Gemeenteblad van Bladel
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Bladel | Gemeenteblad 2025, 442043 | ruimtelijk plan of omgevingsdocument |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Bladel | Gemeenteblad 2025, 442043 | ruimtelijk plan of omgevingsdocument |
De tekst van de Omgevingsvisie Bladel 2040 wordt zoals gegeven in Bijlage A Omgevingsvisie Bladel 2040 van dit Besluit.
Tijden veranderen en daarmee ook onze fysieke leefomgeving. De fysieke leefomgeving is datgene wat je ziet, voelt en ruikt. Dat kunnen gebouwen zijn, maar bijvoorbeeld ook wegen, wateren of een schone lucht. Als gemeente hebben we de afgelopen decennia voor uiteenlopende onderwerpen (structuur)visies vastgesteld. Dat deden we om de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving in goede banen te leiden en een goede ruimtelijke ordening te bevorderen. Denk hierbij aan visies op het gebied van wonen, natuur, mobiliteit, bedrijvigheid en tal van andere onderwerpen.
Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Deze wet bundelt alle wet- en regelgeving voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Daarmee vormt de wet de basis voor de samenhangende benadering van de fysieke leefomgeving. De Omgevingswet staat voor een goed evenwicht tussen het benutten en beschermen van de leefomgeving.
Een van de instrumenten van deze wet is de omgevingsvisie. Deze visie legt de lange termijn ambities en beleidsdoelen van de gemeente voor de fysieke leefomgeving vast en vormt de basis voor het omgevingsplan.
In deze omgevingsvisie is het bestaande lokale beleid voor de fysieke leefomgeving gebundeld en aangevuld met de belangrijkste ambities voor de toekomst. De visie beschrijft de belangrijkste ambities en keuzes die de fysieke leefomgeving aangaan en heeft als doel richting te geven aan het te voeren beleid. Daarnaast draagt de visie bij aan het ontwikkelen en beoordelen van plannen. Vanuit de Omgevingswet is een gebiedsdekkende omgevingsvisie een vereiste.
In de aanloop naar de invoering van de Omgevingswet is begonnen met de opzet voor de eerste gebiedsdekkende omgevingsvisie voor gemeente Bladel. Op 6 juli 2023 is het startdocument omgevingsvisie ter kennisgeving aan de gemeenteraad aangeboden, waarin het toen geldende beleid op visieniveau is samengevoegd. Dit diende als opmaat naar een volwaardige omgevingsvisie.
In het najaar van 2023 is er een raadpleging gehouden onder inwoners over wat zij belangrijk vinden in de fysieke leefomgeving. Deze raadpleging is door 657 deelnemers ingevuld. Daarnaast werd input gevraagd aan belanghebbende partijen.
Op basis van de resultaten uit de raadpleging hebben we vier toekomstscenario’s beschreven voor de mogelijke ontwikkeling van de gemeente. Deze scenario’s helpen om keuzes te maken in de omgevingsvisie en een duidelijke richting te bepalen voor de toekomst van de gemeente. Op 7 mei 2024 heeft de gemeenteraad gekozen voor het scenario ‘Vitaal Bladel, alles bij de hand’ voor de omgevingsvisie van de gemeente Bladel als geheel, waarbij specifiek voor de kernen Hoogeloon, Casteren en Netersel ook oog is voor het toekomstscenario ‘Landelijk wonen in Bladel’. Deze scenario’s vormen, samen met het huidige beleid, de basis voor deze visie. In de bijlage zijn de resultaten van de inwonersraadpleging en de toekomstscenario’s te vinden.
6 juli 2023 - raadsvergadering
Startdocument omgevingsvisie, met verzamelde beleid, ter kennisgeving aangenomen
Ingestemd met procesvoorstel voor vervolgstappen
18 september t/m 16 oktober 2023 inwonersraadpleging
25 maart – raadsinformatiebijeenkomst omgevingsvisie
7 mei - raadsvergadering
Besluit toekomstscenario ‘Vitaal Bladel, alles bij de hand’, waarbij specifiek voor de kernen Hoogeloon, Casteren en Netersel ook oog is voor het toekomstscenario ‘Landelijk wonen in Bladel’.
19 december 2024 - raadsvergadering behandeling concept-ontwerp omgevingsvisie
7 maart t/m 17 april 2025 - ter inzagelegging ontwerp omgevingsvisie
25 september 2025 - vaststelling omgevingsvisie door gemeenteraad
De gemeenteraad heeft gekozen voor een gebiedsgerichte aanpak van de omgevingsvisie. Deze aanpak stimuleert een integrale benadering van de fysieke leefomgeving, terwijl er aandacht blijft voor verschillende relevante thema’s. Daarom zijn in deze visie eerst de opgaven en ambities in verschillende thema’s uiteengezet en vervolgens vertaald naar uitgangspunten per deelgebied.
Na de inleiding over de omgevingsvisie in het algemeen, wordt het proces beschreven hoe deze visie tot stand is gekomen (hoofdstuk 1). Daarna volgt een gemeentebrede gebiedsbeschrijving, met een historische context, het Bladel van nu en de trends en ontwikkelingen (hoofdstuk 2). Vervolgens komen de opgaven en ambities aan bod. Deze zijn verdeeld in een zestal thema’s: leefomgeving, wonen, economie, mobiliteit, natuur en klimaat en transitie agrarische sector. Elk thema wordt ingeleid met de belangrijkste ontwikkelingen en opgaven. Daarbij zijn de ambities per thema beschreven en schematisch op de kaart weergegeven. Dit wordt gevolgd door een visiekaart waarin de ambitiekaarten van de verschillende thema’s zijn samengevoegd (hoofdstuk 3).
De opgaven en ambities naar thema worden per deelgebied in kaart gebracht. Hierbij zijn de volgende deelgebieden gehanteerd: centrumgebieden, grote kernen, kleine kernen, bedrijventerreinen, buitengebieden en natuurgebieden. Per deelgebied wordt een korte gebiedsbeschrijving gegeven en de uitgangspunten duidelijk uiteengezet (hoofdstuk 4). Tot slot wordt beschreven hoe de omgevingsvisie in uitvoeringsprogramma’s kan worden uitgewerkt en aangepast kan worden in de tijd (hoofdstuk 5).
De gemeente Bladel is in 1997 ontstaan door een fusie van de voormalige gemeenten Bladel en Netersel met Hoogeloon, Hapert en Casteren. Samen met de gemeenten Eersel, Reusel-De Mierden, Bergeijk en Oirschot maakt onze gemeente deel uit van de Kempengemeenten.
De gemeente Bladel bestaat uit vijf kernen te midden van agrarisch gebied, bossen en het beekdal van de Grote Beerze. De ligging van de kernen hangt historisch samen met de goede vestigingsmogelijkheden op de overgang tussen hoge en lage gronden. De hoge gronden waren geschikt als bouwgrond, terwijl de lage gronden werden gebruikt als weidegebied. De ontwikkeling van de kernen hing in het verleden samen met de noord-zuidrichting van de wegen parallel aan de beekdalen.
Tot de aanleg van de tramlijn Eindhoven-Reusel in 1897 lagen de dorpen in de Kempen erg geïsoleerd. Het gebied werd voornamelijk gebruikt voor landbouw. Begin jaren ’20 werd dit gestimuleerd doordat de omgeving aangewezen werd als landbouw-ontwikkelingsgebied en veel Gelderse boeren, met name uit de Achterhoek, de gelegenheid kregen heidevelden te ontginnen tot landbouwgebied. Naast de landbouw bloeide ook de sigarenindustrie op, doordat meerdere fabrieken zich in de tweede helft van de negentiende eeuw in de omgeving hadden gevestigd.
De aanleg van de tramlijn bevorderde de komst van de industrie. In 1959 werd Bladel aangewezen als ontwikkelingskern en kon daardoor financiële faciliteiten bieden aan nieuwe industrieën. Met de aanleg van de tramlijn en later de provinciale weg N284 veranderde de ontwikkelrichting van de gemeente Bladel van een noord-zuidrichting naar een oost-westrichting.
Vanaf de jaren ‘80 zijn vooral de kernen Bladel en Hapert flink gegroeid. In 2000 besloten de vier Kempische gemeenten Bladel, Reusel-De Mierden, Eersel en Bergeijk om een nieuw bedrijventerrein op te richten aan de zuidkant van Hapert: Het Kempisch Bedrijvenpark (KBP). Daarbij is als voorwaarde gesteld dat er een aansluiting zou moeten komen op de rijksweg A67. In 2011 is die verbindingsweg N284 van Hapert tot de A67 gerealiseerd.

De gemeente Bladel telt 20.985 inwoners (CBS 2024, voorlopig), verdeeld over 9.128 huishoudens (CBS 2024). Bijna de helft daarvan woont in de kern Bladel (circa 10.000 inwoners) en ongeveer een kwart (circa 5.600 inwoners) in Hapert. Van de huishoudens is zo’n 31% alleenstaand, 34% is samenwonend met kinderen en nog eens 35% is samenwonend zonder kinderen. Verspreid over ongeveer 7.562 hectare grond, is de gemeente Bladel met circa 279 inwoners per km² landoppervlakte relatief dunbevolkt (gemiddelde in Noord-Brabant is 536 inwoners per km²). In gemeente Bladel wonen relatief veel ouderen. Het aantal 65-plussers bedraagt 22,7%, tegen 20,2% landelijk. Hierbij valt een onderscheid op: in Hapert en Bladel wonen relatief veel ouderen ten opzichte van de drie kleine kernen.

Bladel is onderdeel van Brainportregio: een samenwerking tussen 21 gemeenten in het zuidoosten van Brabant, met Eindhoven als centrumgemeente. De regio geldt binnen Europa als een van de meest toonaangevende kennis- en innovatieregio’s en is met de aanduiding Brainportregio door het kabinet aangewezen als sleutelgebied voor de nationale economie. De regio onderscheidt zich door een hoge mate van research en development in combinatie met industriële- en hoogtechnologische bedrijvigheid. Afgelopen jaren werd duidelijk dat de regio veel harder groeit dan verwacht, de regio maakt een schaalsprong.
Bij het inrichten van de omgeving met het oog op welzijn, wordt vaak eerst gedacht aan het verbeteren van de toegankelijkheid van openbare ruimtes. Maar welzijn is veel meer dan dat. De fysieke leefomgeving speelt een cruciale rol bij het versterken van het welzijn van inwoners. Een goed ontworpen leefomgeving kan preventief werken en daarmee veel problemen op het gebied van welzijn voorkomen. Zo biedt de leefomgeving ruimte om verschillende partijen zowel inhoudelijk als fysiek samen te brengen. Dit gaat niet alleen over de ontwikkeling van de fysieke infrastructuur, maar ook over het creëren van een gevoel van veiligheid en het beschikbaar stellen van voorzieningen en ontmoetingsplekken in de directe omgeving.
De grote kernen Bladel en Hapert hebben een meer stedelijk karakter, met veel woningbouw, voorzieningen en bedrijven, in vergelijking met de kleinere kernen Hoogeloon, Casteren en Netersel. Hapert en Bladel beschikken over een breed voorzieningenaanbod en vervullen een bovenlokale functie. De kleine kernen Hoogeloon, Casteren en Netersel kenmerken zich door kleinschaligheid en landelijke bebouwing. Vooral in de kleine kernen waarderen de inwoners de sterke sociale cohesie.
De kernen van gemeente Bladel liggen te midden van agrarisch gebied, bossen en beekdalen. De groene, landelijke uitstraling is karakteristiek voor de omgeving, evenals de langgevelboerderijen, kerkgebouwen en lintbebouwingen. Het cultuurhistorische erfgoed is belangrijk voor het woon- en leefklimaat en de aantrekkingskracht van onze gemeente. De monumentale gebouwen en gebieden en het historisch groen, geven de dorpen een duidelijke eigen identiteit. Dit draagt bij aan de aantrekkingskracht van onze gemeente.
De groene, landelijke omgeving biedt veel ruimte voor sport en recreatie. Zowel binnen als buiten de kernen is er genoeg ruimte voor beweging en ontspanning. De omgeving nodigt uit om naar buiten te gaan en elkaar te ontmoeten. De mate waarin mensen en groepen mensen interactie hebben, is van groot belang voor de sociale cohesie. Deze interactie wordt gestimuleerd door de aanwezigheid van diverse voorzieningen. Zo beschikken alle kernen van de gemeente Bladel over een gemeenschapshuis, scholen en sportaccommodaties. De sociale samenhang in de gemeente Bladel is sterker dan het landelijk gemiddelde (waarstaatjegemeente.nl). De sociale cohesie, de landelijke woonomgeving, het groen en het voorzieningenniveau in de gemeente worden door inwoners gewaardeerd.

In de gemeente staan 9.170 woningen. Bijna driekwart van de woningvoorraad bestaat uit koopwoningen, fors meer dan het landelijke gemiddelde van 57%. In verhouding gaat dat relatief vaak om (grote) grondgebonden koopwoningen. Er is een overschot aan grotere grondgebonden woningen en een tekort aan woningen voor één- of tweepersoonshuishoudens. Het gemiddelde oppervlakte van woningen is met 155m² hoger dan het landelijk gemiddelde van 120m². De gemiddelde WOZ-waarde was in 2023 in Bladel 409.000 euro, vergeleken met 369.000 euro landelijk (CBS 2023). Daarentegen wordt per m² in Bladel gemiddeld 3.300 euro betaald, tegenover circa 3.900 nationaal. In vergelijking met het landelijke gemiddelde van 43% huurwoningen, is in de gemeente Bladel slechts 26% van de woningen huurwoningen. Van deze huurwoningen is 15% sociale huur, terwijl dit landelijk 29% is.

Gemeente Bladel is het economisch hart van de Kempen. Dat blijkt duidelijk uit de cijfers. Per 1000 inwoners zijn er 1030,8 banen beschikbaar wat aanzienlijk hoger is dan het landelijk gemiddelde van 761,9 (CBS 2023).
De industrie in onze gemeente maakt onlosmakelijk deel uit van de industriële sector in de totale Brainportregio. Deze bedrijven zijn veelal gevestigd op de bedrijventerreinen langs de N284 zoals het KBP, Bedrijventerrein Hapert, De Sleutel en Bedrijventerrein De Beemd/Leemskuilen. Niet verwonderlijk dat de lokale banensector voor 38% door de industrie gefaciliteerd wordt (LISA 2023). In vergelijking met het landelijke percentage is dit ruim 20% hoger. In onze gemeente hebben we ruim 200 hectare aan bedrijventerrein. Daarnaast wordt er in Bladel gemiddeld meer gewerkt in de agrarische sector en de handel. De dienstverlenende sector vertegenwoordigd procentueel een lager deel van de lokale banensector dan landelijk gezien.

Niet alleen de industrie richt zich meer op de grote kernen, ook het winkelaanbod concentreert zich voornamelijk in Bladel en Hapert. Het totale winkeloppervlak in de gemeente bedraagt 27.462m² verdeeld over 156 verkooppunten (Locatus 2024). In de kleine kernen Hoogeloon, Casteren en Netersel staat het behoud van winkelvoorzieningen sterk onder druk. De grote kernen hebben naast detaillisten ook supermarkten.
Een divers aanbod van horeca- en recreatievoorzieningen zitten daarentegen wel wat meer verspreid. De vrijetijdssector is met ongeveer 2,3 miljoen overnachtingen een belangrijke economische motor in de Kempen. De gemeente Bladel levert met jaarlijks ruim 700.000 overnachtingen een belangrijk aandeel in het totaal aantal overnachtingen. Vakantiepark Het Vennenbos en recreatiepark De Achterste Hoef hebben hierin een belangrijk aandeel.
De ruimtelijke hoofdstructuur van de gemeente Bladel bestaat tegenwoordig uit het geheel van woongebieden, bedrijventerreinen en clusters van voorzieningen in en rond de kernen Bladel en Hapert, langs de N284. Deze bebouwing heeft een veel hogere dichtheid dan de kleine kernen en maakt deel uit van een regionale hoofdstructuur die zich door de jaren heen langs de N284 en de verbindingsweg naar Eindhoven heeft ontwikkeld. Hierdoor kent de provinciale weg tijdens de spitsuren een hoge verkeersdruk. Deze hoofdstructuur loopt als een kralensnoer van Reusel naar Bladel, Hapert, Duizel, Eersel, Steensel en vervolgens naar Veldhoven en Eindhoven.
Eindhoven en Tilburg zijn, naast de auto, ook per bus bereikbaar. Er rijden tussen de twee en zes bussen per uur naar Eindhoven, afhankelijk van het tijdstip. In ongeveer vijf kwartier kunnen reizigers in het centrum van Eindhoven zijn. Ook naar Tilburg gaan er (via Reusel) ongeveer twee bussen per uur. Reizigers kunnen in ongeveer één tot anderhalf uur in het centrum van Tilburg staan.
Fietspaden zorgen ervoor dat inwoners zich snel en veilig tussen de kernen kunnen verplaatsen. Voetgangers en fietsers kunnen zich ook binnen de kernen veilig bewegen. In het buitengebied zijn er diverse fiets- en wandelroutes die het mogelijk maken van de omgeving te genieten.
De vijf dorpskernen van de gemeente Bladel zijn van oudsher gebouwd op de hoge gronden rond de beekdalen. Vanwege de toenemende behoefte aan woningen wordt meer gebouwd aan de randen van de beekdalen. Veel van de oorspronkelijke waterstructuren tussen landbouwpercelen en dorpskernen zijn gedempt door ruilverkaveling en waterbeleid gericht op waterafvoer. Dit heeft aanzienlijke gevolgen gehad voor de waterhuishouding van de gemeente.
Het groene en landelijke karakter van de omgeving is erg belangrijk voor gemeente Bladel. Denk aan de karakteristieke landbouwpercelen, bos- en heidegebieden als de Cartierheide, Neterselse heide, Kroonvensche heide, natuurgebied De Pals en natuurpark De Groote Beerze. Deze gebieden zijn belangrijk voor het behoud van biodiversiteit, aangezien zij onderdak bieden aan verschillende planten- en diersoorten. Daarnaast spelen de natuurgebieden en landbouwpercelen een vitale rol in het watersysteem, vanwege de waterbehoefte van de vegetatie en gewassen in droge perioden en de bergingscapaciteit in natte perioden. De groene en landelijke gebieden bieden bovendien ruimte voor recreatie, sport, rust en ontspanning.
De gemeente Bladel is al geruime tijd bezig met verduurzaming van het energieverbruik. Uit de klimaatmonitor van CBS blijkt dat in 2022 de woningen in gemeente Bladel 11,5 miljoen m3 gas (temperatuur gecorrigeerd) verbruikten. Dit is al een aanzienlijke reductie ten opzichte van de 14,3 miljoen m3 gas dat in 2008 werd verbruikt, zeker gezien de toename in het aantal woningen. Eind 2023 had bovendien 41% van de woningen in gemeente Bladel zonnepanelen op het dak. Ook het energieverbruik van de landbouw laat een dalende trend zien. De combinatie van toename van elektrische apparatuur en de verhoogde efficiëntie in het energieverbruik zorgt ervoor dat de industrie haar energieverbruik gelijk kan houden.
De agrarische sector is van oudsher belangrijk in onze gemeente. Nog altijd is een groot deel van de oppervlakte van de gemeente agrarisch gebied. Door economische ontwikkeling en regelgeving vanuit de overheid is dit echter aan het veranderen. Hierdoor neemt de oppervlakte agrarisch gebied af. Ook het aantal agrarische bedrijven is in de afgelopen jaren sterk afgenomen.

Veel bedrijven in het buitengebied zijn al een andere weg ingeslagen vanwege strengere regelgeving en veranderende product- of productie-eisen. Maatschappelijk gewenste initiatieven, vooral op het gebied van zorg en recreatie, hebben op deze locaties een plek gekregen. Ook in de nabije toekomst is de verwachting dat veel agrariërs overwegen te stoppen of op een andere manier verder willen gaan. Hierdoor verandert de ruimtelijke invulling van het buitengebied geleidelijk.
De regio maakt een schaalsprong. In de regio Zuidoost-Brabant wordt een aanzienlijke bevolkingsgroei verwacht. Hoewel de natuurlijke aanwas op dit moment negatief is (er zijn meer sterfgevallen dan geboorten) en dit effect tot 2040 alleen maar groter zal worden, zorgt de economische groei van de Brainportregio voor een toename van de bevolking. Deze bevolkingsgroei is dus te danken aan de economische groei van de Brainportregio, die de komende jaren naar verwachting zal blijven toenemen, tenzij er abrupte veranderingen optreden. In Zuidoost-Brabant wordt een bevolkingsgroei van 12,8% verwacht tot 2040, vergeleken met 2023 (Provincie Brabant).
Daarnaast hebben we te maken met een dubbele vergrijzing, wat duidelijk te zien is in de huishoudontwikkeling. Het aantal ouderen (65 jaar en ouder) neemt sterk toe, en mensen worden gemiddeld ouder. Tegelijkertijd neemt het aantal jongeren (35 jaar en jonger) af.
De schaalsprong van de regio Zuidoost-Brabant betekent ook een toename van het aantal inwoners van de gemeente Bladel. De bevolkingsgroei en de vergrijzing zal de gemeente Bladel de komende jaren doen veranderen. Dit zal niet alleen resulteren in een toename van de vraag naar woningen, maar ook een aanpassing vragen van onze infrastructuur, het voorzieningenniveau en het zorgaanbod.
De vraag naar zorg blijft groeien. Steeds meer mensen zullen te maken krijgen met hart- en vaatziekten, dementie en problemen aan de gewrichten. Het aandeel mensen dat langdurig intensieve zorg ontvangt in gemeente Bladel zal in 2040 meer dan verdubbeld zijn (Registraties CAK (via CBS Remote Access), bewerking en projecties RIVM, op RIVM Regiobeeld, z.j.b).
Anderzijds hebben we ook te maken met krapte op de arbeidsmarkt. Prognoses van de GGZ, waarbij verwachte veranderingen in het (landelijke) beleid zijn opgenomen, schatten dat het arbeidstekort van 43.400 in 2023 verder zal oplopen naar een tekort van 190.000 personen in de zorg in 2033 (prognosemodel Zorg en Welzijn, z.j.; Ministerie van VWS, 2023).
Door de toenemende vergrijzing, de bevolkingsgroei en de krapte op de arbeidsmarkt voor zorgpersoneel, staat de zorg onder druk. Er wordt in grotere mate een beroep gedaan op eigen kracht en eigen netwerk (brede visie welzijn, 2024). Inwoners worden geacht zo lang mogelijk thuis te blijven wonen, al dan niet met behulp van mantelzorgers. Gemeente Bladel biedt mantelzorgers adequate ondersteuning en laat de waardering blijken voor hun inzet. De gemeente Bladel is een aantrekkelijke gemeente voor zorgprofessionals om zich te vestigen. Zo blijven de basiszorgvoorzieningen in alle kernen in stand en is er voldoende zorg beschikbaar in met name de grote kernen.
De druk op de zorg is een onderwerp dat veel inwoners van de gemeente Bladel bezighoudt. De druk is hoog op zowel de professionele zorg als op het eigen netwerk. Door vergrijzing, bevolkingsgroei en krapte op de arbeidsmarkt is het steeds lastiger voldoende zorgpersoneel te vinden. Hierdoor ontstaan zorgtekorten en wachtlijsten waar inwoners last van hebben. Inwoners vinden de toegang tot huisartsenzorg en andere zorgprofessionals erg belangrijk. Er is behoefte aan zorgondersteuning in elke kern en het vergroten van zichtbaarheid en laagdrempeligheid van hulpinstanties. Door tekorten in de zorg wordt het belang van het voorliggende veld en de inzet van informele zorg benadrukt. Maatschappelijke organisaties dienen hiervoor ondersteund te worden en er dient realistisch gekeken te worden naar hoe vrijwilligers wel of niet ingezet kunnen worden.
De groei van de Brainportregio trekt steeds meer mensen naar onze regio. Hierdoor staat de woningmarkt onder druk, ook in gemeente Bladel. Woningprijzen stijgen, waardoor starters en jonge gezinnen steeds moeilijker een woning kunnen vinden. De vraag naar betaalbare woningen, zowel koop als huur, is groot. Dit vraagt om snelle woningbouw en het voorkomen van verdringing. Maar ook om een transitie naar betaalbaar bouwen, zodat mensen met een lager inkomen ook een woning kunnen vinden in onze gemeente.
De huidige bevolking groeit niet alleen, maar vergrijst ook. De woningen waarin senioren wonen, zijn vaak op termijn niet meer geschikt. Bijvoorbeeld omdat ouderen de trap niet meer op kunnen of omdat er in hun woonomgeving geen passende voorzieningen zijn. Senioren kunnen daardoor in een complexe situatie komen omdat het juiste aanbod er (nog) niet is.
Om in te spelen op deze krapte op de woningmarkt en de veranderende behoeften, heeft de gemeenteraad het doel gesteld om 2.900 woningen bij te bouwen tot 2040 (Keuzenota woningbouw 2022). Het beter benutten van de huidige woningvoorraad draagt hier ook aan bij, bijvoorbeeld door woningsplitsing. Inbreiden blijft namelijk de voorkeur hebben boven uitbreiden. Om voldoende woningen te realiseren, zal er echter ook aan de randen van de kernen uitgebreid moeten worden.
De economische activiteiten van Brainportregio, en in het bijzonder ASML, hebben grote invloed op de economische en fysieke groei van onze (sub)regio. In 2023 nam ASML bijna 10.000 werknemers aan. Er wordt verwacht dat een nieuwe locatie nog eens 20.000 medewerkers zal aantrekken. Met het project Beethoven ondersteunt de rijksoverheid deze ontwikkeling en stimuleert verdere groei. Deze economische groei biedt zowel kansen als uitdagingen.
Er is veel werkgelegenheid in de gemeente Bladel en omgeving. ASML en de Brainportregio zorgen daarbij voor een groot aanbod aan banen, vooral in de technische sector. Niet alleen ASML zelf, maar ook de toeleveranciers en partners die in de regio zitten, dragen hieraan bij. Hierdoor blijft Bladel het economische hart van de Kempen, met een bloeiende maakindustrie. Als er geen abrupte veranderingen plaatsvinden, zal de werkgelegenheid goed blijven.
Niet alleen op bedrijventerreinen groeit de Bladelse economie. De centra van de grote kernen behouden hun aantrekkingskracht, wat zorgt voor gezellige en aantrekkelijke dorpscentra. De vestiging van een extra supermarkt in Bladel biedt de consumenten meer keuze in hun dagelijkse boodschappen. De gemeente Bladel wil daarnaast een strategische impuls geven aan innovatieve bedrijven en een goed ondernemersklimaat behouden. De voorkeur gaat uit naar bedrijven met lokale binding en die sociaal-maatschappelijke meerwaarde leveren.
De groei van de economie en de bevolking in de Brainportregio zorgt ook voor een toenemende mobiliteitsvraag. De meeste vervoersbewegingen van en naar de Kempengemeenten gaan nog per auto. Voor gemeente Bladel is dit met name op de N284 te merken. Het stimuleren van fietsgebruik, deelauto’s, carpoolen en het openbaar vervoer (OV), kan helpen de toenemende verkeersdruk te beperken omdat dit het aantal autoritten vermindert.
Er verandert veel op het gebied van mobiliteit. Een groeiend aandeel elektrische auto’s en hybride auto’s vormt het straatbeeld. Vanaf 2035 komen er alleen nog maar auto’s op de markt die geen CO2 uitstoten. Het doel van de EU is om de vervoerssector tegen 2050 koolstofneutraal te maken. Voor kleinere afstanden wordt ook vaker de fiets gebruikt. De e-bike is tegenwoordig een goed alternatief voor de auto om van dorp naar dorp te reizen. Goede (snel)fietspaden en fietstunnels helpen de mobiliteit van het langzame verkeer te verbeteren.
Klimaatverandering wordt veroorzaakt door broeikasgassen die vrijkomen, zoals CO2 en methaan. Deze gassen komen vrij bij het gebruik van fossiele brandstoffen zoals steenkool, benzine en aardgas. Ze versterken het vermogen van de atmosfeer om zonnewarmte vast te houden, waardoor de gemiddelde jaartemperatuur wereldwijd stijgt. Dit leidt tot klimaatverandering en extreme weersomstandigheden. De klimaatscenario’s van het KNMI (2023) voorspellen nattere en mildere winters, langere perioden van droogte, meer tropische dagen en hevigere piekbuien in de zomers.
Het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen kan klimaatverandering afremmen. Gemeente Bladel werkt hieraan samen met anderen. In 2015 is op de Conference of Parties (CoP) in Parijs een mondiaal klimaatakkoord gesloten, waarin landen afspraken maatregelen te nemen om de mondiale temperatuurstijging onder de 2°C te houden. Deze doelstellingen zijn in Nederland overgenomen en uitgewerkt in de Klimaatwet, met concrete doelen voor CO2-reductie in 2030 en 2050.
Het huidige watersysteem in gemeente Bladel, bestaande uit oppervlaktewater, grondwater, vuilwater en regenwater, is niet voorbereid op de extremere weersomstandigheden. De voorspelde nattere winters en de hevigere piekbuien zomers hebben impact op onze watersystemen. Ook de natuur- en groenstructuren in onze gemeente zijn nog niet voldoende klimaatrobuust. Zonder maatregelen kunnen we in de toekomst vaker te maken krijgen met wateroverlast, droogteschades en hittestress.
De energietransitie is de overgang van het gebruik van fossiele energie naar hernieuwbare energie, zoals elektriciteit, waterstof en geothermie. In Gemeente Bladel is er vanwege de lokale bodemopbouw wellicht potentie voor (diepe) geothermie, maar ook voor open bodemenergiesystemen. De technieken voor gebruik van waterstof zijn momenteel nog niet ver genoeg ontwikkeld voor grootschalige toepassing. Daarom richt de gemeente Bladel zich op het elektrificeren van het energieverbruik en het opwekken van fossielvrije elektriciteit. Door de toenemende vraag en het aanbod van elektriciteit komt de huidige capaciteit van het elektriciteitsnetwerk onder druk te staan. Dit noemen we netcongestie. Totdat de elektriciteitsnetwerken kunnen worden verzwaard en vraag en aanbod van elektriciteit beter in balans zijn, kunnen bedrijven en woningen niet worden aangesloten op het elektriciteitsnet en kan stroomuitval vaker voorkomen. Innovatieve oplossing zoals een energyhub, waarmee stroom efficiënter verdeeld kan worden, kunnen bijdragen aan het beter in balans brengen van het energienetwerk.
De transitie in het buitengebied zet door. Steeds meer agrarische bedrijven kiezen voor een andere vorm van bedrijfsvoering. Hierdoor ontstaan er meer recreatie- en zorginitiatieven op daarvoor geschikte locaties in het landelijk gebied. Zo verandert de beleving van het buitengebied van gemeente Bladel geleidelijk. De indeling en functie van het Bladels buitengebied zullen er anders uit gaan zien.
Het aantal agrariërs is in de afgelopen twintig jaar sterk afgenomen, en de verwachting is dat deze trend zal doorzetten. Voor toekomstige bedrijven is een zo duurzaam mogelijke bedrijfsvoering en levensvatbaar perspectief het doel. Agrariërs zullen, in overleg met de gemeente Bladel, zich vestigen op de meest geschikte locaties voor een duurzame en toekomstbestendige bedrijfsvoering, gebaseerd op een bodem- en watersturend beleid. Dit zorgt ervoor dat het vestigingsklimaat voor de agrarische sector goed blijft en dat het buitengebied een betere klimaatbestendige indeling krijgt.
Het behouden en ontwikkelen van de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied staan centraal. De groene omgeving van gemeente Bladel stimuleert beweging, wat zowel de fysieke als de mentale gezondheid bevordert. Een groen, landelijk gebied geeft schaduw, voorkomt hittestress en vangt water op, houdt het vast en voert het geleidelijk af tijdens aanhoudende regenval. Dit is niet alleen prettig voor een aantrekkelijk buitengebied, maar ook goed voor de biodiversiteit en belangrijk voor kwalitatieve landbouw.
De gemeente Bladel zal de komende decennia aanzienlijk veranderen door de ontwikkelingen zoals beschreven in hoofdstuk 2.3. Deze trends en ontwikkelingen brengen grote opgaven met zich mee, bijvoorbeeld op het gebied van wonen, klimaat en mobiliteit. Door de opgaven te benoemen en daarbij ambities te formuleren kunnen we als gemeente proberen richting te geven aan de grote veranderingen die op ons afkomen.
In dit hoofdstuk worden de opgaven voor verschillende thema’s benoemd en worden de ambities van de gemeente beschreven om met die opgaven om te gaan. Waar mogelijk zijn de ambities per thema ook visueel op een kaart weergegeven. Na de zes thema’s volgt hoofdstuk 3.7, waarin de ambities van de afzonderlijke thema’s zijn samengevoegd en integraal op de kaart gepresenteerd. Deze visiekaart schetst in grote lijnen de wenselijke ontwikkelrichting van de gemeente Bladel tot 2040.
Door de schaalsprong zal het aantal inwoners in de regio toenemen, wat ook druk zal opleveren voor de gemeente Bladel. Door de vergrijzing komen er meer oudere inwoners bij, wat leidt tot meer één- of tweepersoonshuishoudens. De zorginfrastructuur zal hierdoor ingrijpend veranderen, aangezien er meer mensen zorg nodig zullen hebben, terwijl er relatief minder mensen beschikbaar zijn om die zorg te verlenen. Dit zal een groter beroep doen op informele zorg en mantelzorg, wat weer invloed heeft op de infrastructuur en voorzieningen.
Het behouden en verbeteren van de kwaliteit van leven binnen de gemeente Bladel en het vitaal houden van onze dorpen.
De leefomgeving draagt bij aan een sterke sociale cohesie en biedt ruimte voor verenigingen en gemeenschapsinitiatieven.
Er zijn voldoende plekken waar inwoners kunnen bewegen en ontspannen en waar ze buurtgenoten kunnen ontmoeten.
De openbare ruimte en voorzieningen zijn toegankelijk en goed bereikbaar voor alle inwoners.
We investeren in een goed voorzieningenniveau, waarbij de kleine kernen beschikken over basisvoorzieningen en waar Hapert en Bladel een uitgebreid voorzieningenaanbod hebben. Dit voorzieningen aanbod laten we meebewegen met het inwoneraantal.
Elke kern in de gemeente Bladel blijft beschikken over een multifunctionele accommodatie, sportpark en basisschool.
De gemeente Bladel heeft de ambitie om een aantrekkelijke omgeving te zijn voor recreanten.

Alle kernen van de gemeente Bladel beschikken over een locatie voor primair onderwijs, een gemeenschapshuis en sportvoorzieningen. De voorzieningen bewegen mee met de groei van het aantal inwoners. Waar mogelijk wordt vooruitlopend op deze groei rekening gehouden met de ontwikkeling van de voorzieningen. Voor medische voorzieningen kunnen inwoners terecht bij huisartsenpraktijken in Hapert, Bladel en Hoogeloon. Het compensatiebeginsel vereist dat gemeenten voorzieningen treffen die mensen met een beperking in staat stellen te participeren in de samenleving. De gemeente Bladel maakt daarom algemene voorzieningen en de openbare ruimte toegankelijker. Een ‘handicap’ wordt niet gezien als een eigenschap van een persoon, maar als een gebrek in de fysieke en maatschappelijke omgeving.
In de gemeente Bladel zijn diverse onderwijsmogelijkheden aanwezig. We streven naar passend onderwijs dichtbij huis en een doorgaande leerlijn. We zorgen voor onderwijshuisvesting in gezonde, veilige en stimulerende gebouwen en bevorderen het multifunctionele gebruik van schoolgebouwen. Voorschoolse educatie is voldoende aanwezig in de gemeente Bladel.
Elke kern beschikt over een binnensportaccommodatie en sportpark; deze accommodaties zijn kwalitatief goed en passend. We stimuleren het gecombineerd gebruik van beschikbare accommodaties, bijvoorbeeld door het realiseren van een multifunctioneel sportcentrum in Bladel (Egyptische Poort). Voor kinderen is naast het sporten ook buitenspelen van groot belang in hun ontwikkeling. Het draagt bij aan de ontwikkeling van motorische vaardigheden, ontplooien van creativiteit, sociale interactie en natuurlijk bewegen. Voor oudere jeugd moet het speel- of sportaanbod leiden tot ontmoeting, talentontwikkeling en ontplooiing, competitief bezig zijn, samen sporten en een zinvolle tijdbesteding. Om ontmoeting tussen jongeren verder te stimuleren realiseren we jongerenontmoetingsplekken in de MFA’s in Hapert en Bladel. Het doel is om divers, uitdagend en toegankelijk speelaanbod voor alle kinderen en jongeren te creëren. Er is voldoende formele speelruimte (uitgesplitst per kern of wijk) wanneer minimaal 75% van de kinderen of jongeren van dezelfde doelgroep uit dezelfde wijk of kern een speelvoorziening binnen hun bereik heeft.
De gemeente wil de leefbaarheid in de kleine kernen stimuleren en faciliteren, onder andere door de sociale cohesie te versterken en voorzieningen toegankelijker te maken. We spelen in op de grotere vraag naar zorg voor ouderen door middel van een MFA in elke kern, wat we als instrument zien om de sociale cohesie te faciliteren en te stimuleren.
Het erfgoed in de gemeente Bladel kreeg vorm dankzij haar inwoners en het omliggende landschap. Dit erfgoed vormt de basis van onze identiteit en is bepalend voor het karakter van onze kernen. Het doel is om zoveel mogelijk Bladels erfgoed te behouden voor de toekomst door instandhouding en beheer actief te stimuleren en waar nodig te ondersteunen. We beschermen het cultuurlandschap in onze gemeente door het op de juiste wijze in te richten, te beheren en zo nodig te restaureren. Verleden krijgt toekomst door educatie. We willen meer mensen kennis laten maken met het erfgoed door de aanwezige cultuurhistorische waarden als inspiratiebron te gebruiken en op een verantwoorde wijze in nieuwe ontwikkelingen in te passen.
Een samenleving heeft altijd te maken met risico’s. Wij noemen dit omgevingsveiligheidsrisico’s. Denk hierbij aan risico’s als gevolg van klimaatverandering, de energietransitie, evenementen en externe veiligheid. Ons streven is dat iedereen die in onze gemeente woont of werkt op de hoogte is van aanwezige risico’s, hoe ze zich op deze risico’s kunnen voorbereiden en wat ze kunnen doen in het geval van een crisissituatie. Om een fysieke veilige leefomgeving te kunnen verzekeren worden de kernwaarden voor omgevingsveiligheid, zoals geformuleerd door de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost, door gemeente Bladel gehanteerd.
Bewoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties hebben een eigen verantwoordelijkheid in het veiliger maken van hun buurt, maar moeten ook kunnen rekenen op een krachtige overheid die hierin de regie pakt. Inwoners, bedrijven en organisaties zijn actief en helpen mee aan een veilige, leefbare en gezonde leefomgeving. Wij willen in samenwerking met de inwoners en professionele partijen de risico’s op overlast en criminaliteit in de woonomgeving voorkomen of beperken (preventie) en aanwezige overlast en criminaliteit bestrijden (repressie). We hebben het dan met name over bescherming tegen elkaar en ongewenst gedrag. Daarnaast speelt ook fysieke veiligheid een rol. Denk hierbij aan het verbeteren van de verkeersveiligheid in onze wijken, dorpen en op de provinciale wegen. Bij de planning en inrichting van de openbare ruimte kijken we ook naar hoe veilig een aanpassing is. Het (beoogde) gebruik van een locatie moet aansluiten bij de inrichting van de fysieke omgeving en vice versa.
We stellen de gezondheid van onze inwoners centraal. Wij streven naar een leefomgeving waarin jeugdigen kansrijk kunnen opgroeien en een omgeving die het gebruik van middelen vermindert en welzijn bevordert. Dit bereiken we bijvoorbeeld door het rookvrij maken van openbare ruimten zoals sportparken, speeltuinen en gemeenschapshuizen, en door gezondheid als thema actief op te nemen in onze omgevingsplannen.
Het welbevinden van onze inwoners, zowel mentaal als fysiek, is een belangrijke pijler. Een gezonde leefomgeving draagt bij aan minder stress en een positiever levensperspectief. Vitaal ouder worden omvat zowel lichamelijke als sociale en mentale vitaliteit. Wij stimuleren voldoende beweging en goede voeding door een prikkelende leefomgeving en ondersteunen ouderen bij het opbouwen en onderhouden van sociale netwerken en zinvolle activiteiten. We nemen klimaatadaptieve maatregelen om de gevolgen van klimaatverandering te beperken voor mensen in een kwetsbare situatie. In de eerste plaats zorgen we voor een goed functionerend rioolstelsel, dat van essentieel belang is voor de volksgezondheid. Zowel in bebouwd gebied als in het buitengebied nemen we maatregelen om het riool- en watersysteem klimaatrobuust te maken.
Daarnaast nemen we klimaatadaptieve maatregelen om de kwetsbare situaties van inwoners bij klimaatverandering te verminderen. Dit omvat de voorbereiding van maatregelen tijdens hitteperiodes, zoals een lokaal hitteplan. Bij de inrichting van de fysieke leefomgeving beperken we gezondheidsrisico’s door te voorzien in voldoende schaduw, zonwering en de aanleg van meer groen in de kernen. Ook zetten we in op het wegnemen van drempels voor toegang tot zorg, ondersteuning, cultuur en sport, met speciale aandacht voor cultuursensitief en stresssensitief aanbod. Door samen te werken met maatschappelijke partners, zorgverzekeraars, bedrijven en inwoners, creëren we een gezonde leefomgeving voor alle inwoners van Bladel.
De gemeente heeft de taak om negatieve invloeden te beheersen (gezondheidsbescherming) en positieve invloeden te stimuleren (gezondheidsbevordering). Openbaar groen speelt hierbij een belangrijke rol. Bomen, struiken en planten zijn noodzakelijk in de openbare ruimte omdat ze bijdragen aan fijn wonen en leven. We streven naar een balans tussen landschappelijke en stedelijke ontwikkelingen. Daarnaast willen we groen zoveel mogelijk combineren met andere functies, zoals wateropvang. Ook willen we de bestaande laan- en wegbeplanting behouden en versterken, omdat deze samenhangt met de landschappelijke verbindingen tussen de kernen.
Door medische-milieukundige zorg beperken we de risico’s van milieufactoren en stimuleren we positieve omgevingsfactoren. Deze zorg omvat verschillende taken: het signaleren van ongewenste situaties, het adviseren over risico’s (in het bijzonder bij rampen of dreiging van rampen), het beantwoorden van vragen, het geven van voorlichting en het doen van onderzoek. De prioriteit ligt op gezonde gebiedsontwikkeling, fysieke veiligheid, crisisbeheersing en intensieve veehouderij. We willen zoveel mogelijk gezondheidsrisico’s beperken in onze woonomgeving. Elke ruimtelijke ontwikkeling in het buitengebied moet bijdragen aan een beter woon- en leefklimaat, met aandacht voor luchtkwaliteit (fijnstof, ammoniak, roet en stikstofdioxide), waterkwaliteit en geluids- en geurbelasting die voldoen aan de advieswaarden van de Gezondheidsraad, RIVM en GGD.
De groei van de Brainportregio trekt steeds meer mensen naar de regio. De sterke groei betekent een toename van het aantal inwoners van de gemeente Bladel, waardoor de woningmarkt in de gemeente Bladel onder druk staat. De stijgende woningprijzen maken het voor starters en jonge gezinnen steeds moeilijker om een woning te vinden. De behoefte aan betaalbare woningen is groot. Daarnaast leidt vergrijzing tot een toename van het aantal één- of tweepersoonshuishoudens, omdat er meer en oudere ouderen bijkomen.
Onze uitdaging is zowel kwantitatief als kwalitatief. We moeten niet alleen voldoende woningen bouwen, maar ook aandacht besteden aan de kwaliteit en typologie van deze woningen. Het is belangrijk dat inwoners langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. Daarnaast willen we voldoende woningen beschikbaar hebben voor speciale doelgroepen, zoals starters, zorgbehoevenden en arbeidsmigranten. De huidige woningvoorraad sluit niet goed aan bij de toekomstige demografische ontwikkelingen, wat betekent dat we zowel de bestaande voorraad beter moeten benutten als duidelijke kaders voor nieuwbouw moeten stellen. Daarmee omarmen we de schaalsprong in de regio.
Het realiseren van voldoende woningen met ruimte voor instroom van buitenaf en het beter aan laten sluiten van onze woningvoorraad bij de behoeften.
We zien in de gemeente Bladel voldoende ruimte voor groei met instroom van buitenaf. Het richtgetal is om 2.900 woningen toe te voegen ten opzichte van de huidige woningvoorraad (circa 9.000 woningen, peildatum 01‑01‑2023).
We laten de lokale behoefte per kern en concrete plannen bepalend zijn voor de verdeling van het aantal te bouwen woningen.
We stimuleren de realisatie van meer woningen aansluitend bij de behoefte, via nieuwbouw en transformatie.
Elke uitbreiding of verandering van bestemming in het buitengebied gaat gepaard met een kwaliteitsverbetering.
In Bladel en Hapert zetten we in op een divers woningaanbod, met bebouwing die zoveel mogelijk compact en geconcentreerd is rond voorzieningen.
In Hoogeloon, Casteren en Netersel ontwikkelen we voldoende woningen om aan de veranderende vraag te voldoen. We breiden vooral uit aan de randen van de kernen, met een lagere bebouwingsdichtheid.

Gemeente Bladel ligt in de dynamische Brainportregio, waar de bevolkingsgroei en economische groei naar verwachting de komende jaren zullen aanhouden. We willen voorkomen dat deze groei leidt tot verdringing van onze eigen inwoners. Daarom zien we in de gemeente Bladel voldoende ruimte voor verdere groei, met instroom van buitenaf. We omarmen de schaalsprong en kiezen er voor om meer te doen dan alleen onze lokale opgave te vervullen.
We bouwen voldoende woningen om mensen die verbonden zijn met onze dorpen een plek te kunnen bieden, bijvoorbeeld door het faciliteren van Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO). We willen onze woningbouwproductie uitbreiden en versnellen. We streven ernaar om 2.900 woningen toe te voegen aan de huidige voorraad van ongeveer 9.000 woningen (peildatum 01‑01‑2023). Dit aantal is geen doel op zich, maar als een strategische ambitie, gebaseerd op de groeipotentie en wensen van onze gemeente. Om dit te realiseren zoeken we nieuwbouwlocaties in de hele gemeente. In alle vijf dorpen zijn er woningbouwontwikkelingen gaande; dit zijn locaties waar de planvorming reeds is gestart. Daarnaast zijn er verschillende zoeklocaties voor woningbouw. Als de vraag naar woningen hoog blijft, beschouwen we deze zoeklocaties als de meest kansrijke gebieden voor toekomstige uitbreidingen. Op deze locaties vindt vanuit de gemeente op dit moment echter nog geen planvorming plaats.
We combineren inbreiden en uitbreiden en vinden dat het woningbouwprogramma niet evenredig plaats hoeft te vinden over de vijf kernen. De lokale behoefte per kern en concrete plannen zijn bepalend voor de verdeling. We sluiten op voorhand geen locaties uit voor gestapelde bouwvormen, ervan uitgaande dat (beeld)kwaliteit en inpasbaarheid van de bouwhoogte maatwerk vereisen.
In Bladel en Hapert ligt de focus op compacte bebouwing rondom voorzieningen. Voorbeeld hiervan is de herontwikkeling van de centrumlocaties in beide dorpen. Om aan de vraag te voldoen, worden in deze kernen ook uitbreidingsprojecten gerealiseerd, zoals De Groene Akkers, Egyptische Poort en Lange Trekken in Bladel, en Dennenoord II en Hapert-West in Hapert. In Hoogeloon, Casteren en Netersel bouwen we voornamelijk aan de randen van de kernen om aan de veranderende vraag te voldoen. We houden daarbij rekening met het behoud van het landelijke karakter en het bestaande groen in de wijken. Het gerealiseerde plan Akkerstraat in Hoogeloon is hiervan een voorbeeld, evenals nieuwe ontwikkelingen zoals Tussen de Dycken in Hoogeloon en de uitbreiding aan de Wagenbroeken in Casteren.
De bevolkingssamenstelling verandert. Hoewel er nu nog relatief veel gezinnen in de gemeente zijn, groeit het aandeel oudere huishoudens (65 jaar en ouder) snel, terwijl het aantal jongere huishoudens en gezinnen afneemt. Dit leidt tot een toename van kleine huishoudens (twee personen of minder). De huidige woningvoorraad is hier onvoldoende op voorbereid. Bladel heeft vooral grondgebonden eengezinswoningen (twee-onder-een-kap, vrijstaand, of rijwoningen), die steeds vaker door kleine huishoudens en ouderen bewoond zullen worden. Er is echter een tekort aan passend aanbod voor senioren. Starters en mensen met een laag inkomen zitten momenteel klem door de snel stijgende woningprijzen.
We zetten daarom in op gemengde woonwijken met woningen voor alle doelgroepen, zowel jong als oud. De nadruk ligt op starters en senioren, met speciale aandacht voor sociale huur en betaalbare koop. Voor de regionale vraag is er ook behoefte aan woningen in het duurdere segment, met name voor gezinnen. Voor senioren ligt de nadruk op toegankelijke woningen dichtbij voorzieningen, terwijl we voor starters kleinere, betaalbare koopwoningen nastreven.
We streven naar een samenleving waarin iedereen zoveel mogelijk de regie heeft over zijn eigen leven, zelfstandig kan wonen en kan deelnemen, ook wanneer er zorg- of ondersteuning nodig is. Om dit mogelijk te maken, willen we voldoende geclusterde woonconcepten en 24-uurszorg creëren voor senioren en andere doelgroepen. Deze woonvormen voor senioren willen we vooral in en rondom de centra van de grotere kernen of nabij voorzieningen realiseren. In de kleine kernen richten we ons op geclusterd wonen zonder intensieve zorg. Voor andere doelgroepen streven we naar spreiding en normalisering, zodat mensen regie over het eigen leven houden.
We besteden ook aandacht aan de woonopgave voor mensen met een zorgvraag in het algemeen. De gemeente Bladel wil deze mensen zo goed mogelijk ondersteunen, zodat ze zo lang mogelijk (zelfstandig) in hun eigen wijk of dorp kunnen blijven wonen.
De Brainportregio is de economische koploper van Nederland, met de sterkste economische groei van het land. Dit trekt veel buitenlandse werknemers aan die op zoek zijn naar een woning in de regio. De regionale woningvraag vanuit de Brainportregio verschilt in type en prijs van de lokale vraag, met een grotere behoefte aan gezinswoningen in het hogere koopsegment. Deze regionale vraag vult de lokale vraag aan.
Daarnaast zijn ook arbeidsmigranten belangrijk voor de lokale en regionale economie. We dragen bij aan het huisvesten van arbeidsmigranten door samen met bedrijven te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor de huisvesting van deze doelgroep.
Om de bouwproductie van woningen te versnellen en te vergroten, zijn we op zoek naar nieuwe locaties. We kiezen voor een combinatie van inbreiden en uitbreiden. Voor uitbreiding richten we ons vooral op de randen van de kernen. Het buitengebied verder van de dorpsranden wordt niet direct als bouwlocatie beschouwd.
In het buitengebied bouwen we, afgezien van de projectmatige uitleglocaties aan de randen van de kernen, geen nieuwe (bedrijfs-)woningen. Uitzonderingen hierop zijn maatwerkprojecten met aandacht voor omgevingskwaliteit, landgoederen en boerderijsplitsingen. Het type langgevelboerderijen willen we om cultuurhistorische redenen behouden. Bestaande langgevelboerderijen kunnen onder voorwaarden worden gesplitst, mits hun kenmerkende elementen behouden blijven. Om verstening en verrommeling van het buitengebied tegen te gaan wordt daarom erg terughoudend omgegaan met het toevoegen van extra, veelal solitaire, woningen.
Er is in het buitengebied geen ruimte voor losse recreatiewoningen. Het ombouwen van een bestaande bedrijfswoning naar een reguliere woning is niet toegestaan voor veehouderijbedrijven en op bedrijventerreinen. Mantelzorgwoningen kunnen onder bepaalde voorwaarden wel in het buitengebied worden gerealiseerd, in lijn met landelijke wetgeving. Daarnaast in het mogelijk om mantelzorgvoorzieningen aan bestaande (bedrijfs)woningen te bouwen.
Gemeente Bladel is onderdeel van de Brainportregio. Brainportregio is een krachtige economische motor van Nederland. Dit heeft een positieve bijdrage aan de lokale economie en op het vestigingsklimaat. In de Kempen zijn ruim 440 maakbedrijven gevestigd. We zijn met 17% van het totaal aantal maakbedrijven binnen Brainportregio een belangrijke economische toplocatie.
De bedrijvigheid groeit en de verwachting is dat de groei de komende jaren doorzet. Er is grote behoefte aan nieuwe en uitbreiding van bestaande werklocaties. Er is veel vraag naar kavels vanuit bestaande bedrijven en ook van nieuwe ondernemingen. Het Kempisch Bedrijvenpark is vol en het aantal mogelijkheden voor verdere uitbreiding op lokale bedrijventerreinen is beperkt. Om de huidige bedrijvigheid en werkgelegenheid in gemeente Bladel en de Kempen op zijn minst te kunnen behouden is ontwikkeling van nieuw aanbod aan bedrijventerrein noodzakelijk.
Naast bedrijven is de detailhandel van waarde voor de lokale economie. De lokale verzorgingsstructuur staat echter onder druk. Met name in de detailhandel zien we leegstand, onder andere door faillissementen en stoppende ondernemers, toenemen. Ook voor onze gemeente zijn deze ontwikkelingen een punt van aandacht.
Tot slot is de vrijetijdssector met meer dan 2,3 miljoen overnachtingen een belangrijke economische motor in de Kempen. Met de aanwezige dag- en verblijfsrecreatie vormt de Kempen een prachtige uitvalsbasis en een belangrijke factor in het totale vestigingsklimaat van de Brainportregio. De economische activiteiten in de agrarische sector en de ontwikkeling van nieuwe (innovatieve) concepten worden beschreven in hoofdstuk 3.6 Transitie agrarische sector.
Het blijven van een economische toplocatie met een uitstekend vestigingsklimaat, met goede (detailhandel) voorzieningen en een vitale vrijetijdseconomie.
We willen verder groeien naar een topregio met een uitstekend internationaal vestigingsklimaat met een maakindustrie gebaseerd op een slimme productie.
We maken ruimte voor ontwikkeling van bedrijventerreinen om de bedrijvigheid te behouden.
We versterken onze positie als economische toplocatie door in regionale samenwerking de bereikbaarheid van de maakindustrie, landbouw- en vrijetijdseconomie te verbeteren.
We zetten in op toekomstbestendige centra met een compacte structuur en concentratie van (winkel)functies in dit compacte gebied.
We zetten in op het verder uitbouwen van sectoren waar veel werk is en inkomen oplevert zoals o.a. de maakindustrie en vrijetijdsindustrie waarbij profilering en innovatie essentieel is.
We streven naar het behoud en de verbetering van de hoge kwaliteit van toerisme en recreatie. Daarnaast geven we ruimte voor creativiteit en onderscheidendheid.

De maakindustrie gaat een nieuw tijdperk in en verandert radicaal door de introductie van nieuwe technologieën en verdere digitalisering. Ondernemers, overheid en onderwijs werken samen in projecten om de slimme maakregio van de Kempen, nog slimmer te maken. We werken samen om talent voor de regio te vinden, te boeien en te ontwikkelen. We stimuleren de ontwikkeling van meer verscheidenheid binnen de slimme maakindustrie, werken samen aan de bereikbaarheid van de regio en aan het creëren een ‘inclusieve’ arbeidsmarkt. Om als economische toplocatie binnen de Brainportregio verder door te groeien zorgen we dat ondernemers zich hier graag willen vestigen. De gestelde ambities vertalen we met onze partners naar regionale visies en uitvoeringsplannen.
Bedrijventerreinen zijn belangrijk voor gezonde economische ontwikkeling en realiseren economische ambities in de Brabantse Kempen. We streven naar toekomstbestendige bedrijventerreinen met meer kwaliteit en minder overschotten, concurrentie en financiële risico’s in de Brabantse Kempen. We willen ook kwalitatief het juiste aanbod realiseren. Denk aan bereikbare, veilige, duurzame, en gemengde vestigingsmilieus met als uitgangspunt een optimaal vestigingsklimaat voor ondernemers.
Er is grote behoefte aan nieuwe en uitbreiding van bestaande werklocaties. Er is veel vraag naar kavels vanuit bestaande bedrijven en ook van nieuwe ondernemingen. Het Kempisch Bedrijvenpark, dat bedoeld is voor bedrijven groter dan 5000m2, is vol en het aantal mogelijkheden voor verdere uitbreiding op lokale bedrijventerreinen is beperkt. Om de huidige bedrijvigheid en werkgelegenheid in gemeente Bladel en de Kempen op zijn minst te kunnen behouden is ontwikkeling van nieuw aanbod aan bedrijventerreinen noodzakelijk.
In Kempenverband doen we onderzoek naar een mogelijk tweede Kempisch Bedrijvenpark voor grootschalige bedrijven. Voor uitbreiding van kleinschalige bedrijventerreinen wordt de noordzijde van het bedrijventerrein Hapert verkend. Daarnaast zetten we in op verduurzaming, vergroening en het verminderen van hittestress op bestaande bedrijventerreinen. Bedrijventerrein De Sleutel in Bladel verdient hierbij extra aandacht. Hier ligt de grootste verduurzamingsopgave.
De toenemende bedrijvigheid en energievraag leiden tot netcongestie (filevorming op het elektriciteitsnet). Nieuwe bedrijven kunnen hierdoor nu geen aansluiting krijgen op het elektriciteitsnet, wat het vestigingsklimaat sterk negatief beïnvloedt. Bovendien vereisen innovatieve oplossingen voor de netcongestieproblematiek extra ruimte op (de bestaande) bedrijventerreinen. Denk bijvoorbeeld aan de ruimte die de batterijen voor de energyhub gaan innemen op de percelen die we gaan ontwikkelen op het KBP. Ook kunnen er kleine windmolens geplaatst moeten worden op de terreinen om aan de energiebehoefte te kunnen voldoen.
Voldoende en gevarieerd winkelaanbod is belangrijk om als gebied aantrekkelijk te blijven voor inwoner en bezoeker. Een toekomstbestendig voorzieningenniveau vraagt om kwaliteit waarbij de klant centraal staat. Daarnaast moeten er keuzes gemaakt worden voor ontwikkelingen op plekken met toekomstperspectief. Detailhandel proberen we zo veel als mogelijk te concentreren in de winkelgebieden in de kernen Bladel en Hapert.
De bestaande supermarktstructuur in de gemeente Bladel is in de basis op orde, kent een logische spreiding over de kernen en vormt dan ook het vertrekpunt voor de toekomstige structuur. Daarbij wordt rekening gehouden met onder meer versterkingsmogelijkheden, draagvlakontwikkeling, consumentenverzorging, landelijke trends en lokale ontwikkelingen.
Het centrum van Bladel heeft een belangrijke boodschappenfunctie, maar ook nog altijd een (beperkt) recreatieve functie. In het centrum van Bladel is ruimte voor 2 à 3 supermarkten, bij voorkeur in complementaire segmenten. Uitgangspunt is het zogenaamde haltermodel: twee sterke supermarkten aan beide kanten van het centrum. Prioriteit ligt daarom bij de ontwikkeling van de Markthof aan de westkant van het centrum, in de voormalige Posthof. Het centrum van Hapert is een boodschappencentrum bij uitstek, daar is ruimte voor twee supermarkten. In de kleine kernen is vooralsnog onvoldoende consumentendraagvlak om een reguliere supermarkt rendabel te laten functioneren.
De gemeenten Bergeijk, Bladel, Eersel en Reusel-De Mierden worden, op het gebied van recreatie en toerisme, als één toeristische bestemming gezien: De Brabantse Kempen. Groene ruimte, rust, Kempische gastvrijheid, ligging aan de grens en de innovatieve Brainportregio zijn de kernwaarden die tezamen de identiteit van de toeristisch-recreatieve regio vormen waar de Brabantse Kempen zich mee profileert. Door het bieden van onderscheidende producten kunnen meer bezoekers naar de regio getrokken worden.
We sturen zo min mogelijk op de vrijetijdssector en laten de markt het aanbod bepalen. Zo ontstaat er meer ruimte voor (kwalitatief en onderscheidend) goede toeristische initiatieven. We stellen dan ook geen limieten aan bepaalde vormen van dag- en/of verblijfsrecreatie. Voor stoppende agrarische bedrijven is omschakeling naar recreatie en toerisme één van de alternatieven. Om de ondernemer hierin tegemoet te komen, is maatwerk noodzakelijk. Deze nieuwe recreatieve initiatieven dienen in de omgeving en het landschap te worden ingepast.
In het buitengebied vinden voornamelijk extensieve vormen van recreatie plaats: wandelen, fietsen en paardrijden. Via het knooppuntennetwerk worden bezoekers door het gebied en langs voorzieningen geleid. Het is van belang om de netwerken in stand te houden, mogelijkheden uit te breiden en beleving toe te voegen. In de bos- en natuurgebieden van de gemeente Bladel houden we de recreatieve routes bereikbaar en toegankelijk. De netwerken leggen de verbinding tussen het binnen- en buitengebied en dragen bij aan recreatief medegebruik.
De Brainportregio groeit al tien jaar bovengemiddeld snel. Het zorgt er ook voor dat meer mensen zich verplaatsen in onze regio. Voor de meeste verplaatsingen van en naar de Kempengemeenten wordt de auto gebruikt. Deze hoeveelheden zorgen voor opstoppingen en files op de randweg A2/N2 en A67. Hierdoor rijdt verkeer door de Kempendorpen. Dat heeft effect op het wonen en leven in de dorpen. Brainport Eindhoven wil de randweg A2/N2 ontlasten om de steden bereikbaar te houden. De Kempengemeenten willen meer mogelijkheden voor openbaar vervoer, de fiets en de inzet van slimme mobiliteitsoplossingen. Dat komt ook de leefbaarheid, veiligheid en vitaliteit van de kernen en dorpen ten goede.
Daarbij hebben we hoge ambities rondom gezondheid en duurzaamheid in de woon- en leefomgeving. Dit staat op gespannen voet met de bereikbaarheid voor auto- en vrachtverkeer. Vanuit mobiliteit willen we bovendien een bijdrage leveren aan de ambities in het klimaatakkoord. Dat betekent dat we ons inzetten om het energie- en brandstofverbruik voor reizen te verminderen en dat we gebruik maken van (lokale) hernieuwbare energie. We gaan daarom voor een mobiliteitstransitie: een vervoersysteem waarbij de rol van de auto kleiner wordt en er goede alternatieven komen. We hanteren hiervoor het principe dat bij het zoeken naar mobiliteitsoplossingen eerst wordt gekeken naar voetgangers, dan naar de fietsers, dan naar OV en pas als laatste alternatief de auto. Deze aanpak vergroot de leefbaarheid en bereikbaarheid en is goed voor de duurzaamheid.
Het bereikbaar houden van de regio per fiets, te voet, met het openbaar vervoer en met de auto, zonder de veiligheid en de leefbaarheid in de dorpen aan te tasten.
We streven naar een goede en betrouwbare bereikbaarheid, niet alleen voor auto's maar ook voor openbaar vervoer, fietsers en voetgangers.
We streven naar een afname van het aantal (letsel) ongevallen en nul verkeersdoden.
We willen een leefomgeving creëren waarbij de negatieve effecten van verkeer zoveel mogelijk beperkt worden.
We stimuleren het gebruik van alternatieve en duurzame vormen van vervoer zoals elektrische (deel)auto en -fiets en investeren in snelle fietsverbindingen naar het stedelijk gebied.
Bij ruimtelijke ontwikkelingen willen we bestaande wegen zoveel mogelijk benutten en alleen strikt noodzakelijk nieuwe wegen toevoegen.
We willen het bestaande openbaar vervoernetwerk behouden en gaan ons hard maken om de aansluiting van de buslijnen naar Tilburg en Eindhoven te verbeteren.

Een goede en betrouwbare bereikbaarheid is essentieel. We streven naar een goede en betrouwbare bereikbaarheid die zich niet enkel beperkt tot de auto, maar een die zich ook richt op de bereikbaarheid van openbaar vervoer, per fiets en met aandacht voor de voetganger. Bereikbaarheid beperkt zich niet tot een aantal doelgroepen, maar is inclusief voor iedereen in de samenleving.
Gemeente Bladel biedt een veilige omgeving, waar iedereen kan recreëren en verblijven. We willen dit bereiken via de inrichtingskenmerken van Duurzaam Veilig. Deze richtlijnen zorgen voor eenduidige en veilige weginrichting. Het aantal doden en ernstig verkeersgewonden moet (ook) landelijk gezien omlaag. Door de verkeersgebieden goed in te richten worden de verblijfsgebieden ontlast van ongewenst verkeer.
Dagelijkse verplaatsingen hebben negatieve gevolgen voor de leefbaarheid. Denk hierbij aan ervaringen van drukte, uitstoot van schadelijke stoffen, trillingen en een verminderd gevoel van verkeersveiligheid. We willen een prettige omgeving creëren door deze effecten zoveel mogelijk te beperken. We zoeken daarvoor naar passende oplossingen samen met inwoners en ondernemers.
Om de leefbaarheid te waarborgen, is het bij elke ontwikkeling in de fysieke leefomgeving, groot of klein, noodzakelijk om de verkeerseffecten te beoordelen. Verkeersproblemen die ontstaan door een nieuwe ontwikkeling moeten in kaart worden gebracht. Het uitgangspunt is dat elke ontwikkeling in de fysieke leefomgeving zelf voorziet in voldoende parkeerruimte en dat de verkeerseffecten onderzocht worden.
In 2040 willen we het energiegebruik in verkeer en vervoer met 60% verminderen ten opzichte van 2007. Daarom blijven we werken aan oplaadpunten voor elektrische auto’s en onderzoeken we of energieopwekking met infrastructuur gecombineerd kan worden met circulair bouwen van wegen.
De voetganger heeft prioriteit binnen de centrum- en woongebieden, waar we streven naar een toegankelijke, veilige en voetgangersvriendelijke omgeving. Speciale aandacht hebben we voor veilige oversteken van doorgaande wegen op schoolroutes, de directe omgeving van de scholen en zorgvoorzieningen.
In het buitengebied bieden we een groot netwerk van recreatieve, onverharde wandelpaden. Recreatieve routes maken onderdeel uit van een regionaal netwerk en zijn onmisbaar voor recreatie en toerisme in en rondom Bladel. De routes zijn gekoppeld aan landschappelijk waardevolle gebieden en zijn van hoge kwaliteit. De fiets- en voetpaden en paden voor MTB, ruiters en menners zijn multifunctioneel en goed begaanbaar.
De fiets is een gezond en duurzaam alternatief voor de auto en draagt bij aan de leefbaarheid. Daarom geven we de fiets een prominentere plaats in het straatbeeld en maken we keuzes die het fietsgebruik bevorderen, soms ten koste van de auto. We investeren de komende jaren in het stimuleren van fietsgebruik door te zorgen voor verkeersveilige infrastructuur, brede fietsvoorzieningen, gladheidsbestrijding en sociale veiligheid.
Snelle en directe fietsroutes zijn belangrijk. Voor verbinding met het stedelijk gebied sluiten we aan bij de ambities van de Kempische mobiliteitsstrategie en zetten we in op het realiseren van een snelle fietsverbinding tussen Reusel-De Mierden via Veldhoven tot aan station Eindhoven Centraal. Voor de verbinding bij de Europalaan zetten we in op een fietstunnel onder de N284. Daarnaast gaan we voor een directe fietsverbinding van Hapert naar Bladel ten zuiden van de N284 en van het Kempisch Bedrijvenpark naar Hapert met aansluiting op de snelfietsroute.
Bladel beschikt over een goed fietsroutenetwerk. Dit willen we verbeteren door een fietspad te realiseren langs het Dominépad van Hoogeloon richting Duizel en langs het Broekenseind richting Knegsel.
We willen het gebruik van het openbaar vervoer stimuleren. We maken ons hard voor een sterke hoogwaardige openbaarvervoer-as van Bladel naar Eindhoven en een snelle verbinding met een vlotte overstap in Reusel richting Tilburg en Turnhout (België). We gaan voor hoogwaardig openbaar vervoer (HOV) middels een sneldienst op de N284 van Reusel via de mobiliteitshub de Kempen (Eersel) naar Eindhoven. De verbinding is snel en comfortabel. De HOV-lijn krijgt een nieuwe halte ter hoogte van Lange Trekken en doet ook het KBP aan. Daarnaast voorzien we in een reguliere busverbinding via de N284 richting Duizel, Eersel en mobiliteitshub de Kempen naar het stedelijk gebied van Eindhoven. Tot slot gaan we voor kleinschalig openbaar vervoer voor de kleine kernen zoals buurtbus met een flexibele route en dienstverlening welke direct aansluiten op de OV-as en/of de mobiliteitshub de Kempen.
De gemeente Bladel ontsluit via de N284 op de A67. De A67 verbindt Bladel met Antwerpen, Veldhoven, Eindhoven en de A2. De kernen Hapert en Bladel grenzen direct aan de N284 welke een belangrijke verbinding vormt richting Eindhoven en Tilburg. De route naar Tilburg loopt via de kern Reusel en de N269. Deze wegen bevinden zich buiten de bebouwde kom. De maximumsnelheid op deze zogenaamde gebiedsontsluitingswegen is 80km/uur.
Het wensbeeld binnen de bebouwde kom, is dat er een maximum snelheid van 30km/uur gaat gelden. Binnen de bebouwde kom zijn er ook gebiedsontsluitingswegen, waar de maximumsnelheid 50km/uur is en vrijliggende fietspaden aanwezig zijn. De wegen op industrie- en bedrijventerreinen kennen een vaste maximum snelheid van 50km/uur. Buiten de bebouwde kom geldt een maximumsnelheid van 60km/uur op ontsluitingswegen.
Parkeren hoort ook bij goede bereikbaarheid. In beginsel maken we hiervoor gebruik van de meest actuele CROW-parkeernormen, maar we kijken kritisch naar huidige en toekomstige parkeermogelijkheden. We willen de openbare ruimte minder verharden. De volledige parkeerbehoefte faciliteren door het aanleggen van parkeerplaatsen volgens een norm is niet altijd gewenst en mag zeker niet ten koste gaan van groen. We gaan flexibel om met parkeernormen door de mogelijkheid te bieden om er van af te wijken wanneer er binnen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen kansen zijn voor innovatieve oplossingen.
Het klimaat verandert en veroorzaakt meer extreme weeromstandigheden. Ons stedelijk watersysteem is vaak niet voorbereid op natte winters of zware zomerbuien. Door te veel verharding kan regenwater bij hevige buien niet goed wegstromen en infiltreren. Dat kan leiden tot onveilige situaties zoals onbegaanbare wegen, stroomuitval en wateroverlast in woningen en op akkers. Vervuild water kan via het riool in oppervlaktewater terechtkomen. In combinatie met hoge temperaturen kan dit de waterkwaliteit verslechteren, biodiversiteit verminderen en vissterfte veroorzaken. Op termijn kan een tekort aan schoon grondwater ook het drinkwaterwingebied in Vessem beïnvloeden. Langdurige droogte zorgt ervoor dat het grondwaterpeil snel daalt, waardoor natuur, tuinen en gewassen niet genoeg water krijgen.
Klimaatverandering heeft ook gevolgen voor de gezondheid, zoals hittestress. Hoge temperaturen kunnen leiden tot uitdroging, hitte-uitputting en zelfs hitteberoertes. Bovendien voelen mensen zich tijdens hitte vaker eenzaam. Groene openbare ruimtes bevorderen ontmoetingen, beweging, en dragen bij aan het welzijn.
Om de effecten van klimaatverandering te beperken, moet ons energiesysteem worden aangepast. Door de energietransitie kampt Bladel met netcongestie, waardoor bedrijven op het Kempisch Bedrijven Park geen zonnepanelen kunnen aansluiten en grootverbruik-aansluitingen kunnen krijgen. Hoewel er nog ruimte is voor woningverduurzaming, overschrijden nieuwe grootschalige projecten de netcapaciteit.
De natuur in Bladel staat ook onder druk door de uitbreiding van luchthaven Eindhoven, verstedelijking, en toenemende recreatie. De luchthaven veroorzaakt meer geluidsoverlast en luchtvervuiling, wat schadelijk is voor flora en fauna. Verstedelijking leidt tot meer verharding, waardoor natuurlijke habitats verdwijnen en de biodiversiteit verder afneemt. Recreatie in natuurgebieden kan kwetsbare ecosystemen en het natuurlijke evenwicht verstoren.
Het omgaan met de effecten van het veranderende klimaat op onze natuur en onze leefomgeving.
De emissie van CO2 is in 2030 met 49% afgenomen ten opzichte van 1990 en in 2050 met minstens 95%.
Emissies van schadelijke stoffen voor mens en milieu via lucht, bodem en water nemen af.
We versterken de kwaliteit en hoeveelheid groen en gaan het verlies van biodiversiteit en genetische diversiteit tegen.
Bladel is in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust.

De gemeente Bladel werkt hard aan een duurzame toekomst. De Klimaatwet en het Klimaatakkoord hebben gezorgd voor concrete doelen. Zo streeft de gemeente Bladel ernaar om in 2030 de CO2-uitstoot met 49% te hebben verminderd en om in 2050 aardgasvrij te zijn. De energietransitie richt zich op het beperken van het gebruik van fossiele grondstoffen en het bevorderen van schone energie.
Samen met onze uitvoeringspartners hebben we een programma opgesteld met maatregelen voor de komende jaren. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: We dragen bij aan de landelijke klimaatopgave, rekening houdend met lokale kansen en beperkingen. We werken samen met inwoners, maatschappelijke partners en het bedrijfsleven. De stroomproductie wordt meer afhankelijk van grillig weer, wat vraagt om een flexibel energiesysteem dat zorgt dat vraag en aanbod matchen. Opslag en andere slimme oplossingen zijn daarvoor essentieel. We hanteren de ‘Constructieve zonneladder’ van de Nederlandse Milieufederaties bij het maken van keuzes voor de opwekking van energie, waarbij opwekking op daken voorrang krijgt. Omdat het aantal vervoersbewegingen in de komende jaren kan stijgen, moedigen we inwoners aan om niet-fossiele alternatieven te gebruiken. We zetten in op grootschalige opwekking van duurzame energie vanuit twee concrete projecten: windenergie vanuit Windpark de Pals en zonne-energie vanuit Ecozone A67. Het benutten van zonnevelden en windmolens mag niet ten koste gaan van initiatieven op daken, en nieuwe initiatieven worden overwogen na 2025. Deze uitgangspunten vormen de basis voor het aanbod van onze gemeente in de Regionale Energiestrategie. We werken actief mee aan pilotprojecten die oplossingen kunnen bieden voor de netcongestieproblematiek.
Klimaatadaptatie is van groot belang voor de leefbaarheid en vitaliteit van de inwoners van de gemeente Bladel. Klimaatverandering leidt tot extremer weer, met hittestress, droogte en waterschade als gevolg. Het nemen van maatregelen verhoogt de veerkracht van de fysieke leefomgeving waardoor de veiligheid van Bladel en haar (kwetsbare) inwoners bij extreme weersomstandigheden wordt verbeterd. Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat hoofdwegen ook bij extreme neerslag toegankelijk blijven voor hulpdiensten en vitale voorzieningen beschermd worden. Naast het waarborgen van de publieke veiligheid, beperken we met klimaatadaptatiemaatregelen potentiële schades aan infrastructuur, natuur en gebouwen. Om in 2050 klimaatadaptief te zijn, werken we aan het aanpassen van onze omgeving aan klimaatverandering, met een hoog ambitieniveau.
We laten water en bodem leidend zijn in ons beleid. We proberen water zoveel mogelijk vast te houden waar het valt en houden schoon water schoon. Dit betekent dat nieuwbouwontwikkelingen rekening houden met toekomstige (extreme) neerslagpatronen. Daarnaast richten we hoger gelegen gronden in het beekdal en klimaatbuffers langs dorpskernen in om ruimte te bieden aan overtollig regenwater, zodat het water wordt vastgehouden en teruggegeven aan de bodem. Hierdoor zullen de hoger gelegen gronden minder snel verdrogen en wordt de piekafvoer naar lager gelegen dorpskernen en landbouwpercelen verminderd bij hevige regenval, wat de wateroverlast vermindert. Afwenteling van water vanuit het bebouwde gebied naar het buitengebied wordt daarmee zoveel mogelijk beperkt. Door het afkoppelen van regenwater van het rioolsysteem richting de RWZI zal de vuilwateroverstort minder vaak lozen op het oppervlaktewater, wat bijdraagt aan het behalen van de waterkwaliteitsdoelen onder de Kaderrichtlijn Water (KRW).
De gemeente geeft het goede voorbeeld. Binnen het bebouwd gebied passen we de openbare ruimte aan zodat groenstroken, bosschages en parken meer water kunnen opvangen. We bouwen aan een flexibel riool- en watersysteem met IT-riolen, het trapsgewijs vasthouden van water in het vuil- en regenwaterriool en creëren van ruimte voor water in wadi’s, retenties en klimaatbuffers. Ook creëren we meer schaduw met bomen, struiken en planten om het warmere weer het hoofd te bieden. We investeren in klimaatbestendig eigen vastgoed en stimuleren scholen en bedrijven om klimaatmaatregelen te treffen. Ook betrekken we inwoners actief bij het klimaatadaptief maken van de omgeving. Op het platform Blauwgroen Bladel delen we tips, inspiratie en acties over wat inwoners zelf kunnen doen. In het buitengebied krijgen onze bos- en natuurpercelen een dubbele functie voor ecologie en waterhuishouding. Waar mogelijk combineren we waterberging met recreatie, landschapsontwikkeling en versterking van de woonomgeving. We zetten in op het efficiënt (her)gebruiken van (hemel)water, bijvoorbeeld voor de beregening van gewassen of bedrijfsprocessen. Schoon grond- en drinkwater is een belangrijk goed en hier gaan we slim mee om.
De gemeente wil graag de kwaliteit en kwantiteit van het groen (bomen, struiken, etc.) verbeteren en de biodiversiteit binnen de gemeente behouden en waar mogelijk versterken. Dit omvat het bevorderen van een gevarieerde inheemse beplanting, het creëren van ecologische verbindingen en het ontwikkelen van meer delen productiebos richting natuurbos. Hierbij wordt ook rekening gehouden met het behoud van recreatieve ontsluitingen in de bos- en natuurgebieden.
We streven naar een sterke en veerkrachtige natuur die niet alleen bijdraagt aan de biodiversiteit, maar ook bestand is tegen de gevolgen van klimaatverandering en bijdraagt aan het welzijn van onze inwoners. Natuur is niet alleen belangrijk in het buitengebied, maar speelt ook een waardevolle rol binnen het bebouwde gebied. Daarom willen we particuliere initiatieven stimuleren en ondersteunen, omdat een groot deel van het groen en de grond in bebouwd gebied in handen is van particulieren. Door de krachten te bundelen met bewoners en hen te voorzien van de juiste middelen en kennis, kunnen we gezamenlijk bijdragen aan het behoud en de verbetering van onze natuurlijke omgeving.
In het buitengebied is een verandering gaande. In de grondgebonden agrarische sectoren is de behoefte om grond aan het bedrijf te binden in de afgelopen jaren sterk toegenomen. De ontwikkeling van bedrijven in zowel de melkveehouderij als de akkerbouw hangt nauw samen met een sterke mate van grondgebondenheid. Voor melkveehouders geldt dat ze afhankelijk zijn van fosfaatrechten, verantwoord bemesten van land, en het telen van voldoende ruwvoer.
Voor akkerbouwers geldt dat een gezonde bodem voldoende vruchtrotatiemogelijkheden vraagt. Door de toenemende vraag stegen de grondprijzen in de afgelopen jaren fors; zowel voor aankoop als voor pacht. De concurrentie komt niet alleen van andere boeren, maar ook van stedelijke en recreatieve ontwikkelingen, waardoor landbouwgrond een andere bestemming krijgt. Sinds 2000 is meer dan 5% van de landbouwgrond in de gemeente Bladel omgezet naar bebouwd, semi-bebouwd en recreatieterrein.
De veehouderijsector is momenteel in transitie, een proces dat de komende jaren door zal gaan. Sinds 2000 is het aantal veehouderijen in de gemeente Bladel met ruim 60% gedaald. We zien het aantal vrijkomende agrarische bedrijfslocaties (VAB’s) groeien. Het buitengebied biedt ruimte voor ontwikkeling van nieuwe (innovatieve) concepten. Deze transitie draagt bij aan de identiteit van onze gemeente en de economische positie van de Kempen.
We stimuleren duurzame en toekomstbestendige grondgebonden landbouw en geven ruimte voor initiatieven die bijdragen aan kwalitatief hoogwaardige producten en voordelen opleveren voor milieu, natuur, landschap, gezondheid en/of klimaat.
We bieden ruimte voor nieuwe en innovatieve concepten in de veehouderijsector en helpen bij het creëren van meer arbeidsplaatsen.
We streven naar een goed woon- en leefklimaat in het buitengebied. Onder een goed woon- en leefklimaat wordt in ieder geval geen overbelasting op het gebied van emissies of een negatieve beleving verstaan.
We streven een goed (agrarisch) ondernemersklimaat in het buitengebied na, zodat een gezonde bedrijfsontwikkeling mogelijk blijft in balans met de omgeving.
We willen de gezondheidsrisico’s van veehouderij beperken. De emissies van stoffen vanuit de veehouderij die de gezondheid nadelig kunnen beïnvloeden mogen gemeentebreed niet toenemen.

De gemeente wil de agrobiodiversiteit in het buitengebied vergroten en streeft naar een optimale bodemkwaliteit. Dit door een goede balans tussen verschillende functies te realiseren in het buitengebied. Er zijn op dit moment verschillende ontwikkelingen gaande die invloed hebben over de grondverdeling- en posities. Zo worden overgangen tussen natuur en agrarisch gebied zachter om, onder andere, natuur- en waterkwaliteit te verbeteren.
Ontwikkelingen die op dit moment spelen zijn de realisatie van Natuur Netwerk Brabant, beekherstel, behoefte aan agrarische structuurversterking, gemeentelijke ambitie voor het terugdringen van chemiegebruik en vermindering van (o.a. agrarisch gerelateerde) verkeersdruk in natuurgebieden. De gemeente onderzoekt de mogelijkheid voor een kavelruilproject om deze doelen efficiënt te bereiken.
De veehouderijsector is in transitie en zal dit de komende jaren blijven. Sinds 2000 is het aantal veehouderijen in de gemeente Bladel met ruim 60% gedaald, terwijl het aantal dieren (melkvee, overige rundvee, varkens en kippen) met circa 8% is gedaald . Dit betekent dat per bedrijf steeds meer dieren worden gehouden. Dat is in lijn met landelijke trends. De verwachting is dat nog veel van de veehouderijen in de komende jaren zullen verdwijnen door het gebrek aan opvolgers en verscherpte regelgeving met betrekking tot milieu en dierwelzijn.
De geur van veehouderijen kan hinderlijk zijn en de gezondheid beïnvloeden. Sinds 2024 is de Omgevingswet van kracht, waarbij de voormalige wetgeving omtrent geurhinder is komen te vervallen. Deze nieuwe wet biedt gemeenten de bevoegdheid om binnen vastgestelde normen maatwerk geurnormen vast te stellen. De gemeente Bladel maakt gebruik van deze mogelijkheid door strengere normen te hanteren voor het binnengebied dan voor het buitengebied. Op deze manier wordt ruimte geboden aan bedrijfsprocessen, terwijl de risico's op hinder en gezondheidseffecten worden beperkt. Voor de beoordeling van een goed woon- en leefklimaat sluiten we aan bij de omgekeerde werking van de provinciale omgevingsverordening.
De vele agrarische bedrijven in het buitengebied van de gemeente Bladel leveren een belangrijke bijdrage aan de economie en leefbaarheid. Ook in de toekomst zijn deze agrarische activiteiten binnen de gemeente van belang. De wet- en regelgeving voor de agrarische sector verandert voortdurend, wat het voortbestaan van sommige bedrijven in gevaar brengt. De gemeente faciliteert waar mogelijk initiatieven van bedrijven om hun activiteiten te verbreden, bijvoorbeeld richting recreatie en zorg.
We streven naar ondernemingen in het buitengebied, waarbij kringlopen zoveel als mogelijk op bedrijfsniveau gesloten worden en hernieuwbare energie wordt opgewekt. We vinden het belangrijk dat ook de veehouderij maatschappelijk verantwoord onderneemt en ambitieuze doelen nastreeft op het gebied van dierenwelzijn, duurzame energieopwekking, klimaatadaptatie, leefbaarheid en de landschapskwaliteit met zo min mogelijk risico's voor de volksgezondheid.
Het gebied buiten een afstand van 250 meter tot de kernen, bedrijventerreinen en natuurgebieden geldt als gemengd gebied. In het gemengd gebied bestaat meer ontwikkelingsruimte voor diverse activiteiten naast elkaar, zowel voor veehouderijbedrijven, recreatieve bedrijven, wonen als overige functies. Uitbreiding en/of wijziging van een veehouderijbedrijf wordt onder voorwaarden mogelijk gemaakt. Door woningbouwontwikkeling aan de randen van de kernen wordt het gemengd gebied kleiner.
We streven naar een goede ruimtelijke ordening waarbij sprake is van een juiste balans tussen groene en rode ontwikkelingen. Kwaliteitsverbetering is een randvoorwaarde bij een nieuwe ontwikkeling in het buitengebied, zoals ontstening waar mogelijk en een goede landschappelijke inpassing
De transformatie van het landelijk gebied is een grote opgave en staat aan de vooravond van ingrijpende veranderingen. De natuur en waterkwaliteit staan onder druk en het klimaat verandert. Vraagstukken rond klimaat, natuur, water en landbouw zijn nauw met elkaar verbonden. In het landelijk gebied werken overheden, natuurorganisaties, boeren, recreatieondernemers en bewoners samen om de klimaatbestendigheid en toekomstbestendigheid van de verschillende functies in het gebied te versterken. Het is essentieel om gezamenlijk te zoeken naar slimme oplossingen die bijdragen aan een sterkere natuur, voldoende water van goede kwaliteit, een gezonde bodem en een duurzame landbouw. De draagkracht van het water- en bodemsysteem wordt hierbij leidend voor het landgebruik in het buitengebied. Dit is het uitgangspunt van de zogenaamde Groenblauwe gebiedsgerichte aanpak.
De benodigde veranderingen hebben invloed op de fysieke ruimte, de regionale en lokale economie en de sociale samenhang op het platteland. De transitie van het buitengebied zal, binnen de beperkte ruimte die beschikbaar is, ook spanningen veroorzaken tussen verschillende belanghebbenden en het maken van keuzes noodzakelijk maken. Het ontzien van bepaalde gebieden betekent intensiever gebruik van andere gebieden. Tegelijkertijd biedt een goede inrichting van het platteland kansen voor nieuwe economische mogelijkheden, functiecombinaties, verduurzaming, versterking van de identiteit van het gebied en daarmee verbetering van de leefomgeving. Bij het ontwikkelen van een gebiedsvisie staat het herstel van het ecosysteem centraal, met als doel de leefbaarheid te verbeteren, waarbij een lange-termijn economisch perspectief voor de landbouw de basis vormt. Wat nodig is om dit perspectief te realiseren, wordt uitgewerkt in de beoogde gebiedsvisie. Zonder een succesvolle transitie van de landbouw in het landelijk gebied, zijn de natuur-, water- en klimaatdoelstellingen niet haalbaar.
We werken aan een hoog voorzieningenniveau vooral op het gebied van zorg en welzijn en aan een divers woningaanbod, aansluitend bij de veranderende behoefte door nieuwbouw en transformatie. We maken onze bedrijventerreinen toekomstbestendig door in te zetten op verduurzaming en vergroening. We houden onze dorpen bereikbaar en zetten daarbij vooral in op de fiets en het openbaar vervoer. We zorgen ervoor dat onze gemeente klimaatadaptief is en vergroend wordt waar mogelijk. Toekomstbestendige landbouw en veehouderij zorgen voor een vitaal landelijk gebied.

In dit hoofdstuk worden de uitgangspunten per deelgebied beschreven. Een gebiedsgerichte aanpak stimuleert een integrale benadering van de fysieke leefomgeving. Er zijn algemene uitgangspunten die voor de gehele gemeente van toepassing zijn. Deze algemene uitgangspunten worden hier opgesomd. Veel van de uitgangspunten zijn op regionaal niveau vastgesteld, bijvoorbeeld door regionaal beleid van de samenwerkende Kempengemeenten of Metropoolregio Eindhoven.
In 2040 heeft de Kempen een woningvoorraad die goed aansluit bij de vraag en zijn de woningen duurzaam, in een dorpse groene leefomgeving.
We vergroten het aantal betaalbare koop- en huurwoningen. Minimaal 67% van de totale woningbouwopgave wordt in het betaalbare segment gerealiseerd, met minimaal 30% sociale huur bij grote nieuwbouwprojecten (>10 woningen).
We zetten in op meer levensloopbestendige woningen, zowel in nieuwbouw als bestaande voorraad.
We verbeteren het woon- en leefklimaat in de Kempen door betere bereikbaarheid van zorg-, onderwijs- en winkelvoorzieningen en beperking van verkeersoverlast in woongebieden. We hebben hoge ambities rondom gezondheid en duurzaamheid in de woon- en leefomgeving.
We vergroten de woonmogelijkheden voor buitenlandse werknemers, met een evenwichtige spreiding over de regio, passend bij de draagkracht van wijk en dorp.
In 2040 is de Kempen nog sterker verbonden met het ecosysteem van Brainport, door ruimte te bieden aan de kwalitatieve ontwikkeling van werklocaties voor bedrijven die van toegevoegde waarde zijn voor Brainport.
We streven naar het blijvend functioneren van het hoofdwegennet dat cruciaal is voor de economische positie van de Kempen. Dit omvat de doorstroming van de A67, N284 en N397 en de aansluiting van de N69. We optimaliseren de belangrijke toegangswegen tot de Kempen.
In 2040 is de Kempen beter bereikbaar en is de mobiliteit duurzamer door slimme en innovatieve oplossingen.
We werken aan een circulaire economie waarin producten en grondstoffen zo lang mogelijk in de keten blijven, en waarde wordt gecreëerd uit afvalstromen.
De Brabantse Kempen is in 2026 een toeristische- en recreatief onderscheidende regio met grote naamsbekendheid in Nederland, België en Duitsland. Door vernieuwende producten voor de belangrijkste doelgroepen aan te bieden, weten we steeds meer bezoekers aan ons te binden.
We versterken landschap, natuur en de verbinding tussen stad en platteland met ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie. Zowel het stedelijk als het landelijk gebied dragen hieraan bij.
De Regionale Energiestrategie (RES) van Metropool Regio Eindhoven (MRE) heeft als doel in 2030 2 Twh aan duurzame energie op te wekken.
We zien in de gemeente Bladel ruimte voor groei van het aantal inwoners, met instroom van buitenaf.
We stimuleren en faciliteren omvorming en transformatie van bestaande gebouwen en de woningvoorraad naar courante woonvormen, zoals huurwoningen en woonruimte voor één- en tweepersoonshuishoudens.
We stellen de eis dat een woningbouwplan minimaal dient te voorzien in 20% groen. Bij grotere ontwikkelingen kunnen aanvullende eisen worden gesteld.
We zorgen ervoor dat inwoners met een zorgvraag zo lang als redelijkerwijs mogelijk is in de eigen woonomgeving kunnen blijven wonen.
We behouden een representatief deel van het Bladelse erfgoed door het actief stimuleren en ondersteunen van instandhouding en beheer.
We zorgen ervoor dat zoveel mogelijk gemeentelijke gebouwen en voorzieningen verduurzaamd zijn.
We sluiten ons aan bij de ambitie van het Nationaal Klimaatakkoord om in 2030 49% minder CO2 uit te stoten ten opzichte van 1990.
Bladel is in 2050 Klimaatbestendig en waterrobuust.
De centra van Hapert en Bladel vormen de centrumgebieden van onze gemeente. Ze spelen een belangrijke rol voor de dagelijkse boodschappen en detailhandel en dienen als ontmoetingsplekken voor sociale activiteiten. Bladel heeft een uitgebreid winkelgebied met een regionale functie, terwijl het centrum van Hapert vooral gericht is op dagelijkse boodschappen. In beide centra hebben de multifunctionele accommodaties (MFA’s) een belangrijke aantrekkingsfunctie. De voorzieningen zijn goed bereikbaar per auto en fiets, maar minder goed met het openbaar vervoer. Verkeer en parkeren nemen nu in de veel ruimte in beslag, waardoor er minder ruimte is voor groen in de centra.
We streven ernaar de centra aantrekkelijk en sfeervol te houden én te versterken. We geven ruimte aan ondernemerschap en ondersteunen zowel commerciële als maatschappelijke activiteiten. Daarnaast willen we ontmoeting in de centra nog meer stimuleren. Door de centra te vergroenen en meer ruimte te geven aan verblijfsplekken en langzaam verkeer, maken we de winkelcentra veiliger, aangenamer en aantrekkelijker voor inwoners en bezoekers. Bij de ontwikkeling van woningen in het centrumgebied hebben we meer aandacht voor senioren en kleine huishoudens.
In 2025 is in Bladel de nieuwe MFA “BRUIS” geopend. Ook voor het gebied rond de Posthof en de Varkensmarkt zijn plannen, met een supermarkt, appartementen en een ondergrondse parkeergarage. In Hapert is in 2022 de nieuwe MFA “Hart van Hapert”, geopend. Het oude schoolgebouw van Het Palet is gesloopt voor nieuwe ontwikkelingen. Er komt een nieuw dorpsplein met daaromheen woningen en een plint met buitenhoreca. De MFA krijgt een extra entree vanaf dit nieuwe plein.

We streven naar een excellent voorzieningenniveau voor de inwoners van de regio, dat meebeweegt aan de hand van de groei van het aantal inwoners.
We zorgen voor levendige centra door een goede verdeling van winkelen, recreatie, zorg en wonen.
We bieden een goed vestigingsklimaat voor ondernemers en stimuleren de omvorming van locaties met weinig potentie.
Om winkelverkeer te stimuleren, vestigen we supermarkten in het centrum.
We clusteren winkels in bestaande centra. Nieuwe detailhandel moet passen bij het verzorgingsgebied en kwaliteit toevoegen.
In elke kern is een gemeenschapshuis aanwezig.
We streven naar een gevarieerd woningaanbod in een hoge dichtheid, waarbij ook gestapelde bouw noodzakelijk is. We hebben extra aandacht voor senioren en kleine huishoudens.
We maken het groen in de centra beter zichtbaar en voelbaar, om de aantrekkelijkheid te vergroten en hittestress te verminderen.
Bij nieuwbouw en herinrichting houden we zoveel mogelijk rekening met netcongestie en de ruimtelijke gevolgen van elektrificatie.
We willen een aantrekkelijk, sfeervol en bereikbaar winkelcentrum creëren voor de regio, met een goede balans tussen landelijke ketenfilialen en lokale ondernemers.
We bieden ruimte voor start-ups, pop-up winkels en nieuwe typen retail.
We nodigen bedrijven, lokale ondernemers (agrariërs) en onderwijsinstellingen uit om zichzelf in het centrum te presenteren en hun producten of diensten aan te bieden.
Autoverkeer in het centrum wordt ontmoedigd om de leefbaarheid te verbeteren.
We willen een centrum waar inwoners terecht kunnen voor hun dagelijkse boodschappen.
We stimuleren ondernemerschap en vitaliteit van het dorp door ruimte te bieden voor commerciële activiteiten in het hart van het centrum.
We verbeteren de verkeersveiligheid, met een kritische blik op de rol van autoverkeer.
We creëren een aantrekkelijk dorpsplein met buitenhoreca en nieuwe functies rondom het plein.
De meeste inwoners van onze gemeente wonen in de grote kernen Bladel (ruim 10.000 inwoners) en Hapert (ruim 5.600 inwoners). De dorpen maken deel uit van een regionale bebouwingsstructuur die zich in de loop der jaren heeft ontwikkeld langs de N284. Bladel en Hapert hebben een meer stedelijk karakter dan de kleine kernen, met veel woningbouw, voorzieningen en bedrijven. De sociale cohesie is er wat lager dan in de kleinere dorpen. De overige kernen zijn kleinschaliger.
De gemeente Bladel streeft naar het zoveel mogelijk zelfstandig functioneren van de kernen, waarbij lokale voorzieningen behouden blijven en er voldoende woningaanbod is voor alle leeftijdsgroepen. Voor zowel Bladel als Hapert zijn er plannen om nieuwe gezondheidscentra te realiseren, zodat de belangrijkste zorgvoorzieningen worden geclusterd en goed bereikbaar zijn, ook voor inwoners uit de kleinere kernen. In Hapert is het schoolaanbod beperkt, wat een aandachtspunt is met het oog op de te verwachten bevolkingsgroei.
Door de verwachte groei van de bevolking zal ook het woningaanbod in Bladel en Hapert moeten toenemen. Dit willen we bereiken door zowel binnen de bestaande bebouwing (inbreiden) als aan de rand van de kernen (uitbreiden) te bouwen. Bij inbreiden streven we naar een hogere bebouwingsdichtheid, waarbij ook gestapelde bouw noodzakelijk is. We moeten daarbij aandacht hebben voor gezondheid in woonwijken. Om wijken met een hogere dichtheid leefbaar te houden, is het belangrijk om een groenstructuur te ontwikkelen die bijdraagt aan een hoge biodiversiteit en een klimaatbestendige omgeving. Daarnaast moet er in de wijken voldoende ruimte zijn voor ontmoeting, evenementen, spel en bewegen. Toegankelijkheid speelt hierbij een belangrijke rol, wat ook een centraal thema is in het VN-Verdrag voor gelijke rechten van mensen met een beperking.

We streven naar woningbouw die is afgestemd op de behoefte.
Voor inbreidingslocaties in de kernen Bladel en Hapert streven we naar een hoge dichtheid, waarbij ook gestapelde bouw noodzakelijk is.
We nemen maatregelen in overweging om gezondheidsrisico’s tijdens hitteperioden en overmatige blootstelling aan uv-straling te beperken, zoals het zorgen voor voldoende schaduw, zonwering en het aanleggen van meer groen in de wijken.
De fysieke omgeving nodigt uit tot ontmoeten, spelen, sporten en bewegen.
De meeste wijken hebben een speelvoorziening voor kinderen.
In elke kern wordt basisonderwijs aangeboden vanuit de brede schoolgedachte, in een veilige en herkenbare schoolomgeving. Er is ruimte voor goede voor-, tussen- en naschoolse opvang en een dekkend aanbod van voorschoolse educatie. Dit aanbod beweegt mee met de groei van de kernen.
Elke kern van Bladel heeft een binnensportaccommodatie en een gemeentelijk sportpark, die goed en veilig bereikbaar zijn per fiets. De accommodaties zijn kwalitatief goed en passend. De gemeente biedt goede voorzieningen, zonder per definitie eigen accommodaties te bouwen.
We streven naar een hoofdgroenstructuur die onderdeel uitmaakt van de stedenbouwkundige structuur van de kernen. Deze is robuust, doordacht en onaantastbaar.
We streven naar een hoge biodiversiteit in de kernen. Groenstructuren sluiten zo goed mogelijk op elkaar aan en vormen verbindingen voor flora en fauna. Hiervoor is efficiënt ruimtegebruik en het combineren van functies noodzakelijk.
We streven naar een vermindering van 6.500 ton CO2-uitstoot in 2030 in de gebouwde omgeving ten opzichte van 1990. Bij nieuwbouw en herinrichting houden we zoveel mogelijk rekening met oplossingen voor netcongestie en de ruimtelijke gevolgen van elektrificatie.
De kleine kernen in de gemeente Bladel, Hoogeloon (ca. 1.900 inwoners), Casteren (ca. 1.100 inwoners) en Netersel (ca. 1.000 inwoners), worden vooral gewaardeerd om hun kleinschalige, landelijke karakter en de sterke sociale samenhang. Deze dorpen beschikken over een gemeenschapshuis, onderwijs- en sportvoorzieningen. Tegelijkertijd staat het behoud van met name winkelvoorzieningen in de kleine kernen sterk onder druk. Hoewel de dorpen goed bereikbaar zijn met de auto en fiets, is het openbaar vervoer beperkt. Door de hechte gemeenschap is de sociale cohesie in de kleine kernen groot, wat zorgt voor veel onderlinge zorg en betrokkenheid.
We willen ervoor zorgen dat de kleine kernen leefbaar blijven en hun identiteit behouden. Centrale ontmoetingsruimten (zoals gemeenschapshuizen) en lokale sportvoorzieningen zijn belangrijk voor de samenleving en sociale cohesie. Het voorzieningenniveau ligt lager dan in de grote kernen, maar binnen de gemeente zijn de voorzieningen aanwezig en goed en veilig bereikbaar, bij voorkeur per fiets.
De sociale cohesie is sterk. Door zorg voor elkaar kunnen inwoners uit de kleine kernen langer thuis blijven wonen, terwijl zorg op afstand aanwezig is. De bereikbaarheid van voorzieningen in de grote kernen verdient daarbij aandacht. We ondersteunen inwonersinitiatieven die de leefbaarheid in de kleine kernen ten goede komen, zoals Casters-vervoer en de jongerenontmoetingspunten.
De toenemende woningdruk is ook merkbaar in de kleine kernen. Daarom worden er bij elke kern woningen gebouwd. In de kleine kernen wordt aan de randen uitgebreid en in een lagere dichtheid gebouwd, met behoud van het landelijke karakter en een zachte overgang naar het buitengebied.

We streven naar een basis-voorzieningenniveau in de kleine kernen, wat meebeweegt met de groei van het aantal inwoners. Overige voorzieningen zijn in de grotere kernen aanwezig.
In elke kern wordt basisonderwijs aangeboden vanuit de brede schoolgedachte, in een veilige en herkenbare schoolomgeving. Er is ruimte voor goede voor-, tussen- en naschoolse opvang en een dekkend aanbod van voorschoolse educatie. Dit aanbod beweegt mee met de groei van de kernen.
Elke kern van Bladel heeft een binnensportaccommodatie en een gemeentelijk sportpark, die goed en veilig bereikbaar zijn per fiets. De accommodaties zijn kwalitatief goed en passend. De gemeente biedt goede voorzieningen, zonder per definitie eigen accommodaties te bouwen.
De fysieke omgeving nodigt uit tot ontmoeten, spelen, sporten en bewegen.
De meeste wijken hebben een speelvoorziening voor kinderen.
In elke kern is een gemeenschapshuis aanwezig.
We streven naar woningbouw die is afgestemd op de behoefte.
Bij woningbouwuitbreiding aan de randen van de kernen gaan we voor een lagere dichtheid, met behoud van het landelijke karakter en een zachte overgang naar het buitengebied.
Er is voldoende groenblauwe ruimte om water op te vangen, vast te houden en af te voeren. We streven naar een hoge biodiversiteit in de kernen en het buitengebied, waarbij groenstructuren zo goed mogelijk op elkaar aansluiten en verbindingen vormen voor flora en fauna.
We streven naar een vermindering van 6.500 ton CO2-uitstoot in 2030 in de gebouwde omgeving ten opzichte van 1990. Bij nieuwbouw en herinrichting houden we zoveel mogelijk rekening met oplossingen voor netcongestie en de ruimtelijke gevolgen van elektrificatie.
De gemeente Bladel beschikt over vijf bedrijventerreinen met een gevarieerd aanbod aan bedrijven. Het Kempisch Bedrijven Park (KBP) huisvest grote bedrijven, die veel ruimte nodig hebben. Op de andere terreinen zijn meer lokale bedrijven gevestigd. De Kempen behoort tot de economisch best presterende regio’s van Nederland. Kempische bedrijven produceren veel voor elkaar en voor de Brainportregio. De bedrijventerreinen in de gemeente Bladel spelen een belangrijke sociaal-economische rol wat betreft welvaart en welzijn.
We streven ernaar een sterke lokale en regionale economie en arbeidsmarkt te waarborgen. Dit doen we door het bedrijfsleven zo goed mogelijk te faciliteren. Het is daarom belangrijk om voldoende locaties beschikbaar te stellen aan bedrijven en te zorgen voor goede bereikbaarheid per (leen)fiets, openbaar vervoer en auto. Een goede doorstroom van de N284 is hierbij essentieel.
De toenemende bedrijvigheid en energievraag leiden tot netcongestie (filevorming op het elektriciteitsnet). Daarom moeten we op bedrijventerreinen ruimte maken om dit probleem aan te pakken, bijvoorbeeld door het plaatsen van batterijen of kleine windmolens om in de energiebehoefte te kunnen voorzien. Tegelijkertijd streven we ernaar om bedrijventerreinen te verduurzamen en te vergroenen om hittestress en wateroverlast te voorkomen.

We streven naar aantrekkelijke bedrijventerreinen voor de maakindustrie en lokale ondernemingen en bieden ruimte voor economische groei. We zijn in 2030 het zwaartepunt van de Kempische maakindustrie, gebaseerd op slimme productie en versterkte eigen identiteit.
Samen met de Kempengemeenten ontwikkelen we nieuwe werklocaties, waar lokale bedrijven kunnen groeien en verplaatsen. Vraaggericht en flexibel ontwikkelen geldt als leidraad.
We zetten in op het versterken van de innovatiekracht. We faciliteren samenwerkingen tussen publieke en private organisaties en verbeteren de match tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt. In Triple Helix-verband (samenwerkingsverband tussen educatie, bedrijfsleven en overheid) helpen bij het behouden en aantrekken van talent, met een gezonde arbeidsmarkt en ruimte voor persoonlijke ontwikkeling.
Door een goede bereikbaarheid met de fiets, OV en auto zijn de gevestigde bedrijven ook interessant voor werknemers en stagiaires van buiten de gemeente. Goede doorstroom van de N284 en innovatieve oplossingen als leenfietsen bij OV-locaties dragen hieraan bij.
We streven een gezond werkklimaat na en verduurzamen en vergroenen om wateroverlast en hittestress op de bedrijventerreinen te verminderen.
We zorgen voor veilige bedrijventerreinen met een goed georganiseerd parkmanagement en uitstraling.
We streven naar een vermindering van 6.500 ton CO2-uitstoot in 2030 in de gebouwde omgeving ten opzichte van 1990. Er wordt rekening gehouden met oplossingen voor netcongestie en de ruimtelijke gevolgen van elektrificatie.
Het buitengebied van de gemeente Bladel bestaat voornamelijk uit een mix van (agrarische) bedrijven, wonen en recreatie. Dit gebied is voortdurend in ontwikkeling. De agrarische sector is van oudsher belangrijk in onze gemeente. Nog altijd is een groot deel van de oppervlakte van het buitengebied agrarisch gebied. Door economische ontwikkelingen en opgaven voor het klimaat en de biodiversiteit is dit echter aan het veranderen. Tegenwoordig is er ook behoefte aan ruimte voor andere functies in de buitengebieden.
Bij de transitie van het landelijk gebied richten we ons op toekomstbestendige landbouw en tegelijkertijd ook op mogelijkheden voor natuurontwikkeling, bodemkwaliteit, volksgezondheid, wonen en alternatieve verdienmodellen. We streven naar een evenwichtige ontwikkeling van deze elementen.
De vele agrarische bedrijven in Bladel leveren een belangrijke bijdrage aan de economie en leefbaarheid, en blijven ook in de toekomst van belang. We streven naar ondernemingen die kringlopen op bedrijfsniveau sluiten en hernieuwbare energie opwekken. We vinden het belangrijk dat ook de veehouderij maatschappelijk verantwoord onderneemt en ambitieuze doelen nastreeft op het gebied van dierenwelzijn, duurzame energieopwekking, klimaatadaptatie, leefbaarheid en de landschapskwaliteit met minimale risico’s voor de volksgezondheid.
De randen van de kernen zijn potentiële woningbouwlocaties, waarbij we inzetten op een lagere dichtheid en een zachte overgang naar het buitengebied. Daarnaast zorgen we voor aantrekkelijke recreatieve routes die het buitengebied met de kernen verbinden. Buiten de randen voegen we geen nieuwe woningen toe in het buitengebied. Vanwege het veranderende klimaat en de toekomstige neerslagpatronen creëren we klimaatbuffers langs de dorpsranden om ruimte te bieden voor overtollig regenwater.

We streven naar een goed ondernemersklimaat in het buitengebied, zodat zowel agrarische- als andere bedrijfsactiviteiten gezond kunnen ontwikkelen, in balans met de omgeving.
We stimuleren duurzame, toekomstbestendige grondgebonden landbouw, en initiatieven die bijdragen aan hoogwaardige producten en voordelen voor milieu, natuur, landschap, gezondheid en klimaat.
We staan open voor nieuwe economische of, bij voorkeur, maatschappelijke functies in het buitengebied, zolang de ruimtelijke en ecologische kwaliteit behouden blijft en de landschappelijke kwaliteiten worden versterkt. Verouderde functies moeten een passende herbestemming krijgen.
We streven naar ondernemingen in het buitengebied, waarbij kringlopen zoveel als mogelijk op bedrijfsniveau gesloten worden en hernieuwbare energie wordt opgewekt.
We ontstenen het buitengebied waar mogelijk, zoals bij vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing (Vab).
We staan open voor nieuwe vormen van recreatie, met voorkeur voor het behouden en verbeteren van de hoge kwaliteit(sbeleving) van toerisme en recreatie.
We behouden en verbeteren het regionaal netwerk van recreatieve routes, daar waar de natuur het toelaat.
De randen van de kernen zijn potentiële woningbouwlocaties, met een lagere dichtheid en een zachte overgang naar het buitengebied. Buiten de randen van de kernen voegen we geen nieuwe woningen toe in het buitengebied. Maatwerk (bijvoorbeeld woonzorginitiatieven) kan onder voorwaarden mogelijk zijn.
We streven naar een hoge biodiversiteit met groenstructuren die vanuit de natuurgebieden en het buitengebied door de kernen lopen. Verlichtingsbeleid en groenstructuren zijn belangrijk voor veerkrachtige natuur.
We streven naar een vermindering van 1.500 ton CO2-uitstoot in 2030 voor de sector natuur en landbouw ten opzichte van 1990.
De belangrijkste natuurgebieden in gemeente Bladel zijn het beekdallandschap van de Beerze, de bossen en de heides. De beek Aa of Goorloop ontspringt bij Lommel in België en neemt bij Hapert het Dalems Stroompje op en wordt vanaf daar de Grote Beerze genoemd. De Kleine Beerze begint bij Duizel en stroomt ten oosten van Hoogeloon door gemeente Bladel. Voorbij Middelbeers komen de Grote Beerze en de Kleine Beerze samen tot de Beerze. Ten zuiden van Bladel ligt de Kroonvensche Heide, een gebied dat voornamelijk uit naaldbos bestaat. Hier bevindt zich een zandvang in de vorm van een klein opgestuwd meertje. Ten zuiden van de rijksweg A67 ligt natuurgebied Cartierheide dat bestaat uit een groot aantal vennen. In het noorden van de gemeente, ten noorden van Netersel, ligt de Neterselse Heide. De Neterselse Heide en het beekdal van de Grote Beerze zijn Natura 2000 gebieden en hebben een beschermde status.
Groenstructuren zijn belangrijk voor het behoud en de verbetering van biodiversiteit. Een sterke en veerkrachtige natuur is essentieel voor de leefbaarheid in de omgeving. Het is een bron van ontspanning en beweging en belangrijk voor recreatie en toerisme. Het geeft schaduw bij hitte, het houdt water vast en voert het af in tijden van aanhoudende neerslag. De gemeente Bladel wil de kwaliteit van het bestaande groen en de natuur verbeteren waar mogelijk (veel natuurgebieden zijn niet in beheer van de gemeente) en werkt verder aan een ecologisch netwerk.
Recreatie kan ook bijdragen aan natuurherstel als het gebied hierop worden ingericht. We stimuleren innovatieve initiatieven die een gunstig effect hebben op dit proces. Een gezonde natuur is onlosmakelijk verbonden met een gezonde leefomgeving.

We behouden het huidige areaal aan open natuurgebieden en willen deze waar mogelijk met elkaar verbinden, voor meer biodiversiteit en natuurbeleving.
Alle gemeentelijk natuurgebieden zijn op wegen en paden toegankelijk voor wandelaars en, bij voorkeur op gemarkeerde routes, voor andere extensieve recreatievormen zoals fietsen en paardrijden.
We streven naar het verder ontwikkelen van bestaande natuurgebieden en het reconstrueren van robuust ingerichte beekdalen als onderdeel van een ecologisch netwerk: Natuur Netwerk Brabant (NNB). De natuurgebieden worden verbonden door ecologische verbindingszones aan te leggen, terwijl we de kwaliteit verbeteren door maatregelen te nemen om de (oorspronkelijke) waterhuishouding te herstellen en verdroging en verzuring tegen te gaan.
We streven naar een vermindering van 1500 ton CO2-uitstoot in 2030 voor de sector natuur en landbouw (ons hele buitengebied, inclusief landbouwbedrijven, maar exclusief overige bebouwing en infrastructuur) ten opzichte van 1990. Met een bosbeheerplan willen we eigen productiebossen omzetten in natuurbossen voor meer CO2-reductie en betere wateropslag.
Bij bijzondere natuurlijke en cultuurhistorische elementen nemen we, waar noodzakelijk, maatregelen om deze te beschermen, te behouden en beleefbaar te maken. Recreatie is een middel om de bewustwording te vergroten.
We verminderen de overlast van afvaldumping, gemotoriseerd verkeer, lichtvervuiling, loslopende honden en stroperij zoveel mogelijk.
Landbouwpercelen die nog in natuurgebieden liggen willen we omzetten naar natuur middels aankopen en/of ruilen van percelen.
De opgaven en ambities uit de omgevingsvisie worden vertaald in concrete doelen. Door middel van visies en uitvoeringsprogramma’s wordt de vertaalslag van de omgevingsvisie naar concreet beleid gemaakt. Een aantal visies en uitvoeringsprogramma’s zijn al vastgesteld. Daarnaast zijn er enkele in de maak. Denk hierbij aan:
Leefomgeving
Brede visie welzijn (vastgesteld).
Groenvisie “Groen tot in de kern(en)” 2009-2024 en Groenstructuurplan 2018-2027 (vastgesteld).
Wonen
Economie
Regionale detailhandelsvisie (vastgesteld).
Kempische bedrijventerreinenafspraken 2020 (vastgesteld).
Centrumvisie Bladel Onderneem de Next Economy, 2018 (vastgesteld).
Visie werklocaties Metropoolregio Eindhoven (vastgesteld).
Locatieonderzoek bedrijventerreinen (opgeleverd).
Mobiliteit
Verkeersvisie 2035 en het verkeersuitvoeringsprogramma (vastgesteld).
Mobiliteitsstrategie de Kempen (vastgesteld).
Natuur en klimaat
Kadernota Klimaatadaptatie en het uitvoeringsprogramma klimaatadaptatie (vastgesteld).
Kadernota Energie & Klimaat en bijbehorende uitvoeringsprogramma (vastgesteld).
Transitievisie warmte (vastgesteld).
Transitie agrarische sector
Omgevingsvisie 1.1 (vastgesteld, te hernoemen: gebiedsuitwerking buitengebied).
Gebiedsvisie Groenblauwe gebiedsgerichte aanpak (leidraad).
Het is de bedoeling dat de aanpak steeds meer themagericht en integraal wordt, zodat deze beter aansluit bij de gestelde ambities. Naast de huidige visies en uitvoeringsprogramma’s kunnen toekomstige ontwikkelingen aanleiding geven tot het opstellen van nieuw beleid.
Een van de manieren waarop dit zou kunnen is door te werken met programma’s. Dit is een flexibel instrument van de Omgevingswet, dat de gemeente kan inzetten voor uitwerking, doorwerking of uitvoering van beleid. Op dit moment werken wij nog niet met programma’s zoals bedoeld in de Omgevingswet. Bestaande beleidsvisies en -stukken blijven voorlopig van kracht.
Uiteindelijk worden de uitwerkingen opgenomen in het omgevingsplan. Dit plan bevat de algemene regels van de gemeente voor de fysieke leefomgeving. Vanaf het moment dat de Omgevingswet in werking is getreden, heeft de gemeente automatisch een tijdelijk omgevingsplan gekregen. Dit tijdelijke plan bevat de (ruimtelijke) regels uit verschillende vervallen instrumenten, zoals bestemmingsplannen en de rijksregels over activiteiten (aangeduid als de ‘bruidsschat’). Gemeente Bladel werkt op dit moment aan het omgevingsplan. Stapsgewijs wordt dit omgezet tot een volledig omgevingsplan, dat uiterlijk in 2032 gereed moet zijn.
In deze omgevingsvisie is er een ambitie om tot het jaar 2040 in totaal 2.900 woningen te realiseren. Niet alleen de ruimte, maar ook de middelen hiervoor zijn schaars. Voor de uitvoering van de omgevingsvisie en (later) omgevingsprogramma’s sluiten we in beginsel aan op bestaande budgetten. De ambities uit de omgevingsvisie brengen zowel kosten als baten met zich mee. Het is noodzakelijk om samen te werken met diverse partijen om deze ambities te realiseren en hierin te investeren. Partijen die in onze gemeente bouwen en hierdoor inkomsten genereren, dragen op twee manieren bij aan onze ambities: direct door invulling te geven aan de kernopgaven zoals beschreven in deze visie, en indirect door het financieren van ruimtelijke kwaliteitsimpulsen die de gemeentelijke organisatie geeft aan onze dorpen en het buitengebied.
Volgens de Omgevingswet zijn gemeenten verplicht de kosten te verhalen op degenen die bouw- of verbouwmogelijkheden krijgen via een planologisch besluit. Deze kosten worden gedekt via (bouw)leges, anterieure overeenkomsten en kostenverhaalsbeschikkingen, en zijn ondergebracht in de Omgevingswet. Deze kosten zijn verdeeld over een kostensoortenlijst, een bijdrage fysieke leefomgeving en een vereveningsfonds sociale woningbouw. Als een nieuwe ontwikkelingslocatie voordeel heeft van toekomstige voorzieningen, worden de kosten daarvan evenredig aan de nieuwe locatie toegerekend.
Hoewel de Omgevingswet niet verplicht om financiële bijdragen te vragen voor maatschappelijke belangrijke functies, is dit voor de gemeente Bladel vanwege de hoge ambities wel gewenst. De financiële bijdragen zullen verplicht worden gesteld en opgenomen in het omgevingsplan, waarbij initiatiefnemers na vaststelling van het omgevingsplan deze verplichte bijdrage bij nieuwe gebiedsontwikkelingen moeten voldoen. Op deze manier wil de gemeente de ambities betaalbaar houden.
In de Nota kostenverhaalsregeling en regeling Financiële bijdragen Omgevingswet gemeente Bladel 2024 zijn de hierboven genoemde te verhalen kosten en bijdragen nader uitgewerkt in een programma.
De omgevingsvisie geeft een blik naar de gemeente Bladel in 2040. Hierin stellen we de ambities voor de lange termijn vast. De ontwikkelingen in de maatschappij gaan snel. We zien de omgevingsvisie daarom als een flexibel document, dat gewijzigd kan worden. Zo kan tijdig worden ingespeeld op urgente ontwikkelingen of trends en de behoeften van dat moment. Aanpassingen worden meegenomen in actualisatierondes.
Bedrijventerreinen strategie de Brabantse Kempen
Beleidsnota Gemeente Bladel Sport & Bewegen 2017+
Centrumvisie Bladel
Cultuurhistorie Bladel beleidsvisie 2011-2015
Gemeentelijk rioleringsplan 2021-2025
Gemeentelijk Verkeer en Vervoersplan Bladel 2015-2022
Gezamenlijke Visie Vrijetijdseconomie (VTE) Brabantse Kempen
Groenstructuurplan 2018-2027
Groenvisie "Groen tot in de Kern(en)'' 2009-2024
Integraal Veiligheidsplan De Kempen 2019-2022
Kadernota Energie en Klimaat
Kadernota Klimaatadaptatie
Kempische Industrie Agenda 2017-2021
Kempische visie op wonen 2024-2028
Koersdocument de Brabantse Kempen 2017-2021
Lokaal Gezondheidsbeleid gemeente Bladel 2018-2021
Nota Landschapsbeleidsplan Natuurlijk van nature 2009-2024
Nota speelruimtebeleid gemeente Bladel 2018+
Omgevingsvisie 1.1
Plan van aanpak Visiefase Kempenland West
Regionaal Veiligheidsplan Oost-Brabant 2019-2022
Regionaal Woningbouwprogramma 2010-2020
Regionale detailhandelsvisie Metropool Regio Eindhoven
Regionale visie detailhandel De Kempen
Strategisch Huisvestingsplan Primair Onderwijs te Bladel
Strategische Kempenagenda 2019-2025
Structuurvisie Bladel Deel A: Ruimtelijk Casco
Structuurvisie Bladel Deel B: Uitvoeringsplan
Toekomstvisie Leven in de gemeente Bladel in 2030
Transitievisie Warmte Gemeente Bladel
Verkeersvisie 2035
Verkenning woningbouwlocaties Gemeente Bladel
Woonvisie Bladel, lokaal uitvoeringskader
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-442043.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.