Gemeenteblad van Hoorn
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Hoorn | Gemeenteblad 2025, 437288 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Hoorn | Gemeenteblad 2025, 437288 | beleidsregel |
Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Hoorn 2025
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
lokale toegang/1.Hoorn: de voorziening die een gemeente heeft ingericht om hulp/ondersteuning te bieden aan jeugdige of gezin en tevens de lokale toegang tot (hoog)specialistische jeugdhulp. Dit is het gebiedsteam 1.Hoorn, het multidisciplinair team dat de hulpvraag van de jeugdige en/of zijn ouders behandelt. De focus van de lokale toegang ligt op het versterken van de eigen regie/kracht van de jeugdige, gezin, het vergroten van zelfredzaamheid;
Voorveld: het voorveld omvat ondersteuning, hulp en signalering voordat iemand terechtkomt in de jeugdhulpverlening waar een toegangsbeoordeling en beschikking van 1.Hoorn voor nodig is. Het streven is om de hulpvraag zo goed als mogelijk op te lossen in het voorveld, zodat een verwijzing naar (hoog) specialistische jeugdhulp niet nodig is.
Hoofdstuk 2 Individuele voorzieningen
Artikel 2 Individuele voorzieningen en componenten
In dit hoofdstuk staan de individuele voorzieningen die zijn ingekocht beschreven. Zoals ook in de verordening is opgenomen zijn de individuele voorzieningen verdeeld in specialistische jeugdhulp, hoog specialistische jeugdhulp en verblijf.
Artikel 3 Specialistische Jeugdhulp
Specialistische jeugdhulp betreft doorgaans enkelvoudige hulpvragen, waarbij de benodigde inzet op basis van de voorinformatie en probleemformulering voorspelbaar is. Het verloop van het traject is daarmee planbaar. Er is sprake van een beperkt aantal contactmomenten of beperkte hoeveelheid tijd per maand aan inzet die nodig is vanuit de Jeugdhulpaanbieder. Er is doorgaans inzet vanuit één Jeugdhulpaanbieder nodig. De Jeugdhulpaanbieder houdt oog voor het gehele gezin en eventueel overstijgende zorgvragen voor gezinsleden.
Waar van toepassing begeleiden van de jeugdige/ gezin naar hulp vanuit bijvoorbeeld Wonen met Ondersteuning Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Wet Langdurige Zorg (WLZ) en/of het aangaan van een samenwerking. De jeugdige en/of gezin kan hierbij ook ondersteund worden door een Onafhankelijke clientondersteuner.
Laag complexe jeugdhulp betreft over het algemeen beginnende problematiek. Er wordt lichte begeleiding of er worden lichtere vormen van opvoedondersteuning geboden. De inzet van de hulp is doorgaans kortdurend van aard en/ of de inzet van de ondersteuning kent beperkte contactmomenten per maand. De gemeente ambieert deze gedurende de looptijd van de overeenkomst nader in te richten in het voorveld.
Midden complexe jeugdhulp kenmerkt zich door een toenemend risico op een stagnerende ontwikkeling op één of meerdere leefgebieden, zoals gedragsontwikkeling, psychische problematiek, leeftijdsadequate ontwikkeling, (maatschappelijke) participatie, autonomie en/ of identiteitsontwikkeling, veerkracht en weerbaarheid. Tevens kan er sprake zijn van problematiek bij de ouder(s) en/of veiligheidsrisico’s in het (gezins-)systeem. Bij midden complexe jeugdhulp is altijd sprake van een vorm van behandeling als onderdeel van de inzet om de problematiek te verminderen of op te heffen.
Verwijzingen door een Gecertificeerde Instelling vallen per definitie onder midden of hoog specialistische jeugdhulp. Dit komt voort uit het gegeven dat bij gezinnen met een kinderbeschermingsmaatregel, opgelegd door de kinderrechter, sprake is van (ernstige) zorgen over het veilig opgroeien van de jeugdige. Wel kan er sprake zijn van een samenwerking met een jeugdhulpaanbieder voor een deel van de begeleiding, die valt onder laagcomplexe jeugdhulp of het voorveld.
Artikel 4 Ondersteuningsprofielen en intensiteiten binnen specialistische jeugdhulp
Lichte, in principe enkelvoudige problematiek die via kortdurende, niet-intensieve hulp, kan worden opgelost. De hulp kan binnen een beperkt aantal contactmomenten of beperkte hoeveelheid tijd per maand worden geboden. Het resultaat van de hulp is ontwikkelen, herstellen en stabiliseren. De hulpvraag is opgelost. Het resultaat wordt in principe binnen het toegewezen traject bereikt. De gemiddelde trajectduur is drie (3) tot zes (6) maanden.
Middelzware, maar in principe nog enkelvoudige problematiek, die via meer intensieve hulp binnen de middellange termijn worden opgelost. Het aantal contactmomenten of de hoeveelheid ingezette tijd per maand ligt over het algemeen hoger dan bij perspectief. Het resultaat van de hulp is ontwikkelen, herstellen en stabiliseren. De hulpvraag is opgelost. Het resultaat wordt in principe binnen het toegewezen traject bereikt. De maximale trajectduur is twaalf (12) maanden
Chronische vorm van ondersteuning, die in principe (levens)lang kan duren, maar de ondersteuning is niet intensief en kan binnen een beperkt aantal contactmomenten of beperkte hoeveelheid tijd per maand worden geboden. Het resultaat van de hulp is stabiliseren. De hulpvraag is langdurig of blijvend van aard. De minimale trajectduur is twaalf (12) maanden en kan meerjarig zijn.
Zelfde kern als bij Duurzaam-Licht, maar zwaardere problematiek. Er is meer en vaker hulp nodig, soms zelfs meerdere uren per dag. Het resultaat van de hulp is stabiliseren. De hulpvraag is langdurig of blijvend van aard. De minimale trajectduur is twaalf (12) maanden en kan meerjarig zijn. Bij deze doelgroep kan onderzocht worden of de Wet Langdurige Zorg op termijn passend is.
Artikel 5 Hoogspecialistische jeugdhulp
Hoog specialistische jeugdhulp betreft meervoudige, urgente en/of zeer specifieke (niet vaak voorkomende) hulpvragen. Kenmerkend is dat de zorg vaak onvoorspelbaar is en dat er op meerdere levensdomeinen hulpvragen spelen. Om de juiste zorg te bieden is een integrale samenwerking, ketenbreed, noodzakelijk.
De doelgroep voor de hoog specialistische jeugdhulp is een kleine groep jeugdigen met meervoudige, urgente en/of zeer specifieke (niet vaak voorkomende) problematiek met een onvoorspelbaar karakter; de zogenoemde ‘hoog complexe zorg’. Het kan hierbij gaan om jeugdigen/gezinnen waarbij er sprake is van psychiatrische problematiek, een verstandelijke beperking en/of ernstige opvoedproblematiek. Kenmerkend is dat de zorg vaak onvoorspelbaar is en dat er op meerdere levensdomeinen hulpvragen spelen. Om de juiste zorg te bieden is een integrale samenwerking, ketenbreed, noodzakelijk.
De doelgroep voor hoog specialistische forensische jeugdhulp is een kleine, complexe groep jeugdigen die delict gedrag en/of seksueel of agressief grensoverschrijdend gedrag vertoont (of bij wie de dreiging hiertoe in de nabije toekomst groot is). Het gaat hierbij om risico gestuurde zorg gericht op veiligheid, omdat deze jeugdigen zonder passende en tijdige behandeling een gevaar voor zichzelf en hun omgeving vormen.
Artikel 6 Jeugdhulp met verblijf
De doelgroep voor Jeugdhulp met verblijf zijn jeugdigen met (complexe) eigen problematiek, vaak in combinatie met ouders die zich (ernstig) onmachtig voelen in het ouderschap, vaak als gevolg van complexe (eigen) problematiek bij (één van de) ouders. De jeugdige kan als gevolg van bovenstaande (tijdelijk) niet meer in het eigen gezin wonen, waardoor de jeugdige voor korte of voor langere tijd aangewezen is op een vorm van 24-uursverblijf.
Er is sprake van deeltijdpleegzorg zoals bedoeld in lid 3.a.i. wanneer de jeugdige voor zes of minder etmalen per week verblijft bij de pleegouders. Deeltijdpleegzorg wordt toegekend op basis van maatwerk. Vanaf de 16e levensjaar kan er, in samenspraak met de jeugdige, besloten worden de pleegzorg te verlengen tot het 21ste levensjaar. Vanaf het 18e levensjaar heeft de jeugdige de optie de pleegzorg te beëindigen.
Deeltijdpleegzorg zoals bedoeld in lid 3.a.ii. van dit artikel wordt ook ingezet bij een crisisplaatsing pleegzorg. Vanaf de 16e levensjaar kan er, in samenspraak met de jeugdige, besloten worden de pleegzorg te verlengen tot het 21ste levensjaar. Vanaf het 18e levensjaar heeft de jeugdige de optie de pleegzorg te beëindigen.
Een gezinshuis zoals bedoeld in lid 3.b. van dit artikel is een vorm van jeugdhulp met verblijf - georganiseerd vanuit een natuurlijk gezinssysteem - waar gezinshuisouders volgens het 24x7-principe opvoeding, ondersteuning en zorg bieden aan bij hen in huis geplaatste kinderen en jongeren die tijdelijk of langdurig zijn aangewezen op professionele hulpverlening als gevolg van beschadigende ervaringen en/of kind eigen problematiek. Daarnaast heeft een gezinshuis de volgende kenmerken:
Gezinshuis wordt structureel toegekend tot het 18e levensjaar van de jeugdige of op basis van maatwerk. Vanaf het 16e levensjaar kan er, in samenspraak met de jeugdige, besloten worden het gezinshuis te verlengen tot het 21ste levensjaar. Vanaf het 18e levensjaar heeft de jeugdige de optie het gezinshuis te beëindigen;
Verblijf zonder behandeling zoals bedoeld in lid 3.c. van dit artikel betreft een combinatie van wonen met vierentwintig (24) uur per dag beschikbare specialistische begeleiding. Behandeling is geen onderdeel van de verblijfslocatie. Enkel wanneer de inzet van ambulante (hoog-)specialistische jeugdhulp aantoonbaar niet binnen de toewijzing Jeugdhulp met verblijf valt kan een tweede toewijzing worden afgegeven.
Kortdurend verblijf met behandeling, zoals bedoeld in lid 3.d. van dit artikel, betreft een combinatie van wonen met vierentwintig (24) uur per dag beschikbare intensieve specialistische begeleiding én behandeling op de verblijfslocatie. Enkel wanneer de inzet van ambulante (hoog-)specialistische jeugdhulp aantoonbaar niet binnen de toewijzing Jeugdhulp met verblijf valt kan een tweede toewijzing worden afgegeven. Kortdurend verblijf kent twee verschillende verblijfsvormen:
Zak- en kleedgeld regeling: De financiële verantwoordelijkheid, indien ouders niet kunnen voorzien in zak- en kleedgeld, ligt bij de gemeenten. De Gemeente maakt voor de inrichting van deze regeling gebruik van de ‘Handreiking zak- en kleedgeld (2023)’. Omdat de handreiking de reikwijdte van de Jeugdwet hanteert, is deze ook geldig in geval van verlengde jeugdhulp met verblijf. De Jeugdhulpaanbieder draagt zorg voor de daadwerkelijke verstrekking van het zak- en kleedgeld. Hiervoor kan de Jeugdhulpaanbieder via het berichtenverkeer een verzoek tot toewijzing doen (JW 315). De regeling is binnen deze overeenkomst van toepassing op de percelen:
Artikel 7 Toekennen van individuele voorzieningen
Voor individuele voorzieningen komen jeugdigen in de leeftijd van nul tot en met zeventien jaar in aanmerking. Binnen de scope van deze inkoop vallen ook jeugdigen en jongvolwassenen die reeds voor hun achttiende levensjaar hulp hebben ontvangen binnen de Jeugdwet en op basis van de verlengde Jeugdwet hiervoor in aanmerking komen.
Artikel 9 Toewijzing via de lokale toegang van de gemeente
de aanleiding van de aanvraag bekend is bij 1.Hoorn waarbij naar het oordeel van de jeugdconsulent voldoende gegevens en bescheiden door 1.Hoorn zijn verschaft, kan de jeugdconsulent in overeenstemming met de jeugdige en/of zijn ouder(s) afzien van een vooronderzoek als bedoeld in het eerste en tweede lid. Daarnaast kan de jeugdconsulent hiervan afzien in situaties van hoge urgentie zoals een levensbedreigende situatie waarbij de noodzaak tot acuut ingrijpen aantoonbaar is en in geval van onvermogen van de jeugdige of ouders.
In het perspectiefplan wordt opgenomen welk verblijfsproduct (combinatie van verblijfsvorm en intensiteit) wordt toegekend en aan welke Jeugdhulpaanbieder. De lokale toegang kan op basis van het perspectiefplan of aanvraagformulier een toewijzingsbericht naar aanbieder en beschikking naar de inwoners.
Wanneer er sprake is van complexe problematiek binnen het gezin/huishouden wordt er een consulent van het lokale (wijk)team aangewezen als procesregisseur. De consulent vormt aan de hand van deze procesregie het centrale punt van de ingezette hulpverlening, en de effectiviteit hiervan om de hulpvraag uiteindelijk op te lossen.
De jeugdhulpaanbieder wordt, na toestemming door jeugdige en/of zijn ouders, op de hoogte gesteld van de te behalen resultaten en het geselecteerde ondersteuningsprofiel en maakt afspraken met de jeugdige en/of zijn ouders hoe de jeugdhulp ingezet wordt. In het perspectiefplan staat binnen welke termijn dit moet worden behaald. Ook wordt in dit perspectiefplan opgenomen wanneer de te behalen resultaten worden geëvalueerd.
Een perspectiefplan dat is ondertekend door zowel de jeugdige en/of zijn (gezaghebbende) ouder(s) wordt aangemerkt als uitkomst van het onderzoek voor een individuele voorziening waarmee de voorbereiding van een besluit als bedoeld in artikel 3.2 van de Algemene wet bestuursrecht voltooid is en de jeugdconsulent namens het college een beslissing op de aanvraag kan nemen.
Indien de jeugdige en/of zijn ouder(s) zich gemotiveerd op het standpunt stellen dat een individuele voorziening via het zorgaanbod via de gecontracteerde jeugdhulpaanbieders niet passend is in hun situatie, bestaat de mogelijkheid om via een persoonsgebonden budget de noodzakelijke jeugdhulp te ontvangen. Dit is dan de uitkomst van het perspectiefplan. In dit perspectiefplan staan de te behalen resultaten van de jeugdhulp. Met dit perspectiefplan kunnen de jeugdige en/of zijn ouders een pgb-plan opstellen.
Artikel 11 Perspectiefplan en aanvraagformulier
In onderstaand tabel wordt weergegeven wanneer er sprake is van een perspectiefplan of een aanvraagformulier is, en wanneer er steekproefsgewijs een controle van toepassing is:
Hoofdstuk 4 Persoonsgebonden budget
Artikel 12 Vereiste Pgb-vaardigheden
Pgb-vaardigheid omvat onder meer de volgende onderdelen:
Een budgethouder is in staat om de doelstellingen en de resultaten, uit het perspectiefplan te kunnen vertalen in een pgb-plan. De budgethouder zal voordat het pgb wordt toegekend een persoonlijk budgetplan moeten overleggen inclusief een daarbij horende zorgovereenkomst. Het invullen van het budgetplan en zorgovereenkomst vereist bepaalde vaardigheden. Deze vaardigheid brengt de volgende eisen mee die gesteld worden aan een budgethouder of beheerder:
Een budgethouder moet in staat zijn een administratie te kunnen voeren. Deze vaardigheid brengt de volgende eisen mee:
In staat zijn om de doelstellingen in het ondersteuningsplan te volgen en te bewaken.
Deze vaardigheid brengt de volgende eisen mee:
De budgethouder moet in staat zijn de werkgeversverplichtingen voortkomend uit het pgb te kunnen vervullen (indien van toepassing). Deze vaardigheid brengt de volgende eisen mee:
Artikel 13 Vereisten aan wettelijke vertegenwoordiger of gemachtigde als budgethouder:
Als de budgethouder niet zelf het pgb kan beheren is het mogelijk een vertegenwoordiger aan te stellen die het budget beheert. De vertegenwoordiger kan een wettelijk vertegenwoordiger zijn of een gemachtigde.
Aan de budgetbeheerder stellen we de volgende eisen:
Artikel 14 Kwaliteit in te kopen ondersteuning bij verstrekkingsvorm Pgb
De kwaliteit van de in te kopen of ingekochte ondersteuning is belangrijk om de doelen en resultaten die in het perspectiefplan zijn opgesteld effectief in te zetten en uiteindelijk tot een goed eindresultaat te leiden. In de wet is als basiseis geformuleerd dat de ondersteuning veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht moet worden verstrekt.
Artikel 15 Pgb-toetsgesprek en een (tussentijds) evaluatiegesprek door het gebiedsteam
Het pgb-toetsgesprek is een goed middel om vooraf te beoordelen of de budgethouder en/of budgetbeheerder pgb-vaardig zijn en of het pgb juist besteed gaat worden. Een toekomstig budgethouder kan zich door de gebiedsteammedewerker laten informeren over de taken en verantwoordelijkheden als budgethouder. Alleen als de toekomstig budgethouder en de budgetbeheerder, als er sprake is van een vertegenwoordiger of gemachtigde, aanwezig zijn kan een pgb-toetsgesprek plaatsvinden.
In de Jeugdwet en Verordening zijn geen indicatietermijnen gesteld voor een pgb. De aanvrager en het gebiedsteam stellen samen een termijn op, die mede afhankelijk is van het te verwachten resultaat binnen een bepaalde periode of dat de inzet duurzaam is. Bij een termijn van een jaar wordt na een halfjaar geëvalueerd. Bij een duurzaam traject van twee of meer jaren is dat jaarlijks. Als meerdere kinderen uit één gezin onder de Jeugdwet vallen zal getracht worden om de evaluatiegesprekken samen te laten vallen.
Artikel 16 Combinatie zorg in natura en pgb
Een jeugdhulpaanbieder kan binnen een arrangement alle zorg inzetten om een resultaat te behalen. Het inzetten van een combinatie van zorg in natura en pgb kan na beoordeling door het college en de beoogde jeugdhulpaanbieder gerealiseerd worden. Dit dient echter gemotiveerd opgenomen te worden in het perspectiefplan. Bij een combinatie van jeugdhulp geleverd via zorg in natura en pgb wordt een deel van de zorg in natura toegekend op basis van een lagere intensiteit, in overleg met de jeugdhulpaanbieder.
Artikel 17 Kwaliteitseisen aan de jeugdhulpaanbieder die via een pgb werkt
Het in te zetten personeel van de jeugdhulpaanbieder, welke beroepsmatig in contact kan komen met jeugdigen of ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikt over een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG, niet ouder dan zes maanden) bij indiensttreding. De organisatie monitort de personeelsleden op hun doen en laten, gerelateerd aan de geldende eisen voor de VOG. De VOG voor het in te zetten personeel hoeft niet met de offerte meegezonden te worden.
De jeugdhulpaanbieder draagt zorg voor een goede samenwerking met de professionals in het gebiedsteam 1.Hoorn en andere relevante actoren. Onder een goede samenwerking wordt in ieder geval verstaan onderlinge afstemming tussen personeel de jeugdhulpaanbieder en de overige betrokkenen of te betrekken professionals over de samenwerking en de cliënt(en), met in achtneming van de privacywetgeving en eventuele andere privacy-protocollen van de gemeente.
De jeugdhulpaanbieder beschikt, voor zover dit voor het specifieke aanbod vereist is, over een geldige licentie die is verbonden aan de methodiek of het programma dat hij aanbiedt en voldoet gedurende de uitvoering van de opdracht aan de vereisten die aan deze licenties zijn gesteld, inclusief het op tijdig bijscholen van het personeel.
Hoofdstuk 5 Afstemming met andere voorzieningen
Artikel 20 Afstemming gezondheidszorg
Het college maakt afspraken met de zorgverzekeraars hoe de continuïteit van de persoonlijke verzorging, geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg te garanderen voor jeugdigen die in behandeling zijn en de leeftijd van achttien jaar bereiken en daarmee onder de Zorgverzekeringswet of de Wet langdurige zorg komen te vallen.
Artikel 21 Afstemming onderwijs, voorschoolse voorzieningen en leerplicht
Het college zorgt er voor dat er aan het basisonderwijs en het middelbaar onderwijs een medewerker van de lokale toegang verbonden is: dit is een jeugd- en gezinsmedewerker, die kan zorgen voor vroegtijdige signalering, lichte ondersteuning en verwijzing naar een algemene of individuele voorziening.
Er kan een onderwijs-zorg arrangement worden afgesproken: dit is een integrale samenwerking tussen jeugdhulp en het onderwijs. Doel hiervan is dat de desbetreffende jongere zich optimaal en ononderbroken kan ontwikkelen. Het gaat hierbij om maatwerk. Het uitgangspunt is dat er altijd gestreefd wordt door beide partijen naar een samenhangend beeld van de problematiek van een kind, zowel thuis, op school als in andere contexten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-437288.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.