Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse educatie 2026

Burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland;

 

Gezien het voorstel van de afdeling Werken, Wonen en Leven (WWL) van 16 september 2025, met zaaknummer 1538705 inzake vaststellen Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse educatie 2026 gemeente Schouwen-Duiveland;

Gelet op de Wet kinderopvang van 1 juli 2024 en op de bepalingen in titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2 t/m 4 van de Algemene subsidieverordening 2023 gemeente Schouwen-Duiveland;

 

Besluit:

 

vast te stellen de “Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse educatie 2026”.

 

 

 

1. Begripsbepalingen

 

  • a.

    dagopvang: kinderopvang waarbij voorschoolse educatie (VE) wordt aangeboden in dagdelen;

 

  • b.

    doelgroeppeuter: een peuter met een indicatie voor voorschoolse educatie (VE) van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) Zeeland;

  •  

  • Een indicatie wordt afgegeven op basis van taal/spraakachterstanden bij kinderen vanaf 2 jaar, met de mogelijkheid op achterstanden in de sociaal-emotionele ontwikkeling.

 

  • c.

    fiscaal maximumuurtarief: de maximale uurprijs voor dagopvang in een kindercentrum zoals vastgelegd in het Besluit kinderopvangtoeslag;

 

  • d.

    houder: degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindercentrum exploiteert;

 

  • e.

    inkomensverklaring: een verklaring van de Belastingdienst met daarin inkomensgegevens over een bepaald belastingjaar;

 

  • f.

    kern: statistische wijk zoals bepaald door het Centraal Bureau voor de Statistiek;

 

  • g.

    kindercentrum: voorziening waar (VE) peuteropvang aangeboden wordt niet zijnde gastouderopvang of buitenschoolse opvang;

 

  • h.

    kinderopvangtoeslag (KOT): een tegemoetkoming van het Rijk als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder h, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in de kosten van kinderopvang;

 

  • i.

    kostprijs: het gemeentelijk vastgestelde uurtarief voor VE, gebaseerd op aanvullende kwaliteitseisen en lokale kosten per opvangtype;

 

  • j.

    Landelijk Register Kinderopvang (LRK): register ex. artikel 1.47b Wet Kinderopvang;

 

  • k.

    ouder: ouder in de zin van de Wet kinderopvang;

 

  • l.

    ouderbijdrage: financiële vergoeding die ouders moeten betalen voor de afname van peuteropvang. De hoogte van de ouderbijdrage wordt bepaald aan de hand van de tabel kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst;

 

  • m.

    ouderverklaring geen recht op kinderopvangtoeslag: een document waarop de ouder verklaart geen recht te hebben op kinderopvangtoeslag zoals bedoeld in artikel 1.1 van de wet Kinderopvang. Als bewijsstuk moet hierbij een inkomensverklaring gevoegd worden;

 

  • n.

    peuter: een kind in de leeftijd van 2 tot 4 jaar;

 

  • o.

    peuteropvang: de opvang van een peuter voor maximaal 640 uur waarbij een gestructureerd programma gericht op ontwikkelingsstimulering en ter voorbereiding op de basisschool wordt aangeboden;

 

  • p.

    voorschoolse educatie (VE): educatie voor doelgroeppeuters zoals bedoeld in de wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie.

 

  • q.

    VE peuteropvang: de opvang van een doelgroeppeuter. Aan doelgroeppeuters wordt, een door het Nederlands Jeugdinstituut erkend gestructureerd programma, van voorschoolse educatie aangeboden. Gericht op ontwikkelingsstimulering en ter voorbereiding op de basisschool conform het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.

 

  • r.

    subsidie (VE) peuteropvang: subsidie waarbij de deelnemende peuter eenheid is van subsidie;

 

  • s.

    subsidieregeling: een regel zoals bedoeld in artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Schouwen-Duiveland 2023;

 

  • t.

    Evc-procedure: een Erkenning van Eerder Verworven Competenties is een traject waarin een mbo-4-professional kan aantonen dat deze kennis, kunde en competenties bezit op hbo-niveau. Een evc-procedure wordt vastgelegd in een, door DUO, erkend Ervaringscertificaat.

 

2. Algemeen

Deze subsidieregeling richt zich op het mogelijk maken van de in deze subsidieregeling genoemde activiteiten.

 

3. Beleidsdoelstelling

Deze subsidieregeling draagt bij aan het doel: ‘Meer (doelgroep)peuters gaan naar een voorschoolse voorziening.’ Dit doel is onderdeel van het Onderwijsachterstandenbeleid 2024-2026.

 

4. Beoogd resultaat

Voor alle (doelgroep)peuters is de voorschoolse voorziening toegankelijk.

 

5. Specifieke subsidievoorwaarden

5.1 Subsidiabele activiteiten

  • a.

    Het aanbieden van peuteropvang aan peuters door een kindercentrum.

  • b.

    Het aanbieden van VE peuteropvang aan doelgroeppeuters door een kindercentrum.

  • c.

    Het inzetten van een hbo pedagogisch beleidsmedewerker ten behoeve van de verhoging van de kwaliteit van voorschoolse educatie.

5.2 Subsidie aan een kindercentrum met voorschoolse educatie

Een kindercentrum komt uitsluitend voor subsidie in aanmerking wanneer:

  • a.

    het kindercentrum opvang verzorgt aan (doelgroep)peuters woonachtig in de gemeente Schouwen-Duiveland;

  • b.

    het kindercentrum de (doelgroep)peuters waarvoor de subsidie bestemd is opvangt in een groep met kinderen beperkt tot de leeftijd van twee tot vier jaar;

  • c.

    het aanbod van (VE) peuteropvang maximaal zes uur aaneengesloten per dag is;

  • d.

    het kindercentrum op 1 december voor het betreffende subsidiejaar ingeschreven staat als kinderdagverblijf in het LRK;

  • e.

    het kindercentrum voldoet aan het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie met uitzondering van de omvang van het aantal uren aanbod voorschoolse educatie;

  • f.

    het kindercentrum gebruik maakt van een programma voor voorschoolse educatie dat is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut.

 

5.3 Subsidie VE peuteropvang

  • a.

    De subsidiebedragen voor deelname aan voorschoolse educatie (VE) zijn gebaseerd op de kostprijs van het type opvanglocatie:

    • 1.

      Voor VE in dagopvang geldt een kostprijs van € 13,06 per uur;

    • 2.

      Voor VE in peuteropvang geldt een kostprijs van € 13,71 per uur.

 

  • b.

    De gemeente subsidieert vier groepen peuters, namelijk:

    • 1.

      Reguliere peuters met kinderopvangtoeslag (KOT);

    • 2.

      Reguliere peuters zonder KOT;

    • 3.

      Doelgroeppeuters met KOT;

    • 4.

      Doelgroeppeuters zonder KOT.

 

  • c.

    De gemeentelijke subsidie bedraagt:

    • 1.

      Voor reguliere peuters zonder KOT: het verschil tussen de ouderbijdrage (volgens inkomensafhankelijke tabel) en het normuurtarief, aangevuld met het verschil tussen het normuurtarief en de gemeentelijke kostprijs.

    • 2.

      Voor reguliere peuters met KOT: het verschil tussen het normuurtarief en de gemeentelijke kostprijs.

    • 3.

      Voor doelgroeppeuters (met en zonder KOT): voor het 3e en 4e VE-dagdeel wordt 100% van de kostprijs gesubsidieerd.

 

  • d.

    De ouderbijdrage wordt vastgesteld op basis van de kinderopvangtoeslagtabel van de Belastingdienst. Voor ouders zonder KOT wordt op basis van inkomensverklaring beoordeeld of zij voor subsidie in aanmerking komen.

 

  • e.

    De subsidie wordt verstrekt op basis van het verwachte aantal peuters, zoals opgegeven via een gemeentelijk aanvraagformulier.

 

5.4 Subsidie aan een kindercentrum zonder voorschoolse educatie

 

Een kindercentrum komt uitsluitend voor subsidie in aanmerking wanneer:

  • a.

    het kindercentrum opvang verzorgt aan peuters woonachtig in de gemeente Schouwen-Duiveland;

  • b.

    het kindercentrum op 1 december voor het betreffende subsidiejaar ingeschreven staat als kinderdagverblijf in het LRK.

 

5.5 Subsidie peuteropvang

Voor ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag met een peuter geldt een inkomensafhankelijke ouderbijdrage op basis van het door de rijksoverheid vastgesteld fiscaal maximumuurtarief over de eerste 640 uur. De gemeente Schouwen-Duiveland subsidieert in dit geval de aanvulling tot het fiscaal maximumuurtarief over maximaal 640 uur.

 

5.6 Extra subsidie voor behoud van (VE) peuteropvang in kernen

 

  • a.

    Een kindercentrum kan in aanmerking komen voor extra subsidie voor (VE) peuteropvang wanneer:

    • 1.

      het kindercentrum niet rendabel kan zijn met de subsidiebedragen genoemd in artikel 5.3 of 5.5.

    • 2.

      er geen kindercentrum van een andere houder het aanbod voor (VE) peuteropvang in de kern kan overnemen;

    • 3.

      het kindercentrum aantoonbaar maakt waarom en wat extra nodig is om (VE) peuteropvang rendabel te maken.

 

  • b.

    Het college besluit of en in hoeverre zij op basis van artikel 5.6 lid a extra subsidie verleent.

  • c.

    Extra subsidie wordt verstrekt aan VE-locaties in kernen waar slechts één VE-locatie actief is. Dit betreft de volgende kernen: Brouwershaven, Dreischor, Scharendijke, Kerkwerve, Burgh-Haamstede en Renesse.

 

5.7 Subsidie voor de inzet van hbo pedagogisch beleidsmedewerker ten behoeve van verplichte kwaliteitsverbetering

 

  • a.

    Een kindercentrum kan in aanmerking komen voor subsidie voor inzet van een hbo pedagogisch beleidsmedewerker peuteropvang wanneer:

    • 1.

      De inzet wordt verricht zoals beschreven in het takenpakket in artikel 6. toetsingscriteria, lid b en c;

    • 2.

      De hbo pedagogisch beleidsmedewerker voldoet aan de opleidingsvereisten op basis van artikel 6, lid c;

  • b.

    De subsidie wordt verstrekt voor 10 uur per jaar per doelgroeppeuter per locatie met voorschoolse educatie op peildatum 1 januari van het desbetreffende subsidiejaar.

  • c.

    Het subsidiebedrag ten behoeve van de inzet van de hbo pedagogisch beleidsmedewerker wordt op uurbasis verstrekt en is gebaseerd op de CAO Kinderopvang, schaal 9, trede 35. Jaarlijks wordt het uurtarief opnieuw ingeschaald.

 

5.8 Inhoudelijke beoordeling

 

  • a.

    Krachtens artikel 1.50 van de Wet kinderopvang, zet de subsidieontvanger van een kindercentrum waar voorschoolse educatie wordt aangeboden, een hbo pedagogisch beleidsmedewerker in ten behoeve van de kwaliteitsverhoging van voorschoolse educatie.

 

  • b.

    Het takenpakket van de hbo pedagogisch beleidsmedewerker betreft minimaal één of meerdere van onderstaande taken:

    • 1.

      Implementeren, of uitvoeren van beleidsvoornemens gericht op de doorgaande lijn, ouderbetrokkenheid, interne kwaliteitszorg, toeleiding en externe zorg;

    • 2.

      Coaching en instrueren van beroepskrachten voorschoolse educatie;

    • 3.

      Verrichten van pedagogische educatieve werkzaamheden voor de doelgroeppeuter.

  • c.

    De hbo pedagogisch beleidsmedewerker voldoet aan de kwalificatie-eisen van het functieboek van de cao kinderopvang en is minimaal in het bezit van één van onderstaande opleidingen:

    • 1.

      Hbo-, of bachelorsdiploma;

    • 2.

      Associate Degree-opleiding;

    • 3.

      Bijscholing van mbo-4-opgeleiden in de vorm van een certificaat door een door de branche-erkende scholing of evc-procedure op het gebied van coaching en pedagogiek.

 

6. Subsidieplafond

  • a.

    Het subsidieplafond voor deze regeling is gelijk aan het voor dat jaar aan de gemeente Schouwen-Duiveland beschikte bedrag aan onderwijsachterstandsgelden dat het Rijk beschikbaar stelt.

 

7. Aanvragen en verantwoorden

Aanvragen

Aanvullend op artikel 7 lid 1 van de ASV 2023 geldt de volgende regel ten aanzien van de aanvraag.

a. De aanvrager dient uiterlijk 30 augustus voorafgaand aan het subsidiejaar een definitief aanvraagformulier en begroting in.

 

Verantwoorden

Aanvullend op artikel 16 van de ASV 2023 en afdeling 4.2 van de Awb gelden de volgende regels ten aanzien van de verantwoording.

  • a.

    De verantwoording voor de VE peuteropvang bevat de werkelijke inkomensafhankelijke ouderbijdrage over het gehele subsidiejaar. Bij de subsidieaanvraag betreft de inkomensafhankelijke ouderbijdrage een schatting.

  • b.

    De verantwoording voor de inzet van de hbo pedagogisch beleidsmedewerker bevat het maximum aantal doelgroeppeuters over het gehele subsidiejaar. Bij de subsidieaanvraag wordt de inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker bepaald op basis van het aantal doelgroeppeuters op 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar. In aanvulling op artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Schouwen-Duiveland 2023, legt de subsidieontvanger jaarlijks verantwoording af op de ureninzet van de hbo pedagogisch beleidsmedewerker en op welke wijze de taken hebben bijgedragen aan de verhoging van de kwaliteit van de voorschoolse educatie.

  • c.

    Het kindercentrum rapporteert per kwartaal het aantal verwachte en gerealiseerde peuters, uitgesplitst naar KOT, niet-KOT en doelgroeppeuters, inclusief afgenomen uren. Deze rapportage kan aanleiding geven tot bijstelling van het subsidiebedrag.

 

Verplichtingen

  • a.

    In het activiteitenplan van het kindercentrum zijn tenminste de volgende elementen beschreven:

  • 1.

    De wijze waarop het kindercentrum zorgt voor een overdracht van gegevens over de ontwikkeling van het kind bij de doorstroom naar het primair onderwijs. Het kindercentrum maakt daarbij gebruik van het Overdrachtsformulier VVE Schouwen-Duiveland. Doelgroeppeuters en zorgkinderen worden (met instemming van ouders) warm overgedragen van het kindercentrum naar het primair onderwijs.

  • 2.

    De wijze waarop het kindercentrum samenwerkt met het primair onderwijs en de doorgaande lijn vormgeeft en borgt. De activiteiten worden onderling afgestemd. De wijze waarop het kindercentrum ouderbetrokkenheid vormgeeft. De wijze waarop het kindercentrum samenwerkt met de jeugdgezondheidszorg en schoolmaatschappelijk werk. Er is in ieder geval vier keer per jaar contact over doelgroeppeuters en zorgkinderen.

  • 3.

    De wijze waarop het kindercentrum het extra aanbod aan doelgroeppeuters vormgeeft. Het extra aanbod omvat in ieder geval:

  • aanvullend materiaal waarmee thuis geoefend kan worden;

  • individuele begeleiding van het kind;

  • het maken van handelingsplannen/ plannen van aanpak gericht op het verbeteren van de taalontwikkeling;

  • het voeren van oudergesprekken gericht op het verbeteren van de taalontwikkeling.

  • 4.

    De wijze waarop het kindercentrum de uren van de hbo pedagogisch beleidsmedewerker inzet.

  • 5.

    De taken van de hbo pedagogisch beleidsmedewerker en op welke wijze de taken bijdragen aan de verhoging van de kwaliteit van de voorschoolse educatie.

 

  • b.

    Het kindercentrum is bereid informatie aan te leveren voor de monitoring van bereik, financiën en kwaliteit. Daarvoor worden in ieder geval deelnamegegevens, en observatie- en toetsgegevens aangeleverd en doorgenomen met de beleidsmedewerker Onderwijsachterstandenbeleid.

 

  • c.

    Het kindercentrum rapporteert per kwartaal aan de gemeente het aantal peuters met en zonder recht op kinderopvangtoeslag en het aantal doelgroeppeuters in relatie tot de afgenomen uren.

 

  • d.

    Het kindercentrum stelt vast in hoeverre ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag in aanmerking komen voor subsidie en gebruikt daarvoor een Ouderverklaring geen recht op kinderopvangtoeslag.

 

  • e.

    Het kindercentrum stelt de inkomensafhankelijke ouderbijdrage vast op basis van de kinderopvangtoeslagtabel van de Belastingdienst.

 

Het kindercentrum toetst aan de hand van de Ouderverklaring geen recht op kinderopvangtoeslag, in combinatie met een inkomensverklaring van de ouder(s), of een (doelgroep)peuter in aanmerking komt voor subsidie. Als dit om aantoonbare reden niet mogelijk is, kan er ander bewijs van inkomen worden opgevraagd. Dit kan zijn: salarisstrook, uitkeringsspecificatie, werkgeversverklaring of een verklaring van schuldsanering. Het kindercentrum houdt een administratie bij van de documenten aan de hand waarvan de toetsing recht op een gesubsidieerde (VE) peuteropvang is gedaan en van bevindingen van deze toetsing. Het kindercentrum bewaart deze gegevens nog drie jaar (na afloop van het subsidiejaar) en stelt deze gegevens beschikbaar aan de gemeente als de gemeente hierop een controle wil uitvoeren. Het kindercentrum is niet verantwoordelijk voor de juistheid van de door ouders geleverde gegevens.

 

8. Inwerkingtreding en citeertitel

b. De beleidsregel Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie 2025 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2026.

c. Deze subsidieregeling treedt, nadat deze op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt, in werking op de dag na bekendmaking en is voor het eerst van toepassing op subsidies vanaf 2026.

d. De subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse educatie 2026.

 

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 16 september 2025

burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland,

S.J.A. Bronsveld, secretaris

J. Chr. van der Hoek MBA, burgemeester

Naar boven