Gemeenteblad van Wijk bij Duurstede
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Wijk bij Duurstede | Gemeenteblad 2025, 445626 | ruimtelijk plan of omgevingsdocument |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Wijk bij Duurstede | Gemeenteblad 2025, 445626 | ruimtelijk plan of omgevingsdocument |
Dit besluit betreft de ontwerp-Omgevingsvisie gemeente Wijk bij Duurstede zoals opgenomen in 'bijlage A'.
Dit besluit wordt ter inzage gelegd gedurende zes weken vanaf 17 oktober tot en met 27 november.
Beste inwoners en ondernemers,
De wereld om ons heen verandert. Soms langzaam, soms juist erg snel. Denk bijvoorbeeld aan vergrijzing, klimaatverandering, de grote vraag naar betaalbare woningen, de opkomst van de elektrische auto en fiets en de omslag naar duurzame energie. De gemeente Wijk bij Duurstede wil graag inspelen op deze veranderingen en de opgaven die daar bij horen. Daarom denken we na over de toekomst van de gemeente.
Dat nadenken over de toekomst doen we met deze Omgevingsvisie. We zetten voor de lange termijn de koers uit voor de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente. We plaatsen als het ware een stip op de horizon en schetsen een beeld van de weg die daar naartoe leidt. Daarbij spelen we in op de ruimtelijke en maatschappelijke opgaven en uitdagingen die op de gemeente afkomen.
Bij het opstellen van deze Omgevingsvisie hebben veel inwoners, ondernemers, belangengroepen, buurgemeenten en andere organisaties meegedacht. In de afgelopen anderhalf jaar hebben we onder andere vele bijeenkomsten georganiseerd, straatgesprekken gevoerd, een enquête uitgezet en een werksessie met scholieren op het Revius Lyceum georganiseerd. In totaal zijn daarmee zo’n 600 mensen betrokken geweest bij het opstellen van de Omgevingsvisie. Heel erg bedankt daarvoor! Zo is dit een visie voor en door de gemeente Wijk bij Duurstede geworden.
Wat we in al die gesprekken steeds terug hoorden is dat mensen het groene en kleinschalige karakter van de gemeente, de rust en de aantrekkelijke landschappen enorm waarderen. De komende tijd gaan we aan de slag om toe te werken naar de stip aan de horizon die we met elkaar in deze visie hebben geschetst. Feit is dat de gemeente Wijk bij Duurstede daarbij zal veranderen, om vitaal te blijven. Maar dan wel altijd geredeneerd vanuit de kwaliteiten en de identiteit die we met elkaar zo waarderen.
Wethouder Jeroen Brouwer

Karakteristieke deelgebieden
In deze Omgevingsvisie worden binnen de gemeente acht deelgebieden onderscheiden. De drie kernen binnen de gemeente vormen de eerste drie deelgebieden. De andere vijf deelgebieden liggen in het buitengebied.
In totaal worden de volgende deelgebieden onderscheiden:
De kern Wijk bij Duurstede
De kern Cothen
De kern Langbroek
Het noordelijke deel van de oeverwallen langs de Kromme Rijn
Het zuidelijke deel van de oeverwallen langs de Kromme Rijn Zuid
In dit hoofdstuk worden per deelgebied de belangrijkste kwaliteiten, opgaven en ruimtelijke hoofdkeuzes beschreven.
Prettige woonstad
Wijk bij Duurstede is een prettige woonstad in een fraaie landschappelijke omgeving, met ongeveer 17.609 inwoners (2023, CBS). De stad ligt in de luwte van de stedelijke regio Utrecht, maar heeft vrijwel alle belangrijke voorzieningen in de buurt.
Historische binnenstad aan de rivier
Het historische stadsgezicht en de uitstraling van de oude binnenstad, met het kasteel en het kasteelpark, vormen unieke waarden in Wijk bij Duurstede. Met de bijzondere ligging aan het groene buitengebied en aan de rivier heeft de stad ‘goud’ in handen. Het waterfront aan de Lekdijk vormt een bijzondere kwaliteit die breed
wordt gewaardeerd door bewoners en bezoekers van de stad. Daarnaast herbergt Wijk bij Duurstede nog een aantal andere ‘parels’ waaronder de beide kerken en de molen (monumentale gebouwen), de Markt, Mazijk en de Singel rond de oude binnenstad.

Groen in de stad
Er is veel groen in de stad, zoals het Stadspark, Kasteelpark, de Hordenboomgaard, Dorestadpark, Noorderwaardpark en de kinderboerderij. Daarnaast dragen (buurt)parkjes, speelterreinen, volkstuinen, wadi’s en de aanwezigheid van volwassen bomen, hagen en oude fruitbomen in de wijken bij aan een groene uitstraling van de stad. Bewoners dragen ook zelf graag een steentje bij als het gaat om het vergroenen van de stad. Zo doen inwoners jaarlijks mee aan het Nederlands Kampioenschap Tegelwippen, waarbij verharding wordt vervangen door groen. En ook zijn er vele stukjes openbaar groen in zelfbeheer bij inwoners. Dergelijke initiatieven worden erg gewaardeerd.
De Kromme Rijn vormt een fraaie groene stadsrand met goede recreatieve mogelijkheden (wandelen, fietsen, vissen, tuinieren). De brede groene stadsrand aan de westkant van de stad vormt voor de aangrenzende woonwijken een groene afscherming voor het verkeer van de N229. Deze groene buffer is voor veel wijkbewoners waardevol. Het groen dat aanwezig is in de stad draagt naast rust en ruimte (belevingswaarde) ook bij aan ontmoeting, gezondheid en leefbaarheid (maatschappelijke waarde). Bovendien bevordert stedelijk groen de biodiversiteit en vormt het een essentiële verbinding met de natuur in het buitengebied.
Winkels en voorzieningen
De winkelvoorzieningen, horeca en de weekmarkt in de stad zijn van een goed niveau. Bewoners vinden dat er voldoende supermarkten en winkels in de (binnen)stad zijn. Het Calypso Theater aan de Markt wordt breed gewaardeerd als een bijzondere voorziening voor de stad, met een goede programmering. Ook de diverse horecavoorzieningen worden goed bezocht door inwoners en toeristen. Het Revius Lyceum biedt middelbaar onderwijs in een kleinschalige en veilige omgeving. Het sportpark Mariënhoeve biedt uitgebreide voorzieningen en is goed toegankelijk voor mindervalide inwoners. Maatschappelijke voorzieningen, zoals sportpark Mariënhoeve, de basisscholen en het Ewoud en Elisabeth Gasthuis, vormen belangrijke ontmoetingsplekken in de wijk voor verschillende generaties. Bovendien dragen deze voorzieningen bij aan de sociale cohesie in de buurt en wijk. De meeste voorzieningen liggen op fiets- en wandelafstand. De huidige omvang van de stad wordt door veel inwoners positief gewaardeerd: ‘een kleine, gezellige stad.’
Levendigheid in de stad
In Wijk bij Duurstede wordt op het gebied van muziek, cultuur en sport een groot aantal festiviteiten en evenementen georganiseerd, zoals: Kleurrijk Uit in Wijk, de Lekkodagen en Dance at the Harbour. Wijk is een vitale stad waar genoeg te ondernemen is voor jong en oud.
Goed verbonden met de regio
Wijk bij Duurstede is door ligging buiten het netwerk van snelwegen en spoorlijnen een eind- of beginpunt. Het verkeer in Wijk bij Duurstede is daarom overwegend bestemmingsverkeer. Dat wordt gezien als een kwaliteit. Voor het bereiken van voorzieningen buiten de stad zijn de bewoners aangewezen op de provinciale wegen en op goede (snel)fiets- en openbaar vervoer verbindingen (bus) met Utrecht en Amersfoort.
Woningbouw in De Geer III
Er is in de stad Wijk bij Duurstede in de komende jaren behoefte aan tenminste 100 nieuwe woningen per jaar. Hiervoor is vooral de locatie De Geer III in beeld. Momenteel worden de plannen voor De Geer III uitgewerkt. Daarbij is aandacht voor de ontsluitingsmogelijkheden voor autoverkeer, fiets en openbaar vervoer. Ook wordt onderzocht hoe het nieuwe woongebied het beste in het landschap past.
Park Mariënhoeve / gemeentewerf
Het oostelijk deel van de locatie Zuidwijk (tussen het Kasteelpark en sportpark Mariënhoeve) is ook in beeld als woningbouwlocatie. De gemeentewerf aan de Middelweg Oost wordt verplaatst naar bedrijventerrein Broekweg-Langshaven, waardoor de vrijkomende locatie ruimte biedt om woningen te bouwen, dicht bij de voorzieningen in de binnenstad. Het gebied ten oosten van de gemeentewerf is om dezelfde reden eveneens geschikt als woningbouwlocatie. De omliggende groene functies in het gebied (zoals het kasteelpark, sportpark, de volkstuinen en fruitpercelen) bieden mogelijkheden voor een parkachtige invulling met een historische, groene uitstraling. Nieuwe woningen kunnen op deze bijzondere locatie duurzaam worden ingepast in een groene omgeving. Park Mariënhoeve krijgt daardoor nog meer betekenis voor de stad.
Bedrijventerrein Broekweg-Langshaven
Het bedrijventerrein Broekweg-Langshaven moet ook in de toekomst duurzaam blijven functioneren en inspelen op de behoefte van ondernemers. Op het terrein dient daarom voldoende ruimte te zijn voor uitbreiding van bestaande bedrijven, herplaatsing van bedrijven uit de Wijkse kernen en voor vestiging van nieuwe bedrijven. Uitbreiding van het terrein is daarom gewenst. Om de precieze uitbreidingsbehoefte in beeld te krijgen, worden zowel op provinciaal, regionaal als gemeentelijk niveau ramingen gemaakt van de omvang en het type ruimtevraag.
Uitgangspunt is een zo duurzaam mogelijk ingericht bedrijventerrein. De duurzaamheidsopgave richt zich vooral op decentrale energieopwekking met zonnepanelen op daken en energiebesparing. Daarnaast moeten ‘klimaatadaptieve’ maatregelen worden getroffen om wateroverlast en hittestress op het bedrijventerrein tegen te gaan.
Korte Singel / Walplantsoen
De verkeersproblemen, hoge parkeerdruk en het vrachtverkeer voor het laden en lossen op de Korte Singel en het Walplantsoen vragen om een complete aanpak. Voor de lange termijn dienen oplossingsrichtingen te worden onderzocht, zoals het omleiden van bezoekers van de binnenstad via alternatieve routes en herinrichting van het wegprofiel met meer ruimte voor voetgangers en fietsers. Daarbij zal de verplaatsing van het parkeerterrein van het Walplantsoen naar een alternatieve locatie als mogelijkheid worden onderzocht. Daardoor kan het historische profiel met water en groen weer worden teruggebracht.
Stadshaven en rivierfront
De verblijfskwaliteit en toeristische mogelijkheden van de rivierzijde van de binnenstad kunnen worden verbeterd. Op het gebied van recreatie en toerisme liggen er met name kansen in de oude Stadshaven. Riviercruises kunnen meer gebruik maken van de haven, zodat er meer bezoekers en dagjesmensen vanaf het water naar de binnenstad toe komen. Vanaf de kade kunnen aantrekkelijke wandelroutes worden aangelegd naar de binnenstad. De stadshaven biedt meer kansen voor de organisatie van kleinschalige toeristische activiteiten en evenementen, passend bij de maat en het authentieke karakter van de haven en de stad. De recreatieve ontwikkeling van het rivierfront van Wijk, met eventueel een stadsstrand, levert meerwaarde op voor natuur, klimaat en biodiversiteit. Daarbij mogen geen significante effecten optreden op de uiterwaarden van de NederRijn (Natura2000-gebied).
Bruisende binnenstad
Het vormt een uitdaging om het (toeristisch) economisch karakter van de Wijkse binnenstad verder te versterken. En om de invulling van het centrum nog beter af te stemmen op toerisme en het aantrekken van dagjesmensen. Behoud van bijzondere winkels en de organisatie van festiviteiten en evenementen die passen bij het karakter van de oude binnenstad dragen hier aan bij. Dit levert ook een economische impuls voor de middenstand en horeca. Het cultuurhistorische karakter is belangrijk voor de identiteit van de binnenstad. De oude historische gebouwen, straten en pleinen vormen dan ook een belangrijke toeristische trekker, evenals de ligging aan de rivier.
Langs de oevers van de Kromme Rijn
De Kromme Rijn vormt op dit moment een duidelijke en harde begrenzing van de stad. De rivier stroomt hier langs de bebouwde kom van de stad in een brede groenstrook met wandel- en fietspaden, vissteigers, volkstuintjes en enkele bruggen en sluizen die behoren tot het historisch erfgoed van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De overzijde van de rivier kent vooral agrarisch grondgebruik (overwegend fruitteelt) met plaatselijk (agrarische) natuurwaarden. Hoewel er geen concrete ruimtelijke ontwikkelingen zijn voorzien in dit gebied voor de korte termijn, is het wel verstandig om na te denken over de gewenste ontwikkeling van deze stadsrandzone voor de lange termijn.
Groen in en rondom de stad
Groen in en rondom de stad zorgt voor een prettig woonklimaat en geeft de stad een groene uitstraling. Parken, groenstroken, volkstuinen, sportveldjes en speelplekken in de wijken bieden ruimte voor ontmoeting en beweging. Het vele groen in de stad draagt ook bij aan klimaatadaptatie (beperken opwarming, vermindering hittestress, meer waterberging) en verbetering van het aantal verschillende soorten planten en dieren in het stedelijk gebied (biodiversiteit).
Bij toekomstige woonwijken en nieuwbouwprojecten in en aan de rand van de stad kan open- baar groen rond de bebouwing een belangrijke bijdrage leveren aan het woon- en leefklimaat in de wijk. Geveltuintjes, groene daken en gevels van gebouwen en schaduwrijke langzaam verkeersroutes dragen bij aan vergroening van de stad. Zo kunnen bewoners en ondernemers ook zelf een rol spelen. Door bestaand en nieuw open- baar groen in de stad zo veel mogelijk aaneen te schakelen, kan een nog meer samenhangende groenstructuur ontstaan.
Aantrekkelijke, veilige en toegankelijke wandel- en fietsroutes door de stad
Om te stimuleren dat zo veel mogelijk mensen met de fiets of te voet naar voorzieningen gaan, zijn goede en veilige fiets- en wandelroutes heel belangrijk. Speciale aandacht gaat uit naar routes voor langzaam verkeer vanuit de wijken naar de binnenstad, maar ook naar de belangrijkste voorzieningencentra in de wijken, de scholen en sportpark Mariënhoeve.
Er moet vooral worden gekeken naar de verbetering van de aansluitingen tussen routes onderling, veilige oversteekplaatsen, toegankelijkheid voor mindervaliden en een straatprofiel dat voldoende ruimte biedt voor fietsers en voetgangers, ook met een rollator of scootmobiel. Ook de kwaliteit van de voorzieningencentra zelf dient op peil te worden gehouden. Dat geldt zowel voor de bebouwing als voor de openbare ruimte.
Stadsentrees en toegangswegen van de stad
Belangrijke toegangswegen zoals de Zandweg, de Romeinenbaan, Boterslootweg en de Lekdijk-Oost, worden het meest gebruikt om de stad Wijk bij Duurstede binnen te komen. De gemeente wil graag dat de uitstraling van deze wegen past bij Wijk. Dit vraagt om een herkenbare uitstraling met duidelijke inrichtingsprincipes. Buiten de stad dient het landelijke karakter behouden te blijven. Daarom mag er niet te veel bebouwing worden toegestaan langs de uitvalswegen in het buitengebied.
Behoud en versterking van de rustige en groene woonkwaliteit staat centraal in het Wijkse toekomstbeeld. De stad heeft veel moois te bieden met een rijke cultuurhistorie, een levendige binnenstad en een indrukwekkend rivierfront. Het winkel- en horecagebied is aantrekkelijk en de verblijfskwaliteit van het gebied wordt verder versterkt.
Versterken van het contact met het water
In de komende 10 jaar wordt het contact tussen de stad en het omliggende water van de Kromme Rijn, Neder-Rijn/Lek en het Amsterdam-Rijnkanaal versterkt. De Kromme Rijn wordt beter beleefbaar gemaakt door ontbrekende schakels in de wandel- en fietsroute langs de oevers in te vullen. Daarbij wordt rekening gehouden met de aanwezige natuurwaarden en cultuurhistorische waarde. Waar mogelijk worden nieuwe groene kwaliteiten toegevoegd. Met de regio worden afspraken gemaakt om de Kromme Rijn verder te ontwikkelen als een doorgaande recreatieve drager vanaf de binnenstad van Wijk bij Duurstede tot in Utrecht.
De Kromme Rijn is en blijft de landschappelijke overgang van de stad naar het omliggende landschap. Aan de overzijde van de rivier vindt dus geen verstedelijking plaats. Wel kan de recreatieve toegankelijkheid van de oevers worden verbeterd. Het rivierfront van Wijk wordt recreatief verder ontwikkeld, mogelijk met een stadsstrand. Hierdoor mogen echter geen significante effecten optreden op de uiterwaarden van de Neder-Rijn (Natura2000). Bestaande routes langs het water worden uitgebouwd tot een kralensnoer met bijzondere toeristische verblijfsplekken. Zo kan in de toekomst een fraaie stadswandeling worden gemaakt langs het water, vanaf de kop van de Lunenburgerwaard, via de vernieuwde stadshaven en het rivierfront, naar ’t Wijkse Veer, het Kasteelpark en Park Mariënhoeve tot aan het sluizencomplex in het Amsterdam-Rijnkanaal.

Vrij baan voor fietsers en voetgangers
Wijk bij Duurstede is een compacte stad. De afstand vanaf de stadsrand tot aan de Markt komt nergens boven de twee kilometer uit, een ideale maat voor fietsers en voetgangers. Het gebruik van de fiets wordt dan ook verder gestimuleerd. Dat is niet alleen gezond, maar biedt ook meer ruimte voor groen, spelen en ontmoeting in het Wijkse straatbeeld.
De binnenstad is alleen met de auto bereikbaar voor bewoners en bevoorrading, bezoekers parkeren op (loop)afstand. Er worden in het stadscentrum autovrije voetgangersgebieden ingesteld. In de eerste schil rond de binnenstad - het gebied tussen het centrum en de Frankenweg/Nieuweweg en de Middelweg Oost - krijgt de fiets ruim baan. De auto is er te gast. Waar mogelijk worden drukke verkeerswegen en gevaarlijke kruispunten aangepakt of heringericht. Ook in de woongebieden in de tweede en derde schil is de auto te gast. Voetgangers en fietsers staan centraal in de wijk. De woongebieden zijn ingericht als 30 km-zone en voorzien van een fijnmazig padennetwerk met veilige en logische wandel- en fietsroutes en speel- en ontmoetingsplekken. Hiermee worden bewoners gestimuleerd om meer te bewegen.
Parkeren aan de rand van het centrum
Autoverkeer richting de binnenstad wordt via een bewegwijzerde route zo veel mogelijk om de stad heen geleid en afgevangen op parkeervoorzieningen aan de rand van het centrum, gekoppeld aan aantrekkelijke wandelroutes naar de binnenstad. Hiermee kan de druk op parkeren in de binnen- stad worden verminderd en kan daar ruimte worden gecreëerd voor een autoluwe herinrichting met aandacht voor cultuurhistorie en groen. In het centrum komt meer ruimte voor fietsparkeren aan de rand van het winkelgebied. Door in en naar het centrum meer nadruk te leggen op wandelen en fietsen wordt gezond gedrag gestimuleerd.
Levendige binnenstad met een rijke historie
De binnenstad heeft een goede mix van winkels, toerisme, recreatie en wonen. Het winkelaanbod is vooral gericht op bijzondere winkels en speciaalzaken, naast een regulier aanbod van dagelijkse voorzieningen voor de bewoners van het centrum en de omliggende buurten. Wijk heeft daarmee betekenis als winkelstad voor alle inwoners van Wijk bij Duurstede, Cothen en Langbroek en is bovendien aantrekkelijk voor bezoekers. Het historische erfgoed vormt een belangrijke toeristische trekker, evenals de ligging aan de rivier. De invulling van het centrum wordt afgestemd op toerisme en het aantrekken van dagjesmensen. Dit gebeurt door het behoud van winkels en de organisatie van kleinschalige festiviteiten en evenementen die passen bij het karakter van de oude binnenstad. Het levert ook een economische impuls voor de middenstand en horeca met toeristen, terrassen, monumentale bezienswaardigheden, aantrekkelijke aanloopstraten en verbindingen naar de rivier en haven. Het winkelgebied blijft geconcentreerd in een aantrekkelijk verblijfsgebied met de Markt als centrale ontmoetingsruimte. De aanloopstraten hebben een gemengd karakter met bijzondere winkels, galeries en kleinschalige horeca. De Omgevingsvisie sluit hiermee aan bij de gemeentelijke Visie Binnenstad (mei 2017).
Betaalbaar wonen voor jong en oud
In de gemeente Wijk bij Duurstede is een totale woningvraag voorzien van circa 1.250 woningen tot 2033. Ook na 2033 zal er nog steeds een sterke behoefte zijn aan woningen binnen Wijk bij Duurstede en de regio Utrecht. Daarbij zal de gemeente Wijk bij Duurstede aansluiten bij de gezamenlijke aanpak van de U10 en de provincie. Er bestaat met name behoefte aan betaalbare woningen voor jonge starters en ouderen. Zij zijn vooral op zoek naar kleinere wooneenheden, bij voorkeur dicht bij voorzieningen. Als ouderen doorstromen naar zo’n kleinere woning komt een eengezinswoning voor jonge gezinnen vrij.
In de Structuurvisie Wijk bij Duurstede 2020 zijn verschillende inbreidingslocaties aangegeven. Een groot deel daarvan is inmiddels ingevuld met voornamelijk appartementen en/of stadswoningen. De resterende inbreidingslocaties zijn in de Omgevingsvisie overgenomen. In aanvulling op de locaties die indicatief zijn overgenomen uit de Structuurvisie 2020, maakt de Omgevingsvisie ook nieuwe binnenstedelijke en binnendorpse ontwikkelingen mogelijk. Een aantal van deze potentiële bouwlocaties is indicatief in kaart gebracht. Er dient echter nog nader onderzoek te worden gedaan naar de haalbaarheid van deze ontwikkelingen. In de toekomst kunnen hier ook nog nieuwe inbreidings- en/of herstructeringslocaties aan worden toegevoegd.
Bij nieuwbouw wordt ingezet op het realiseren van eigentijdse woonvormen waar in de komende jaren veel vraag naar zal zijn. Het gaat dan om meergeneratiewoningen met gemeenschappelijke ruimtes of een woonhof, of combinaties van woningen voor jongeren en ouderen met voorzieningen. Ook bij herstructurering van oude delen van de stad zijn er kansen voor het realiseren van dergelijke woonvormen. Zo kunnen verouderde woningtypen worden vervangen door levensloopbestendige woningen. Bij de realisatie van woningbouw op de nog resterende inbreidings- en herstructureringslocaties wordt bijzondere aandacht besteed aan het toevoegen van meer groen, ruimte voor waterberging en energieopwekking. Dit biedt kansen voor groene en blauwe daktuinen, zonnepanelen op daken of groene gevels en grote (dak)terrassen of balkons met bomen. Zo wordt ook op gebouw- niveau bijgedragen aan een duurzame en klimaatbestendige stad. En kunnen typisch ‘Wijkse’ woongebieden worden gerealiseerd.
Groene woonkwaliteiten versterken
Het centrale uitgangspunt is om te verdichten in de bestaande bebouwde omgeving, daar waar het mogelijk en verantwoord is. Maar inbreiden mag niet ten koste gaan van de groene woonkwaliteiten van Wijk. Sterker nog, bij nieuwbouw dienen juist groene kwaliteiten te worden toegevoegd. De binnenstedelijke bouwcapaciteit van Wijk bij Duurstede wordt hierdoor beperkt. Mede daarom wordt naast het ontwikkelen van locaties binnen de kern ook gekeken naar uitbreidingslocaties. Hiervoor zijn onder andere De Geer III en de gemeentewerf aan de Middelweg Oost in beeld. Hier zal gezocht worden naar nieuwe, compacte woonvormen in een riante groene setting, die aansluiten bij de specifieke vraag van met name jonge starters en ouderen. Wellicht kunnen ook de aangrenzende percelen ten oosten van de gemeentewerf bij deze ontwikkeling worden betrokken. Zo kan een aantrekkelijk woongebied worden gerealiseerd in een parkachtige omgeving, grenzend aan het Stadspark, het Kasteelpark en Park Mariënhoeve.
Of het nu gaat om inbreiding of uitbreiding, in alle gevallen dient de ontwikkeling van nieuwe woningen bij te dragen aan versterking van de groene woonkwaliteiten van Wijk bij Duurstede als geheel. Wijk zet daarom in op bijzondere woonvormen op zo veel mogelijk in- en uitbreidingslocaties. Woonvormen die groene kwaliteiten toevoegen aan het bestaande groen dat al in de stad aanwezig is en aansluiten bij de unieke historie van Wijk (fruit, rivier, kasteel, etc.). Daarbij wordt ingezet op een natuurinclusieve en klimaatadaptieve ontwikkeling.
Verbindend groen in de stad
Het groen in de stad kan beter worden benut. Door middel van aantrekkelijke en veilige wan- del- en fietsroutes vanuit de omliggende wijken kan de toegankelijkheid van het groen worden verbeterd (ook voor mensen met een beperking) en wordt meer bewegen gestimuleerd en ondersteund. De verschillende groengebieden kunnen ook beter met elkaar worden verbonden. Zo wordt toegewerkt naar een samenhangende groenstructuur in de stad met een grote recreatieve gebruikswaarde voor bewoners. Het biedt ruimte voor ontmoeting en zorgt voor inclusieve woonbuurten en meer sociale cohesie in de wijk. Ook voor planten en dieren heeft het verbinden van groene plekken in de wijken meerwaarde.
Hiermee wordt de biodiversiteit in de stad vergroot. Een belangrijke samenhangende groenstructuur wordt gevormd door de bestaande groengebieden vanaf het Kasteelpark tot aan de Romeinenbaan/Geerweg met elkaar te verbinden. Zo wordt een centrale groenzone gerealiseerd, dwars door de stad, die ruimte biedt voor ontmoeting, recreatie, sport, buiten spelen, waterberging, CO2-opname en verkoeling bij hitte.
Voorzieningen in de buurt
Mede door de overzichtelijke omvang van de stad zijn de stedelijke voorzieningen in Wijk voor iedereen goed bereikbaar. Naast de binnenstad vormen de verschillende wijk- en buurtcentra de belangrijkste clusters van voorzieningen (supermarkt, buurtwinkels, zorg, gezondheid, openbaar vervoer) voor de wijkbewoners. Het zijn belangrijke ontmoetingsplekken in de wijk. Dit kan verder worden versterkt door bijvoorbeeld ook onderwijs, culturele en welzijnsvoorzieningen te combineren op deze locaties.
Onderwijshuisvesting is aan verandering onderhevig. Scholen kunnen worden samengevoegd en uitgebreid. Waar mogelijk wordt gekeken waar meervoudig ruimtegebruik op een verantwoorde manier mogelijk is. Dit zal nog worden uitgewerkt in een integrale visie op onderwijshuisvesting. Door nieuwe woningen toe te voegen, kan het voorzieningenniveau in de buurt- en wijkcentra in stand worden gehouden. Waar mogelijk worden nieuwe (ouderen)woningen rondom de voorzieningen gerealiseerd. De openbare ruimte nodigt uit om te worden gebruikt en biedt kansen voor spontane ontmoetingen. De voorzieningencentra in de wijken zijn met de fiets en te voet goed bereikbaar vanuit de omliggende woongebieden, ook voor mensen die minder goed ter been zijn.
Uitbreiding en verduurzaming bedrijventerrein Broekweg-Langshaven
De gemeentewerf en milieustraat (aan de Middelweg Oost 1) wordt verplaatst naar bedrijventerrein Broekweg-Langshaven. Een verdere uitbreiding van Broekweg-Noord voor de langere termijn is voorzien aan de noordwestzijde. Daarbij dient voldoende afstand te worden gehouden tot de Wijkersloot. Deze randzone houdt een groene uitstraling met agrarisch grondgebruik (fruitpercelen). De uitbreiding van het bedrijventerrein stemmen wij af binnen de regionale programmeringsafspraken met omliggende gemeenten en de provincie.
Op het bedrijventerrein Broekweg-Langshaven willen we (vraaggericht) de ruimtevraag van bedrijven faciliteren om werkgelegenheid in de gemeente te behouden. Het terrein is bedoeld voor de doorgroei van MKB-bedrijven en opvang van de (vervangings)vraag van bedrijven uit Cothen en Langbroek, die te groot zijn geworden voor de bedrijventerreinen in het dorp (of daar hinder veroorzaken). Ook bedrijven uit het buitengebied kunnen worden verplaatst naar Broekweg-Langshaven. Daarnaast biedt het terrein plaats aan nieuwe bedrijven die van meerwaarde zijn of passen bij Wijk bij Duurstede. Het gaat dan om bedrijven met personeel in Wijk of bedrijven die gebruik maken van de ligging langs het kanaal.
Meer werkgelegenheid voor inwoners in Wijk draagt op die manier ook bij aan vermindering van de woon-werkpendel over de N229 en N227. Verdere verduurzaming en vernieuwing van het bedrijventerrein zorgt er voor dat Broekweg-Langshaven ook in de toekomst een vitaal en toekomstbestendig werkgebied blijft. Daarbij zal ook moeten worden gekeken naar de ontsluiting van het bedrijventerrein richting de N229.
Een duurzame en klimaatbestendige stad
Vergroening en verduurzaming van de stad gaan hand in hand met het vergroten van de mogelijk- heden voor waterberging en het tegengaan van hittestress. Daarnaast worden de mogelijkheden voor vergroening van de openbare ruimte en in particuliere tuinen zoveel mogelijk benut. Opwekking van duurzame energie vindt in het stedelijk gebied vooral plaats via zonnepanelen op daken. Buiten de stad zorgen diverse zonnevelden voor een bijdrage aan een duurzame energie-opwekking. Samen met de provincie Utrecht wordt onderzocht of windturbines hieraan toegevoegd kunnen worden.
Alle nieuwe woningen moeten voldoen aan de eisen van Bijna Energieneutrale Gebouwen (BENG). Per project kan gekeken worden in hoeverre het wenselijk is om voor Energieneutrale Gebouwen (ENG) te gaan of energieleverend te worden. Particuliere woningeigenaren en ondernemers worden zo veel mogelijk gestimuleerd om hun panden (al dan niet met Rijkssubsidie) goed te isoleren en hun eigen energie op te wekken of op te slaan. Ook moeten alle nieuwe woningen natuurinclusief worden gebouwd. en uiteindelijk ook zo circulair mogelijk. Het aantal openbare laadpalen voor auto’s wordt in de wijken fors uitgebreid om het elektrisch rijden aantrekkelijker te maken. Ook het aantal deelauto’s zal in de komende jaren worden uitgebreid. Zo kan schone mobiliteit een bijdrage leveren aan de duurzame stad.
Dorpse kwaliteiten
Bewoners van Cothen hechten sterk aan de dorpse kwaliteiten en het kleinschalige, groene karakter van het dorp. Het is er prettig en rustig wonen (2.835 inwoners in de dorpskern in 2023, CBS) en de belangrijkste voorzieningen zijn in het dorp aanwezig. De dorpse kwaliteiten zijn voor een belangrijk deel verbonden met herkenbare plekken en gebouwen in het dorp, zoals de Brink, de molen, de dorpsboomgaard, de Rooms Katholieke Kerk, de Protestantse kerk en de begraafplaats(en). Ook Kasteel Rhijnestein en de bijbehorende kasteeltuin vormen kenmerkende plekken aan de rand van het dorp. Het karakteristieke beschermde dorpsgezicht met de dorpsboomgaard van Cothen vormt voor veel bewoners een vertrouwd beeld.
Een groen dorp in een groene omgeving
Cothen is een groen dorp in een groene omgeving. In de kern zijn verschillende kleine buurtparkjes en speelterreinen te vinden waaraan veel waarde wordt gehecht. De groenstroken langs de Rijnsloot aan de zuidelijke rand van het dorp en rond de spotvelden worden door veel bewoners als prettig ervaren. Het (gele) wandelpad dat hier doorheen loopt draagt daar aan bij. En ook al is het groen niet altijd in de buurt zelf aanwezig, het is wel altijd dichtbij. Het agrarisch buitengebied met fruit en boomgaarden draagt daar zeker aan bij. Het agrarische karakter is dan ook sterk verbonden met het dorp en nog ‘voelbaar’ in de kern.
Ligging aan de rivier
De Kromme Rijn vormt een bijzondere kwaliteit voor Cothen. Het dorp is ontstaan op de hoger gelegen stroomrug en de dorpsbebouwing concentreerde zich eeuwenlang langs enkele oude wegen op de oever van de rivier. Toch is de Kromme Rijn op dit moment een nogal verscholen kwaliteit. Het dorp heeft zich op veel plekken met de rug naar het water toegekeerd.

Voorzieningen in het dorp
Het huidige voorzieningenaanbod, waaronder de winkels en cafetaria’s, is belangrijk voor de Cothenaren. De scholen, het sportpark, de wekelijkse marktstandplaatsen en de overige voorzieningen fungeren als ontmoetingsplekken voor het dorp. Dat geldt zeker ook voor het Dorpshuys. Vroeger was de sociale functie van het Dorpshuys overigens groter dan nu. Toen fungeerde het voor veel bewoners van het dorp als hét activiteitencentrum.
Hechte, sociale en zelfraadzame gemeenschap
De dorpsgemeenschap van Cothen is van oudsher hecht, zelfredzaam en ondernemend. Dit komt onder andere tot uiting in een groot aantal particuliere initiatieven en de vele vrijwilligers in het dorp. Bijvoorbeeld bij de voorzieningen in het dorp (onder andere de sportverenigingen) en bij het groenbeheer. Er zijn ook typisch Cothense dorpstradities, zoals de Kerstlichtjeswandeling, het carnaval met Verlichte Optocht en het jaarlijkse Oogstfeest, die de saamhorigheid versterken. Ook in sociaalmaatschappelijke zin is Cothen dus een écht dorp.
In Cothen is de vraag naar woningen de komende jaren ongeveer 20 woningen per jaar. Die vraag is vooral gericht op ouderen en starters op de woningmarkt. De huidige bouwlocaties (inbreiding op vrijkomende locaties in het dorp en vernieuwing van woningen in de oudere buurten) bieden hiervoor niet genoeg ruimte. Er moeten dus nieuwe plekken worden gevonden voor wo- ningbouw om aan de vraag te kunnen voldoen. Die mogelijkheden zijn echter beperkt. Er wordt daarom ook gekeken waar op termijn uitbreiding kan plaatsvinden. Bij nieuwbouw wordt gelet op behoud van de kleinschalige en groene kwaliteiten.
Onderzoek naar verplaatsing van bedrijven
Het huidige bedrijventerrein aan de Willem Alexanderweg/Bredeweg is verouderd en alleen door de kern bereikbaar. Dat leidt tot verkeersoverlast in het dorp. De mogelijkheden voor verplaatsing van de bedrijvigheid vanuit de kern naar een nieuw te ontwikkelen terrein aan de N229 zijn daarom verkend. Die plannen blijken financieel niet haalbaar te zijn. Met enkele grondeigenaren op het huidige bedrijventerrein in het dorp wil de gemeente verder praten om te onderzoeken of op kleinere schaal toch nog woningbouw mogelijk is.
Clusteren van voorzieningen in de dorpskern
Behoud van voorzieningen is voor veel bewoners van Cothen van belang. Zoals winkels in het dorp, de scholen, sportverenigingen en de ouderenzorg. Veel voorzieningen liggen nu verspreid door de kern. Door ze dichter bij elkaar te plaatsen, kan versnippering worden tegengegaan. Dit zou bijvoorbeeld in multifunctionele gebouwen kunnen, op een beperkt aantal goed bereikbare plekken in het dorp. Zo ontstaat een overzichtelijk aantal voorzieningenclusters binnen de dorpskern. Op de vrijkomende locaties ontstaat dan ruimte voor wonen, groen of waterberging. Welke gebouwen en plekken in aanmerking komen voor het bij elkaar brengen van voorzieningen moet nog worden onderzocht. Het Dorpshuys is een mogelijke locatie, maar ook een sportkantine, schoolgebouw of de kerk kunnen in aanmerking komen.
Verkeersoverlast / oversteekbaarheid N229
Het vele autoverkeer en de rijsnelheid op de N229 leiden tot verkeersoverlast, geluidshinder en onveilige situaties. Alhoewel er een fiets- en voetgangerstunnel aanwezig is bij de rotonde nabij Cothen blijft het gevaarlijk om met de fiets of te voet over te moeten steken (richting de bedrijven aan overzijde van de N229) op de provinciale weg waar overwegend 80 km/uur gereden mag worden. Dit vraagt om verkeers- of inrichtingsmaatregelen. Het zou bijvoorbeeld gewenst zijn om oversteekplaatsen voor fietsers en voetgangers beter zichtbaar te maken. Het ter plekke verlagen van de snelheid naar 60 km/ uur of het voorkomen van het gelijkvloers kruisen van de verschillende verkeersstromen draagt hier ook aan bij. De provincie is wegbeheerder en beslist uiteindelijk over verkeersmaatregelen op de N229. Dit vraagt om overleg met de provincie over verkeersveiligheid rondom de N229 en specifiek de ontsluiting van het bedrijventerrein bij Cothen, zonder daarbij vooruit te willen lopen op eventuele oplossingen.
Verkeersveiligheid in de kern
In Cothen liggen aantrekkelijke fiets- en wandelroutes in en langs de kern. Het routenetwerk nodigt uit om te bewegen en zet aan tot gezond gedrag. Maar de langzaam verkeersroutes sluiten niet overal aan op het omliggende buitengebied. Ze zijn ook niet altijd veilig vanwege de combinatie met auto- en vrachtverkeer. Dat geldt met name voor de hoofdwegen binnen de dorpskern. Het fietspad langs de Groenewoudseweg ligt er slecht bij, waardoor het onveilig is voor fietsverkeer. Het is wenselijk om naar het gehele wegprofiel te kijken, zodat de verkeersveiligheid voor fietsers wordt verbeterd.
Ontbrekende schakels in padennetwerk
In het wandelpadennetwerk ontbreken enkele verbindingen, waardoor het niet mogelijk is om een ‘ommetje’ te maken vanuit het dorp. Voorbeelden daarvan zijn onder andere het onderbroken wandelpad langs de Rijnsloot, waar je om het bedrijventerrein heen moet lopen om richting de Kromme Rijn te gaan. Of de wandelroute over Kasteel Rhijnestein, waar het voetpad op het landgoed stopt en vervolgens langs de provinciale weg verder gaat. Door enkele verbindingen toe te voegen, ontstaat een compleet routenetwerk dat kansen biedt voor verschillende korte en langere wandelingen rond het dorp. Hiermee kan beweging worden gestimuleerd en wordt actief bijgedragen aan een gezonde leefomgeving voor de inwoners van Cothen.
Een samenhangend recreatief netwerk
De recreatieve en toeristische betekenis van het dorp kan worden versterkt. Plekken die zich daarvoor lenen zijn onder andere de Brink, de molen, het sluizencomplex aan de Kromme Rijn, de dorpsboomgaard en Kasteel Rhijnestein. Dit zijn vanuit recreatief oogpunt allemaal waardevol- le plekken in het dorp, maar het zijn tegelijkertijd ook nogal verscholen plekken. De betekenis voor het dorp kan worden verbeterd, bijvoorbeeld door de plekken toegankelijker te maken voor publiek en er dorpsactiviteiten en kleinschalige evenementen te organiseren. Die zullen vooral gericht zijn op de eigen dorpsbewoners, maar trekken ook dagjesmensen aan.
Door een verbinding te maken met het Toeristisch Overstappunt (TOP) ten oosten van de dorpskern (parkeerplaats, restaurant, startpunt voor fietsers en wandelaars) kan een samenhangend recreatief netwerk worden ontwikkeld. Binnen het dorp kunnen daar dan bestaande horecavoorzieningen, zit- en speelplekken en andere ontmoetingsplekken aan worden gekoppeld.
Groene rand rond het dorp
Aan de rand van Cothen kan het bestaande groen beter worden benut. Op sommige plekken kan het openbaar groen ook verder worden uitgebreid. Zo ontstaat meer ruimte om te wandelen en fietsen, of voor ontmoeting aan de rand van het dorp. Er kan een mooie, groene overgang worden gemaakt van de woonbuurten naar het omliggende landschap. Zo’n stevige groene dorpsrand biedt mogelijkheden voor (groene) recreatie en ontspanning dichtbij huis, in de gezonde buitenlucht. Er kunnen ook aantrekkelijke verblijfsplekken in het groen worden gemaakt. De dorpsrand vormt zo een groene buffer voor mogelijke nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in het buitengebied, zoals bijvoorbeeld een initiatief voor een zonneveld of nieuwe woningbouw aan de rand van het dorp.
Relatie versterken tussen dorp en Kromme Rijn
De Kromme Rijn vormt in Cothen een bijna verscholen kwaliteit. Het water is slechts op enkele plekken zichtbaar. De samenhang tussen het dorp, de rivier en zijn oevers zou weer versterkt mogen worden. Met nieuwe wandelroutes en verblijfsplekken aan het water kan de zichtbaarheid en relatie worden verstevigd. Daarmee kan de Kromme Rijn een belangrijk onderdeel worden binnen het groene en recreatieve netwerk.
Behoud van het dorpse karakter
Bij toekomstige ontwikkelingen staat behoud van de dorpse en groene karakteristiek voorop. Zo blijft Cothen ook op lange termijn aantrekkelijk als een groen woondorp met goede verbindingen naar de stad en het buitengebied.
Clusters van voorzieningen in het dorp
Cothen heeft een relatief compleet aanbod van voorzieningen met onder andere een (buurt) supermarkt, bakker, cafetaria, huisartsenpraktijk, diverse sportverenigingen en een dorpshuis. Deze en andere voorzieningen kunnen de komende jaren onder druk komen te staan. Dat komt onder meer omdat de voorzieningen nogal verspreid liggen in het dorp en veel voorzieningen en dorpsactiviteiten met behulp van (vaak oudere) vrijwilligers overeind worden gehouden. Voor een duurzame instandhouding van de aanwezige voorzieningen is het daarom raadzaam om de aanwezige voorzieningen op een beperkt aantal goed bereikbare plekken in het dorp te clusteren. Zo kunnen de voorzieningen profiteren van elkaars nabijheid en ontstaan kansen voor synergie, samenwerking en een efficiënte bedrijfsvoering.
Voorzieningen met een accent op sport en beweging, vrije tijd, jeugd en kinderopvang worden geconcentreerd bij het sportpark. En het gebied rond de R.K.-kerk en Carolusschool biedt ruimte voor een cluster van voorzieningen op het gebied van kunst, cultuur, religie en onderwijs. Mocht de kerk op termijn vrijkomen, vanwege dalend kerkbezoek, dan kan het gebouw een (gedeeltelijk) nieuwe bestemming krijgen die daarbij aansluit (bijvoorbeeld als expositieruimte of podium voor culturele verenigingen). Niet alle voorzieningen hoeven te worden ondergebracht in één van de drie clusters. Zo liggen de dorpswinkels en kleinschalige horecavoorzieningen weliswaar verspreid in het dorp, maar langs herkenbare historische routes en bovendien goed bereikbaar vanuit de omliggende woonbuurten. In de toekomst kan een concentratie van de winkelvoorzieningen op een meer centraal gelegen plek in het dorp worden overwogen. Hiervoor lijkt de locatie van ‘t Dorpshuys dan het meest geschikt.

Ruimte voor woningbouw in het dorp
De vraag naar woningen spitst zich in Cothen vooral toe op jonge starters en gezinnen. Daarnaast dient er voldoende woningaanbod te zijn voor ouderen die ook in de toekomst graag in het dorp willen blijven wonen. De totale vraag naar woningen bedraagt in de komende tien jaar circa 200 woningen en is vooral gericht op kleinere huishoudens. Hiervoor dient geschikte ruimte te worden gevonden op locaties in en/of aan de randen van het dorp.
Ten eerste kan het braakliggende deel van het bedrijventerrein aan de Willem Alexanderweg worden bebouwd (Schoonderwoerd-locatie). Voor enkele bedrijven op het bedrijventerrein biedt verhuizing naar Broekweg-Langshaven in Wijk bij Duurstede op termijn ruimte voor verdere groei. Daardoor ontstaat op het huidige bedrijventerrein ruimte voor de realisatie van nieuwe woningen. Zo ontstaat gefaseerd in de tijd een gemengd woon-werkgebied voor jong en oud, met dorpse karakteristieken, veel groen en goede, veilige wandel- en fietsroutes richting de dorpskern en het buitengebied. De resterende, kleinschalige bedrijvigheid (tot milieucategorie 2) zorgt voor levendigheid in de wijk.
Ook de eerdergenoemde clusters van voorzieningen in het dorp, die de komende jaren zullen worden (her)ontwikkeld, bieden ruimte voor nieuwbouw van woningen. Zo kan bij de vernieuwing van ‘t Dorpshuys woningbouw voor ouderen worden toegevoegd in combinatie met zorgvoorzieningen (en op termijn wellicht ook winkels). Ook op andere plekken in het dorp kan de komende jaren eigentijdse woningbouw worden gerealiseerd. De inbreidingslocaties in Cothen zijn over het algemeen echter beperkt van omvang en het aantal woningen dat er kan worden toegevoegd aan de woningvoorraad is dan ook beperkt. Daarbij speelt ook mee dat inbreiding niet ten koste mag gaan van de aanwezige dorpse en groene kwaliteiten van Cothen. Hoewel de aantallen wellicht beperkt zijn, is herstructurering van verouderde delen van het dorp belangrijk voor de verbetering van de leefbaarheid, duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit van het dorp.
Uitbreidingsrichting oostwaarts
Doordat de kwantitatieve mogelijkheden voor inbreiding in de dorpskern van Cothen relatief beperkt zijn, kunnen niet alle benodigde (200) woningen in de komende 10 jaar binnen de huidige dorpsgrenzen worden gerealiseerd. Er wordt in het kader van de Omgevingsvisie daarom ook gekeken naar uitbreiding van het dorpsgebied. Een oostwaartse uitbreidingsrichting lijkt daarbij het meest voor de hand te liggen. Een ontwikkeling in oostelijke richting sluit aan bij de historische groei van het dorp, op de zuidelijke oeverwal van de Kromme Rijn. De mogelijkheden om een (of meer) kleinschalige bouwlocatie(s) te ontwikkelen op de zuidelijke oeverwal van de Kromme Rijn zullen nader worden verkend. Potentiële bouwlocaties lijken daarbij vooral te liggen tussen de Groenewoudseweg en de Kromme Rijn en/of in het agrarisch landschap ten zuiden van de Groenewoudseweg. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de bestaande functies aan de rand van het dorp, het huidige agrarische grondgebruik en de kansen voor woningbouw op de lange termijn.
Ruimte voor ondernemen
Cothen is niet alleen een dorp waar wordt gewoond, er wordt ook gewerkt. In het dorp zijn van oudsher diverse ambachtelijke bedrijven gevestigd, met name in de sectoren bouw en aannemerij, de agrarische sector, hoveniers enzovoorts. Behoud van deze kleinschalige bedrijvigheid sluit aan bij het gewenste toekomstbeeld voor het dorp. Bedrijven met grote loodsen, opslag en/of zwaar transport horen echter niet thuis in het dorp. Zij dienen bij voorkeur te worden verplaatst naar een bedrijfslocatie buiten het dorp.
Het bedrijventerrein aan de N229 valt vooralsnog af als uitbreidingslocatie voor (de verplaatsing van) bedrijven uit het dorp. Bedrijventerrein Broekweg-Langshaven biedt hiervoor op termijn vestigingsruimte binnen de gemeente. Aan de noordzijde van de N229 is wel ruimte geboden aan Van Vliet Duurzaamhout en aan een biovergister. Daarbij is de landschappelijke inpassing van het terrein verbeterd. Hiermee krijgt de entree van het dorp een fraaiere, groene aanblik. Wellicht kunnen daar in de toekomst ook nog enkele groen-recreatieve functies aan worden toegevoegd die passen bij het afwisselende landschap van de Kromme Rijn.
Verbinding met en langs de Kromme Rijn
De historische relatie tussen het dorp en de Kromme Rijn is in de loop der jaren grotendeels verloren gegaan. Waar mogelijk wordt het contact met de rivier hersteld. De groene kwaliteiten van de Kromme Rijn worden verbeterd en op een aantal markante plekken worden openbaar toegankelijke plekken gemaakt met verblijfskwaliteit aan het water, zoals een zitgelegenheid of een vissteiger. Zo wordt de Kromme Rijn beter zichtbaar en recreatief toegankelijk gemaakt voor bewoners en bezoekers van het dorp.
Groen en recreatie in en rond het dorp
Het contact tussen het dorp en het omliggende landschap wordt versterkt. Zo kan het wandelpad langs het sportpark (aan de oost- en zuidrand van het dorp) bij de herontwikkeling van het bedrijventerrein verder worden doorgetrokken in westelijke richting. Als deze ontbrekende schakel wordt ingevuld, ontstaat een compleet wandelrondje rond het dorp. Kleine ommetjes rond het dorp stimuleren gezond gedrag. Door langs de wandelroutes enkele bankjes te plaatsen en sport- en speelgelegenheden aan te leggen, vormen zij ook belangrijke ontmoetingsplekken voor bewoners. Daarmee wordt de sociale cohesie in het dorp versterkt.
Ook in het dorp zelf worden de groene en recreatieve kwaliteiten versterkt. Bijvoorbeeld door herstel van de laanbeplanting langs de Willem Alexanderweg en het toevoegen van groen bij nieuwbouw en herstructurering in het dorp. Daarnaast draagt de duurzame instandhouding van karakteristiek groen in het dorp (onder andere laanbeplanting, fruitbomen en boomgaarden) bij aan het behoud van de groene kwaliteiten van Cothen.
Verkeersveiligheid voor fietsers en voetgangers
Op een aantal wegen in het dorp dient de verkeersveiligheid te worden verbeterd. Het gaat dan met name om (delen van) de Dorpsstraat, Willem Alexanderweg en Groenewoudseweg. Er kunnen bijvoorbeeld snelheidsremmende maatregelen worden overwogen. Binnen de bebouwde kom is 30 km/uur de norm. Fietsen en wandelen wordt gestimuleerd om het autogebruik in het dorp terug te dringen. Door op de wegen in het dorp meer ruimte te creëren voor fietsers en voetgangers wordt ingezet op duurzame mobiliteit en wordt gezond gedrag bevorderd. Bij een eventuele herinrichting van het wegprofiel staat behoud van de aanwezige bomen en laanbeplanting langs de wegen in het dorp voorop, zodat het groene karakter van Cothen overeind blijft.
Verduurzaming van de bebouwde omgeving
Zoals elke kern in de gemeente staat ook Cothen voor de belangrijke opgave om de bebouwde omgeving te verduurzamen en klimaatbestendig in te richten. Dat betekent dat door isolatie de warmtevraag van bestaande woningen, openbare gebouwen en bedrijfspanden in de komende jaren zoveel mogelijk moet worden beperkt. Waar mogelijk pakt de gemeente dit zelf op, bijvoorbeeld door zonnepanelen aan te brengen op de daken van publieke gebouwen (school, sporthal, enz.). Maar ook particuliere woningeigenaren, ondernemers en woningcorporaties dragen een steentje bij. Al dan niet met subsidie vanuit het Rijk. Alle nieuwe woningen moeten voldoen aan de eisen van Bijna Energieneutrale Gebouwen (BENG). Per project kan gekeken worden in hoeverre het wenselijk is om voor Energieneutrale Gebouwen (ENG) of energieleverend te gaan. Ook moeten alle nieuwe woningen natuurinclusief worden gebouwd. en uiteindelijk ook zo circulair mogelijk.
Er valt veel te winnen op het gebied van vergroening en het klimaatbestendig maken van de openbare ruimte. Hierdoor moet ook extra ruimte ontstaan voor waterberging. Door minder verharding toe te passen, kan bij hevige regenval water op straat worden opgevangen, dat daarna zo veel mogelijk kan infiltreren in de bodem. Een groenere woon- en leefomgeving blijft bovendien veel koeler tijdens warme dagen.
Ontstaan op een kruising van wegen
Langbroek is ontstaan rond de kruising van de Doornseweg-Cotherweg en de Langbroekerdijk en is in de loop der tijd uitgegroeid tot een dorp met 1.700 inwoners binnen de dorpskern (CBS, 2023). De lange ontginningslijnen van het onderliggende landschap zijn nog altijd goed herken- baar in en rond het dorp.
Dorps en agrarisch karakter
Het dorpse en agrarische karakter zijn net als in Cothen kenmerkend voor Langbroek. De aanwezigheid van diverse landgoederen en ridderhofsteden in het gebied draagt hier in het bijzonder aan bij. Ook Langbroekers noemen hun kern een écht dorp. Het is er stil en rustig. “Zondag, rustdag” wordt in Langbroek nog altijd erg op prijs gesteld. In het dorp woont een mooie verscheidenheid aan mensen, zowel Langbroekers die al generaties lang in het dorp wonen als mensen die van buiten naar het dorp zijn gekomen. Bewoners benadrukken de saamhorigheid in het dorp. Men kent elkaar en begroet elkaar op straat.

Karakteristieke onderdelen in het dorp
De dorpse kwaliteiten komen onder andere tot uitdrukking in enkele kenmerkende gebouwen en bijzondere plekken in het dorp, zoals de Brink, de beide kerken en de Langbroekerwetering (beschermd dorpsgezicht). Deze karakteristieke onderdelen van het dorp worden hoog gewaardeerd door de bewoners van Langbroek. Het kleinschalige dorpssilhouet, met een groene en agrarische uitstraling, zorgt voor een aantrekkelijk aanzicht vanuit de omgeving. Het authentieke, landelijke karakter en het fraaie dorpsgezicht vanuit de omgeving worden met name aan de zuidoostzijde van het dorp hoog gewaardeerd. De gehuchten Stenenbrug en Overlangbroek vormen daarbij een kenmerkende aanvulling langs de Langbroekerwetering.
Zicht op fraai landschap
Rondom het dorp ligt een cultuurhistorisch waardevol ontginningenlandschap met een afwisseling van open weilanden en rechte sloten (copelandschap), landgoederen (Lunenburg en Sandenburg) en een groot aantal bosvakken. Vanuit het dorp en de Langbroekerdijk is er weids uitzicht op de Utrechtse Heuvelrug en Cothen.
Groen in en rondom het dorp
De fraaie omgeving van het dorp nodigt uit om te wandelen (klompenpaden) en fietsen en trekt veel recreanten aan. De groene (buurt)parkjes en speelplekken in het dorp nodigen uit tot bewegen en de bankjes en zitplaatsen worden, vooral door ouderen, goed benut. De fraaie bomenrijen langs de Doornseweg geven de entree van het dorp vanuit Doorn een karakteristieke groene uitstraling.
Voorzieningen in het dorp
Langbroek beschikt als kleinste van de drie Wijkse kernen wel over de nodige basisvoorzieningen, onder andere op het gebied van (thuis)zorg, onderwijs en sport. Dit wordt door de dorpsbewoners zeer op prijs gesteld. Het dorpshuis en Hervormd Centrum dienen als belangrijke activiteiten- en ontmoetingscentra. Bovendien vinden bewoners het fijn dat er een verswinkel in het dorp aanwezig is, evenals verschillende bedrijven en middenstanders (kappers, snackbar, restaurant, fysiotherapie/fitness, fournituren/wol en tuincentrum).
Behoud van voorzieningen in de dorpskern
Veel dorpsvoorzieningen in Langbroek liggen bij het Dorpshuis (onder andere school, bibliotheek, fysiotherapie en sport). Verder is er ook nog een aantal winkels en horecavoorzieningen rond het kruispunt van de Langbroekerdijk te vinden en aan de Doornseweg/Cotherweg. Voor sommige voorzieningen zijn de inwoners van het dorp aangewezen op de nabijgelegen kernen, zoals bijvoorbeeld de supermarkten in Doorn of Wijk bij Duurstede. Of op verder weg gelegen voor- zieningen in de stad of regio. Het is belangrijk dat de aanwezige dorpsvoorzieningen overeind worden gehouden. Hiermee blijft het basisniveau van voorzieningen in het dorp in stand. Daarnaast zorgen voorzieningen in het dorp en de wekelijkse marktkramen op het Dorpshuisplein voor een versterking van de sociale samenhang in de gemeenschap.
Verkeersbarrière en oversteekbaarheid N227
De Cotherweg/Doornseweg (N227) is een drukke provinciale weg dwars door de kern. De weg vormt hierdoor een verkeersbarrière in het dorp. Dit leidt op een aantal plekken tot knelpunten (met name op de kruispunten met de Langbroekerdijk en met de Julianalaan). De oversteekbaarheid voor fietsers is op enkele plekken onduidelijk en daardoor onveilig. Dit vormt een belangrijk aandachtspunt omdat de route ook een belangrijke fietsroute is richting Doorn (onder anderen voor scholieren van Revius) en het station in Maarn. De stroom van auto’s door het dorp zorgt ook voor lokale milieu- en leefbaarheidsproblemen, zoals geluidshinder en luchtvervuiling (fijnstof) voor woningen die langs de provinciale weg staan. De N227 is in beheer bij de provincie. Dit vraagt dan ook om een gezamenlijke aanpak van de problematiek.
Zoekruimte voor woningbouw
De vraag naar woningen in Langbroek is voor de komende jaren ongeveer 10 woningen per jaar. Die vraag is vooral gericht op in verhouding kleine woningen voor ouderen en jonge starters in het dorp. In de Structuurvisie 2020 zijn het volkstuinencomplex achter de Weidedreef en De Boomgaard II al genoemd als mogelijke bouwlocaties. Daarnaast zijn er nog enkele kleinere locaties in het dorp die op termijn vrij kunnen komen, zoals bijvoorbeeld de locatie van de gymzaal aan de Weidedreef. Bij elkaar bieden deze plekken in de komende jaren niet genoeg ruimte voor alle gevraagde woningen. Dat betekent dat nagedacht moet worden over een nieuwe uitbreidingslocatie voor Langbroek. De verkeersontsluiting, behoud van het landelijke karakter van de dorpsrand en het uitzicht op het open landschap vragen dan om bijzondere aandacht.
Bedrijventerrein Margrietlaan
In Langbroek zijn verschillende bedrijven actief, zoals enkele aannemersbedrijven, een tuincen- trum en een schilder. Een aantal bedrijven is gevestigd aan de Margrietlaan. In overleg met de zittende ondernemers wordt verkend wat de toekomst is van de huidige bedrijfsfuncties op die locatie. Is er voldoende toekomstperspectief voor de bedrijven op hun huidige plek? Willen en kunnen zij hier verder uitbreiden? Zijn er knelpunten in verband met de omliggende woningen (bijvoorbeeld verkeersoverlast, geluidshinder of milieuproblemen). En is er ook nagedacht om het bedrijf in de toekomst misschien uit de dorpskern te verplaatsen, bijvoorbeeld naar het bedrijventerrein Broekweg-Langshaven in Wijk bij Duurstede.
Aantrekkelijke dorps-ommetjes
Er zijn enkele aantrekkelijke recreatieve (kastelen) wandelroutes en klompenpaden in en rondom het dorp. Maar met name extra dwarsverbindingen vanuit het dorp naar het omliggende landschap worden gemist. Door het toevoegen van deze dwarsverbindingen zouden er meer rondjes gelo- pen kunnen worden vanuit de woonbuurten naar het aangrenzende buitengebied. Die ‘dorps-ommetjes’ zijn juist belangrijk voor bewoners. Korte en langere wandelingen stimuleren de activiteit van de bewoners in het dorp en bevorderen een goede gezondheid. Langs de wandelroutes kunnen zitplekken worden ingericht, of speel- en sporttoestellen worden geplaatst. Zo krijgen de routes nog meer betekenis voor jong en oud.
Een samenhangende recreatieve hoofdstructuur
De groene en recreatieve plekken in Langbroek liggen nogal verspreid in het dorp. Ze sluiten ook niet optimaal op elkaar aan. Door slimme combinaties te maken tussen wandel- en fietsroutes, groene plekken en de aanwezige horecagelegenheden, sportvoorzieningen en dorpsevenementen ontstaat een samenhangende groen- en recreatiestructuur. Zo’n groene recreatiestructuur heeft vooral betekenis voor de inwoners van het dorp, maar ook bezoekers kunnen hier gebruik van maken. De Langbroekerdijk/Langbroekerwetering verbindt het groene recreatienetwerk met de omgeving. Via deze route kunnen ook de landgoederen Sandenburg en Lunenburg op de recreatieve hoofdstructuur worden aangehaakt.
Groene dorpsranden
De dorpsranden van Langbroek hebben een open en landelijke uitstraling. Met name aan de zuidoostzijde van het dorp en langs de Langbroekerwetering vormt het authentieke, landelijke dorpsgezicht een bijzondere kwaliteit. Op de overgang van het dorp naar het buitengebied kunnen in de toekomst verschillende ontwikkelingen gaan spelen, die van invloed zijn op het aanzien van de groene dorpsranden. Denk bijvoorbeeld aan mogelijke uitbreidingslocaties voor wonen aan de rand van het dorp. Dit vraagt dus om een zorgvuldige landschappelijke inpassing met bijzondere aandacht voor behoud van het groene karakter.
Aan de rand van het dorp ligt ook een aantal bedrijfsfuncties. De uitstraling van deze bedrijven past niet overal goed bij het kleinschalige, agrarische en groene karakter van de dorpsrand. Het leidt in sommige gevallen ook tot zwaar vrachtverkeer op de wegen door het dorp en in het buitengebied. Dat zorgt met name op de Langbroekerdijk voor verkeersonveilige situaties, vanwege het recreatieve verkeer op deze weg.
Dorpse karakter in stand houden
Behoud van de dorpse identiteit en de landelijke kwaliteiten zijn ook op lange termijn bepalend voor Langbroek. Langbroek wil herkenbaar blijven als een kleine, agrarische dorpskern. Dat wil niet zeggen dat alles er altijd moet blijven zoals het nu is. Maar nieuwe ontwikkelingen zijn bescheiden en gericht op het duurzaam in stand houden van het dorpse en landelijke karakter.
Ruimte voor wonen in het dorp
Voor Langbroek is een woningvraag voorzien van zo’n 100 woningen tot 2030. Ook in Langbroek komt deze vraag met name van jonge starters en ouderen die op zoek zijn naar een relatief bescheiden, kleine(re) woning. Om het kleinschalige karakter en de landelijke uitstraling van het dorp en het omliggende agrarische landschap zo goed mogelijk te behouden, gaat inbreiden voor uitbreiden. Maar aan inbreiding zitten nadrukkelijk grenzen. De groene kwaliteiten en kleinschalige opzet van de dorpskern moeten overeind blijven. Het in stand houden van kleine grasveldjes, weilandjes en groene dorpsranden hoort daar bij. Er is dus slechts op beperkte schaal inbreiding mogelijk op enkele kleinere locaties, zoals de oude gymzaal aan de Weidedreef. Behoud van het groene, landelijke karakter van Langbroek vormt ook een belangrijk punt bij mogelijke nieuwbouwlocaties aan de rand van het dorp, zoals De Boomgaard II of het volkstuincomplex. De geschiktheid van beide locaties voor woningbouw wordt nader onderzocht.

Uitbreidingsruimte op langere termijn
Bij elkaar leveren de genoemde inbreidings- en nieuwbouwlocaties naar verwachting onvoldoende capaciteit om de totale woningvraag tot 2030 te kunnen huisvesten. Voor de woningbouwopgave op de wat langere termijn dient daarom ook te worden gekeken naar een verdere uitbreiding van het dorp. Dit vraagt om nader onderzoek.
Toekomstperspectief voor bedrijven
Op termijn is aan de Margrietlaan wellicht beperkte woningbouw mogelijk, mits de daar gevestigde bedrijven besluiten te stoppen of verhuizen naar een andere bedrijfslocatie binnen de gemeente met meer ontwikkelruimte. Broekweg-Langshaven is dan de aangewezen plek. Met de ondernemers van de Margrietlaan wordt besproken welk toekomstperspectief zij zien voor hun onderneming in de dorpskern.
Ommetjes in en om het dorp
Het open landschap, de landgoederen en kastelen langs de Langbroekerwetering vormen een fraai geheel en trekken veel recreanten vanuit de omgeving. Bovendien zijn de bossen van de Utrechtse Heuvelrug en is de Kromme Rijn dichtbij. Vanuit het dorp starten verschillende kasteelroutes van ongeveer 5 tot 7 kilometer lengte. Wat kleinere ommetjes in en om het dorp zijn er echter weinig. Bij de ontwikkeling van nieuwbouw aan de rand van het dorp wordt daarom ok ingezet op het aanleggen van wandelpaden en het invullen van nu nog ontbrekende (verbindende) schakels in het padennetwerk. Daardoor moet het voor bewoners mogelijk worden om verschillende ommetjes te maken vanuit de eigen woonbuurt. Dit bevordert gezond gedrag dichtbij huis. Er kunnen bijvoorbeeld klompenpaden worden uitgezet door de weilanden richting landgoed Sandenburg en Lunenburg, of richting de Langbroekerdijk. Met de grondeigenaren in de omgeving van het dorp zal worden besproken of aanvullende (klompen)paden over hun terrein kunnen worden opengesteld.
Groene kwaliteiten versterken
Ook in het dorp zelf kunnen de groene kwaliteiten worden versterkt. Bijvoorbeeld door laanbomen toe te voegen in de berm van de N227. In het noordelijk deel (Doornseweg) zijn al bomen aanwezig of aangeplant, maar met name in het zuidelijk deel (Cotherweg en het zuidelijke deel van de Doornseweg) van het dorp kan de laanbeplanting waar mogelijk verder worden uitgebouwd, zodat een doorgaand groen lint ontstaat. Het karakteristieke dorpsgezicht van het agrarische lint langs de Langbroekerwetering, met vrijstaande bebouwing, water langs de weg en bruggetjes naar de percelen, dient in stand te worden gehouden.
Het in stand houden en waar mogelijk toevoegen van zo veel mogelijk groen en bomen draagt bij aan de klimaatopgaven (verkoeling, waterberging) en de biodiversiteit in het dorp. Bij nieuwbouwplannen zal dan ook ruimte worden gereserveerd voor groen en water in het openbaar gebied. Hierdoor ontstaat een aantrekkelijk woon- en leefklimaat voor mens én dier. Dat sluit goed aan bij het kenmerkende landelijke karakter van Langbroek.
Voorzieningen in het dorp
De meeste dorpsvoorzieningen voor de bewoners van Langbroek zijn geconcentreerd rondom Dorpshuis De Toekomst. Dit multifunctionele gebouw biedt plaats aan zorg, onderwijs, sport en ontmoeting (onder andere basisschool, fysiotherapie, fitness, bibliotheek). De winkels en horecavoorzieningen zijn vooral te vinden in het oude dorpshart, rond de kruising van de Langbroekerdijk en de Cotherweg/Doornseweg (onder andere restaurant, cafetaria, versmarkt). Daarmee richt het oude deel van het dorp zich vooral op kleinschalige recreatie en streektoerisme. Dit kan worden versterkt door de verblijfskwaliteit van het oude dorpshart te verbeteren. Bijvoorbeeld door een aantrekkelijke zitgelegenheid toe te voegen aan de Langbroekerwetering voor inwoners uit het dorp en recreanten uit de omgeving.
Verkeersveiligheid staat voorop
De Doornseweg/Cotherweg (N227) vormt een belangrijke historische lijn in het dorp Langbroek. Langs deze weg is het dorp in de loop der tijd uitgegroeid. Door het toenemende autoverkeer vormt de provinciale weg inmiddels een forse verkeersbarrière in het dorp, met overlast voor aanwonenden (geluidshinder en fijnstof). Knelpunten op het gebied van veiligheid zijn er met name bij de kruisingen en verkeersaansluitingen vanuit de omliggende woonbuurten. De aansluitingen met de Prins Clausdreef, Julianalaan en de kruising met de Langbroekerdijk verdienen bijzondere aandacht. Voor recreanten en schoolgaande jeugd vormt de parallelweg langs de N227 een belangrijke fietsroute. Waar mogelijk worden onveilige verkeerspunten aangepakt. Verkeerskundige inrichtingsmaatregelen moeten worden afgestemd met de provincie Utrecht, de wegbeheerder van de provinciale weg.
De verkeersveiligheid en de uitstraling van de wegen in het dorp worden verbeterd. Bijvoorbeeld door de wegen groener in te richten en de rijbaan (visueel) te versmallen. Zo kan de snelheid van het autoverkeer worden teruggebracht en neemt de geluidshinder af in de dorpskern.
Verduurzaming van de bebouwde omgeving
Ook in Langbroek moet de bebouwde omgeving verduurzamen en klimaatbestendig worden ingericht. Van bestaande woningen en andere gebouwen in het dorp wordt de warmtevraag zoveel mogelijk beperkt door na-isolatie, al dan niet met Rijkssubsidie. Dit is de eerste stap om uiteindelijk te komen tot een aardgasvrije gebouwde omgeving. Particuliere woningeigenaren en ondernemers in het dorp dragen een steentje bij. Belangrijk is dat de verduurzamingsopgave niet ten koste mag gaan van het authentieke, landelijke karakter van het dorp. Dit vraagt om maatwerkingrepen met een zorgvuldige uitvoering en een goede landschappelijke inpassing. Alle nieuwe woningen moeten voldoen aan de eisen van Bijna Energieneutrale Gebouwen (BENG). Per project kan gekeken worden in hoeverre het wenselijk is om voor Energieneutrale Gebouwen (ENG), Nul op de Meter (NOM) of energieleverend te gaan. Ook moeten alle nieuwe woningen natuurinclusief worden gebouwd, en uiteindelijk ook zo circulair mogelijk.
Rijke historie
‘Broek’ is een aanduiding voor een nat en laaggelegen gebied. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het Langbroekerweteringgebied tot aan de 12e eeuw ongeschikt was voor bewoning. Pas na de afdamming van de Kromme Rijn in 1122 werd het gebied in cultuur genomen. Onder kerkelijke leiding werd het grootste deel van het Langbroekerweteringgebied tot aan de 14e eeuw ontgonnen. De in 1126 gegraven Langbroekerwetering diende daarbij als afwatering en ontginningsas.
De ontginning van het gebied gebeurde vervolgens in smalle en langwerpige percelen vanaf de Langbroekerdijk, zogenaamde copes. In dit gebied hebben de copes een afmeting van gemiddeld 55 bij 1.250 meter. Zo ontstond het kenmerkende en zeer waardevolle slagenlandschap van het Langbroekerweteringgebied.
Afwisselend grondgebruik
Het grondgebruik in het Langbroekerweteringgebied bestaat vooral uit graslanden, bossen en hakhoutbosjes, afgewisseld met sloten en greppels. Het levert een karakteristiek landschapsbeeld op met lange zichtlijnen vanaf de Langbroekerdijk. Op de hoger gelegen dekzandruggen en zandopduikingen die onregelmatig over het gebied verspreid liggen, zijn door de eeuwen heen diverse ridderhofsteden en buitenplaatsen gebouwd. Deze zijn vaak, met oprijlanen, via de Langbroekerdijk ontsloten. Dit heeft in de loop der tijd langs de Langbroekerwetering geleid tot een gevarieerd landschap van bossen, weilanden en buitenplaatsen.
Zie ook: 1.4.1_Kwaliteiten_Buitengebied.pdf

Cultuurhistorische parel
De Langbroekerwetering, met haar vele kastelen en landgoederen, wordt beschouwd als een van de cultuurhistorische parels van de provincie Utrecht (zie o.a. de Cultuurhistorische Atlas van de provincie Utrecht). Het landschap is prachtig en uniek. De kastelen en ridderhofsteden met hun parken en monumentale lanen vormen een contrast met de meestal kleine oude boerderijen met huisboomgaardjes aan de wetering.
Twee deelgebieden met eigen kwaliteiten
Er zijn binnen het Langbroekerweteringgebied twee deelgebieden te onderscheiden. In het noordwestelijke deel van het landschap zijn de kwaliteiten gekoppeld aan een rijke geschiedenis van kastelen en landgoederen. Dit gebied wordt daarom de kastelenzone genoemd. Niet alle ridderhofsteden en buitenplaatsen zijn tegenwoordig nog in originele staat. Van de meesten is alleen nog een ruïne of kasteelplaats terug te vinden. Het groen van de landgoederen in deze zone is de drager van de natuur. Het andere deelgebied wordt gekenmerkt door de bijzondere overblijfselen van een oude essenhakhouteconomie: de essenhakhoutzone. Dit gebied heeft zijn naam te danken aan het aanwezige patroon van verspreide bossen en hakhoutvelden. Ook de doorlopende kavellijnen over de Langbroekerwetering zijn kenmerkend.
Grote natuurwaarden
Het Langbroekerweteringgebied profiteert van de instroom van schoon kwelwater vanaf de Utrechtse Heuvelrug. Dit kwelwater zorgt voor natte en voedselarme omstandigheden, wat gunstig is voor soortenrijke graslanden en natte natuur. Sloten, greppels en houtwallen vormen daarmee niet alleen een essentieel onderdeel van het landschap, maar vervullen ook een belangrijke ecologische functie. In het Langbroekerweteringgebied lopen landbouw en natuur door elkaar heen. De arealen van de landgoederen zijn de belangrijkste leverancier voor het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Binnen het gebied ligt daarnaast een deel van het Natura2000-gebied Kolland & Overlangbroek.
Dit gebied is onderdeel van een kleinschalig cultuurlandschap waar actief beheerde essenhakhoutbosjes voorkomen. Dit essenhakhout op voedselrijke kleigronden in het rivierengebied vormt een in Europees opzicht uitermate zeldzaam bostype met een grote rijkdom aan paddenstoelen, mossen en korstmossen. Op de grote schaal vormen de natuurgebieden in het Langbroekerweteringgebied belangrijke verbindingen tussen de natuur op de Utrechtse Heuvelrug en de Kromme Rijn.
Recreatieve kwaliteiten
Recreatief is het Langbroekerweteringgebied aantrekkelijk vanwege het fraaie landschap en de mooie fietsroutes. Recreanten weten het gebied dan ook goed te vinden. Er zijn verschillende vormen van kleinschalige verblijfsrecreatie, zoals kamperen bij de boer of bed & breakfasts.
Natuur en landschap versterken
Een belangrijk aandachtspunt is het versterken van de natuur en het herstel van de biodiversiteit. Dit is ook tijdens bewonersavonden regelmatig aangegeven. Dit kan worden bereikt door de stikstofdepositie terug te dringen, versnippering van natuurgebieden tegen te gaan en de waterkwaliteit te verbeteren. Ook de ontwikkeling van een robuust groenblauw netwerk is een belangrijke opgave. Hierbij is bijzondere aandacht voor ecologische verbindingen die haaks op de Kromme Rijn lopen, in de richting van de Utrechtse Heuvelrug.
Daarnaast is het belangrijk om verdwenen landschapselementen, zoals greppels, knotwilgen en houtwallen te herstellen om de samenhang en identiteit van het landschap te versterken.
Natuurlijk watersysteem
Een belangrijke opgave is het omvormen van het huidige watersysteem naar een meer natuurlijk systeem. Daarbij worden de mogelijkheden onderzocht om de waterstand te verhogen en water langer vast te houden. Mede hierdoor wordt de noodzaak om in droge perioden gebiedsvreemd water in te laten verminderd. Daarnaast moet er aandacht zijn voor het herstel van het oorspronkelijke sloten- en greppelstelsel, als onderdeel van een toekomstbestendig watersysteem.
Extensiveren van de landbouw
Het omvormen van de huidige landbouw naar extensievere, natuurinclusieve vormen van landbouw met minder gebruik van kunstmest en krachtvoer en een lagere productiedruk per hectare is in dit gebied een belangrijke opgave (zie ook §5.2). Daarbij is het belangrijk dat de landbouw zo veel mogelijk aansluit bij het kleinschalige en historisch waardevolle cultuurlandschap, zodat landbouw en landschap elkaar versterken.
De recreatieve functie van het Langbroekerweteringgebied versterken
Het combineren van recreatieve functies met aanvullende verdienmodellen voor agrariërs is een punt van aandacht. Er liggen mogelijkheden op het gebied van natuurbeheer, de verkoop van streekproducten en kleinschalige verblijfsrecreatie.
Ruimte voor wonen
In de gemeente Wijk bij Duurstede is in de komende tien jaar behoefte aan zo’n 1.250 nieuwe woningen. Dit landt voornamelijk in en rond de kernen. Voor het Langbroekerweteringgebied moet onderzocht worden wat de mogelijkheden zijn voor beperkte woningbouw in linten, rond buurtschappen en eventueel in vrijkomende agrarische bebouwing.
Verkeersoverlast tegengaan
Op de vaak smalle wegen in het Langbroeker- weteringgebied is veel sluipverkeer te vinden en wordt vaak hard gereden. Bewoners geven nadrukkelijk aan hier overlast van te ondervinden. Het beperken van sluipverkeer en het tegengaan van te hard rijden is daarmee een belangrijke opgave. Daarnaast moet er aandacht zijn voor verkeersveiligheid, met name waar fietsers, auto’s en landbouwverkeer dezelfde route delen.
Ruimte voor bewegen
In de gemeente Wijk bij Duurstede staat de gezondheid van de bewoners voorop. Door mensen te stimuleren om meer te bewegen zal hun gezondheid en welzijn worden bevorderd. Het ontwikkelen van aantrekkelijk recreatieve routes als klompenpaden en andere wandel- en fietsroutes nodigt mensen uit om meer te bewegen. Een belangrijk aandachtspunt zijn de verbindingen tussen de Heuvelrug en de gebieden rond de Kromme Rijn en de Lek.
Behouden en versterken van de identiteit van het gebied
De inzet voor het Langbroekerweteringgebied is gericht op het behouden en versterken van de grote cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten van het gebied. Het gaat dan allereerst om het behoud van de hoofdstructuur, die wordt gevormd door de historische verkaveling met langgerekte kavels haaks op de Langbroekerwetering. Daarbij hoort ook het behouden en versterken van het onderscheid tussen de beide deelgebieden die in het Langbroekerweteringgebied kunnen worden onderscheiden: de noordwestelijke kastelenzone met de kenmerkende landgoederen en de zuidoostelijke essenhakhoutzone met de vele bosgebieden en hakhoutvelden.
Binnen deze hoofdstructuur kan vooral een kwaliteitsslag worden gemaakt in het onderliggende, fijnmazige netwerk van sloten, greppels en houtwallen. Sloten en houtwallen zijn vooral langs de randen van de langgerekte kavels te vinden, greppels van origine ook vaak midden op de kavels. Veel van deze cultuurhistorische én ecologische elementen zijn de afgelopen decennia verdwenen uit het landschap. Herstel biedt kansen voor het versterken van het landschap en de ecologische kwaliteiten van het gebied. Het toekomstbeeld voor het Langbroekerwete- ringgebied is een gebied waar natuur, landbouw en recreatie hand in hand gaan en elkaar versterken.

Kansen voor het versterken van de natuur
Het herstel van kleinschalige landschapselementen draagt vooral bij aan het versterken van ecologische verbindingen binnen het Langbroekerweteringgebied. Daarnaast liggen er op grotere schaal kansen voor het versterken van de natuur. Dit kan door het verbeteren van de relaties met natuurgebieden langs de Kromme Rijn, de Utrechtse heuvelrug en in de uiterwaarden langs de Nederrijn. Het Langbroekerweteringgebied fungeert daarbij als schakel.
In een brede band ten westen en oosten van de kern Langbroek en in de zone rond Kolland & Overlangbroek liggen kansen voor het versterken van ecologische verbindingen op bovenlokale schaal. Dat kan door het ontwikkelen van agrarische graslanden naar vochtig hooiland of nat schraalland, of door het toevoegen van nieuwe bos- en hakhoutgebieden. Daarbij wordt aangesloten bij de ambitie van de provincie Utrecht om tot 2040 1.500 hectare nieuw bos aan te leggen. Een groot deel daarvan wordt gerealiseerd binnen het Natuurnetwerk Nederland en de zogenaamde Groene Contour-gebieden.
Verbeteren van het watersysteem
Kansen voor het versterken van de natuur in het Langbroekerweteringgebied liggen ook in het verbeteren van het watersysteem. Schoon kwelwater afkomstig van de Utrechtse Heuvelrug ligt aan de basis van veel van de ecologische kwaliteiten van het gebied. Het is zaak dit water zo goed mogelijk vast te houden en in droge periodes zo min mogelijk gebiedsvreemd water in te laten.
Om water langer vast te kunnen houden en het waterpeil in het gebied te kunnen verhogen wil het Waterschap het huidige complexe watersysteem in het gebied graag omvormen tot grotere beheereenheden. In overleg met het waterschap en agrariërs in het gebied moet worden onderzocht of dit mogelijk is met behoud van de karakteristieke kleinschalige kwaliteiten van het landschap in het Langbroekerweteringgebied.
Inzetten op extensievere vormen van landbouw
Reguliere landbouw is in het Langbroekerweteringgebied steeds minder goed te combineren met de aanwezige natuurwaarden. Voor het Langbroekerweteringgebied wordt daarom ingezet op extensievere vormen van landbouw. Er liggen ook kansen voor gemeenschapslandbouw of natuurinclusieve landbouw, gericht op de lokale markt. Maar ook een combinatie met verduurzaming is denkbaar, door bijvoorbeeld de teelt van gewassen voor bio-based bouwen. Dat geldt in principe voor het hele gebied. Direct rondom het Natura2000-gebied Kolland & Overlangbroek geldt dit in bijzonder mate.
Op Europees niveau is voor verschillende soorten natuurgebieden vastgelegd hoeveel stikstof ze kunnen verdragen. Deze kritische depositiewaarde (KDW) is vastgelegd in de wet. In Nederland komt in veel natuurgebieden te veel stikstof neer, met als gevolg schade aan de natuur. Met name rond stikstofgevoelige Natura2000-gebieden moet de stikstofdepositie daarom omlaag. Dat is geen eenvoudige opgave en het onderwerp staat daarom al enige tijd prominent op de (landelijke) politieke agenda. Voor de gemeente Wijk bij Duurstede gelden vooralsnog de normen zoals vastgelegd in de Omgevingswet. In overleg met de landbouwsector en de provincie zal de gemeente Wijk bij Duurstede zoeken naar mogelijkheden om de kwetsbare natuur binnen de gemeente te beschermen. Dat kan bijvoorbeeld door het instellen van een bufferzone.
Versterken van de recreatieve mogelijkheden van het gebied
Vanwege de grote landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten is het Langbroekerweteringgebied op dit moment erg in trek bij recreanten. Vooral fietsers weten het gebied goed te vinden. De gemeente Wijk bij Duurstede zet in op het versterken van de recreatieve mogelijkheden van het gebied. Vanwege de opbouw van het gebied gaat het daarbij altijd om kleinschalige vormen van recreatie.
De fietsroutes door het gebied worden waar mogelijk verbeterd. Kansen liggen verder in het ontwikkelen van kleinschalige rustpunten waar wandelaars en fietsers even kunnen pauzeren en iets kunnen drinken 'bij de boer'. Daarnaast liggen er kansen voor het uitbreiden van de mogelijkheden voor kleinschalige verblijfsrecreatie. Extensiveren van de landbouw in het Langbroekerweteringgebied vraagt om meer ruimte voor het ontwikkelen van andere functies op het boerenerf of op de landgoederen. Deze vormen van recreatie kunnen een aanvullende inkomstenbron vormen voor agrariërs die overstappen op een meer extensieve en natuurinclusieve vorm van landbouw. Denk aan kamperen bij de boer, een bed & breakfast, een boerderijwinkel of landschaps- en waterbeheer. Maar wel altijd op kleine schaal en passend bij de omgeving.
Verbeteren van de verkeersveiligheid
Tijdens bewonersavonden is veel gesproken over verkeersveiligheid. Bewoners ervaren overlast van sluipverkeer en te hard rijdend autoverkeer. Dit speelt bijvoorbeeld op de Langbroekerdijk, de Wijkerweg-Bovenwijkerweg en de Gooyerdijk. Dit probleem speelt al veel langer, vooral omdat er weinig tot geen ruimte is om bestaande wegen te verbreden.
Uit de verschillende gesprekken die zijn gevoerd zijn de volgende mogelijkheden genoemd om de verkeersveiligheid te verbeteren:
Er wordt ingezet op fysieke maatregelen om de snelheid van het autoverkeer te remmen. Mogelijke oplossingen zijn drempels, wegversmallingen, passeerhavens, eenrichtingsverkeer of het alleen openstellen van wegen voor bestemmingsverkeer. Niet elke maatregel werkt op elke plek: per situatie moet de komende jaren naar een passende oplossing worden gezocht binnen de beschikbare middelen. En ook snelheidsmetingen zullen meer inzicht moeten geven in de feitelijke situatie ter plekke.
Er wordt ingezet op het realiseren van meer fietsvriendelijke en vrijliggende routes in het buitengebied. Hoogste prioriteit heeft een vrijliggende fietsroute (parallel aan de Wijkerweg/Bovenwijkerweg) van Wijk bij Doorstede richting Doorn en Leersum. Een vrijliggende fietsroute langs de Langbroekerwetering zou vooral voor recreanten een grote meerwaarde zijn. Bovendien kan hiermee de Langbroekerdijk worden ontlast.
Zwaar landbouw)verkeer wordt zo veel mogelijk via de N227 en de N229 geleid.
De gemeente Wijk bij Duurstede wil de komende jaren de mogelijkheden om de verkeersveiligheid in het Langbroekerwete- ringgebied te verbeteren verder verkennen. Daar hoort ook het stimuleren van gedragsverandering bij.
Robuust watersysteem en tegengaan hittestress
Klimaatverandering leidt tot steeds extremer weer, met lange periodes van droogte of juist extreem veel en langdurige neerslag. Dat vraagt om een zo robuust mogelijk watersysteem, waarbij water zo goed mogelijk kan worden vastgehouden in het gebied. Hiervoor is al aangegeven dat de gemeente daarvoor het overleg aangaat met het waterschap en agrariërs in het gebied. De aanplant van bomen langs hoofdroutes kan er aan bijdragen dat mensen minder last hebben van de warmte (hittestress) tijdens periodes met hoge temperaturen. Waar dit past in het landschapsbeeld zal de gemeente hierop inzetten. Tot slot is het Langbroekerweteringgebied kansrijk voor het realiseren van natuurinclusieve en circulaire landbouw, bijvoorbeeld door de teelt van bio-based bouwstoffen, zoals hennep, olifantsgras en lisdodde.
Beperkte mogelijkheden voor woningbouw in het buitengebied
Woningbouw wordt in de gemeente Wijk bij Duurstede geconcentreerd in en rond de drie kernen. Daarnaast zijn er beperkte mogelijkheden voor het realiseren van woningbouw in het buitengebied. Voor het Langbroekerweteringgebied gaat het dan om een kwalitatieve aanvulling van woonlinten, buurtschappen als Steenen Brug en Overlangbroek en mogelijkheden op landgoederen en boerenerven. Dit laatste al dan niet ter vervanging van vrijkomende agrarische bebouwing (VAB-regeling). Het gaat dan bijvoorbeeld om speciale woonvormen, woningsplitsing of het toevoegen van een tweede woning op een agrarisch erf voor een op de boerderij meewerkend gezinslid. Het gaat steeds om maatwerk en dus nooit over grote aantallen woningen. De komende jaren zullen voor woningbouw in het buitengebied - waar nodig - aanvullende kaders worden ontwikkeld. Daarin zullen de regels worden vastgelegd en de aanvullende voorwaarden voor bijvoorbeeld landschappelijke inpassing of de mogelijkheden voor recreatieve uitloop.
Meer mogelijkheden voor wandelen en fietsen
Waar mogelijk vergroot de gemeente daarom de mogelijkheden om te fietsen en te wandelen. Een betere verbinding voor fietsers tussen de Kromme Rijn en de Heuvelrug heeft de meeste prioriteit, maar ook het uitbreiden en beter toegankelijk maken van het netwerk van (klompen)paden staat op de agenda.
Geen mogelijkheden voor grootschalige energiewinning
Het Langbroekerweteringgebied biedt als gevolg van de kleinschalige opzet van het landschap geen mogelijkheden voor grootschalige energiewinning.
Aantrekkelijke overgangszone
De noordelijke oeverwal van de Kromme Rijn vormt de aantrekkelijke overgang tussen het Langbroekerweteringgebied en de Kromme Rijn. Het noordelijke deel van het gebied wordt gekenmerkt door een open blokverkaveling met vooral grasland. Dit levert een mooi contrast op met het meer besloten Langbroekerweteringgebied en de hoger gelegen Utrechtse Heuvelrug op de achtergrond. Dit deel van het gebied wordt met name agrarisch gebruikt (melkveehouderijen). De Kromme Rijn zelf vormt de slingerende begrenzing van het gebied aan de zuidzijde. Het resultaat is een landschap dat weliswaar wat grootschaliger is dan enkele andere landschappen binnen de gemeente, maar nog steeds een prettige menselijke maat heeft.
Rivier als kwaliteitsdrager
De Kromme Rijn vormt een belangrijke kwaliteit binnen dit deelgebied. Doordat verschillende meanders zijn afgesneden is de hoofdloop van de rivier door de eeuwen heen rechter geworden. Een deel van de westelijke grens van de gemeente wordt zelfs bepaald door een oude rivierloop (de Oude Kromme Rijn). Ondanks de historische ingrepen is het meanderende verloop van de Kromme Rijn nog steeds een kenmerkende kwaliteit voor dit gebied. Historisch gezien hadden Wijk bij Duurstede en Cothen een duidelijk rivierfront naar de Kromme Rijn. In de huidige situatie zijn deze rivierfronten op een aantal plekken wat meer aan het zicht onttrokken, waardoor de oorspronkelijke ligging van de kernen aan de rivier minder herkenbaar is. De basiskwaliteit is echter nog steeds aanwezig en kan weer worden uitgebouwd.
Zie ook: 1.4.1_Kwaliteiten_Buitengebied.pdf
Onderdeel van het Unesco Werelderfgoed
De Kromme Rijn maakt deel uit van het Unesco Werelderfgoed van de Hollandse Waterlinies. Via de inlaatsluis met het bijbehorende kanaal bij Wijk bij Duurstede kon vroeger water uit de Lek via de Kromme Rijn naar Utrecht en verder naar de inundatievelden ten oosten van de stad wor- den geleid. De inlaatsluis wordt nog altijd dagelijks gebruikt voor de aanvoer van vers water voor de stad Utrecht en de rivier de Vecht, en is aangewezen als Rijksmonument. Ook de schutsluis bij Cothen, gebouwd om de Kromme Rijn geschikt te maken voor snellere inundatie, maakt deel uit van dit erfgoed.
Natuurwaarden vooral direct langs de Kromme Rijn
Direct langs de Kromme Rijn is veel oevergebonden (natte) natuur te vinden in de vorm van natuurvriendelijke oevers en natte natuurgebieden. Vaak zijn deze gebieden onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). De Kromme Rijn vormt daarmee een belangrijke ecologische schakel in het laaggelegen gebied ten zuidwesten van de Utrechtse Heuvelrug.
Aantrekkelijke recreatieve schakel
Langs de Kromme Rijn lopen verschillende aantrekkelijke wandelroutes. Dit maakt het onder andere mogelijk om vanuit Cothen en Wijk bij Duurstede aantrekkelijke recreatieve ommetjes te maken. Het is niet mogelijk om over de hele lengte langs de Kromme Rijn te wandelen, maar wel voor een groot deel. Het Kromme Rijnpad, een populaire wandelroute tussen Wijk bij Duurstede en Utrecht die deels over oude jaagpaden gaat, is 29 km lang.
Uitbouwen natuurwaarden
Het uitbouwen van de natuurwaarden langs de Kromme Rijn vormt een punt van aandacht. Belangrijk hierbij is dat er rekening wordt gehouden met de kwaliteiten van het UNESCO Werelderfgoed. Het langer vasthouden van water in de natuurkernen langs de Kromme Rijn is ook een belangrijke opgave in dit deelgebied.
Leesbaarheid van de cultuurhistorie versterken
De Nieuwe Hollandse Waterlinie is een cultuurhistorisch waardevol element binnen de gemeente. Het is daarom belangrijk om deze oude verdedigingslinie te behouden en waar mogelijk te versterken. Daarnaast is het van belang dat het open karakter van het landschap in het noordelijke deel van het gebied behouden blijft.
Versterken recreatieve mogelijkheden Kromme Rijn
Op en langs het water liggen kansen voor het versterken van de recreatieve mogelijkheden binnen het deelgebied Oeverwal Kromme Rijn Noord. Bewoners geven aan het jammer te vinden dat er niet overal langs de Kromme Rijn gewandeld en gefietst kan worden. Daarnaast is het belangrijk dat de beleefbaarheid van de Kromme Rijn als landschappelijke drager worden verhoogd. Dit kan worden gedaan door de rivier beter zichtbaar en bruikbaarder te maken voor recreatie.
Landbouw behouden in het noordelijke deel
Het noordelijke deel van het gebied bestaat uit lichte klei en zavel, zeer vruchtbare grond, die goed is te bewerken. Het behouden van het noordelijke deel van het gebied als landbouwgebied is daarom een belangrijk aandachtspunt.
Verbeteren van de doorstroming
Een aandachtspunt voor mobiliteit is het zo veel mogelijk concentreren van (doorgaand) verkeer op de N229 en het verbeteren van de doorstroming op de N229. Ook is het belangrijk om alternatieven voor de auto te stimuleren door te investeren in betere fiets- en OV-verbindingen.
Verkennen van de mogelijkheden voor warmtewinning uit de Kromme Rijn
Een belangrijke opgave voor het deelgebied Oeverwal Kromme Rijn Noord is het verkennen van de mogelijkheden voor warmtewinning uit de Kromme Rijn. Daarnaast moet er aandacht zijn voor hittestress voor wandelaars en fietsers in het buitengebied. Door het vergroenen van (hoofdroutes) kan dit worden tegengegaan.
Zowel kerngebied voor de landbouw als voor de natuur
Waar in bijvoorbeeld het Langbroekerweteringge- bied natuur en landbouw bijna overal door elkaar heen lopen is dat op de noordelijke oeverwal van de Kromme Rijn compleet anders. Hier zijn natuur en landbouw juist sterk van elkaar gescheiden. Natuur concentreert zich langs de Kromme Rijn, in de vorm van natuurlijke oevers en natuurkernen gekoppeld aan de rivier. Landbouw concentreert zich in het noordelijke deel van het gebied. De inzet voor de lange termijn is er op gericht dit onderscheid te handhaven en beide functies - in hun eigen gebied - te versterken. De noordelijke oeverwal van de Kromme Rijn is daarmee naar de toekomst toe zowel een kerngebied voor de natuur als de landbouw. Er is een uitzondering op deze regel. Deze wordt verderop onder ‘Realiseren van een aaneengesloten ecologische verbinding’ toegelicht.
Handhaven van de kenmerkende blokverkaveling
Bij de verdere ontwikkeling van het gebied staat het handhaven van de kenmerkende blokverkaveling voorop. Hiermee onderscheidt het gebied zich landschappelijk van het aangrenzende Langbroekerweteringgebied, met de langgerekte copeverkaveling. Dat de Kromme Rijn deel uitmaakt van het Unesco Werelderfgoed van de Hollandse Waterlinies wordt benut als (cultuurhistorische) basis voor de recreatieve ontwikkeling van het gebied.

Realiseren van een aaneengesloten ecologische verbinding
Waar dat nog niet het geval is worden langs de Kromme Rijn natuurvriendelijke oevers gerealiseerd. Zodoende ontstaat een aaneengesloten ecologische verbinding van de Nederrijn tot aan Utrecht. Bij het realiseren van natuurlijke oevers moet een vormgeving worden gevonden die aansluit bij de kwaliteiten van het Werelderfgoed. De Kromme Rijn was namelijk bedoeld als snelle aanvoerroute van water richting de inundatie- velden ten oosten van de stad Utrecht. Om de stroomsnelheid van het water zo min mogelijk te beperken hoorden daarbij in het aanvoerkanaal en de Kromme Rijn zelf vooral harde oevers.
Ook het realiseren van nieuwe natuurkernen langs de Kromme Rijn past in de visie voor de lange termijn. Hierbij wordt tegelijkertijd ingezet op het versterken van de ecologische verbinding langs de Kromme Rijn én het versterken van de ver- binding tussen de Kromme Rijn en de Utrechtse Heuvelrug. Dat betekent dat bij het realiseren van nieuwe natuurkernen zo veel mogelijk wordt aangesloten op de drie ecologische hoofdver- bindingen die haaks op de Kromme Rijn door het Langbroekerweteringgebied lopen. Het gaat dan om zones ten westen en oosten van de kern Langbroek en een zone gekoppeld aan het Natura2000-gebied Kolland & Overlangbroek. Dit zijn tegelijkertijd de enige plekken waar kan worden afgeweken van het uitgangspunt dat het noordelijke deel van dit deelgebied bestaat uit kerngebied voor de landbouw. In de natuurgebieden langs de Kromme Rijn worden - waar de kans zich voordoet - kleine landschapselementen als houtwallen, singels en knotbomen toegevoegd.
Noordelijk deel van het gebied is kerngebied voor de landbouw
Het noordelijke deel van dit deelgebied wordt ook voor de langere termijn gezien als kerngebied voor de landbouw. Dat betekent dat andere functies slechts zeer beperkt inpasbaar zijn. Grootschalige bedrijvigheid wordt zo veel mogelijk geconcentreerd op bedrijventerrein Broekweg-Langshaven. Het is niet de bedoeling de bedrijvencluster ten noorden van Cothen in de toekomst verder uit te breiden.
Kromme Rijn ontwikkelen als recreatieve drager
Het doel is de Kromme Rijn als belangrijke recreatieve drager binnen de gemeente verder te ontwikkelen. Dat kan vooral door de aanwezige wandelroutes langs de rivier uit te bouwen. Het is op dit moment niet mogelijk om langs de Kromme Rijn van Wijk bij Duurstede richting Utrecht te wandelen. Grote delen van deze verbinding zijn aanwezig, maar op verschillende plekken ontbreken cruciale schakels. Door enkele schakels toe te voegen aan het recreatieve routenetwerk ontstaat een doorgaand wandelpad langs de Kromme Rijn met hier en daar een inprikker tot aan het water.
Het wensbeeld is een volledige recreatieve wandelroute langs de Kromme Rijn, van Wijk bij Duurstede tot Utrecht. Ook het versterken van de verbinding over water staat op de agenda. Daarmee kan de Kromme Rijn in regionaal verband verder worden gepromoot als een van de recreatieve hoofddragers in het landschap. Omdat dergelijke wandelroutes vaak over veel verschillende percelen lopen is dit een zaak van lange adem. Waar de kans zich voordoet, worden nieuwe schakels gerealiseerd. Daarbij is bijzondere aandacht voor het versterken van de relatie van Cothen en Wijk bij Duurstede met de rivier. Verderop langs de Kromme Rijn geldt dit ook voor bijvoorbeeld Werkhoven en Odijk. Dit geeft al aan dat het hier gaat om een regionale opgave, waarbij de gemeente Wijk bij Duurstede de samenwerking zal zoeken met buurgemeenten en de provincie Utrecht.
Verbeteren van de doorstroming op de N229
De verwachting is dat de hoeveelheid verkeer op de provinciale wegen de komende jaren verder toe zal nemen. Dat vraagt om het verbeteren van de doorstroming. Een van de opties is het over de hele lengte hanteren van dezelfde snelheid op de N229. De gemeente Wijk bij Duurstede gaat in overleg met de provincie Utrecht om te onderzoeken wat hiervoor de mogelijkheden zijn.
Verlagen van de maximumsnelheid op de N229 maakt het daarnaast wellicht mogelijk om de kleinere wegen in het buitengebied te ontlasten. Bewoners geven aan dat in het Wijkse buitengebied op veel plekken sprake is van verkeershinder. Mensen ondervinden overlast van sluipverkeer (verkeer zonder herkomst en bestemming in het gebied) en te hard rijdende auto’s. De wegen in het buitengebied zijn vaak smal. Auto’s, fietsers, wandelaars, groepen wielrenners en zwaar landbouwverkeer moeten daarom allemaal gebruik maken van hetzelfde wegprofiel en zitten elkaar regelmatig in de weg. Per deelgebied wordt ingezet op gerichte maatregelen om de grootste knelpunten weg te nemen. Een mogelijke algemene maatregel die voor het hele buitengebied verlichting kan brengen is het zo veel mogelijk concentreren van zwaar landbouwverkeer op de N229 en de N227, zodat landbouwvoertuigen voor langere afstanden van deze wegen gebruik kunnen maken. Dat kan alleen bij een lagere maximumsnelheid op de N229.
De gemeente gaat in overleg met de provincie - als verantwoordelijke voor het busvervoer binnen de gemeente - om de mogelijkheden voor het versterken van de buslijnen en fietsparkeergelegenheid bij bushaltes te verkennen. Wellicht liggen er ook mogelijkheden om op een aantal plekken huurfietsen toe te voegen. Met de opkomst van de elektrische fiets wordt ook het opwaarderen van de fietsroute langs de N229 tot snelfietsroute een interessante optie. De gemeente wil daar op inzetten. Dit stimuleert gezond gedrag en vermindert mogelijk ook de druk op de N227 en N229.
Onderzoeken mogelijkheden warmtewinning
Vanwege de grote openheid van het landschap en de recreatieve waarde is de noordelijke oeverwal van de Kromme Rijn niet geschikt voor het grootschalig opwekken van energie. Wel kunnen de mogelijkheden worden onderzocht van warmtewinning uit de Kromme Rijn. Bij dit soort energiewinning wordt gebruik gemaakt van de temperatuur van het water. Zelfs bij lage watertemperatuur in de winter kan dit rendabel zijn.
Inspelen op klimaatverandering
Bij natuurontwikkeling langs de Kromme Rijn wordt gelijktijdig ingezet op het vergroten van het waterbergende vermogen van de rivier. Hiermee kan water langer worden vastgehouden, waarvan in drogere periodes kan worden geprofiteerd. Belangrijke fiets- en wandelroutes worden zo veel mogelijk vergroend, zodat hittestress in warme periodes wordt tegengegaan. Dit geldt in elk geval voor de hoofdfietsroute langs de N229.
Oude stroomruggen
De zuidelijke oeverwal van de Kromme Rijn is een breed gebied, dat loopt van de zuidelijke oevers van de Kromme Rijn tot aan de Wijkersloot. Het landschap is halfopen tot open van karakter, met een duidelijke agrarische functie. De bodem en ligging zijn bij uitstek geschikt voor de fruitteelt, die dan ook een dominante rol heeft in het gebied. Daarnaast zijn er akkers aanwezig, waarbij de verkaveling veelal onregelmatig en blokvormig is. In dit gebied heeft de Kromme Rijn in een ver verleden op verschillende plekken gestroomd. De huidige oeverwallen en stroomruggen herinneren hier nog aan. Kenmerkende landschapselementen zijn rivierrestanten, bochtige wegen en licht glooiende oeverwallen.
Oude Romeinse wegen
Voor zover bekend liepen er in de Romeinse tijd twee wegen door het gebied. Beide wegen maakten deel uit van de Limes en liepen van Wijk bij Duurstede naar Utrecht. Langs de Kromme Rijn volgde de ene weg het traject Hoogstraat - Dorpsstraat - Ossenwaard - Caspergauw. Iets zuidelijker volgde de andere weg het traject Steenstraat - Trekweg en Trechtweg - Kapelleweg. In de gemeente Wijk bij Duurstede zijn diverse archeologische vindplaatsen en monumenten uit de Romeinse tijd gevonden langs de Limesweg. De Romeinse Limes staat op de Lijst Werelderfgoed van UNESCO.
Zie ook: 1.4.1_Kwaliteiten_Buitengebied.pdf
Fruitteelt als belangrijk onderdeel van de Wijkse cultuur
De fruitteelt in het gebied is een belangrijk onderdeel van de lokale economie, cultuur en het landschap. Tijdens overstromingen van de Kromme Rijn is eeuwenlang zand en klei afgezet, waardoor de oeverwallen zijn ontstaan. Dit zijn zeer vruchtbare gronden, die goede omstandigheden bieden voor de teelt van allerlei fruitsoorten. De grond is goed doorlatend, waardoor overtollig water snel wordt afgevoerd en warmt sneller op in het voorjaar, wat gunstig is voor de groei van fruitbomen.
De fruitteelt in de Kromme Rijnstreek heeft een lange geschiedenis. De kersenteelt gaat terug tot de Romeinse tijd en de regio staat bekend om zijn hoogstamboomgaarden, die nu als agrarisch erfgoed worden beschouwd. De meeste boomgaarden zijn tegenwoordig moderner van aard met laagstambomen en overkappingen ter bescherming. Op veel plekken is het mogelijk om fruit - en andere streekproducten - direct bij de boer te kopen. Daarnaast zijn er door het jaar heen diverse festiviteiten gekoppeld aan de fruitteelt.
Cultuurhistorie en landschap behouden
Voor het deelgebied Oeverwal Kromme Rijn Zuid is het belangrijk dat de historische ondergrond, inclusief de Limes, oevers en stroomruggen en de voor het gebied kenmerkende blokverkaveling, behouden en versterkt wordt.
Natuur en ecologie versterken
Aandachtspunten met betrekking tot natuur en ecologie zijn het zoveel mogelijk behouden en herstellen van kleinschalige landschapselementen en het versterken van de groenblauwe dooradering van het gebied. Tijdens verschillende bijeenkomsten is aangegeven dat de afgelopen decennia veel kleinschalige landschapselementen zijn verdwenen.
Kerngebied voor de landbouw
Voor de landbouw is het belangrijk dat dit gebied een kerngebied voor de landbouw blijft, met een duidelijke focus op fruitteelt. Dat betekent dat andere functies slechts beperkt inpasbaar zijn. Daarnaast moet er aandacht zijn voor het terugdringen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
(Door)ontwikkelen beperkt aantal recreatieve clusters
Een belangrijke opgave is het (door)ontwikkelen van een beperkt aantal recreatieve clusters op knooppunten van routes. Een ander aandachtspunt in dit deelgebied is het ontwikkelen van recreatie in combinatie met verbrede landbouw. Daarnaast wil de gemeente een recreatief ommetje realiseren tussen Cothen en Wijk bij Duurstede.
Tegengaan hittestress en vasthouden van water
Ook in het deelgebied Oeverwal Kromme Rijn Zuid moet hittestress voor wandelaars en fietsers worden tegengegaan. Dit kan worden gedaan door (hoofd)routes te vergroenen. Daarnaast is het vasthouden van water ten behoeve van gietwater in droge periodes (in samenwerking tussen fruittelers en het waterschap) een opgave voor dit gebied.
Verbeteren verkeersnetwerk
Een veelgenoemd onderwerp in dit gebied is het tegengaan van sluipverkeer. Dit vormt dan ook een belangrijk punt van aandacht. Een andere belangrijke opgave is het verbeteren van het verkeersnetwerk. Het uitbouwen van de fietsroute langs het Amsterdam-Rijnkanaal tot snelfietsroute kan bijdragen hieraan.
Geen of beperkte ruimte voor wonen
Het concentreren van nieuwbouw in en rond de kernen Wijk bij Duurstede en Cothen vormt een punt van aandacht in dit gebied. Omdat dit gebied een kerngebied voor de landbouw is, is nieuw wonen op de zuidelijke oeverwal van de Kromme Rijn in de toekomst niet of slechts beperkt toegestaan. Onderzocht moet worden onder welke voorwaarden beperkte woningbouw mogelijk is, bijvoorbeeld in woonlinten.
Kerngebied voor de landbouw, met de fruitteelt als basis
Ook voor de toekomst zet de gemeente Wijk bij Duurstede voor dit gebied in op de landbouw: het gebied wordt gezien als een kerngebied voor de landbouw, met de fruitteelt als meest dominantie functie. De visie op cultuurhistorie en landschap is gericht op het in stand houden van de voor het gebied kenmerkende dichte tot half open blokverkaveling. De Limes, oeverwallen, stroomruggen en oude rivierbeddingen vormen belangrijke cultuurhistorische en aardkundige kwaliteiten.
Kleinschalige landschapselementen als basis voor natuurwaarden
Binnen de zuidelijke oeverwallen van de Kromme Rijn zijn weinig gebieden aanwezig die een officiële natuurbestemming hebben. Alleen in het meest westelijke deel, direct langs het Amsterdam-Rijnkanaal, zijn enkele natuurkernen te vinden. De inzet op het gebied van natuur is daarom vooral gericht op het behouden en realiseren van kleinschalige landschapselementen als houtwallen en singels, gebruik makend van inheemse soorten. Hiermee kunnen de lokale biodiversiteit en natuurwaarden versterkt worden. En wellicht draagt dit ook bij aan het op een natuurlijke manier bestrijden van plaagdieren die schadelijk zijn voor de fruitoogst.

Onderzoeken mogelijkheden waterbuffering
In tegenstelling tot andere delen van het Wijkse buitengebied is er op de wat hoger gelegen zuidelijke oevervallen weinig open water te vinden. De Rijnsloot vormt een van de weinige uitzonderingen. Dit terwijl er vanuit de landbouw in de zomer sprake is van een flinke vraag naar water. Samen met het waterschap en de agrariërs moet daarom worden onderzocht wat de mogelijkheden zijn om op de zuidelijke oeverwal van de Kromme Rijn meer water te bufferen, zodat dit tijdens de zomer als gietwater kan worden gebruikt.
De landbouw krijgt de ruimte
Dat betekent dat zeer terughoudend wordt omgegaan met het toestaan van andere functies. Wel kan onderzocht worden wat de mogelijkheden zijn om binnen het agrarisch bouwvlak of in vrijkomende agrarische bebouwing (VAB's) kansen te bieden voor startende bedrijven. Dit kunnen belangrijke broedplaatsen zijn voor nieuwe bedrijvigheid. Bij verdere groei kunnen deze bedrijven doorschuiven naar een van de Wijkse bedrijventerreinen.
Recreatie koppelen aan fruitteelt en Limes
De gemeente Wijk bij Duurstede trekt al veel toeristen en recreanten, maar er liggen nog volop kansen om het toeristisch-recreatieve aanbod in het buitengebied verder te versterken. Dat kan vooral door de belangrijkste recreatieve dragers in het buitengebied beter te benutten. Op de zuidelijke oeverwallen van de Kromme Rijn gaat het dan vooral om de Limes, de belangrijkste routestructuren en de fruitteelt. Zo kan het gebied aantrekkelijker worden gemaakt voor zowel bezoekers als inwoners en wordt het buitengebied een sterker onderdeel van het toeristische profiel van de gemeente.
Ontwikkelen beperkt aantal recreatieve clusters
Op dit moment is het al op verschillende plekken mogelijk om streekproducten rechtstreeks bij de boer te kopen. Dat biedt een mooie basis om op voort te bouwen. Er zijn goede mogelijkheden om een beperkt aantal recreatieve clusters te ontwikkelen, gekoppeld aan agrarische ondernemingen. Denk bijvoorbeeld aan boerderijwinkels, terrassen, pluktuinen of kleinschalige logies. Geschikte locaties voor deze clusters zijn plekken waar routes voor fietsers, wandelaars, de auto en het openbaar vervoer samenkomen, zoals langs een of meer recreatieve clusters en een recreatief ‘rondje’ tussen beide kernen. Zo kunnen fietsers en wandelaars genieten van het landschap, de cultuurhistorie en lokale producten.
Realiseren snelfietsroute langs Amsterdam-Rijnkanaal
Net als in het Langbroekerweteringgebied zijn de wegen op de zuidelijke oeverwal van de Kromme Rijn overwegend smal. Ook hier moeten verschillende verkeersdeelnemers gebruik maken van hetzelfde smalle wegprofiel. Zwaar landbouwverkeer wordt daarom zo veel mogelijk via de N229 omgeleid. Om dit mogelijk te maken gaat de gemeente in overleg met de provincie Utrecht. Om tijdens de spits de druk op de N229 en de N227 te verlagen wordt ingezet op het opwaarderen en uitbouwen van het fietspad langs het Amsterdam-Rijnkanaal tot snelfietsroute. Zo wordt een alternatief voor de auto aangeboden op de route tussen Wijk bij Duurstede, Houten en Utrecht. Bijkomend voordeel is dat dit mensen stimuleert tot gezond gedrag.
Aanplanten groen en circulaire landbouw
Net als in stedelijk gebied kan het aanplanten van groen worden ingezet om hittestress tegen te gaan (zie §5.2). In het buitengebied wordt daarom ingezet op het aanplanten van voldoende groen langs fiets- en wandelroutes. Dit gebeurt op een manier die past bij het landschapstype. Ook op de zuidelijke oeverwal van de Kromme Rijn moeten de mogelijkheden worden onderzocht voor circulaire en natuurvriendelijke landbouw.
Duurzame energie
Op de zuidelijke oeverwal van de Kromme Rijn zijn de afgelopen jaren verschillende zonneweides gerealiseerd. Dit past in de doelstelling van de gemeente om in 2030 energieneutraal te zijn. Door de beslotenheid van het landschap zijn de zuidelijke oeverwallen geschikt voor dit soort functies. Zonneweides zijn bovendien goed te combineren met de agrarische functies in de omgeving.
Beperkte mogelijkheden voor woningbouw
Woningbouw wordt in de gemeente Wijk bij Duurstede geconcentreerd in en rond de drie kernen. Daarnaast zijn er beperkte mogelijkheden voor het realiseren van woningbouw in het buitengebied, in linten en bijvoorbeeld op erven of in het kader van vrijkomende agrarische bebouwing (VAB-regeling). In verband met de spuitcirkels rond fruitpercelen zijn die mogelijkheden op de zuidelijke oeverval nog beperkter. Kleinschalige woningbouw is zeer beperkt mogelijk én kan alleen als dit geen belemmering oplevert voor de agrariërs in het gebied.
Vruchtbare kleigronden langs de rivier
Wijkerbroek bevindt zich in een laaggelegen komgebied ten westen van de kern Wijk bij Duurstede. Het gebied is ontstaan door sedimentatieprocessen van de Kromme Rijn, wat heeft geleid tot vruchtbare kleigronden. Met name door de grootschalige opzet van het gebied en de aanwezigheid van natte graslanden heeft Wijkerbroek een duidelijk eigen karakter ten opzichte van de andere delen van het buitengebied.
Twee herkenbare deelgebieden
Het noordwestelijke deel van het gebied is overwegend open en biedt mooie vergezichten. Het gebied bestaat vooral uit grasland en enkele broekbossen. Bij de aanleg van het Amsterdam-Rijnkanaal is het landschap op sommige plekken letterlijk in tweeën gesneden. Het meest in het oog springende voorbeeld daarvan is het broekbos in de uiterst westelijke punt van Wijkerbroek, waar het kanaal dwars doorheen is gegraven.
De openheid van het landschap in het noordwestelijke deel van Wijkerbroek wordt versterkt door de aanwezigheid van langgerekte kavels en historische verkavelingspatronen. Het zuidoostelijke deel van het gebied ligt hoger en is meer verdicht. Hier is veel fruitteelt te vinden. Recent zijn hier ook zonneweides gerealiseerd.
Zie ook: 1.4.1_Kwaliteiten_Buitengebied.pdf
Verschillende cultuurhistorische elementen
In het landschap van Wijkerbroek zijn verschillende cultuurhistorische elementen te vinden. De aanwezigheid van oude bebouwingslinten als de Lekdijk West, historische wegen en restanten van vroegere nederzettingen getuigen van een lange bewoningsgeschiedenis.
Natuurwaarden gekoppeld aan watergangen
Wijkerbroek kent een hoge biodiversiteit, als het gaat om water- en oeverplanten. En de bermen van het Amsterdam-Rijnkanaal zijn rijk aan plantensoorten van de drogere gronden. Het eerdergenoemde broekbos in de westelijke punt van het gebied maakt deel uit van het Natuurnetwerk Nederland (NNN).
Meest grootschalige gebied binnen de gemeente
Van alle deelgebieden in het buitengebied heeft Wijkerbroek het meest grootschalige karakter. Het gebied is daarmee geschikt voor grootschalige functies als bedrijventerrein Broekweg-Langshaven en zonneweides.
Behouden en versterken historische ondergrond
De verkavelingsstructuur en de oude bebouwingslinten van het deelgebied Wijkerbroek behoren tot de historische ondergrond. Een belangrijke opgave is dan ook om de historische ondergrond te behouden en te versterken.
Behouden water- en oevergebonden natuurwaarden
Het is belangrijk om de water- en oevergebonden natuurwaarden in dit gebied te behouden. Dit geldt ook voor de natuurwaarden gekoppeld aan de bermen van het Amsterdam-Rijnkanaal. Daarnaast is het belangrijk dat de natuurwaarden aansluiten op de natuurwaarden in de omgeving, met name in de uiterwaarden.
Versterken recreatieve functie
De gemeente wil het gebied aantrekkelijker maken voor recreanten. Daarbij is het belangrijk dat recreatieve routes langs de Lek worden versterkt én dat de uitloopfunctie van Wijkerbroek voor de kern Wijk bij Duurstede wordt versterkt.
Tegengaan hittestress en aanpakken hydrologische knelpunten
Ook in het gebied Wijkerbroek is het tegengaan van hittestress een opgave. Waar mogelijk kan hieraan invulling worden gegeven door (hoofd) routes te vergroenen. Andere aandachtspunten in dit gebied zijn het aanpakken van hydrologische knelpunten, zoals het wegzijgen van water rich- ting het Amsterdam-Rijnkanaal en het vergroten van het waterbergend vermogen.
Verkennen van de mogelijkheden voor warmtewinning uit Amsterdam-Rijnkanaal
Een belangrijke opgave met betrekking tot energie is het verkennen van de mogelijkheden voor warmtewinning uit het Amsterdam-Rijnkanaal.
Behouden en versterken landbouwfunctie
Het behouden en versterken van de landbouw- functie in dit deelgebied is een belangrijk opgave. Daarnaast moet er bijzondere aandacht zijn voor de grootschalige bedrijvigheid binnen de gemeente. De gemeente wil deze bedrijven graag concentreren op bedrijventerrein Broekweg-Langshaven.
Verbeteren (fiets)routes
Het verbeteren van fietsroutes en de verbinding met Schalkwijk en Culemborg is een punt van aandacht binnen Wijkerbroek. Daarnaast is het belangrijk dat de veiligheid voor langzaam verkeer op de dijken wordt vergroot.
Beperkt aantal woningen op bestaande erven
Een belangrijke opgave voor dit gebied is het onderzoeken van de mogelijkheden voor beperkte aantallen nieuwe woningen in linten of in vrijkomende agrarische bebouwing.
Ook in de toekomst een kerngebied voor de landbouw
Wijkerbroek is van oudsher een landbouwgebied. Vooral in het noordelijke deel van het gebied is de grondslag zeer geschikt voor de melkveehouderij. In het wat hoger gelegen zuidoostelijke deel is ook fruitteelt te vinden. Ook voor de lange termijn ziet de gemeente Wijk bij Duurstede Wijkerbroek als een kerngebied voor de landbouw. Uitzondering op de regel vormt het meest oostelijke deel van het gebied, zowel ten noorden als ten zuiden van het Amsterdam-Rijnkanaal. Hier vinden we bedrijventerrein Broekweg-Langshaven en zijn recent enkele zonneweides gerealiseerd. Deze functies passen goed bij het grootschalige karakter van Wijkerbroek.
Contrasten behouden
Er wordt ingezet op het behouden van de contrasten binnen Wijkerbroek en tussen Wijkerbroek en de omgeving. Het gaat dan bijvoorbeeld om het onderscheid tussen de langgerekte, open verkavelingen in Wijkerbroek en de meer besloten blokverkavelingen op de zuidelijke oeverwal van de Kromme Rijn. De voor het gebied kenmerkende broekbossen blijven behouden en - als zich de kans voordoet - worden nieuwe landschappelijke elementen toegevoegd.

Inzetten op een duidelijke zonering
Binnen Wijkerbroek is sprake van een duidelijke zonering op het gebied van landbouw. Ten noorden van het Amsterdam-Rijnkanaal en ten westen van bedrijventerrein Broekweg-Langshaven ligt een kerngebied voor de melkveehouderij. Dat geldt ook voor het gebied ten zuiden van het Amsterdam-Rijnkanaal. Ook hier gaat het vooral om het westelijke deel van Wijkerbroek. In het meest oostelijke deel, ingeklemd tussen het kanaal en de Romeinenbaan ligt een gebied waar vooral fruitteelt te vinden is. In deze delen van Wijkerbroek zijn andere functies beperkt inpasbaar. Wel worden mogelijkheden gezien voor kleinschalige ontwikkelingen gekoppeld aan (boeren)ervan. Het kan dan gaan om recreatieve ontwikkelingen of kleinschalige bedrijfjes.
Concentreren van grootschalige bedrijvigheid
Het noordoostelijke deel van Wijkerbroek vormt het meest grootschalige landschap dat binnen de gemeente Wijk bij Duurstede te vinden is. De combinatie met het Amsterdam-Rijnkanaal maakt het een logische keuze om hier grootschalige bedrijvigheid te concentreren. De andere deelgebieden in het buitengebied zijn hiervoor duidelijk minder geschikt. De gemeente Wijk bij Duurstede blijft daarom inzetten op het concentreren van grootschalige bedrijvigheid op bedrijventerrein Broekweg-Langshaven. Als het meerwaarde heeft kunnen ook grote loonwerkers die nu nog in het buitengebied gevestigd zijn waar mogelijk in de toekomst op Broekweg-Langshaven worden gevestigd. Op Broekweg-Langshaven is nog beperkt ruimte beschikbaar. Als de vraag naar bedrijfskavels het bestaande aanbod overstijgt, heeft uitbreiding van Broekweg-Langshaven de voorkeur.
Inzetten op water- en oevergebonden natuur
De inzet op het gebied van natuur is in Wijkerbroek vooral gericht op het in stand houden van natuurwaarden op kleine schaal. Het gaat dan vooral om water- en oevergebonden natuur en (drogere) natuur gekoppeld aan de bermen van het Amsterdam-Rijnkanaal. Kansen liggen ook in het realiseren van beplanting op en rond (boeren) erven.
Water beter vast houden
Hoewel Wijkerbroek een relatief laaggelegen en nat gebied is, vormt het wegzijgen van water naar het Amsterdam-Rijnkanaal lokaal een belangrijk aandachtspunt. Dit speelt vooral in het noordelijke deel van het gebied. Onderzocht moet worden wat de mogelijkheden zijn om dit tegen te gaan en daarmee meer water vast te houden in het gebied.
Kansen voor kleinschalige verblijfsrecreatie
De grote trekkers op recreatief gebied binnen de gemeente Wijk bij Duurstede zijn niet in Wijkerbroek te vinden. Toch liggen in het gebied kansen, vooral door de ligging direct aan aantrekkelijke fietsroutes langs de Lek. Het gaat dan met name om het ontwikkelen van de mogelijkheden voor kleinschalige verblijfsrecreatie. Denk aan kamperen bij de boer of B&B’s. Dit kan eventueel in combinatie met een boerderijwinkel.
Veiliger maken van fietsroutes
De kansen op het gebied van mobiliteit liggen in Wijkerbroek vooral in het versterken en veiliger maken van de aanwezige fietsroutes. De gemeente zet in op het realiseren van een snelfietsroute langs het Amsterdam-Rijnkanaal, door het uitbouwen van de bestaande fietsroute. Het doel hiervan is gezond gedrag bevorderen en een alternatief bieden voor de auto, met name voor forenzen. Dit kan bijdragen aan het verminderen van de drukte op de N229 tijdens de spits.
Voor recreanten wordt ingezet op het veiliger maken van de fietsroute over de Lekdijk. Waar mogelijk wordt de hoeveelheid autoverkeer op de dijken nog verder beperkt en de fietsveiligheid verhoogd. Zeker als de Bosscherwaarden worden ontwikkeld als natuur en recreatiegebied liggen er kansen in het realiseren van een aantrekkelijk fietsrondje via de Lekdijk West en Middelweg West.
Mogelijkheden grootschalige energiewinning: uitkomsten provinciale verkenning zijn leidend
Op het gebied van grootschalige energiewinning maakt de gemeente samen met de provincie windenergie mogelijk langs het Amsterdam-Rijn- kanaal. Dit gebeurt op basis van de uitgangspunten zorgvuldigheid en wederkerigheid. Wanneer de provincie een projectbesluit neemt over het definitieve windproject, wordt dit besluit opgenomen in een wijziging van Omgevingsvisie.
Onderzoeken mogelijkheden warmtewinning
Binnen Wijkerbroek zijn recent enkele zonneweides gerealiseerd. Daarnaast liggen in het gebied wellicht kansen voor warmtewinning uit het Amsterdam-Rijnkanaal. Onderzocht moet worden wat hiervoor de mogelijkheden zijn. Met bedrijventerrein Broekweg-Langshaven en de kern Wijk bij Duurstede in de directe nabijheid is in elk geval voldoende afzetmarkt aanwezig.
Beperkte mogelijkheden voor wonen
In Wijkerbroek liggen beperkte mogelijkheden voor het realiseren van woningbouw in het buitengebied, bijvoorbeeld gekoppeld aan boerenerven, vrijkomende agrarische bebouwing (VAB’s) en lintbebouwing. De komende jaren zal de gemeente daarvoor kaders opstellen.
Veelzijdig waterfront
Het deelgebied Rivier en Uiterwaarden ligt naast de Nederrijn en de Lek. Dijken, rivier en uiter- waarden vormen hier een open en zeer herkenbaar rivierenlandschap. Het waterfront van de gemeente Wijk bij Duurstede is aantrekkelijk en veelzijdig: het gebied is rijk aan natuur, activiteiten, mooie plekjes om te vertoeven, om te varen en te struinen. Bijzondere gebieden zijn de Gravenbol en de Bosscherwaarden. Daarnaast zijn in de uiterwaarden jachthavens, recreatievoorzieningen, lokale natuurontwikkeling, woonboten én bedrijvigheid op de voormalige steenfabrieken Bosscherwaard en Lunenburgerwaard en in de Stadshaven te vinden.
Zie ook: 1.4.1_Kwaliteiten_Buitengebied.pdf
Lint van natuurgebieden
De uiterwaarden maken grotendeels deel uit van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) en worden gekenmerkt door een rijke vegetatie, waaronder stroomdalvegetaties, ooibossen, graslanden, moeras- en ruigtevegetaties, meidoornhagen en knotwilgen. De uiterwaarden vormen daarmee een belangrijk ecologisch lint langs de rivier. Het oostelijke deel van het gebied maakt deel uit van De Rijntakken. Dit is een Natura2000-gebied van ruim 23.000 hectare dat zich uitstrekt tot voorbij Wageningen. Het deelgebied Uiterwaarden NederRijn beslaat de uiterwaarden van de NederRijn tussen Heteren en Wijk bij Duurstede. Deze uiterwaarden bestaan voornamelijk uit graslanden, afgewisseld met enkele akkers, meidoornhagen, moerasgebiedjes, ontgrondingsgaten en geïsoleerde oude riviertakken. Door kwel vanuit de rivier en vanuit de hogere gronden kan het water in poelen en plassen in de uiterwaarden van goede kwaliteit zijn. Het gebied is grotendeels aange- wezen als Vogelrichtlijngebied. Dat betekent dat de inrichting van het gebied gericht is op het in stand houden van specifieke vogelsoorten.
Recreatieve trekpleister
Natuur is daarmee de dominante functie binnen dit deelgebied. Daarnaast is op een aantal plekken sprake van agrarisch en recreatief medegebruik. In de uiterwaarden graast op verschillende plekken vee en de Gravenbol is in de zomer een grote recreatieve trekpleister.
Behouden karakteristieke rivierenlandschap
In het gebied Rivier en uiterwaarden is het belangrijk dat het karakteristieke rivierenlandschap met stroomdalvegetaties, ooibossen, moeras- en ruigtevegetaties, meidoornhagen en knotwilgen behouden en versterkt wordt.
Ecologische kwaliteiten versterken
Het is belangrijk dat de ecologische kwaliteiten van de uiterwaarden en de functie als ecologische verbindingszone gekoppeld aan de rivier, wordt versterkt. Daarnaast moet er aandacht zijn voor het uitbreiden en versterken van de ecologische verbindingszones vanaf de rivier tot aan de uiterwaarden en het (waar mogelijk) herstellen van de rivierdynamiek, waardoor de uiterwaarden weer vaker overstromen. Dit voorkomt verruiging en het dichtgroeien van de uiterwaarden. Andere belangrijke opgaven zijn het behoud en herstel van ooibossen, stroomdal-, moeras- en ruigtevegetatie, het versterken van de ecologische samenhang tussen rivier en uiterwaarden en het behoud van het waterbergend vermogen van de uiterwaarden en rivierstrengen.
Versterken recreatieve uitloopmogelijkheden vanuit de stad
De recreatieve uitloopmogelijkheden vanuit de stad kunnen in dit gebied worden versterkt. Daarnaast wil de gemeente de intensieve dagrecreatieterreinen zoals de Gravenbol verplaatsen richting de stad. Aan de stadszijde is ruimte voor kleinschalige (seizoensgebonden) horeca. Extensieve recreatie en struinnatuur kan in de toekomst een plek krijgen op grotere afstand van Wijk bij Duurstede.
Behouden en versterken waterbergend vermogen
Een belangrijke opgave in dit deelgebied is het behouden en versterken van het waterbergend vermogen van de uiterwaarden. Daarnaast is het vernatten van de uiterwaarden een punt van aandacht. Ook is het werken aan dijkversterking en waterveiligheid een belangrijke (landelijke) opgave.
Geen ruimte voor grootschalige opwek
Langs de rivier en in de uiterwaarden is geen ruimte voor grootschalige opwek van zon of wind.
Landbouw volgend aan natuur
Een belangrijk aspect van dit gebied is dat landbouw volgend is aan de natuur. Dat wil zeggen dat extensieve landbouw mogelijk is, maar mede gericht is op landschapsbeheer.
Beperken autoverkeer op de dijken
Het beperken van de hoeveelheid autoverkeer en te hard rijden op de dijken blijft een aandachtspunt. Dit is ook tijdens de bewonersavonden verschillende keren naar voren gekomen. Daarnaast is het verbeteren van de veiligheid van fietsroutes langs de rivier een belangrijke opgave.
Kerngebied voor de natuur
In het overwegend open kleilandschap van de uiterwaarden langs de Nederrijn en Lek is natuur de belangrijkste functie. Daarnaast is er ruimte voor medegebruik in de vorm van recreatie en landbouw. Het karakter van het gebied blijft behouden en wordt waar mogelijk versterkt. Dat betekent een inzet op een afwisselend landschap met stroomdalvegetaties, moeras- en ruigtevegetaties, ooibossen, meidoornhagen en knotwilgen.
Toewerken naar een aaneengesloten lint van natuurgebieden
Het lange termijn doel is het realiseren van een aaneengesloten lint van natuurgebieden in de uiterwaarden. De Gravenbol en de Bosscherwaarden zijn daarin nog ontbrekende schakels. De inzet is er daarom op gericht deze gebieden op termijn om te vormen tot natuurgebied, met mogelijkheden voor extensieve recreatie.

Waar mogelijk herstellen van de rivierdynamiek
Als gevolg van klimaatverandering, menselijk ingrijpen in de loop van rivieren en de verminderde aanvoer van sediment slijten veel rivieren steeds dieper uit. Mede hierdoor overstromen de uiterwaarden minder vaak. Om de natuurwaarden in het gebied te versterken wordt ingezet op het zo veel mogelijk herstellen van de rivierdynamiek. Dit voorkomt verruiging en het dichtgroeien van de uiterwaarden. Dit zijn wensen die niet door de gemeente alleen kunnen worden gerealiseerd. De gemeente Wijk bij Duurstede gaat daarom hiervoor het gesprek aan met andere overheden.
Recreatie clusteren rond het centrum van Wijk bij Duurstede
Dagrecreatie langs de Lek wordt zo veel mogelijk geclusterd rond het centrum van Wijk bij Duurstede. Dit sluit aan op recente besluiten in het kader van het project Wijkse Waarden. Daarbij past het realiseren van een stadsstrand aan de oostrand van de binnenstad. De Gravenbol kan dan worden heringericht als natuurgebied, waarbij de rivierarm bevaarbaar blijft voor de recreatievaart. Ook ten westen van het centrum van Wijk bij Duurstede liggen kansen voor recreatie. In de Bosscherwaarden kunnen natuur, landbouw en extensieve recreatie hand in hand worden ontwikkeld. De eerste fase zal bestaan uit zandwinning. Onderzocht wordt of voor dit project de Groen Groeit Mee vierkante meters die bij de ontwikkeling van De Geer III moeten worden gerealiseerd ingezet kunnen worden. Groen Groeit Mee gaat namelijk uit van het realiseren van een vast aantal vierkante meters groen per gerealiseerde woning. Een deel daarvan moet in de directe woonomgeving worden gerealiseerd. Een deel fungeert als uitloopgebied op wat grotere afstand van de te realiseren nieuwbouw.
Bij de Gravenbol is een speciaal hondenuitlaatgebied, waar honden los mogen lopen en kunnen zwemmen. Dat levert momenteel al conflicten op met de aanwezige natuurwaarden. Bij verdere natuurontwikkeling rond de Gravenbol zal dit waarschijnlijk nog verder toenemen. Tegelijk met het opstellen van plannen voor natuurontwikkeling in en rond de Gravenbol moet daarom worden nagedacht over een alternatieve locatie voor een hondenuitlaatgebied binnen de gemeente.
Duidelijke zonering
Met het verplaatsen van de recreatie ontstaat in de uiterwaarden een duidelijke zonering, waarbij de meer intensieve activiteiten zo veel mogelijk rond de kern Wijk bij Duurstede worden geconcentreerd. Verder van de stad af staat de natuur centraal en zijn alleen extensieve vormen van recreatie als wandelen mogelijk.
Alleen extensieve vormen van landbouw
Bij dit wensbeeld voor de uiterwaarden passen op termijn alleen nog extensieve vormen van landbouw, gericht op natuur- en landschapsbeheer. Er liggen ook kansen voor gemeenschapslandbouw, gericht op de lokale markt. Dit is een voortzetting en versterking van het huidige beleid op het ge- bied van landbouw voor de uiterwaarden.
Minder auto’s op de dijken en veiliger fietsroutes
Waar mogelijk wordt de hoeveelheid autoverkeer op de dijken verder beperkt en de fietsveiligheid verhoogd. Het verplaatsen van de recreatiefunctie van de Gravenbol richting het centrum van Wijk bij Duurstede vormt hierin een belangrijke stap. Verder worden waar nodig op de dijken fysieke maatregelen toegepast om de snelheid van het autoverkeer te remmen. Recent gerealiseerde voorbeelden hiervan zijn verderop langs de Lekdijk te vinden, onder andere bij Jaarsveld.
Water zo lang mogelijk vasthouden
Klimaatverandering maakt het extra belangrijk de uiterwaarden van de Nederrijn en Lek zodanig in te richten dat ze geschikt zijn om water zo lang mogelijk vast te houden in droge periodes én bij hoge waterstanden zo veel mogelijk water af kunnen voeren. Ook voor dit onderwerp geldt dat de gemeente Wijk bij Duurstede het gesprek aan zal gaan met andere overheden en grondeigenaren. Onderzocht moet worden of de uiterwaarden geschikt zijn voor circulaire landbouw, bijvoorbeeld door de teelt van bio-based bouwstoffen, zoals hennep, olifantsgras en lisdodde.
Aanbieden van aantrekkelijke wandel- en fietsroutes
Bewegen is goed voor de lichamelijke en mentale gezondheid. Waar mogelijk stimuleert de gemeente Wijk bij Duurstede daarom mensen om meer te gaan bewegen. Dit kan onder andere door het aanbieden van aantrekkelijke wandel- en fietsroutes. Waar de kans zich voordoet worden de mogelijkheden hiervoor op de dijken en in de uiterwaarden verbeterd.
Geen grootschalige energiewinning
Het deelgebied Rivier en Uiterwaarden biedt als gevolg van de openheid van het landschap geen mogelijkheden voor grootschalige energiewinning. De stroomsnelheid van de rivier is het grootste deel van het jaar te laag om er rendabel energie mee op te kunnen wekken.
Geen woningbouw in de uiterwaarden
Vanwege de doelen op het gebied van natuur, ruimte voor de rivier en recreatie is woningbouw in de uiterwaarden ongewenst of niet toegestaan.
Deze omgevingsvisie zet voor de lange termijn de koers uit voor de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Wijk bij Duurstede. We plaatsen als het ware een stip op de horizon en schetsen een beeld van de weg die daar naartoe leidt. Daarbij spelen we in op ruimtelijke en maatschappelijke opgaven en uitdagingen die op de gemeente afkomen.
Omgevingswet
Sinds 1 januari 2024 is de Omgevingswet van kracht. Volgens de Omgevingswet moet elke gemeente één omgevingsvisie opstellen voor het eigen grondgebied. In een omgevingsvisie wordt geschetst hoe een gemeente de fysieke leefomgeving wil ontwikkelen op onderwerpen als wonen, bedrijvigheid, voorzieningen, natuur, landbouw en verkeer. Daarnaast gaat een omgevingsvisie ook over sociale aspecten. Bijvoorbeeld over de vraag hoe we onze omgeving zodanig kunnen inrichten dat mensen de kans krijgen zo gezond mogelijk te leven en zo veel mogelijk mee kunnen doen in de samenleving.
Een omgevingsvisie gaat dus over heel veel onderwerpen. Het is daarom geen gedetailleerd plan: voor al die onderwerpen worden vooral richtinggevende keuzes op hoofdlijnen gemaakt. De Omgevingsvisie gemeente Wijk bij Duurstede zet daarmee de grote lijnen uit voor de toekomst en biedt daarnaast een kapstok waar nadere uitwerkingen aan kunnen worden opgehangen. Binnen de Omgevingswet heten die nadere uitwerkingen Programma’s.
Omgevingsvisie gemeente Wijk bij Duurstede
De gemeente Wijk bij Duurstede heeft in 2021 een omgevingsvisie voor het Stedelijk Gebied vastgesteld. Deze visie richt zich op de kernen Cothen, Langbroek en Wijk bij Duurstede. Daarnaast heeft de gemeente in samenwerking met Bunnik en Houten in 2017 voor het buitengebied een Omgevingsvisie opgesteld. De nieuwe Omgevingsvisie gemeente Wijk bij Duurstede vervangt deze beide oudere Omgevingsvisies.
De Omgevingsvisie voor het Stedelijk Gebied is nog behoorlijk recent. Bovendien hebben veel bewoners en allerlei organisaties er over meegedacht. Deze visie is daarom zo veel mogelijk hetzelfde gebleven. Vooral de visie voor het buitengebied is verouderd. Deze visie is voor een deel niet meer actueel en voldoet niet aan alle eisen van de Omgevingswet. Tijdens het opstellen van deze visie voor de hele gemeente Wijk bij Duurstede is de aandacht daarom vooral gericht op het buitengebied. Het was overigens wel mogelijk om - bijvoorbeeld tijdens bewonersavonden - onderwerpen over het stedelijke gebied te bespreken. In de praktijk bleek daar echter nauwelijks behoefte aan te zijn. Dat bevestigt het beeld dat de visie voor het stedelijk gebied nog actueel genoeg is om in deze omgevingsvisie voor de hele gemeente over te nemen.
De teksten uit de omgevingsvisie voor het Stedelijk Gebied zijn zo veel mogelijk een op een overgenomen. Alleen waar inmiddels sprake is van onjuistheden - bijvoorbeeld omdat een beschrijving niet meer klopt - is de tekst geactualiseerd.
Er is onderzocht of het nodig is om naar aanleiding van deze Omgevingsvisie gemeente Wijk bij Duurstede een PlanMER op te stellen. Dat blijkt niet het geval te zijn.
Omgevingsloket | Regels op de kaart
Sinds de invoering van de Omgevingswet moeten nieuwe Omgevingsvisies online worden gepubliceerd. Dat gebeurt op het Omgevingsloket, onder het tabblad Regels op de kaart. De website laat voor Omgevingsvisies tegelijkertijd een kaart en een tekstkolom zien. De bedoeling is dat mensen op deze manier veel gerichter en overzichtelijker kunnen zien welk beleid van toepassing is op hun directe woonomgeving.
Andere opbouw van de tekst
Dat vraagt om een iets andere manier van presenteren van de Omgevingsvisie. We hebben ervoor gekozen om te beginnen met het beschrijven van de belangrijkste kwaliteiten, opgaven en keuzes voor de verschillende deelgebieden binnen de gemeente. Na dit eerste hoofdstuk volgt de Omgevingsvisie gemeente Wijk bij Duurstede de klassieke opbouw van een ruimtelijke visie. Deze inleiding vormt Hoofdstuk 2 en in Hoofdstuk 3 komt het verhaal van Wijk bij Duurstede aan bod. Dat verhaal gaat over de opbouw en de belangrijkste kwaliteiten van de gemeente. Hoofdstuk 4 beschrijft de ligging van de gemeente in de regio en in Hoofdstuk 5 zijn vervolgens de overkoepelende opgaven te vinden. Op basis daarvan worden in Hoofdstuk 6 de richtinggevende hoofdkeuzes beschreven. Hoofdstuk 7 richt zich op de uitvoering van de visie. Daarin staan sturingsfilosofie, kostenverhaal en programma’s centraal.
Naast dit hoofdrapport zijn diverse achterliggende documenten opgesteld. Deze zijn als afzonderlijke bijlagen bij de Omgevingsvisie gevoegd.
Atlas gemeente Wijk bij Duurstede
De Atlas Gemeente Wijk bij Duurstede geeft een beschrijving van de huidige opbouw van de gemeente, het lopende beleid en de opgaven waar de gemeente de komende jaren voor staat. De Kernenatlas uit 2021 is hiervoor bij de start van het project aangevuld tot een complete atlas voor de gemeente Wijk bij Duurstede. De Atlas Wijk bij Duurstede vormt Bijlage 1 van de Omgevingsvisie.
Samen met de omgeving
De Omgevingswet gaat uit van brede maatschappelijke betrokkenheid bij het opstellen van de Omgevingsvisie. Er is dan ook een uitgebreid participatieproces doorlopen, zowel bij de totstandkoming van het stedelijk deel in 2021 als die van het later doorlopen proces in 2024 en 2025. Bij de start in 2024 is een bewonersavond georganiseerd, zijn straatgesprekken gevoerd en is overlegd met stakeholders als buurgemeenten, de provincie en bijvoorbeeld het waterschap. Ook is een sessie georganiseerd met scholieren op het Revius Lyceum in Wijk bij Duurstede. Zo zijn bewust zo veel mogelijk verschillende groepen benaderd. En dus ook zo veel mogelijk verschillende meningen opgehaald.
Tijdens de eerste participatieronde zijn vooral bestaande kwaliteiten en opgaven opgehaald. In een tweede participatieronde zijn de eerste ruimtelijke hoofdkeuzes besproken en aangevuld. Ook nu is een bewonersavond georganiseerd en zijn gesprekken met stakeholders gevoerd. Daarnaast is een online enquête uitgezet die door veel mensen is ingevuld. Tenslotte was tijdens het opstellen van de Omgevingsvisie een speciale projectwebsite beschikbaar, waar mensen informatie konden vinden over de planning van het project en de momenten waarop kon worden meegedacht. In totaal hebben tijdens het opstellen van de Omgevingsvisie meer dan 600 mensen meegedacht.
Per participatieronde is een beeldverslag opgesteld. Daarnaast zijn er afzonderlijke beeldverslagen van de scholierensessie en de bijeenkomsten met de stakeholders. Tenslotte is er ook een uitgebreid verslag van de uitkomsten van de enquête. Deze verslagen zijn als Bijlagen 2 tot en met 6 bij de Omgevingsvisie gevoegd.
Hoofdlijnennotitie
Als tussenstap naar de uiteindelijke omgevingsvisie zijn begin 2025 de belangrijkste ruimtelijke hoofdkeuzes over het buitengebied aan het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad voorgelegd. Dat is gedaan in de vorm van een zogenaamde Hoofdlijnennotitie, waarin de hoofdkeuzes per onderwerp zijn beschreven. De Hoofdlijnennotitie is als Bijlage 7 bij de Omgevingsvisie gevoegd.
Ontwerp naar vaststelling
Deze Ontwerp-Omgevingsvisie is door het College van burgemeester en wethouders vrijgegeven voor inspraak. De Ontwerp-Omgevingsvisie ligt ter inzage van 26 september tot en met 6 november 2025. Eventuele reacties worden door de gemeente gebundeld in een Reactienota, voorzien van voorstellen voor aanpassing. Op basis van de Reactienota wordt de definitieve Omgevingsvisie opgesteld. Het is de bedoeling dat de Omgevingsvisie gemeente Wijk bij Duurstede tegen het eind van dit jaar aan de gemeenteraad wordt voorgelegd ter vaststelling.
Ontstaansgeschiedenis
De bewoningsgeschiedenis van de gemeente Wijk bij Duurstede begint al in de Prehistorie. Er zijn binnen de gemeente vondsten gedaan uit de periode tussen ongeveer 11.000 en 3.000 voor Christus en ook is een groot aantal boerderijen uit de bronstijd opgegraven. Dat is de periode tussen ongeveer 3.000 en 800 voor Christus. Aan het begin van onze jaartelling maakte het grondgebied van de gemeente deel uit van het Romeinse Rijk. De Kromme Rijn, de toenmalige hoofdstroom van de Rijn, vormde de noordgrens van het Romeinse Rijk.
Op de plaats van een vermoedelijk oud Romeins castellum ontstond in de Middeleeuwen een nederzetting. Deze werd Duristate genoemd, wat zoveel betekent als ‘versterking aan de oever’. Later werd dit Dorestad, een van de belangrijkste en succesvolste internationale handelsplaatsen in Noordwest-Europa. Na verschillende invallen van de Noormannen aan het eind van de negende eeuw was Dorestad vrijwel volledig verwoest. Er bleven alleen nog maar wat boeren achter. Zij zetten de functies van Dorestad voort onder de naam van Wijk.
Rond het jaar 1126 werd de Langbroekerwetering gegraven, bedoeld om overtollig water af te voeren uit het lager gelegen gebied aan de voet van de Utrechtse Heuvelrug. Vanaf de Langbroekerdijk is het gebied vervolgens ontgonnen met smalle slagenverkavelingen. Dit levert een karakteristiek landschapsbeeld op met lange zichtlijnen vanaf de Langbroekerdijk. In het gebied zijn diverse ridderhofsteden en buitenplaatsen gerealiseerd op hoger gelegen dekzandruggen en zandopduikingen. Veel historische buitenplaatsen en ridderhofsteden zijn, met oprijlanen, via de Langbroekerdijk ontsloten.
Huidige waarden
De gemeente Wijk bij Duurstede is ontstaan en gegroeid dankzij de ligging in een waterrijk rivierengebied. De kernen zijn grotendeels gevormd rondom de Kromme Rijn en de Langbroekerwetering. De historische stads- en dorpskernen van Wijk bij Duurstede, Cothen en Langbroek zijn alle drie rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht.
De Romeinse Limes, de oude route aan de westzijde van de Kromme Rijn, staat sinds 2021 op de Unesco Werelderfgoedlijst. En ook de Hollandse Waterlinies zijn geregistreerd als Werelderfgoed. Via de inlaatsluis bij Wijk bij Duurstede kon Lekwater via de Kromme Rijn naar Utrecht en vandaar naar de inundatievelden ten oosten van Utrecht worden gevoerd. De inlaat wordt nog dagelijks gebruikt voor de aanvoer van vers water voor de stad Utrecht.
De Lekdijk, de rivier en de uiterwaarden vormen een karakteristieke landschappelijke eenheid. En hoewel enkele meanders zijn afgesneden is het kronkelige verloop van de Kromme Rijn nog steeds karakteristiek voor het Kromme Rijngebied. De oeverwallen en stroomruggen rondom Kromme Rijn hebben een halfopen tot open karakter met fruitteelt en akkers in een onregelmatige blokverkaveling. De resterende hoogstamboomgaarden worden als zeer waardevol beschouwd. Binnen het ontginningenlandschap van het Langbroekerweteringgebied zijn twee deelgebieden te onderscheiden. In het noordwestelijke deel zijn veel kastelen en landgoederen te vinden. Het andere deelgebied wordt gekenmerkt door het verspreide patroon van bossen en hakhoutvelden. Al deze landschappelijke karakteristieken zijn erg waardevol voor de geschiedenis van de gemeente Wijk bij Duurstede. Ze vormen de basis voor de identiteit van het gebied.
In het hart van de Kromme Rijnstreek
De gemeente Wijk bij Duurstede ligt in het zuidoosten van de provincie Utrecht, in het hart van de Kromme Rijnstreek. Deze streek wordt gekenmerkt door een afwisseling van historische rivierdorpen, agrarisch landschap en waardevolle natuur- en cultuurlandschappen langs de Kromme Rijn, Lek en Langbroekerwetering. In dit gebied vormt Wijk bij Duurstede samen met de kernen Cothen en Langbroek een kleinschalige, landelijke gemeente met een sterke binding aan het omliggende buitengebied. Naar het noordoosten toe vormt het hoger gelegen en beboste landschap van de Utrechtse Heuvelrug een duidelijke begrenzing van de Kromme Rijnstreek.
Dichtbij maar ook in de luwte
De gemeente ligt op korte afstand van een aantal belangrijke stedelijke clusters. In het noord- westen, op ongeveer 20 kilometer afstand ligt Utrecht, het grootste centrum op het gebied van economie, voorzieningen en onderwijs in de regio. Naar het noorden toe ligt Amersfoort op ongeveer 30 kilometer afstand, met auto en busvervoer te bereiken via de N227. Richting het oosten takken de Amerongerwetering en Lekdijk aan op de N225 richting Wageningen en verder richting Ede. Beide plaatsen liggen hemelsbreed op 20 kilometer afstand.
Met de N229 heeft de gemeente een prima verbinding richting Utrecht. En ook met de bus en de elektrische fiets is Utrecht goed bereikbaar. Maar tegelijkertijd ligt Wijk bij Duurstede ook aan het eind van de route. Er is weliswaar een veerpont richting Maurik, maar over het geheel genomen ligt de gemeente in de luwte. Dat maakt wonen in de gemeente Wijk bij Duurstede vooral rustig wonen.
Verschillende samenwerkingsverbanden
Een gemeente is verantwoordelijk voor veel zaken die direct invloed hebben op het dagelijkse leven van inwoners. Zo geeft een gemeente bouwvergunningen af en is de gemeente verantwoordelijk voor voldoende en betaalbare woningen. Ook zorgt een gemeente voor de huisvesting van basisscholen en het onderhoud van lokale wegen. En op het gebied van zorg en welzijn regelt een gemeente jeugdzorg en hulp aan ouderen en mensen met een beperking. Tegelijkertijd zijn er ook zaken die een gemeente niet, of niet alleen verzorgt. Op die gebieden is vaak sprake van samenwerkingen.
Enkele voorbeelden van dergelijke samenwerkingen zijn:
De U10 is een organisatie van samenwerkende gemeenten rond de gemeente Utrecht, die het Integraal Ruimtelijk Perspectief als koersdocument hanteert.
Binnen de U10 werken 16 gemeenten rond de gemeente Utrecht samen, o.a. aan een Regionale Energiestrategie (RES).
Samenwerking met de provincie Utrecht op het gebied van openbaar vervoer.
Het waterbeheer in de gemeente is grotendeels de verantwoordelijkheid van Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden (HDSR). HDSR beheert ook de dijken langs de Nederrijn en de Lek.
Ruimtelijke ordening
Vanwege de sterke ruimtelijke samenhang in het Kromme Rijngebied stelt de gemeente Wijk bij Duurstede regelmatig samen met buurgemeenten ruimtelijke plannen op. De omgevingsvisie voor het buitengebied uit 2017 is hiervan een goed voorbeeld. Deze is opgesteld in samenwerking met de gemeenten Bunnik en Houten. Samen met de provincie Utrecht starten dezelfde drie gemeenten binnenkort met een integraal Gebiedsonderzoek naar het Kromme Rijngebied. Hierin staan de ontwikkelwensen op het gebied van wonen, werken en energie centraal.
Opgaven voor de komende 10 tot 20 jaar
De Omgevingsvisie gemeente Wij bij Duurstede geeft invulling aan de belangrijkste opgaven en uitdagingen waar de gemeente Wijk bij Duurstede de komende 10 tot 20 jaar voor staat. In dit hoofdstuk benoemen we de grote, overkoepelende opgaven.
Achter de overkoepelende opgaven gaan vaak grote ruimtelijke vraagstukken en/of brede maatschappelijke veranderingen schuil. Denk bijvoorbeeld aan vergrijzing, migratie, klimaatverandering, stikstofproblematiek of het terugdringen van het aantal mensen met problematische schulden. Niet altijd leiden die grote vraagstukken en opgaven tot een tastbare ruimtelijke verandering of een concrete fysieke ingreep in een van de deelgebieden.
Er zijn maatschappelijke opgaven die op het eerste gezicht weinig of geen relatie lijken te hebben met de fysieke leefomgeving. Denk bijvoorbeeld aan onderwerpen als eenzaamheid of geestelijke gezondheid. In deze omgevingsvisie leggen we waar mogelijk een koppeling tussen de grote opgaven uit het sociale en het ruimtelijke domein. En daarbij proberen we een zo concreet mogelijke ruimtelijke vertaling te maken. Zo kan een gezonde omgeving met veel groen, speelplekken, wandelpaden en bankjes ook de sociale cohesie bevorderen, ontmoetingen tussen buurtbewoners stimuleren en daarmee een gunstige uitwerking hebben op eenzaamheid of de geestelijke gezondheid.
Overzicht van de opgaven
De overkoepelende opgaven voor de gemeente Wijk bij Duurstede zijn in de loop van het proces in een aantal stappen in beeld gebracht. Er is een uitgebreide beleidsinventarisatie en ruimtelijke analyse uitgevoerd, die is gebundeld in de Atlas Wijk bij Duurstede. Daarnaast is tijdens de participatie uitgebreid gesproken over de opgaven waar de gemeente voor staat. De overkoepelende opgaven sluiten aan op de (sectorale) gemeentelijke beleidsdoelen en bij de regionale ambities die onder andere in het IRP (Integraal Ruimtelijk Perspectief) en de POVI (Provinciale Omgevingsvisie) zijn vastgelegd.
Voor de gemeente Wijk bij Duurstede gaat het om de volgende overkoepelende opgaven, nu en in de toekomst:
Behouden en versterken van de Wijkse identiteit.
Realiseren van betaalbare woningen voor ouderen en starters.
Energietransitie en verduurzaming van de gebouwde omgeving.
Inspelen op klimaatverandering.
Versterken van natuur en biodiversiteit.
Vernieuwing van verouderde wijken en buurten.
Verbeteren van de bereikbaarheid en de verkeersveiligheid.
Ontwikkelen van een toekomstbestendige en natuurinclusieve landbouw.
Behoud van (zorg)voorzieningen.
Versterken van de recreatieve functie van de gemeente.
Behoud van de milieukwaliteit en kwaliteit van de leefomgeving.
Realiseren van een inclusieve gemeente, waarbij iedereen mee kan doen.
Gezond leven voor iedereen.
Nadere invulling van de opgaven
Behouden en versterken van de Wijkse identiteit
Inwoners van Wijk bij Duurstede hechten veel waarde aan het rustige en dorpse karakter en de grote landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten van de gemeente. Het is vaak een van de eerste dingen die tijdens bewonersavonden door mensen genoemd worden. Het behouden en versterken van deze kwaliteiten staat daarom voorop. Het gaat dan onder meer om een dorpse manier van bouwen en het zichtbaar maken van elementen als de Nieuwe Hollandse Waterlinie, de Limes en historische verkavelingsstructuren. Ook het behoud van het open karakter van het landschap en de herkenbaarheid van historische landschapsstructuren dragen bij aan de identiteit van de gemeente.
Realiseren van betaalbare woningen voor ouderen en starters
Veel mensen geven aan dat er in Wijk bij Duurstede op korte termijn woningen bij moeten komen. De toenemende vergrijzing in de gemeente vraagt om geschikte nieuwbouw voor ouderen, vooral in de nabijheid van voorzieningen. Deze opgave landt vooral in de kernen, waarbij aandacht moet worden besteed aan de realisatie van betaalbare, levensloopbestendige woningen en buurten waar alle generaties zich thuis voelen. Dit kan bijvoorbeeld door het creëren van goede looproutes naar de belangrijkste ontmoetingsplekken en voorzieningen in de buurt (winkels, huisarts, apotheek e.d.) met voldoende rustplekken onderweg. Of door na te denken over nieuwe woon-zorgconcepten, die gericht zijn op ontmoeting, zelfredzaamheid en gemeenschappelijke voorzieningen.
Jongeren vertrekken na de middelbare school vaak weg uit de gemeente. Tegelijkertijd komen steeds meer jonge gezinnen in Wijk bij Duurstede wonen. Daarvoor is niet altijd geschikte woonruimte beschikbaar. Daarom moeten er meer betaalbare woningen worden gebouwd, die gericht zijn op starters en jonge gezinnen. Daarbij moeten ook de energiekosten worden meegenomen, want dan kan een duurdere energieneutrale woning uiteindelijk toch goedkoper blijken te zijn. Daarnaast wil de gemeente meedenken overmanieren om dit soort woningen ook na de eerste verkoop betaalbaar te houden. Het vinden van geschikte bouwlocaties voor de beoogde doelgroepen vormt een belangrijke opgave voor de Omgevingsvisie. Betaalbare woningen voor ouderen en jonge starters brengen de doorstroming op gang en dienen daarom zowel op inbreidingslocaties als uitbreidingslocaties prioriteit te krijgen.
Energietransitie en verduurzaming van de gebouwde omgeving
In de raadsagenda ‘Samenwerking, Creativiteit en Verantwoordelijkheid’ heeft de gemeente in 2022 als doel gesteld dat de gemeente in 2030 energieneutraal is. Het stedelijk gebied in de kernen kan een wezenlijke bijdrage leveren aan besparing van energie en transitie naar meer duurzame vormen van energieopwekking. Bijvoorbeeld door zonnepanelen op zoveel mogelijk daken te leggen. Nieuwe bouwwerken moeten gasloos en tenminste energieneutraal ontworpen en gebouwd worden. Duurzame energie kan in het bebouwd gebied lokaal worden opgewekt, bijvoorbeeld door zonnepanelen, warmtepompen, geothermie of aquathermie.
De specifieke keuzes hierin worden de komende jaren buurtgewijs gemaakt in nauwe samenwerking met inwoners en ondernemers. Voor monumentale gebouwen is maatwerk van belang. Netcongestie en andere gevolgen en beperkingen voor de ondergrondse infrastructuur zijn een complicerende factor in het geheel, waarvoor in gezamenlijkheid met de nutsbedrijven oplossingen moeten worden uitgewerkt. De toepassing van bio-based bouwmaterialen (zoals voor isolatie en bouwconstructies) wordt in de toekomst ook steeds belangrijker om uiteindelijk CO2-neutraliteit in 2050 te kunnen bereiken.
Inspelen op klimaatverandering
Klimaatverandering leidt tot gemiddeld hogere temperaturen en lange periode van droogte, of juist lokaal veel neerslag in korte tijd. We moeten hier op inspelen door onze buitenruimte anders in te richten. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen moet meer ruimte worden gecreëerd voor water, groen en bomen en minder verharding. Toekomstige nieuwbouw in de kernen dient te worden gecombineerd met klimaatadaptieve maatregelen om hittestress te verminderen en wateroverlast tegen te gaan. Hittestress leidt bij veel mensen tot lichamelijke en mentale problemen. De aanplant van bomen langs hoofdroutes kan er aan bijdragen dat mensen minder last hebben van de warmte tijdens periodes met hoge temperaturen. Dit vraagt om een integrale aanpak. Waarbij mensen ook zelf worden gestimuleerd om minder verharding aan te brengen in hun eigen tuin, of om gevels te laten begroeien met planten.
Als gevolg van klimaatverandering worden we steeds vaker geconfronteerd met lange(re) periodes van droogte of juist extreme neerslag. Het huidige watersysteem moet worden omgevormd tot een robuuster en natuurlijker systeem dat beter is toegerust op klimaatverandering. Belangrijke doelen hierbij zijn het vergroten van het waterbergend vermogen van het landschap, het vasthouden van water in natte perioden en het verminderen van de afhankelijkheid van gebiedsvreemd water in droge tijden. Vernatting van specifieke gebieden en het herstel van oorspronkelijke sloten- en greppelstructuren dragen hieraan bij. Tegelijkertijd moet hittestress worden tegengegaan door gerichte vergroening (en daarmee gepaard gaande schaduw), met name langs langzaam verkeer-hoofdstructuren en routes. En op verblijfs- en ontmoetingsplekken in de openbare ruimte (zoals speelplekken en parken).
Versterken van natuur en biodiversiteit
De natuur in Nederland staat onder druk en de biodiversiteit loopt terug. Dat geldt ook voor de natuur in de gemeente Wijk bij Duurstede. De gemeente staat daarom voor de opgave om de natuur en de biodiversiteit structureel te versterken. Dit vraagt om het ontwikkelen van robuuste groenblauwe netwerken en het verbeteren van de samenhang tussen natuurgebieden. Versnippering van natuur moet worden tegengegaan, onder andere door het creëren van ecologische verbindingen. Onderzocht moet worden in hoeverre hiervoor de Groen Groeit Mee vierkante meters die bij de ontwikkeling van De Geer III moeten worden gerealiseerd ingezet kunnen worden.
Herstel van karakteristieke landschapselementen zoals knotwilgen, greppels, houtwallen en ooibossen draagt bij aan de biodiversiteit en landschappelijke kwaliteit. Tegelijkertijd is het noodzakelijk om de stikstofdepositie te verminderen om natuurgebieden toekomstbestendig te maken.
Vernieuwing van verouderde wijken en buurten
Met name in de oudere woonbuurten (jaren ’60) in de drie Wijkse kernen is de woningvoorraad en de openbare ruimte de komende jaren aan vernieuwing toe. Woningen en (delen van) woonbuurten dienen te worden opgeknapt en geschikt te worden gemaakt voor de toekomstige woonvraag. Vernieuwing biedt kansen voor verduurzaming (gasloos, zonnepanelen, wijkwarmte-systeem, bodemenergie, enz.) en voor het klimaatbestendig inrichten van het bebouwde gebied. In Wijk bij Duurstede komt met name de eerste schil rond het centrum (De Engk, Frankenhof en De Heul) in aanmerking voor herstructurering. In deze stadswijken liggen ook kansen om op kleine schaal meer functiemenging toe te staan met combinaties van wonen, werken en voorzieningen in de buurt. Gezien de nabijheid van het stadscentrum lenen verschillende locaties binnen deze wijken zich vooral voor het realiseren van ouderenwoningen.
Verbeteren van de bereikbaarheid en de verkeersveiligheid
Vanwege de ligging van Wijk bij Duurstede vraagt de regionale bereikbaarheid om blijvende aandacht. De verkeersdruk op de N229 en N227, en met name de aansluiting van de provinciale wegen op de A12, vormt een knelpunt dat in regionaal verband dient te worden aangepakt. Duurzame alternatieven voor het autoverkeer binnen de regio, zoals hoogwaardig openbaar vervoer richting Utrecht en Amersfoort, goede (snel) fietsroutes en mogelijkheden voor transport via het water hebben daarom de voorkeur en dienen nader te worden onderzocht.
Ondertussen neemt ook de verkeersdruk op het buitengebied toe, wat leidt tot knelpunten op het gebied van veiligheid, doorstroming en leefbaarheid. Deze onderwerpen zijn vaak genoemd tijdens bewonersavonden. De opgave is om de verkeersveiligheid te verbeteren, met name op smalle wegen waar langzaam verkeer, auto’s en landbouwverkeer van hetzelfde wegvak gebruik moeten maken. Sluipverkeer en te hard rijden dienen te worden beperkt.
Ontwikkelen van een toekomstbestendige en natuurinclusieve landbouw
De landbouw blijft ook in de toekomst een belangrijke drager van het buitengebied. Tegelijkertijd spelen er grote opgaven op bijvoorbeeld het gebied van stikstof(depositie) en schaalvergroting. De landbouw moet zich daarom verder ontwikkelen richting duurzamere, meer extensieve en natuurinclusieve vormen. Dit betekent onder meer een lager gebruik van kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen en een lagere productiedruk per hectare. Dat is geen eenvoudige opgave en het onderwerp staat daarom al enige tijd prominent op de (landelijke) politieke agenda. Voor de gemeente Wijk bij Duurstede gelden vooralsnog de normen zoals vastgelegd in de Omgevingswet.
De hiervoor geschetste opgave speelt vooral in de meest kleinschalige landschappen binnen de gemeente en in de directe omgeving van kwetsbare natuurgebieden. Dit vraagt om een duidelijke zonering van de verschillende landbouwgebieden. Dat betekent concreet dat in sommige delen van de gemeente de landbouw zal moeten extensiveren of natuurinclusiever worden. Onderzocht moet verder worden of de deelgebieden geschikt zijn voor meer circulaire landbouw, bijvoorbeeld in combinatie met teelt van bio-based bouwstoffen, zoals hennep, olifantsgras en lisdodde.
Behoud van (zorg)voorzieningen
Van oudsher vormt zelfredzaamheid in alle drie de Wijkse kernen een kracht. Niet alle voorzieningen en stedelijke functies hoeven echter per se in elke kern aanwezig te zijn. We gaan indien nodig op zoek naar mogelijkheden om samen te werken en elkaar te versterken. Deze overkoepelende opgave sluit op gemeentelijk niveau aan bij de strategische keuze ‘zelfbewust samenwerken’, zoals die in de Toekomstblik (p.77 Atlas gemeente Wijk bij Duurstede) op regionale schaal is geformuleerd. Dit geldt in de toekomst bijvoorbeeld voor bedrijventerreinen, stedelijke voorzieningen (zwembad, onderwijs, zorg) of sportaccommodaties. De aanwezige (zorg)voorzieningen binnen de gemeente moeten zo goed mogelijk geclusterd worden, zodat ze optimaal bereikbaar zijn voor alle inwoners.
Versterken van de recreatieve functie van de gemeente
Er is een groeiende behoefte aan recreatieve mogelijkheden, zowel voor inwoners als bezoekers. Toeristen weten de gemeente over het algemeen al goed te vinden, maar nog niet alle recreatieve mogelijkheden binnen de gemeente worden optimaal benut. De opgave ligt in het beter benutten en uitdragen van de belangrijkste recreatieve kwaliteiten van de gemeente. Daarbij horen het gebied rond de Langbroekerwetering, de Kromme Rijn, de Limes, het rivierfront en de binnenstad van Wijk bij Duurstede. Dit moet worden gecombineerd met het versterken van het netwerk van wandel-, fiets- en vaarroutes en het vergroten van de beleefbaarheid van landschappelijke structuren.
Behoud van de milieukwaliteit en kwaliteit van de leefomgeving
Geluidshinder, bodemkwaliteit, grondwaterkwaliteit en luchtkwaliteit vormen belangrijke generieke opgaven voor de kwaliteit van de leefomgeving in de kernen. Binnen de hele gemeente wordt momenteel al voldaan aan de aangescherpte grenswaarden voor luchtkwaliteit, zoals opgenomen in de nieuwe Europese richtlijn voor 2030. De advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) uit 2021 zijn gezondheidskundige grenzen voor de hoeveelheid verontreinigende stoffen in de buitenlucht. Ze zijn bedoeld om de lucht zo schoon en gezond mogelijk te houden en gaan verder dan de wettelijke normen. In onze gemeente liggen de concentraties van alle gemeten stoffen op dit moment nog boven deze advieswaarden. De gemeente Wijk bij Duurstede is sinds oktober 2024 aangesloten bij het Schone Lucht Akkoord (SLA). Dit onderstreept onze ambitie om structureel te blijven werken aan schonere lucht. Vanuit het Schone Lucht Akkoord werken en communiceren we actief inzake stookoverlast van houtkachels en korven. Beleid voor houtstook van vrijkomend snoeihout is in 2021 herzien met als uitgangspunt van een ja-mits naar een nee-tenzij regime.
De Omgevingswet biedt kansen aan gemeenten om bijvoorbeeld op het gebied van geluid hogere ambities te stellen dan wettelijk noodzakelijk is. Een hogere ambitie draagt bij aan de leefkwaliteit van de toekomstige bewoners en sluit bovendien aan bij het karakter van de Wijkse kernen, die als ‘rustig woongebied’ worden getypeerd. Dit moet de komende jaren verder worden uitgewerkt.
Realiseren van een inclusieve gemeente, waarbij iedereen mee kan doen
De inwoners van de gemeente geven aan dat het in de kernen fijn wonen is voor alle leeftijden. Meedoen en elkaar ontmoeten kenmerkt dan ook de gemeente Wijk bij Duurstede. Dat is echter niet voor iedereen weggelegd, want niet iedereen redt het op eigen kracht. Het is daarom belangrijk om een samenleving te creëren waarin iedereen voldoende kansen krijgt om mee te doen. Wijk bij Duurstede is een gemeente waar jong en oud woont met verschillende achtergronden en met uiteenlopende inkomens. Er wordt gestreefd naar een samenleving waarin iedereen, ongeacht achtergrond, leeftijd, etnische herkomst, fysieke mogelijkheden, seksuele oriëntatie of genderidentiteit, zich thuis voelt en actief kan deelnemen. Dit betekent dat we onze openbare ruimtes, woningen en voorzieningen zo ontwerpen dat ze toegankelijk en bruikbaar zijn voor iedereen. Deze overkoepelende opgave sluit aan bij de eerdergenoemde sociaal-maatschappelijke waarden die in de gemeente aanwezig zijn, zoals een sterke sociale cohesie en gemeenschapszin en de grote mate van zelfredzaamheid van de bewoners.
Gezond leven voor iedereen
Gezond leven, nu en in de toekomst, is belangrijk voor alle inwoners van de gemeente Wijk bij Duurstede. We zetten daarom in de omgevingsvisie in op gezonde kernen en een gezond buitengebied. (Positieve) gezondheid staat centraal in de Maatschappelijke Agenda (beleidskader voor het sociaal domein) en in alles wat we doen binnen de gemeente. In het lokale preventieakkoord Wij(k) Gezond wordt met veel verschillende partners gewerkt aan de thema’s genotmiddelen, overgewicht en mentale gezondheid. In het Vitaliteitsakkoord Wij(k) Gezond zijn het lokale preventieakkoord en Sportakkoord samengevoegd.
Doel van het vitaliteitsakkoord is met elkaar een beweging op gang te brengen naar een gemeente waarin het voor inwoners gemakkelijker is om gezonde keuzes te maken en zo preventief te werken aan gezondheid. Ook willen we meer mensen met plezier laten sporten en bewegen. Bewegen helpt chronische ziekten voorkomen en verlaagt het risico op vroegtijdig overlijden. Daarnaast is bewegen goed voor de mentale gezondheid. Dit sluit perfect aan bij het regionale beleid. Onder de noemer ‘Gezond Stedelijk Leven’ wordt daar invulling aan gegeven in U10 en U16-verband. Zo vormt ‘gezond leven in een stedelijke regio voor iedereen’ het overkoepelende en samenbindende thema van het Integraal Ruimtelijk Perspectief. En ook in de Provinciale Omgevingsvisie loopt ‘een gezonde en veilige leefomgeving’ als een rode draad door het beleid. Tot slot wordt gezondheid specifiek benoemd als aandachtspunt in de Omgevingswet.
Hoofdkeuzes voor de middellange termijn
In dit hoofdstuk benoemen we de belangrijkste hoofdkeuzes voor de toekomst van de gemeente Wijk bij Duurstede. Daarmee geven we invulling aan de overkoepelende opgaven die in het vorige hoofdstuk zijn geformuleerd. Met de richtinggevende hoofdkeuzes zetten we op hoofdlijnen de koers uit voor de fysieke leefomgeving binnen de gemeente Wijk bij Duurstede voor de middellange termijn.
Verantwoording van de gemaakte keuzes
Uit de opgaven die zijn verzameld voor de acht Wijkse deelgebieden hebben we in totaal tien richtinggevende hoofdkeuzes voor de fysieke leefomgeving afgeleid: een algemene en negen onderliggende hoofdkeuzes. Hiervoor is input gebruikt uit bewonersavonden, straatgesprekken, overleggen met stakeholders en online vragenlijsten. Daarnaast is rekening gehouden met de uitkomsten van de beleidsinventarisatie en de uitgevoerde ruimtelijke analyse van de kernen. Al deze inbreng is gebundeld in de beeldverslagen van de twee participatierondes en de Atlas Wijk bij Duurstede.
Het gaat om hoofdkeuzes op de volgende aspecten van de fysieke leefomgeving:
Algemene hoofdkeuze: identiteit en cultuurhistorie
1. Wonen en zorg.
2. Gezonde leefomgeving en leefkwaliteit.
3. Natuur, water en landschap.
4. Binnenstad en voorzieningen.
5. Economie en landbouw.
6. Verkeer en vervoer.
7. Toerisme en recreatie
8. Duurzaamheid en klimaat.
9. Milieu.
Voor elk aspect van de fysieke leefomgeving benoemen we de hoofdkeuze en voorzien die van een nadere onderbouwing. We geven bij die hoofdkeuzes op hoofdlijnen aan wat de consequenties van de keuze zijn voor de verschillende deelgebieden. Het behouden van de Wijkse identiteit en cultuurhistorie loopt als een rode draad door de gemaakte keuzes en staat daarom centraal.

Identiteit en cultuurhistorie
Algemene hoofdkeuze: we koesteren de unieke identiteit van de kernen en deelgebieden in het buitengebied. Cultuurhistorische waarden en karakteristieke landschappen geven richting aan ruimtelijke keuzes
Wijk bij Duurstede is een gemeente met grote cultuurhistorische en landschappelijke waarden. Dit legt de basis voor een gemeente met een aantrekkelijk en afwisselend buitengebied en karakteristieke kernen waar het rustig en prettig wonen is. Dit komt ook vaak naar voren tijdens gesprekken met bewoners. “Het is goed zoals het is” en “het moet vooral rustig, dorps en groen blijven”, zijn veelgehoorde uitspraken. De hoofdkeuzes in deze notitie leiden daarom niet tot een compleet andere koers. Bestaande kwaliteiten worden waar mogelijk behouden en versterkt. Dat betekent dat ruimtelijke ontwikkelingen moeten aansluiten op de kwaliteiten en kenmerken van een gebied. Niet alle functies zijn daarmee overal inpasbaar. Functies die wel inpasbaar zijn, worden op een gebiedseigen manier vormgegeven.
Wonen en zorg
Hoofdkeuze 1: we geven prioriteit aan de bouw van betaalbare woningen, die vooral gericht zijn op ouderen, jonge starters en zorgbehoevenden, voor een vitale gemeente. Zorg en ondersteuning organiseren we zo dicht mogelijk bij de mensen. Dat betekent in en direct rond de drie kernen binnen de gemeente.
Voor woningbouw worden binnen de gemeente Wijk bij Duurstede bij voorkeur locaties binnen de kernen benut. Het open buitengebied hoeft daardoor zo min mogelijk te worden aangetast. Het past bovendien bij de wensen van ouderen en jonge starters, die graag voorzieningen in de buurt hebben. Bouwen binnen de kernen levert echter onvoldoende ruimte op om aan de totale vraag naar woningen te voldoen. Direct in aansluiting op de kernen worden daarom de komende jaren verschillende grote(re) locaties ontwikkeld. Ook op deze manier wordt het landschap zo veel mogelijk ontzien.
Bij het ontwikkelen van nieuwbouwlocaties in aansluiting op bestaande kernen ligt de nadruk op Wijk bij Duurstede, met De Geer III als grootste locatie en wat kleinere ontwikkelingen ten zuiden van de kern. Ook rond Cothen (aan de oostrand) en Langbroek (onder andere de volkstuinlocatie en De Boomgaard) worden woningbouwlocaties ontwikkeld. In het buitengebied zijn de mogelijkheden voor woningbouw beperkt en soms zelfs helemaal ongewenst. In een aantal deelgebieden kan woningbouw in het buitengebied wel meerwaarde opleveren. Denk bijvoorbeeld aan het toevoegen van woningen op boerenerven en landgoederen, al dan niet ter vervanging van vrijkomende agrarische bebouwing. Locaties in en rond de buurtschappen en langs bestaande woonlinten hebben voorrang. Qua woningtypen gaat het bijvoorbeeld om speciale woonvormen, woningsplitsing of het toevoegen van een tweede woning op een agrarisch erf voor een op de boerderij meewerkend gezinslid.
Net als bij woningbouwlocaties in en rond de kernen is het de bedoeling dat in het buitengebied woningen in verschillende prijsklassen worden gerealiseerd. Het gaat steeds om maatwerk en dus nooit over grote aantallen woningen: in totaal maximaal enkele tientallen woningen gedurende de komende 15 jaar en daarmee dus enkele woningen per jaar. De komende jaren zullen hiervoor - waar nodig - aanvullende kaders worden ontwikkeld. Ook de meeste vormen van zorgwoningen worden bij voorkeur in de directe omgeving van voorzieningen gerealiseerd. Dat betekent in de meeste gevallen dat voor dergelijke woningen binnen de kernen een plek wordt gezocht. In het buitengebied liggen beperkte mogelijkheden in de directe nabijheid van de (voorzieningen in de) kernen.
Gezonde leefomgeving en leefkwaliteit
Hoofdkeuze 2: We kiezen voor gezond leven met behoud en versterking van het unieke groene karakter van het Wijkse buitengebied en rustige, leefbare en inclusieve woongebieden in de Wijkse kernen.
Het leven in de kernen en in de nieuwe woon- en werkgebieden speelt zich af in een gezonde en groene leefomgeving. Nieuwe woningbouwlocaties worden ruim opgezet met veel ruimte voor groen en water. Het groen in de wijk nodigt uit om te bewegen en biedt ruimte aan ontmoetingsplekken voor jong en oud in de gezonde buitenlucht. We kiezen er daarom voor om de binnenstedelijke en ‘binnendorpse’ woningbouwcapaciteit in Wijk bij Duurstede, Cothen en Langbroek niet ten volle te benutten. De aanwezige groene (woon)kwaliteiten in de kernen laten dat niet toe. We verkennen mede daarom ook uitbreidingslocaties buiten de rode contour.
Bewegen helpt chronische ziekten voorkomen en verlaagt het risico op vroegtijdig overlijden. Daarnaast is bewegen goed voor de mentale gezondheid. Sporten is gezond, maar het gaat ook om gewoon regelmatig een stuk wandelen of fietsen. De gemeente Wijk bij Duurstede wil bewegen zo veel mogelijk stimuleren.
Daarbij staan de volgende keuzes centraal:
De gemeente stimuleert andere vormen van vervoer dan de auto. Waar dat kan wordt het mogelijk gemaakt dat mensen op de fiets of te voet naar school of werk gaan.
Ook in de directe woonomgeving wordt bewegen zo veel mogelijk gestimuleerd. Dat betekent goede routes voor fietsers en wandelaars naar winkels en andere voorzieningen en ruimte voor een ommetje.
Gekoppeld aan het ontwikkelen van nieuwe woongebieden wordt nieuw groen ontwikkeld, volgens het principe ’Groen Groeit Mee’.
Daarnaast zijn goede verbindingen tussen de woongebieden in de kernen en het buitengebied erg belangrijk. Waar mogelijk worden de verbindingen tussen stad en land versterkt en aangevuld. In het buitengebied worden fiets- en wandelroutes waar mogelijk aangevuld.
De gemeente Wijk bij Duurstede zet zich er voor in dat iedereen zo veel mogelijk kan meedoen in de samenleving. Dat betekent onder andere dat routes en paden waar mogelijk toegankelijk worden gemaakt voor mensen die slecht ter been zijn of bijvoorbeeld in een rolstoel zitten.
Dat geldt - waar mogelijk - ook voor de routes in het buitengebied. In een vergrijzende gemeente zal dit de komende jaren een steeds belangrijker aandachtspunt worden. Inclusiviteit betekent ook dat er zo veel mogelijk plekken moeten zijn waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Dat kan in een buurt- of wijkcentrum zijn, maar ook gewoon op straat. Dat vraagt om het realiseren van aantrekkelijke, beschutte en groene plekken in de buitenruimte.
Natuur, water en landschap
Hoofdkeuze 3: natuur- en groengebieden worden versterkt door ze beter met elkaar te verbinden, ze waar nodig uit te breiden en landschappelijke structuren en elementen te behouden en herstellen. We werken aan een robuust watersysteem dat kan bijdragen aan het versterken van de natuur. We streven naar basiskwaliteit natuur. Dit houdt in dat we streven naar minimale standaarden voor milieucondities, landschapsinrichting en beheer, zodat algemene soorten planten en dieren kunnen overleven en gedijen.
Binnen de gemeente Wijk bij Duurstede liggen verschillende natuurgebieden. Het gaat daarbij zowel om gebieden die deel uitmaken van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) als Natura 2000-gebieden. Deze bevinden zich vooral langs de Lek/Nederrijn, de Kromme Rijn en in het Langbroekerweteringgebied. Er liggen verschillende kansen om bestaande natuur(gebieden) robuuster en veerkrachtiger te maken. Dat kan door het beter verbinden en het uitbreiden van bestaande natuur(gebieden). Het omvormen van andere functies naar natuur behoort daarbij tot de mogelijkheden. Dit sluit aan op de ambities van de provincie Utrecht op het gebied van natuur en de doelstellingen voor basiskwaliteit natuur.
De gemeente vindt het daarnaast belangrijk dat natuur en landschap worden versterkt door het verbeteren van de groenblauwe dooradering van het buitengebied. De provincie Utrecht werkt momenteel aan een kansenkaart voor landschapselementen per deelgebied. Hier kan te zijner tijd op worden aangesloten. Op Europees niveau is voor verschillende soorten natuurgebieden vastgelegd hoeveel stikstof ze kunnen verdragen. Deze kritische depositiewaarde (KDW) is vastgelegd in de wet. In Nederland komt in veel natuurgebieden te veel stikstof neer, met als gevolg schade aan de natuur. Met name rond stikstofgevoelige Natura2000-gebieden moet de stikstofdepositie daarom omlaag. Dat is geen eenvoudige opgave en het onderwerp staat daarom al enige tijd prominent op de (landelijke) politieke agenda. Voor de gemeente Wijk bij Duurstede gelden vooralsnog de normen zoals vastgelegd in de Omgevingswet. In overleg met de landbouwsector en de provincie zal de gemeente zoeken naar mogelijkheden om de kwetsbare Wijkse natuur te beschermen. Dat betekent concreet dat in sommige delen van de gemeente de landbouw zal moeten extensiveren of natuurinclusiever worden. Dit speelt met name in het Langbroekerweteringgebied.
Om in 2027 te voldoen aan de wettelijke normen zoals vastgelegd in de Kaderrichtlijn Water moeten ook in de gemeente Wijk bij Duurstede stappen worden gezet. In samenwerking met de provincie en het Waterschap wil de gemeente de hoeveelheid nutriënten en schadelijke stoffen in het oppervlaktewater verder terugdringen. Het gaat dan vooral om de wat kleinere watergangen. De waterkwaliteit in de Kromme Rijn en de Langbroekerwetering is matig tot goed. Schoon kwelwater afkomstig van de Utrechtse Heuvelrug wordt zolang mogelijk vastgehouden. Daarbij gaat het met name om het Langbroekerweteringgebied.
Binnenstad en voorzieningen
Hoofdkeuze 4: we kiezen voor een duurzame instandhouding van de aanwezige voorzieningen in de kernen door voorzieningen te clusteren op een beperkt aantal goed bereikbare plekken. In het buitengebied zijn in beperkte mate voorzieningen inpasbaar.
Deze keuze leidt tot een concentratie van voorzieningen op een (of meer) centrale plek(ken) binnen de kernen. Voorzieningen liggen bij voorkeur op loopafstand voor ouderen en mensen die slecht ter been zijn. Sommige bestaande voorzieningen moeten hierdoor worden verplaatst. De voorzieningenclusters in de wijk of buurt bieden ruimte aan verschillende combinaties van functies: onderwijs, zorg, cultuur, winkels, wonen enz. De voorzieningencentra fungeren als sociale ontmoetingsplek voor alle wijkbewoners. De inrichting en het gebruik van de openbare ruimte sluit aan bij de wensen van de verschillende gebruikersgroepen in de buurt. Vanuit de omliggende woonbuurten leiden logische en veilige fiets- en looproutes naar de voorzieningencentra die daar- door voor iedereen goed toegankelijk zijn.
In het buitengebied zijn in beperkte mate voorzieningen inpasbaar die gericht zijn op het versterken van de recreatieve mogelijkheden binnen de gemeente. Het gaat dan om kleinschalige overnachtingsmogelijkheden, landwinkels en plekken waar mensen kunnen stoppen om wat te eten of drinken. De gemeente Wijk bij Duurstede staat positief tegenover het idee om binnen de gemeente een herdenkingsbos te realiseren. Dit wel op voorwaarde dat gebiedseigen boomsoorten worden toegepast en dat een locatie wordt gezocht in een deelgebied waar van oudsher bos te vinden is. Het Langbroekerweteringgebied en de Oeverwal Kromme Rijn Noord liggen dan het meest voor de hand. Overigens kan ook worden onderzocht wat de mogelijkheden zijn om laanbomen in de kernen een herdenkingsfunctie te geven.
Economie en landbouw
Hoofdkeuze 5: we kiezen voor economische ontwikkeling en behoud van werkgelegenheid in de gemeente. We bieden ruimte aan lokale ondernemers en bedrijvigheid. Grote of overlast gevende bedrijven uit de kleine(re) kernen en het buitengebied verhuizen naar bedrijventerrein Broekweg-Langshaven. We kiezen voor een duurzame toekomst voor de landbouw, met waar nodig extensivering en verbreding.
Grootschalige bedrijvigheid wordt zo veel mogelijk geconcentreerd op de bedrijventerreinen binnen de gemeente en dan met name op Broekweg-Langshaven. Dit voorkomt verrommeling binnen de kernen en het buitengebied en verkeersdruk op plekken waar dat ongewenst is. Deze keuze vraagt om een verdere uitbreiding van bedrijventerrein Broekweg-Langshaven. Ontwikkeling van bedrijventerrein Broekweg-Langshaven dient in samenhang te worden beschouwd met een adequate verkeersontsluiting. Daarnaast zal rekening moeten worden gehouden met andere ruimtelijke ontwikkelingen in de nabije omgeving, zoals woningbouwlocatie De Geer III en de aanwezige fruitteelt en agrarische bebouwing in het buitengebied. Een zorgvuldige landschappelijke inpassing is een vereiste. Het gaat kortom om een integrale oplossing voor werken, verkeer, wonen, groen en recreatie.
De landbouw is in het buitengebied van de gemeente een belangrijke functie. Drie deelgebieden in het buitengebied worden (gedeeltelijk) aangewezen als kerngebied voor de landbouw. Het gaat om Wijkerbroek, de zuidelijke oeverwallen van de Kromme Rijn en een deel van de noordelijke oeverwallen van de Kromme Rijn. In aansluiting op de Toekomstvisie voor de landbouw van de provincie Utrecht gaat het binnen de kerngebieden om hoogproductieve of intensieve agrarische bedrijven (gangbare landbouw). Andere functies zijn in deze gebieden beperkt mogelijk of inpasbaar.
In het Langbroekerweteringgebied is veel meer sprake van een gecombineerd landschap van landbouw, natuur en recreatie. Hier wordt ingezet op extensievere vormen van landbouw. Wederom in aansluiting op de provinciale Toekomstvisie moet daarbij gedacht worden aan agrarische bedrijven die naast productie ook andere activiteiten hebben ontwikkeld en gemeenschapslandbouw, gericht op de lokale markt.
In het deelgebied Rivier en Uiterwaarden is de natuur vrijwel geheel leidend. Dit gebied wordt daarom aangewezen als kerngebied voor de natuur. (Extensieve) recreatie en extensieve landbouw zijn inpasbaar. Extensiveren van de landbouw vraagt om meer ruimte voor het ontwikkelen van andere functies op het boerenerf of op de landgoederen. Denk aan verblijfsrecreatie of horeca, een boerderijwinkel of landschaps- en waterbeheer. Maar wel altijd op kleine schaal en passend bij de omgeving.
Voor het hele buitengebied geldt dat onderzocht moet worden wat de mogelijkheden zijn om binnen het agrarische bouwvlak of in vrijkomende agrarische bebouwing (VAB’s) kansen te bieden voor startende bedrijfjes. Dit kunnen belangrijke broedplaatsen zijn voor nieuwe bedrijvigheid. Bij verdere groei kunnen deze bedrijven doorschuiven naar een van de Wijkse bedrijventerreinen. Verder moet onderzocht worden of de deelgebieden geschikt zijn voor meer circulaire landbouw, bijvoorbeeld in combinatie met teelt van bio-based bouwstoffen, zoals hennep, olifantsgras en lisdodde.
Verkeer en vervoer
Hoofdkeuze 6: we stimuleren wandelen, fietsen en openbaar vervoer, zodat er betere alternatieven voor de auto ontstaan. Daarmee stimuleren we gezond gedrag en kan de druk op de hoofdwegen worden verminderd. Tegelijkertijd zetten we in op het verbeteren van de verkeersveiligheid in het buitengebied.
Deze keuze leidt tot de inrichting van fietsvriendelijke en autoluwe woonwijken, met een goed, veilig en logisch fietsnetwerk. Langs drukke hoofdwegen creëren we waar mogelijk ruimte voor brede (vrijliggende) fietspaden. Veilige en prettige fietsroutes leiden vanuit de woonbuurten naar belangrijke (fiets)bestemmingen zoals scholen, zorgvoorzieningen, winkels en sportverenigingen. Bij plekken die door veel fietsers worden bezocht, zorgen we voor goede en voldoende fietsenstallingen. We sluiten de fietsroutes in de kernen goed aan op het (snel)fietsroutenetwerk in het buitengebied.
Met de opkomst van de elektrische fiets wordt ook het opwaarderen van de fietsroute langs het Amsterdam-Rijnkanaal tot snelfietsroute een interessante optie. De gemeente wil daar op inzetten. Daarmee bieden we een gezond en duurzaam alternatief voor het autoverkeer op het regionale wegennet. Hoewel met deze hoofdkeuze prioriteit wordt gelegd bij de fietsers, verdient het autoverkeer en parkeren in de woonwijken ook aandacht. Ook daarbij staan rustige en veilige woonwijken voorop. De provincie is verantwoordelijk voor het busvervoer binnen de gemeente. De gemeente gaat in overleg met de provincie om de mogelijkheden te verkennen voor het versterken van de buslijnen en fietsparkeergelegenheid bij bushaltes. Wellicht liggen er ook mogelijkheden om op een aantal plekken huurfietsen toe te voegen.
Tijdens de verschillende participatiebijeenkomsten was verkeersveiligheid op de wegen in het buitengebied een vaak terugkerend onderwerp. Het gaat dan vooral om te hard rijden op de vaak smalle wegen, veilige fietsroutes voor scholieren en recreanten en zwaar landbouwverkeer.
Op deze onderwerpen worden de volgende keuzes voorgesteld:
Om dit tegen te gaan wordt ingezet op fysieke maatregelen om de snelheid van het autoverkeer te remmen. Mogelijke oplossingen zijn drempels, wegversmallingen, passeerhavens, éénrichtingsverkeer of het alleen openstellen van wegen voor bestemmingsverkeer. Niet elke maatregel werkt op elke plek: per situatie moet de komende jaren naar een passende oplossing worden gezocht binnen de beschikbare middelen. Er wordt ingezet op het realiseren van meer fietsvriendelijke en vrijliggende routes in het buitengebied. Hoogste prioriteit heeft een vrijliggende fietsroute vanuit Wijk bij Duurstede richting Doorn en Leersum.
De gemeente gaat in gesprek met de provincie over de N227 en de N229. De verwachting is dat de hoeveelheid verkeer op de provinciale wegen de komende jaren verder toe zal nemen. Dat vraagt om het verbeteren van de doorstroming. Een van de opties is het op meer wegdelen hanteren van een maximumsnelheid van 60 kilometer per uur. Verlagen van de maximumsnelheid maakt het bovendien mogelijk dat grote trekkers zo veel mogelijk gebruik gaan maken van de provinciale wegen, waarmee de smalle wegen in het buitengebied worden ontlast.
Toerisme en recreatie
Hoofdkeuze 7: we investeren in het verbeteren van de recreatieve toegankelijkheid door de recreatieve dragers binnen de gemeente beter te benutten en uit te dragen. We stemmen de invulling van de binnenstad van Wijk bij Duurstede beter af op toerisme en het aantrekken van dagjesmensen.
Toeristen en recreanten weten de gemeente Wijk bij Duurstede goed te vinden, maar er liggen kan- sen om toerisme en recreatie verder te versterken. Dat kan vooral door de belangrijkste recreatieve dragers in de kernen en het buitengebied beter te benutten. Het gaat dan om het centrum van Wijk bij Duurstede, het rivierfront en de uiterwaarden, de Langbroekerwetering, de Kromme Rijn en de fruitteelt.
Deze keuze leidt in Wijk bij Duurstede tot een concentratie van het kernwinkelgebied rondom de Markt. Om leegstand te voorkomen, concentreren we het winkelgebied op een kleiner oppervlak. In een aantrekkelijk en compact stadscentrum bieden we ruimte aan een goede mix van winkels, horeca, recreatie, toerisme en wonen. De organisatie van kleinschalige festiviteiten en evenementen draagt bij aan de levendigheid, maar moet passen bij het historische karakter van de binnenstad. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de unieke ligging aan het water. Met een autoluwe inrichting van de binnenstad en parkeren aan de rand van het centrum zorgen we voor een prettig verblijfsklimaat en stellen we de voetganger centraal.
Dagrecreatie langs de Lek wordt zo veel mogelijk geclusterd rond het centrum van Wijk bij Duurstede. Dit sluit aan op recente besluiten in het kader van het project Wijkse Waarden. Daarbij past het realiseren van een stadsstrand aan de oostrand van het centrum. De Gravenbol kan dan worden heringericht als natuurgebied, waarbij de rivierarm bevaarbaar blijft voor de recreatievaart. Ook ten westen van het centrum van Wijk bij Duurste- de liggen kansen voor recreatie. In de Bosscherwaarden kunnen natuur, landbouw en extensieve recreatie hand in hand worden ontwikkeld.
Grote recreatieve trekkers, waar dagelijks veel mensen op af komen passen niet binnen de gemeente Wijk bij Duurstede. De wegen in het buitengebied zijn daar niet op berekend. En de kwaliteit en rust van het buitengebied wordt er bovendien te veel door aangetast. Wat wel past binnen de identiteit en de landschappelijke kwaliteiten van de gemeente is het uitbouwen van de mogelijkheden voor kleinschalige verblijfsrecreatie. Deze keuze vraagt ook om aanvullingen in het wandelpadennetwerk. Door nu nog ontbrekende schakels toe te voegen kunnen complete ‘ommetjes’ door en langs het groen worden gecreëerd vanuit de eigen woonbuurt. Door vergroening van straten, openbare ruimtes, tuinen en gebouwen wordt meer ruimte gegeven aan groen in de kernen. Bestaande groene plekken in de kern worden duurzaam in stand gehouden en zorgvuldig beheerd, dat is belangrijk voor het groene karakter van de dorpen en wijken.
Duurzaamheid en klimaat
Hoofdkeuze 8: hittestress, wateroverlast en droogte vragen om actie in zowel de kernen als het buitengebied. We werken aan een robuust watersysteem, vergroening van routes en klimaatadaptieve woongebieden. Voor keuzes rond het grootschalig opwekken van energie in het buitengebied is de lopende provinciale verkenning leidend.
De gemeente Wijk bij Duurstede wil op termijn klimaatneutraal zijn. Dit doen we in een aantal stappen tot we in 2050 bijna geen CO2 meer uitstoten. In de kernen richten we ons in eerste instantie op beperking van de warmtevraag en na-isolatie van bestaande gebouwen, al dan niet met rijkssubsidie. De volgende stappen bestaan uit bijna energieneutrale nieuwbouw (BENG), Energieneutrale Gebouwen (ENG) en energieleverende gebouwen. Duurzame energie-opwekking vindt in het (bebouwd) gebied van de kernen vooral plaats door zonnepanelen op daken van gebouwen. De ruimte op daken is echter onvoldoende, daarom biedt de gemeente ook ruimte voor zonnevelden in het buitengebied.
Hittestress als gevolg van aanhoudende warmte wordt een steeds groter aandachtspunt, ook in de gemeente Wijk bij Duurstede. Hittestress leidt bij veel mensen tot lichamelijke en mentale problemen. Hittestress wordt tegengegaan door in de kernen zo veel mogelijk groen te behouden en te realiseren. Groene gebieden en buitenruimtes worden zodanig ingericht dat na een hevige bui het regenwater kan worden opgevangen. Bewoners en bedrijven worden gestimuleerd om hun gebouwen, tuinen en bedrijfspercelen te vergroenen. In de kernen en het buitengebied wordt ingezet op het aanplanten van voldoende groen (en daarmee schaduw) langs fiets- en wandelroutes. Dit gebeurt op een manier die past bij het landschapstype.
Klimaatverandering dwingt ook in de gemeente Wijk bij Duurstede tot het robuuster maken van het watersysteem. Dat is een opgave die de gemeentegrenzen overstijgt. Dit gebeurt daarom in samenspraak met o.a. buurgemeenten en het waterschap. Doel is het vergroten van de mogelijkheden om water te bergen en vast te houden. Dit voorkomt overlast tijdens natte periodes en tekorten tijdens droge periodes. De mogelijkheden verschillen per deelgebied.
Er is de laatste jaren veel discussie over de impact van moderne landbouw op de leefomgeving. Als alternatieven worden natuurinclusieve, biologische of circulaire landbouw genoemd. Hoewel de definities van deze vormen van landbouw verschillend zijn is de gemeenschappelijke deler dat ze gericht zijn op meer duurzame vormen van landbouw. Dat kan onder andere door rekening te houden met milieueffecten door meer samen te werken met de natuur. Daarbij hoort het steeds meer sluiten van kringlopen van grondstoffen. Kort gezegd: wat er in gaat en er uitkomt is met elkaar in balans en veroorzaakt geen schade aan de omgeving. Doordat kringlopen gesloten zijn hoeven minder grondstoffen (zoals kunstmest en veevoer) van elders te worden aangevoerd.
Onderzocht moet worden wat de mogelijkheden zijn van een omslag naar meer duurzame vormen van landbouw in de gemeente Wijk bij Duurstede en welke deelgebieden daar het meest geschikt voor zijn. De verwachting is dat de komende jaren de vraag naar bio-based bouwstoffen toe gaat nemen. Gedacht wordt aan hennep, hoge grassen en lisdodden. Mogelijk kan de lokale landbouw hierin een rol gaan spelen.
Milieu
Hoofdkeuze 9: we willen de milieukwaliteit binnen de gemeente op orde houden. Voor geluid stellen we in nieuwe uitbreidingen en bij initiatieven hogere ambities dan wettelijk noodzakelijk is, mits dit leidt tot een optimaal en haalbaar plan.
In een veilige en gezonde leefomgeving kunnen burgers veilig wonen, werken, recreëren en reizen. Voor de verschillende onderdelen van een veilige en gezonde leefomgeving zijn wettelijke normen opgesteld. Ook de gemeente Wijk bij Duurstede moet aan deze normen voldoen.
Het gaat daarbij onder andere om de volgende onderdelen:
Goede geluidskwaliteit draagt bij aan de leefkwaliteit en gezondheid van de toekomstige bewoners en sluit bovendien aan bij het karakter van de Wijkse kernen, die als ‘rustig woongebied’ worden getypeerd. Dat willen we voor de toekomst behouden. Bij gebiedsontwikkelingen is toepassing van bronmaat- regelen bij bijvoorbeeld verkeerswegen of bedrijfsmatige activiteiten het uitgangspunt. Na een integrale afweging van verschillende hoofdopgaven (bijvoorbeeld groen en wonen) kan, met toepassing van een maatwerkvoorziening een goede leefkwaliteit gewaarborgd worden. Onder voorwaarden kan gebruik gemaakt worden van de bandbreedte die vanuit wettelijke kaders geboden wordt. Ook voor bedrijfsmatige activiteiten in of nabij woongebieden streven wij voor geluid een hoge ambitie na. Overlast van sportvoorzieningen wordt zo veel mogelijk tegengegaan.
Hoge geluidsambities kunnen gevolgen hebben voor de stedenbouwkundige inrichting van uitbreidingsplannen in de kernen en voor bedrijventerreinen. Vanwege de milieukwaliteit zouden geluidszones in een nieuw woongebied in de toekomst bijvoorbeeld op ruime afstand van de weg kunnen komen te liggen. Dat wegen we dan af tegen het groen en het aantal of de betaalbaarheid van woningen in de wijk. Uiteraard dient ook de financiële haalbaarheid van het plan daarbij te worden meegenomen. Soms kan het niet anders dan gebruik te maken van de afwegingsruimte die de wet ons biedt omdat alleen dan een optimaal of financieel haalbaar plan kan worden gerealiseerd. Om een goed woon- en leefklimaat te verzekeren, zetten wij het al vastgestelde beleid voor hogere waarden voort.
Er zijn wettelijke normen voor de hoeveelheid verkeerslawaai die is toegestaan op de gevels van woningen. De gemeente Wijk bij Duurstede houdt daar rekening mee bij het ontwikkelen van nieuwe woningbouwlocaties. Ook in alle andere situaties is de inzet er op gericht de overlast door verkeerslawaai zo veel mogelijk te beperken. Het terugbrengen van de maximumsnelheid op de N229 kan hieraan bijdragen
De meeste bedrijven binnen de gemeente zijn gevestigd op de bedrijventerreinen. Daar zijn op dit moment geen grote lawaaimakers aanwezig. Binnen de woongebieden in de gemeente is het ’s nachts over het algemeen erg stil. Om geluidsoverlast in de nacht te voorkomen blijven bedrijfsmatige activiteiten alleen mogelijk met maatwerkvoorschriften.
Iedereen heeft recht op schone lucht, schoon water en een schone bodem. De gemeente Wijk bij Duurstede zet zich daarom in om de kwaliteit van de bodem te behouden en waar nodig te verbeteren. De kwaliteit van de bodem binnen het regionale bodembeheergebied Zuidoost-Utrecht is vastgelegd op de bodemkwaliteitskaart.
Om in 2027 te voldoen aan de wettelijke normen zoals vastgelegd in de Kaderrichtlijn Water moeten ook in Wijk bij Duurstede stappen worden gezet. In samenwerking met de provincie en het Waterschap wil de gemeente de hoeveelheid nutriënten in het oppervlaktewater verder terugdringen. De luchtkwaliteit in de gemeente voldoet aan de Europese richtlijnen voor 2030. Het beperken van de overlast als gevolg van houtstook vormt een belangrijk aandachtspunt op het gebied van luchtkwaliteit.
Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en daarbij emissie naar de lucht, het water en de bodem maakt dat zorgvuldige afweging tussen aangrenzende functies moet plaatsvinden. In overleg met de sector wordt het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen waar mogelijk verder teruggedrongen. Daarbij wordt aangesloten op landelijk beleid en een voorbeeld genomen aan bestaande biologische fruittelers in de gemeente Wijk bij Duurstede. Het is daarnaast belangrijk te benadrukken dat groente- en fruitproductie bijdraagt aan een aanbod van gezond voedsel in onze maatschappij.
Bij verdere uitwerking van het onderwerp veilige en gezonde leefomgeving zal overleg plaatsvinden met de Omgevingsdienst en de Veiligheids- regio Utrecht (VRU).
Dit hoofdstuk beschrijft hoe de gemeente invulling geeft aan de uitvoering van de omgevingsvisie. We geven aan welke partijen daarbij betrokken zijn en wat de verschillende rollen van de gemeente zijn. Daarnaast leggen we vast hoe we omgaan met initiatieven vanuit de samenleving en hoe de omgevingsvisie zich verhoudt tot ander gemeentelijke beleid en de beleidscyclus. Om de belangrijkste keuzes uit de omgevingsvisie concreet te maken, geven we een overzicht van sleutelprojecten. Dat zijn projecten die cruciaal zijn voor het realiseren van de geschetste toekomstbeelden voor 2040. Hiermee gaan we als gemeente graag samen met stakeholders, bewoners en ondernemers aan de slag!
Gezamenlijk werken aan het toekomstbeeld
Deze Omgevingsvisie schetst een toekomstbeeld voor de gehele gemeente Wijk bij Duurstede.
Het gaat daarbij om de belangrijkste keuzes op hoofdlijnen. Binnen die hoofdkeuzes is ruimte voor nadere uitwerking en een groot aantal, uit- eenlopende projecten. Dit zijn projecten waarmee de gemeente uitvoering kan geven aan haar beleid voor de fysieke leefomgeving. Dat kan gaan om lopend beleid, maar ook om nieuw gemeentelijk beleid in de vorm van programma’s die in de komende jaren worden ontwikkeld. De gemeente kan en wil de uitvoering van alle bijbehorende projecten en maatregelen niet alleen oppakken. Deze visie is daarom tegelijkertijd een uitnodiging aan de samenleving: aan stakeholders, bewoners en bedrijven. Die uitnodiging houdt in dat ook andere partijen dan de gemeente met initiatieven kunnen komen.
Daarmee zetten we de werkwijze die we bij het opstellen van deze visie hebben gehanteerd door. Dat betekent dat we als gemeente ook in de toekomst graag de samenwerking zoeken. Maar ook samenwerkingsverbanden tussen burgers, belangengroepen en andere (markt)partijen zijn uiteraard mogelijk. Zo werken we samen aan de toekomst van de gemeente Wijk bij Duurstede.
Omgevingsvisie als afwegingskader
Bij elk nieuw initiatief zal de gemeente een afweging maken. Deze omgevingsvisie helpt bij het maken van die afweging. De hoofdvraag is steeds of een initiatief bijdraagt aan het behouden en versterken van de unieke identiteit en ruimtelijke kwaliteit van de gemeente. Vervolgens moet een initiatief aansluiten bij de hoofdlijnen en hoofdkeuzes uit deze visie. Daarnaast toetsen we of andere belangen niet worden geschaad en of het initiatief voldoet aan de wettelijke eisen op het gebied van milieu, veiligheid, natuur, bodem, water, etc. Als aan deze voorwaarden wordt voldaan, dan heeft de gemeente in beginsel een positieve grondhouding ten aanzien van het initiatief.
Een afwegingskader voor adviezen
Identiteit en ruimtelijke kwaliteit
Draagt een initiatief bij aan het behouden en versterken van de unieke identiteit en ruimtelijke kwaliteit van één van de deelgebieden van de gemeente Wijk bij Duurstede? In de omgevingsvisie worden de huidige en gewenste identiteit en ruimtelijke kwaliteit per deelgebied beschreven.
Richtinggevende hoofdkeuzes
Sluit een initiatief aan op of versterkt het de richtinggevende hoofdkeuzes uit de omgevingsvisie?
Andere belangen
Schaadt een initiatief geen andere belangen (bijvoorbeeld binnen andere hoofdkeuzes)?
Wetten & regels
Voldoet een initiatief aan wettelijke eisen en regels, bijvoorbeeld op het gebied van milieu, veiligheid, natuur, bodem, water enzovoorts?
Als aan deze voorwaarden wordt voldaan, dan heeft de gemeente in beginsel een positieve grondhouding ten aanzien van een initiatief.
Voorbeeld
Initiatieven die leiden tot betaalbare woningen voor starters en ouderen zijn op basis van deze omgevingsvisie van harte welkom. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan een urgente woningbehoefte in de gemeente. Maar niet als door uitvoering ervan de dorpse kwaliteiten van Cothen en Langbroek, of de landschappelijke kwaliteiten van het Langbroekerweteringgebied worden aangetast. Er wordt dus altijd een zorgvuldige, integrale afweging gemaakt tussen verschillende belangen. Zo is elk initiatief gericht op maatwerk.
Per project maakt de gemeente een afweging
De gemeente kan verschillende rollen vervullen bij de uitwerking en uitvoering van een initiatief of project. Dat is afhankelijk van het soort initiatief of project. In de meest actieve rol is de gemeente zelf initiatiefnemer én uitvoerder. In de minst actieve rol is de gemeente vooral een toeschouwer die toetst of een initiatief voldoet aan de eisen en regels. Daar tussenin zitten nog andere mogelijke rollen zoals opdrachtgever, regisseur, co-producent of supporter (zie kader: Rollen van de gemeente bij een initiatief of project).
De gemeente maakt per project of initiatief de afweging welke rol het meest geschikt is. Daarbij speelt ook mee dat altijd gezocht wordt naar een zo breed mogelijk draagvlak bij de uitvoering van projecten. De achterliggende gedachte is dat initiatieven die breed worden gedragen ook een grotere kans van slagen hebben.
MOGELIJK ROLLEN VAN DE GEMEENTE BIJ EEN INITIATIEF OF PROJECT
De gemeente kan de volgende rollen op zich nemen:
Zelfpresterend/uitvoerend: Niemand anders dan de gemeente kan het doen, want er is geen (geschikt) alternatief en er is een dringende noodzaak of sprake van een wettelijke verplichting.
Opdrachtgever: De gemeente heeft een duidelijke verantwoordelijkheid en wil invloed hebben en voorwaarden stellen en heeft zo grip op de inhoud (het ‘wat’). Derden gaan binnen deze voorwaarden over de wijze van uitvoering (het ‘hoe’). Er is sprake van een hiërarchische verhouding (vanuit de gemeente bezien is haar positie altijd bovengeschikt) en/of een opdrachtgever/opdrachtnemer-relatie.
Regisseur: De gemeente bepaalt welke ambitie zij heeft en welke grenzen hier aan zitten (beleidskaders) en bepaalt zo het systeem waarbinnen de spelers (andere partijen) het spel kunnen spelen. Die andere partijen voeren het proces (‘het hoe’) en bepalen de inhoud (‘het wat’). De gemeente beoordeelt of het spel binnen de kaders gespeeld wordt en past wanneer nodig kaders aan.
Co-producent: De gemeente heeft de wens dat bepaald beleid of een activiteit van de grond komt en de realisatie daarvan doet ze vanuit een gelijkgestelde positie in samenwerking met andere partijen. Deze gelijkgestelde positie moet door alle partijen geaccepteerd en geborgd worden. Het initiatief kan van buiten komen of van binnenuit.
Supporter: Anderen bepalen doelen en context. De gemeente is supporter en beweegt mee omdat zij het belang ziet van het maatschappelijk effect of hierop wordt aangesproken. Er zijn geen tegenstrijdigheden met wettelijke of gemeentelijke kaders. Dit kan door de inzet van positie of middelen (capaciteit, kennis of geld). De inzet van de gemeente mag niet leiden tot een langdurige afhankelijkheidsrelatie. De verhouding gemeente - ander (instelling, inwoner, …) kan diffuus zijn, maar is vanuit de gemeente bezien ondergeschikt.
Toeschouwer: De gemeente heeft geen verantwoordelijkheid voor het onderwerp. De gemeente zet dus geen middelen in, bepaalt geen resultaten en voert geen invloed uit op andere partijen. Dit kan alleen als het zo geaccepteerd wordt door de omgeving.
Directe relatie met hoofdkeuzes
In hoofdstuk 6 hebben we 10 richtinggevende hoofdkeuzes benoemd. Deze keuzes zetten de koers uit voor de toekomstige ontwikkeling van gezonde kernen in de periode tot 2040.
Projecten die cruciaal zijn voor het realiseren van deze tien hoofdkeuzes (en daarmee bijdragen aan de uitvoering van de Omgevingsvisie) noemen we ‘sleutelprojecten’. Voor elke hoofdkeuze is tenminste één sleutelproject benoemd. Maar het kunnen er ook meer zijn (zie de tabel op de volgende pagina’s). Vanwege het maatschappelijk belang van de sleutelprojecten zal de gemeente altijd betrokken zijn bij het realiseren ervan. De manier waarop kan variëren. Concrete uitwerking vindt verder plaats in de plannen.

Sleutelproject | Opgave / uitdaging | Betrokken partijen | Rol van gemeente |
1. Wonen | |||
1.1 Ontwikkeling De Geer III | Ontwikkeling van ca. 650 woningen die voor tenminste 50% gericht zijn op starters en ouderen. | Gemeente, provincie, GGD, adviesbureau, stakeholders, inwoners | Opdrachtgever |
1.2 Stedenbouwkundige verkenning uitbreidingslocaties Langbroek | Onderzoek naar de geschiktheid van de locaties De Boomgaard II en/of het volkstuincomplex voor woning- bouw en de gewenste uitbreidingsrichting op langere termijn. | Gemeente, provincie, GGD, adviesbureau, stakeholders, inwoners | Opdrachtgever |
1.3 Integrale verkenning oostelijke dorpsrand Cothen | Ondersteunen en helpen van grondeigenaren en initiatiefnemers bij het ontwikkelen van plannen voor woning- bouw met kwaliteit, mits goed aansluitend op zowel het dorp als omliggend agrarisch gebied en passend in de gemeentelijke en provinciale doelstellingen (o.a. betaalbaar en duurzaam bouwen). | Gemeente, provincie, GGD, grondeigenaren, initiatiefnemers | Regisseur |
2. Gezonde leefomgeving | |||
2.1 Inclusieve wijken voor GGZ-ers ontwikkelen | Inclusiviteit rond GGZ-inwoners opzetten in bepaalde wijken. | Woningcorporaties, Stichting Binding, ervaringsdeskundigen, Wijk-GGD-er, zorgaan- bieders | Regisseur |
2.2 Fysieke en sociale veiligheid voor kwetsbare inwoners verbeteren | Kwetsbare inwoners in staat stellen zo lang mogelijk ge- zond en veilig thuis te wonen. | Gemeente, casemanagers dementie, woning-corporaties, Stichting Binding, VRU | Co-producent |
3. Voorzieningen | |||
3.1 Herontwikkeling locatie ‘t Dorpshuys Cothen | Cluster voor voorzieningen op de huidige plek van het dorpshuis met o.a. zorg, ruimte voor ontmoeting, winkels en (senioren) appartementen. | Huidige eigenaar vastgoed, huidige en toekomstige gebruikers, private ontwikkelaar, gemeente, GGD, VRU | n.t.b. |
4. Groen, water en recreatie | |||
4.1 Realiseren van natuurinclusieve ommetjes in Cothen en Langbroek | Aanleg van onverharde wandelpaden en invullen van nu nog ontbrekende schakels in het padennetwerk. | Gemeente, provincie, particuliere grondeigenaren, Routebureau Utrecht | Regisseur |
Sleutelproject | Opgave / uitdaging | Betrokken partijen | Rol van gemeente |
4.2 Erfgoedprogramma | We erkennen de bijzondere cultuurhistorische waarden van onze kernen en het omliggende landschap en willen deze waar nodig herstellen en versterken. Een logisch vervolg op de Cultuurhistorische Waardenkaart is daarom het opstellen van een Erfgoedprogramma voor de gemeente. | Gemeente, adviesbureau, erfgoedgemeenschappen, inwoners | Opdrachtgever |
4.3 Natuurinclusief bouwen | Vergroten van de biodiversiteit in de kernen. Gemeente heeft een ontheffing aangevraagd voor de Wet Natuur- bescherming van provincie Utrecht onder voorwaarden natuurinclusief te bouwen. Dit legt de gemeente ook particulieren op bij vergunning aanvragen. | Gemeente, provincie, GGD, woningbouwverenigingen, inwoners en vrijwilligers | Co-producent / Supporter |
5. Economie en ondernemen | |||
5.1 Uitbreiding en verduurzaming van bedrijventerrein Broekweg/Langshaven (fase 1) | Uitleg en uitgifte van nieuwe bedrijfskavels voor MKB. Bestaand vastgoed en ruimte op het bedrijventerrein ‘up-to-date’ maken. Aanpakken van verouderd vastgoed. Zorgvuldig ruimtegebruik. | Ondernemers, gemeente, provincie, OMU, GGD, VRU | Regisseur / Supporter |
6. Binnenstad en toerisme | |||
6.1 Prettig en toeristisch Wijk | Herinrichting van de binnenstad met aandacht voor cul- tuurhistorie en groen. Hiermee zorgen we voor een pret- tig verblijfsklimaat en stellen we de voetganger centraal. | Gemeente, inwoners en ondernemers binnenstad, VRU | Regisseur / Supporter |
6.2 Waterfront Wijk-Haven | Vernieuwde stadshaven en rivierfront van het historisch stadscentrum van Wijk bij Duurstede. Randvoorwaarde is dat bij de ontwikkeling van het rivierfront geen sig- nificante effecten op Natura2000-gebied optreden en het bovendien een meerwaarde voor natuur, klimaat en biodiversiteit oplevert. | Particulier initiatief, provin- cie, GGD | Regisseur / Supporter |
7. Verkeer en vervoer | |||
7.1 Versterken fietsstructuur in Wijk bij Duurstede, Cothen en Langbroek (voorrang voor de fiets) | Bevorderen van het gebruik van de fiets door het realiseren van directe en veilige fietsroutes. | Gemeente, provincie (subsidieverstrekker) | Opdrachtgever |
8. Duurzaamheid en klimaat | |||
8.1 Aardgasvrij maken van woningen | In elke wijk worden plannen gemaakt hoe de wijk van het aardgas gehaald kan worden. Dit wordt samen met bewoners gedaan. | Gemeente, inwoners, onder- nemers, woningbouwvereni- ging en andere stakeholders, GGD, VRU | Regisseur |
Sleutelproject | Opgave / uitdaging | Betrokken partijen | Rol van gemeente |
8.2 Klimaatadaptatie | Uitvoering Water- en Rioleringsplan. Vergroening van de woonomgeving, waterberging, voorkomen hittestress. Klimaatadaptief maken van de openbare ruimte. | Gemeente, provincie, inwo- ners, ondernemers, VNMW, HDSR, GGD, VRU | Regisseur / Zelfpresterend |
9. Milieu en leefkwaliteit | |||
9.1 Uitvoering Schone Lucht Akoord | De gemeente geeft uitvoering aan het Schone Lucht Akkoord door maatregelen te nemen die de luchtkwa- liteit verbeteren, bijvoorbeeld door het beperken van houtstook via voorlichting en regelgeving. | Gemeente, Provincie, ODRU | Opdrachtgever |
9.2 Hogere ambities voor geluid bij bouwplannen | Toepassen en actueel houden van huidige beleidsregels hogere grenswaarden en deze integreren in toekomstige Omgevingsplannen. | ODRU en adviesbureau | Opdrachtgever |
Omgevingsvisie als basis voor beleidscirkel
De Omgevingsvisie van de gemeente Wijk bij Duurstede vormt het integrale toekomstbeeld voor de fysieke leefomgeving richting 2040. Zij bevat de strategische ambities op het gebied van onder meer ruimte, water, natuur, milieu, verkeer, infrastructuur en cultureel erfgoed. Deze visie vormt het vertrekpunt in de zogenoemde beleidscirkel, waarin planvorming, uitvoering, toezicht en bijstelling elkaar cyclisch versterken.
Omgevingsvisie als richtinggevend instrument
De Omgevingsvisie is een strategisch instrument dat richting geeft aan alle volgende keuzes en instrumenten binnen het gemeentelijk omgevingsbeleid. Het vormt het fundament voor het gemeentelijk handelen in de fysieke leefomgeving.
Van visie naar Programma
Om de doelen uit de visie concreet te maken, kunnen één of meerdere programma’s worden vastgesteld. Een programma werkt onderdelen van de visie uit tot doelgerichte maatregelen, bijvoorbeeld op het gebied van klimaatadaptatie, woningbouw of mobiliteit. Deze programma’s kunnen verplicht zijn (bijvoorbeeld bij het bereiken van een omgevingswaarde) of vrijwillig als uitvoeringsinstrument. In de gemeente Wijk bij Duurstede kan bij majeure thema’s worden overwogen om via programma’s heldere uitvoeringsstrategieën te formuleren, inclusief inzet van middelen, partners en fasering.
Enkele voorbeelden van Programma’s die in ontwikkeling zijn, of in de komende jaren worden opgesteld zijn:
Water- en Rioleringsprogramma
Programma Geluidsanering
Duurzaamheidsprogramma
Warmteprogramma
Erfgoedprogramma
Van visie naar regels: het omgevingsplan
Het omgevingsplan is het juridisch bindende instrument waarin de gemeente regels stelt voor het gebruik en de inrichting van de fysieke leefomgeving. Alle juridische planregels (die voorheen in bestemmingsplannen stonden) worden hierin samengebracht. De gemeente Wijk bij Duurstede kiest ervoor om de huidige juridische planregels in fasen om te zetten naar één omgevingsplan en de omgevingsvisie hierbij te hanteren als inhoudelijke toetssteen. Bestaande rechten en plichten worden hierbij zoveel mogelijk overgenomen. Bij eventuele strijd met de richtinggevende hoofdkeuzes uit de omgevingsvisie passen wij de juridische planregels aan. Bij elke wijziging van het omgevingsplan wordt de omgevingsvisie opnieuw als toetssteen gebruikt.
De vergunningverlening
De omgevingsvergunning is het instrument waarmee de gemeente toestemming verleent voor activiteiten die invloed hebben op de fysieke leefomgeving. Bij de verlening van omgevingsvergunningen wordt getoetst aan het omgevingsplan. Bij afwijkingen van het omgevingsplan wordt de besluitvorming ook gevoed door de uitgangspunten van de omgevingsvisie en, indien van toepassing, door programma’s.
Toezicht, handhaving en de terugkoppeling naar beleid
De uitvoering van beleid stopt niet bij vergunningverlening. Toezicht en handhaving zorgen ervoor dat regels uit het omgevingsplan worden nageleefd en dat vergunde activiteiten daadwerkelijk volgens de voorwaarden plaatsvinden. Daarmee vormen toezicht en handhaving een cruciale sluitsteen van de beleidscirkel. Daarnaast leveren toezicht en handhaving waardevolle informatie op over effectiviteit van regels en vergunningen, knelpunten of onvoorziene effecten in de praktijk, gedragsreacties en naleving.
Deze inzichten worden teruggekoppeld naar beleid, bijvoorbeeld via de monitoring van programma’s of bij een wijziging van het omgevingsplan of de visie. Op die manier kan de gemeente waar nodig bijsturen of prioriteiten herijken, en wordt de beleidscirkel gesloten.
Naar een lerende en adaptieve beleidscyclus
Met de Omgevingswet ontstaat ruimte voor een meer adaptieve aanpak, waarbij beleid, regelgeving en uitvoering samenhangend, cyclisch en lerend worden vormgegeven. De beleidscirkel verbindt strategische koersbepaling (omgevingsvisie), programmering, juridische borging (omgevingsplan), uitvoering (vergunningverlening), en toezicht en evaluatie met elkaar. De gemeente Wijk bij Duurstede werkt op deze manier aan een flexibele en samenhangende uitvoering van de omgevingsvisie, in samenspel met inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners.
Wanneer en hoe de omgevingsvisie te actualiseren?
Een Omgevingsvisie is een dynamisch instrument
De omgevingsvisie is bedoeld als een dynamisch en adaptief instrument dat op gezette tijden geactualiseerd wordt om nieuwe maatschappelijke, ruimtelijke of beleidsmatige ontwikkelingen in te voegen. De visie wordt periodiek herijkt, idealiter eens per raadsperiode. Evaluatie en bijstelling vinden bij voorkeur plaats in het midden van de bestuursperiode, zodat voldoende tijd is voor monitoring en verwerking van inzichten.
Daarnaast is het mogelijk om de omgevingsvisie op andere momenten aan te passen. Dat kan met een wijzigingsbesluit. Bijvoorbeeld als er sprake is van knelpunten of gewijzigde context zoals een nieuwe provinciale verordening, demografische veranderingen of integrale gebiedsontwikkelingen.
Voor wat betreft wijzigingen van de omgevingsvisie dient een integrale afweging plaats te vinden over de bestaande inhoud van de omgevingsvisie en het te wijzigen deel. Wijzigingen van de Omgevingsvisie worden vastgelegd in versienota’s waarin wijzigingen worden toegelicht. Ook is participatie hierbij verplicht. Het participatiebeleid van gemeente Wijk bij Duurstede (vastgesteld april 2025) biedt de methodologische basis voor de herijking: inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners worden in een vroegtijdig participatietraject betrokken bij input, toetsing en besluitvorming over actualisatie.
Procedure van periodieke wijziging van de Omgevingsvisie
Monitoring via Programma’s, en ervaringen met vergunningen en het Omgevingsplan levert stuurinformatie over effectiviteit en relevantie van de Omgevingsvisie.
Evaluatie (bij voorkeur halverwege bestuursperiode) toetst visie-doelen aan feitelijke ontwikkelingen.
Participatief wijzigingsproces, geënt op het vastgestelde participatiebeleid, verzamelt nieuwe inzichten.
College verwerkt voorstellen, waarna de gemeenteraad formeel beslist over de wijziging van de omgevingsvisie.
Wijziging van de visie wordt vervolgens vertaald in bij te stellen instrumenten: programma’s, omgevingsplan, en vergunningen waardoor de beleidscirkel weer sluit.
Deze procedure zorgt voor een consistente cyclus met zicht op lange- en middellange termijn en waarborgt dat de omgevingsvisie blijft aansluiten op actuele opgaven, maatschappelijke behoeften en regionale context. De Omgevingsvisie Wijk bij Duurstede blijft hierdoor een adaptief en richtinggevend instrument.
Nota Grondbeleid
Verschillende instrumenten voor grondbeleid
Gemeenten beschikken over een gereedschapskist met financiële en juridische instrumenten, die ingezet kunnen worden bij de uitvoering van ruimtelijke projecten. In de Nota Grondbeleid worden keuzes gemaakt over hoe de gemeente Wijk bij Duurstede die instrumenten wil inzetten. De Nota Grondbeleid is vastgesteld op 16 juni 2020. Vanaf dat moment vormt de Nota Grondbeleid het kader voor het uitvoeren van het gemeentelijk grondbeleid.
Het voeren van grondbeleid is geen doel op zich. Het grondbeleid is voor de gemeente ondersteunend aan het halen van doelen op andere beleidsterreinen zoals wonen, economie, ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid. De manier waarop wij deelnemen aan de grondmarkt, welke instrumenten wij daarbij inzetten en hoe wij daar verantwoording over afleggen, kan helpen de doelen op andere beleidsterreinen zo efficiënt mogelijk te halen.
Actief grondbeleid
De gemeente Wijk bij Duurstede kiest voor een actief grondbeleid als uitgangspunt. Dit uitgangspunt is bepalend voor de inzet van het financiële en juridische instrumentarium uit de gereedschapskist. Bij actief grondbeleid zijn met name de regiemogelijkheden groter. Dit is een belangrijke overweging in de keuze voor actief grondbeleid. Ook het feit dat door de gemeente in het verleden al succesvol actief grondbeleid is gevoerd, is bepalend voor deze keuze. Er is in het verleden bijvoorbeeld grond aangekocht en succesvol uitgegeven aan bedrijven. Bovendien zijn, als gevolg van het actieve grondbeleid, positieve resultaten uit diverse grondexploitaties in het verleden ingezet om gewenste maatschappelijke ontwikkelingen met een negatief resultaat te kunnen realiseren.
Hoewel actief grondbeleid het uitgangspunt is, kan het zijn dat deze vorm van grondbeleid niet in alle gevallen mogelijk of wenselijk is. Een goed voorbeeld hiervan is als een grondeigenaar de gewenste ontwikkeling zelf wil realiseren en hiertoe ook in staat is. We beseffen dus dat de omstandigheden aanleiding kunnen geven om met tussenvormen te werken, die tussen het actieve grondbeleid en het faciliterende grondbeleid in liggen. De keuze voor actief grondbeleid geeft echter richting aan de inzet van de financiële en juridische instrumenten. Hoe we dat doen, is verder uitgewerkt in de Nota Grondbeleid.
Kostenverhaal
Initiatiefnemers dragen bij aan algemene kosten
De Omgevingswet bepaalt dat overheden de kosten van werkzaamheden, voorzieningen en maatregelen evenredig moeten verhalen op initiatiefnemers die profiteren van nieuwe of aangepaste openbare voorzieningen. Bij aangewezen bouwactiviteiten dragen initiatiefnemers daarnaast bij aan de kosten voor planvorming en de aanleg van voorzieningen. Dit wordt aangeduid als kostenverhaal bij gebiedsontwikkeling.
De kosten die de gemeente in rekening mag brengen, zijn vastgelegd in de limitatieve kostensoortenlijst van het Omgevingsbesluit. Het verhalen van deze kosten kan plaatsvinden via privaatrechtelijke afspraken (bijvoorbeeld een overeenkomst) of via een publiekrechtelijke route (een kostenverhaalsbeschikking).
De voorkeur gaat uit naar een privaatrechtelijke aanpak, doorgaans via een anterieure overeenkomst (AOK). Wanneer een AOK niet tot stand komt, wordt het kosten- verhaal vastgelegd in het omgevingsplan of in de omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsactiviteit, door daar kostenverhaalsregels in op te nemen.
Binnen het publiekrechtelijk kostenverhaal zijn twee vormen te onderscheiden:
Integrale gebiedsontwikkeling: hierbij is er sprake van een vastomlijnd eindbeeld en een duidelijke tijdsplanning voor de ontwikkeling.
Organische gebiedsontwikkeling: hierbij ontbreken zowel een vaste planning als een vooraf vastgesteld eindbeeld.
Kostenverhaal maakt het mogelijk om ook bij private ontwikkelingen publieke belangen uit de omgevingsvisie financieel te waarborgen. In Wijk bij Duurstede zijn twee strategische ontwikkelingen waarvoor kostenverhaal essentieel is:
Wijkse Waarden – Natuurontwikkeling en recreatieverplaatsing door zandwinning - In het project Wijkse Waarden komen de transformaties van de Bosscherwaarden, Lunenburgerwaard en Waarden van Gravenbol gebundeld samen. Voor dit project heeft de gemeenteraad 28 januari 2025 kaders vastgesteld. Deze kaders geven richting aan en uitwerking van de doelen van dit project: het realiseren van beleefbare natuur in de uiterwaarden en het dichter bij de stad brengen van de recreatievoorzieningen. Dit project wordt volledig voorbereid en uitgevoerd voor rekening en risico van de initiatiefnemer van het project.
Waardevermeerdering door woningbouw in het landelijk gebied - Bij woningbouwinitiatieven in het landelijk gebied ontstaat doorgaans een aanzienlijke waardevermeerdering van gronden. De ge- meente wil een deel van deze meerwaarde kunnen afromen via kostenverhaal, conform de mogelijkheden in art. 13.22 Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) en de beleidsruimte in de provinciale Omgevingsverordening Utrecht.
Het af te romen deel wordt:
gedeeltelijk ondergebracht in een ruimtelijk kwaliteitsfonds, waarmee op andere locaties binnen de gemeente wordt geïnvesteerd in sociale woningbouw, en
gedeeltelijk ingezet voor een maatschappelijke meerwaarde door kwaliteitsverbetering van de leefomgeving op of rond de ontwikkellocatie.
Door het inzetten van kostenverhaal voor deze ontwikkelingen, wordt niet alleen financiële rechtvaardigheid geborgd (door kosten toe te rekenen aan profijtgenieters) maar ontstaat ook ruimte om publieke doelen uit de omgevingsvisie daadwerkelijk te verwezenlijken. Dit sluit aan bij het streven naar een adaptieve, integrale en maatschappelijk gedragen uitvoering van omgevingsbeleid.
Beheerkwaliteitsplan als uitvoeringsstrategie
Versterken van de kwaliteit van de openbare ruimte
De fysieke leefomgeving in Wijk bij Duurstede wordt mede bepaald door de kwaliteit van de openbare ruimte: wegen, groen, verlichting, water en kunstwerken. De wijze waarop deze elemen ten worden onderhouden beïnvloedt direct de leefbaarheid, veiligheid en uitstraling van stad en dorpen. Het beheerkwaliteitsplan (BKP) is het instrument waarin de gemeente haar ambities voor het dagelijks beheer en onderhoud vastlegt, vertaald in kwaliteitsniveaus, keuzes en uitvoeringsrichtlijnen.
Het beheerkwaliteitsplan sluit aan op de strategische ambities van de Omgevingsvisie. Waar de omgevingsvisie de richting op lange termijn schetst - bijvoorbeeld ten aanzien van klimaatadaptatie, inclusiviteit of aantrekkelijke verblijfsruimtes - maakt het BKP dit concreet en toetsbaar in het dagelijks werk. Denk hierbij aan: vergroening van wijken en pleinen ter bevordering van biodiversiteit en hittestressreductie, het in stand houden van een veilige en toegankelijke infrastructuur voor alle doelgroepen, het aanpassen van beheer aan veranderend gebruik van de openbare ruimte.
In het nieuwe beheerkwaliteitsplan dat de gemeente ontwikkelt, wordt nadrukkelijk gezocht naar integrale keuzes: het koppelen van onderhoud aan opgaven als energietransitie, klimaat- adaptatie of circulariteit. Dit maakt het BKP tot een belangrijke uitvoeringsstrategie van de gemeente, gericht op het verbinden van beleid met de praktijk van de straat. Daarnaast vormt het BKP een sturingsmiddel richting externe uitvoerders en een communicatiemiddel richting inwoners en raad, door transparant te maken welk onderhoudsniveau wordt nagestreefd, wat dit kost en wat daarvan merk- baar is in de leefomgeving. Zo draagt het beheerkwaliteitsplan bij aan een duurzame, aantrekkelijke en functionele leefomgeving, in lijn met de ambities en richting die in de omgevingsvisie zijn vastgesteld.
2._Beeldverslag_scholierensessie_20_11_2024.pdf
3._Beeldverslag_Stakeholdersbijeenkomst_10_april_2024.pdf
4._Beeldverslag_Bewonersavond_10_april_2024.pdf
De in de tekst van de omgevingsvisie opgenomen kaarten, en de afbeelding van de richtinggevende hoofdkeuzes, zijn hieronder in hogere resolutie in te zien.
1.1.1_Kwaliteiten_Wijk_bij_Duurstede.pdf
1.1.3_Toekomstbeeld_Wijk_bij_Duurstede.pdf
1.2.3_Toekomstbeeld_Cothen.pdf
1.3.1_Kwaliteiten_Langbroek.pdf
1.3.3_Toekomstbeeld_Langbroek.pdf
1.4.1_Kwaliteiten_Buitengebied.pdf
1.4.3_Toekomstbeeld_Langbroekerweteringgebied.pdf
1.5.3_Toekomstbeeld_Oeverwal_Kromme_Rijn_Noord.pdf
1.6.3_Toekomstbeeld_Oeverwal_Kromme_Rijn_Zuid.pdf
1.7.3_Toekomstbeeld_Wijkerbroek.pdf
/join/id/regdata/gm0352/2025/1_1_1_Kwaliteiten_Wijk_bij_Duurstede/nld@2025‑10‑14;1
/join/id/regdata/gm0352/2025/1_1_3_Toekomstbeeld_Wijk_bij_Duurstede/nld@2025‑10‑14;1
/join/id/regdata/gm0352/2025/1_2_1_Kwaliteiten_Cothen/nld@2025‑10‑14;1
/join/id/regdata/gm0352/2025/1_2_3_Toekomstbeeld_Cothen/nld@2025‑10‑14;1
/join/id/regdata/gm0352/2025/1_3_1_Kwaliteiten_Langbroek/nld@2025‑10‑14;1
/join/id/regdata/gm0352/2025/1_3_3_Toekomstbeeld_Langbroek/nld@2025‑10‑14;1
/join/id/regdata/gm0352/2025/1_4_1_Kwaliteiten_Buitengebied/nld@2025‑10‑14;1
/join/id/regdata/gm0352/2025/1_4_3_Toekomstbeeld_Langbroekerweteringgebied/nld@2025‑10‑14;1
/join/id/regdata/gm0352/2025/1_5_3_Toekomstbeeld_Kromme_Rijn_Noord/nld@2025‑10‑14;1
/join/id/regdata/gm0352/2025/1_6_3_Toekomstbeeld_Oeverwal_Kromme_Rijn_Zuid/nld@2025‑10‑14;1
/join/id/regdata/gm0352/2025/1_7_3_Toekomstbeeld_Wijkerbroek/nld@2025‑10‑14;1
/join/id/regdata/gm0352/2025/1_8_3_Toekosmtbeeld_Rivier_en_uiterwaarden/nld@2025‑10‑14;1
/join/id/regdata/gm0352/2025/2__Beeldverslag_scholierensessie_20_11_2024/nld@2025‑10‑14;1
/join/id/regdata/gm0352/2025/3__Beeldverslag_Stakeholdersbijeenkomst_10_april_2024/nld@2025‑10‑14;1
/join/id/regdata/gm0352/2025/4__Beeldverslag_Bewonersavond_10_april_2024/nld@2025‑10‑14;1
/join/id/regdata/gm0352/2025/5__Beeldverslag_Bewonersavond_16_december_2024/nld@2025‑10‑14;1
/join/id/regdata/gm0352/2025/6_1_Richtinggevende_Hoofdkeuzes/nld@2025‑10‑14;1
/join/id/regdata/gm0352/2025/6__Rapportage_Resultaten_Enquete/nld@2025‑10‑14;1
/join/id/regdata/gm0352/2025/7__Hoofdlijnennotitie_Omgevingsvisie_Buitengebied/nld@2025‑10‑14;1
/join/id/regdata/gm0352/2025/2__Atlas_Gemeente_Wijk_bij_Duurstede/nld@2025‑10‑14;1
/join/id/regdata/gm0352/2025/locatiegroep_0d61c977b7604a2c9e544e2c7b1969e3/nld@2025‑10‑13;1
/join/id/regdata/gm0352/2025/locatiegroep_e9d89e6ee9cd4c4e946ae6a588e160d2/nld@2025‑10‑13;1
/join/id/regdata/gm0352/2025/locatiegroep_217dd21037bd4d43bb0ed7bcbbda43be/nld@2025‑10‑13;1
/join/id/regdata/gm0352/2025/locatiegroep_f2f17e2005364126ae402cbeb036b85f/nld@2025‑10‑13;1
/join/id/regdata/gm0352/2025/locatiegroep_0c06c9f7c6464685964970e1ee9da9a7/nld@2025‑10‑13;1
/join/id/regdata/gm0352/2025/locatiegroep_cdab536fb5794ede9a57b026d9cce9ff/nld@2025‑10‑13;1
/join/id/regdata/gm0352/2025/locatiegroep_c5aa210465ad4a2481c99dfaaf1d1f9c/nld@2025‑10‑13;1
/join/id/regdata/gm0352/2025/locatiegroep_c049fd98a53f4a79a7098009ec0fa5b0/nld@2025‑10‑13;1
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-445626.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.