Subsidieregeling professioneel theateraanbod Gorinchem 2026-2028

Het college van burgemeester en wethouders van Gorinchem;

 

  • -

    gelet op artikel 2 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Gorinchem 2020;

  • -

    gelet op Het Beleidskader voor subsidie Gemeente Gorinchem 2020;

  • -

    Overwegende dat de gemeenteraad de Integrale Samenlevingsvisie 2025-2030 en de Omgevingsvisie Gorinchem 2050 heeft vastgesteld;

  • -

    Overwegende dat de gemeenteraad het cultuurbeleid heeft vastgesteld;

Besluit:

 

  • -

    vast te stellen de subsidieregeling professioneel theateraanbod Gorinchem 2026 – 2028.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV: Algemene Subsidie Verordening 2020 van gemeente Gorinchem;

  • b.

    code diversiteit & inclusie: een gedragscode om culturele diversiteit structureel in de culturele organisatie te verankeren;

  • c.

    cofinanciering: bijdrage in kind of in cash naast de subsidiebijdrage van de gemeente;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gorinchem;

  • e.

    culturele infrastructuur: geheel van organisaties en voorzieningen die cultuur mogelijk maken en toegankelijk houden, zoals theaters, musea, bibliotheken, amateurkunstverenigingen en evenementen;

  • f.

    culturele organisatie: organisatie die zich bezighoudt met kunst, cultuur of erfgoed, zoals theater, museum, bibliotheek of muziekpodium;

  • g.

    cultuurparticipatie: actief of passief deelnemen aan culturele activiteiten, zoals het bezoeken van theatervoorstellingen, musea of concerten, of het zelf beoefenen van kunst en cultuur, bijvoorbeeld door muziek, dans, theater of beeldende kunst;

  • h.

    Fair practice code: gedragscode voor ondernemen en werken in de culturele sector;

  • i.

    gemeente: de gemeente Gorinchem;

  • j.

    Governance code cultuur: kader voor goed bestuur en toezicht in een culturele organisatie;

  • k.

    kalenderjaar: het tijdvak dat loopt van 1 januari tot en met 31 december van hetzelfde jaar;

  • l.

    maatschappelijke infrastructuur: geheel van organisaties en voorzieningen die bijdragen aan het welzijn en de samenhang in de samenleving, zoals scholen, welzijnsorganisaties, zorginstellingen, buurtcentra en vrijwilligersinitiatieven;

  • m.

    professioneel theateraanbod: geheel aan professionele podiumkunsten die in een theater worden gepresenteerd;

  • n.

    professionele podiumkunsten: live uitgevoerde kunstvormen zoals theater, dans, muziek en muziektheater, uitgevoerd door beroepskunstenaars;

  • o.

    publieksdiversiteit: de mate waarin verschillende doelgroepen worden bereikt én met elkaar in contact worden gebracht via gedeelde culturele beleving en ontmoeting;

  • p.

    theaterinstelling: culturele instelling die professionele podiumkunsten programmeert en/of presenteert.

Artikel 2. Doel

Het waarborgen en bevorderen van een divers en toegankelijk professioneel theateraanbod in Gorinchem, dat inwoners van de gemeente aanzet tot cultuurparticipatie, ruimte biedt voor sociale ontmoeting en samenwerking versterkt binnen de culturele en maatschappelijke infrastructuur.

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten

Het college verstrekt uitsluitend subsidie voor kosten die direct verband houden met de uitvoering van professioneel theateraanbod.

Artikel 4. Aanvrager

Het college verstrek uitsluitend subsidie aan een organisatie die:

  • a.

    als theaterinstelling KVK geregistreerd is;

  • b.

    volledige rechtsbevoegdheid heeft;

  • c.

    geen winstoogmerk heeft;

  • d.

    een vestigingsadres in Gorinchem heeft;

  • e.

    aantoonbaar ten minste drie jaar binnen de gemeente onafgebroken actief is.

Hoofdstuk 2 Financiële bepalingen

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Voor subsidie in aanmerking komen de in redelijkheid gemaakte kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van de activiteit(en) als bedoeld in artikel 3.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van de volgende criteria:

    • a.

      het maximale subsidiepercentage betreft 50% van de totale uitvoeringskosten van het professioneel theateraanbod;

    • b.

      beoordelingscriteria, zoals vermeld in artikel 9 eerste lid van deze regeling.

  • 3.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen in ieder geval de kosten:

    • a.

      van consumpties;

    • b.

      voor exploitatie van horeca;

    • c.

      die door subsidieontvanger zijn gemaakt vóór de indiening van de aanvraag;

    • d.

      voor commerciële activiteiten;

    • e.

      voor bedrijfsvoering die niet bijdragen aan de uitvoering van het gesubsidieerde programma;

    • f.

      waarvoor al financiering of subsidie is/wordt ontvangen;

    • g.

      kostenposten zonder duidelijke onderbouwing.

Artikel 6. Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond voor de looptijd van deze regeling is € 288.000.

  • 2.

    Het subsidieplafond bedraagt:

    • a.

      voor 2026 € 98.000;

    • b.

      voor 2027 € 98.000;

    • c.

      voor 2028 € 98.000.

  • 3.

    De subsidieplafonds, benoemd in het eerste en tweede lid, worden vastgesteld onder voorbehoud van goedkeuring van de begroting door de gemeenteraad.

  • 4.

    Het subsidieplafond kan worden geïndexeerd.

Hoofdstuk 3 Aanvraag subsidie

Artikel 7. Aanvullende aanvraagvereisten

De aanvraag van een subsidie bevat, naast de in artikel 8 van de ASV genoemde gegevens:

  • a.

    een vermelding van de regeling waarop de aanvraag is gebaseerd;

  • b.

    een toelichting op de wijze waarop wordt voldaan aan de beoordelingscriteria zoals bedoeld in artikel 9 lid 1 van deze regeling;

  • c.

    een toelichting op de wijze waarop wordt gehandeld in overeenstemming met de Fair Practice Code, de Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie;

  • d.

    een toelichting op de wijze waarop eigen inkomsten en/of bijdragen van derden (zoals fondsen of sponsoring) worden ingezet ter dekking van de kosten, in verhouding tot de omvang van de organisatie en de hoogte van de aangevraagde subsidie.

Artikel 8. Aanvraagtermijn

Een aanvraag om subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV, ingediend uiterlijk 1 november voorafgaand aan de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft.

Hoofdstuk 4 Beoordeling subsidieaanvraag

Artikel 9. Beoordelingscriteria en wijze van verdeling

  • 1.

    Volledige en tijdig ingediende subsidieaanvragen die voldoen aan de voorwaarden uit art 3 en 4 worden inhoudelijk beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • a.

      Programmeringsomvang en zaalbenutting:

      • -

        aantal professioneel geprogrammeerde (theater)voorstellingen per jaar in verhouding tot zaalcapaciteit en aangevraagde subsidie.

    • b.

      Publieksbereik:

      • -

        de mate waarin wordt ingezet op het bereiken van diverse doelgroepen binnen de gemeente, met aandacht voor inwoners met een afstand tot cultuur.

      • -

        de mate waarin ook ontmoeting en gezamenlijke beleving tussen deze groepen wordt gestimuleerd.

    • c.

      Toegankelijkheid:

      • -

        de mate waarin wordt ingezet op het vergroten van de toegankelijkheid van het theateraanbod, in het bijzonder de fysieke toegankelijkheid voor mensen met een beperking.

    • d.

      Samenwerking:

      • -

        de mate waarin wordt samengewerkt met partners binnen de maatschappelijke en culturele infrastructuur van Gorinchem.

    • e.

      Eigen inkomsten en/of cofinanciering:

      • -

        de mate waarin de kosten worden gedekt uit eigen inkomsten en/of bijdragen van derden, passend bij de schaal van de organisatie en de hoogte van de aangevraagde subsidie.

    • f.

      Administratieve kwaliteit aanvraag:

      • -

        nauwkeurigheid duidelijkheid en controleerbaarheid van de aanvraag.

  • 2.

    Aan de in het eerste lid genoemde criteria worden punten toegekend, met per criterium een maximum zoals aangegeven in de beoordelingsmatrix in de bijlage, welke deel uitmaakt van deze regeling. Het totaal aantal te behalen punten bedraagt 100.

  • 3.

    De aanvrager is verantwoordelijk voor het aantonen van de wijze waarop aan de beoordelingscriteria wordt voldaan.

  • 4.

    Alleen aanvragen die minimaal 75 punten behalen, komen voor subsidie in aanmerking.

  • 5.

    De twee aanvragen met de hoogste totaalscore komen in aanmerking voor subsidie.

  • 6.

    Het subsidiebedrag per aanvraag wordt berekend naar rato van het aantal behaalde punten ten opzichte van het gezamenlijke puntenaantal van deze twee aanvragen.

  • 7.

    Het college besluit tot afwijzing en verlening van de aangevraagde subsidies.

  • 8.

    De subsidie wordt verleend voor de periode van drie kalenderjaren en in drie jaarlijkse termijnen uitbetaald.

Artikel 10. Aanvullende weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 11 van de ASV wordt de subsidieverlening geweigerd als:

    • a.

      de aanvraag niet voldoet aan de criteria zoals gesteld in deze regeling;

    • b.

      op basis van de beoordelings- en verdeelsystematiek, zoals bedoeld in artikel 9, minder dan 75 punten wordt behaald;

    • c.

      er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de activiteiten een overwegend politiek, godsdienstig of levensbeschouwelijk karakter hebben.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 11 van de ASV kan de subsidieverlening geheel of gedeeltelijk geweigerd worden als:

    • a.

      de beoordeling aanleiding geeft tot toekenning van een lager subsidiebedrag dan aangevraagd;

    de uitvoeringskosten niet in redelijke verhouding staan tot het beoogde bereik (aard en diversiteit van doelgroepen) en het aantal te bereiken personen.

Artikel 11. Aanvullende verplichtingen subsidieontvanger

  • 1.

    In aanvulling op artikelen 13 en 14 van de ASV dient de subsidieontvanger zorg te dragen voor lokale zichtbaarheid, bekendheid en bereikbaarheid van de organisatie en het activiteitenaanbod;

  • 2.

    Het college kan bij de subsidieverlening aanvullende verplichtingen opleggen, die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

Hoofdstuk 5 Verantwoording en vaststelling subsidie

Artikel 12. Verantwoording

  • 1.

    De subsidieontvanger levert halfjaarlijks een inhoudelijk en financieel verslag aan met een toelichting op:

    • a.

      relevante afwijkingen ten opzichte van de aanvraag;

    • b.

      eventuele aanpassingen in programmering en publieksbenadering naar aanleiding van relevante maatschappelijke ontwikkelingen.

  • 2.

    De subsidieontvanger rapporteert halfjaarlijks over de programmering van het professioneel theateraanbod voor het komende half jaar.

  • 3.

    De subsidieontvanger neemt jaarlijks deel aan het bestuurlijk overleg.

Artikel 13. Verzoek tot subsidievaststelling

  • 1.

    Het verzoek tot subsidievaststelling bevat, naast de in artikelen 17 en 18 van de ASV genoemde gegevens, het door het college beschikbaar gestelde vaststellingsformulier.

  • 2.

    In afwijking van artikel 18 van de ASV wordt bij een subsidie tot € 100.000 een goedkeurende beoordelingsverklaring over de financiële verantwoording van de gesubsidieerd activiteit(en) en de daaraan verbonden baten en lasten van de ontvangen subsidiegelden overgelegd, opgesteld door een onafhankelijk accountant;

  • 3.

    In afwijking van artikel 18 van de ASV wordt bij een subsidie van € 100.000 of meer een goedkeurende controleverklaring over de financiële verantwoording van de gesubsidieerd activiteit(en) en de daaraan verbonden baten en lasten van de ontvangen subsidiegelden overgelegd, opgesteld door een onafhankelijk accountant;

  • 4.

    Indien de in het tweede of derde lid bedoelde goedkeurende verklaring niet wordt afgegeven, kan het college aanvullende informatie opvragen.

  • 5.

    Indien bij het verzoek tot vaststelling geen goedkeurende accountantsverklaring als bedoeld in het tweede of derde lid wordt overgelegd, kan het college de subsidie lager, dan wel op nihil vaststellen.

Hoofdstuk 6 Hardheidsclausule, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 14. Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een of meerdere artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken met uitzondering van artikelen 2, 3, 4, 5, 6 en 9 indien onverkorte toepassing ervan gelet op het belang van de aanvrager leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. De reden voor het toepassen van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit.

Artikel 15. Overgangs- en slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze subsidieregeling vervalt op 31 december 2028.

  • 3.

    Deze subsidieregeling is niet van toepassing op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze subsidieregeling zijn geweigerd, verleend of vastgesteld.

  • 4.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling professioneel theateraanbod Gorinchem 2026-2028.

Bijlage bij Subsidieregeling Professioneel theateraanbod Gorinchem 2026-2028

 

Beoordelingsmatrix bij artikel 9. Beoordelingscriteria en wijze van verdeling

 

De beoordeling van subsidieaanvragen vindt plaats aan de hand van de onderstaande criteria. Voor elk criterium wordt een score toegekend op basis van de kwaliteit, onderbouwing en verwachte impact van de aanvraag.

 

Criterium

Toelichting

Max. punten

Programmeringsomvang en zaalbenutting

Aantal geprogrammeerde professionele podiumkunsten per jaar in verhouding tot zaalcapaciteit en aangevraagde subsidie.

50

Publieksdiversiteit

De mate waarin wordt ingezet op het bereiken van diverse doelgroepen binnen de gemeente, met aandacht voor inwoners met een afstand tot cultuur. Daarbij wordt ook beoordeeld of de programmering van professionele podiumkunsten niet alleen verschillende doelgroepen aanspreekt, maar ook ontmoeting en gezamenlijke beleving tussen deze groepen stimuleert.

15

Toegankelijkheid

De mate waarin wordt ingezet op het vergroten van de toegankelijkheid van het theateraanbod, in het bijzonder de fysieke toegankelijkheid voor mensen met een beperking.

10

Samenwerking

De mate waarin wordt samengewerkt met partners binnen de maatschappelijke en culturele infrastructuur van de gemeente.

10

Eigen inkomsten/cofinanciering

Het aandeel van de kosten dat wordt gedekt uit eigen inkomsten of bijdragen van derden, passend bij de schaal van de organisatie en de hoogte van de aangevraagde subsidie.

10

Administratieve kwaliteit aanvraag

Nauwkeurigheid, duidelijkheid en controleerbaarheid van de aanvraag.

5

 

De berekening vindt plaats volgens de volgende formule: (Behaalde punten / Totaal behaalde punten van de twee hoogste aanvragen) × het door de raad beschikbaar gestelde subsidiebudget.

 

  • Programmeringsomvang en zaalbenutting

    Beoordeeld wordt het aantal geprogrammeerde professionele podiumkunsten in relatie tot de beschikbare zaalcapaciteit en het aangevraagde subsidiebedrag. De beoordeling richt zich op het aantal voorstellingen in jaar 1. Daarnaast moet de aanvraag inzicht geven in de plannen en intenties voor jaar 2 en 3. Een hoger aantal voorstellingen per jaar leidt tot een hogere score. Er kunnen 0, 25, 40 of maximaal 50 punten worden toegekend.

  • Publieksdiversiteit

    Beoordeeld wordt in welke mate wordt ingezet op het bereiken van diverse doelgroepen binnen de gemeente, met specifieke aandacht voor inwoners die minder vanzelfsprekend deelnemen aan cultuur. Dit kunnen bijvoorbeeld jongeren, ouderen, mensen met een migratieachtergrond of mensen met een fysieke of verstandelijke beperking zijn. Daarbij gaat het niet alleen om het aanspreken van afzonderlijke groepen, maar juist ook om programmering van professionele podiumkunsten die ontmoeting en gezamenlijke beleving tussen verschillende doelgroepen stimuleert. Een duidelijke en goed onderbouwde visie op publieksdiversiteit wordt in dit kader positief gewaardeerd. Er kunnen 0, 10 of maximaal 15 punten worden toegekend.

  • Toegankelijkheid

    Daarnaast wordt beoordeeld in welke mate de aanvrager inzet op het vergroten van de toegankelijkheid van het theateraanbod. Daarbij gaat het met name om de fysieke toegankelijkheid voor mensen met een beperking. Voorbeelden hiervan zijn rolstoeltoegankelijke ruimtes, voorzieningen voor slechthorenden of slechtzienden en het actief wegnemen van drempels die deelname aan theaterbezoek belemmeren. Aan dit criterium kunnen 0, 5 of maximaal 10 punten worden toegekend.

  • Samenwerking

    Beoordeeld wordt de mate waarin wordt samengewerkt met lokale maatschappelijke en culturele partners, zoals scholen, amateurkunstverenigingen en wijkinitiatieven. Ook wordt gekeken in hoeverre deze partners gebruik kunnen maken van het theater of worden betrokken bij de programmering. Er kunnen 0, 5 of maximaal 10 punten worden toegekend.

  • Eigen inkomsten/cofinanciering

    Het aandeel van de kosten dat wordt gedekt uit eigen inkomsten of bijdragen van derden weegt mee in de beoordeling. Daarbij wordt rekening gehouden met de schaal van de organisatie en de hoogte van de aangevraagde subsidie. Hoe groter dit aandeel, hoe hoger de score. De begroting moet volledig en transparant inzicht geven in deze inkomsten en bijdragen. Er kunnen 0, 5 of maximaal 10 punten worden toegekend.

  • Administratieve kwaliteit van de aanvraag

    De nauwkeurigheid, overzichtelijkheid en controleerbaarheid van de ingediende stukken worden beoordeeld. Alleen aanvragen die volledig en helder zijn ingediend, komen in aanmerking voor de maximale score. Er kunnen 0, 3 of maximaal 5 punten worden toegekend.

Naar boven