Overwegingen ten aanzien van het besluit
op grond van artikel 15 van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW) een verkeersbesluit moet worden genomen voor het plaatsen of verwijderen verkeerstekens en onderborden zoals bedoeld in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (hierna: BABW) voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd;
de genoemde weg niet onder het beheer van het Rijk, de provincie of het waterschap valt, zodat ons College op grond van artikel 18 lid 1 onder d WVW bevoegd om verkeersbesluiten te nemen;
op grond van artikel 3.12.1 van de Mandaat-, volmacht- en machtigingsregeling College Kerkrade 2025 is de bevoegdheid ex artikel 15 WVW gemandateerd aan de directeur Domein Stad, het hoofd Afdeling Stedelijke Ontwikkeling of de Clusterleider Beleid en Ontwikkeling;
op grond van artikel 24 BABW ter zake overleg is gevoerd met de gemandateerde ambtenaar van de korpschef van het politiedistrict Kerkrade, welke zitting heeft in de Werkgroep Verkeer;
het voorstel van het onderhavige besluit conform het advies van de Werkgroep Verkeer is;
Achtergrond
De Haanraderweg zal worden gereconstrueerd waardoor er de mogelijkheid komt om de weg en de bijbehorende functies verkeersveiliger in te richten. Hierbij hoort ook het zo goed als mogelijk voldoen aan de CROW richtlijnen die gesteld zijn voor inrichting van gebiedsontsluitingswegen binnen de bebouwde kom. Hierbij hoort ook het laten halteren van een bus in een zogenoemde haltehaven. Op de huidige locatie van de halte is dit niet mogelijk waardoor de bushalte +/- 50m opgeschoven dient te worden. Het plaatsen van de bushalte voor de huisnummers 7 en 9 is niet mogelijk vanwege de aanwezige uitwegen. Vanwege de toegankelijkheidseisen die behoren bij een halte is het niet mogelijk op de rechtstand een uitweg in te richten, hier zijn namelijk verhoogde bushaltebanden aanwezig.
Op de bushaltes Paulus Potterstraat zijn dusdanig weinig instappers, en goede alternatieven op loopafstand dat deze komen te vervallen. Dit is ook afgestemd met de vervoersdienst.
Doelstellingen die met het verkeersbesluit worden beoogd (art. 21 BABW jo. art. 2 lid 1 en lid 2 WVW).
in het kader van de het verzekeren van de veiligheid op de weg (art. 21 lid 2 WVW) is het noodzakelijk om op een gebiedsontsluitingsweg de bus te laten halteren in een haltehaven. Op deze manier belemmert de bus niet de doorgang van het overige verkeer en hoeven er geen ongewenst inhaalmanoeuvres plaats te vinden.