Subsidieregeling Regio Deal 2026-2029 ‘Foodvalley onderneemt natuurlijk!’

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede;

gezien de goedkeuring van de concept-subsidieregeling door het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regio Foodvalley;

overwegende dat:

- bij het opstellen van deze subsidieregeling het belang van het bieden van mededingingsruimte nadrukkelijk is meegewogen door burgemeester en wethouders;

- dat bij de start van het proces om te komen tot een Regio Deal mededingingsruimte is geboden;

- dat het gezien alle investeringen die sindsdien door de betrokken partijen zijn gepleegd in totstandkoming van het voorstel vanuit de Regio, de daaropvolgende Regio Deal en de versterking van de onderlinge samenwerking burgemeester en wethouders het niet wenselijk achten in dit stadium opnieuw mededingingsruimte te bieden;

gelet op de artikel 3, 5, 6, 7, 8, 9, 12 en 15 van de Algemene subsidieverordening Ede 2017 en artikel 29 van de Gemeenschappelijke Regeling Regio Foodvalley;

besluit:

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling en daarop gebaseerde besluiten wordt verstaan onder:

 

adviescommissie: de onafhankelijke adviescommissie, die in opdracht van het Algemeen Bestuur van de Regio Foodvalley advies geeft over de ingediende subsidieaanvragen;

 

Algemeen Bestuur: het Algemeen Bestuur van de Regio Foodvalley;

 

de-minimissteun: steun die wordt verstrekt op basis van:

  • Verordening (EU) nr. 2023/2831 van de Europese Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun;

  • Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Europese Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de landbouwproductiesector (PbEU L 51 I/1);

  • Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PbEU L 190/45),

  • Verordening (EU) 2018/1923 van de Commissie van 7 december 2018 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen (PbEU L 313/2);

  • inclusief alle vastgestelde Verordeningen van de Europese Commissie tot wijziging van bovenstaande verordeningen;

     

burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede;

 

penvoerder: de door een samenwerkingsverband aangewezen rechtspersoon die als gemachtigde van het samenwerkingsverband optreedt;

 

project: samenhangend geheel van activiteiten waarmee dezelfde doelstellingen worden nagestreefd;

 

publieke regiopartner: provincie, gemeente, openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen of waterschap;

 

rechtspersoon: een privaatrechtelijke rechtspersoon in de zin van artikel 3 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek of publieke regiopartner.

 

Regio Deal: een convenant waarin afspraken zijn opgenomen tussen de betrokken Ministers, het algemeen bestuur van de Regio Foodvalley en burgemeester en wethouders van Ede over onder meer opgaven, doelen, aanpak en beoogde resultaten van projecten die gaan plaatsvinden in de Regio Foodvalley verdeeld over drie sporen: Spoor 1. Verantwoord groeien, Spoor 2. Regionaal ontmoeten en Spoor 3. Innovatief ondernemen. Op het moment van inwerkingtreding van deze subsidieregeling betreft het een concept-convenant dat als bijlage 1 bij deze regeling wordt opgenomen. Het concept-convenant zal na ondertekening door de betrokken partijen worden vervangen door het definitieve convenant.

 

Regio Foodvalley: het openbaar lichaam dat is ingesteld in artikel 2 van de Gemeenschappelijke Regeling Regio Foodvalley.

 

samenwerkingsverband: ten minste twee rechtspersonen die hebben besloten om gezamenlijk een project uit te voeren en daartoe samen een subsidieaanvraag indienen.

 

uitvoeringkosten: de kosten van voorbereiding, administratie en toezicht voor de Regio Deal.

Artikel 2. Doel van de regeling

Het doel van deze regeling is om een bijdrage te leveren aan het realiseren van de opgaven en doelen die zijn vastgelegd voor de Regio Foodvalley in de Regio Deal.

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten en vereisten

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen voor een project dat bijdraagt aan de opgaven, doelen, aanpak en beoogde resultaten van de Regio Deal, zoals vastgelegd in het convenant Regio Deal ‘Foodvalley onderneemt natuurlijk!’ tussen Rijk en Regio Foodvalley.

  • 2.

    Een aanvraag heeft betrekking op een project dat wordt uitgevoerd in maximaal één van de volgende drie sporen:

    • a.

      Spoor 1. Verantwoord groeien;

    • b.

      Spoor 2. Regionaal ontmoeten;

    • c.

      Spoor 3. Innovatief ondernemen.

  • 3.

    Activiteiten komen alleen voor subsidie in aanmerking als zij voldoen aan alle vereisten:

    • a.

      er is aantoonbaar minimaal 50% regionale cofinanciering toegezegd, overeenkomstig de eisen die daarvoor zijn opgenomen in het Besluit specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche;

    • b.

      het project is (financieel) realiseerbaar binnen de looptijd van de Regio Deal met een planning en doelstellingen die zijn uitgewerkt volgens het SMART-principe (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden);

    • c.

      Het project past binnen de kaders van Regio Deal met de daarin beschreven opgaven, doelen, aanpak en beoogde resultaten;

    • d.

      Het project draagt bij aan minimaal één doel dat is genoemd in de Regio Deal;

    • e.

      De activiteiten zijn onderdeel van maximaal één project waarvoor een subsidieaanvraag wordt ingediend op grond van deze regeling.

Artikel 4. Subsidiabele kosten
  • 1.

    Uitsluitend kosten die naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk en redelijk zijn voor de aangevraagde activiteiten komen in aanmerking voor subsidie.

  • 2.

    Subsidie wordt slechts verleend voor de daadwerkelijk gemaakte kosten.

  • 3.

    De subsidie betreft het maximaal te verlenen bedrag en is in beginsel exclusief omzetbelasting (btw). Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie verlenen voor te maken kosten inclusief btw:

    • a.

      als de subsidieaanvrager deze btw-kosten niet kan aftrekken van door hem te betalen btw; en

    • b.

      als de subsidieaanvrager geen beroep kan doen op een vergoeding via het btw-compensatiefonds.

  • 4.

    De subsidiabele kosten worden berekend op basis van een voor de subsidieontvanger gebruikelijke en controleerbare methode die is gebaseerd op bedrijfseconomische grondslagen en normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd en die de subsidieontvanger stelselmatig toepast.

  • 5.

    Kosten die zijn gemaakt vóór 1 januari 2026 zijn niet subsidiabel.

  • 6.

    De hoogte van de subsidie op basis van deze regeling bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten van het project. Hiervan wordt naar rato het bedrag afgetrokken waarvoor recht bestaat op compensatie op grond van de Wet op het BTW-compensatiefonds.

Artikel 5. Subsidieontvanger

  • 1.

    Voor subsidie op grond van deze subsidieregeling komen uitsluitend rechtspersonen in aanmerking die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van het voorstel en het convenant van de Regio Foodvalley voor een Regio Deal. Zij kunnen een aanvraag indienen voor de projecten die zij mede hebben ingediend als onderdeel van het voorstel van de Regio Foodvalley voor de Regio Deal.

  • 2.

    Indien aanvragers van subsidie samenwerken in een samenwerkingsverband, dient de penvoerder van het betreffende samenwerkingsverband namens hen de subsidieaanvraag in.

Artikel 6. Subsidietijdvak

De Regio Deal ‘Foodvalley onderneemt natuurlijk!’ heeft een looptijd tot en met 31 december 2029. Burgemeester en wethouders verlenen alleen subsidie als het project binnen deze periode volledig kan worden afgerond.

Hoofdstuk 2. Subsidieaanvraag

Artikel 7. Aanvraagperiode

Subsidies op grond van deze regeling worden aangevraagd vanaf 8 oktober 2025 tot en met 17 november 2025.

Artikel 8. Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

  • 1.

    Een aanvraag op grond van deze regeling bevat een projectfiche. Het projectfiche bestaat in ieder geval uit de volgende onderdelen:

    • a.

      Samenvatting: beschrijving van de huidige situatie, gewenste situatie, de uit te voeren projectactiviteiten, de urgentie van het project en de te hanteren indicatoren.

    • b.

      Projectbeschrijving: een heldere, beknopte omschrijving van het project, inclusief projectdoel en activiteiten.

    • c.

      Aansluiting op de Regio Deal Foodvalley II: benoeming van het spoor waaraan het project het meest bijdraagt, onderbouwing van de bijdrage aan de doelenboom van de Regio Deal en eventuele verbinding tussen stad en land.

    • d.

      Regionale impact: verwachte resultaten tijdens de looptijd voor inwoners/ondernemers, gerichtheid op jongeren, boeren en/of woningzoekenden, borging van resultaten na afloop van de Regio Deal en versterking van netwerken/ecosystemen.

    • e.

      Meerwaarde van de Regio Deal: onderbouwing van versnelling, extra impact of duurzaamheid van het project, versterking van samenwerking met partners en bijdrage aan betrokkenheid in de regio.

    • f.

      Projectorganisatie en doelmatigheid: SMART-geformuleerde resultaten, activiteitenplanning, betrokken partners, benodigde betrokkenheid vanuit Rijkspartijen, inrichting van de projectorganisatie, onderbouwing van de doelmatigheid, risico’s en beheersmaatregelen.

    • g.

      Monitoring: beschrijving van de gehanteerde indicatoren om voortgang en resultaat te meten.

    • h.

      Toekomstperspectief: inzicht in het vervolg van het project na afloop van de Regio Deal en mogelijkheden voor opschaling of herhaling.

  • 2.

    Een aanvraag op grond van deze regeling bevat een begroting. De begroting bestaat in ieder geval uit de volgende onderdelen:

    • a.

      Kosten, baten en dekking: een overzicht van alle verwachte kosten, eventuele opbrengsten en te ontvangen bijdragen in geld en in natura in de vorm van publieke of private cofinanciering per jaar inclusief een toelichting.

    • b.

      Opgaaf staatsmiddelen: een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • c.

      Btw: in de begroting wordt bij alle kosten inclusief btw gespecificeerd met een aanduiding of deze wel of niet compensabel is via het BTW-compensatiefonds en een aanduiding of deze wel of niet aftrekbaar is, voorzien van een toelichting;

    • d.

      Onderverdeling per organisatie: als een project wordt aangevraagd namens meerdere uitvoeringspartners blijkt uit de begroting wat de subsidiabele kosten en gevraagde subsidie per organisatie is.

  • 3.

    De aanvrager stuurt de volgende bijlagen mee met de aanvraag:

    • a.

      Een cofinancieringsverklaring of -bewijs van alle organisaties die cofinanciering leveren voor het project;

    • b.

      Als het project door de penvoerder aangevraagd wordt namens meerdere aanvragers: een door alle aanvragers ondertekende machtiging.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen de aanvrager verzoeken een verklaring over te leggen als bedoeld in de verordening met betrekking tot de-minimissteun (de-minimisverklaring).

Hoofdstuk 3. Beoordeling subsidieaanvraag

Artikel 9. Adviescommissie

  • 1.

    Burgemeester en wethouders leggen subsidieaanvragen voor advies voor aan het Algemeen Bestuur.

  • 2.

    Het Algemeen Bestuur legt de beoordeling van de aanvragen neer bij een adviescommissie die zij instelt. De adviescommissie:

    • a.

      beoordeelt en rangschikt de ingediende projecten en op basis van de behaalde scores op de inhoudelijke beoordelingscriteria zoals beschreven in artikel 11; en

    • b.

      adviseert het Algemeen Bestuur over de impact van de voorstellen op de opgaven, doelen, aanpak en beoogde resultaten in de Regio Deal;

Het Algemeen Bestuur vergewist zich ervan dat het advies van de adviescommissie onafhankelijk tot stand is gekomen, dat de juiste procedure voor subsidieverlening is gevolgd en dat het advies voldoende draagkrachtig is om een besluit op de aanvraag te motiveren.

  • 3.

    Leden van de adviescommissie nemen geen deel aan de beraadslagingen en de totstandkoming van een advies indien en voor zover daarbij (de schijn van) hun belang dan wel onpartijdigheid in het geding is of kan zijn.

  • 4.

    Het Algemeen Bestuur formuleert binnen twaalf weken na ontvangst van het adviesverzoek een gemotiveerd schriftelijk advies aan burgemeester en wethouders. Het advies van de adviescommissie wordt bij het advies van het Algemeen Bestuur gevoegd.

Artikel 10. Subsidieplafond en verdeelregels Rijksmiddelen

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen het subsidieplafond vast op € 19.157.500,00, dit is als volgt onderverdeeld in subsidieplafonds per spoor:

    • a.

      Spoor 1. Verantwoord groeien: € 3.831.500,00

    • b.

      Spoor 2. Regionaal ontmoeten € 8.611.000,00

    • c.

      Spoor 3. Innovatief ondernemen: € 6.715.000,00

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen het subsidieplafond bij besluit verhogen tot maximaal € 24,25 miljoen. Hierbij baseren zij zich op de hoogte van de specifieke uitkering die zij ontvangen voor de uitvoering van de Regio Deal en waarop in mindering wordt gebracht het gedeelte waarvoor overheden beroep kunnen doen op het BTW-compensatiefonds. Zij bepalen hierbij het beschikbare bedrag per spoor.

  • 3.

    Aanvragen voor projecten die binnen de aanvraagtermijn zijn ingediend en aan de subsidievereisten voldoen, worden individueel inhoudelijk beoordeeld op grond van artikel 11 en 12 van deze subsidieregeling. Daarna worden de aanvragen op basis van de toegekende totale score in een rangorde geplaatst per spoor.

  • 4.

    De aanvragen die per spoor de hoogste plaats in rangorde hebben, worden gehonoreerd tot het subsidieplafond van het spoor is bereikt. Als projecten een gelijke score behalen is de totaalscore op criterium 2 en 3 doorslaggevend bij de uiteindelijke toekenning. Hebben de projecten ook hiervoor een gelijke score, dan wordt de rangorde bepaald door middel van loting door een notaris.

  • 5.

    In afwijking van het derde en vierde lid wordt binnen spoor 2 minimaal € 1 miljoen toegekend aan het hoogst scorende project of de hoogst scorende projecten gericht op het inrichten van een multifunctioneel landelijk buitengebied.

  • 6.

    Als het in het eerste lid genoemde subsidieplafond na beoordeling van de voorstellen niet wordt bereikt kunnen burgemeester en wethouders een tweede tranche van deze subsidieregeling uitschrijven.

Artikel 11. Beoordelingscriteria

  • 1.

    Aanvragen worden beoordeeld op grond van de volgende beoordelingscriteria:

    • a.

      De mate waarin het project aansluit op de doelen van de Regio Deal (criterium 1);

    • b.

      Regionale impact van het project, tijdens en na de Regio Deal (criterium 2);

    • c.

      De mate waarin het project door de Regio Deal extra versnelt, versterkt of verbindt (criterium 3); en

    • d.

      De kwaliteit van het projectfiche en doelmatigheid (criterium 4).

  • 2.

    De beoordelingscriteria als bedoeld in het eerste lid en de wijze van beoordeling zijn nader uitgewerkt in bijlage 2. Deze bijlage maakt onderdeel uit van deze subsidieregeling.

  • 3.

    Aanvragen die 40 punten of minder scoren voor criterium 4 voor komen niet voor subsidie in aanmerking.

  • 4.

    Aanvragen voor spoor 2. Regionaal ontmoeten - onderdeel multifunctioneel buitengebied komen niet voor subsidie in aanmerking als de totale score voor het project lager is dan 168 punten.

Artikel 12. Weigeringsgronden

  • 1.

    Voor alle ingediende subsidieaanvragen gelden de weigeringsgronden die zijn opgenomen artikel 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 9 van de Algemene subsidieverordening Ede 2017. Dit betekent dat burgemeester en wethouders subsidies onder meer kunnen weigeren als verlening in strijd zou zijn met de Europese staatssteunregels.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kunnen burgemeester en wethouders de subsidie weigeren als de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op Regio Foodvalley en haar ingezetenen of als ze onvoldoende ten goede komen aan de Regio Foodvalley en haar ingezetenen.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie weigeren als de financiële positie van de subsidieaanvrager hiertoe aanleiding geeft. Hierbij houden zij in ieder geval rekening met de hoogte van de gevraagde subsidie en de verhouding tussen de hoogte van de gevraagde subsidie in verhouding tot het eigen vermogen en vreemd vermogen.

Hoofdstuk 4. Subsidieverlening en voortgang

Artikel 13. Besluit over de aanvraag en beslistermijn

  • 1.

    Burgemeester en wethouders nemen een besluit op basis van de adviezen van het algemeen bestuur en de adviescommissie. Als burgemeester en wethouders in het besluit afwijken van de adviezen, dan wordt dit toegelicht in het besluit.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag binnen 6 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen de beslistermijn verlengen met maximaal 28 weken.

Artikel 14. Opschortende voorwaarde

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen onder de opschortende voorwaarde dat zij een specifieke uitkering ontvangen op grond de Financiële-verhoudingswet van minimaal € 19.157.500,00 voor het uitvoeren van de Regio Deal onder de in deze subsidieregeling bepaalde voorwaarden.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders hanteren bij het verlenen van de subsidie de volgende voorwaarde:

    • a.

      De hoogst scorende projecten die samen optellen tot maximaal 80% van het beschikbare subsidieplafond per spoor worden verleend zonder opschortende voorwaarde;

    • b.

      De resterende projecten die vallen binnen het beschikbare subsidieplafond per spoor worden verleend onder de opschortende voorwaarde dat andere aanvragers binnen hetzelfde spoor geen bezwaar maken tegen de afwijzing van hun aanvraag.

  • 3.

    Als de opschortende voorwaarde intreedt, dan verlenen burgemeester en wethouders in ieder geval onvoorwaardelijk subsidie nadat de rangorde waaruit het recht op subsidie volgt onherroepelijk vaststaat.

  • 4.

    Als de opschortende voorwaarde intreedt, kunnen burgemeester en wethouders alsnog onvoorwaardelijk subsidie verlenen aan één of meer projecten op basis van de vastgestelde rangorde. Zij maken daarbij een afweging tussen het financiële risico voor de gemeente ten opzichte van het belang van voortgang van de Regio Deal.

Artikel 15. Bevoorschotting en betaling

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verlenen een voorschot van 80% van het verleende subsidiebedrag aan de subsidieontvanger.

  • 2.

    Als sprake is van bijzondere omstandigheden, dan kunnen burgemeester een wethouders een voorschot verlenen tot maximaal 90% van het verleende subsidiebedrag.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders betalen het voorschot in termijnen, waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald op basis van mijlpalen, prestaties, besteding of liquiditeitsbehoefte van de subsidieontvanger.

  • 4.

    Aanvragers zijn verplicht een financiële bijdrage in te brengen als regionale cofinanciering voor de uitvoeringkosten van de Regio Deal. De regionale cofinanciering voor de uitvoeringskosten bedraagt in totaal € 750.000. De bijdrage per project wordt berekend naar rato van het totaal aan verleende subsidies. De bijdrage per project wordt verrekend met de te verlenen subsidie.

Artikel 16. Melden van wijzigingen

  • 1.

    Onverminderd artikel 11 van de Algemene subsidieverordening Ede 2017 is de subsidieontvanger verplicht direct de volgende wijzigingen te melden:

    • a.

      als de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet volledig zullen worden uitgevoerd;

    • b.

      als de begroting in totaal meer dan 20% wijzigt;

    • c.

      als de uitvoering niet of niet volledig lukt voor het einde van de looptijd van de Regio Deal;

    • c.

      als niet meer aan de aan de subsidie verbonden voorwaarden en verplichtingen kan worden voldaan.

  • 1.

    Wijzigingen in de begroting tot 20% van de totale begroting meldt de subsidieontvanger bij het indienen van de jaarlijkse voortgangsrapportage.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen toestemming verlenen voor de volgende tussentijdse wijzigingen:

    • a.

      een verlenging van de looptijd van het project, als dit past binnen de totale looptijd van de Regio Deal;

    • b.

      een wijziging van de opgestelde begroting, onder de voorwaarde dat het uit te voeren project en daarmee te bereiken resultaten niet wezenlijk worden gewijzigd;

    • c.

      een wijziging van ondergeschikte aard van het projectfiche;

    • d.

      een uitbreiding van de activiteiten of het vervangen van een activiteit door een gelijksoortige activiteit die bijdraagt aan hetzelfde resultaat en doel; en

    • e.

      een wijziging van de taakverdeling en/of de verdeling van de subsidie binnen een samenwerkingsverband dat gezamenlijk een project uitvoert;

    • f.

      wijzigingen die naar oordeel van burgemeester en wethouders nodig zijn om te voldoen aan de Europese staatssteunregels en waarbij het beoogde doel en resultaat niet wijzigt.

Artikel 17. Indienen voortgangsrapportage

  • 1.

    De subsidieontvanger levert met ingang van 2027 jaarlijks – voor de duur van het project - vóór 1 maart een voortgangsrapportage in bij burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Het is verplicht om het beschikbaar gestelde format voortgangsrapportage te gebruiken. In de voortgangsrapportage staat minimaal:

    • a.

      hoever de uitvoering van de activiteiten is;

    • b.

      welke tussentijdse resultaten zijn behaald, afgezet tegen de indicatoren die zijn benoemd in de beschikking tot subsidieverlening en beoogde resultaten van de Regio Deal;

    • c.

      hoeveel kosten er al zijn gemaakt; afgezet tegen de begrote kosten;

    • d.

      de eventuele ontvangen eigen bijdragen of de bijdragen van derden; afgezet tegen de begrote ontvangsten; en

    • e.

      of de aanvragers risico’s voorziet voor de planning of uitvoering van het project en zo ja, welke beheermaatregelen hebben zij getroffen.

  • 3.

    De voortgangsrapportage gaat vergezeld van een verklaring van het bestuur of de directie van de subsidieontvanger waarin wordt bevestigd dat de uitgaven voldoen aan de subsidiebeschikking en dat de voortgangsrapportage volledig en juist is.

  • 4.

    De subsidieontvanger is verplicht burgemeester en wethouders op verzoek alle overige informatie te verstrekken over de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten, die zij nodig hebben voor hun verantwoording op grond van Besluit specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche. Dit kan in ieder geval betrekking hebben op de rechtmatigheidsverklaring over de tussentijdse bestedingen in het kader van de SiSa-verantwoording door burgemeester en wethouders.

  • 5.

    Indien subsidieontvangers samenwerken in een samenwerkingsverband, dan dient de penvoerder namens hen de voortgangsrapportage in en verstrekt de penvoerder de in het vierde lid bedoelde informatie.

Artikel 18. Intrekken van de subsidieverlening

Onverminderd artikel 9 van de Algemene subsidieverordening Ede 2017 kunnen burgemeester en wethouders de subsidieverlening intrekken als de subsidiabele activiteiten niet binnen zes maanden na de subsidieverlening zijn gestart.

Hoofdstuk 5. Verantwoording en subsidievaststelling

Artikel 19. Verantwoording en aanvraag subsidievaststelling

  • 1.

    De subsidieontvanger dient vóór een in de subsidieverlening te bepalen datum een inhoudelijk eindverslag in. Uit het inhoudelijk eindverslag blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, aan de opgelegde verplichtingen is voldaan en in hoeverre de beoogde resultaten zijn gerealiseerd en hebben bijgedragen aan de doelen van de Regio Deal.

  • 2.

    De subsidieontvanger dient vóór een in de subsidieverlening te bepalen datum een aanvraag tot subsidievaststelling in. De aanvraag tot subsidievaststelling bestaat uit:

    • a.

      het inhoudelijk eindverslag, bedoeld in het eerste lid; en

    • b.

      een financieel eindverslag van de werkelijke gemaakte kosten en ontvangen bijdragen, zowel financieel als bijdragen in natura en een vergelijking en toelichting op afwijkingen ten opzichte van de begroting;

  • 3.

    De aanvraag tot subsidievaststelling bevat als bijlage:

    • a.

      voor subsidies tot € 125.000 een verklaring van het bestuur van de subsidieontvanger waarin staat aangegeven dat de financiële verantwoording volledig, juist en betrouwbaar is.

    • b.

      voor subsidies vanaf € 125.000 een controleverklaring van getrouwheid en rechtmatigheid, opgesteld door een onafhankelijk accountant. De accountant verricht de controle op basis van het Verantwoordings- en accountantsprotocol Gemeente Ede 2018. In de beschikking tot subsidieverlening kunnen aanvullende eisen worden opgenomen over de controle door de accountant.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders stellen een format vast voor het financieel eindverslag. Zij kunnen een format opstellen voor het inhoudelijk eindverslag. Indien een format is opgesteld is gebruik hiervan verplicht.

  • 5.

    Indien subsidieontvangers samenwerken in een samenwerkingsverband, dan dient de penvoerder namens hen het inhoudelijk eindverslag en de aanvraag tot subsidievaststelling in.

  • 6.

    Als de subsidieontvanger een publieke regiopartner is, dan geldt in afwijking van het tweede, derde en vierde lid dat de aanvraag tot subsidievaststelling moet worden ingediend binnen een in de verleningsbeschikking bepaalde termijn. De besteding van de subsidie wordt verantwoord op basis van de SiSa-methodiek zoals beschreven in de Regeling informatieverstrekking sisa (SiSa-medeoverheden).

Artikel 20. Controleerbare administratie

  • 1.

    De subsidieontvanger zorgt voor een controleerbare administratie. Deze bestaat tenminste uit facturen, betaalbewijzen, subsidiebesluiten, toezeggingen van financiële bijdragen van derden en, voor zover van toepassing, een overzicht van de gewerkte uren.

  • 2.

    De subsidieontvanger bewaart de administratie ten minste zeven jaar vanaf de subsidieverlening, tenzij een langere bewaartermijn vereist is op basis van een Europees steunkader.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 21. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    Deze regeling vervalt op 1 januari 2031.

  • 3.

    Deze regeling blijft van toepassing op de afwikkeling van subsidies die voor de vervaldatum op basis van deze regeling zijn verleend of vastgesteld en op bezwaar- en beroepsprocedures ten aanzien van die subsidies.

Artikel 22. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Regio Deal 2026-2029 ‘Foodvalley onderneemt natuurlijk!’.

Vastgesteld in de vergadering van 7 oktober 2025, zaaknummer 494445,

Het college voornoemd,

drs. M. Schlebusch,

de secretaris,

mr. L.J. Verhulst

de burgemeester.

Bijlage 1. Concept convenant Regio Deal ‘Foodvalley onderneemt natuurlijk!’

Regio Deal Foodvalley II

Foodvalley onderneemt natuurlijk!

Partijen:

1. De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, mevrouw Mona Keijzer, hierna te noemen: VRO;

2. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de heer Frank Rijkaart, hierna

te noemen: BZK;

3. De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, mevrouw Femke Wiersma, hierna te noemen: LVVN

Partijen genoemd onder 1 tot en met 3 ieder handelend in hun hoedanigheid van bestuursorgaan en als Staat hierna samen te noemen: het Rijk;

4. Algemeen bestuur van Gemeenschappelijke Regeling Regio Foodvalley, namens deze: de heer Gert-Jan Kats (plaatsvervangend voorzitter), hierna te noemen: Regio Foodvalley

5. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede, namens deze: de heer René Verhulst (burgemeester) en mevrouw Maartje Schlebusch (gemeentesecretaris), hierna te noemen: Gemeente Ede.

Partijen genoemd onder 4 tot en met 5 ieder handelend in hun hoedanigheid van bestuursorgaan hierna samen te noemen: Regio.

Alle Partijen hierna allen tezamen te noemen: Partijen.

Partner

Economic Board Regio Foodvalley

Begripsbepaling:

In dit convenant wordt verstaan onder:

  • Regio Deal: convenant dat door de minister van VRO, eventueel een andere minister/staatssecretaris en één of meer regionale Partijen is gesloten om de kwaliteit van leven, wonen en werken van inwoners en ondernemers in een regio te verbeteren;

  • Regio Envelop: het bedrag van € 900 miljoen dat het kabinet Rutte IV beschikbaar heeft gesteld om in de periode van 2022 - 2025 nieuwe Regio Deals af te sluiten;

  • Regiokassier: publieke regiopartner, zijnde een provincie, gemeente of openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen of een van de openbare lichamen Bonaire Sint-Eustatius of Saba, die ten behoeve van de uitvoering van de Regio Deal de taak van kassier vervult of zal vervullen;

  • Specifieke/bijzondere uitkering ten behoeve van de uitvoeringsactiviteiten Regio Deals: betreft de specifieke uitkering of bijzondere uitkering waarin de juridische- en financiële kaders en verplichtingen voor het toekennen van de rijksmiddelen uit de Regio Envelop aan een regiokassier door het Rijk staan.

  • Partner: organisatie die betrokken is bij de Regio Deal, maar de Deal niet ondertekent en waarvoor geen specifieke actie in de Regio Deal kan staan.

  • Triple Helix: samenwerking tussen overheid, kennisinstellingen en bedrijfsleven gericht op innovatie en regionale ontwikkeling.

  • Toekomstbestendig ondernemerschap: het vinden van manieren om een bedrijf ook op de lange termijn gezond en rendabel te houden, mét oog voor mens, milieu en maatschappij

  • Economie van de toekomst: een economie die toekomstbestendig is gezien de uitdagingen van deze tijd1

  • Leefbaarheid: de mate waarin een omgeving als prettig, veilig, gezond en sociaal functionerend wordt ervaren door bewoners. Het omvat fysieke aspecten zoals woningkwaliteit, bereikbaarheid, groen en voorzieningen, evenals sociale factoren zoals verbondenheid, veiligheid en gezondheid.

  • Toekomstbestendig: duurzaam ingericht of ontwikkeld, zodat het bestand is tegen toekomstige veranderingen en uitdagingen op sociaal, economisch en ecologisch vlak.

  • Agrifood: het geheel van economische activiteiten dat zich bezighoudt met de productie, verwerking, distributie, marketing en consumptie van voedsel en landbouwproducten.

  • Duurzame keten: een keten van economische activiteiten die streeft naar een minimale negatieve sociale en milieu-impact in alle fasen van productie tot levering.

  • Cluster: een geografische concentratie van verwante bedrijven, organisaties en instellingen in een bepaalde sector.

  • Leer- werkecosysteem: een samenhangend en doelgericht samenwerkingsverband tussen onderwijsinstellingen, werkgevers en andere regionale partners, gericht op het stimuleren van instroom, ontwikkeling en behoud van talent. Het ecosysteem versterkt de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt en draagt bij aan een wendbare, vitale beroepsbevolking in de regio.

 

Overwegingen

  • 1.

    Rijk en Regio werken samen in Regio Deals aan complexe, regionale opgaven gericht op het vergroten van de kwaliteit van leven, wonen en werken in de Regio (‘brede welvaart’).

  • 2.

    Regio Deals beogen de samenwerking tussen overheden, onderwijs, bedrijven, maatschappelijke organisaties en inwoners in de regio en tussen Rijk en Regio te versterken.

  • 3.

    Voor de Regio Deals zijn middelen beschikbaar uit de Regio Envelop, waarbij vertrekpunt is dat de Rijksbijdrage gepaard gaat met minimaal eenzelfde bijdrage aan regionale (publieke en/of private) financiering.

  • 4.

    De Regio Deals onderscheiden zich van reguliere beleidsinstrumenten door hun integrale en gezamenlijke programmatische aanpak met lerend en adaptief karakter en met financiering van zowel Rijk als Regio.

  • 5.

    De Regio Deals zijn bedoeld als een tijdelijke impuls voor regionale ontwikkeling met een duurzaam effect, waarbij geleerde lessen en structurele exploitatiekosten van lange termijn investeringen worden geborgd.

  • 6.

    De middelen uit de Regio Envelop voor de Regio Deals zesde tranche worden door VRO beschikbaar gesteld als specifieke/bijzondere uitkering op grond van het Besluit specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche.

  • 7.

    Regio Foodvalley staat voor een forse verstedelijkingsopgave. De opgave is complex vanwege ruimtelijke beperkingen, knelpunten op het energienet, sociale verschillen en ecologische druk, onder meer op de Veluwe en het buitengebied. Verstedelijking vraagt hier om een zorgvuldige benadering die bijdraagt aan de brede welvaart van huidige én toekomstige bewoners, met respect voor de belangen van de natuur en van (agrarische) ondernemers in het gebied.

  • 8.

    De Regio Foodvalley is onlosmakelijk verbonden met de Veluwe en haar waardevolle landschappen, die belangrijk zijn voor natuur, water, recreatie en cultuurhistorie. Dit vraagt om zorgvuldige ruimtelijke ontwikkeling.

  • 9.

    De agrarische sector in Regio Foodvalley is omvangrijk, en is een belangrijke economische en sociale drager van het gebied. Een sterke en toekomstbestendige agrarische sector is onmisbaar voor een vitaal landelijk gebied en de kwaliteit van natuur en landschap. De ondernemers hebben te maken met grote onzekerheden over de toekomst.

  • 10.

    Met Regio Deal Foodvalley I zijn stappen gezet om de beweging naar een duurzaam voedselsysteem en een toekomstbestendig buitengebied te versnellen. De ontwikkeling richting een toekomstbestendig buitengebied wordt als onderdeel van Regio Deal Foodvalley II doorgezet. De samenwerking met de agrariërs in het gebied is en blijft een belangrijke werkwijze binnen de regio.

 

Opgaven

  • 1.

    De verstedelijkingsopgave voorbereiden. De regio heeft de ambitie om snel groeien2. Dit vraagt om een zorgvuldige ruimtelijke inrichting, zodat bebouwde omgeving, buitengebied, natuur én ruimte voor werk van goede kwaliteit blijven. Tegelijk moeten oplossingen worden gevonden voor de beperkingen die voortkomen uit de stikstofproblematiek3 en de druk op het energienet4.

  • 2.

    De gevolgen van bevolkingsgroei opvangen. De bevolkingsgroei vergroot de behoefte aan voorzieningen5 en kan de recreatiedruk op natuurgebieden doen toenemen6. Ook bestaat zorg over de sociale samenhang tussen de huidige bevolking en nieuwe instroom.

  • 3.

    Ondersteunen van agrarische ondernemers in het maken van keuzes passend bij het gebied. De agrarische ondernemers en hun gezinnen hebben te maken met ingrijpende ontwikkelingen in de sector en in het gebied. De regio wil hen ondersteunen bij het maken van keuzes die passen bij het gebied, zodat de sector ook in de toekomst een krachtige drager van het gebied blijft.

  • 4.

    Behouden en ontwikkelen van vakmensen. Er is een tekort aan vakmensen om de verstedelijkingsopgave te realiseren en kansen uit de bevolkingsgroei te benutten7. Daardoor dreigen bedrijven onvoldoende te kunnen inspelen op ontwikkelingen in de regio.

 

Komen het volgende overeen:

 

Artikel 1 – Doelen

Regio Foodvalley streeft naar:

Doel 1. Verantwoord Groeien

Het versneld realiseren van samenhangende gebiedsontwikkeling zodat wonen en werken plaats kan vinden binnen de ecologische, ruimtelijke en maatschappelijke grenzen van de regio en met behoud van de regionale identiteit.

Doel 2: Regionaal Ontmoeten (stad, dorp en buitengebied)

Het versterken van de leefbaarheid en toekomstbestendigheid van stad, dorp én landelijk gebied door de beschikbaarheid van multifunctionele voorzieningen, sociale wijkvernieuwing in kwetsbare wijken en realisatie van multifunctionele buitengebieden waar nieuwe verdienmodellen voor agrariërs mogelijk zijn en gewerkt wordt aan meer contact tussen agrariërs en inwoners.

Doel 3: Innovatief Ondernemen

Hetversterken van het economisch en innovatief vermogen door te investeren in toekomstgericht ondernemerschap, duurzame ketens en een voldoende arbeidspotentieel dat aansluit op de economie van de toekomst8. Daarmee wordt de basis gelegd voor een veerkrachtige economie die past bij de groei van de regio en bijdraagt aan de grote veranderingen van deze tijd.

 

Artikel 2 – Afspraken

  • 1.

    Regio Foodvalley besluit over de selectie van projecten. Dat gebeurt door het Algemeen Bestuur.

  • 2.

    De Regio Foodvalley stelt na ondertekening van dit convenant een onafhankelijke adviescommissie in ter ondersteuning van de projectselectie:

    • a.

      De onafhankelijke adviescommissie bestaat uit innovatieve en toonaangevende vertegenwoordigers van overheden, ondernemers en onderwijs- en kennisinstellingen met aantoonbare kennis van de opgaven en thema’s van Regio Deal Foodvalley II.

    • b.

      De leden van de onafhankelijke adviescommissie worden benoemd na instemming van het Algemeen Bestuur met de instelling van de commissie.

  • 3.

    Het Algemeen Bestuur van Regio Foodvalley stelt een afwegingskader vast. De onafhankelijke adviescommissie baseert haar advisering op dit kader.

  • 4.

    Regio Foodvalley stelt na de selectie van projecten een stuurgroep in, bestaande uit vertegenwoordigers vanuit onderwijs, overheid en ondernemers, de regiokassier en de directeur van het regiokantoor. De stuurgroep vergadert ten minste tweemaal per jaar en draagt zorg voor:

    • a.

      Het bewaken van de randvoorwaarden en de afspraken ten aanzien van de uitvoering van de Regio Deal

    • b.

      De definitieve vaststelling van de inhoudelijke en financiële verantwoording en voortgangsrapportages op Regio Deal niveau

    • c.

      De invulling van het overleg met het Rijk

    • d.

      Overleg en besluitvorming over voorstellen met betrekking tot eventueel noodzakelijke herijkingen van de inhoud van de Regio Deal

    • e.

      De evaluatie van de Regio Deal

  • 5.

    Regio Foodvalley streeft bij de uitvoering van Spoor 1 ‘Verantwoord Groeien’ naar:

    • a.

      Regio Foodvalley streeft naar het ontwikkelen en vaststellen van een planologisch en juridisch kader voor 2 tot 5 NOVEX-ontwikkellocaties voor wonen en werken. De huidige grondgebruikers worden actief bij de ontwikkeling betrokken als mede-vormgevers van het gebied. De Regio Deal levert financiële impulsen om capaciteit, expertise en proceskracht te organiseren, zodat versneld en kwalitatief kan worden ontwikkeld. Ontwikkeling vindt plaats binnen ecologische en juridische randvoorwaarden, waaronder stikstofruimte, energie-infrastructuur en samenhang met natuur- en wateropgaven.

    • b.

      Regio Foodvalley streeft naar het verkennen en/of realiseren van 2 tot 7 locaties met energieoplossingen die bijdragen aan de energievoorziening van werk- en woonlocaties.

  • 6.

    Regio Foodvalley streeft bij de uitvoering van Spoor 2 ‘Regionaal Ontmoeten’ naar:

    • a.

      Regio Foodvalley streeft naar het realiseren en/of versterken van 3 tot 5 multifunctionele cultuur-, sport- en ontmoetingsvoorzieningen verspreid over de regio, met een divers aanbod dat bijdraagt aan het bevorderen van sociale samenhang in de gemeenschappen. Dit kan gaan om een combinatie van bouw, verbouw en/of programmering.

    • b.

      Regio Foodvalley streeft naar een integrale sociale aanpak in 3 kwetsbare wijken, gericht op het verbeteren van de bestaanszekerheid van de meest kwetsbare bewoners. Deze aanpak combineert fysieke en sociale herstructurering en biedt waardevolle inzichten voor bredere toepassing in de regio.

    • c.

      Regio Foodvalley streeft naar het ontwikkelen van een planologisch en juridisch kader voor multifunctionele buitengebieden. De huidige grondgebruikers en andere betrokkenen worden actief bij de ontwikkeling betrokken als mede-vormgevers van het gebied. De Regio Deal levert financiële impulsen om capaciteit, expertise en proceskracht te organiseren, zodat versneld en kwalitatief kan worden ontwikkeld. Ontwikkeling vindt plaats binnen ecologische en juridische randvoorwaarden, zoals stikstofruimte, energie-infrastructuur en samenhang met natuur- en wateropgaven.

    • d.

      Regio Foodvalley streeft naar het voorbereiden, inrichten en/of versterken van 300–500 hectare multifunctioneel buitengebied. De agrarische functie wordt hierbij gecombineerd met gebruik door bewoners van stad en land. Deze gebieden zijn goed bereikbaar te voet, per fiets en met het openbaar vervoer. Ze bieden ruimte voor recreatie en ontmoeting tussen inwoners van stad en land, verminderen de druk op natuurgebieden en verbeteren de kwaliteit van wonen. Agrariërs en grondgebruikers kunnen het gebied duurzaam beheren, krijgen ruimte voor nieuwe verdienmodellen (met aandacht voor cross-overs met andere sectoren) en spelen een actieve rol bij het vormgeven van het landschap en de leefomgeving. Dit alles gebeurt binnen de ecologische, ruimtelijke en maatschappelijke grenzen van de regio.

  • 7.

    Regio Foodvalley streeft bij de uitvoering van Spoor 3 ‘Innovatief Ondernemen’ naar:

    • a.

      Regio Foodvalley streeft naar het ondersteunen van innovatieve clusters van MKB-bedrijven op het gebied van digitalisering, circulariteit en duurzaamheid binnen de agrifood-, bouw- en technieksector. Deze clusters versterken het regionale bedrijfsleven en dragen bij aan de ontwikkeling van nieuwe verdienmodellen voor de agrarische sector.

    • b.

      Regio Foodvalley streeft naar het versterken van een regionaal kennisnetwerk voor agrarische ondernemers, gericht op het delen van kennis en ervaring rondom innovatieve en duurzame bedrijfsvoering passend bij de karakteristieken van het gebied. Dit netwerk ondersteunt ondernemers bij het vinden van nieuw perspectief in een veranderende omgeving, met aandacht voor technische maatregelen, nieuwe verdienmodellen, samenwerking met andere sectoren, stikstofreductie en behoud van landschap en natuur.

    • c.

      Regio Foodvalley streeft naar het stimuleren en uitvoeren van 10 tot 15 agrifood-initiatieven die voortkomen uit de landbouwsector zelf, gericht op toekomstbestendig en gebiedsgericht ondernemerschap. Deze initiatieven dragen bij aan de ambities en doelen van het Regionaal Perspectief Landelijk Gebied Regio Foodvalley en de Aanpak Veluwe.

    • d.

      Regio Foodvalley streeft naar het ondersteunen van 30 tot 50 ondernemers via laagdrempelige kennisuitwisseling en faciliteiten voor pilots rondom thema’s van de economie van de toekomst.

    • e.

      Regio Foodvalley streeft naar het opbouwen van een sterk leer-werkecosysteem voor human capital, met 3 tot 5 samenwerkingsinitiatieven die 100–200 leerlingen en werknemers begeleiden naar werk in de regio. Daarbij is speciale aandacht voor techniek en digitalisering, ter ondersteuning van de bouw-, techniek-, energie- en agrifoodsector.

  • 8.

    VRO verzorgt de coördinatie van contacten aan Rijkszijde en betrekt waar nodig Rijkspartners die geen Partij zijn in deze Regio Deal.

  • 9.

    Regio Foodvalley treedt op basis van de projectselectie in overleg met de betrokken departementen om mogelijke belemmeringen in de uitvoering in kaart te brengen en daarvoor oplossingen te zoeken en waar mogelijk toe te passen.

  • 10.

    LVVN en de Regio Foodvalley zetten zich in voor kennisuitwisseling met het oog op een optimale uitvoering van de Regio Deal gericht op de doelen zoals benoemd in artikel 1.

  • 11.

    VRO voorziet in inhoudelijke ondersteuning zoals kennisuitwisseling over relevante beleidsinitiatieven, programma’s en -instrumenten of zorgdragen voor een goede aansluiting daarop.

  • 12.

    De Partijen in deze Regio Deal houden ruimte om in te spelen op toekomstige ontwikkelingen die de huidige afspraken per programma kunnen beïnvloeden.

  • 13.

    De Partijen in deze Regio Deal zetten zich in op het optimaliseren van de samenwerking binnen de Regio en tussen Rijk en Regio.

 

Inzet middelen Regio Envelop voor uitvoering Regio Deal Foodvalley II

Artikel 3 – Uitgangspunten

  • 1.

    Partijen beogen een gecoördineerde beleidsmatige inzet van hun gezamenlijke financiële middelen op basis van de afspraken in deze Regio Deal. De Regio geeft met die middelen uitvoering aan de Regio Deal Foodvalley II zoals het initiëren en/of realiseren van programma’s en projecten en andere uitvoeringsactiviteiten in het kader van de doelen van de Regio Deal Foodvalley II zoals bedoeld in artikelen 1 en 2. Op deze wijze zetten Partijen zich in om de regionale opgave van de regio Foodvalley te realiseren.

  • 2.

    VRO reserveert maximaal € 25 mln. inclusief eventueel verschuldigde BTW vanuit de Regio Envelop als Rijksbijdrage voor uitvoeringsactiviteiten als bedoeld in het eerste lid, volgens de in de onderstaande tabel opgenomen onderverdeling. Hierin zijn ook de uitvoeringskosten oftewel VAT-kosten (Voorbereiding, Administratie en Toezicht) opgenomen. Dit percentage is maximaal 3% van de Rijksbijdrage.

  • 3.

    De Regio reserveert minimaal een bedrag van in totaal € 25 mln. aan regionale financiering voor uitvoeringsactiviteiten als bedoeld in het eerste lid volgens de in de onderstaande tabel opgenomen onderverdeling:

    Uitvoeringsactiviteiten

    Maximale rijksbijdrage 1)

    Regionale financiering

    Totaalbedrag

    Verantwoord groeien

    € 4,85 mln.

    € 4,85 mln.

    € 9,70 mln.

    Regionaal ontmoeten

    € 10,90 mln.

    € 10,90 mln.

    € 21,80 mln.

    Innovatief ondernemen

    € 8,50 mln.

    € 8,50 mln.

    € 17,00 mln.

    Uitvoeringskosten (VAT)

    € 0,75 mln.

    € 0,75 mln.

    € 1,50 mln.

    Bijdragen totaal maximaal

    € 25,00 mln.

    € 25,00 mln.

    € 50,00 mln

    1) Dit bedrag is inclusief eventueel verschuldigde BTW.

  • 4.

    De verdeling opgenomen in de tabel in het derde lid geldt als uitgangspunt. Partijen zijn zich ervan bewust dat gedurende de looptijd van de Regio Deal omstandigheden en/of prioriteiten kunnen wijzigen. Partijen kunnen, na bespreking in het Rijk-Regio-overleg, een gewijzigde verdeling over de actielijnen afspreken.

 

Artikel 4 - Regiokassier

Partijen spreken af dat in het kader van de uitvoeringsactiviteiten van de Regio Deal Foodvalley II gemeente Ede de rol zal vervullen van regiokassier. De regiokassier draagt zorg voor het nakomen van de voorwaarden en verplichtingen, zoals verwoord in de specifieke/bijzondere uitkering ten behoeve van de uitvoeringsactiviteiten Regio Deals.

 

Artikel 5 - Rijk–Regio-overleg

  • 1.

    Periodiek treden Partijen in overleg (het Rijk-Regio-overleg) over de onderlinge samenwerking in het kader van de Regio Deal Foodvalley II en met andere publieke en/of private samenwerkingspartners. Dit Rijk-Regio-overleg ziet toe op de uitvoering van Regio Deal zoals beschreven in dit convenant.

  • 2.

    Het Rijk-Regio-overleg vergadert tenminste eenmaal per jaar, over de voortgang van, en eventuele knelpunten of risico’s in, de uitvoering van de Regio Deal en andere actualiteiten in de regio.

  • 3.

    Het in het eerste lid bedoelde Rijk-Regio overleg bestaat uit de volgende vertegenwoordigers:

    • a.

      Vanuit de ministeries van het Rijk:

      • i.

        Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening;

      • ii.

        Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

      • iii.

        Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur;

      • iv.

        Ministerie van Economische Zaken.

    • b.

      Vanuit de Regio Foodvalley:

      • i.

        Stuurgroep Regio Deal Foodvalley II met bestuurlijke vertegenwoordigers uit de triple helix organisaties.

      • ii.

        Gemeente Ede (regiokassier);

  • 4.

    Het Rijk-Regio-overleg voorziet in zijn eigen werkwijze, waarbij het uitgangspunt is dat de regio bij het organiseren, uitnodigen en verslagleggen de lead heeft.

  • 5.

    Het Rijk-Regio-overleg spreekt een escalatieregeling af.

  • 6.

    Betrokken partijen zien zelf toe op een adequate verantwoording aan achterbannen en/of volksvertegenwoordigers.

 

Artikel 6 – Evaluatie en voortgang

  • 1.

    De Regio brengt de beginsituatie van de regionale opgave in kaart. Daarnaast bepaalt de Regio een (lerende) aanpak voor evaluatie, waarmee gedurende de looptijd en na afloop van de Regio Deal kan worden beoordeeld of de programmatische aanpak van de regio bijdraagt aan de doelen (artikel 1) van de Regio Deals. De beginsituatie en aanpak voor lerende evaluatie zijn beschreven in het voorjaar van 2026.

  • 2.

    De Regio stelt éénmaal per jaar een voortgangsrapportage op, met daarin:

    • a.

      De voortgang van de initiatieven en projecten;

    • b.

      In hoeverre partijen op schema liggen om de beoogde afspraken (artikel 2) te behalen.

  • 3.

    De jaarlijkse voortgangsrapportage wordt in concept voor 15 juni van ieder jaar voorgelegd aan Partijen, gelet op indiening voor 15 juli bij de minister van VRO in het kader van de specifieke/ bijzondere uitkering.

  • 4.

    De Regio kan met de jaarlijkse voortgangsrapportage de betrokken partners uit de regionale Triple Helix samenwerking (Algemeen Bestuur en Economic Board Regio Foodvalley) informeren. VRO gebruikt de jaarlijkse voortgangsrapportage als input voor de periodieke voortgangsrapportage van alle Regio Deals voor de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

  • 5.

    VRO draagt zorg voor onderzoek, betreffende het geheel van de Regio Deals (o.m. de resultaten en effecten van de Deals voor brede welvaart). De Regio verleent haar medewerking hieraan.

 

Artikel 7 – Communicatie

Partijen zien toe op een gezamenlijke communicatiestrategie en -plan, waarbij de Regio in de lead is.

De Regio zal bij projecten die deel uitmaken van de uitvoering van de Regio Deal Foodvalley II vragen om in de communicatie over die projecten kenbaar te maken dat het project mede mogelijk is gemaakt in samenwerking tussen Rijk en Regio.

 

Slotbepalingen

 

Artikel 8 - Uitvoering in overeenstemming met Unierecht

De afspraken van deze Regio Deal en/of de daaruit voortvloeiende maatregelen worden in overeenstemming met het recht van de Europese Unie uitgevoerd en uitgewerkt in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technische normen en voorschriften.

 

Artikel 9 - Gegevensuitwisseling

  • 1.

    De in het kader van (de uitvoering van) deze Regio Deal uitgewisselde dan wel uit te wisselen informatie is in beginsel openbaar. Indien een Partij verzoekt om geheimhouding zullen de overige Partijen deze informatie in beginsel geheimhouden en deze geheel noch gedeeltelijk aan enige derde bekendmaken, behoudens voor zover een verplichting tot openbaarmaking voortvloeit uit de wet, een rechterlijke uitspraak of deze Regio Deal.

  • 2.

    Partijen dragen er zorg voor dat concurrentiegevoelige en/of privacygevoelige informatie uitsluitend wordt gedeeld voor zover dit in overeenstemming is met de relevante internationale, Europese en nationale wettelijke kaders. Zij kunnen hiertoe nadere afspraken vastleggen.

 

Artikel 10 - Wijzigingen

  • 1.

    Elke Partij kan schriftelijk verzoeken deze Regio Deal te wijzigen. De wijziging behoeft de instemming van alle Partijen.

  • 2.

    Partijen treden in overleg binnen 6 weken nadat een Partij het verzoek kenbaar heeft gemaakt bij VRO. VRO informeert de overige Partijen over de voorgestelde wijziging en vraagt hen om instemming.

  • 3.

    Nadat alle Partijen aan VRO kenbaar hebben gemaakt in te stemmen met het verzoek tot wijziging wordt de wijziging en de verklaringen tot instemming als bijlage aan dit convenant gehecht.

 

Artikel 11 - Opzegging

  • 1.

    Elke Partij kan de Regio Deal Foodvalley II met inachtneming van een opzegtermijn van 3 maanden schriftelijk opzeggen, indien een zodanige verandering van omstandigheden is opgetreden dat deze Regio Deal billijkheidshalve op korte termijn behoort te eindigen. De opzegging moet de verandering in omstandigheden vermelden.

  • 2.

    Wanneer een Partij deze Regio Deal opzegt, blijft de Regio Deal voor de overige Partijen in stand voor zover de inhoud en de strekking ervan zich daartegen niet verzetten.

  • 3.

    Ingeval van beëindiging van de Regio Deal Foodvalley II krachtens opzegging is geen van de Partijen jegens een andere Partij schadeplichtig.

 

Artikel 12 - Toetreding nieuwe partijen

  • 1.

    In overeenstemming met alle Partijen kunnen anderen tijdens de looptijd van de Regio Deal Foodvalley II als nieuwe partijen toetreden tot deze Regio Deal. Een toetredende partij dient de verplichtingen die voor haar uit de Regio Deal voortvloeien te aanvaarden.

  • 2.

    Het schriftelijke verzoek tot toetreding met daarbij de concrete bijdrage aan de Regio Deal Foodvalley II wordt gericht aan VRO. VRO informeert Partijen en vraagt hen om instemming.

  • 3.

    Zodra alle Partijen aan VRO schriftelijk kenbaar hebben gemaakt in te stemmen met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van Partij van de Regio Deal Foodvalley II en gelden voor die partij de voor haar uit de deal voortvloeiende rechten en verplichtingen.

  • 4.

    Het verzoek tot toetreding en de verklaringen tot instemming worden als bijlagen aan de Regio Deal Foodvalley II gehecht.

 

Artikel 13 - Ongeldigheid

Indien een bepaling van de Regio Deal in enige mate als nietig, vernietigbaar, ongeldig, onwettig of anderszins als niet-bindend moet worden beschouwd, bijvoorbeeld wegens strijdigheid met het Besluit specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche (zoals deze luidt op het moment dat de strijdigheid zich voordoet of alsdan in bestuursrechtelijke zin is vastgesteld), wordt die bepaling, voor zover nodig, uit de Regio Deal verwijderd en vervangen door een bepaling die wel bindend en rechtsgeldig is en die de inhoud van de niet-geldige bepaling zoveel mogelijk benadert. De overige bepalingen van de Regio Deal blijven in een dergelijke situatie ongewijzigd en onverminderd geldig.

 

Artikel 14 - Publiekrechtelijke medewerking en toepasselijk recht

  • 1.

    De in het kader van Regio Deal door Partijen te verlenen (publiekrechtelijke) medewerking laat de publiekrechtelijke positie en bevoegdheden van Partijen onverlet.

  • 2.

    Op deze Regio Deal is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.

 

Artikel 15 – Nakoming

De Regio Deal is niet in rechte afdwingbaar. Partijen kunnen elkaar aanspreken op tekortkomingen in de nakoming van de Regio Deal in het Rijk-Regio overleg.

 

Artikel 16 - Ondertekening in verschillende exemplaren

De Regio Deal Foodvalley II kan worden ondertekend door Partijen in verschillende exemplaren, die samengevoegd hetzelfde rechtsgevolg hebben alsof deze Regio Deal is ondertekend door alle Partijen in één exemplaar.

 

Artikel 17 - Citeertitel

Deze Regio Deal kan worden aangehaald als Regio Deal Foodvalley II.

 

Artikel 18 – Inwerkingtreding en looptijd

  • 1.

    Deze Regio Deal treedt in werking met ingang van 1 januari 2026 eindigt op 31 december 2029.

  • 2.

    Partijen kunnen, na bespreking in het Rijk-Regio-overleg, de looptijd van de Regio Deal wijzigen, conform de procedure van artikel 11. De regiokassier zal rekening houden met de samenhang tussen de wijziging van de looptijd van de Regio Deal en de verleende specifieke/bijzondere uitkering ten behoeve van de uitvoeringsactiviteiten Regio Deals.

 

Artikel 19 - Publicatie

  • 1.

    Deze Regio Deal zal net als andere Regio Deals openbaar worden gemaakt door publicatie in de Staatscourant en toegezonden worden aan de Tweede Kamer, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de Regio Deals.

  • 2.

    VRO rapporteert over de Regio Portefeuille, alsmede de hieruit voortvloeiende Regio Deals naar de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Bijlage 2. Beoordelingssystematiek subsidieaanvragen

In deze bijlage is beschreven op welke wijze subsidieaanvragen worden beoordeeld en wat de inhoudelijke beoordelingscriteria zijn. Elke subsidieaanvraag wordt ondergebracht in één Regiodeal-spoor. Deze sporen zijn: 1. Verantwoord groeien, 2. Regionaal ontmoeten, 3. Innovatief ondernemen. Een subsidieaanvraag wordt binnen het spoor, waartoe het behoort, beoordeeld.

 

Adviezen en besluit op de subsidieaanvraag

Burgemeester en wethouders verlenen als regiokassier subsidies voor de uitvoering van de Regio Kassier. Zij laten zich daarbij adviseren door het algemeen bestuur van de Regio Foodvalley, gezien het regionale karakter van de Regio Deal. Het algemeen bestuur van de Regio Foodvalley vraagt op zijn beurt een advies aan de adviescommissie.

Het algemeen bestuur controleert of het advies van de adviescommissie:

  • onafhankelijk tot stand is gekomen;

  • of de juiste procedure voor subsidieverlening is gevolgd; en

  • of het advies voldoende draagkrachtig is om een besluit op de aanvraag te motiveren.

Zo nodig vragen zij om een nader advies of een nadere toelichting op het advies. Het algemeen bestuur stuurt het advies van de adviescommissie aan burgemeester en wethouders. Daarbij geeft het algemeen bestuur een eigen advies of het advies van de adviescommissie gevolgd kan worden. Burgemeester en wethouders besluiten op de ingediende aanvragen op basis van de ontvangen adviezen van het algemeen bestuur en de adviescommissie. Zij kunnen gemotiveerd tot een ander besluit komen: bijvoorbeeld als de staatssteunregels het niet mogelijk maken om een projectfiche te honoreren.

 

Inhoudelijke beoordeling

Bij de inhoudelijke beoordeling werken we (zoveel mogelijk) met beoordelingscriteria waarbij aanvragen op zichzelf worden beoordeeld (en niet relatief ten opzichte van andere aanvragen). De criteria zijn zoveel mogelijk geobjectiveerd. Niettemin blijft een beoordeling meestal een zekere subjectiviteit houden. Dat waarborgt een balans tussen 1) een objectieve beoordeling en 2) een bepaalde mate van ruimte/discretie voor de adviescommissie.

De adviescommissie licht per subcriterium de beoordeling (kort) toe. De beoordeling van een projectvoorstel leidt een puntenscore. Deze scores zijn bedoeld om een objectieve beoordeling van grotere aantallen projecten te ondersteunen. De adviescommissie geeft als geheel gezamenlijk een score per onderdeel.

Belangrijk is dat aanvragers de beoordelingscriteria duidelijk laten terugkomen in het projectfiche. Dit vereenvoudigt de taak van de adviescommissie.

 

Geen splitsing van projecten

De adviescommissie beoordeelt projecten in zijn geheel zoals deze door de subsidieaanvrager zijn ingediend. Het is dus niet toegestaan om bij de beoordeling een project te splitsen in activiteiten met een hogere score en activiteiten met een lagere score. Evenmin is het toegestaan om burgemeester en wethouders te adviseren om voor een deel van het project wel en voor een ander deel van het project geen subsidie te verlenen. De aanvrager bepaalt zelf welke activiteiten vallen binnen één project. Dit geldt ook als de aanvraag is ingediend door een samenwerkingsverband.

 

Criterium 1: Aansluiting van het project op de doelen van de Regio Deal

(max. score: 72 punten)

A. De mate waarin het project aansluit op de SMART-doelen uit de Regio Deal:

  • Het project sluit niet of nauwelijks aan op de SMART-doelen uit de doelenboom van de Regio Deal (0 punten)

  • Het project sluit goed aan op één SMART-doel uit de doelenboom van de Regio Deal (12 punten)

  • Het project sluit goed aan op twee SMART-doelen uit de doelenboom van de Regio Deal (24 punten)

  • Het project sluit goed aan op drie of meer SMART-doelen uit de doelenboom van de Regio Deal (36 punten)

B. Het project draagt bij aan de verbinding tussen ‘stad’ en ‘land’.

  • Het project draagt daar niet aan bij (0 punten)

  • Het project daar enigszins aan bij (12 punten)

  • Het project draagt daaraan bij (24 punten)

  • Het project draagt daar in hoge mate aan bij (36 punten)

Subtotaal:

(Max. score: 72 punten criterium 1)

 

Criterium 2: Regionale impact van het project, tijdens en na de Regio Deal

(max. score: 72 punten)

A. Het project draagt tijdens de Regio Deal bij aan zichtbare en/of concrete resultaten voor inwoners en/of ondernemers uit RFV; op lokaal en/of regionaal niveau

  • Het project draagt daar niet aan bij (0 punten)

  • Het project draagt enigszins aan bij (6 punten)

  • Het project draagt daaraan bij (12 punten)

  • Het project draagt daar in hoge mate aan bij (18 punten)

  •  

B. Het project richt zich speciaal op 1) jongeren, 2) boeren, en/of 3) woningzoekenden.

  • Het project richt zich niet speciaal op één of meer van de genoemde doelgroepen (0 punten)

  • Het project richt zich speciaal op één van de genoemde doelgroepen (6 punten)

  • Het project richt zich speciaal op twee van de genoemde doelgroepen (12 punten)

  • Het project richt zich speciaal op drie van de genoemde doelgroepen (18 punten)

  •  

C. De continuïteit van het resultaat van het project is na afloop van de Regio Deal gewaarborgd.

  • Dat geldt niet voor dit project (0 punten)

  • Dat geldt misschien voor dit project (6 punten).

  • Dat geldt waarschijnlijk voor dit project (12 punten)

  • Dat geldt hoogstwaarschijnlijk of zeker voor dit project (18 punten)

  •  

D. Het project versterkt een netwerk of ecosysteem van organisaties , voorzieningen en/of mensen in de regio.

  • Dat geldt niet voor dit project (0 punten)

  • Dat geldt enigszins voor dit project (6 punten)

  • Dat geldt voor dit project (12 punten)

  • Dat geldt in hoge mate voor dit project (18 punten)

  •  

Subtotaal

(Max. score: 72 punten)

 

Criterium 3: De mate waarin het project door de Regio Deal extra versnelt, versterkt of verbindt

(max. score: 48 punten)

A. Door de Regio Deal worden de resultaten van het project aanzienlijk sneller gerealiseerd.

  • Dat geldt niet voor dit project (0 punten)

  • Dat geldt misschien voor dit project (2 punten)

  • Dat geldt waarschijnlijk voor dit project (8 punten)

  • Dat geldt hoogstwaarschijnlijk of zeker voor dit project (12 punten)

 

B. Door de Regio Deal krijgen de resultaten van het project een aanzienlijk groter bereik en/of een aanzienlijk langduriger effect.

  • Dat geldt niet voor dit project (0 punten)

  • Dat geldt misschien voor dit project (2 punten)

  • Dat geldt waarschijnlijk voor dit project (8 punten)

  • Dat geldt hoogstwaarschijnlijk of zeker voor dit project (12 punten)

 

C. Door de uitvoering van dit project in de Regio Deal krijgt de samenwerking tussen de triple helix partners (dus tussen de drie O’s) , het Rijk, de provincies en/of het Waterschap Vallei en Veluwe een extra impuls.

  • Dat geldt niet voor dit project (0 punten)

Dat geldt voor samenwerking tussen overheden met extra publieke partners (Rijk, provincies, waterschap) wanneer deze anders niet betrokken zouden zijn (2 punten)

Dat geldt voor 2 O’s die in dit project betrokken zijn (8 punten)

Dat geldt voor 3 O’s die in dit project betrokken zijn (12 punten)

 

D. Dit project versterkt of creëert verbindingen die leiden tot groter draagvlak en actievere betrokkenheid van de omgeving.

  • Dat geldt niet voor dit project (0 punten)

  • Dat geldt enigszins voor dit project (2 punten)

  • Dat geldt voor dit project (8 punten)

  • Dat geldt in hoge mate voor dit project (12 punten)

  •  

Subtotaal

(Max. score: 48 punten)

 

Criterium 4: De kwaliteit van het projectfiche en doelmatigheid

(max. score: 48 punten)

 

De maximale score bij dit criterium is 48 punten. Als een project voor dit criterium 40 punten of minder scoort, valt het project voor de Regio Deal af omdat dan de uitwerking van één of meerdere onderdelen van het projectfiche onvoldoende kwaliteit heeft of al met al teveel vragen oproept en/of de doelmatigheid onvoldoende is.

A. Projectfiche : de te behalen resultaten van het project zijn SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden) uitgewerkt.

  • Dat geldt niet voor dit project (0 punten)

  • De uitwerking van de te behalen resultaten roept één of meerdere vragen op maar is acceptabel (4 punten)

  • Dat geldt in voldoende mate voor dit project (8 punten)

  •  

B. Projectfiche : het project heeft een activiteitenplanning (bijv.: een overzicht van ‘wie doet wat wanneer’, urenramingen en een gehanteerde projectmethodiek) die het vertrouwen geeft dat de projectdoelen behaald gaan worden.

  • Dat geldt niet voor dit project (0 punten)

  • De activiteitenplanning roept één of meerdere vragen op maar is acceptabel (4 punten)

  • Dat geldt in voldoende mate voor dit project (8 punten)

  •  

C. Projectfiche : er is inzichtelijk gemaakt hoe het project georganiseerd gaat worden (bijv. werkgroepen, stuurgroep, projectleider, bemensing etc.), waardoor een succesvolle uitvoering mogelijk is.

  • Dat geldt niet voor dit project (0 punten)

  • De uitwerking van de projectorganisatie roept één of meerdere vragen op maar is acceptabel (4 punten).

  • Dat geldt in voldoende mate voor dit project (8 punten).

  •  

D. Projectfiche : het project heeft een begroting die het vertrouwen geeft dat een succesvolle uitvoering mogelijk is.

  • Dat geldt niet voor dit project (0 punten)

  • De begroting roept één of meerdere vragen op maar is acceptabel (4 punten)

  • Dat geldt in voldoende mate voor dit project (8 punten)

  •  

E. Projectfiche : redelijkerwijze te voorziene risico’s en bijbehorende beheersmaatregelen zijn in beeld gebracht.

  • Dat geldt niet voor dit project (0 punten)

  • Het overzicht van risico’s en beheersmaatregelen roept één of meerdere vragen op maar is acceptabel (4 punten)

  • Dat geldt in voldoende mate voor dit project (8 punten)

  •  

F. Doelmatigheid: er is een redelijke verhouding tussen 1) de benodigde middelen en tijd voor dit project en 2) de te behalen resultaten.

  • Dat geldt niet voor dit project (0 punten)

  • Dat geldt enigszins voor dit project (4 punten)

  • Dat geldt in voldoende mate voor dit project (8 punten)

 

Subtotaal

(max. score: 48 punten)

 

Score van het project

Score op criterium 1: Aansluiting van het project op de SMART-doelen uit de doelenboom van de Regio Deal (max. score: 72 punten)

Score op criterium 2: Regionale impact van het project, tijdens en na de Regio Deal (max. score: 72 punten)

score op criterium 3: De mate waarin het project door de Regio Deal extra versnelt, versterkt of verbindt (max. score: 48 punten)

Score op criterium 4: De kwaliteit van het projectfiche en doelmatigheid (max. score: 48 punten)

Project valt af indien 40 punten of minder op criterium 4

Totaalscore van het project

 

Toelichting

De Regio Foodvalley en het Rijk voeren al enige tijd overleg over een convenant (Regio Deal) waarin zij afspraken maken over door hen beide te financieren activiteiten die bijdragen aan de brede welvaart in de Regio Foodvalley. De financiering die het Rijk toezegt in het convenant wordt als specifieke uitkering ter beschikking gesteld aan burgemeester en wethouders van de gemeente Ede in de rol van regiokassier. Deze specifieke uitkering dient als financiële dekking voor de subsidies die worden verstrekt op basis van deze subsidieregeling. Deze subsidieregeling wordt daarom vastgesteld onder het voorbehoud dat het concept-convenant door de betrokken ministers en lokale bestuurders wordt ondertekend. Zie de opschortende voorwaarde die is opgenomen in artikel 14 van deze subsidieregeling. Het concept-convenant (bijlage 1) zal na ondertekening door de betrokken ministers en lokale bestuurders worden vervangen door een definitief convenant. De regionale opgaven waar Partijen samen impact op willen maken zijn benoemd als drie sporen (spoor 1. Verantwoord groeien, spoor 2. Regionaal ontmoeten en spoor 3. Innovatief ondernemen). De invulling van deze sporen wordt verder uitgewerkt in de Regio Deal.

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit artikel worden een aantal in de regeling gebruikte begrippen toegelicht. Deze regeling is bedoeld om een specifieke uitkering die burgemeester en wethouders van Ede ontvangen van het Rijk om te zetten in subsidie die verleend wordt voor de uitvoering van projecten. De specifieke uitkering is gebaseerd op het Besluit specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche. Een aantal in deze regeling opgenomen definities is afkomstig uit dit besluit.

 

Artikel 2. Doel van de regeling

De Regio Foodvalley heeft met het Rijk op hoofdlijnen overeenstemming bereikt over een nieuwe Regio Deal. Het Rijk gaat een bedrag van € 25 miljoen (inclusief btw) beschikbaar stellen voor het realiseren van regionale opgaven. Burgemeester en wethouders treden op als kassier voor deze middelen en zorgen dat deze terechtkomen bij projecten die bijdragen aan de opgaven, doelen, aanpak en beoogde resultaten van de Regio Deal. Hiertoe hebben zij deze subsidieregeling vastgesteld.

Tegenover de bijdrage van het Rijk staat een even groot aandeel in regionale financiering. Dit kan zowel door publieke als private partijen bijeen worden gebracht. Deze regionale financiering valt buiten de reikwijdte van deze subsidieregeling.

 

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten en vereisten

Zoals hiervoor toegelicht is deze subsidieregeling opgesteld om financiering te kunnen verstrekken voor projecten die bijdragen aan de uitvoering van de Regio Deal. Er zijn drie sporen aangewezen waarop de Regio Foodvalley vooruitgang wil boeken:

Spoor 1. Verantwoord groeien

Spoor 2. Regionaal ontmoeten

Spoor 3. Innovatief ondernemen

 

Een aanvraag kan alleen betrekking hebben op één spoor. De beoordeling en rangschikking van aanvragen vindt namelijk ook plaats per spoor. De aanvrager bepaalt binnen welk spoor de aanvraag wordt ingediend. Het is dus niet mogelijk om hetzelfde project in te dienen onder twee of meer sporen. Voor de hand ligt dat de aanvrager de aanvraag indient voor het spoor waar het project het meest aan bijdraagt. Uiteraard mag een project wel bijdragen aan doelen die zijn genoemd in meerdere sporen. Het aansluiten bij meerdere doelen kan leiden tot een betere beoordeling van het project door de adviescommissie (o.a. voor criterium 1. Aansluiting van het project op de doelen van de Regio Deal). Zie uitgebreider over de beoordeling van de subsidieaanvragen hoofdstuk 2 van de regeling en de toelichting daarop.

 

In het tweede lid zijn de vereisten opgenomen waaraan een aanvraag moet voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen. Enkele onderdelen lichten wij hierna verder toe.

 

Minimaal 50% regionale cofinanciering

Een voorwaarde die aan de specifieke uitkering is verbonden is dat het Rijk en de Regio beide voor 50% financieel bijdragen (zie artikel 10, tweede lid, van het Besluit specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche). Zowel financiële bijdragen als bijdragen in natura tellen mee. Het is voor medeoverheden niet toegestaan om Rijksfinanciering te gebruiken als regionale cofinanciering. Dit blijkt uit de definitie van regionale publieke financiering in het Besluit: voor de uitvoeringsactiviteiten van de Regio Deal beschikbaar gestelde financiële bijdragen of bijdragen in natura van een publieke regiopartner, niet zijnde een specifieke uitkering, opdracht of subsidie van het Rijk. Publieke regiopartners in de zin van het Besluit zijn: gemeenten, provincies, waterschappen en openbare lichamen in de zin van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

 

Voor private regiopartners geldt geen beperking om Rijksfinanciering in te brengen als regionale cofinanciering op basis van de Regio Deal. Wel kunnen er beperkingen zijn opgenomen in het besluit waarmee de Rijksfinanciering is verstrekt, zoals een subsidie. Private partners zijn er zelf voor verantwoordelijk om dit te toetsen.

 

Activiteiten zijn onderdeel van maximaal één project

Het is niet toegestaan om meerdere malen subsidie aan te vragen voor dezelfde activiteiten in het kader van deze Regio Deal. Activiteiten kunnen daarom van slechts één project onderdeel uitmaken. Het is niet wenselijk dat aanvragers dezelfde activiteiten in verschillende projectfiches opnemen om zo de kans te vergroten op een positieve beoordeling. Deze eis stellen wij om zo ook de administratieve lasten te beperken in het bijzonder voor burgemeester en wethouders en de adviescommissie.

 

Artikel 4. Subsidiabele kosten

Een voorwaarde voor het aanvragen van subsidie op basis van deze regeling is het indienen van een begroting. Burgemeester en wethouders toetsen vooraf of de opgestelde begrotingen alleen noodzakelijke en redelijke kosten bevatten. Daarnaast worden de bestedingen achteraf gecontroleerd in het kader van de financiële verantwoording. Alleen daadwerkelijk gemaakte kosten zijn subsidiabel.

 

Omzetbelasting (btw) is alleen subsidiabel als dit werkelijke kosten zijn. Dit betekent dat het niet mogelijk moet zijn om deze kosten af te trekken van door de subsidieontvanger te betalen btw én dat het voor de subsidieontvanger niet mogelijk moet zijn om een beroep te doen op het btw-compensatiefonds. Als er sprake is van een begroting inclusief btw moet de aanvrager dit opnemen in de begroting en toelichten (zie artikel 8).

 

De kosten worden berekend op een voor de subsidieontvanger gebruikelijke en controleerbare methode. Dit betreft bijvoorbeeld afschrijvingstermijn en toerekening van kosten voor duurzame bedrijfsmiddelen die worden ingezet ten behoeve van deze Regio Deal. Deze methode moet zijn gebaseerd op bedrijfseconomische gronden en normen die maatschappelijk als aanvaardbaar worden beschouwd en die de subsidieontvanger stelselmatig toepast. Er is niet één methodiek voorgeschreven: zowel bijvoorbeeld de historische kostprijs als vervangingswaarde van gebruikte bedrijfsmiddelen kan een aanvaardbare methodiek zijn.

 

De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten van het project. De resterende minimaal 50% moet worden ingebracht als regionale cofinanciering overeenkomstig de eisen uit het Besluit specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche. Zie ook artikel 3, derde lid, van deze subsidieregeling. Van de te verlenen subsidie wordt naar rato het aandeel aan compensabele btw afgetrokken. Hiermee volgen wij in deze regeling de systematiek zoals die wordt toegepast op de specifieke uitkering in het Besluit specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche.

 

Wij verduidelijken dit met een rekenvoorbeeld:

- Een project kost € 100.000 exclusief 21% BTW (€ 21.000). Voor de BTW kan de subsidieaanvrager een beroep doen op het BTW-compensatiefonds.

- Rijk en Regio betalen elk 50% van de kosten (€ 50.000). Om te zorgen dat de verdeling (inclusief BTW) uiteindelijk aan deze kostenverdeling voldoet wordt 50% van de compensabele BTW afgetrokken (€ 21.000 x 50% = € 10.500). Het maximaal aan te vragen subsidiebedrag is in dit voorbeeld € 39.500. Het Rijk stort de resterende € 10.500 in het BTW-compensatiefonds.

 

Artikel 5. Subsidieontvanger

Alleen rechtspersonen kunnen een subsidie aanvragen op grond van deze subsidieregeling. Burgemeester en wethouders achten dit een redelijke beperking gezien de omvang van de subsidies die verstrekt worden op basis van deze regeling. Bovendien is de beperking tot rechtspersonen opgenomen in de specifieke uitkering die wordt gebruikt om de toe te kennen subsidies te financieren. Wij verwijzen naar de definities bij het Besluit specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche, in het bijzonder de definities van private en publieke regiopartner:

 

private regiopartner: privaatrechtelijke rechtspersoon als bedoeld in artikel 3 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek die partij is bij een Regio Deal.

 

publieke regiopartner: provincie, gemeente, openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, waterschap of een van de openbare lichamen Bonaire Sint-Eustatius of Saba, die partij is bij een Regio Deal.

 

Daarnaast is bepaald dat rechtspersonen alleen een aanvraag kunnen indienen als zij hebben bijgedragen aan de totstandkoming van het voorstel en het convenant van de Regio Foodvalley voor een Regio Deal. Zij kunnen een aanvraag indienen voor de projecten waarvoor zij (mede) indiener waren bij het voorstel van de Regio Foodvalley voor deze Regio Deal. Ook dit achten burgemeester en wethouders een redelijke beperking van de verplichting om gelijke kansen te bieden. Zie de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 11 juli 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2310 (Geobox). Hierbij wegen burgemeester en wethouders mee dat op de website van de Rijksoverheid een openbare aankondiging heeft gestaan van de mogelijkheid om mee te werken aan een voorstel:

 

Procedure en startmoment

Gemeenten, provincies, kennis- en culturele instituten, ondernemers en maatschappelijke organisaties maken samen een integrale aanpak die past bij de opgave en het DNA van het gebied. Zij kunnen de voorstellen indienen van 1 augustus tot en met 31 oktober 2024 via rvo.nl/regiodeals. Het overzicht van de voorwaarden waaraan een voorstel moet voldoen is ook te vinden op de website van RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Vervolgens besluit het kabinet begin 2025 welke voorstellen het Rijk en de regio samen uitwerken tot een Regio Deal. Het streven is om de deals van deze 6e ronde medio 2025 te ondertekenen.

Bron: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/regios/nieuws/2024/07/18/244-miljoen-voor-laatste-ronde-regio-deals

 

Aan alle potentiële partijen is daarmee een gelijke kans geboden om onderdeel te zijn van het proces wat heeft geleid tot deze Regio Deal. Dat rechtvaardigt om nu alleen subsidie te verlenen aan partijen die al sinds vorig jaar betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van deze Regio Deal en zich actief hebben ingespannen om een integraal voorstel te schrijven en input te leveren ten behoeve van het convenant vanuit de Triple Helix (onderwijs, overheid en ondernemers) gericht op het vergroten van de brede welvaart en het bijdragen aan de regionale opgaven. Daarbij is de eerder opgestelde integrale aanpak (bestaande uit concrete projecten) leidend. Burgemeester en wethouders vinden het belangrijk dat partijen al hebben geïnvesteerd in de ontwikkeling van een convenant dat goed aansluit bij de ambities en doelen van de regio. Door hun input zijn haalbare en realistische doelen vastgelegd. Bovendien is geïnvesteerd in het versterken van de samenwerking in de regio, wat naar verwachting leidt tot projecten met een groter doelbereik (meerdere doelen per project) en tot versterkte triple helix-samenwerking binnen projecten.

 

In het tweede lid is een regeling getroffen voor aanvragen die worden ingediend namens een samenwerkingsverband. Subsidieontvangers kunnen ervoor kiezen om ofwel zelfstandig een aanvraag in te dienen ofwel als onderdeel van een samenwerkingsverband. Als er sprake is van een aanvraag door een samenwerkingsverband, dan wijzen zij één van de deelnemende organisaties aan als penvoerder. De penvoerder dient namens de aanvragers de aanvraag in en zorgt voor het indienen van voortgangsrapportage, eventuele overige informatie en de eindverantwoording. Zie artikelen 17 en 19. De penvoerder moet voor deze handelingen worden gemachtigd (zie artikel 8).

 

Artikel 6. Subsidietijdvak

De Regio Deal heeft een looptijd van vier jaar. Projecten moeten binnen deze periode volledig zijn uitgevoerd. Burgemeester en wethouders moeten namelijk na het einde van de Regio Deal verantwoorden hoe de specifieke uitkering is besteed.

 

Artikel 7. Aanvraagperiode

Rijk en Regio Foodvalley hebben in de Regio Deal afgesproken vanaf 1 januari 2026 te starten. Voor de voorbereiding van de besluitvorming en beoordeling van de ingediende aanvragen door de adviescommissie is daarnaast ook voldoende tijd nodig. Daartegenover staat het belang van de aanvragers om voldoende tijd te hebben om hun aanvraag voor te bereiden.

 

Tegen deze achtergrond hebben burgemeester en wethouders besloten om aan te sluiten bij de voor Europese aanbestedingen gebruikelijke minimale inschrijftermijn van 40 kalenderdagen (artikelen 2.71 en 2.74b van de Aanbestedingswet 2012) bij het bepalen van de aanvraagperiode voor deze regeling.

 

Artikel 8. Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

De basis voor elke subsidieaanvraag is een projectfiche waarin de inhoud van het project is beschreven en een begroting waarin staat hoe het project wordt gefinancierd. In dit artikel wordt beschreven wat de minimale vereisten zijn voor het indienen van het projectfiche en de begroting. Het spreekt voor zich dat het voor aanvragers van groot belang is om te zorgen dat zowel het projectfiche als de begroting duidelijk zijn en van goede kwaliteit. Het projectfiche en de begroting zijn namelijk voor de adviescommissie de belangrijke stukken waarop zij de beoordeling en rangschikking van de projecten bepalen. Zie ook de artikelen 9-12.

 

Een project komt alleen voor subsidie in aanmerking wanneer er sprake is van een sluitende begroting. Zonder sluitende begroting is er immers een goede reden dat activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden: dat is een weigeringsgrond voor de subsidie (artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht). Voor de regionale cofinanciering bij het project moet hiervoor bewijs worden ingediend als deze wordt ingebracht door een ander dan de subsidieaanvrager. Dit kan in ieder geval de vorm hebben een cofinancieringsverklaring. Dit is een verklaring waarin een organisatie zich verbindt om een bepaalde bijdrage te leveren (financieel of in natura). Ook een subsidiebeschikking van bijvoorbeeld een gemeente of provincie kan dienen als bewijs voor regionale cofinanciering.

 

Als een aanvraag wordt ingediend door een samenwerkingsverband dan moeten zij een penvoerder aanwijzen. In deze situatie is de machtiging die de subsidieontvangers verlenen aan de penvoerder ook een document dat moet worden meegestuurd met de aanvraag. Deze machtiging moet in ieder geval betrekking hebben op het namens het samenwerkingsverband mogen indienen van de subsidieaanvraag, indienen van voortgangsrapportages en overige informatie en indienen van de eindverantwoording en aanvraag tot subsidievaststelling. Zie artikelen 8, 17 en 19 van deze regeling.

 

Onderdeel van de toetsing van ingediende subsidieaanvragen is of deze voldoen aan de Europese staatssteunregels. Het uitgangspunt van de staatssteunregels is dat staatssteun niet is toegestaan, tenzij de Europese Commissie de steun heeft goedgekeurd. De Europese Commissie heeft door middel van Europese verordeningen een aantal vrijstellingen gecreëerd. Eén van de meest toegepaste vrijstellingen betreft relatief kleine steunbedragen (de-minimissteun). Voor het verlenen van de-minimissteun is een verklaring vereist. Om deze reden is opgenomen dat burgemeester en wethouders aanvragers kunnen verzoeken om een de-minimisverklaring te overleggen. Niet voor elke aanvraag zal een de-minimisverklaring noodzakelijk zijn. In sommige gevallen zal een activiteit waarvoor subsidie wordt verleend niet leiden tot staatssteun, omdat bijvoorbeeld geen sprake is van een economische activiteit (in de zin van de staatssteunregels). In andere gevallen zal gebruik worden gemaakt van een ander soort vrijstelling, zoals de Algemene Groepsvrijstellingsverordening.

 

Burgemeester en wethouders kunnen een aanvraag afwijzen als deze niet is toegestaan zonder goedkeuring van de Europese Commissie (zie artikel 9 van de Algemene subsidieverordening Ede 2017). Hierbij zullen zij in ieder geval rekening houden met de looptijd van deze Regio Deal (vier jaar), het belang van het project voor de Regio Deal en de kans dat de Europese Commissie de steunverlening zal goedkeuren. Goedkeuringstrajecten nemen doorgaans veel tijd in beslag. Het enkele gegeven dat steunverlening niet mogelijk is zonder voorafgaande goedkeuring is daarom een grondslag om de subsidieaanvraag af te wijzen. Dit vanwege de beperkte looptijd van de Regio Deal.

 

Artikel 9. Adviescommissie

Voor de uitvoering van deze regeling is een beperkt budget beschikbaar. Het is denkbaar dat het totaal aangevraagde bedrag het beschikbare budget zal overschrijden.

 

Burgemeester en wethouders vragen - gezien het regionale karakter van de Regio Deal - advies aan het algemeen bestuur van de Regio Foodvalley. Het algemeen bestuur vraagt op zijn beurt advies aan een adviescommissie. De adviescommissie heeft als taak om alle ingediende projecten te beoordelen en een rangschikking te maken op basis van de in deze regeling opgenomen beoordelingscriteria. Het algemeen bestuur controleert of de adviescommissie op een goede wijze tot haar advies is gekomen. Dit betekent:

  • Dat het advies op onafhankelijke wijze tot stand is gekomen. Dit wil zeggen dat geen van de leden van de adviescommissie zelf subsidieaanvrager is of op een andere wijze een persoonlijk belang heeft bij één van de subsidieaanvragen.

  • Dat de juiste procedure voor subsidieverlening is gevolgd. Dit betekent dat aan alle procedurele vereisten voor subsidieverlening is voldaan. Dit betekent bijvoorbeeld dat de aanvraag tijdig is ingediend en dat alle verplichte documenten zoals het projectfiche en de begroting zijn meegestuurd.

  • Dat het advies voldoende draagkrachtig is om als motivering ten grondslag gelegd te kunnen worden op het besluit. Dit betekent dat de projectselectie en toegekende scores voor projecten voldoende duidelijk zijn toegelicht in het advies.

     

Burgemeester en wethouders controleren in de rol van regiokassier alle ingediende aanvragen. Dit betreft een toets op staatssteun en een toets of aan alle procedurele vereisten uit deze regeling is voldaan. Daarnaast toetsen burgemeester en wethouders de adviezen die zij ontvangen van het algemeen bestuur en de adviescommissie volgens de daarvoor geldende wettelijke eisen (artikel 3:9 van de Algemene wet bestuursrecht). Deze taken worden namens burgemeester en wethouders in mandaat uitgevoerd door de programmaorganisatie voor de Regio Deal.

 

De programmaorganisatie neemt vervolgens in mandaat namens burgemeester en wethouders op basis van het advies van de adviescommissie en Algemeen Bestuur besluiten over de ingediende subsidieaanvragen.

 

Artikel 1 0 . Subsidieplafond en verdeelregels Rijksmiddelen

Deze regeling is in eerste instantie bedoeld voor de verdeling van specifieke uitkering die het Rijk beschikbaar stelt voor de uitvoering van de Regio Deal. Dit betreft een bedrag van in totaal € 25 miljoen. Hiervan wordt € 0,75 miljoen gereserveerd voor uitvoeringskosten (voorbereiding, administratie en toezicht). Daarmee resteert een te verdelen bedrag van € 24,25 miljoen inclusief btw.

 

Echter het bedrag dat de Regiokassier ontvangt is een bedrag exclusief btw. Het Rijk trekt van de te ontvangen specifieke uitkering het bedrag af dat wordt gestart in het BTW-compensatiefonds. Zie artikel 11 van het Besluit specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche. Het daadwerkelijk door de regiokassier te verdelen bedrag is daarom lager dan € 24,25 miljoen. Bij het openstellen van de regeling is precieze bedrag van de BTW-verlaging nog niet te bepalen. Dit hangt namelijk af van de inhoud van de projecten. Wij gaan daarom vooralsnog uit van een maximale BTW-verlaging van 21%. Daarmee is het daadwerkelijk beschikbare bedrag circa 19,1 miljoen.

 

Nadat burgemeester en wethouders de specifieke uitkering toegekend hebben gekregen is het precieze beschikbare subsidiebedrag bekend. Zij kunnen daarna het beschikbare subsidieplafond verhogen. Dit betreft zowel het subsidieplafond voor het totaal als een bedrag per spoor. Het totale beschikbare bedrag wordt voor deze middelen in ieder geval nooit meer dan € 24,25 miljoen (totale Rijksfinanciering exclusief uitvoeringskosten).

 

Per spoor wordt een subsidieplafond vastgesteld en wordt een rangschikking opgemaakt van ingediende aanvragen. Om deze reden is het ook alleen mogelijk om per spoor een subsidieaanvraag in te dienen (zie artikel 3 van deze regeling). Aanvragen worden individueel beoordeeld, voorzien van een score en geplaatst in een bepaalde volgorde. Projecten worden in principe binnen deze volgorde toegekend tot het subsidieplafond is bereikt. Hierbij geldt een belangrijke kanttekening:

 

De adviescommissie heeft tot taak om aanvragen te beoordelen aan de hand van de vastgestelde beoordelingscriteria (bijlage 1). Burgemeester en wethouders voeren als regiokassier een technische toetsing uit van de ingediende aanvragen aan de hand van de weigeringsgronden die zijn opgenomen in deze regeling en de Algemene subsidieverordening. Zij kunnen een aanvraag alsnog afwijzen als deze bijvoorbeeld niet door de staatssteuntoetsing komt, er sprake is van een niet-sluitende begroting of het project niet volledig kan worden afgerond binnen de looptijd van de Regio Deal.

 

Tot slot volgt hierna nog een simpel voorbeeld om de werking van het subsidieplafond per spoor te illustreren. Voor een spoor is een plafond vastgesteld van € 5 miljoen. Er worden 5 aanvragen ingediend:

Aanvraag 1. € 2 miljoen - 160 punten

Aanvraag 2. € 1 miljoen - 155 punten

Aanvraag 3. € 1,5 miljoen - 150 punten

Aanvraag 4. € 1 miljoen - 145 punten

Aanvraag 5. € 0,5 miljoen - 140 punten

 

In dit voorbeeld worden aanvragen 1 en 2 onvoorwaardelijk toegekend (samen € 3 miljoen). Aanvraag 3 (€ 1,5 miljoen) wordt voorwaardelijk toegekend omdat hiermee de drempel van 80% van het beschikbare bedrag per spoor wordt overschreden (zie artikel 14 van deze regeling). Aanvraag 4 en aanvraag 5 worden afgewezen. Hoewel er voor aanvraag 5 nog voldoende ruimte is tot aan het plafond kan deze aanvraag niet gehonoreerd worden, omdat aanvraag 4 een hogere score heeft behaald. En alleen de aanvragen met de hoogste score worden gehonoreerd totdat het plafond is bereikt (lid 4).

 

Voor de resterende middelen van 0,5 miljoen in het spoor kunnen burgemeester en wethouders eventueel opnieuw de mogelijkheid bieden om subsidieaanvragen in te dienen. Dit vindt dan plaats via een nieuwe verdeelronde (lid 6). Hierbij hebben alle aanvragers dan weer gelijke kansen om in aanmerking te komen voor het nog resterende bedrag. Of zij overgaan tot het organiseren van een nieuwe verdeelronde besluiten burgemeester en wethouders op basis van een voorstel van het algemeen bestuur van de Regio Foodvalley. Ook andere keuzes zijn denkbaar: bijvoorbeeld het reserveren van de middelen om op een later moment in te zetten op basis van nieuwe ontwikkelingen of het samenvoegen van resterende middelen uit verschillende sporen (als Rijk en Regio daarover samen overeenstemming bereiken). Dit betekent dan uiteraard ook dat de subsidieregeling aangepast zal moeten worden.

 

Afwijkende verdeelregels voor multifunctioneel landelijk gebied

In lid 5 is tot slot een afwijkende regel opgenomen om te borgen dat het inrichten van multifunctionele buitengebieden in ieder geval een onderdeel wordt van de projecten die dienen ter uitvoering van de Regio Deal. Dit gezien het grote belang dat het Rijk hecht aan dit onderdeel van de Regio Deal. Minimaal € 1 miljoen van de Rijksmiddelen die bestemd zijn voor spoor 2 wordt toegekend aan het hoogst scorende project of de hoogst scorende projecten die bijdragen aan het inrichten van multifunctionele buitengebieden. Hiervoor geldt dus een andere verdeelvolgorde dan voor andere middelen (derde en vierde lid). Als het hoogst scorende project voor het onderdeel multifunctioneel landelijk gebied een hogere subsidie dan € 1 miljoen heeft aangevraagd (bijvoorbeeld: € 1,5 miljoen) dan ontvangen zij in ieder geval € 1 miljoen op basis van deze verdeelregel. Toekenning van het resterend gevraagde bedrag van € 0,5 miljoen is dan afhankelijk van de rangorde van het project ten opzichte van alle andere ingediende projecten binnen het spoor (volgens de normale verdeelregels die zijn opgenomen in het derde en vierde lid).

 

De € 1 miljoen die is gereserveerd voor multifunctioneel landelijk gebied mag niet worden toegekend aan projecten die bijdragen aan andere doelen, ook al halen deze een hogere score. Wel geldt voor projecten die subsidie aanvragen voor multifunctioneel landelijk gebied een aanvullende eis dat zij een minimale totale score van 168 punten moeten behalen.

 

Artikel 1 1 . Beoordelingscriteria

In dit artikel is vastgelegd op welke criteria subsidieaanvragen worden beoordeeld. De criteria en de wijze van beoordeling zijn nader uitgewerkt in de bijlage bij deze subsidieregeling. Voor alle aanvragen geldt dat de kwaliteit van het projectfiche en de doelmatigheid voldoende moet zijn. Aanvragen die op dit onderdeel 40 punten of minder scoren worden daarom sowieso afgewezen.

 

Voor aanvragen die betrekking hebben op multifunctionele buitengebieden geldt dat zij in totaal minimaal 168 punten moeten scoren om in aanmerking te komen voor subsidie. Dit komt overeen met een score van 70% van het totaal aantal te behalen punten. De reden voor deze eis is dat er een budget van € 1 miljoen is gereserveerd voor multifunctionele buitengebieden. Haalt geen enkel project het minimale aantal punten? Dan worden er geen subsidies verleend ten laste van het budget dat is gereserveerd voor multifunctionele buitengebieden. Burgemeester en wethouders kunnen vervolgens - in overleg met het algemeen bestuur van de Regio Foodvalley - overgaan tot een tweede aanvraagronde voor deze doelstelling.

 

Artikel 1 2 . Weigeringsgronden

Naast deze in de regeling opgenomen weigeringsgronden gelden ook de algemene weigeringsgronden die zijn opgenomen in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 9 van de Algemene subsidieverordening Ede 2017. Voor alle duidelijkheid is ook in de regeling zelf opgenomen dat strijd met de Europese staatssteunregels een weigeringsgrond vormt.

 

Vanwege het regionale karakter van de Regio Deal is bepaald dat burgemeester en wethouders subsidie kunnen weigeren als de subsidie niet in overwegende mate is gericht op of ten goede komt aan de Regio Foodvalley en haar ingezetenen. Dit is een afwijking van de Algemene subsidieverordening Ede 2017 waarin eenzelfde weigeringsgrond is opgenomen voor activiteiten die niet in overwegende mate gericht zijn op of ten goede komen aan de gemeente Ede en haar ingezetenen.

 

In het derde lid is bepaald dat burgemeester en wethouders subsidieverlening kunnen weigeren als deze gepaard gaat met te grote financiële risico’s. Bij een eventueel faillissement van de subsidieontvanger kunnen activiteiten niet worden uitgevoerd en worden daarmee bepaalde doelen van de Regio Deal niet of in mindere mate gehaald. Zij houden daarbij rekening met de hoogte van de gevraagde subsidie. Het zal op de totale doelen minder impact hebben als een bedrag van € 0,1 miljoen niet kan worden ingezet dan wanneer een bedrag van € 1 miljoen niet kan worden ingezet.

 

Zij houden daarbij tevens rekening met de hoogte van de gevraagde subsidie in verhouding tot het eigen vermogen en vreemd vermogen van de subsidieaanvrager. Het zal minder risicovol zijn om een subsidie van € 1 miljoen toe te kennen aan een ontvanger met € 10 miljoen eigen vermogen en € 10 miljoen vreemd vermogen dan aan een ontvanger zonder enig noemenswaardig eigen vermogen. Verlening van subsidie aan een organisatie die niet kan beschikken over andere financieringsbronnen ligt niet voor de hand. Dit zal leiden tot praktische problemen vanwege de voorwaarde dat 80% (of maximaal 90%) van de verleende subsidie als voorschot wordt verleend (zie artikel 15). Het resterende deel moet de subsidieontvanger zelf voorfinancieren. Als de subsidieontvanger hier niet in kan voorzien, zal dit doorgaans betekenen dat de activiteiten niet kunnen plaatsvinden. Burgemeester en wethouders kunnen subsidie weigeren als er gegronde reden is om aan te nemen dat activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden (artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht).

 

Burgemeester en wethouders kunnen ook rekening houden met andere factoren die invloed hebben op de mate van financieel risico. Bijvoorbeeld de aard van de activiteiten. Sommige activiteiten zullen zinvol zijn als deze gedeeltelijk worden uitgevoerd: in andere gevallen zal dat niet het geval zijn.

 

Artikel 1 3 . Besluit over de aanvraag en beslistermijn

Burgemeester en wethouders baseren hun besluiten op de aanvragen op het advies van algemeen bestuur en de door hen ingeschakelde adviescommissie. Als het besluit afwijkt van het advies, dan wordt dat toegelicht in het genomen besluit. Het spreekt voor zich dat er voldoende zwaarwegende redenen zullen moeten zijn om af te wijken van een advies van de adviescommissie of het algemeen bestuur.

 

Een reden om af te wijken van het advies van de adviescommissie zou bijvoorbeeld kunnen zijn dat er binnen de staatssteunregels geen passende mogelijkheid kan worden gevonden om (op korte termijn) subsidie te verlenen voor het project. De rol van de adviescommissie is om de aanvragen inhoudelijk te beoordelen: zij toetsen niet of aanvragen te verenigen zijn met de staatssteunregels. Dit is onderdeel van de technische toets die burgemeester en wethouders uitvoeren als regiokassier. Het algemeen bestuur heeft in het proces een beperkte rol waarbinnen hun taak is om het advies van de adviescommissie te toetsen. Zie hierover uitgebreider artikel 9. Zij geven een advies aan burgemeester en wethouders waarin zij zich uitspreken of het advies van de adviescommissie kan worden overgenomen.

 

Het is de bedoeling om zoveel mogelijk de besluitvorming over de subsidieverlening af te ronden vóór 1 januari 2026. Vanaf die datum kunnen projecten dan van start gaan. Hierop is de beslistermijn van zes weken gebaseerd. Het is voorzienbaar dat niet voor alle projecten binnen die periode een volledige beoordeling kan plaatsvinden: met name de staatssteuntoets kan in sommige gevallen langer in beslag nemen. Om deze reden is een mogelijkheid opgenomen om de beslistermijn te verlengen met maximaal 28 weken. Burgemeester en wethouders kunnen uiteraard ook met een kortere periode verlengen (eventueel meerdere malen). Zolang de totale verlenging maar beperkt is tot niet meer dan 28 weken. Rond de zomer van 2026 zou er daarmee definitieve duidelijkheid moeten zijn welke projecten zijn geselecteerd (los van eventueel bezwaar- of beroepsprocedures).

 

Artikel 1 4 . Opschortende voorwaarde

Deze regeling is bedoeld om de specifieke uitkering die burgemeester en wethouders verwachten te ontvangen van het Rijk. Deze middelen vormen de financiële dekking voor deze subsidieregeling. Ten tijde van het vaststellen van deze subsidieregeling zijn Regio Foodvalley en Rijk in een vergevorderd stadium van onderhandeling over de Regio Deal. Maar er is nog geen definitieve set afspraken over toekenning (in de vorm van een set afspraken die worden vastgelegd in een convenant). Ook hebben burgemeester en wethouders nog geen specifieke uitkering ontvangen. Hoewel er vergevorderde gesprekken zijn, valt het formele besluit over het convenant en daarop gebaseerde specifieke uitkering pas na de vaststelling van de subsidieregeling.

 

Het is de verwachting dat burgemeester en wethouders de specifieke hebben ontvangen voordat zij besluiten over de subsidieverlening aan de projecten. In dat geval komt de noodzaak voor de opschortende voorwaarde te vervallen. Echter voor de zekerheid wordt opgenomen dat mocht dit nog niet het geval zijn burgemeester en wethouders subsidies kunnen toekennen onder een opschortende voorwaarde. Het recht op subsidie ontstaat dan pas definitief nadat burgemeester en wethouders een specifieke uitkering van hebben ontvangen. Ook bouwen burgemeester en wethouders op deze manier een voorbehoud in voor eventuele aanvullende vereisten die het Rijk stelt bij het verstrekken van financiering. Zo nodig wordt de subsidieregeling aangepast als dit noodzakelijk is vanwege de inhoud van het definitieve convenant. Subsidieaanvragers zullen in de gelegenheid worden gesteld om hun subsidieaanvraag aan te passen als het aannemelijk is dat wijzigingen van het convenant gevolgen kunnen hebben voor de beoordeling van de ingediende aanvragen.

 

Beheermaatregel tegen doorbreken subsidieplafond (tweede, derde en vierde lid)

Aanvragers die het niet eens zijn met hun rangschikking binnen een subsidietender kunnen tegen de afwijzing van hun aanvraag bezwaar maken. Een bezwaar en eventueel daaropvolgende (hoger) beroepsprocedure kan ertoe leiden dat op een later moment door de rechter wordt vastgesteld dat de afwezen subsidieaanvraag op een hogere plaats in de rangschikking had moeten eindigen. Een voorbeeld biedt de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 4 november 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2258.

 

Voor het gemeentebestuur kan dit betekenen dat het subsidieplafond wordt ‘doorbroken’. Eerder onvoorwaardelijk verleende aanvragen behouden ook hun recht op subsidie, op basis van het rechtszekerheidsbeginsel (zie ook artikel 4:25, derde lid, Awb). Zie verder de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 15 juli 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2258 (Holland Opera).

 

Door de verslechterde financiële perspectieven van gemeenten hechten burgemeester en wethouders er groot belang aan dat de uitvoering van deze subsidieregeling plaatsvindt binnen de daarvoor beschikbare dekking (vastgelegd in het subsidieplafond). In de periode tot aan 2029 gaat de gemeente Ede circa 11 miljoen bezuinigen en voor 4 miljoen extra inkomsten genereren. Ook in andere Foodvalley-gemeenten speelt een soortgelijke situatie. Burgemeester en wethouders hebben besloten om maximaal 80% van het beschikbare subsidieplafond per onvoorwaardelijk te verlenen. Voor het resterende gedeelte van circa 20% geldt dat wordt toegekend onder de opschortende voorwaarde dat géén bezwaar wordt gemaakt tegen de afwijzing van hun subsidieaanvraag door andere aanvragers. Hiermee beperken wij het risico op meerkosten door het moeten ‘doorbreken’ van het subsidieplafond. Dit financieel risico willen de betrokken gemeenten gezien hun huidige financiële situatie niet dragen. Het uit voorzorg lager vaststellen van het subsidieplafond ten opzichte van de beschikbare middelen achten burgemeester en wethouders (en de betrokken regiogemeenten) niet wenselijk. Hiermee zouden de mogelijkheden om met de toegekende middelen bij te dragen aan de regionale opgaven bovendien een stuk kleiner worden.

 

Burgemeester en wethouders zijn zich ervan bewust dat de voorwaardelijke toekenning kan leiden tot vertraging bij de start van projecten en langer durende onzekerheid. Dit belang hebben zij nadrukkelijk meegewogen bij het opstellen van de subsidieregeling. Burgemeester en wethouders hebben hiermee rekening gehouden door voor een bedrag van maximaal 80% van het subsidieplafond zonder opschortende voorwaarde subsidie te verlenen. Nadat de rangorde onherroepelijk is komen vast te staan, hebben projecten in ieder geval recht op subsidie tot aan het vastgestelde subsidieplafond per project.

 

Daarnaast is in de regeling voor burgemeester en wethouders de bevoegdheid opgenomen om - vooruitlopend op de afloop van eventuele juridische procedures - alvast aan één of meer projecten subsidie te verlenen. Dit kan uitsluitend op basis van de vastgestelde rangorde (hoogst scorende projecten eerst). Hiermee biedt de regeling de mogelijkheid om maatwerk te bieden op basis van het financiële risico. Dat zal onder meer afhangen van het aantal bezwaarmakers en de omvang van het subsidiebedrag waarop het geschil betrekking heeft. Burgemeester en wethouders wegen dit af tegen het belang van voortgang van de Regio Deal: de looptijd van de Regio Deal is immers beperkt tot en met uiterlijk 31 december 2029. Als de toegekende middelen voor de Regio Deal niet voor deze datum zijn uitgegeven, dan moeten zij in principe worden terugbetaald aan de betrokken ministers.

 

Artikel 1 5 . Bevoorschotting en betaling

Het uitgangspunt is dat 80% van het verleende voorschot als subsidie wordt verleend. In bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders een voorschot verlenen van 90% van het verleende bedrag. Hierbij maken burgemeester en wethouders een afweging tussen het belang van het project voor de Regio Deal en de mate van financieel risico door het hogere voorschot voor de gemeente. Een voorbeeld zou kunnen zijn wanneer het hoogst score project voor de Regio Deal niet door kan gaan zonder een voorschot van 90%, terwijl tegelijkertijd het financieel risico beperkt omdat het om een relatief beperkt subsidiebedrag gaat (bijvoorbeeld € 200.000). In zo’n situatie zouden burgemeester en wethouders vanwege bijzondere omstandigheden een voorschot van 90% van het verleende subsidiebedrag kunnen toekennen.

 

Een voorschot wordt altijd in termijnen uitbetaald. Dit kan worden gekoppeld aan het bereiken van bepaalde mijlpalen of prestaties. Een mogelijkheid is ook om het af te stemmen op de verwachte besteding door de subsidieontvanger (hiervoor kunnen burgemeester en wethouders zich baseren op de ingediende begroting).

 

B ijdrage aan kosten voorbereiding, administratie en toezicht

Ook voor de kosten van voorbereiding, administratie en toezicht geldt dat Rijk en Regio beide 50% van de kosten dragen. Deze kosten zijn begroot op € 1.500.000 waarvan Rijk en Regio beide de helft dragen. Het gemeentebestuur acht het redelijk dat deze uitvoeringskosten worden gedragen door alle regionale partners die betrokken zijn bij de uitvoering van de Regio Deal (zowel publieke als private partijen). Zowel de publieke als private partijen hebben immers in gelijke mate profijt van de Regio Deal. Daarom wordt aan de subsidie de verplichting verbonden om naar rato bij te dragen aan de uitvoeringskosten (de kosten voor voorbereiding, administratie en toezicht). Dit bedrag wordt verrekend met de te verlenen subsidie. Hierbij wordt gekeken naar het totale bedrag aan te verlenen subsidies op basis van deze subsidieregeling (zowel ten laste van de Rijksmiddelen als provinciale middelen).

 

Artikel 1 6 . Melden van wijzigingen

De subsidieontvanger heeft een informatieplicht om relevante wijzigingen per direct door te geven aan burgemeester en wethouders. Dit betreft het niet (volledig) of niet (tijdig) kunnen uitvoeren van het project, het niet kunnen voldoen aan de voorwaarden en verplichtingen en wijzigingen van de begroting van meer dan 20%. Deze meldplicht voor de subsidieontvanger stelt burgemeester en wethouders op hun beurt in staat om aan hun eigen informatieverplichtingen ten opzichte van de betrokken ministers na te komen (zie artikel 14 van het Besluit specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche).

 

De middelen die worden verdeeld op basis van deze subsidieregeling zijn afkomstig van een specifieke uitkering van het Rijk. Besteding moet daarom plaatsvinden binnen de looptijd van de Regio Deal. De Regio Deal ‘Foodvalley onderneemt natuurlijk!’ loopt tot uiterlijk 31 december 2029. Verlenging van projecten na deze termijn is daarom in principe niet mogelijk. Tenzij de betrokken ministers besluiten tot verlenging van de bestedingstermijn voor de specifieke uitkering (zie artikel 14, derde lid, van het specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche). In dat geval kunnen ook burgemeester en wethouders de termijn voor besteding van subsidies verlengen.

 

Omdat sprake is van een selectie op basis van onderlinge vergelijking (een tenderprocedure) is er verder een beperkte mogelijkheid voor tussentijdse wijzigingen. Een voorwaarde voor de wijzigingsmogelijkheid opgenomen onder b en c is dat het project niet wezenlijk mag wijziging c.q. dat het gaat om een wijziging van ondergeschikte aard van het projectfiche. Van een wezenlijke wijziging is bijvoorbeeld sprake wanneer het aannemelijk is dat deze gevolgen zou hebben gehad voor de beoordeling en rangschikking van de subsidieaanvragen. Wijzigingen ten aanzien van de inhoud van het project zijn daarom maar beperkt mogelijk.

 

Enige flexibiliteit bij de uitvoering van projecten is wenselijk, mede gezien de looptijd van de Regio Deal van vier jaar. Er is daarom beperkt ruimte voor uitbreiding of vervanging van activiteit door een gelijksoortige activiteit die bijdragen aan hetzelfde resultaat en doel. Bij de vorige Regio Deal was bijvoorbeeld sprake van een project dat was gericht op onderzoek naar maatregelen om emissies in de agrarische sector te reduceren. Na uitbraak van de stikstofcrisis kreeg het onderzoek naar de reductie van ammoniak en de gevolgen van dit type emissies op de natuur op de Veluwe een belangrijkere plaats binnen het project. Het doel (emissiereductie) en gewenst resultaat (onderzoeken van het effect van een aantal maatregelen) bleven hierbij hetzelfde.

 

Ook wijzigingen van de begroting zijn tot op zekere hoogte mogelijk. De ervaring van de vorige Regio Deal leert dat projecten in de praktijk vaak anders worden uitgevoerd dan vooraf gedacht. Sommige activiteiten zijn eenvoudiger uit te voeren dan verwacht en andere activiteiten vragen juist meer tijd. Of een medewerker valt uit waardoor er externe inhuur moet plaatsvinden. Verschuivingen in kostencategorieën komen daarom vaak voor. Dit soort wijzigingen kunnen aanvragers doorgeven via hun jaarlijkse voortgangsrapportage. Zij kunnen dan verzoeken om aanpassing van de verleende subsidie. Wijzigingen die groter zijn dan 20% van het totale budget moeten direct worden gemeld (en niet pas bij de jaarlijkse voortgangsrapportage).

 

Het aanvragen van meer subsidie via een tussentijdse wijziging is in beginsel niet mogelijk. Bij het verdelen van subsidies moeten overheden immers in beginsel gelijke kansen bieden aan alle potentiële aanvragers. Zie onder meer de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 11 juli 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2310 (Geobox). Het is wel mogelijk om binnen een project dat wordt uitgevoerd door een samenwerkingsverband met onderlinge goedkeuring wijzigingen voor te stellen waardoor de ene subsidieontvanger een groter bedrag ontvangt en de andere subsidieontvanger een kleiner bedrag ontvangt. Zo behouden we enige flexibiliteit om de komende jaren te kunnen inspelen op wijzigingen.

 

Artikel 1 7 . Indienen voortgangsrapportage

Om de voortgang van de projecten tussentijds te monitoren en waar nodig bij te sturen zijn subsidieontvangers verplicht jaarlijks voor 1 maart 2027 een voortgangsrapportage in te dienen. De Regio Foodvalley gebruikt deze rapportages voor het jaarlijkse overleg met het Rijk. Subsidieontvangers zijn daarnaast verplicht op verzoek aanvullende informatie te verstrekken over de voortgang van hun project. De voortgangsrapportages en de aanvullende informatie gebruiken burgemeester en wethouders voor hun verantwoording aan de betrokken ministers over de besteding van de specifieke uitkering (zie artikel 14 van het Besluit specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche).

 

Als er sprake is van meerdere subsidieontvangers die gezamenlijk een project uitvoeren binnen een samenwerkingsverband, dan dient de penvoerder namens hen een voortgangsrapportage in. De subsidieontvangers moeten de penvoerder hiervoor machtigen (zie artikel 8, derde lid, van deze regeling).

 

Subsidieontvangers zijn verplicht om - naast de voortgangsrapportage - ook overige informatie te verstrekken die burgemeester en wethouders hebben voor de verantwoording die zij moeten afleggen aan het Rijk. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het geven van aanvullende informatie naar aanleiding van vragen van het Rijk. Een ander voorbeeld is het verstrekken van informatie voor een controle op tussentijdse bestedingen in verband met het rechtmatigheidsoordeel dat de accountant van de gemeente Ede moet geven in het kader van de SiSa-verantwoording. Het is mogelijk dat de accountant aanvullende informatie nodig heeft over de bestedingen door de subsidieontvangers om de rechtmatigheid hiervan te kunnen vaststellen.

 

Artikel 18 . Intrekken van de subsidieverlening

Het doel van de Regio Deal is om bij te dragen aan de brede welvaart: de kwaliteit van leven, wonen, werken van inwoners en ondernemers nu en in de toekomst. Een Regio Deal heeft een looptijd van vier jaar waarbinnen projecten uitgevoerd mogen worden met cofinanciering van het Rijk. Als een project na zes maanden nog niet is gestart, kunnen burgemeester en wethouders daarom hun besluit tot subsidieverlening intrekken.

 

Artikel 19 . Verantwoording en aanvraag subsidievaststelling

Projecten die een subsidie ontvangen op basis van deze regeling hebben een looptijd tot maximaal 31 december 2029. Daarna vindt de eindverantwoording plaats en stellen burgemeester en wethouders de hoogte van de subsidies vast. De precieze datum waarop de eindverantwoording moet zijn ontvangen stellen burgemeester en wethouders vast in het besluit tot subsidieverlening. Hierbij houden ze rekening met de voorwaarden die het Rijk en de provincie Gelderland stellen in de specifieke uitkering c.q. besluit tot subsidieverlening.

 

De eindverantwoording bestaat allereerst uit een inhoudelijk eindverslag. Uit het inhoudelijk eindverslag blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, aan de opgelegde verplichtingen is voldaan en in hoeverre de beoogde resultaten zijn gerealiseerd en hebben bijgedragen aan de doelen van de Regio Deal. De termijn voor het indienen van het inhoudelijk eindverslag zal waarschijnlijk relatief kort zijn. De reden hiervoor is dat burgemeester en wethouders zelf kort na het afsluiten van de Regio Deal een inhoudelijk eindverslag moeten indienen bij de betrokken ministers. Voor die tijd moeten zij alle ontvangen inhoudelijke eindverslagen doornemen en samenvoegen tot een eindverslag over de gehele Regio Deal.

 

Vervolgens moeten subsidieaanvragers vóór een in de subsidieverlening te bepalen datum de aanvraag tot subsidievaststelling indienen. Deze bestaat uit zowel een inhoudelijk als financieel eindverslag. Het financiële eindverslag moet worden ingediend in een door burgemeester en wethouders vastgesteld format. Voor het inhoudelijk eindverslag kunnen zij een format vaststellen. Als er een format is vastgesteld voor het inhoudelijk eindverslag, dan zijn subsidieontvangers verplicht om dit format te gebruiken. Gaat het om een project dat is uitgevoerd door een samenwerkingsverband, dan dient de penvoerder namens de subsidieontvanger het inhoudelijk eindverslag en de aanvraag tot subsidievaststelling in.

 

Voor overheidsorganisaties gelden afwijkende eisen ten aanzien van de financiële verantwoording (zowel qua termijn als qua inhoud). Hier vindt de verantwoording plaats op basis van de single information, single audit (SiSa) methodiek in de jaarrekening. Deze jaarlijkse verantwoording bevat ook een accountantsverklaring waarin wordt aangegeven welk bedrag er aan de Regio Deal is besteed. Voor de verantwoording gelden artikel 17a Financiële-verhoudingswet, de Regeling informatieverstrekking Sisa en artikel 58a van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

De eindverantwoording vindt plaats als alle middelen volledig besteed zijn (door bij indicator «Eindverantwoording Ja/Nee¨ ja in te vullen), dan wel als alle activiteiten ontplooid zijn binnen de looptijd en er nog middelen over zijn of onrechtmatig besteed (welke kunnen worden teruggevorderd). Als er sprake is van SiSa tussen medeoverheden, zal de eindverantwoording pas in jaar T+2 plaatsvinden. Dit betekent niet dat de bestedingstermijnen zoals opgenomen in de verleningsbeschikking overschreden kunnen worden.

 

Artikel 2 0 . Controleerbare administratie

Subsidieontvangers zijn verplicht om een controleerbare administratie aan te houden. Deze bestaat in ieder geval facturen, betaalbewijzen, subsidiebesluiten, toezeggingen van financiële bijdragen van derden en, voor zover van toepassing, een overzicht van de gewerkte uren.

 

De bewaartermijn wordt bepaald door burgemeester en wethouders in het besluit tot subsidieverlening. De gebruikelijke bewaartermijn voor de administratie is zeven jaar. In Europese staatssteunregels is vaak een bewaartermijn van tien jaar voorgeschreven: in die gevallen geldt deze bewaartermijn. In de beschikking tot subsidieverlening wordt opgenomen of de subsidie moet worden aangemerkt als steun in de zin van de Europese staatssteunregels. En zo ja dan zal tevens worden toegelicht welke verplichtingen hieraan verbonden zijn.

 

Artikel 2 1 . Inwerkingtreding en vervaldatum

Vanwege de relatief korte periode waarbinnen het mogelijk is om een aanvraag in te dienen is in deze regeling bepaalt dat deze in werking treedt op de dag na die van bekendmaking. De regeling vervalt op 1 januari 2031. Het is de verwachting dat op dat moment voor de meeste projecten de subsidie definitief zal zijn vastgesteld. Voor nog openstaande aanvragen of eventuele bezwaar- of beroepsprocedures geldt dat deze regeling daarop ook na de vervaldatum van toepassing blijft.

Naar boven