze om plannen te toetsen op klimaatbestendigheid. Bij nieuwe plannen kiezen we er steevast voor om regenwater af te koppelen waar dat kan. Zodat we het regenwater als bron van schoon water weer benutten. We kiezen voor het vasthouden van het regenwater op de plek waar het valt. Dat is het uitgangspunt voor de inrichting van ons openbaar gebied. Daarna maken we plekken waar we het water tijdelijk bergen (een wadi bijvoorbeeld) en dan pas voeren we het water af naar sloten en vijvers.

  • c.

    Ketensturing. We willen onze afvalwaterketen optimaliseren.

  • d.

    Waterkwaliteit. We werken aan een robuust en kwalitatief goed watersysteem. Bij nieuwe plannen maken we gebruik van duurzame systemen voor afvalwater en onze gemengde rioolstelsels zullen we stap voor stap vervangen. Waar dat kan koppelen we het regenwater af. Zodat we het regenwater als bron van schoon water weer benutten.

  • e.

    Duurzaamheid. Met duurzaam waterbeheer zetten we in op natuurlijke processen om de waterkwaliteit zo hoog mogelijk te houden.

 

5 Van visie naar kompas

5.1 Inleiding

afbeelding binnen de regeling
Onderdendam en WinsumDelien Dijkema

 

We zijn een gemeente vol verschillen. We koesteren die verschillen, houden er aan vast en we bouwen er op verder. Daarom hebben we ons toekomstbeeld en onze ambities vertaald naar een kompas per gebied.

In het kompas van elk gebied maken we zichtbaar hoe we onze ambities willen uitwerken. We kijken daarbij bewust niet te ver vooruit, een jaar of tien, en kiezen voor de nu beste eerste stappen. We werken stap voor stap, want we merken dat ontwikkelingen elkaar snel opvolgen. Zo houden we ruimte om te schakelen en onze ambities en keuzes bij te stellen als dat nodig is.

In de kompassen omschrijven we wat we van waarde vinden in het gebied en wat we graag behouden. We geven ook aan waar we op in zetten in het gebied en hoe we dat willen doen. We nodigen onze samenleving nadrukkelijk uit om plannen te maken die een positieve bijdrage leveren aan het gebied!

5.2 De gebieden

We hebben de gemeente verdeeld in drie gebieden, van noord naar zuid. Deze gebieden hebben we gekozen omdat ze vergelijkbare waarden hebben, een logische ruimtelijke en sociale samenhang en een gedeelde dynamiek. De drie gebieden zijn:

 

  • a.

    Wad een kust!  – de Waddenzee, onze kustlijn, kustpolders en de havens;

  • b.

    Wereld van wierden – de oude wierdendorpen en het omringende landschap: van Ulrum tot Roodeschool;

  • c.

    Groene hart bij de Stad – de dorpen rond de stad Groningen, tussen Adorp en Bedum.

De grenzen tussen de gebieden zijn niet hard. Het is een globale scheidslijn. We leveren steeds bij ieder plan maatwerk en kijken zo nodig over de globale gebiedsgrenzen heen.

5.3 Gebieden en hun waarden

Van elk gebied zijn hun waarden in beeld gebracht en op papier gezet. Per gebied gaan we daar expliciet op in. Voor ons zijn de waarden van het gebied steeds het vertrekpunt voor nieuwe ontwikkelingen. We willen de waarden behouden en waar mogelijk ook versterken

afbeelding binnen de regeling
WaardenkaartGemeente Het Hogeland

6 Kompas gebied - Wad een kust

6.1 Karakter van het gebied

afbeelding binnen de regeling
ZoutkampTerry Seelen

 

Waarden van het  Kompas gebied - Wad een kust  

 

  • a.

    Weidse Waddenzee als Werelderfgoed:

    • 1.

      Landschap gevormd door wind en getijden

    • 2.

      Rottumeroog en Rottumerplaat als vrijwel onbewoonde eilanden

    • 3.

      Estuarium van de Dollard

    • 4.

      Grote soortenrijkdom in dieren en planten

    • 5.

      Kwelders

  • b.

    Nationaal park Lauwersmeer, natuur rond een oude zeearm:

    • 1.

      Wildernis van eilandjes, bos, rietvelden en ruige graslanden

    • 2.

      Duisternis, aangewezen als Dark Sky Park 

    • 3.

      Paradijs voor vogels op een vroegere zeebodem

    • 4.

      Marnewaard als militair oefengebied

  • c.

    Havens van Lauwersoog en Eemshaven als plek waar water en land samenkomen, met bijbehorende economische dynamiek en toeristische infrastructuur

  • d.

    Landbouw in de polders

  • e.

    Zeedijk als verbindend element, polderdijken en dijkcoupures

  • f.

    Weidsheid, altijd zicht op de horizon

  • g.

    Rust

  • h.

    Kolken als kleine natuurgebiedjes en zichtbare restanten van dijkdoorbraken

  • i.

    Linten van verspreid liggende boerderijen als beplante eilanden in de polders

  • j.

    Kenmerkende opstrekkende verkaveling

  • k.

    Toeristisch Lauwersoog met het Werelderfgoedcentrum, haar vele vakantiewoningen, strand, visafslag, vissersvloot en sluizen

  • l.

    Noordpolderzijl met de kleinste zeehaven van Nederland en oude sluiswachterswoning (Zielhoes)

  • m.

    Verscheidene cultuurhistorische waarden zoals: 

    • 1.

      Vissershuizen van Zoutkamp

    • 2.

      Schotbalkhuisjes

    • 3.

      Monumentale en karakteristieke boerderijen

    • 4.

      Groninger slingertuinen op sommige boerenerven

    • 5.

      Molens 

afbeelding binnen de regeling
Waardenkaart kompasgebied - Wad een kust!Gemeente Het Hogeland

Beschrijving van het gebied

Dit gebied is het jongste gebied van de gemeente. Lange tijd zee. Door natuurlijke processen en de noeste arbeid van inwoners en kloosterlingen ingepolderd. De worsteling met de Waddenzee en de geneugten van de zee zijn in dit gebied overal zichtbaar. Zoals in Zoutkamp als oude havenplaats met kleurrijke vissershuizen en visverwerkende industrie. Of in Lauwersoog met haar haven en het Lauwersmeergebied, een uniek natuurreservaat ontstaan na afsluiting van de zee. En ook bij de Eemshaven, de economische groeizone van de gemeente en de provincie. Als diepzeehaven en energiepoort internationaal verbonden.

De zeedijk is de lange verbindende schakel van het gebied. De duidelijke afscheiding tussen land en zee. Met landinwaarts vele oude zeedijken met hun kenmerkende dijkcoupures en schotbalkenhuisjes. Op plekken waar de dijk eens is bezweken zien we wielen (kolken) achter de dijk. In de ontstane polders heeft de akkerbouw haar plek op de vruchtbare grond, ook al stelt het zouter worden van de bodem de huidige landbouw wel voor uitdagingen. De weidsheid in het gebied is indrukwekkend. Over land en over de Waddenzee die als UNESCO werelderfgoed een uniek natuurlijk systeem omvat met getijden en bijzondere planten- en diersoorten.

6.2 Waar willen we aan werken?

Ambitie 1 - Pronkjewail Hogeland

  • Beschermen en ontwikkelen de natuurwaarden in de Waddenzee, het Lauwersmeergebied en op onze eilanden.

  • Versterken van de belevingskracht van onze kustlijn op en achter de dijk.

  • Vasthouden aan een opzet van plekken waar reuring zich concentreert (rond de havens) en waar rust en weidsheid de boventoon voert (en de recreatie kleinschalig en ingetogen is).

  • Vergroten van de aantrekkingskracht van de havens voor toeristen en bezoekers. Externe veiligheid is een bepalende factor voor de mate waarin.

  • Vergezichten behouden als unieke kwaliteit van onze polders.

Ambitie 2 - Levend(ig) Hogeland

  • Donkerte is en blijft een kernwaarde van het gebied: in het bijzonder in het Lauwersmeergebied en de kuststrook en uitgezonderd de Eemshaven.

  • Buiten de havens, zo nodig strengere eisen aan geluid, luchtkwaliteit, licht en geur als dat de beleving en de leefkwaliteit van de Waddenzee en het Lauwersmeergebied ten goede komt.

  • In de dorpen is beperkt ruimte voor nieuwe woningen, als dat een aanvulling is op het bestaande aanbod en past bij de behoefte van het dorp.

  • Bij Zoutkamp kan als goed met het openbaar vervoer bereikbaar centrumdorp extra woningbouw een stimulans zijn voor de centrumfunctie van het dorp.

Ambitie 3 - Ondernemend Hogeland

  • Doorgaan met de ontwikkeling van Lauwersoog op basis van het programma Waddenkust en Reitdiep.

  • Ruimte voor de landbouw in de polders: (op)nieuw pionieren.

  • Ruimte voor verbreding, vergroting of verandering van de agrarische bedrijven, als het past bij het gebied en koppelkansen worden benut.

  • Stimuleren verdere economische groei van de twee grote havens:

    • Benutten en versterken van de rol van Eemshaven als energie-hub van Nederland;

    • Werken aan de potenties van de Eemshaven als grote speler in de waterstofeconomie;

    • Ontwikkelen Oostpolder als uitbreiding van de Eemshaven gericht op bedrijvigheid waarvoor de beschikbaarheid van voldoende duurzame energie een belangrijke vestigingsvoorwaarde is;

    • In Lauwersoog ondersteunen van de ontwikkeling tot een toekomstbestendige en duurzame vissershaven.

Ambitie 4 - Groenbewust Hogeland

  • Ruimte voor nieuwe teelten en optimalisatie van teelten, als dat geen afbreuk doet aan de waterkwaliteit.

  • Uitvoering geven aan de 'Agenda voor de Wadden'.

  • Vergroten van de biodiversiteit door de natuurwaarden buitendijks ook binnendijks te versterken.

  • Ruimte voor verduurzaming van bedrijven passend bij de maat en schaal van hun erf of terrein.

  • Verduurzamen van bedrijvigheid in de haven van Lauwersoog.

  • Inzetten op groei van de waterstofeconomie bij de Eemshaven.

  • Windparken concentreren rond de Eemshaven.

  • Nieuwe woonbuurten zijn duurzaam, klimaatadaptief en circulair en geven ruimte voor een vergroting van de biodiversiteit.

6.3 Toelichting

Ons kustgebied is een van onze belangrijkste parels. Vanwege de havens en de daaraan verbonden bedrijvigheid. Vanwege de kilometers lange zeedijk die ons land beschermt tegen het water maar ook de grens is van onze inpolderingsdrang. Vanwege de landbouw op de bijzonder vruchtbare kleigrond. En niet in de laatste plaats vanwege de wereldwijd unieke natuurwaarden van de Waddenzee en onze eilanden.

Het Wad

Als getijdensysteem is ons Wad uniek. Het systeem van getijden maakt van de Waddenzee een belangrijk paai, opgroei- en doortrekgebied voor vissen en daarom ook een belangrijk gebied voor alle soorten dieren en planten die daar weer van profiteren. Niet voor niets is de Waddenzee ook een belangrijke tussenstop in de internationale trekroute voor vogels.

In de Agenda voor de Wadden hebben we de doelstellingen voor het Waddengebied onderschreven:

  • De natuur is en blijft van wereldklasse en ontwikkelt zich verder, in samenhang met de natuur over de grens;

  • De unieke waarden van het landschap en het cultureel erfgoed blijven behouden en ontwikkelen zich verder;

  • In het Waddengebied is het goed, veilig en klimaatbestendig wonen, werken en recreëren.

  • De economische sectoren excelleren, in de context van het Werelderfgoed Waddenzee.

Voor onze gemeente betekent dat expliciet dat we ons voortdurend inzetten voor het in stand houden en verbeteren van de natuurlijke leefkwaliteit in de zee en op onze eilanden Rottumeroog en Rottumerplaat. Openheid, stilte en donkerte zijn voor het Wad belangrijke kernwaarden die we onderstrepen. Deze waarden botsen met de activiteiten in de Eemshaven waar veel geluid en lichtuitstraling is (de Eemshaven is in het donker de lichtste plek van de hele provincie). We zetten ons samen met de provincie Groningen actief in voor het verminderen van de lichtuitstraling en geluidhinder in de Eemshaven.

Beleven

We bieden ook de ruimte om van het Wad te genieten, juist omdat het Wad en onze kustlijn zoveel te bieden hebben. Dat laten we nog te weinig zien, hoewel we met het Werelderfgoedcentrum een mooie stap hebben gezet. We geven ruimte aan ontwikkelingen die de beleving van onze kust vergroten en zetten de bestaande bijzondere ervaringen, zoals het wadlopen, meer in de schijnwerpers. Daarbij hanteren we wel het principe van plekken met reuring en rust daar tussenin. Dat sluit aan bij de afspraken die we hebben gemaakt in de ‘Agenda van de Wadden.’ We koppelen de versterking van onze kust aan de versterking van de recreatieve beleving en aan de vergroting van biodiversiteit en natuurwaarden.

Programma voor de kuststrook

Wij zien het kustgebied als een samenhangende, verbonden robuuste zone binnen- en buitendijks. De dijk is geen barrière maar een plek waar water en land samen komen.

In het kustgebied spelen diverse opgaven: de versterking en veiligheid van de kust (binnen- en buitendijks) als gevolg van de zeespiegelstijging en het realiseren van een robuust watersysteem met voldoende beschikbaarheid van zoet water (zowel in de toevoer als in de omvang van de zoetwaterlens) en passende zoet-zoutwaterovergangen.

Dat gecombineerd in een gebied waar de landbouw van internationale waarde is en moet blijven, maakt dat we willen werken aan een visie op het kustgebied. We streven naar een kustgebied dat in

economisch, ecologisch en cultureel opzicht wordt gewaardeerd en in balans is. Deze visie maken we in samenwerking met onze gebiedspartners en vanuit het gedachtegoed van de 'Agenda voor de Wadden'. In overleg bekijken we met de provincie Groningen en het waterschap Noorderzijlvest vanuit gedeelde belangen hoe we de totstandkoming van deze visie op de kuststrook vormgeven.

Als gemeente vertalen we de te ontwikkelen visie in een gebiedsgericht programma: Waddenkust en Reitdiep’. Dit programma strekt zich ook uit over delen van de kompasgebieden ‘Wereld van Wierden’ en ‘Groene Hart bij de Stad’. In het programma verbinden we de visie aan een concrete uitvoeringsagenda waarbij we landbouw, recreatie, economie, leefbaarheid, verduurzaming en natuur aan elkaar koppelen. Het Investeringskader Waddengebied en het Waddenfonds kunnen in financieel opzicht een ondersteuning zijn in de uitvoering van het programma.

Reuring...

De haven van Lauwersoog is een plek van reuring. Naast de economische potentie heeft de haven ook veel waarde voor toeristen die een visje komen eten of komen kijken naar de schepen. Met het Werelderfgoedcentrum hebben we een plek waar bezoekers de bijzondere natuur en getijden van de Wadden kunnen ontdekken.

Lauwersoog is de ideale recreatieve hotspot en uitvalsbasis om onze gemeente te ontdekken. Met onze samenwerkingspartners werken we verder aan het maken van een kwaliteitsslag voor zowel het verduurzamen van de haven als de ontwikkeling van de natuur in en rondom het Lauwersmeer.Het Inspiratiedocument Natuurlijk Lauwersoog en de Toekomstagenda Lauwersmeer vormen daarin een waardevolle bijdrage. Dit biedt namelijk kansen voor ontwikkeling op de lange termijn op economisch, ecologisch en klimaatadaptief vlak. We richten ons op het bieden van een totaalbeeld: Lauwersmeer, strand, natuur, haven en (outdoor)recreatie.

In de Eemshaven willen we, naast de rol in de waterstofeconomie, in een klein gebied ook zorgen dat het een plek wordt waar het voor eilandbezoekers goed toeven is. Waar het comfortabel wachten is op de boot naar Borkum of Noorwegen. Daar spelen we op in bij de inrichting van het gebied, door aangename verblijfsplekken en goede looproutes te maken in het verblijfsgebied tussen het station, de parkeerplaats en de boot. De rest van de Eemshaven is industriegebied dat, vanwege externe veiligheid, niet geschikt is als recreatiegebied.

...En rust

De kustlijn tussen de grote havens is de plek van rust. Hier is de mogelijkheid om in stilte te genieten van de vergezichten over land en over zee. Noordpolderzijl is authentiek en bescheiden. De combinatie van haven en de opgang naar de kwelders is uniek. Dat koesteren we. We geven de ruimte aan kleinschalige initiatieven die verder bouwen op deze beleving. Dat doen we heel beperkt: in aantal en in omvang. Onze kustlijn mag geen strook vol publiekstrekkers worden.

Eemshaven

De Eemshaven is onze economische kernzone met groeipotentie. De regio is door het Rijk aangewezen als ’hydrogen valley’; de regio voor de ontwikkeling en toepassing van waterstof. Wij zetten vol in op de mogelijkheden om de Eemshaven te laten groeien tot energiehub en centrum voor de productie en verwerking van waterstof. De Eemshaven is een belangrijke spil in het Eems-Dollardgebied, dat voor Nederland een bepalende rol vervult in de energieketen door het opwekken, aanlanden en balanceren van duurzame energie.

We koersen op een Eemshaven die steeds meer circulair wordt. Samen met het havengebied in Delfzijl zien we kansen voor een vergroening van de economie, waarbij bedrijven onderling warmte, water en grondstoffen uitwisselen. We stimuleren bedrijven in de Eemshaven om te verduurzamen en geven ook ruimte voor nieuwe bedrijvigheid die gebonden is aan de beschikbaarheid van duurzame energie. Met de voorgenomen ontwikkeling van de Oostpolder zetten we daarvoor flinke stappen.

We weten niet precies hoe de energie- en waterstofeconomie zich zal ontwikkelen. Deze energie-economie zal wel een groot ruimtebeslag met zich meebrengen. Met de aanleg van de Oostpolder bieden wij daar ruimte voor. Daarom gaan we in de komende jaren aan de slag met het gebiedsprogramma Eemshaven+, voor het gebied in en rond de Eemshaven. De raad heeft hiervoor de kaders vastgesteld. De huidige structuurvisie voor het Eems Dollardgebied legt de basis voor het programma. Het programma maken we samen met onze gebiedspartners. In het programma onderzoeken we hoe we de economische ontwikkeling van de haven kunnen koppelen aan duurzame energie, toekomstbestendige landbouw, natuur, klimaatadaptatie en een goed woon- en leefklimaat voor onze inwoners.

We verwachten dat met deze inzet de Eemshaven zich zal ontwikkelen tot een plek voor specialistische arbeidskrachten, van hoogopgeleide onderzoekers tot praktijkgeschoolde vakmensen. Onze leerwerktrajecten zetten we ook in om inwoners die nieuw of ander passend werk zoeken een goede startkwalificatie te geven voor het werkaanbod in de Eemshaven.

De Eemshaven zal een spin-off genereren voor de directe woon- en leefomgeving. Onze investeringen richten zich daar ook op: de omliggende dorpen moeten mee profiteren van de ontwikkelkracht van de Eemshaven. Voor nieuwe arbeidskrachten zoeken we ruimte rond Uithuizen, Uithuizermeeden en Roodeschool. Deze dorpen liggen in de nabijheid van de Eemshaven en zijn goed, duurzaam bereikbaar met het openbaar vervoer.

Innovatieve teelt in de polders

Achter de kustlijn, maar onlosmakelijk onderdeel van de kuststrook zijn onze zeekleipolders: van oudsher ons belangrijkste landbouwgebied. De pootaardappelteelt is hier sterk vertegenwoordigd en van internationale faam. We willen dat er in de polders ruimte blijft voor hoogwaardige, innovatieve landbouw. Onder andere door ruimte te blijven geven om te experimenteren met en ontwikkelen van nieuwe teelten die helpen om te groeien naar een duurzame en toekomstbestendige landbouwsector. Zo blijven we koploper op landbouwkundig gebied. We zien hier ook in de polders kansen om de biodiversiteit te versterken. Dat kan op kleine schaal, bijvoorbeeld langs akker- en slootranden. Zo verbinden we binnendijks met buitendijks en verrijken we de natuurwaarden voor de hele kustzone.

Op deze rijke landbouwgronden is geen ruimte voor grootschalige, commerciële zonneparken. We ondersteunen de boeren wel in de verduurzaming van hun bedrijf. Zo kunnen ze met hun teelten en in hun bedrijfsvoering toekomstbestendig zijn en worden. Daar geven we nu al de ruimte voor op het erf en op het land. We staan voor maatwerk en kijken samen met de ondernemers naar een passende opzet van hun erf. Groter mag en anders mag, maar wel passend bij het gebied: in uitstraling van gebouwen en met een goede, passende erfinrichting en –beplanting. We verwachten dat nieuwe plannen ook een bijdrage leveren aan de verduurzaming van het erf, de gebouwen of de omgeving. Dat kan bijvoorbeeld door te investeren in zonnepanelen op een dak, te investeren in het vergroten van de biodiversiteit, bijvoorbeeld met akkerrandbeplanting, of juist ruimte te bieden aan waterberging.

7 Kompas gebied - Wereld van wierden

7.1 Karakter van het gebied

afbeelding binnen de regeling
De kerk van StitswerdTerry Seelen

Waarden van het  Kompas gebied - Wereld van wierden

 

  • a.

    Grote en kleine wierden en wierdendorpen met:

    • 1.

      Kenmerkende dorpssilhouetten

    • 2.

      Kerk centraal op de wierde met een ossenpad aan de voet

    • 3.

      Een radiale of blokvormige verkaveling

  • b.

    Beplante kwelderwallen met karakteristieke bomenlanen tussen de dorpen

  • c.

    Doorzichten vanuit de dorpen naar het landelijk gebied

  • d.

    Open en kronkelende kweldergeulen zoals het Reitdiep, Fivel en de Lauwers

  • e.

    Historische diepen (Boterdiep, Winsumerdiep) en een stelsel van maren en opvaarten die de dorpen via het water verbinden

  • f.

    Onregelmatige verkaveling

  • g.

    Boerderijen als beplante eilanden verspreid in het gebied

  • h.

    Verbindingen via het spoor met de stad Groningen

  • i.

    Rijk verenigingsleven in de dorpen

  • j.

    Veel cultuurhistorische waarden zoals:

    • 1.

      Beschermde  dorpsgezichten  van  Eenrum, Warffum en de Wadwerderweg

    • 2.

      De vier borgen en oude borgterreinen

    • 3.

      Vele karakteristieke en monumentale gebouwen en boerderijen

    • 4.

      Dorpshavens

    • 5.

      Kerken

    • 6.

      Molens

    • 7.

      Archeologische monumenten

afbeelding binnen de regeling
Waardenkaart kompasgebied - Wereld van wierdenGemeente Het Hogeland

Beschrijving van het gebied

In dit gebied, waar de bewoningssporen eeuwen terug gaan, liggen de meeste van onze dorpen. Vaak klein gebleven, soms gegroeid, maar nooit heel groot geworden. Wel allemaal eigen, authentiek, met hun eigen karakter en zeer betrokken inwoners. Het verenigingsleven is groot, net als het gevoel van saamhorigheid.

Kenmerkend voor het gebied is de samenhang tussen de hogere kwelderwallen waarop de wierden en de dorpen liggen en de laagtes ertussen. In die laagtes stromen maren en liggen vaarten en diepen. Op sommige plekken zoals bij de Fivel, de oude Hunze, het Reitdiep en de Lauwers, is het kronkelende beloop van de oude rivieren heel karakteristiek.

De lange historie van het gebied zien we terug in prachtige boerderijen, fraaie villa’s en arbeiderswoningen, kerken, molens en niet in de laatste plaats de monumentale borgen en borgterreinen. Het hart van Eenrum, de Wadwerderweg in Usquert en het centrum van Warffum zijn rijks beschermde dorpsgezichten. Kronkelende wegen verbinden de dorpen en de boerenerven die verspreid in het gebied liggen. Bomenrijen langs de grotere wegen markeren de verbindingen tussen de dorpen en vormen een kader voor de weidsheid van het gebied. 

7.2 Waar willen we aan werken?

Ambitie 1 - Pronkjewail Hogeland

  • Beschermen van al onze dorpsgezichten en vanuit cultuurhistorie bouwen aan nieuwe pronkjewailen.

  • Stimuleren kleinschalige verblijfsmogelijkheden en nieuwe dagattracties.

  • Beleven van het landelijk gebied aantrekkelijker maken voor inwoners, recreanten en toeristen.

 

Ambitie 2 - Levend(ig) Hogeland

  • Stimuleren samenredzaamheid en zelforganiserend vermogen van de dorpen.

  • Concentreren van regionaal verzorgende functies in Uithuizen en Leens.

  • Versterken van de kwaliteit van de woningvoorraad.

  • Bij nieuwbouw eerst kijken wat binnendorps kan, daarna kleinschalige uitbreiding met kwaliteit en eigen karakter.

 

Ambitie 3 - Ondernemend Hogeland

  • Eigenheid van de winkelgebieden beter benutten.

  • Aanpakken leegstand in de centrumgebieden door het zo compact mogelijk maken van het winkelhart. Dit doen we vanuit het programma Centrumplannen. 

  • Uitbreiding van Edama bij Uithuizen.

  • Doorzetten van mix van functies in het landelijk gebied en zoeken naar meerwaarde voor recreatie, biodiversiteit en verduurzaming.

Ambitie 4 - Groenbewust Hogeland

  • Ruimte voor duurzame energie passend bij de maat en schaal van dorp of erf.

  • Versterken van woningen combineren met verduurzaming ervan.

  • Nieuwe woonbuurten zijn duurzaam, klimaatadaptief en circulair en geven ruimte voor een vergroting van de biodiversiteit.

7.3 Toelichting

In dit gebied liggen veel dorpen. Ieder eigen, allemaal met een lange historie. De dorpen verschillen in omvang, maar zijn nooit heel groot. Voorzieningen zijn niet overal.

Daarom staat de samenwerking en verbinding tussen dorpen in dit gebied voorop. Want dat is de kracht van dit gebied: de samenredzaamheid en het rijke verenigingsleven. We stimuleren het zelforganiserend vermogen van de dorpen via de ondersteuning van onze dorpencoördinatoren en in onze projecten vanuit onder andere het Lokaal Programmaplan.

Netwerk van dorpen

Ieder dorp is anders. Die eigenheid benutten we bijvoorbeeld als onderscheidend vermogen voor de winkelharten van de dorpen. We werken verder aan het ontwikkelen van levendige en compacte winkelgebieden in Leens en Uithuizen. 

Uithuizen en Leens vervullen een verzorgende functie voor een grotere regio. Dat is te zien aan het winkelaanbod en de meeste bovendorpse voorzieningen die in die dorpen zijn geconcentreerd. Deze concentratie is ook ons vertrekpunt als we zoeken naar nieuwe locaties voor bovendorpse voorzieningen. Bij Uithuizen onderzoeken we de mogelijkheid om het areaal bedrijventerrein wat te vergroten. Edama is daarvoor in beeld. Uithuizen willen we als regionaal centrum verder ontwikkelen. Hiervoor maken wij een masterplan.

In een flink aantal dorpen zien we de gevolgen van de aardbevingen. Schoolgebouwen zijn versterkt, vernieuwd, verduurzaamd en bijna energieneutraal. De schoolgebouwen zijn daarnaast getransformeerd naar toekomstbestendige kindcentra. Woningen worden versterkt en tegelijkertijd verduurzaamd. We zetten ons ervoor in dat er voor elke inwoner een passende oplossing komt. We kijken ook breder dan ieder afzonderlijk geval. Wat ons betreft moet de versterking een meerwaarde opleveren voor het hele dorp. Niet alleen door nieuwe, passende en duurzame woningen, maar ook door goed ingerichte straten en een netjes openbaar gebied. Met het programma Aardbevingen werken we als gemeente aan deze opgave. 

Ruimte om te wonen

We geven ruimte om te experimenteren met de woningvoorraad. In sommige dorpen kunnen er woningen bij. Dat geldt in het bijzonder voor de dorpen met een goede openbaar vervoerverbinding in dit gebied: Leens, Baflo, Warffum, Usquert, Uithuizen, Uithuizermeeden en Roodeschool. We zien mogelijkheden om in deze dorpen bijzondere woonmilieus te maken die passen bij de unieke kwaliteiten van onze Hogelandster dorpen. Deze nieuwe woonbuurten moeten een regionale aantrekkingskracht hebben, zodat ze ook voorzien in een regionale woonbehoefte. We vinden het belangrijk dat:

  • het aantal te bouwen woningen past bij de omvang van het dorp (moet proportioneel zijn).

  • optimaal gebruik wordt gemaakt van de eigenheid en kwaliteiten van de plek en het dorp.

  • gezondheid, duurzaamheid en biodiversiteit integraal in de plannen worden meegenomen.

  • vanuit de beoogde locatie het station goed bereikbaar is.

 

In andere dorpen is de vraag vaak juist naar meer passende woningen. Woningen die aansluiten bij de behoefte. Dat zien we onder andere in Ulrum. Voor alle dorpen geldt dat we, zoals ook in de Woonvisie is vastgelegd, ruimte blijven bieden voor kwalitatieve toevoegingen aan het woningaanbod. Dit werken we verder uit in het op te stellen volkshuisvestingsprogramma. Zeker als woningbouwplannen het beter mogelijk maken om zo lang mogelijk te wonen in het dorp dat je lief is (voor jong en oud), geven we daar ruimte voor. We kijken bij woningbouw eerst naar wat binnendorps kan, door hergebruik van leegstaande panden of braakliggende terreinen. Daarna kijken we pas naar kleinschalige uitbreiding passend bij het dorp: in typen, aantal en uitstraling.

Landelijk gebied

De ‘wereld van wierden’ met al haar historie is een visitekaartje van onze gemeente, maar ook kwetsbaar. Daarom kiezen we hier niet voor grootschalige veranderingen en oplossingen. Ook niet in het landelijk gebied. We geven de ruimte om passend in het landschap mee te groeien met de vragen van de toekomst: voor natuur, voor landbouw, voor recreatie en voor energie.

Het landelijk gebied is van oudsher een landbouwgebied. Op veel plekken is de oorspronkelijke verkaveling nog goed zichtbaar. Het gebied is relatief kleinschalig en heeft een variatie aan akkerbouw, veeteelt en kleinschalige natuur. Die mix aan functies zetten we door, waarbij de landbouw de belangrijkste functie zal blijven. We staan open voor verbreding, verandering of vergroting van boerenerven als dat past binnen de maat en schaal van het gebied. We verwachten wel dat bij ontwikkelingen op een boerenerf koppelkansen worden benut, omdat we in dit gebied de mix aan functies willen versterken. Deze koppelkansen leiden bijvoorbeeld tot recreatieve meerwaarde, of vergroening of verduurzaming van het bedrijf en het erf. Een goede landschappelijke inpassing van het erf moet altijd. Ook ontwikkelingen op het vlak van duurzame energie moeten passen bij de maat en schaal van een dorp of een boerenerf. Dat betekent dat we in dit gebied nu niet kiezen voor grote zonneparken of forse windturbines. Zo hebben we dat ook al in ons beleid vastgelegd.

We bouwen verder op de verschillen die er in het landschap zijn, bijvoorbeeld tussen hoger liggende delen, waar de dorpen en de landbouwgronden liggen, en de laagtes. In die laagtes van de maren liggen kansen voor waterberging en natuurontwikkeling. Denk aan een inrichting met meer natuurvriendelijke oevers en een struinpad, met bijpassend beheer in de vorm van blauwe diensten met een passende vergoeding. Zo vergroten we ons waterbergend vermogen, de biodiversiteit en het recreatieve netwerk voor inwoners en toeristen en verbinden we ‘het oude achterland’ nog meer met de kust.

Historie, landschap en erfgoed

De ‘wereld van wierden’ vertegenwoordigt een bewoningsgeschiedenis die eeuwen teruggaat. Deze bewoningssporen vinden we ondergronds en bovengronds nog terug. Er zijn vele archeologische monumenten en vindplaatsen. In de dorpen en in het landschap zien we de rijke geschiedenis: met borgen, met kerken en molens, met dijken, lager liggende kronkelende maren en hogere kwelderwallen en wierden. Niet voor niets zijn er in dit gebied drie rijks beschermde dorpsgezichten: Eenrum, Warffum en de Wadwerderweg en nog vele dorpsgezichten die meer dan de moeite waard zijn om te behouden. Denk aan Kantens, fraai aan het Boterdiep, aan Zandeweer met haar markante molen en wierdendorpen als Warfhuizen, Tinallinge of Rasquert.

In dit gebied vinden we ook de landelijke lintdorpen zoals Kloosterburen, Hornhuizen, Pieterburen, Westernieland, Den Andel en Roodeschool. In deze dorpen is het landschap zichtbaar en voelbaar tot in de dorpskern. Dat is een waarde die we willen behouden en dat vraagt dus voortdurend zorgvuldigheid bij het inpassen van nieuwe plannen.

Het landschap en de dorpen van de 'wereld van wierden' zijn uniek en de historie nog op vele plekken afleesbaar. Daar zijn we trots op, het maakt ons bijzonder. Het gebied is (voor een deel) misschien nog 'onbekend en onbemind'. Maar juist deze eigenheid, de rust, de weidsheid en de authenticiteit zijn de grote kracht van het gebied waar we verder op bouwen.

Onze cultuurhistorische waarden beschermen we. Het is een belangrijk deel van de identiteit van het gebied en van de inwoners. We verwachten ook dat initiatiefnemers zorgvuldig met deze waarden omgaan, zowel onder als boven de grond, vanuit het principe ‘behoud door ontwikkeling.’ Zeker in dit gebied kan cultuurhistorie de inspiratiebron zijn voor de ontwikkeling van nieuwe pronkjewailen.

Wat ons betreft zetten we met deze nieuwe pronkjewailen het gebied ook recreatief nog meer op de kaart. Als historisch achterland van de kuststrook kan het gebied een goede uitvalsbasis zijn om van Wad tot Stad van het Hogeland te genieten.

8 Kompas gebied - Groene hart bij de Stad

8.1 Karakter van het gebied

afbeelding binnen de regeling
WinsumTerry Seelen

 

Waarden van het  Kompas gebied - Groene hart bij de Stad

 

  • a.

    Wierden en wierdendorpen met:

    • 1.

      Kenmerkende dorpssilhouetten

    • 2.

      Kerk centraal op de wierde met een ossenpad aan de voet

    • 3.

      Een radiale of blokvormige verkaveling 

    • 4.

      Dorpshaventjes

    • 5.

      Dorpsbosjes

  • b.

    Weg- en vaartdorpen waarbij de weg of het water de drager van het dorp is

  • c.

    Doorzichten vanuit de dorpen naar het landelijk gebied

  • d.

    Boerderijen als beplante eilanden verspreid in het gebied

  • e.

    De geul van het Reitdiep met de bijbehorende hoogteverschillen, dijkjes en steilrandjes

  • f.

    Stelsel van maren en opvaarten die de dorpen via het water verbinden

  • g.

    Boterdiep, Reitdiep en Winsumerdiep als belangrijke, historische vaarverbindingen

  • h.

    Onregelmatige verkaveling

  • i.

    Verbindingen via het spoor met stad Groningen

  • j.

    Veel cultuurhistorische waarden zoals:

    • 1.

      Beschermde dorpsgezichten van Onderdendam en Winsum

    • 2.

      Vele karakteristieke en monumentale gebouwen en boerderijen

    • 3.

      Kerken die het silhouet van het dorp bepalen

    • 4.

      Dorpshavens

    • 5.

      Archeologische monumenten

afbeelding binnen de regeling
Waardenkaart kompasgebied - Groene hart bij de StadGemeente Het Hogeland

Beschrijving van het gebied

Dit gebied ten noorden van de stad Groningen vormt de noordelijke groene schil van de stad. Hier is de overgang tussen Stad en ommeland vrij abrupt. Dat maakt dit gebied zo kenmerkend: landelijk en groen en toch zo dichtbij alle voorzieningen van Groningen. De Koningslaagte is een belangrijk natuurgebied, de weilanden spelen een rol als plek voor weidevogels. Onderdendam en Winsum hebben beide een rijksbeschermd dorpsgezicht.

Het gebied is al eeuwenlang bewoond. Dat zie je en dat voel je. De dorpen hebben mooie oude dorpsharten met kerken en molens en in het hart van het dorp vaak een kroeg, meestal bij een kruising of de brug over het water. Want van oudsher zijn de dorpen al via het water verbonden: het Reitdiep, Winsumerdiep en Boterdiep zijn belangrijke dragers in het gebied. Inmiddels zorgen goede verbindingen via de weg en het spoor dat de dorpen en de Stad goed bereikbaar zijn.

8.2 Waar willen we aan werken?

Ambitie 1 - Pronkjewail Hogeland

  • Beschermen van de rijks beschermde dorpsgezichten van Winsum en Onderdendam.

  • Vooral de dagrecreatieve mogelijkheden van het gebied verder ontwikkelen en inzetten op optimale recreatieve verbindingen tussen de dorpen en de Stad.

 

Ambitie 2 – Levend(ig)Hogeland

  • Ruimte zoeken in Bedum en Winsum om in de woningvraag vanuit de stadsregio te voorzien.

  • Ruimte voor in aard, maat en schaal passende woningbouw in Adorp, Sauwerd en Zuidwolde.

  • Goede en vlotte verbindingen met Groningen.

 

Ambitie 3 – Ondernemend Hogeland

  • Nieuwvestiging van perifere detailhandel in beginsel op Het Aanleg in Winsum;

  • Uitbreiding van de bedrijventerreinen bij Bedum en Winsum met aandacht en ruimte voor groen ondernemen;

  • Bouwen aan sterke winkelcentra in Winsum en Bedum. Dit doen we vanuit het programma Centrumplannen;

  • Samen met partners ontwikkelen van een toekomstbestendige koers voor het landelijk gebied met ruimte voor de landbouw, natuur, klimaatoplossingen, recreatieve ontwikkelingen, verstedelijking en verduurzaming.

 

Ambitie 4 - Groenbewust Hogeland

  • Ruimte voor duurzame energie passend bij de maat en schaal van dorp of erf.

  • Groene karakter van het gebied behouden door mogelijkheden te onderzoeken van natuurontwikkeling en versterking van natuurwaarden i.c.m. opwek van duurzame energie en recreatieve ontwikkeling van het gebied.

  • Nieuwe woonbuurten zijn duurzaam, klimaatadaptief en circulair en geven ruimte voor een vergroting van de biodiversiteit.

8.3 Toelichting

Dit gebied is de rijke voortuin voor Stad. Rijk in historie, in erfgoed, in natuur. Winsum als mooiste dorp van Nederland met boogbrug en de oude dorpsharten Obergum en Winsum. Onderdendam met een bijzondere geschiedenis als lange tijd belangrijkste plaats in de regio, zoals het voormalige gerechtsgebouw nog steeds laat zien. Bedum met haar kenmerkende scheve toren, Sauwerd en Adorp langs het Reitdiep en Zuidwolde prachtig langs het Boterdiep. Het is een gebied dat de stad verrijkt, zoals omgekeerd de stedelijkheid van Groningen ons verrijkt. Die rijkdom behouden we en beschermen we.

Verbinden en aanvullen

In dit gebied zien we dat de dynamiek van Stad zich verbindt met de dorpse reuring van Het Hogeland. Dat is de kracht van dit gebied en ook waar we verder aan willen bouwen. We zetten hier letterlijk in op goede verbindingen met Groningen: via de weg, het spoor en vooral op de fiets. Met de doorfietsroutes voor het woon-werkverkeer vanaf Winsum en Bedum, maar ook voor recreatieve ommetjes van en naar Stad.

We kiezen ervoor om in dit gebied ruimte te bieden aan een deel van de woningbouwopgave van de regio Groningen - Assen. Daarbij hanteren we het principe van schaal bij schaal en eerst binnendorps wat binnen het dorp kan, voordat we kijken naar uitbreiding. De meeste woningen (altijd een mix van huur- en koopwoningen) komen bij Bedum en Winsum. Bij Zuidwolde, Sauwerd, Onderdendam en Adorp kijken we samen met het dorp wat passend is.

We willen woonmilieus maken die aanvullend zijn op het aanbod in Groningen en aansluiten bij het karakter van het dorp. Dat betekent een dorpse, ongedwongen opzet met een variatie aan woningen en ruimte in de buurten voor groen, speelvoorzieningen en een ‘achterom.’ Buurten die zo zijn opgezet dat elkaar buiten ontmoeten bijna vanzelfsprekend is, met goede verbindingen met het dorpshart en de landerijen rondom.

Daarnaast denken we natuur- en klimaatinclusief: we kiezen voor buurten die zo zijn opgezet dat ze bijdragen aan de ontwikkeling van natuurwaarden en biodiversiteit, bijvoorbeeld met nestkasten of specifieke bermmengsels, dat ze voldoende groen zijn om hittestress te voorkomen en dat ze een watersysteem hebben dat is berekend op perioden van veel regen of grote droogte.

Regionale centra

In Winsum en Bedum versterken we de centrumgebieden. Die weg zijn we met het programma Centrumplannen al ingeslagen en daar gaan we ook op door. We willen deze dorpen als regionale centra verder ontwikkelen. Voor beide dorpen maken wij hiervoor een masterplan. In het geval er sprake is van nieuwvestiging of een gewenste verhuizing van voorzieningen, kiezen we voor het concentreren van regionaal verzorgende functies in de regionale centra. Met de beoogde groei van de dorpen ligt een verdergaande positionering van deze ‘dorpen met regionale aantrekkingskracht’ voor de hand.

We hebben onderzoek gedaan naar de behoefte voor groei van de bedrijventerreinen in Winsum en Bedum. Naar aanleiding van de conclusie van dit onderzoek wordt in beide dorpen meer ruimte voor bedrijvigheid gecreëerd.  

Landelijk gebied

De essentie van het 'groene hart bij de Stad' is het karakter: groen, natuurlijk, weids. Daar zetten we ons blijvend voor in. We zien dat er veel opgaven en kansen in dit gebied samen komen.

In het landelijk gebied bouwen we verder aan de verbinding met en verrijking van de stad Groningen. Het Reitdiep en de Koningslaagte zijn waardevolle recreatieve uitloopgebieden voor de inwoners van de stad en voor Hogelandsters. In deze gebieden komen veel natuurwaarden, landschapswaarden en historie samen. Dat willen we nog beter voor het voetlicht brengen.

We zien landelijk dat er veranderingen zijn in de landbouw en de wens naar meer lokale verbondenheid. Zeker in dit gebied zijn er goede mogelijkheden om het lokaal produceren te verbinden met lokaal verkopen met Groningen als kansrijke afzetmarkt.

We zien ook dat het een gebied is waar naast de landbouw ook andere ontwikkelingen ruimte vragen. De deels lage ligging van het gebied maakt dat de waterbeheersing in het gebied aandacht nodig heeft. Het is ook een gebied waar door de groei van de dorpen een flinke ruimtevraag kan ontstaan voor duurzame energie, vanuit het idee dat de opwek van duurzame energie zoveel mogelijk ook lokaal moet worden opgelost.

Daarom gaan we in de komende jaren met alle partners in het gebied verkennen hoe het landelijk gebied zich hier kan ontwikkelen. Zodanig dat boeren een goede, duurzame toekomst hebben, maar ook alle andere functies een passende plek krijgen. We maken daarvoor een programma. Dat doen we met een integrale blik en vanuit de gedachte dat het gebied in alle opzichten meerwaarde kan bieden. Op de eerste plaats voor onze eigen inwoners, maar in tweede instantie ook voor onze buren, onze toeristen en bezoekers.

Ondernemers in het landelijk gebied vragen we daarom nu al ook om bij hun plannen verder te kijken en breder te kijken dan hun eigen bedrijf, perceel of erf. Zijn er mogelijkheden om nog meer dan eerst de verbinding te leggen met de omgeving? Mogelijkheden om koppelkansen te benutten, bijvoorbeeld op het vlak van biodiversiteit, klimaatbestendigheid of verduurzaming? Zo helpen we elkaar en het gebied naar een robuuste toekomst. We willen dat alle plannen goed passen in het landschap en daar een meerwaarde voor opleveren.

9 Van idee naar plan

9.1 Inleiding

afbeelding binnen de regeling
Wadlopers langs de WaddenkustDelien Dijkema

In deze omgevingsvisie hebben we vastgelegd hoe we als gemeente kijken naar onze leefomgeving. Wat we belangrijk vinden, wat onze ambities zijn en waar we aan werken. De omgevingsvisie gaat dus over wat we willen bereiken als gemeente. Ter vergelijking: in het omgevingsplan staan de regels over wat er wel en niet mag op uw erf en bij uw woning. 

We laten zo veel mogelijk ruimte aan de initiatieven vanuit de samenleving, zolang ze bijdragen aan onze ambities en doelen voor de fysieke leefomgeving, zoals wij die hebben benoemd in deze omgevingsvisie. We zijn als gemeente een betrokken partner en willen dicht bij de initiatiefnemers staan. We:

  • kijken integraal, over onze grenzen heen en verbinden kansen;

  • houden het eenvoudig;

  • zijn flexibel, met oog voor wat kan en mag;

  • zetten het initiatief voorop;

  • staan open voor initiatieven en verkennen waar ruimte geven mogelijk en wenselijk is;

  • bieden maatwerk;

  • zijn helder over onze rol en mogelijkheden.



Heeft u plannen? Een goed idee voor uw erf of uw buurt? Wij staan altijd open voor plannen die onze ambities verder brengen. Het stappenplan hieronder helpt u in de voorbereiding op een gesprek met ons over uw plannen. Want dat vinden we belangrijk. Dat we samen in gesprek gaan en kijken wat er kan en hoe uw plannen gerealiseerd kunnen worden.

9.2 Stappenplan

Ik heb een plan, en dan? Dit stappenplan laat zien welke stappen u kunt zetten voor het realiseren van uw plan en hoe de omgevingsvisie u op weg kan helpen. Het stappenplan laat ook zien waarvoor en wanneer u de gemeente om hulp kunt vragen.

Stap 1 - omvang van het plan

Welke impact heeft uw plan op de omgeving? Verandert u iets aan de omgeving? Als uw plan over kleine veranderingen gaat, is er misschien al ruimte voor. Kijk dan eerst in het omgevingsplan welke ruimte er al is geboden voor uw plan en of u een vergunning nodig heeft. Bij het Omgevingsloket kunt u ook checken of u voor uw plan een vergunning nodig heeft. Heeft u grotere plannen of blijkt dat u toch een vergunning nodig heeft voor uw plan, ga dan door naar stap 2.

Stap 2 - past het plan bij het gebied?

Waar wilt u uw plan realiseren? Zoek het gebiedskompas dat hoort bij uw locatie. Bekijk de bijbehorende waardenkaart om te zien wat wij belangrijk vinden voor het gebied. In het gebiedskompas leest u ook onze ambities voor het gebied en waar wij in dat gebied op inzetten. Wilt u hier eens samen over in gesprek, neem dan contact op met de gemeente.

Stap 3 - past het plan bij onze visie?

Geeft het gebiedskompas onvoldoende houvast? Bekijk dan onze visie. Past uw plan bij de ambities die we in onze visie hebben beschreven? Dan gaan we graag met u in gesprek.

Stap 4 - wat vindt de omgeving?

Hoe kijken de buren of andere omwonenden aan tegen uw plan? Het is belangrijk om hen op tijd op de hoogte te stellen. Natuurlijk kunt u ons vragen om u daar bij te helpen. Via onze website kunt u meer informatie hierover vinden. Zoek daarvoor op ‘de buurt betrekken bij je plannen’. 

Stap 5 - wetgeving

In sommige gevallen moet een plan aan specifieke wet- en regelgeving voldoen. Bijvoorbeeld vanwege mogelijke milieuhinder. Controleer daarom eerst zelf welke regels voor uw plan gelden, bijvoorbeeld in het omgevingsplan. Die kunt u vinden op het Omgevingsloket. Twijfelt u daarna nog? Dan kunt u contact opnemen met de gemeente.

Tot slot

Hebt u een goed beeld van uw plan en hoe het aan kan sluiten bij onze omgevingsvisie? Dien dan een vooroverleg in via onze website. Wij kijken en denken dan met u mee. We bekijken welke stappen nog nodig zijn om een vergunning te krijgen

10 Uitvoering en bijsturing

10.1 Werken in een beleidscyclus

afbeelding binnen de regeling
Boerderijen op het HogelandDelien Dijkema

 

De Omgevingswet gaat uit van een dynamisch systeem van plannen maken. Geen vastomlijnde plannen meer met een vaste doorlooptijd zoals we gewend waren. Maar denken in een beleidscyclus. Deze cyclus zorgt ervoor dat we steeds aansluiten bij de wensen en uitdagingen van dat moment. De beleidscyclus start met de kaders en ambities in een omgevingsvisie. Deze vertalen we in programma’s en in het omgevingsplan en uiteindelijk in de vergunningverlening. Door tussentijds te monitoren, te evalueren en dan onze keuzes bij te stellen, ontstaat een beleidscyclus. Als het nodig is, passen we dan de omgevingsvisie aan.

De snelheid waarmee de cyclus draait is afhankelijk van de snelheid van de ontwikkelingen of de bestuurlijke visie op de ontwikkelingen. Er zijn geen voorgeschreven termijnen.

afbeelding binnen de regeling
De beleidscyclus van de OmgevingswetGemeente Het Hogeland

10.2 Monitoring en evaluatie

In de beleidscyclus hebben alle instrumenten onder de Omgevingswet een plek. De beleidscyclus is opgebouwd rond een systeem van monitoren van wat er in de gemeente gebeurt, het evalueren van beleid en initiatieven, en het al dan niet bijstellen van de omgevingsvisie, de programma’s of het omgevingsplan. De insteek van de Omgevingswet is dat beleidsstukken steeds actueel zijn en worden bijgesteld. Ook de omgevingsvisie moet altijd ‘bij de tijd’ zijn. Daarom zullen we tussentijds de omgevingsvisie monitoren en evalueren en zo nodig aanpassen.

In deze cyclus van monitoring en evaluatie staat de vraag voorop of we als gemeente de goede stappen zetten naar een mooie, gezonde en veilige leefomgeving. Dat doen we aan de hand van de omgevingsaspecten die daarin een rol spelen. Voor de omgevingsvisie zijn dat in ieder geval:

  • Gezondheid;

  • Veiligheid;

  • Omgevingskwaliteit (landschap en cultuurhistorie/erfgoed);

  • Mobiliteit;

  • Duurzaamheid.



Bij de omgevingsvisie is de monitoring in de basis kwalitatief. Bij vergunningen en in het omgevingsplan kan de monitoring meer kwantitatief van aard zijn.

We gaan nog een werkwijze ontwikkelen waarmee we de visie goed kunnen monitoren en evalueren en op basis waarvan we de visie kunnen bijstellen.

10.3 Samenhang met programma’s en omgevingsplan

Programma

De omgevingsvisie stelt ambities. In programma’s, maken we ambities concreet. Willen we het ergens schoner, mooier, stiller of gezonder? Dan geeft het programma aan hoe we dat doel bereiken en hoe we dat monitoren. 

Programma’s kunnen ook speciaal voor een gebied worden gemaakt, bijvoorbeeld omdat er een verzameling van opgaven is voor dat gebied. Dat doen we in ieder geval voor het landelijk gebied in het Waddenkust- en Reitdiepgebied en voor het gebied rond de Eemshaven. 

Omgevingsplan

Het omgevingsplan legt de bestaande waarden vast. Het geeft regels voor wat er wel en niet mag. Het lijkt daarmee op het bestemmingsplan zoals dat eerder bestond. Sinds de inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn de bestaande bestemmingsplannen van rechtswege het tijdelijke gemeentelijk omgevingsplan. De gemeente heeft tot 2032 om dit tijdelijke omgevingsplan te herzien. In 2023 zijn we gestart met deze transitie die naar verwachting nog tot 2032 zal doorlopen.

10.4 Samenhang met beleid van andere overheden

10.4.1 Inleiding

Onze gemeentelijke omgevingsvisie staat niet op zichzelf. Het Rijk heeft de NOVI (Nationale omgevingsvisie), de provincie Groningen heeft haar provinciale omgevingsvisie en Waterschap Noorderzijlvest de BOVI (Blauwe Omgevingsvisie). In het navolgende leggen we uit hoe onze ambities aansluiten bij de ambities uit de visies van het Rijk, de provincie en het waterschap.

10.4.2 Nationale Omgevingsvisie

De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) is de langetermijnvisie van het Rijk op de toekomstige inrichting en ontwikkeling van de leefomgeving in Nederland. De NOVI geeft weer voor welke uitdagingen Nederland staat, wat daarbij de nationale belangen zijn, welke keuzes daarbij horen en welke richting wordt meegegeven aan andere overheden.

Afwegingsprincipes

Het Rijk hanteert 3 afwegingsprincipes voor het maken van ruimtelijke keuzes. Deze 3 principes zijn in de omgevingsvisie van Het Hogeland overgenomen onder 'onze werkwijze':

1. Combinaties van functies gaan voor enkelvoudige functies

In paragraaf 3.2 geven we aan "we zoeken altijd naar koppelkansen en dagen initiatiefnemers daar ook op uit. Het verbinden van kansen geeft vaak meerwaarde voor het resultaat. We kiezen waar dat kan voor multifunctioneel ruimtegebruik, want onze ruimte is kostbaar en schaars".

2. Kenmerken en identiteit van een gebied staan centraal

In paragraaf 3.2 noemen we dat "we bouwen aan onze waarden en onze kwaliteiten. Die staan voorop. Onze waarden en kwaliteiten zijn onze basis. Met ieder plan en ieder idee lukt het ons om aan die waarden en kwaliteiten verder te bouwen".

In de drie gebiedskompassen maken we ook ruimtelijke keuzes vanuit de kenmerken van het gebied.

3. Afwentelen wordt voorkomen

in paragraaf 4.6.2 geven we aan dat we handelen volgens de vier (Europese) milieubeginselen. Afwenteling is een van deze vier beginselen.

De belangrijkste keuzes

De belangrijkste keuzes in de NOVI zijn ook in onze omgevingsvisie vertaald.

Een klimaatbestendige inrichting van Nederland

Dat betekent dat we Nederland zo inrichten dat ons land de klimaatveranderingen aankan. Daarvoor is nodig dat we functies meer in evenwicht met natuurlijke systemen (bodem en water) inpassen.

Een klimaatadaptieve inrichting van zowel onze dorpen als het landelijk gebied zit verweven in alle gebiedskompassen. Klimaatadaptatie wordt ook expliciet benoemd als onderdeel van ambitie 4 - Groenbewust Hogeland.

De verandering van de energievoorziening

Bij de inpassing van duurzame energie hebben we oog voor omgevingskwaliteit. Een voorbeeld hiervan is dat we eerst kijken naar ongebruikte daken om zonnepanelen op te plaatsen.

Het Hogeland kiest voor meervoudig gebruik. In onze energievoorziening zoeken we steeds de mogelijkheden om energie te combineren met andere functies.

De overgang naar een circulaire economie

De overgang naar een circulaire economie waarbij we tegelijk goed kunnen blijven concurreren en een aantrekkelijk vestigingsklimaat bieden. Een voorbeeld is het aanpassen van productieprocessen en het gebruik van reststoffen in het haven- en industriegebied.

Circulariteit is onderdeel van ambitie 4 - Groenbewust Hogeland. Bij de ontwikkeling van de Eemshaven hebben we er expliciet aandacht voor in onze omgevingsvisie.

De ontwikkeling van het Stedelijk Netwerk Nederland

We sturen op een goed bereikbaar netwerk van steden. We gebruiken zo de ambities en mogelijkheden in steden en regio’s in heel Nederland. Voorbeelden van regionale uitwerking hiervan zijn de verstedelijkingsstrategieën, waarin vooruitgekeken wordt hoe verschillende ruimtelijke functies in en rondom steden het beste ingepast kunnen worden.

Het Hogeland werkt op het vlak van verstedelijking samen binnen de regio Groningen - Assen. In onze keuze om nieuwe stedelijke functies zoals woningbouw te concentreren in dorpen die duurzaam bereikbaar zijn sluiten we aan bij de ambities van het Rijk.

Concentreren van logistieke functies

Het bij elkaar plaatsen van zogenaamde logistieke functies (bijvoorbeeld distributiecentra, datacenters) om hiermee de openheid en de kwaliteit van het landschap te behouden. We maken daarbij gebruik van een voorkeursvolgorde logistieke functies.

Het Hogeland kiest alleen voor het uitbreiden van bestaande bedrijventerreinen op basis van behoefteonderzoek. Geen nieuwvestiging.

Toekomstbestendig landelijk gebied

Het toekomstbestendig maken van het landelijk gebied in goed evenwicht met de natuur en landschap. 

In onze omgevingsvisie geven we in de gebiedskompassen aan dat we in het landelijk gebied op zoek moeten naar een toekomstbestendig inrichting waarbij er een goed toekomstperspectief is voor de ondernemers en we komen tot een passende balans van natuur, landbouw, landschap, water, verduurzaming, leefbaarheid en economie.

 

10.4.3 Omgevingsvisie Provincie Groningen

De provincie Groningen werkt aan een nieuwe omgevingsvisie. De hoofdlijnen voor deze omgevingsvisie zijn vastgelegd in een Koersdocument. De provincie Groningen hanteert leidende principes om te komen tot goede passende plannen. Drie van deze leidende principes komen overeen met de principes uit de NOVI. Daar gaan we nu niet opnieuw op in (zie 10.3.2). Het vierde, aanvullende principe is het principe dat ontwikkelingen in afstemming en met meerwaarde voor de samenleving vorm krijgen. In Het Hogeland vinden we dat ook. In het hoofdstuk visie, onder 'onze werkwijze' gaan we daar op in.

In het provinciale Koersdocument staan 4 opgaven centraal. In het navolgende geven we aan hoe de ambities van Het Hogeland hier op aanhaken.

Opgave 1 - Ontwikkelen van een sterke structuur voor innovatie, kennis en werkgelegenheid 

Onze ambitie voor een ondernemend Hogeland geeft richting aan deze opgave. Het Hogeland zet in op een goed ondernemersklimaat en legt de verbinding met het onderwijs. We zetten onder andere in op de verbinding tussen kennis en praktijk en tussen onderwijs en bedrijven om innovaties mogelijk te maken en opleiding en werk op elkaar af te stemmen.

Opgave 2 - Bouwen aan een aantrekkelijke en gezonde woon- en leefomgeving

Onze ambitie Levend(ig) Hogeland ondersteunt deze opgave. We geven aan dat we inzetten op een schone, veilige en prettige leefomgeving voor jong en oud. We bouwen vanuit de basis van saamhorigheid doorlopend aan de leefbaarheid van onze dorpen. We zorgen dat iedereen die dat wil mee kan doen.

Opgave 3 - Toekomstbestendig maken van het landelijk gebied

De toekomst van het landelijk gebied is ongewis. Dat blijkt uit onze omgevingsvisie. Het door de provincie uitgevoerde gebiedsproces vormt een eerste aanzet tot een toekomstbestendig landelijk gebied, waar wij de balans zoeken tussen natuur, landbouw, landschap, water, verduurzaming, leefbaarheid en economie. In de omgevingsvisie geven we aan om in twee gebieden aan de hand van een drietal programma’s ook met deze inrichting van het landelijk gebied aan de slag te gaan. Het gaat dan om de programma’s Eemshaven+, Waddenkust en Reitdiep en een programma voor het landelijk gebied in ‘Groene hart bij de Stad’.

Opgave 4 - Stappen zetten naar een CO2-neutrale provincie

Deze opgave hangt sterk samen met onze ambitie voor een groenbewust Hogeland. In deze ambitie hebben we verwoord dat we het Klimaatakkoord ondersteunen en een stevige bijdrage willen leveren aan een CO2-neutraal Nederland in 2050.

10.4.4 Blauwe Omgevingsvisie waterschap Noorderzijlvest

Het Waterschap heeft haar visie op het waterbeheergebied vastgelegd in de Blauwe Omgevingsvisie. In deze omgevingsvisie stelt het Waterschap een aantal uitgangspunten op. Deze uitgangspunten passen goed bij onze gemeentelijke ambities. Een deel van de uitgangspunten richt zich op een betere samenwerking als overheidspartners. Daar staan wij ook voor aan de lat. We gaan daar verder aan vormgeven onder de Omgevingswet, die ook vraagt om meer te werken vanuit gedeeld belang. De andere, meer ruimtelijke uitgangspunten lopen we hierna kort bij langs.

Uitgangspunt 1 - Samen blijven we klimaatklaar

Als waterschap willen we niet alleen nu maar ook in de toekomst staan voor een veilig, duurzaam en klimaatbestendig waterbeheer.

In onze gemeentelijke ambitie Groenbewust Hogeland neemt klimaatadaptatie een belangrijke plek in. We verbinden deze klimaatadaptatie in de gebiedskompassen ook aan andere opgaven in stedelijk en landelijk gebied.

Uitgangspunt 2 - Ons watersysteem wordt meer natuurlijk

De grens van de veerkracht van ons huidige watersysteem wordt bereikt door de effecten van klimaatverandering en intensiever grondgebruik. Dit brengt steeds hogere kosten met zich mee en gaat soms ten koste van de natuurlijke kwaliteiten van het systeem. Kortom: het wordt onwenselijk en uiteindelijk te duur om alle problemen technisch op te blijven lossen.

Wij benoemen in de omgevingsvisie de noodzaak om te komen tot een robuust en veerkrachtig watersysteem. In onze gemeente gaat het daarbij ook om kustversterking, zoet-zoutwaterovergangen en de buffering van zoet water. Onze intenties, uitgangspunten en ambities sluiten naadloos aan bij wat het waterschap stelt in de omgevingsvisie.

Uitgangspunt 3 - We faciliteren onze partners in slimme ruimtelijke ontwikkelingen

We willen dat de maatregelen die we nu voorstellen, voor de langere termijn effectief zijn. Samen met de partners werken aan een toekomstbestendig Noord-Nederland is daarom noodzakelijk.

We benutten de uitgestoken hand van het waterschap om al in vroegtijdig stadium samen te werken. Water is voor ons ook een belangrijk belang om mee te wegen in de planvorming. In de uitvoering en bij het ontwerp van plannen is een robuust watersysteem één van de leidende principes.

Uitgangspunt 4 - We werken mee aan een volhoudbare wereld

We hebben maar één wereld. Het moet dus anders. We hebben bij deze opgaven een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid, die we samen met de andere overheden in Nederland ook nemen. Dat hebben we zo afgesproken, bijvoorbeeld in ons Nationale Klimaatakkoord.

Ook Het Hogeland wil haar bijdrage leveren om te voldoen aan de afspraken uit het Klimaatakkoord.

10.5 Samenhang met milieuaspecten

In de Omgevingswet zijn een aantal eisen gesteld aan de omgevingsvisie. Zo moet de omgevingsvisie laten zien hoe we omgaan met de vier milieubeginselen die in Europees verband zijn vastgelegd. Dat hebben we bij de uitwerking van onze ambities en opgaven gedaan.

Ook kan de omgevingsvisie aanleiding zijn om een milieueffectrapport (MER) op te stellen. Dat is een rapport dat de gevolgen voor het milieu in beeld brengt als we de keuzes van de omgevingsvisie gaan uitvoeren.

Voor deze omgevingsvisie is geen milieueffectrapport gemaakt. Die keuze is gemaakt op basis van de antwoorden op onderstaande vragen. Bij de eerstvolgende inhoudelijke herijking van de omgevingsvisie zullen wij wel een milieueffectrapport laten maken. 

1. Is de omgevingsvisie kaderstellend voor toekomstige m.e.r.- (beoordelingsplichtige) activiteiten?

In het besluit MER zijn vele categorieën van activiteiten opgenomen die mogelijk m.e.r.-plichtig zijn. Voor al deze activiteiten zijn drempelwaarden opgenomen. Het gaat dan onder andere om landinrichtingsprojecten groter dan 125 ha, stedelijke ontwikkelingsprojecten van 100 ha (of >2000 woningen), uitbreiding van bedrijventerreinen groter dan 75 ha of de bouw van een windturbinepark. In de omgevingsvisie worden deze activiteiten in deze omvang niet voorzien. Bovendien geeft de omgevingsvisie richting in wat wij belangrijk vinden. De ambities uit de omgevingsvisie zijn dan ook nog abstract en leiden niet tot concrete projecten.

2. Leidt de omgevingsvisie tot significant negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van nabijgelegen Natura 2000-gebieden?

De omgevingsvisie doet onvoldoende concrete uitspraken om te bepalen of er sprake zal zijn van significant negatieve effecten. Er worden bijvoorbeeld geen locaties voor woningbouw of woningaantallen vastgelegd. Op deze punten is nadere studie en uitwerking nodig. Of er sprake is van negatieve effecten in omliggende Natura 2000-gebieden is daarmee afhankelijk van de precieze locatie van een ontwikkeling en van de aard en omvang van de ontwikkeling. In de daadwerkelijke planvorming van projecten komt dit aspect uiteraard wel aan de orde.

3. Overige overwegingen

Deze visie is gebaseerd op het bestaand beleid van de gemeente. Denk aan de woonvisie, het groen- structuurplan en de bedrijventerreinenvisie. Dit beleid heeft de gemeenteraad in de afgelopen jaren vastgesteld. In die zin voegt de omgevingsvisie geen nieuwe ontwikkelingen toe, maar bundelt de visie alle voornemens tot integrale ambities. Bij deze actualisatie is de omgevingsvisie bijgesteld aan de hand van het gemeentelijk beleid dat na 2022 door de raad is vastgesteld. 

10.6 Samenhang met voorkeursrecht

De gemeente kan een voorkeursrecht vestigen op gronden van anderen. 

Als de gemeente een voorkeursrecht heeft, betekent dit dat zij als eerste het recht heeft om een stuk grond te kopen, vooral als ze voor die grond een andere functie wil. Om dit voorkeursrecht te vestigen, moet er een duidelijke reden zijn. Die reden laat zien welke nieuwe functie de gemeente voor de grond in gedachten heeft. De Omgevingswet bepaalt wie zo’n voorkeursrecht mag vestigen en welke regels er gelden om het recht vast te stellen. 

Onze omgevingsvisie wijst geen concrete locaties aan voor een functieverandering. Mochten we als gemeente een voorkeursrecht willen vestigen, maken we dat concreet in een programma of laten we dat blijken uit het omgevingsplan.

10.7 Financiën

10.7.1 Inleiding

We gaan ervan uit dat het budget dat nodig is voor projecten die voortvloeien uit deze visie per project wordt uitgewerkt. We realiseren ons ook dat de beschikbare financiën sturend kunnen zijn of en in welk tempo we onze ambities kunnen realiseren. We maken ons sterk voor het koppelen en verbinden van geldstromen aan de realisatie van onze ambities. Een inbedding van onze eigen projecten in deze grotere structuren helpt ons om de financiering van onze ambities beter mogelijk te maken. Bovendien kan de visie worden gebruikt als onderbouwing in subsidie- en cofinancieringstrajecten.

In onze omgevingsvisie geven we ruimte voor de realisatie van projecten voor een ieder die zich betrokken voelt. We werken graag samen met betrokkenen. Het budget voor een plan wordt dan ook gezamenlijk (en naar rato) opgebracht.

10.7.2 Hoe wij omgaan met verplichte kosten bij ontwikkelingen

De gemeente is verplicht om kosten voor werkzaamheden of maatregelen waar initiatiefnemers van profiteren bij die initiatiefnemers in rekening te brengen. 

Als de gemeente eigenaar is van grond waarop wordt gebouwd is dat gemakkelijk. We berekenen de gemaakte kosten door in de verkoopprijs van de kavels. Als de gemeente geen eigenaar is van de grond kunnen we vooraf een overeenkomst met de eigenaar sluiten. In deze overeenkomst staat welke kosten in rekening worden gebracht. Als het niet mogelijk is om vooraf afspraken te maken moet de gemeente op een andere manier kosten verhalen. Dit kan in het omgevingsplan (de vervanger van het bestemmingsplan) of in een omgevingsvergunning.

In de Omgevingswet geldt het volgende:

1. De gemeente kijkt eerst of vooraf een overeenkomst kan worden afgesloten met de initiatiefnemer

In de Omgevingswet zijn de activiteiten omschreven waarbij het verhalen van kosten verplicht is. Ook geeft de Omgevingswet aan welke soort kosten verhaald worden.

2.    De gemeente regelt het via een omgevingsplan of omgevingsvergunning als ‘stok achter de deur’

Als vooraf geen overeenkomst kan worden afgesloten, verhaalt de gemeente de kosten via het omgevingsplan of de omgevingsvergunning. Dit laatste geldt voor plannen die niet in het omgevingsplan passen. Het daadwerkelijk innen van de kosten vindt plaats via een concreet besluit. In juridische bewoording heet dit een beschikking bestuursrechtelijke geldschuld. In de Omgevingswet bestaan twee mogelijkheden voor het verhalen van kosten als dat niet kan door een overeenkomst vooraf:

  • voor een concrete gebiedsontwikkeling met tijdvak kan in een omgevingsplan of omgevingsvergunning het verhalen van kosten worden geregeld, en;

  • voor organische gebiedsontwikkeling zonder tijdvak kan in het omgevingsplan het verhalen van kosten worden geregeld.;

  • de keuze voor een systeem is afhankelijk van het type gebiedsontwikkeling en is afhankelijk van het ‘tijdvak.’

10.7.3 Hoe wij omgaan met een (niet-verplichte) financiële bijdrage aan ontwikkelingen van een gebied

Naast het hiervoor genoemde verplicht verhalen van kosten, zijn er in de Omgevingswet ook mogelijkheden om een vrijwillige financiële bijdrage te vragen bij ontwikkelingen in een gebied dat niet het te ontwikkelen gebied zelf is (artikel 13.22 van de Omgevingswet). Het gaat hier om bijdragen aan bijvoorbeeld de aanleg van een park of een weg, waar toekomstige gebruikers van het te ontwikkelen gebied ook voordeel van hebben. Het vragen van een financiële bijdrage kan via een vooraf af te sluiten contract, een zogenoemde anterieure overeenkomst.

Het vragen van een financiële bijdrage is mogelijk als er een functionele samenhang is tussen de activiteit en het doel waarvoor een vrijwillige financiële bijdrage wordt gevraagd. Bijkomende voorwaarde is dat de financiële bijdrage is geregeld in een omgevingsvisie of een programma onder de Omgevingswet.

Bovenplanse verevening

Door bovenplanse verevening ontstaat de mogelijkheid om tekorten op de ene locatie te verrekenen met overschotten op een andere locatie. Het is daarbij wel verplicht een fonds in te stellen (of gebruik te maken van bestaande fondsen). Zonder een omgevingsvisie is kostenverhaal van bovenplanse kosten niet mogelijk. In deze omgevingsvisie is het nog niet mogelijk om bovenplanse verevening toe te passen omdat de visie daarvoor te abstract is en daarvoor geen basis biedt. Wanneer de visie concreter wordt gemaakt, zal de visie op dit punt worden aangevuld. Dit zal gebeuren bij de eerstvolgende inhoudelijke herijking.

Financiële bijdrage aan ruimtelijke ontwikkelingen

Wanneer een grondeigenaar de gemeente vraagt om de functie van zijn grond te wijzigen, dan mag de gemeente haar medewerking afhankelijk stellen van de mate waarin deze eigenaar bereid is een bijdrage te leveren aan de kosten voor ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente. Ruimtelijke ontwikkelingen zijn bijvoorbeeld, waterberging, natuur en recreatie, de opwek van hernieuwbare energie en investeringen in het landschap.

In Het Hogeland doen we al sinds jaar en dag investeringen die bijdragen aan een algemene verbetering van kwaliteiten in onze gemeente. Concreet gaat het bijvoorbeeld om investeringen gericht op:

 

  • a.

    De belevingskwaliteit van de woonomgeving (uitzicht, groen, water, landschap en de inrichting van de openbare ruimte);

  • b.

    De functionele kwaliteiten van de woonomgeving (parkeren, sporten, spelen, wandelen, bereikbaarheid en basisvoorzieningen);

  • c.

    De sociale kwaliteiten van de woonomgeving (sociale veiligheid, buurtcontact en het verminderen van overlast);

  • d.

    De bereikbaarheid van woningen, voorzieningen en bedrijvigheid voor inwoners, ondernemers en toeristen;

  • e.

    Het imago, de uitstraling en de aantrekkelijkheid van Het Hogeland.

Deze investeringen hebben een positieve uitwerking op de waarde van het bestaande, maar ook op de marktwaarde van nieuw onroerend goed. De gemeente vindt het daarom gerechtvaardigd om bij het sluiten van een anterieure overeenkomst over de exploitatie van gronden, ook een financiële bijdrage te vragen voor deze gemeentelijke investeringen.

11 Achtergrond

11.1 Herijking van de omgevingsvisie: fase 1 afgerond, op naar fase 2

afbeelding binnen de regeling
Het Hogelandster WadDelien Dijkema

 

Deze omgevingsvisie bouwt voort op de versie die in 2022 is vastgesteld. Die eerste visie is destijds opgesteld op basis van gesprekken met inwoners, dorpen, maatschappelijke organisaties en regiopartners. Het bestaande beleid, dat na de gemeentelijke herindeling in 2019 is vastgesteld, vormde het uitgangspunt hiervoor.

In 2025 hebben we de eerste stap gezet in het herijken van onze omgevingsvisie. Deze eerste stap, fase 1, is inmiddels afgerond. Het doel van fase 1 was om de visie technisch te actualiseren zodat deze voldoet aan de eisen van de Omgevingswet. Ook op inhoud hebben we de visie geactualiseerd Zo hebben we:

  • de visie aangepast aan de wettelijke eisen (STOP/TPOD), zodat deze via het Omgevingsloket beschikbaar is;

  • recente beleidsstukken en deelvisies, zoals de Lokale Klimaatadaptatiestrategie en het Mobiliteitsprogramma, op hoofdlijnen verwerkt;

  • teksten, kaarten en informatiebladen geactualiseerd op basis van nieuwe ontwikkelingen en inzichten.

In deze fase zijn geen inhoudelijke wijzigingen aangebracht aan de doelen en ambities uit de oorspronkelijke visie van 2022. Daarom is er in fase 1 geen brede participatie georganiseerd. Voor de oorspronkelijke visie is al uitgebreid gesproken met inwoners, dorpen en organisaties. Ook voor de beleidsstukken en deelvisies die nu op hoofdlijnen zijn verwerkt, is participatie al meegenomen. We wilden voorkomen dat we inwoners opnieuw benaderen zonder dat er nu daadwerkelijk keuzes voorliggen.

Dat moment komt in fase 2 van de herijking. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2026 gaat de nieuwe raad opnieuw naar de inhoud van de omgevingsvisie kijken. In deze fase worden de doelen en ambities tegen het licht gehouden. Daarbij hoort ook een uitgebreid participatietraject met inwoners, organisaties en andere betrokkenen.  Met de afgeronde fase 1 ligt er nu een actuele en wettelijk goedgekeurde omgevingsvisie die als startpunt dient voor de inhoudelijke herijking in fase 2.

11.2 Gebruikte informatie

We hebben bij het maken van de omgevingsvisie gebruik gemaakt van veel informatie die al beschikbaar was. Deze informatie komt uit ons beleid. Ook hebben we gebruikt gemaakt van trends en ontwikkelingen die door bijvoorbeeld het CBS worden bijgehouden. De informatie hebben we gebundeld in vijf onderwerpen:

 

  • a.

    Wonen

  • b.

    Werk en opleiding

  • c.

    Gezondheid

  • d.

    Mobiliteit

  • e.

    Energie

Van elk onderwerp is een informatieblad beschikbaar. Op dit blad is aangegeven wat er op ons af komt (de trends), wat nu ons gemeentelijk beleid is en waar we staan. De informatiebladen zijn als bijlage toegevoegd.

Bijlage II Overzicht Documentenbijlagen

Informatieblad wonen en leven

/join/id/regdata/gm1966/2025/d25a7a2858c844a0abc323a91a3f1eca/nld@2025‑10‑16;13064404

Informatieblad werk en opleiding

/join/id/regdata/gm1966/2025/690e5a8a99f04b1b93325f96ba266f20/nld@2025‑10‑16;13064404

Informatieblad welzijn en gezondheid

/join/id/regdata/gm1966/2025/0a16b9a9f05d41299c92d76d0a45562c/nld@2025‑10‑16;13064404

Informatieblad mobiliteit

/join/id/regdata/gm1966/2025/f3dd483206e54780b2009de5cdc88afc/nld@2025‑10‑16;13064404

Informatieblad duurzaamheid en energie

/join/id/regdata/gm1966/2025/c4d3c52a179f4ef993ff44a1e72e68dc/nld@2025‑10‑16;13064404

Ambitiekaart

/join/id/regdata/gm1966/2025/17e6ac9078c14421889798953523a136/nld@2025‑10‑16;13064404

Waardenkaart

/join/id/regdata/gm1966/2025/bf38bae12c3f4f69a15e9a565fa208e4/nld@2025‑10‑16;13064404

Waardenkaart deelgebied 1

/join/id/regdata/gm1966/2025/10a02999575842bc8f154a7dfeba7d4c/nld@2025‑10‑16;13064404

Waardenkaart deelgebied 2

/join/id/regdata/gm1966/2025/98a02dc4103347c39328ab088077776b/nld@2025‑10‑16;13064404

Waardenkaart deelgebied 3

/join/id/regdata/gm1966/2025/879d209dbfd646b6b5dd4e2417910871/nld@2025‑10‑16;13064404

Naar boven