Protocol Bestuurlijke Integriteit gemeente Echt-Susteren 2026

De raad van de gemeente Echt-Susteren,

 

gezien het voorstel van de burgemeester d.d. maandag 4 augustus 2025 met kenmerk D – 262150;

 

gelet op artikel 170 lid 2 Gemeentewet;

 

gelet op het beschrevene in de "Handreiking voor de omgang met (vermoedens van) integriteitsschendingen. Bouwstenen ten behoeve van een protocol voor decentrale politieke ambtsdragers" van het Ministerie van BZK;

 

besluit

vast te stellen:

 

het Protocol Bestuurlijke Integriteit gemeente Echt-Susteren 2026

Artikel 1. Definities

In dit protocol wordt verstaan onder:

  • a.

    burgemeester: de burgemeester van de gemeente Echt-Susteren

  • b.

    commissie TBI: de toetsingscommissie bestuurlijke integriteit;

  • c.

    commissie BBI: de begeleidingscommissie bestuurlijke integriteit;

  • d.

    locoburgemeester: de locoburgemeester van de gemeente Echt-Susteren;

  • e.

    melder: een persoon die een melding indient overeenkomstig het bepaalde in dit protocol;

  • f.

    melding: het melden van een vermoeden van een integriteitsschending door een politiek ambtsdrager;

  • g.

    politiek ambtsdrager: het raadslid, de wethouder of de burgemeester van de gemeente Echt-Susteren over wie een integriteitsmelding wordt gedaan;

  • h.

    raad: de gemeenteraad van Echt-Susteren.

Artikel 2. Melding (fase 1)

  • 1.

    Eenieder kan een melding indienen bij een vermoeden van een schending van de integriteit door een politiek ambtsdrager.

  • 2.

    De melding als bedoeld in lid 1:

    • a.

      wordt schriftelijk gedaan, via email of postbus en is gericht aan de burgemeester;

    • b.

      wordt, indien de melding de burgemeester zelf betreft, onmiddellijk doorgeleid aan de locoburgemeester, die vanaf dat moment in de plaats treedt van de burgemeester voor alle besluiten en handelingen van de burgemeester als bedoeld in dit protocol;

    • c.

      is op redelijke gronden gebaseerd, bijvoorbeeld op basis van eigen kennis of eigen waarneming;

    • d.

      wordt niet in behandeling genomen als deze anoniem is.

  • 3.

    De burgemeester neemt de volgende acties, meteen na ontvangst van de melding:

    • a.

      legt geheimhouding op, op de melding en het gehele dossier op basis van de melding;

    • b.

      informeert de betreffende politiek ambtsdrager;

    • c.

      stuurt de melding door aan de commissie TBI.

Artikel 3. Toets (fase 2)

  • 1.

    De commissie TBI onderwerpt de melding zoals ontvangen op basis van art. 2 lid 3 sub c aan een inhoudelijke toets.

  • 2.

    De toets als bedoeld in lid 1 wordt - aanvullend op en in relatie met de bepalingen in de wet, het rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, de gedragscode raadsleden 2025 en de gedragscode burgemeester en wethouders 2025 - uitgevoerd op de volgende 8 onderdelen:

    • a.

      de aard van het feit;

    • b.

      de ontvankelijkheid van de melding;

    • c.

      de ernst van de zaak;

    • d.

      de valideerbaarheid van de feiten en omstandigheden;

    • e.

      de positie of persoon van de bron en de persoon van de politiek ambtsdrager;

    • f.

      de geloofwaardigheid/waarschijnlijkheid van signalen;

    • g.

      de spoedeisendheid/actualiteit van de melding.

  • 3.

    De toets als bedoeld in lid 1 kan resulteren in 3 mogelijke uitkomsten:

    • a.

      Er is geen aanleiding voor verder intern onderzoek omdat er geen sprake is van een integriteitsschending; de commissie TBI informeert de burgemeester, die de melder en de betrokken politiek ambtsdrager informeert.

    • b.

      Er is meer informatie nodig betreffende de melding waarvoor de commissie intern onderzoek inzet, conform art. 4 van dit protocol.

    • c.

      Er is een vermoeden van een strafbaar feit; de commissie TBI informeert de burgemeester, die vervolgens aangifte doet bij het Openbaar Ministerie.

Artikel 4. Intern onderzoek (fase 3)

  • 1.

    De commissie TBI voert intern onderzoek uit naar de conform art. 2 lid 2 ingediende melding, inhoudende het voeren van bilaterale gesprekken met zowel de melder als de betrokken politiek ambtsdrager.

  • 2.

    Van de gesprekken wordt verslag opgesteld.

  • 3.

    Het intern onderzoek als bedoeld in lid 1 kan resulteren in 3 mogelijke uitkomsten:

    • a.

      Er is geen aanleiding voor nader extern onderzoek omdat er geen sprake is van een integriteitsschending; in dit geval handelt de commissie TBI conform het in art. 3 lid 3 sub a bepaalde.

    • b.

      Er is geen aanleiding voor nader extern onderzoek maar er is wel sprake van een integriteitsschending, hetgeen zowel de melder als de betrokken politiek ambtsdrager onderschrijven; de commissie TBI brengt hierover een eindrapport uit aan de burgemeester, die de melder en de politiek ambtsdrager informeert. Tevens besluit de burgemeester tot opheffing van de geheimhouding, zoals bedoeld in artikel 2, lid 3 sub a, en informeert hij de gemeenteraad door middel van een burgemeestersvoorstel zoals bedoeld in artikel 6..

    • c.

      Er is aanleiding voor nader extern onderzoek; de commissie TBI draagt het dossier over aan de commissie BBI ten behoeve van extern onderzoek conform het in art. 5 bepaalde.

Artikel 5. Extern onderzoek (fase 4)

  • 1.

    Als er sprake is van in te zetten extern onderzoek, formuleert de commissie BBI een onderzoeksopdracht en selecteert een extern bureau dat de opdracht gaat uitvoeren. De burgemeester verstrekt dienovereenkomstig opdracht aan het extern bureau.

  • 2.

    Gedurende deze (externe) onderzoeksfase fungeert de commissie BBI als begeleidingscommissie en eerste aanspreekpunt voor het externe bureau.

  • 3.

    De commissie BBI ontvangt van het externe bureau een eindrapport betreffende de melding als bedoeld in art. 2 lid 2.

  • 4.

    Als conclusie van het eindrapport zijn er twee mogelijkheden:

    • a.

      Er is geen sprake van een integriteitsschending; de commissie BBI informeert de burgemeester, die de melder en de betrokken politiek ambtsdrager informeert.

    • b.

      Er is wel sprake van een integriteitsschending; de commissie BBI informeert de burgemeester, die de melder en de betrokken politiek ambtsdrager informeert.

  • 5.

    Tevens besluit de burgemeester tot opheffing van de geheimhouding, zoals bedoeld in artikel 2, lid 3 sub a, en informeert hij de gemeenteraad door middel van een burgemeestersvoorstel zoals bedoeld in artikel 6.

Artikel 6. Raadsbehandeling (fase 5)

  • 1.

    Het eindrapport van de commissie TBI als bedoeld in art. 4, lid 3 sub b of van de commissie BBI als bedoeld in art. 5 lid 3 wordt middels een burgemeestersraadsvoorstel voorgelegd aan de gemeenteraad.

  • 2.

    De raad bespreekt dit eindrapport in een openbare raadsvergadering.

  • 3.

    De in lid 2 bedoelde raadsvergadering wordt voorgezeten door de plaatsvervangend raadsvoorzitter en bestaat uit 3 onderdelen:

    • a.

      Deel 1, de hoorzitting; voor deze zitting worden uitgenodigd:

      • i.

        indien het een eindrapport van de commissie TBI betreft, de commissie TBI, alsmede de betrokken politiek ambtsdrager;

      • ii.

        indien het een eindrapport van de commissie BBI betreft, het externe bureau dat het eindrapport heeft uitgebracht, de commissie BBI alsmede de betrokken politiek ambtsdrager uitgenodigd, die alle de vragen gesteld door raadsleden kunnen beantwoorden.

    • b.

      Deel 2, beraadslaging door de raad:

      • i.

        de betrokken politiek ambtsdrager neemt plaats aan de raadstafel en aanhoort het debat tussen de raadsleden.

      • ii.

        de raad debatteert enkel over de gevolgen die moeten worden verbonden aan de conclusie in het eindrapport, niet over de inhoud van de conclusie in het eindrapport.

    • c.

      Deel 3, besluitvorming door de raad:

      • i.

        uitspraken van de raad betreffende de politiek ambtsdrager worden door de raadsleden aan de raad voorgelegd bij wijze van moties.

      • ii.

        de moties als bedoeld onder i. maken geen onderdeel uit van deel 2 van de vergadering.

      • iii.

        indien de politiek ambtsdrager een raadslid is, neemt deze deel aan de stemming van de raad.

Artikel 7. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit protocol treedt in werking op 1 januari 2026.

  • 2.

    Dit protocol wordt aangehaald als: Protocol bestuurlijke integriteit 2026.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad d.d. donderdag 25 september 2025.

De raad voornoemd,

Griffier

Voorzitter

Naar boven