Verkeersbesluit instellen zonaal parkeerverbod en fietsstraat Spaarnwouderstraat e.o. in Haarlem

Nr. 2025/589539

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem,

gelet op de Wegenwet, de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990), het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) en de Uitvoeringsvoorschriften van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: Uitvoeringsvoorschriften BABW).

Overwegende:

dat de Spaarnwouderstraat gelegen is binnen de bebouwde kom van Haarlem;

dat de Spaarnwouderstraat in beheer is bij de gemeente Haarlem;

dat de Spaarnwouderstraat een weg is als bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994;

dat gelet op bovengenoemd artikel het college van burgemeester en wethouders van Haarlem bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor deze wegen;

dat de bevoegdheid voor het nemen van verkeersbesluiten door het college van burgemeester en wethouders van Haarlem is gemandateerd aan de afdelingsmanager Beheer en Beleid Openbare Ruimte, waarbij ondermandaat is verleend aan de Teammanager bereikbaarheid;

dat de gemeentelijke wegencategorisering van Haarlem op 25 april 2024 door de gemeenteraad is vastgesteld in de Beleidsnotitie Afweging 30km/u;

dat deze categorisering aansluit op de categorisering, zoals bedoeld in het landelijke beleid Duurzaam Veilig;

dat de Spaarnwouderstraat gecategoriseerd is als erftoegangsweg binnen de bebouwde kom waarop een maximumsnelheid van 30 km/u geldt;

dat de verblijfsfunctie op een erftoegangsweg boven geschikt is aan de verkeersfunctie;

dat de Spaarnwouderstraat gelegen is in de Burgwalbuurt;

dat de Spaarnwouderstraat een smalle straat betreft en er eenrichtingsverkeer geldt met uitzondering van fietsers;

dat rijbaan van de Spaarnwouderstraat, tussen Oostvest en Burgwal, een breedte heeft van 3,5 meter en het trottoir aan beide zijden van de rijbaan 1,5 meter betreft;

dat de Spaarnwouderstraat, tussen Oostvest en de kruising met de Burgwal, onderdeel uitmaakt van het hoofdfietsnetwerk, zoals beschreven in de Fietsbeleid 2023 van de gemeente Haarlem;

dat de voorzieningen voor fietsers op de Spaarnwouderstraat, tussen Oostvest en de kruising met de Burgwal, ontoereikend zijn voor de functie van de weg als hoofdfietsroute;

dat met de inrichting naar een fietsstraat de gemiddelde gereden snelheid van motorvoertuigen naar verwachting omlaag gaat en de weg verkeersveiliger wordt;

dat er uit het aantal fietsers moet blijken dat er veel van het wegvak door fietsers gebruik wordt gemaakt om te kunnen spreken van een hoofdfietsroute;

dat volgens de richtlijnen van het CROW een wegvak als fietsstraat kan worden aangemerkt, wanneer er ten minste 1.000 fietsers per etmaal passeren;

dat bij een verkeersintensiteit tot 500 motorvoertuigen per etmaal op een fietsroute de bovengeschiktheid van het fietsverkeer goed kan worden gerealiseerd, zonder aanpassingen aan het profiel;

dat hoofdfietsroutes in woonstraten vrijwel uitsluitend door bestemmingsverkeer worden gebruikt en hebben vanzelf een bovengeschiktheid van het fietsverkeer, onafhankelijk van de fietsintensiteit;

dat bij intensiteiten hoger dan 500 motorvoertuigen per etmaal het van belang is dat de fietsintensiteit hoger is dan die van het gemotoriseerd verkeer tot een maximum van 2.500 motorvoertuigen per etmaal;

dat er uit telgegevens blijkt dat er circa 3694 fietsers per etmaal tegen opzichte van circa 526 auto’s per etmaal over de Spaarnwouderstraat gaan;

dat er gelet op deze telgegevens aan de bovenstaande richtlijnen voldaan wordt en de Spaarnwouderstraat een volwaardige fietsstraat wordt;

dat de fietser daarmee de dominante gebruiker is van de Spaarnwouderstraat;

dat naar verwachting het binnenstedelijk fietsgebruik toe zal nemen;

dat de Spaarnwouderstraat daarom ingericht wordt als fietsstraat, waarbij fietsverkeer prioriteit heeft boven het gemotoriseerd verkeer;

dat de inrichting van de Spaarnwouderstraat als fietsstraat, kenbaar wordt gemaakt door middel van bord L51b ‘fietsstraat’ van bijlage 1 van het RVV 1990 met de bijbehorende markering op het wegdek, ter hoogte van de kruising Spaarnwouderstraat-Amsterdamse Poort en ter hoogte van de kruising Spaarnwouderstraat-Burgwal;

dat er geen drempels worden aangelegd als snelheidsbeperkende maatregel vanwege de oncomfortabele beleving van fietsers en de kans op trillingen in verband met de veenondergrond;

dat het eenrichtingsverkeer voor gemotoriseerd verkeer, met uitzondering van fietsers, blijft gelden, waarbij de rijrichting verloopt van oost naar west;

dat met de hoeveelheden fietsverkeer in beide richtingen en de beperkte breedte van de straat er geen extra snelheidsremmende maatregelen benodigd zijn en er voldoende afremmende factoren voor gemotoriseerd verkeer aanwezig zijn;

dat de Nieuwe Spaarnwouderstraat, de Sleutelstraat en de Spiegelstraat tegelijk met de Spaarnwouderstraat worden ingericht, waarbij de straten aangesloten worden op de Spaarnwouderstraat door middel van inrit/uitritconstructies;

dat de aansluiting van de Burgwal op de Spaarnwouderstraat wordt ingericht door middel van een uitritconstructie;

dat gelet op artikel 54 van het RVV 1990 bestuurders die uit een uitrit de weg oprijden of van een weg een inrit oprijden, het overige verkeer voor moeten laten gaan;

dat met de herinrichting van de Spaarnwouderstraat, tussen de Amsterdamse Poort en de Burgwal, verschillende autoparkeerplaatsen worden opgeheven om meer ruimte te creëren voor fietsparkeerplaatsen en groenvakken;

dat er aan de Lange Herenvest ter hoogte van de kruising met de Amsterdamse Poort parkeervakken worden aangelegd om enkele parkeerplaatsen terug te brengen;

dat het parkeren in de Burgwalbuurt met name geregeld is door middel van parkeervakken;

dat in een aantal gedeeltes zoals op de Houtmarkt, ten noorden tussen de Sleutelstraat en Dijkstraat, en in de Spaarne de parkeerdruk dermate hoog ligt dat parkeren buiten de parkeervakken nodig is;

dat er in de Spaarnwouderstraat, Amsterdamse Poort en Oostvest diverse parkeerverboden en verboden stil te staan gelden;

dat gelet op artikel 65 lid 2 van het RVV 1990 gelden de verkeersborden E1 en E2 van bijlage 1 van het RVV 1990 slechts voor de zijde van de weg alwaar zij zijn geplaatst;

dat in de huidige situatie de parkeerverboden en verboden stil te staan slecht handhaafbaar zijn;

dat de verboden stil te staan slechts voor één zijde van de rijbaan gelden en daardoor stilstaande voertuigen over de andere zijde van de rijbaan hinder kunnen veroorzaken;

dat de parkeerverboden geldig zijn over een wegvak en na iedere zijweg herhaald dienen te worden;

dat het gelet op de nieuwe inrichting van de Spaarnwouderstraat, de smalle zijstraten en het gebruik van de wegen, het wenselijk is om het parkeren buiten de parkeervakken te verbieden;

dat het parkeren buiten de parkeervakken leidt tot een slechtere doorstroming en de verkeersveiligheid tussen voertuigen en fietsers eerder in het geding is;

dat gelet op bovengenoemde er daarom een zonale parkeerverbod zal gelden vanaf de volgende locaties:

• de Oostvest, ter hoogte van de kruising met de Dijkstraat;

• de Amsterdamse Poort, ter hoogte van de kruising met de Gedempte Herensingel;

• de Spiegelstraat, ter hoogte van de kruising met de Lange Herenvest;

• de Koralensteeg ter hoogte van de kruising met de Houtmarkt;

dat hiermee de Spaarnwouderstraat, tussen Burgwal en Oostvest, de Oostvest, tussen de Amsterdamse Poort en de Dijkstraat, de Koralensteeg, de Spiegelstraat en de Nieuwe Spaarnwouderstraat en de Amsterdamse Poort binnen de parkeerverbod zone vallen;

dat het zonale parkeerverbod kenbaar wordt gemaakt door middel van verkeersborden E1zb en E1ze van bijlage 1 van het RVV 1990;

dat hiermee het parkeren enkel op het bestemd parkeergedeelte van de weg toegestaan;

dat de de huidige parkeer- en stilstaanverboden binnen deze zone worden verwijderd op de Amsterdamse Poort, ter hoogte van de kruising met de Spaarnwouderstraat, en de Spaarnwouderstraat, ter hoogte van de kruising met de Amsterdamse Poort;

dat de huidige parkeerverboden met het zonale parkeerverbod worden verwijderd op de Amsterdamse Poort, ter hoogte van de kruising met de Gedempte Herensingel, op de Spaarnwouderstraat, tussen de kruising met de Amsterdamse Poort, en de Oostvest, ter hoogte van nummer 117;

dat aanwezige kruismarkering in parkeervakken in de Spaarnwouderstraat, Nieuwe Spaarnwouderstraat, Sleutelstraat en Spiegelstraat verwijderd wordt;

dat met het zonale parkeerverbod de doorstroming en verkeersveiligheid in de straten gewaarborgd is;

dat er ontwerpsessies en participatiebijeenkomsten hebben plaatsgevonden, waarbij inspraak is meegenomen voor de totstandkoming van het definitieve ontwerp;

dat het definitieve ontwerp van de Spaarnwouderstraat is vastgesteld op 28 mei 2025 door de gemeenteraad;

dat de werkzaamheden aan de Spaarnwouderstraat gepland staan voor het begin van 2026;

dat gelet op artikel 1 lid 2 van het RVV 1990 er onder parkeren verstaan wordt het laten stilstaan van een voertuigen anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen;

dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het verwijderen van de borden E1, E2 en het plaatsen van de borden E1zb en E1ze van bijlage 1 van het RVV 1990 een verkeersbesluit is vereist;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de hiervoor benoemde verkeersmaatregelen strekken tot het verzekeren van de veiligheid op de weg en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer in het geding komt met uitvoeren van de hiervoor benoemde verkeersmaatregelen;

dat gelet op alle voorgaande overwegingen het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer ondergeschikt is aan het verzekeren van de veiligheid op de weg en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat gelet op artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de gemandateerde van de politie;

dat de politie heeft ingestemd met de hierna genoemde verkeersmaatregelen, met dien verstande dat de politie zorgen heeft over het besloten ontwerp van de Spaarnwouderstraat en met name over het toepassen van een op gelijke hoogte ontworpen trottoir;

dat aangezien in het ontwerp geen sprake is van een hoogteverschil tussen rijbaan en trottoir is er dus geen sprake van een trottoir;

dat de loopstrook in dat geval behoort tot de rijbaan en op het moment dat de loopstrook kenmerken krijgt van een voor het parkeren bestemd weggedeelte kan en mag hier legaal geparkeerd worden;

dat de politie hierbij wijst op het gestelde in artikel 65 lid 3 van het RVV 1990;

dat door het ontbreken van een hoogteverschil zal bij het plaatsen van objecten, zoals verkeersborden en lichtmasten, niet worden voldaan aan het vereiste profiel van vrije ruimte;

dat de politie hierbij wijst op het gestelde in het ASVV 2021 van het CROW.

Het besluit:

Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem besluit:

- door middel van het verwijderen van borden E1 van bijlage 1 van het RVV 1990, waarvan 1 bord met onderbord OB502 (beide richtingen) het parkeerverbod in te trekken in de Amsterdamse Poort, de Spaarnwouderstraat en de Oostvest, tussen de kruising met de Gedempte Herensingel en de Oostvest ter hoogte van nummer 117, aan de oostzijde van de rijbanen;

- door middel van het verwijderen van bord E2 van bijlage 1 van het RVV 1990 het verbod stil te staan in te trekken in de Spaarnwouderstraat, ter hoogte van de kruising met de Amsterdamse Poort;

- door middel van het verwijderen van bord E2 van bijlage 1 van het RVV 1990 het verbod stil te staan in te trekken op de Amsterdamse Poort, ter hoogte van de kruising met de Spaarnwouderstraat, aan de westzijde van de rijbaan;

- door middel van het plaatsen van bord E1zb en bord E1ze van bijlage 1 van het RVV 1990 een zonaal parkeerverbod in te stellen in de Amsterdamse Poort ter hoogte van de kruising met de Gedempte Herensingel en de Lange Herenvest;

- door middel van het plaatsen van bord E1zb en bord E1ze van bijlage 1 van het RVV 1990 een zonaal parkeerverbod in te stellen in de Oostvest ter hoogte van de kruising met de Dijkstraat;

- door middel van het plaatsen van bord E1zb en bord E1ze van bijlage 1 van het RVV 1990 een zonaal parkeerverbod in te stellen in de Koralensteeg ter hoogte van de kruising met de Houtmarkt;

- door middel van het plaatsen van bord E1zb en bord E1ze van bijlage 1 van het RVV 1990 een zonaal parkeerverbod in te stellen in de Spiegelstraat ter hoogte van de kruising met de Lange Herenvest;

- door middel van het plaatsen van bord E1ze van bijlage 1 van het RVV 1990 een einde zonaal parkeerverbod in te stellen in de Spaarnwouderstraat ter hoogte van de kruising met de Burgwal;

- door middel van het plaatsen van bord E1ze van bijlage 1 van het RVV 1990 een einde zonaal parkeerverbod in te stellen in de Nieuwe Spaarnwouderstraat ter hoogte van de kruising met de Lange Herenvest;

- een en ander overeenkomstig in de bijgevoegde situatieschetsen.

Aldus vastgesteld op 3 september 2025 te Haarlem

Namens het college van burgemeester en wethouders van Haarlem,

Hellen Jennissen

Teammanager Bereikbaarheid, Afdeling Beheer en Beleid Openbare Ruimte

Dit besluit treedt in werking na bekendmaking in het Gemeenteblad. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na publicatie van dit besluit in het Gemeenteblad bezwaar maken bij burgemeester en wethouders van Haarlem, Postbus 511, 2003 PB te Haarlem. Het bezwaarschrift moet de naam en het adres vermelden van degene die bezwaar maakt, zijn ondertekend en de datum vermelden waarop het is opgesteld. Daarnaast verzoeken wij u om ook uw telefoonnummer en/of e-mailadres te vermelden. Dit maakt het makkelijker om contact met u op te nemen over uw bezwaarschrift. In het bezwaarschrift moet ook worden aangegeven tegen welk besluit bezwaar wordt gemaakt en waarom het bezwaar wordt gemaakt. Door het indienen van het bezwaarschrift wordt dit besluit niet opgeschort. Bij een spoedeisend belang kan degene die een bezwaarschrift heeft ingediend een voorlopige voorziening vragen aan de voorzieningenrechter van de rechtbank, sector bestuursrecht, postbus 1621, 2003 BR te Haarlem. Bij het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening moeten griffierechten worden betaald.