Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Den Helder, houdende regels over subsidie voor particuliere woningeigenaren van slecht geïsoleerde woningen (Subsidieverordening Isolatieaanpak Den Helder 2025-2028)

De raad van de gemeente Den Helder;

 

gelezen het raadsvoorstel nummer 475634 van het college van burgemeester en wethouders van Den Helder van 26 augustus 2025;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

kennis genomen hebbende van de voorbereidende commissievergadering Stadsontwikkeling en beheer op 22 september 2025;

 

overwegende dat:

 

  • In het Klimaatakkoord is afgesproken om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en daarmee de opwarming van de aarde te beperken;

  • Het Rijk het Nationaal Isolatieprogramma heeft opgesteld, met als doel om 2,3 miljoen woningen te isoleren in de periode tot en met 2030, met een nadruk op de 1,5 miljoen slecht geïsoleerde woningen;

  • De gemeente Den Helder hiervoor de Specifieke Uitkering (SpUk) Energiearmoede en de Specifieke Uitkering (SpUk) Lokale Aanpak Isolatie heeft ontvangen, die beide ingezet kunnen worden om slecht geïsoleerde woningen van eigenaren die moeite hebben hun woning te verduurzamen - te verbeteren;

  • Door de hoge energieprijzen veel woningeigenaren problemen hebben rondom de betaalbaarheid van hun energierekening en het verduurzamen van bestaande woningen voor een structurele energiebesparing zorgt en daarmee voor lastenverlaging;

  • Het verduurzamen van bestaande woningen kostbaar is en niet alle woningeigenaren de mogelijkheid hebben om dit zelfstandig op te pakken;

  • Deze verordening zich erop richt om die woningeigenaren daarin te ondersteunen;

  • De gemeente Den Helder woningeigenaren wil helpen met het isoleren van hun woning;

 

 

besluit:

 

de volgende verordening vast te stellen.

 

 

 

Subsidieverordening Isolatieaanpak Den Helder 2025-2028

 

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze subsidieverordening wordt verstaan onder:

  • -

    Bestaande woning: voor permanente bewoning bestemd(e) woning of appartement in de gemeente Den Helder die is opgeleverd vóór indiening van de aanvraag tot subsidieverlening op grond van deze subsidieverordening;

  • -

    Bouwbedrijf: bedrijf dat in een handelsregister van een lidstaat van de Europese Unie of een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, is ingeschreven in de sectie bouwnijverheid of een vergelijkbare sectie;

  • -

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder;

  • -

    Doe-het-zelfmaatregel: isolerende maatregel en/of energiezuinige ventilatiemaatregel die door de eigenaar-bewoner zelf wordt uitgevoerd en niet door een bouwbedrijf;

  • -

    Eigenaar-bewoner: de natuurlijke persoon of natuurlijke personen die volgens de kadastrale gegevens eigenaar is of eigenaren zijn van een woning én volgens de gemeentelijke Basisregistratie Personen staat of staan ingeschreven op het adres van die woning;

  • -

    Energielabel: een energielabel als bedoeld in bijlage 1 bij artikel 1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • -

    Energiezuinige ventilatiemaatregelen: het aanleggen van een systeem voor een CO2-gestuurde ventilatie of het aanleggen van een systeem voor balansventilatie met warmteterugwinning met een rendement van ten minste 90%;

  • -

    Grondgebonden woning: een woning die rechtstreeks toegankelijk is op het straatniveau en waarvan één van de woonlagen aansluit op het maaiveld;

  • -

    Isolerende maatregelen: maatregelen aan de thermische schil van een woning, zoals isolatie en HR++-glas. De bestaande thermische schil is de isolerende laag aan de buitenzijde van de woning, waarbij wanden, daken, beglazing, deuren en vloeren grenzend aan de buitenlucht of grond zijn geïsoleerd om kou te weren en warmte binnen te houden;

  • -

    Slecht geïsoleerde woning:

    • 1.

      een woning van een eigenaar-bewoner met een energielabelklasse D, E, F, G of een met die labelklassen vergelijkbare energetische staat, waaronder wordt verstaan een woning waarin ten minste twee van de volgende bestaande bouwdelen niet of slecht geïsoleerd zijn:

      • °

        De vloer en/of bodem;

      • °

        De gevel, waaronder de spouwmuur;

      • °

        Het dak en/of de zoldervloer of de vlieringvloer;

      • °

        De ramen en de panelen in kozijnen en deuren.

    • 2.

      een woning in een gebouw dat door een Vereniging van eigenaren wordt beheerd en waarin ten minste twee van de volgende bestaande bouwdelen van het gebouw niet of slecht geïsoleerd zijn:

      • °

        De vloer en/of de bodem;

      • °

        De gevel, waaronder de spouwmuur;

      • °

        Het dak en/of de zoldervloer of de vlieringvloer;

      • °

        De ramen en de panelen in kozijnen en deuren, en waarbij de woning fysiek grenst aan het bouwdeel van het gebouw waaraan ten minste één van de voorgenomen isolerende maatregelen en/of energiezuinige ventilatiemaatregelen worden getroffen als bedoeld in artikel 4 die voldoen aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 5, tweede lid.

  • -

    Thermische schil: thermische schil als beschreven in ISSO 82.1;

  • -

    Vereniging van eigenaren: vereniging van eigenaars zoals bedoeld in Titel 9, Afdeling 2 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek;

  • -

    Wnb: Wet natuurbescherming;

  • -

    WOZ-waarde: waarde van een woning, als bedoeld in Hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken, waarbij de waarde met peildatum 1 januari 2024 uitgangspunt is. Indien er geen WOZ-waarde met die peildatum is vastgesteld, is de eerstvolgende vastgestelde WOZ-waarde uitgangspunt.

Artikel 2 Doel van de verordening

Deze verordening heeft tot doel om eigenaar-bewoners van slecht geïsoleerde woningen te ondersteunen bij het isoleren van hun woning, voor zover aan de voorwaarden in deze verordening wordt voldaan.

Artikel 3 Toepassingsbereik

  • 1.

    Het college is bevoegd subsidie te verstrekken op grond van deze subsidieverordening.

  • 2.

    Het college is belast met de uitvoering van deze subsidieverordening en kan daartoe nadere regels vaststellen.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Op grond van deze subsidieverordening kan per woning eenmaal subsidie worden verstrekt ten behoeve van één of meerdere isolerende maatregelen, eventueel in combinatie met energiezuinige ventilatiemaatregelen, op of in een bestaande, slecht geïsoleerde woning in de gemeente Den Helder waarvan de WOZ-waarde lager is dan € 477.000.

  • 2.

    De isolerende maatregelen die in aanmerking komen voor subsidie zijn:

    • -

      gevelisolatie, waaronder spouwmuurisolatie,

    • -

      vloerisolatie dan wel bodemisolatie,

    • -

      dakisolatie of zolderisolatie of

    • -

      HR++ glas of triple glas, deze laatste eventueel in combinatie met een isolerend kozijn.

  • 3.

    De energiezuinige ventilatiemaatregelen komen enkel in aanmerking voor subsidie in combinatie met een in deze verordening genoemde isolatiemaatregel.

Artikel 5 Subsidievoorwaarden

  • 1.

    De isolerende maatregelen en/of energiezuinige ventilatiemaatregel(en) zijn of worden uitgevoerd op of na 1 januari 2024.

  • 2.

    De isolerende maatregelen komen voor subsidie in aanmerking als ze voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      Spouwmuurisolatie, welke voldoet aan de voorschriften en specificaties die gebaseerd zijn op de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) geldende voorwaarden op het moment van plaatsing. Bij grondgebonden woningen komt spouwmuurisolatie alléén voor subsidie in aanmerking wanneer dit wordt uitgevoerd door een door het college aangewezen derde, zoals benoemd onder het derde lid onder a, dat voldoet aan de uitgangspunten van ‘natuurvriendelijk isoleren’. Bij niet-grondgebonden woningen komt spouwmuurisolatie alleen voor subsidie in aanmerking wanneer ecologisch onderzoek uitwijst dat geen schade wordt berokkend aan beschermde diersoorten, of indien de benodigde (tijdelijke) vergunning Wnb zijn afgegeven;

    • b.

      Vloerisolatie dan wel bodemisolatie, welke voldoet aan de voorschriften en specificaties die gebaseerd zijn op de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) geldende voorwaarden op het moment van plaatsing;

    • c.

      Dakisolatie, welke voldoet aan de voorschriften en specificaties die gebaseerd zijn op de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) geldende voorwaarden op het moment van plaatsing. Dakisolatie van buitenaf komt alléén voor subsidie in aanmerking wanneer dit wordt uitgevoerd a) door een bouwbedrijf dat voldoet aan de uitgangspunten van ‘natuurvriendelijk isoleren’ of b) indien de benodigde (tijdelijke) vergunning zijn afgegeven en de uitvoering voldoet aan de voorschriften van de (tijdelijke) vergunning;

    • d.

      HR++-glas of triple glas eventueel in combinatie met een isolerend kozijn, deze voldoen aan de voorschriften en specificaties die gebaseerd zijn op de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) geldende voorwaarden op het moment van plaatsing.

  • 3.

    De aanvrager kan de isolerende maatregelen en/of energiezuinige ventilatiemaatregelen op één van de volgende manieren uit (laten) voeren:

    • a.

      Door een door het college aangewezen derde;

    • b.

      Door een zelf te selecteren bouwbedrijf;

    • c.

      Door de eigenaar-bewoner zelf, voor zover sprake is van:

      • i.

        Schuin dakisolatie van binnenuit en/of vloerisolatie en/of gevelisolatie vanuit de binnenzijde;

      • ii.

        De benodigde materialen door de eigenaar-bewoner zelf worden ingekocht.

  • 4.

    Voor doe-het-zelf maatregelen zijn de in het tweede lid van dit artikel genoemde minimale eisen met betrekking tot het minimaal te isoleren vierkante meters, zoals opgenomen in de voorschriften en specificaties van de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) geldende voorwaarden, niet van toepassing.

  • 5.

    Bij doe-het-zelf maatregelen worden de werkzaamheden zorgvuldig en veilig uitgevoerd aan de hand van de instructies zoals vastgesteld door het college.

  • 6.

    Isolerende maatregelen of energiezuinige ventilatiemaatregelen die verplicht zijn vanuit bestaande regelgeving, komen niet in aanmerking voor subsidie.

  • 7.

    Bij sommige isolerende maatregelen en/of voor sommige woningen is een omgevingsvergunning en/of een ontheffing voor het uitvoeren van isolerende maatregelen en/of energiezuinige ventilatiemaatregelen noodzakelijk. De subsidie wordt in dat geval enkel verstrekt wanneer de vereiste omgevingsvergunning en/of de ontheffing is afgegeven.

  • 8.

    Subsidie op basis van deze verordening is te combineren met die van andere regelingen. Het te verstrekken subsidiebedrag tezamen met die van andere regelingen bedraagt nooit meer dan 100% van de totale gemaakte kosten voor isolerende maatregelen en energiezuinige ventilatiemaatregelen.

  • 9.

    Per slecht geïsoleerde woning kan slechts één subsidieaanvraag worden gedaan.

  • 10.

    De aanvrager moet de isolerende maatregelen en/of energiezuinige ventilatiemaatregelen waarvoor subsidie is verleend binnen zes maanden na subsidieverlening (laten) uitvoeren. De maatregelen kunnen nooit later dan 1 december 2028 zijn uitgevoerd.

  • 11.

    In afwijking van het tiende lid geldt voor isolerende maatregelen en/of energiezuinige ventilatiemaatregelen met een maximaal subsidiebedrag van € 5.000, als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onder a, een uiterste uitvoeringsdatum van 31 december 2027.

  • 12.

    De uitvoeringsdatum als bedoeld in het tiende en elfde lid kan door het college worden aangepast.

Artikel 6 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan:

  • a.

    De eigenaar-bewoner van een bestaande, slecht geïsoleerde woning in de gemeente Den Helder met een WOZ-waarde die lager is dan € 477.000;

  • b.

    De eigenaar-bewoner van een bestaande, slecht geïsoleerde woning in de gemeente Den Helder met een WOZ- waarde die lager is dan € 477.000, die onderdeel is van een Vereniging van Eigenaren, voor zover nodig met toestemming van die Vereniging van Eigenaren;

  • c.

    De eigenaar-bewoner van een bestaande, slecht geïsoleerde woning die in 2022 of 2023 energietoeslag heeft ontvangen, of die zich op het moment van de subsidieaanvraag in een traject van schuldhulpverlening of schuldhulpsanering bevindt, of die op het moment van de subsidieaanvraag bij het college bekend is met een betalingsachterstand van minimaal € 750 op de vaste lasten van ten minste drie termijnen in de afgelopen negen maanden. In het geval deze woning onderdeel is van een Vereniging van Eigenaren, voor zover nodig met toestemming van die Vereniging van Eigenaren.

Artikel 7 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de te maken kosten voor de isolerende maatregelen en/of energiezuinige ventilatiemaatregelen die worden toegepast in de woning van de aanvrager. Zowel de aanschafkosten van de benodigde materialen, zoals isolatie-, afwerkings- en bevestigingsmateriaal, als de uitvoeringskosten van het bouwbedrijf komen in aanmerking voor subsidie.

  • 2.

    Indien sprake is van doe-het-zelfmaatregelen komen de aanschafkosten van de benodigde materialen, zoals isolatie-, afwerkings- en bevestigingsmateriaal, in aanmerking voor subsidie. De eigen uren om de isolerende maatregelen uit te voeren komen niet voor subsidie in aanmerking.

  • 3.

    Eventuele overige kosten, zoals maar niet beperkt tot de kosten voor het aanvragen van een omgevingsvergunning of de kosten voor het aanvragen van een ontheffing, komen niet in aanmerking voor subsidie.

Hoofdstuk 2 Subsidiehoogte, subsidieplafond en verdeling

Artikel 8 Maximale hoogte van de subsidie

  • 1.

    De hoogte van de subsidie bedraagt:

    • a.

      100% van de gemaakte kosten die voor subsidie in aanmerking komen als bedoeld in artikel 7, met een maximum subsidiebedrag van € 5.000 per woning voor eigenaar-bewoners van slecht geïsoleerde woningen die in 2022 of 2023 energietoeslag hebben ontvangen, of die zich op het moment van de subsidieaanvraag in een traject van schuldhulpverlening of schuldhulpsanering bevindt, of die op het moment van de subsidieaanvraag bij het college is met een betalingsachterstand van minimaal € 750 op de vaste lasten van ten minste drie termijnen in de afgelopen negen maanden;

    • b.

      100% van de gemaakte kosten die voor subsidie in aanmerking komen als bedoeld in artikel 7, met een maximum subsidiebedrag van € 2.250 per woning voor eigenaar-bewoners van slecht geïsoleerde woningen die een lagere WOZ- waarde hebben dan € 290.000;

    • c.

      100% van de gemaakte kosten die voor subsidie in aanmerking komen als bedoeld in artikel 7, met een maximum subsidiebedrag van € 1.500 per woning voor eigenaar-bewoners van slecht geïsoleerde woningen die een WOZ-waarde hebben tussen € 290.000 en € 477.000.

  • 2.

    De subsidie kan op meerdere maatregelen van toepassing zijn, zolang de maximale subsidiehoogte per doelgroep zoals bedoeld in het eerste lid van dit artikel niet wordt overschreden.

Artikel 9 Subsidieplafonds

  • 1.

    Het subsidieplafond voor subsidies voor isolerende maatregelen en energiezuinige ventilatiemaatregelen aan slecht geïsoleerde woningen bedraagt:

    • a.

      waarvan de eigenaar-bewoner in 2022 of 2023 energietoeslag heeft ontvangen, of die zich op het moment van de subsidieaanvraag in een traject van schuldhulpverlening of schuldsanering bevindt, of die op het moment van de subsidieaanvraag bij het college bekend is met een betalingsachterstand van minimaal € 750 op de vaste lasten van ten minste drie termijnen in de afgelopen negen maanden: € 550.000;

    • b.

      met een lagere WOZ-waarde dan € 290.000 en voor een WOZ-waarde tussen € 290.000 en € 477.000 gezamenlijk: € 4.500.000.

  • 2.

    De subsidieplafonds zoals bedoeld in het eerste lid kunnen door het college worden aangepast indien:

    • a.

      De Specifieke Uitkering (SpUk) Lokale Aanpak Isolatie wordt aangepast, en/of;

    • b.

      Een andere verdeling van de totale gelden over die subsidieplafonds nodig is.

Artikel 10 Verdeling beschikbaar subsidiebudget

  • 1.

    Alleen volledige subsidieaanvragen worden in behandeling genomen. Indien een onvolledige aanvraag is ingediend, wordt de aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een hersteltermijn van vier weken geboden om de aanvraag te completeren. Wordt binnen deze hersteltermijn het gevraagde niet aangeleverd, dan wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

  • 2.

    Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van het moment van ontvangst van volledige aanvragen, totdat het van toepassing zijnde subsidieplafond is bereikt.

  • 3.

    Als de aanvrager krachtens het eerste lid de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als moment van ontvangst van de volledige aanvraag het moment waarop wordt voldaan aan de eisen die zijn gesteld in artikel 12.

Hoofdstuk 3 Subsidieaanvraag

Artikel 11 Indieningstermijn aanvraag

  • 1.

    Subsidie kan worden aangevraagd vanaf de dag van inwerkingtreding van deze subsidieverordening.

  • 2.

    Subsidie kan worden aangevraagd tot en met 1 juni 2028.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid kan de subsidie met een maximaal subsidiebedrag van € 5.000, als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onder a, worden aangevraagd tot en met 1 juni 2027.

  • 4.

    De aanvraagtermijn als bedoeld in het derde lid kan door het college worden aangepast.

Artikel 12 Indieningsvereisten aanvraag

  • 1.

    Subsidieaanvragen worden op een nader door het college vast te stellen wijze ingediend.

  • 2.

    Bij de subsidieaanvraag wordt minimaal ingediend:

    • a.

      de WOZ-waarde van de woning met peildatum 1 januari 2024;

    • b.

      het energielabel van de woning of een schriftelijke verklaring van de bewoner dat minstens twee bouwdelen zoals bedoeld in artikel 1 lid c niet of slecht geïsoleerd zijn.

  • 3.

    Het college kan andere dan in het tweede lid van dit artikel genoemde gegevens verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de subsidieaanvraag noodzakelijk zijn.

Hoofdstuk 4 Subsidieverlening en aanvullende weigeringsgronden

Artikel 13 Subsidieverlening

  • 1.

    Het college beslist op een subsidieaanvraag binnen acht weken na ontvangst daarvan.

  • 2.

    Indien de beslissing op de subsidieaanvraag niet binnen acht weken kan worden genomen, kan het college de beslistermijn eenmaal met vier weken verdagen.

Artikel 14 Aanvullende weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht weigert het college de subsidie in ieder geval, al dan niet gedeeltelijk voor zover mogelijk, indien:

  • a.

    De subsidieaanvraag dan wel de aanvrager dan wel het verzoek tot subsidievaststelling niet voldoet aan de vereisten om in aanmerking te komen voor subsidie op grond van deze subsidieverordening;

  • b.

    De aanvrager eerder subsidie op grond van deze subsidieverordening heeft aangevraagd;

  • c.

    Het van toepassing zijnde subsidieplafond, zoals omschreven in artikel 9, eerste lid, is bereikt;

  • d.

    De aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde dan wel deze niet passen binnen het beleid van de gemeente Den Helder.

Hoofdstuk 5 Verplichtingen van subsidieontvanger

Artikel 15 Verplichtingen

  • 1.

    Als zich na de aanvraag feiten of omstandigheden voordoen, waardoor aanvrager niet meer in aanmerking komt voor subsidie op grond van deze subsidieverordening, moet de aanvrager dit per direct melden aan het college.

  • 2.

    Indien de uitvoering van de maatregelen of werkzaamheden niet binnen de in artikel 5, tiende tot en met twaalfde lid, gestelde termijnen kan worden gerealiseerd, moet de aanvrager dit onverwijld bij het college melden.

Hoofdstuk 6 Eindverantwoording en subsidievaststelling

Artikel 16 Eindverantwoording

  • 1.

    Uiterlijk binnen vier weken nadat de maatregelen zijn uitgevoerd, dient de aanvrager bij het college een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in. Indien er sprake is van uitvoering van een maatregel door een derde, als bedoeld in artikel 5, derde lid, aanhef en onder a, mag de daar genoemde derde deze handeling ook uitvoeren voor de aanvrager.

  • 2.

    Een aanvraag om subsidievaststelling wordt op een nader door het college vast te stellen wijze ingediend.

  • 3.

    Bij de aanvraag legt de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens en bescheiden over:

    • a.

      In geval van uitvoering van een bouwbedrijf, als bedoeld in artikel 5, derde lid, aanhef en onder a en b:

      • i.

        de uitgevoerde isolerende en/of energiezuinige ventilatiemaatregelen;

      • ii.

        de materialen die hiervoor per maatregel zijn gebruikt, inclusief de bijbehorende isolatiewaardes;

      • iii.

        de hoeveelheid geïsoleerde oppervlakte in m2 per maatregel;

      • iv.

        de kosten van de maatregelen inclusief BTW via facturen en (betaal)bewijzen, waaruit blijkt dat de maatregelen waarvoor subsidie is verleend zijn uitgevoerd en betaald;

      • v.

        foto’s van de situatie, van voor, tijdens en na de uitvoering van de maatregel(en);

      • vi.

        foto’s van de werkzaamheden, waarbij zichtbaar is: de naam, het merk, soort en dikte van het isolatiemateriaal;

      • vii.

        indien van toepassing, de benodigde omgevingsvergunning en/of ontheffing.

    • b.

      In geval van doe-het-zelf maatregelen, als bedoeld in artikel 5, derde lid, aanhef en onder c:

      • i.

        de uitgevoerde isolerende maatregelen;

      • ii.

        de materialen die hiervoor per maatregelen zijn gebruikt, inclusief de bijbehorende isolatiewaardes;

      • iii.

        de hoeveelheid geïsoleerde oppervlakte in m2 per maatregel;

      • iv.

        de kosten van de maatregelen inclusief BTW en een (betaal)bewijzen, waaruit blijkt dat de maatregelen waarvoor subsidie wordt verleend zijn betaald;

      • v.

        foto’s van de situatie van voor, tijdens en na uitvoering van de maatregel(en), waarbij op de foto’s van tijdens de werkzaamheden zichtbaar is: de naam, het merk, soort en dikte van het isolatiemateriaal;

      • vi.

        indien van toepassing, de benodigde omgevingsvergunning en/of ontheffing;

      • vii.

        een verklaring van de aanvrager dat de maatregelen volgens de instructies en met de daarin genoemde materialen zijn uitgevoerd.

  • 4.

    Het college kan ter plekke (laten) controleren of de gesubsidieerde maatregelen daadwerkelijk en op de juiste manier zijn uitgevoerd.

  • 5.

    Een subsidievaststelling kan betrekking hebben op meerdere isolerende maatregelen en/of energiezuinige ventilatiemaatregelen.

  • 6.

    Het college kan andere dan in het derde lid van dit artikel genoemde gegevens verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de subsidievaststelling noodzakelijk zijn.

Artikel 17 Subsidievaststelling

  • 1.

    Het college stelt binnen acht weken na de ontvangst van een volledige aanvraag de subsidie vast.

  • 2.

    Het college kan de termijn, als bedoeld in het eerste lid, eenmaal met vier weken verdagen.

  • 3.

    Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het tijdstip, bedoeld in artikel 16, eerste lid, is ingediend, kan het college de aanvrager schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Wordt de volledige aanvraag niet binnen deze termijn ingediend, dan kan het college besluiten tot ambtshalve vaststelling van de subsidie.

Artikel 18 Bevoorschotting en betaling

  • 1.

    Er worden geen voorschotten verstrekt op de subsidie.

  • 2.

    De subsidie wordt binnen vier weken na vaststelling van de subsidie betaalbaar gesteld aan:

    • a.

      de derde, indien de maatregelen door een door de gemeente Den Helder in te schakelen derde zijn uitgevoerd, zoals bedoeld in artikel 5, derde lid, aanhef en onder a;

    • b.

      de subsidieaanvrager, indien de maatregelen door een bouwbedrijf zijn uitgevoerd, zoals bedoeld in artikel 5, derde lid, aanhef en onder b;

    • c.

      de subsidieaanvrager, bij doe-het-zelfmaatregelen, zoals bedoeld in artikel 5, derde lid, aanhef en onder c.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 19 Hardheidsclausule en ontheffing

  • 1.

    Het college kan het bepaalde in deze subsidieverordening, met uitzondering van de artikelen 4 en artikel 6, in bijzondere gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.

  • 2.

    Het college kan in individuele gevallen ontheffing verlenen van één of meerdere verplichtingen van deze verordening.

Artikel 20 Inwerkingtreding en overgangsrecht

  • 1.

    Deze subsidieverordening treedt in werking op de dag na die van haar bekendmaking.

  • 2.

    Deze subsidieverordening treedt uit werking op 1 januari 2029.

  • 3.

    De Subsidieverordening Isolatieaanpak Den Helder 2024-2026 wordt ingetrokken.

Artikel 21 Citeertitel

Deze subsidieverordening wordt aangehaald als: Subsidieverordening Isolatieaanpak Den Helder 2025-2028.

Aldus besloten in de raadsvergadering van 6 oktober 2025.

voorzitter,

J.A. (Jan) de Boer MSc.

griffier,

mr. drs. M. (Menno) Huisman

Toelichting Subsidieverordening Isolatieaanpak 2025-2028

 

 

In de gemeente Den Helder wordt de Isolatieaanpak opgezet om particuliere woningeigenaren van slecht geïsoleerde woningen tegemoet te komen. Het doel van deze isolatieaanpak is om woningeigenaren van slecht geïsoleerde koopwoningen van huishoudens met een grote kans op energiearmoede of van koopwoningen met een WOZ-waarde lager dan € 477.000 via subsidie te stimuleren om isolatiemaatregelen uit te voeren. Dit zorgt voor een structureel lager energieverbruik en lagere energielasten.

 

 

Algemene toelichting

 

Voor wie is de subsidie?

 

De subsidie is beschikbaar voor eigenaar-bewoners van bestaande, slecht geïsoleerde woningen in de gemeente Den Helder. Dit kunnen zowel grondgebonden woningen, als appartementen zijn. Een woning is grondgebonden als deze rechtstreeks toegankelijk is vanaf het straatniveau en waarvan een van de woonlagen aansluit op het maaiveld. Een woning is slecht geïsoleerd wanneer deze een energielabel D, E, F of G heeft. Of wanneer er twee van de volgende bestaande bouwdelen slecht geïsoleerd zijn: de vloer of bodem, de gevel (waaronder de spouwmuur), het dak, de zolder- of vlieringvloer of de ramen en de panelen in kozijnen en deuren. De subsidie is enkel beschikbaar voor eigenaar-bewoners van bestaande slecht geïsoleerde woningen met een lagere WOZ-waarde van € 477.000 of voor huishoudens in bestaande, slecht geïsoleerde woningen met een grotere kans op energiearmoede. Dit laatste is gedefinieerd als huishoudens:

 

  • die energietoeslag hebben ontvangen in 2022 en/of 2023 en/of

  • die zich op het moment van de subsidieaanvraag in een traject van schuldhulpverlening of schuldhulpsanering bevinden

  • en/of die op het moment van de subsidieaanvraag een bij het college van B&W bekende betalingsachterstand van in totaal minimaal € 750 op de vaste lasten hebben, verdeeld over ten minste drie termijnen in de afgelopen negen maanden.

 

 

Voor welke maatregelen is er subsidie?

 

De subsidie is aan te vragen voor isolerende en energiezuinige ventilatiemaatregelen.

De isolerende maatregelen zijn:

 

  • Gevelisolatie, waaronder spouwmuurisolatie

  • Vloerisolatie of bodemisolatie

  • Dakisolatie of zolderisolatie

  • HR++ glas of triple glas, eventueel gecombineerd met isolerende kozijnen

 

De energiezuinige ventilatiemaatregelen kunnen enkel gecombineerd met de isolerende maatregelen worden uitgevoerd en zijn:

 

  • CO2 gestuurd ventilatiesysteem

  • Balansventilatie met warmteterugwinning

 

De maatregelen kunnen worden uitgevoerd door

 

  • Een uitvoerder die door de gemeente geselecteerd is,

  • Een zelf geselecteerde uitvoerder

  • De eigenaar-bewoner zelf (doe-het-zelf)

 

Wat zijn de kenmerken van de subsidie?

 

De subsidie is in drie categorieën verdeeld, met elk zijn eigen kenmerken.

 

Doelgroep

Voorwaarden woning

Percentage subsidie van de subsidiabele kosten

Maximale subsidie hoogte

Subsidie plafond

Kan worden aangevraagd tot en met

Eigenaar-bewoners die energietoeslag hebben ontvangen of op het moment van aanvragen zich in schuldhulpverlening of schuldsanering bevinden of op het moment van aanvragen bij het college van B&W bekend zijn met een betalingsachterstand van minimaal € 750 van ten minste drie termijnen in de afgelopen negen maanden

Slecht geïsoleerde woning

100%

€ 5.000 per woning

€ 550.000

1 juni 2027

Eigenaar-bewoners

Slecht geïsoleerde woning met een WOZ-waarde onder € 290.000

100%

€ 2.250 per woning

 

 

 

€ 4.500.000

 

 

 

 

1 juni 2028

 

Eigenaar- bewoners

Slecht geïsoleerde woning met een WOZ-waarde tussen € 290.000 en € 477.000

100%

€ 1.500 per woning

 

De belangrijkste kenmerken van de subsidie zijn:

 

  • De subsidie kan voor meerdere maatregelen worden aangevraagd, tot de maximale subsidiehoogte is bereikt.

  • De subsidie kan slechts eenmaal per woning worden aangevraagd.

  • Bij spouwmuurisolatie en dakisolatie moet rekening worden gehouden met de Wet natuurbescherming via een ontheffing of via ‘natuurvriendelijk isoleren’.

  • Bij doe-het-zelf maatregelen komen de eigen uren om de isolerende maatregelen uit te voeren niet in aanmerking voor subsidie.

  • Wanneer een omgevingsvergunning en/of ontheffing nodig is, wordt de subsidie enkel verstrekt als deze is afgegeven.

  • Het is mogelijk om deze subsidie te combineren met subsidies van andere overheden, deze kunnen samen nooit meer bedragen dan 100% van de gemaakte kosten.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

 

Woningen in gebouwen die beheerd worden Verenigingen van Eigenaren bestaan vaak uit meerdere woningen. Hierbij kan gedacht worden aan een appartementengebouw. Net als bij grondgebonden woningen komen deze in aanmerking als minstens twee van de bestaande bouwdelen niet of slecht geïsoleerd zijn, dit gaat dan over de vloer of bodem, de gevel waaronder de spouwmuur, het dak, de zoldervloer of de vlieringvloer of de ramen en panelen in kozijnen en deuren. Enkel de via deze aanpak geïsoleerde woningen die grenzen aan het bouwdeel dat wordt aangepast komen in aanmerking voor subsidie. Dit kan gaan om een isolatiemaatregel of een energiezuinig ventilatiesysteem, indien nodig met toestemming van de Vereniging van Eigenaren

 

 

Artikel 5 lid 2

 

De voorschriften en specificaties voor de uitgevoerde maatregelen moeten voldoen aan de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) op moment van uitvoering van de maatregelen. Deze zijn te vinden op https://www.rvo.nl/subsidies-financiering/isde.

 

De Wet natuurbescherming (Wnb) beschermt alle inheemse in het wild levende diersoorten in rust- en verblijfplaatsen. In principe betekent dit dat bij dakisolatie van buitenaf en spouwmuurisolatie de woningeigenaar eerst ecologisch onderzoek moet doen. Worden beschermde dieren aangetroffen, dan dienen maatregelen te worden getroffen en een benodigde vergunning te worden aangevraagd bij de provincie Noord-Holland.

 

De gemeente wil de aanvrager ontzorgen, enerzijds door een (pre-)soortmanagementplan (SMP) op te stellen, anderzijds door aan te sluiten bij de landelijke aanpak ‘natuurvriendelijke isoleren’ (NVI). Het opstellen van een (pre-)SMP kan nog enkele jaren duren. Tot die tijd kan er worden gewerkt volgens de landelijke aanpak NVI. Dat betekent dat tot 6% van de grondgebonden particuliere koopwoningen per CBS buurt geïsoleerd mogen worden, wanneer de aannemer die de dak- of spouwmuurisolatie aanbrengt werkt volgens de NVI methode. Bedrijven die werken volgens de NVI methode zijn te vinden op www.natuurvriendelijkisoleren.nl.

 

Met een pre-SMP kan een tijdelijke vergunning worden aangevraagd, waarbij voor maximaal twee jaar, 30% van de grondgebonden woningen per buurt geïsoleerd mogen worden. Als de gemeente vervolgens het definitieve SMP heeft opgesteld, kan de definitieve vergunning worden aangevraagd. Wordt deze toegekend, dan mogen de individuele bewoners in dit gebied allemaal isoleren zonder zelf onderzoek te moeten uitvoeren en een vergunning aan te vragen.

 

De NVI methode die voorlopig mag worden gebruikt, is alleen voor grondgebonden woningen en enkel via de door het college geselecteerde derde/uitvoerder. Mocht het te lang duren voordat gebruik gemaakt kan worden van het (pre-)SMP van de gemeente, dan heeft aanvrager altijd nog de mogelijkheid om zelf ecologisch onderzoek uit te voeren en indien nodig, een vergunning aan te vragen. De door het college geselecteerde uitvoerders voldoen aan de NVI vereisten en monitoren of het genoemde percentage van 6% al of niet behaald is. Ze kunnen aangeven of het nog mogelijk is om de betreffende woning op deze wijze te isoleren.

 

 

Artikel 5 lid 3

 

De isolerende maatregelen en/of de energiezuinige ventilatiemaatregelen kunnen op de volgende drie manieren worden uitgevoerd en in aanmerking komen voor subsidie:

 

  • 1.

    Door een door de gemeente Den Helder geselecteerde derde. Deze is te vinden via de website van de gemeente Den Helder.

  • 2.

    Door een zelf te selecteren bouwbedrijf. De aanvrager maakt een keuze hierin en vraagt vervolgens de subsidie aan.

  • 3.

    Via doe-het-zelf maatregelen. Dit is enkel mogelijk bij schuin dakisolatie van binnenuit, bij vloerisolatie en bij gevelisolatie vanuit de binnenzijde. De aanvrager koopt zelf de benodigde materialen in.

 

 

Artikel 5 lid 5

 

Bij doe-het-zelf maatregelen moet gewerkt worden volgens de instructies zoals aangegeven door de gemeente Den Helder. Deze zijn bedoeld om zorg te dragen dat de isolatiemaatregelen goed en veilig worden uitgevoerd. Een verwijzing naar deze instructies is terug te vinden op de website van de gemeente Den Helder.

 

 

Artikel 5 lid 6

 

Maatregelen die verplicht zijn vanuit bestaande regelgeving komen niet in aanmerking voor deze subsidie. Hierbij kan gedacht worden aan isolerende of energiezuinige ventilatiemaatregelen die worden geëist vanuit het Bouwbesluit.

 

 

Artikel 5 lid 7

 

Wanneer een aanvrager in een rijksmonument, gemeentelijk monument, beschermd stadsgezicht of beeldbepalend pand woont, zijn sommige maatregelen vergunningplichtig. In sommige gevallen en voor sommige maatregelen is een ontheffing op de Wnb nodig. In dat geval is de verstrekking van de omgevingsvergunning en/of ontheffing een vereiste om in aanmerking te komen voor subsidie. De aanvrager dient dan een kopie van de omgevingsvergunning en/of de ontheffing toe te voegen aan de aanvraag.

 

 

Artikel 12 lid 2 onder c

 

Bij de subsidieaanvraag moet de WOZ-waarde vermeld worden. Deze is te vinden via de gemeentelijke belastingaanslag met peildatum 1 januari 2024 of via het WOZ-waardeloket, te vinden op https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/waardering-onroerende-zaken-woz/vraag-en-antwoord/woz-waarde-controleren.

 

Naar boven