(Deel)subsidieplafond EFRO Programma West Nederland 2021-2027 (VFF)

 

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, handelend in hoedanigheid van Beheerautoriteit van het Programma EFRO West-Nederland 2021-2027,

 

Gelet op de artikelen 4:25 en 4:26 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 4.2.2 van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies (REES 2021), maakt binnen de totaal voor de uitvoering van het Programma EFRO West-Nederland 2021– 2027 voor projecten beschikbare EFRO-bijdrage van € 200.333.745,00 het volgende (deel)subsidieplafond bekend:

 

(Deel)plafonds Kansen voor West III per 10 november 2025[1]:

 

Prioritaire as 1 van het programma Kansen voor West III 2021-2027: Een slimmer Europa door de bevordering van een innovatieve en slimme economische transformatie:

 

  • 1.

    Voor prioritaire as 1 van het programma Kansen voor West III 2021-2027: Een slimmer Europa door de bevordering van een innovatieve en slimme economische transformatie een bedrag van € 2.000.000 bedoeld voor projecten passend binnen specifieke doelstelling 1.1 Versterking van de onderzoeks- en innovatiecapaciteit en invoering van geavanceerde technologieën actielijn 2 Het vergroten van het investeringsvermogen voor innovatie in het mkb van het regionale programmadeel die passen binnen het vigerende regionale beleid van de provincie Noord-Holland. 

     

     

    Aanvragen kunnen worden ingediend met ingang van 10 november 2025 om 10:00 uur.

     

Subsidies worden verdeeld op volgorde van ontvangst van complete aanvragen en op basis van beoordeling van de aanvraag, met inachtneming van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies (REES 2021) en in afwijking, dan wel aanvulling op de Beleidsregel Programma EFRO 2021-2027 West Nederland, de navolgende bepalingen omtrent de wijze van verdeling:

 

Verdeling op volgorde van ontvangst

In gevallen waarin het beschikbare subsidiebudget wordt verdeeld op basis van volgorde van ontvangst, wordt eerst beoordeeld of de binnengekomen aanvragen compleet zijn. Indien de aanvraag niet compleet is, dan wordt de aanvrager daarvan in kennis gesteld en wordt hem een termijn geboden om dit gebrek te herstellen. Met betrekking tot de verdeling geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de complete aanvraag binnenkomt. De onderlinge volgorde van complete aanvragen die op één dag door de Beheerautoriteit zijn ontvangen, wordt vastgesteld door middel van notariële loting. Op volgorde van deze aldus vastgestelde loting worden de aanvragen vervolgens beoordeeld op de wijze voorzien in de EFRO-verordeningen[2] de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies en de Hoofdstukken 1 en 2 van de Beleidsregel Programma EFRO 2021-2027 West-Nederland (zie voetnoot 1). Indien deze verdere beoordeling van een aanvraag leidt tot een subsidieweigering, wordt de naastvolgende subsidieaanvraag in behandeling genomen.

 

De subsidieaanvraag waarvoor geldt dat integrale inwilliging daarvan zou leiden tot overschrijding van het desbetreffende plafond, kan gedeeltelijk worden ingewilligd en wel tot het bedrag dat onder het desbetreffende subsidieplafond nog maximaal beschikbaar is, tenzij van de Beheerautoriteit (zie voetnoot 1) in redelijkheid niet gevergd kan worden dat daartoe wordt overgegaan. Dat kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als het resterende bedrag zo beperkt is dan niet verwacht kan worden dat de aanvrager zijn project met die middelen kan uitvoeren. De Beheerautoriteit treedt daarover in overleg met de subsidieaanvrager. Indien de subsidieaanvraag wordt ingewilligd, wordt de subsidie verleend onder de opschortende voorwaarde dat de desbetreffende subsidieaanvrager genoegzaam aantoont dat de activiteit ook met de lager verleende subsidie kan worden verricht. Daartoe zal de Beheerautoriteit pas overgaan op het moment dat in redelijkheid kan worden verwacht dat de subsidieaanvrager daartoe in staat zal zijn. In dat geval kan de Beheerautoriteit op basis van de uitkomsten van een uitgevoerde beoordeling als bedoeld in de EFRO-verordeningen (zie voetnoot 3), de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies en de Hoofdstukken 1 en 2 van de Beleidsregel Programma EFRO 2021-2027 West-Nederland (zie voetnoot 1), ook beslissen de, als gevolg van het bereiken van subsidieplafond, ontbrekende middelen te putten uit een ander deelplafond. Het moet daarbij gaan om een alternatief deelplafond, waarvoor ten tijde van de beoordeling van de aanvraag nog middelen beschikbaar zijn. Bovendien moet uit de uitgevoerde beoordeling blijken dat de desbetreffende activiteit waarvoor subsidie is aangevraagd, ook voldoet aan alle voor het alternatieve subsidieplafond geldende vereisten. Is dat het geval, dan kan de desbetreffende aanvraag worden toegevoegd in de rangordening van het alternatieve subsidieplafond, met als datum van indiening, de datum waarop de Beheerautoriteit heeft besloten tot gedeeltelijk afwijzing van de aanvraag vanwege het bereiken van het plafond. Nadat een complete aanvraag is ontvangen wordt de beleidsbeoordeling opgemaakt, de beleidsbeoordeling maakt onderdeel uit van de totale beoordeling. Voldoet een aanvraag niet aan het vereiste van tenminste 50% van de punten voor de passendheid binnen programma, openstelling programma en/of vigerend beleid dan wordt de aanvraag op basis hiervan afgewezen en niet voorgelegd aan de deskundigencommissie. Voldoet een aanvraag aan het criterium voor tenminste 50% van de punten, dan wordt de aanvraag voorgelegd aan de deskundigencommissie. De Deskundigencommissie zal conform de EFRO-verordeningen[3] de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies en de Hoofstukken 1 en 2 van de Beleidsregel Programma EFRO 2021-2027 West-Nederland (zie voetnoot 1) de aanvragen op diverse punten beoordelen en een score meegeven. Vervolgens worden de geschikte aanvragen beoordeeld door de Beheerautoriteit in de technische toets waarna de beschikking volgt.

 

Overige bepalingen omtrent de verdeling

  • -

    Voor aanvragen die worden ingediend onder het plafond, als bedoeld onder 1:

    • Bedraagt het maximale subsidiebedrag € 2.000.000 mits de vigerende Europese regelgeving met betrekking tot staatssteun dit bedrag toestaat. Er is ruimte om 1 aanvraag te honoreren;

    • Geldt dat deze uitsluitend kunnen worden ingediend door de provincie Noord-Holland.

    • Geldt dat de uitvoering van het fondsmanagement moet worden ondergebracht bij een organisatie met ervaring in het managen van financieringsinstrumenten bij KvW.

    • Moet de openstelling leiden tot de stimulering van financieringsmogelijkheden voor vroege fase innovaties en risicokapitaal voor kennisgedreven startups en Mkb langs de lijnen van de RIS3 West-Nederland en het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid met een nadruk op de Noord-Hollandse topsectoren. De subsidie is bedoeld voor het continueren van het Vroege Fase Fonds in 2026-2027-2028. Het project moet zich richten op het financieren van de Vroege Fase van projecten van ondernemingen. Met deze lening onderzoeken starters en mkb-ondernemingen of hun idee een kans van slagen heeft op de markt. De VFF (Vroege Fase Financiering) moet ervoor zorgen dat het idee van de planfase in de startfase komt. De aanvraag zal getoetst worden aan de hand van de vigerende beleidsdocumenten en moet aansluiten op het rapport Financieringsinstrumenten Kansen voor West (ERAC, 2020) en de actualisatie ex-ante kapitaalmarktonderzoek vervolg Vroege Fase Financiering 2026-2028.

    • Is vigerend beleid van toepassing. Dit is te vinden op de webpagina van de openstelling.

       

       

       

       

Rotterdam, 6 oktober 2025

 

 

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Rotterdam, in de hoedanigheid van Beheerautoriteit van het Programma Kansen voor West III,

 

 

Namens deze,

 

 

R.A.C.J. Simons

Wethouder Haven, Economie, Horeca en Bestuur (wijken en kleine kernen)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Toelichting:

Op 18 juli is het Programma EFRO West-Nederland 2021-2027 door de Europese Commissie goedgekeurd. Reeds op 5 juni heeft de Minister van Economische Zaken en Klimaat op het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam aangewezen als Beheerautoriteit Kansen voor West III bij Besluit WJZ/22233414.

 

Op 20 april 2022 is het totale EFRO-subsidieplafond voor de uitvoering van projecten in het kader van het Programma EFRO West-Nederland 2021-2027 ad. € 200.333.745 (zie voetnoot 1) bekend gemaakt. Daarbij is aangegeven dat deelplafonds gefaseerd, vastgesteld, opengesteld en bekend gemaakt worden. Het onderhavige besluit heeft betrekking op dergelijke deelplafonds.

 

Het totaalplafond valt uiteen in vijf onderdelen: vier GTI-programmadelen en het regionale programmadeel. De vier GTI-programmadelen maken onderdeel uit van Programma EFRO West-Nederland 2021-2027en zijn ondergebracht bij de Beheerautoriteit gemeente Rotterdam en de aangewezen intermediaire instanties, de steden: Den Haag, Amsterdam en Utrecht. Deze vier steden worden ook wel aangeduid als de G4.

 

De Beheerautoriteit draagt ervoor zorg dat het beschikbare budget voor het regionale programmadeel wordt ingezet ten behoeve van het Programma. Het budget wordt zo ingezet dat de beschikbare middelen evenwichtig worden verdeeld over de regio West en passen binnen het, bij de openstelling van toepassing verklaarde vigerende regionale en lokale beleid van, zowel de G4 als de P4, te weten de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Flevoland en Utrecht.

 

Zolang een deelplafond niet is uitgeput, kan (een deel van) het beschikbare, maximale subsidiebedrag van dat deelplafond worden aangewend voor subsidiëring van projecten die (ook en in voldoende mate) van belang zijn voor dat desbetreffende programmadeel. Dat geldt ook, in beperkte mate, voor projecten waarvoor subsidie is aangevraagd onder een ander deelplafond, maar waar het bereiken van het deelplafond aan subsidieverlening in de weg staat. Niet valt uit te sluiten dat er projecten zijn die van belang zijn voor meerdere provincies of steden, of projecten die alleen van belang zijn voor de desbetreffende provincie of stad, maar waarvan de uitvoering zich niet primair binnen die provincie of stad afspeelt. Dergelijke projecten, waarvan is vastgesteld dat sprake is van een voldoende ‘match’ met een ander deelprogramma waarvan het budget nog niet is uitgeput, kunnen dan in uitzonderlijke gevallen toch worden gesubsidieerd ten laste van het deelplafond van de provincie of de stad voor wie het project (ook) relevant is. Dergelijke projecten, die voor financiering uit een alternatief (nog niet uitgeput deelbudget) in aanmerking komen, sluiten achteraan in de rij. Dit met het oog op de belangen van de andere aanvragers die onder het desbetreffende deelbudget hebben aangevraagd. Of een project past in het programmadeel van de desbetreffende provincie of stad, wordt beoordeeld aan de hand van het, bij de openstelling van toepassing verklaarde, vigerende regionale en lokale beleid. Indien het project niet past binnen dit beleid, wordt de subsidieaanvraag afgewezen. Het vigerende regionale en het lokale beleid van bovengenoemde provincies en steden is (onder meer) te raadplegen via de website van Kansen voor West (www.kansenvoorwest.nl).

 

Bijzondere eisen per subsidieplafond

In Beleidsregel Programma EFRO West-Nederland 2021-2027 is bepaald dat de Beheerautoriteit gelijktijdig met het vaststellen en bekend maken van een subsidieplafond kan bepalen dat, van hetgeen in de Beleidsregel is opgenomen, wordt afgeweken en/of dat ervoor aanvragen, die worden ingediend onder de desbetreffende subsidieplafonds, aanvullende eisen gelden. Dat is in het onderhavige besluit gebeurd.

 

Voetnoten;

 

[1] Voor alle hier opgenomen (deel)plafonds geldt dat aanvragen getoetst worden aan het van toepassing verklaarde deel van het Programma EFRO West-Nederland 2021 – 2027. Indien er sprake is van extra vigerend beleid voor een (deel)plafond dan wordt dit voor het betreffende (deel)plafond kenbaar gemaakt op de website www.kansenvoorwest.nl.

[2] Verordening (EU) Nr. 2021/1060 en Nr. 2021/1058

[3] Verordening (EU) Nr. 2021/1060 en Nr. 2021/1058

Naar boven