Gemeenteblad van Ede
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ede | Gemeenteblad 2025, 434184 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ede | Gemeenteblad 2025, 434184 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Subsidieregeling Regio Deal 2026-2029 ‘Foodvalley onderneemt natuurlijk!’
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede;
gezien de goedkeuring van de concept-subsidieregeling door het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regio Foodvalley;
- bij het opstellen van deze subsidieregeling het belang van het bieden van mededingingsruimte nadrukkelijk is meegewogen door burgemeester en wethouders;
- dat bij de start van het proces om te komen tot een Regio Deal mededingingsruimte is geboden;
- dat het gezien alle investeringen die sindsdien door de betrokken partijen zijn gepleegd in totstandkoming van het voorstel vanuit de Regio, de daaropvolgende Regio Deal en de versterking van de onderlinge samenwerking burgemeester en wethouders het niet wenselijk achten in dit stadium opnieuw mededingingsruimte te bieden;
gelet op de artikel 3, 5, 6, 7, 8, 9, 12 en 15 van de Algemene subsidieverordening Ede 2017 en artikel 29 van de Gemeenschappelijke Regeling Regio Foodvalley;
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze regeling en daarop gebaseerde besluiten wordt verstaan onder:
adviescommissie: de onafhankelijke adviescommissie, die in opdracht van het Algemeen Bestuur van de Regio Foodvalley advies geeft over de ingediende subsidieaanvragen;
Algemeen Bestuur: het Algemeen Bestuur van de Regio Foodvalley;
de-minimissteun: steun die wordt verstrekt op basis van:
burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede;
penvoerder: de door een samenwerkingsverband aangewezen rechtspersoon die als gemachtigde van het samenwerkingsverband optreedt;
project: samenhangend geheel van activiteiten waarmee dezelfde doelstellingen worden nagestreefd;
publieke regiopartner: provincie, gemeente, openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen of waterschap;
rechtspersoon: een privaatrechtelijke rechtspersoon in de zin van artikel 3 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek of publieke regiopartner.
Regio Deal: een convenant waarin afspraken zijn opgenomen tussen de betrokken Ministers, het algemeen bestuur van de Regio Foodvalley en burgemeester en wethouders van Ede over onder meer opgaven, doelen, aanpak en beoogde resultaten van projecten die gaan plaatsvinden in de Regio Foodvalley verdeeld over drie sporen: Spoor 1. Verantwoord groeien, Spoor 2. Regionaal ontmoeten en Spoor 3. Innovatief ondernemen. Op het moment van inwerkingtreding van deze subsidieregeling betreft het een concept-convenant dat als bijlage 1 bij deze regeling wordt opgenomen. Het concept-convenant zal na ondertekening door de betrokken partijen worden vervangen door het definitieve convenant.
Regio Foodvalley: het openbaar lichaam dat is ingesteld in artikel 2 van de Gemeenschappelijke Regeling Regio Foodvalley.
samenwerkingsverband: ten minste twee rechtspersonen die hebben besloten om gezamenlijk een project uit te voeren en daartoe samen een subsidieaanvraag indienen.
uitvoeringkosten: de kosten van voorbereiding, administratie en toezicht voor de Regio Deal.
Artikel 2. Doel van de regeling
Het doel van deze regeling is om een bijdrage te leveren aan het realiseren van de opgaven en doelen die zijn vastgelegd voor de Regio Foodvalley in de Regio Deal.
De subsidiabele kosten worden berekend op basis van een voor de subsidieontvanger gebruikelijke en controleerbare methode die is gebaseerd op bedrijfseconomische grondslagen en normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd en die de subsidieontvanger stelselmatig toepast.
Voor subsidie op grond van deze subsidieregeling komen uitsluitend rechtspersonen in aanmerking die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van het voorstel en het convenant van de Regio Foodvalley voor een Regio Deal. Zij kunnen een aanvraag indienen voor de projecten die zij mede hebben ingediend als onderdeel van het voorstel van de Regio Foodvalley voor de Regio Deal.
Subsidies op grond van deze regeling worden aangevraagd vanaf 8 oktober 2025 tot en met 17 november 2025.
Artikel 8. Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
Het Algemeen Bestuur vergewist zich ervan dat het advies van de adviescommissie onafhankelijk tot stand is gekomen, dat de juiste procedure voor subsidieverlening is gevolgd en dat het advies voldoende draagkrachtig is om een besluit op de aanvraag te motiveren.
Artikel 10. Subsidieplafond en verdeelregels Rijksmiddelen
Burgemeester en wethouders kunnen het subsidieplafond bij besluit verhogen tot maximaal € 24,25 miljoen. Hierbij baseren zij zich op de hoogte van de specifieke uitkering die zij ontvangen voor de uitvoering van de Regio Deal en waarop in mindering wordt gebracht het gedeelte waarvoor overheden beroep kunnen doen op het BTW-compensatiefonds. Zij bepalen hierbij het beschikbare bedrag per spoor.
Aanvragen voor projecten die binnen de aanvraagtermijn zijn ingediend en aan de subsidievereisten voldoen, worden individueel inhoudelijk beoordeeld op grond van artikel 11 en 12 van deze subsidieregeling. Daarna worden de aanvragen op basis van de toegekende totale score in een rangorde geplaatst per spoor.
De aanvragen die per spoor de hoogste plaats in rangorde hebben, worden gehonoreerd tot het subsidieplafond van het spoor is bereikt. Als projecten een gelijke score behalen is de totaalscore op criterium 2 en 3 doorslaggevend bij de uiteindelijke toekenning. Hebben de projecten ook hiervoor een gelijke score, dan wordt de rangorde bepaald door middel van loting door een notaris.
Voor alle ingediende subsidieaanvragen gelden de weigeringsgronden die zijn opgenomen artikel 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 9 van de Algemene subsidieverordening Ede 2017. Dit betekent dat burgemeester en wethouders subsidies onder meer kunnen weigeren als verlening in strijd zou zijn met de Europese staatssteunregels.
Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie weigeren als de financiële positie van de subsidieaanvrager hiertoe aanleiding geeft. Hierbij houden zij in ieder geval rekening met de hoogte van de gevraagde subsidie en de verhouding tussen de hoogte van de gevraagde subsidie in verhouding tot het eigen vermogen en vreemd vermogen.
Hoofdstuk 4. Subsidieverlening en voortgang
Artikel 14. Opschortende voorwaarde
Als de opschortende voorwaarde intreedt, kunnen burgemeester en wethouders alsnog onvoorwaardelijk subsidie verlenen aan één of meer projecten op basis van de vastgestelde rangorde. Zij maken daarbij een afweging tussen het financiële risico voor de gemeente ten opzichte van het belang van voortgang van de Regio Deal.
Artikel 15. Bevoorschotting en betaling
Aanvragers zijn verplicht een financiële bijdrage in te brengen als regionale cofinanciering voor de uitvoeringkosten van de Regio Deal. De regionale cofinanciering voor de uitvoeringskosten bedraagt in totaal € 750.000. De bijdrage per project wordt berekend naar rato van het totaal aan verleende subsidies. De bijdrage per project wordt verrekend met de te verlenen subsidie.
Artikel 17. Indienen voortgangsrapportage
De subsidieontvanger is verplicht burgemeester en wethouders op verzoek alle overige informatie te verstrekken over de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten, die zij nodig hebben voor hun verantwoording op grond van Besluit specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche. Dit kan in ieder geval betrekking hebben op de rechtmatigheidsverklaring over de tussentijdse bestedingen in het kader van de SiSa-verantwoording door burgemeester en wethouders.
Hoofdstuk 5. Verantwoording en subsidievaststelling
Artikel 19. Verantwoording en aanvraag subsidievaststelling
De subsidieontvanger dient vóór een in de subsidieverlening te bepalen datum een inhoudelijk eindverslag in. Uit het inhoudelijk eindverslag blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, aan de opgelegde verplichtingen is voldaan en in hoeverre de beoogde resultaten zijn gerealiseerd en hebben bijgedragen aan de doelen van de Regio Deal.
De aanvraag tot subsidievaststelling bevat als bijlage:
voor subsidies vanaf € 125.000 een controleverklaring van getrouwheid en rechtmatigheid, opgesteld door een onafhankelijk accountant. De accountant verricht de controle op basis van het Verantwoordings- en accountantsprotocol Gemeente Ede 2018. In de beschikking tot subsidieverlening kunnen aanvullende eisen worden opgenomen over de controle door de accountant.
Als de subsidieontvanger een publieke regiopartner is, dan geldt in afwijking van het tweede, derde en vierde lid dat de aanvraag tot subsidievaststelling moet worden ingediend binnen een in de verleningsbeschikking bepaalde termijn. De besteding van de subsidie wordt verantwoord op basis van de SiSa-methodiek zoals beschreven in de Regeling informatieverstrekking sisa (SiSa-medeoverheden).
Vastgesteld in de vergadering van 7 oktober 2025, zaaknummer 494445,
Het college voornoemd,
drs. M. Schlebusch,
de secretaris,
mr. L.J. Verhulst
de burgemeester.
Bijlage 1. Concept convenant Regio Deal ‘Foodvalley onderneemt natuurlijk!’
Foodvalley onderneemt natuurlijk!
1. De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, mevrouw Mona Keijzer, hierna te noemen: VRO;
2. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de heer Frank Rijkaart, hierna
3. De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, mevrouw Femke Wiersma, hierna te noemen: LVVN
Partijen genoemd onder 1 tot en met 3 ieder handelend in hun hoedanigheid van bestuursorgaan en als Staat hierna samen te noemen: het Rijk;
4. Algemeen bestuur van Gemeenschappelijke Regeling Regio Foodvalley, namens deze: de heer Gert-Jan Kats (plaatsvervangend voorzitter), hierna te noemen: Regio Foodvalley
5. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede, namens deze: de heer René Verhulst (burgemeester) en mevrouw Maartje Schlebusch (gemeentesecretaris), hierna te noemen: Gemeente Ede.
Partijen genoemd onder 4 tot en met 5 ieder handelend in hun hoedanigheid van bestuursorgaan hierna samen te noemen: Regio.
Alle Partijen hierna allen tezamen te noemen: Partijen.
Economic Board Regio Foodvalley
In dit convenant wordt verstaan onder:
Regiokassier: publieke regiopartner, zijnde een provincie, gemeente of openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen of een van de openbare lichamen Bonaire Sint-Eustatius of Saba, die ten behoeve van de uitvoering van de Regio Deal de taak van kassier vervult of zal vervullen;
Specifieke/bijzondere uitkering ten behoeve van de uitvoeringsactiviteiten Regio Deals: betreft de specifieke uitkering of bijzondere uitkering waarin de juridische- en financiële kaders en verplichtingen voor het toekennen van de rijksmiddelen uit de Regio Envelop aan een regiokassier door het Rijk staan.
Economie van de toekomst: een economie die toekomstbestendig is gezien de uitdagingen van deze tijd1
Leer- werkecosysteem: een samenhangend en doelgericht samenwerkingsverband tussen onderwijsinstellingen, werkgevers en andere regionale partners, gericht op het stimuleren van instroom, ontwikkeling en behoud van talent. Het ecosysteem versterkt de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt en draagt bij aan een wendbare, vitale beroepsbevolking in de regio.
Regio Foodvalley staat voor een forse verstedelijkingsopgave. De opgave is complex vanwege ruimtelijke beperkingen, knelpunten op het energienet, sociale verschillen en ecologische druk, onder meer op de Veluwe en het buitengebied. Verstedelijking vraagt hier om een zorgvuldige benadering die bijdraagt aan de brede welvaart van huidige én toekomstige bewoners, met respect voor de belangen van de natuur en van (agrarische) ondernemers in het gebied.
De agrarische sector in Regio Foodvalley is omvangrijk, en is een belangrijke economische en sociale drager van het gebied. Een sterke en toekomstbestendige agrarische sector is onmisbaar voor een vitaal landelijk gebied en de kwaliteit van natuur en landschap. De ondernemers hebben te maken met grote onzekerheden over de toekomst.
Met Regio Deal Foodvalley I zijn stappen gezet om de beweging naar een duurzaam voedselsysteem en een toekomstbestendig buitengebied te versnellen. De ontwikkeling richting een toekomstbestendig buitengebied wordt als onderdeel van Regio Deal Foodvalley II doorgezet. De samenwerking met de agrariërs in het gebied is en blijft een belangrijke werkwijze binnen de regio.
De verstedelijkingsopgave voorbereiden. De regio heeft de ambitie om snel groeien2. Dit vraagt om een zorgvuldige ruimtelijke inrichting, zodat bebouwde omgeving, buitengebied, natuur én ruimte voor werk van goede kwaliteit blijven. Tegelijk moeten oplossingen worden gevonden voor de beperkingen die voortkomen uit de stikstofproblematiek3 en de druk op het energienet4.
Ondersteunen van agrarische ondernemers in het maken van keuzes passend bij het gebied. De agrarische ondernemers en hun gezinnen hebben te maken met ingrijpende ontwikkelingen in de sector en in het gebied. De regio wil hen ondersteunen bij het maken van keuzes die passen bij het gebied, zodat de sector ook in de toekomst een krachtige drager van het gebied blijft.
Behouden en ontwikkelen van vakmensen. Er is een tekort aan vakmensen om de verstedelijkingsopgave te realiseren en kansen uit de bevolkingsgroei te benutten7. Daardoor dreigen bedrijven onvoldoende te kunnen inspelen op ontwikkelingen in de regio.
Regio Foodvalley streeft naar:
Het versneld realiseren van samenhangende gebiedsontwikkeling zodat wonen en werken plaats kan vinden binnen de ecologische, ruimtelijke en maatschappelijke grenzen van de regio en met behoud van de regionale identiteit.
Doel 2: Regionaal Ontmoeten (stad, dorp en buitengebied)
Het versterken van de leefbaarheid en toekomstbestendigheid van stad, dorp én landelijk gebied door de beschikbaarheid van multifunctionele voorzieningen, sociale wijkvernieuwing in kwetsbare wijken en realisatie van multifunctionele buitengebieden waar nieuwe verdienmodellen voor agrariërs mogelijk zijn en gewerkt wordt aan meer contact tussen agrariërs en inwoners.
Hetversterken van het economisch en innovatief vermogen door te investeren in toekomstgericht ondernemerschap, duurzame ketens en een voldoende arbeidspotentieel dat aansluit op de economie van de toekomst8. Daarmee wordt de basis gelegd voor een veerkrachtige economie die past bij de groei van de regio en bijdraagt aan de grote veranderingen van deze tijd.
Regio Foodvalley streeft bij de uitvoering van Spoor 1 ‘Verantwoord Groeien’ naar:
Regio Foodvalley streeft naar het ontwikkelen en vaststellen van een planologisch en juridisch kader voor 2 tot 5 NOVEX-ontwikkellocaties voor wonen en werken. De huidige grondgebruikers worden actief bij de ontwikkeling betrokken als mede-vormgevers van het gebied. De Regio Deal levert financiële impulsen om capaciteit, expertise en proceskracht te organiseren, zodat versneld en kwalitatief kan worden ontwikkeld. Ontwikkeling vindt plaats binnen ecologische en juridische randvoorwaarden, waaronder stikstofruimte, energie-infrastructuur en samenhang met natuur- en wateropgaven.
Regio Foodvalley streeft bij de uitvoering van Spoor 2 ‘Regionaal Ontmoeten’ naar:
Regio Foodvalley streeft naar het realiseren en/of versterken van 3 tot 5 multifunctionele cultuur-, sport- en ontmoetingsvoorzieningen verspreid over de regio, met een divers aanbod dat bijdraagt aan het bevorderen van sociale samenhang in de gemeenschappen. Dit kan gaan om een combinatie van bouw, verbouw en/of programmering.
Regio Foodvalley streeft naar het ontwikkelen van een planologisch en juridisch kader voor multifunctionele buitengebieden. De huidige grondgebruikers en andere betrokkenen worden actief bij de ontwikkeling betrokken als mede-vormgevers van het gebied. De Regio Deal levert financiële impulsen om capaciteit, expertise en proceskracht te organiseren, zodat versneld en kwalitatief kan worden ontwikkeld. Ontwikkeling vindt plaats binnen ecologische en juridische randvoorwaarden, zoals stikstofruimte, energie-infrastructuur en samenhang met natuur- en wateropgaven.
Regio Foodvalley streeft naar het voorbereiden, inrichten en/of versterken van 300–500 hectare multifunctioneel buitengebied. De agrarische functie wordt hierbij gecombineerd met gebruik door bewoners van stad en land. Deze gebieden zijn goed bereikbaar te voet, per fiets en met het openbaar vervoer. Ze bieden ruimte voor recreatie en ontmoeting tussen inwoners van stad en land, verminderen de druk op natuurgebieden en verbeteren de kwaliteit van wonen. Agrariërs en grondgebruikers kunnen het gebied duurzaam beheren, krijgen ruimte voor nieuwe verdienmodellen (met aandacht voor cross-overs met andere sectoren) en spelen een actieve rol bij het vormgeven van het landschap en de leefomgeving. Dit alles gebeurt binnen de ecologische, ruimtelijke en maatschappelijke grenzen van de regio.
Regio Foodvalley streeft bij de uitvoering van Spoor 3 ‘Innovatief Ondernemen’ naar:
Regio Foodvalley streeft naar het ondersteunen van innovatieve clusters van MKB-bedrijven op het gebied van digitalisering, circulariteit en duurzaamheid binnen de agrifood-, bouw- en technieksector. Deze clusters versterken het regionale bedrijfsleven en dragen bij aan de ontwikkeling van nieuwe verdienmodellen voor de agrarische sector.
Regio Foodvalley streeft naar het versterken van een regionaal kennisnetwerk voor agrarische ondernemers, gericht op het delen van kennis en ervaring rondom innovatieve en duurzame bedrijfsvoering passend bij de karakteristieken van het gebied. Dit netwerk ondersteunt ondernemers bij het vinden van nieuw perspectief in een veranderende omgeving, met aandacht voor technische maatregelen, nieuwe verdienmodellen, samenwerking met andere sectoren, stikstofreductie en behoud van landschap en natuur.
Regio Foodvalley streeft naar het stimuleren en uitvoeren van 10 tot 15 agrifood-initiatieven die voortkomen uit de landbouwsector zelf, gericht op toekomstbestendig en gebiedsgericht ondernemerschap. Deze initiatieven dragen bij aan de ambities en doelen van het Regionaal Perspectief Landelijk Gebied Regio Foodvalley en de Aanpak Veluwe.
Regio Foodvalley streeft naar het opbouwen van een sterk leer-werkecosysteem voor human capital, met 3 tot 5 samenwerkingsinitiatieven die 100–200 leerlingen en werknemers begeleiden naar werk in de regio. Daarbij is speciale aandacht voor techniek en digitalisering, ter ondersteuning van de bouw-, techniek-, energie- en agrifoodsector.
Inzet middelen Regio Envelop voor uitvoering Regio Deal Foodvalley II
Partijen beogen een gecoördineerde beleidsmatige inzet van hun gezamenlijke financiële middelen op basis van de afspraken in deze Regio Deal. De Regio geeft met die middelen uitvoering aan de Regio Deal Foodvalley II zoals het initiëren en/of realiseren van programma’s en projecten en andere uitvoeringsactiviteiten in het kader van de doelen van de Regio Deal Foodvalley II zoals bedoeld in artikelen 1 en 2. Op deze wijze zetten Partijen zich in om de regionale opgave van de regio Foodvalley te realiseren.
VRO reserveert maximaal € 25 mln. inclusief eventueel verschuldigde BTW vanuit de Regio Envelop als Rijksbijdrage voor uitvoeringsactiviteiten als bedoeld in het eerste lid, volgens de in de onderstaande tabel opgenomen onderverdeling. Hierin zijn ook de uitvoeringskosten oftewel VAT-kosten (Voorbereiding, Administratie en Toezicht) opgenomen. Dit percentage is maximaal 3% van de Rijksbijdrage.
De verdeling opgenomen in de tabel in het derde lid geldt als uitgangspunt. Partijen zijn zich ervan bewust dat gedurende de looptijd van de Regio Deal omstandigheden en/of prioriteiten kunnen wijzigen. Partijen kunnen, na bespreking in het Rijk-Regio-overleg, een gewijzigde verdeling over de actielijnen afspreken.
Partijen spreken af dat in het kader van de uitvoeringsactiviteiten van de Regio Deal Foodvalley II gemeente Ede de rol zal vervullen van regiokassier. De regiokassier draagt zorg voor het nakomen van de voorwaarden en verplichtingen, zoals verwoord in de specifieke/bijzondere uitkering ten behoeve van de uitvoeringsactiviteiten Regio Deals.
Artikel 5 - Rijk–Regio-overleg
Artikel 6 – Evaluatie en voortgang
De Regio brengt de beginsituatie van de regionale opgave in kaart. Daarnaast bepaalt de Regio een (lerende) aanpak voor evaluatie, waarmee gedurende de looptijd en na afloop van de Regio Deal kan worden beoordeeld of de programmatische aanpak van de regio bijdraagt aan de doelen (artikel 1) van de Regio Deals. De beginsituatie en aanpak voor lerende evaluatie zijn beschreven in het voorjaar van 2026.
De Regio kan met de jaarlijkse voortgangsrapportage de betrokken partners uit de regionale Triple Helix samenwerking (Algemeen Bestuur en Economic Board Regio Foodvalley) informeren. VRO gebruikt de jaarlijkse voortgangsrapportage als input voor de periodieke voortgangsrapportage van alle Regio Deals voor de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.
Partijen zien toe op een gezamenlijke communicatiestrategie en -plan, waarbij de Regio in de lead is.
De Regio zal bij projecten die deel uitmaken van de uitvoering van de Regio Deal Foodvalley II vragen om in de communicatie over die projecten kenbaar te maken dat het project mede mogelijk is gemaakt in samenwerking tussen Rijk en Regio.
Artikel 8 - Uitvoering in overeenstemming met Unierecht
De afspraken van deze Regio Deal en/of de daaruit voortvloeiende maatregelen worden in overeenstemming met het recht van de Europese Unie uitgevoerd en uitgewerkt in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technische normen en voorschriften.
Artikel 9 - Gegevensuitwisseling
De in het kader van (de uitvoering van) deze Regio Deal uitgewisselde dan wel uit te wisselen informatie is in beginsel openbaar. Indien een Partij verzoekt om geheimhouding zullen de overige Partijen deze informatie in beginsel geheimhouden en deze geheel noch gedeeltelijk aan enige derde bekendmaken, behoudens voor zover een verplichting tot openbaarmaking voortvloeit uit de wet, een rechterlijke uitspraak of deze Regio Deal.
Elke Partij kan de Regio Deal Foodvalley II met inachtneming van een opzegtermijn van 3 maanden schriftelijk opzeggen, indien een zodanige verandering van omstandigheden is opgetreden dat deze Regio Deal billijkheidshalve op korte termijn behoort te eindigen. De opzegging moet de verandering in omstandigheden vermelden.
Artikel 12 - Toetreding nieuwe partijen
Indien een bepaling van de Regio Deal in enige mate als nietig, vernietigbaar, ongeldig, onwettig of anderszins als niet-bindend moet worden beschouwd, bijvoorbeeld wegens strijdigheid met het Besluit specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche (zoals deze luidt op het moment dat de strijdigheid zich voordoet of alsdan in bestuursrechtelijke zin is vastgesteld), wordt die bepaling, voor zover nodig, uit de Regio Deal verwijderd en vervangen door een bepaling die wel bindend en rechtsgeldig is en die de inhoud van de niet-geldige bepaling zoveel mogelijk benadert. De overige bepalingen van de Regio Deal blijven in een dergelijke situatie ongewijzigd en onverminderd geldig.
Artikel 14 - Publiekrechtelijke medewerking en toepasselijk recht
De Regio Deal is niet in rechte afdwingbaar. Partijen kunnen elkaar aanspreken op tekortkomingen in de nakoming van de Regio Deal in het Rijk-Regio overleg.
Artikel 16 - Ondertekening in verschillende exemplaren
De Regio Deal Foodvalley II kan worden ondertekend door Partijen in verschillende exemplaren, die samengevoegd hetzelfde rechtsgevolg hebben alsof deze Regio Deal is ondertekend door alle Partijen in één exemplaar.
Deze Regio Deal kan worden aangehaald als Regio Deal Foodvalley II.
Artikel 18 – Inwerkingtreding en looptijd
Partijen kunnen, na bespreking in het Rijk-Regio-overleg, de looptijd van de Regio Deal wijzigen, conform de procedure van artikel 11. De regiokassier zal rekening houden met de samenhang tussen de wijziging van de looptijd van de Regio Deal en de verleende specifieke/bijzondere uitkering ten behoeve van de uitvoeringsactiviteiten Regio Deals.
Bijlage 2. Beoordelingssystematiek subsidieaanvragen
In deze bijlage is beschreven op welke wijze subsidieaanvragen worden beoordeeld en wat de inhoudelijke beoordelingscriteria zijn. Elke subsidieaanvraag wordt ondergebracht in één Regiodeal-spoor. Deze sporen zijn: 1. Verantwoord groeien, 2. Regionaal ontmoeten, 3. Innovatief ondernemen. Een subsidieaanvraag wordt binnen het spoor, waartoe het behoort, beoordeeld.
Adviezen en besluit op de subsidieaanvraag
Burgemeester en wethouders verlenen als regiokassier subsidies voor de uitvoering van de Regio Kassier. Zij laten zich daarbij adviseren door het algemeen bestuur van de Regio Foodvalley, gezien het regionale karakter van de Regio Deal. Het algemeen bestuur van de Regio Foodvalley vraagt op zijn beurt een advies aan de adviescommissie.
Het algemeen bestuur controleert of het advies van de adviescommissie:
Zo nodig vragen zij om een nader advies of een nadere toelichting op het advies. Het algemeen bestuur stuurt het advies van de adviescommissie aan burgemeester en wethouders. Daarbij geeft het algemeen bestuur een eigen advies of het advies van de adviescommissie gevolgd kan worden. Burgemeester en wethouders besluiten op de ingediende aanvragen op basis van de ontvangen adviezen van het algemeen bestuur en de adviescommissie. Zij kunnen gemotiveerd tot een ander besluit komen: bijvoorbeeld als de staatssteunregels het niet mogelijk maken om een projectfiche te honoreren.
Bij de inhoudelijke beoordeling werken we (zoveel mogelijk) met beoordelingscriteria waarbij aanvragen op zichzelf worden beoordeeld (en niet relatief ten opzichte van andere aanvragen). De criteria zijn zoveel mogelijk geobjectiveerd. Niettemin blijft een beoordeling meestal een zekere subjectiviteit houden. Dat waarborgt een balans tussen 1) een objectieve beoordeling en 2) een bepaalde mate van ruimte/discretie voor de adviescommissie.
De adviescommissie licht per subcriterium de beoordeling (kort) toe. De beoordeling van een projectvoorstel leidt een puntenscore. Deze scores zijn bedoeld om een objectieve beoordeling van grotere aantallen projecten te ondersteunen. De adviescommissie geeft als geheel gezamenlijk een score per onderdeel.
Belangrijk is dat aanvragers de beoordelingscriteria duidelijk laten terugkomen in het projectfiche. Dit vereenvoudigt de taak van de adviescommissie.
De adviescommissie beoordeelt projecten in zijn geheel zoals deze door de subsidieaanvrager zijn ingediend. Het is dus niet toegestaan om bij de beoordeling een project te splitsen in activiteiten met een hogere score en activiteiten met een lagere score. Evenmin is het toegestaan om burgemeester en wethouders te adviseren om voor een deel van het project wel en voor een ander deel van het project geen subsidie te verlenen. De aanvrager bepaalt zelf welke activiteiten vallen binnen één project. Dit geldt ook als de aanvraag is ingediend door een samenwerkingsverband.
De Regio Foodvalley en het Rijk voeren al enige tijd overleg over een convenant (Regio Deal) waarin zij afspraken maken over door hen beide te financieren activiteiten die bijdragen aan de brede welvaart in de Regio Foodvalley. De financiering die het Rijk toezegt in het convenant wordt als specifieke uitkering ter beschikking gesteld aan burgemeester en wethouders van de gemeente Ede in de rol van regiokassier. Deze specifieke uitkering dient als financiële dekking voor de subsidies die worden verstrekt op basis van deze subsidieregeling. Deze subsidieregeling wordt daarom vastgesteld onder het voorbehoud dat het concept-convenant door de betrokken ministers en lokale bestuurders wordt ondertekend. Zie de opschortende voorwaarde die is opgenomen in artikel 14 van deze subsidieregeling. Het concept-convenant (bijlage 1) zal na ondertekening door de betrokken ministers en lokale bestuurders worden vervangen door een definitief convenant. De regionale opgaven waar Partijen samen impact op willen maken zijn benoemd als drie sporen (spoor 1. Verantwoord groeien, spoor 2. Regionaal ontmoeten en spoor 3. Innovatief ondernemen). De invulling van deze sporen wordt verder uitgewerkt in de Regio Deal.
In dit artikel worden een aantal in de regeling gebruikte begrippen toegelicht. Deze regeling is bedoeld om een specifieke uitkering die burgemeester en wethouders van Ede ontvangen van het Rijk om te zetten in subsidie die verleend wordt voor de uitvoering van projecten. De specifieke uitkering is gebaseerd op het Besluit specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche. Een aantal in deze regeling opgenomen definities is afkomstig uit dit besluit.
Artikel 2. Doel van de regeling
De Regio Foodvalley heeft met het Rijk op hoofdlijnen overeenstemming bereikt over een nieuwe Regio Deal. Het Rijk gaat een bedrag van € 25 miljoen (inclusief btw) beschikbaar stellen voor het realiseren van regionale opgaven. Burgemeester en wethouders treden op als kassier voor deze middelen en zorgen dat deze terechtkomen bij projecten die bijdragen aan de opgaven, doelen, aanpak en beoogde resultaten van de Regio Deal. Hiertoe hebben zij deze subsidieregeling vastgesteld.
Tegenover de bijdrage van het Rijk staat een even groot aandeel in regionale financiering. Dit kan zowel door publieke als private partijen bijeen worden gebracht. Deze regionale financiering valt buiten de reikwijdte van deze subsidieregeling.
Artikel 3. Subsidiabele activiteiten en vereisten
Zoals hiervoor toegelicht is deze subsidieregeling opgesteld om financiering te kunnen verstrekken voor projecten die bijdragen aan de uitvoering van de Regio Deal. Er zijn drie sporen aangewezen waarop de Regio Foodvalley vooruitgang wil boeken:
Spoor 3. Innovatief ondernemen
Een aanvraag kan alleen betrekking hebben op één spoor. De beoordeling en rangschikking van aanvragen vindt namelijk ook plaats per spoor. De aanvrager bepaalt binnen welk spoor de aanvraag wordt ingediend. Het is dus niet mogelijk om hetzelfde project in te dienen onder twee of meer sporen. Voor de hand ligt dat de aanvrager de aanvraag indient voor het spoor waar het project het meest aan bijdraagt. Uiteraard mag een project wel bijdragen aan doelen die zijn genoemd in meerdere sporen. Het aansluiten bij meerdere doelen kan leiden tot een betere beoordeling van het project door de adviescommissie (o.a. voor criterium 1. Aansluiting van het project op de doelen van de Regio Deal). Zie uitgebreider over de beoordeling van de subsidieaanvragen hoofdstuk 2 van de regeling en de toelichting daarop.
In het tweede lid zijn de vereisten opgenomen waaraan een aanvraag moet voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen. Enkele onderdelen lichten wij hierna verder toe.
Minimaal 50% regionale cofinanciering
Een voorwaarde die aan de specifieke uitkering is verbonden is dat het Rijk en de Regio beide voor 50% financieel bijdragen (zie artikel 10, tweede lid, van het Besluit specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche). Zowel financiële bijdragen als bijdragen in natura tellen mee. Het is voor medeoverheden niet toegestaan om Rijksfinanciering te gebruiken als regionale cofinanciering. Dit blijkt uit de definitie van regionale publieke financiering in het Besluit: voor de uitvoeringsactiviteiten van de Regio Deal beschikbaar gestelde financiële bijdragen of bijdragen in natura van een publieke regiopartner, niet zijnde een specifieke uitkering, opdracht of subsidie van het Rijk. Publieke regiopartners in de zin van het Besluit zijn: gemeenten, provincies, waterschappen en openbare lichamen in de zin van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Voor private regiopartners geldt geen beperking om Rijksfinanciering in te brengen als regionale cofinanciering op basis van de Regio Deal. Wel kunnen er beperkingen zijn opgenomen in het besluit waarmee de Rijksfinanciering is verstrekt, zoals een subsidie. Private partners zijn er zelf voor verantwoordelijk om dit te toetsen.
Activiteiten zijn onderdeel van maximaal één project
Het is niet toegestaan om meerdere malen subsidie aan te vragen voor dezelfde activiteiten in het kader van deze Regio Deal. Activiteiten kunnen daarom van slechts één project onderdeel uitmaken. Het is niet wenselijk dat aanvragers dezelfde activiteiten in verschillende projectfiches opnemen om zo de kans te vergroten op een positieve beoordeling. Deze eis stellen wij om zo ook de administratieve lasten te beperken in het bijzonder voor burgemeester en wethouders en de adviescommissie.
Artikel 4. Subsidiabele kosten
Een voorwaarde voor het aanvragen van subsidie op basis van deze regeling is het indienen van een begroting. Burgemeester en wethouders toetsen vooraf of de opgestelde begrotingen alleen noodzakelijke en redelijke kosten bevatten. Daarnaast worden de bestedingen achteraf gecontroleerd in het kader van de financiële verantwoording. Alleen daadwerkelijk gemaakte kosten zijn subsidiabel.
Omzetbelasting (btw) is alleen subsidiabel als dit werkelijke kosten zijn. Dit betekent dat het niet mogelijk moet zijn om deze kosten af te trekken van door de subsidieontvanger te betalen btw én dat het voor de subsidieontvanger niet mogelijk moet zijn om een beroep te doen op het btw-compensatiefonds. Als er sprake is van een begroting inclusief btw moet de aanvrager dit opnemen in de begroting en toelichten (zie artikel 8).
De kosten worden berekend op een voor de subsidieontvanger gebruikelijke en controleerbare methode. Dit betreft bijvoorbeeld afschrijvingstermijn en toerekening van kosten voor duurzame bedrijfsmiddelen die worden ingezet ten behoeve van deze Regio Deal. Deze methode moet zijn gebaseerd op bedrijfseconomische gronden en normen die maatschappelijk als aanvaardbaar worden beschouwd en die de subsidieontvanger stelselmatig toepast. Er is niet één methodiek voorgeschreven: zowel bijvoorbeeld de historische kostprijs als vervangingswaarde van gebruikte bedrijfsmiddelen kan een aanvaardbare methodiek zijn.
De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten van het project. De resterende minimaal 50% moet worden ingebracht als regionale cofinanciering overeenkomstig de eisen uit het Besluit specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche. Zie ook artikel 3, derde lid, van deze subsidieregeling. Van de te verlenen subsidie wordt naar rato het aandeel aan compensabele btw afgetrokken. Hiermee volgen wij in deze regeling de systematiek zoals die wordt toegepast op de specifieke uitkering in het Besluit specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche.
Wij verduidelijken dit met een rekenvoorbeeld:
- Een project kost € 100.000 exclusief 21% BTW (€ 21.000). Voor de BTW kan de subsidieaanvrager een beroep doen op het BTW-compensatiefonds.
- Rijk en Regio betalen elk 50% van de kosten (€ 50.000). Om te zorgen dat de verdeling (inclusief BTW) uiteindelijk aan deze kostenverdeling voldoet wordt 50% van de compensabele BTW afgetrokken (€ 21.000 x 50% = € 10.500). Het maximaal aan te vragen subsidiebedrag is in dit voorbeeld € 39.500. Het Rijk stort de resterende € 10.500 in het BTW-compensatiefonds.
Alleen rechtspersonen kunnen een subsidie aanvragen op grond van deze subsidieregeling. Burgemeester en wethouders achten dit een redelijke beperking gezien de omvang van de subsidies die verstrekt worden op basis van deze regeling. Bovendien is de beperking tot rechtspersonen opgenomen in de specifieke uitkering die wordt gebruikt om de toe te kennen subsidies te financieren. Wij verwijzen naar de definities bij het Besluit specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche, in het bijzonder de definities van private en publieke regiopartner:
private regiopartner: privaatrechtelijke rechtspersoon als bedoeld in artikel 3 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek die partij is bij een Regio Deal.
publieke regiopartner: provincie, gemeente, openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, waterschap of een van de openbare lichamen Bonaire Sint-Eustatius of Saba, die partij is bij een Regio Deal.
Daarnaast is bepaald dat rechtspersonen alleen een aanvraag kunnen indienen als zij hebben bijgedragen aan de totstandkoming van het voorstel en het convenant van de Regio Foodvalley voor een Regio Deal. Zij kunnen een aanvraag indienen voor de projecten waarvoor zij (mede) indiener waren bij het voorstel van de Regio Foodvalley voor deze Regio Deal. Ook dit achten burgemeester en wethouders een redelijke beperking van de verplichting om gelijke kansen te bieden. Zie de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 11 juli 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2310 (Geobox). Hierbij wegen burgemeester en wethouders mee dat op de website van de Rijksoverheid een openbare aankondiging heeft gestaan van de mogelijkheid om mee te werken aan een voorstel:
Gemeenten, provincies, kennis- en culturele instituten, ondernemers en maatschappelijke organisaties maken samen een integrale aanpak die past bij de opgave en het DNA van het gebied. Zij kunnen de voorstellen indienen van 1 augustus tot en met 31 oktober 2024 via rvo.nl/regiodeals. Het overzicht van de voorwaarden waaraan een voorstel moet voldoen is ook te vinden op de website van RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Vervolgens besluit het kabinet begin 2025 welke voorstellen het Rijk en de regio samen uitwerken tot een Regio Deal. Het streven is om de deals van deze 6e ronde medio 2025 te ondertekenen.
Bron: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/regios/nieuws/2024/07/18/244-miljoen-voor-laatste-ronde-regio-deals
Aan alle potentiële partijen is daarmee een gelijke kans geboden om onderdeel te zijn van het proces wat heeft geleid tot deze Regio Deal. Dat rechtvaardigt om nu alleen subsidie te verlenen aan partijen die al sinds vorig jaar betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van deze Regio Deal en zich actief hebben ingespannen om een integraal voorstel te schrijven en input te leveren ten behoeve van het convenant vanuit de Triple Helix (onderwijs, overheid en ondernemers) gericht op het vergroten van de brede welvaart en het bijdragen aan de regionale opgaven. Daarbij is de eerder opgestelde integrale aanpak (bestaande uit concrete projecten) leidend. Burgemeester en wethouders vinden het belangrijk dat partijen al hebben geïnvesteerd in de ontwikkeling van een convenant dat goed aansluit bij de ambities en doelen van de regio. Door hun input zijn haalbare en realistische doelen vastgelegd. Bovendien is geïnvesteerd in het versterken van de samenwerking in de regio, wat naar verwachting leidt tot projecten met een groter doelbereik (meerdere doelen per project) en tot versterkte triple helix-samenwerking binnen projecten.
In het tweede lid is een regeling getroffen voor aanvragen die worden ingediend namens een samenwerkingsverband. Subsidieontvangers kunnen ervoor kiezen om ofwel zelfstandig een aanvraag in te dienen ofwel als onderdeel van een samenwerkingsverband. Als er sprake is van een aanvraag door een samenwerkingsverband, dan wijzen zij één van de deelnemende organisaties aan als penvoerder. De penvoerder dient namens de aanvragers de aanvraag in en zorgt voor het indienen van voortgangsrapportage, eventuele overige informatie en de eindverantwoording. Zie artikelen 17 en 19. De penvoerder moet voor deze handelingen worden gemachtigd (zie artikel 8).
De Regio Deal heeft een looptijd van vier jaar. Projecten moeten binnen deze periode volledig zijn uitgevoerd. Burgemeester en wethouders moeten namelijk na het einde van de Regio Deal verantwoorden hoe de specifieke uitkering is besteed.
Rijk en Regio Foodvalley hebben in de Regio Deal afgesproken vanaf 1 januari 2026 te starten. Voor de voorbereiding van de besluitvorming en beoordeling van de ingediende aanvragen door de adviescommissie is daarnaast ook voldoende tijd nodig. Daartegenover staat het belang van de aanvragers om voldoende tijd te hebben om hun aanvraag voor te bereiden.
Tegen deze achtergrond hebben burgemeester en wethouders besloten om aan te sluiten bij de voor Europese aanbestedingen gebruikelijke minimale inschrijftermijn van 40 kalenderdagen (artikelen 2.71 en 2.74b van de Aanbestedingswet 2012) bij het bepalen van de aanvraagperiode voor deze regeling.
Artikel 8. Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
De basis voor elke subsidieaanvraag is een projectfiche waarin de inhoud van het project is beschreven en een begroting waarin staat hoe het project wordt gefinancierd. In dit artikel wordt beschreven wat de minimale vereisten zijn voor het indienen van het projectfiche en de begroting. Het spreekt voor zich dat het voor aanvragers van groot belang is om te zorgen dat zowel het projectfiche als de begroting duidelijk zijn en van goede kwaliteit. Het projectfiche en de begroting zijn namelijk voor de adviescommissie de belangrijke stukken waarop zij de beoordeling en rangschikking van de projecten bepalen. Zie ook de artikelen 9-12.
Een project komt alleen voor subsidie in aanmerking wanneer er sprake is van een sluitende begroting. Zonder sluitende begroting is er immers een goede reden dat activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden: dat is een weigeringsgrond voor de subsidie (artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht). Voor de regionale cofinanciering bij het project moet hiervoor bewijs worden ingediend als deze wordt ingebracht door een ander dan de subsidieaanvrager. Dit kan in ieder geval de vorm hebben een cofinancieringsverklaring. Dit is een verklaring waarin een organisatie zich verbindt om een bepaalde bijdrage te leveren (financieel of in natura). Ook een subsidiebeschikking van bijvoorbeeld een gemeente of provincie kan dienen als bewijs voor regionale cofinanciering.
Als een aanvraag wordt ingediend door een samenwerkingsverband dan moeten zij een penvoerder aanwijzen. In deze situatie is de machtiging die de subsidieontvangers verlenen aan de penvoerder ook een document dat moet worden meegestuurd met de aanvraag. Deze machtiging moet in ieder geval betrekking hebben op het namens het samenwerkingsverband mogen indienen van de subsidieaanvraag, indienen van voortgangsrapportages en overige informatie en indienen van de eindverantwoording en aanvraag tot subsidievaststelling. Zie artikelen 8, 17 en 19 van deze regeling.
Onderdeel van de toetsing van ingediende subsidieaanvragen is of deze voldoen aan de Europese staatssteunregels. Het uitgangspunt van de staatssteunregels is dat staatssteun niet is toegestaan, tenzij de Europese Commissie de steun heeft goedgekeurd. De Europese Commissie heeft door middel van Europese verordeningen een aantal vrijstellingen gecreëerd. Eén van de meest toegepaste vrijstellingen betreft relatief kleine steunbedragen (de-minimissteun). Voor het verlenen van de-minimissteun is een verklaring vereist. Om deze reden is opgenomen dat burgemeester en wethouders aanvragers kunnen verzoeken om een de-minimisverklaring te overleggen. Niet voor elke aanvraag zal een de-minimisverklaring noodzakelijk zijn. In sommige gevallen zal een activiteit waarvoor subsidie wordt verleend niet leiden tot staatssteun, omdat bijvoorbeeld geen sprake is van een economische activiteit (in de zin van de staatssteunregels). In andere gevallen zal gebruik worden gemaakt van een ander soort vrijstelling, zoals de Algemene Groepsvrijstellingsverordening.
Burgemeester en wethouders kunnen een aanvraag afwijzen als deze niet is toegestaan zonder goedkeuring van de Europese Commissie (zie artikel 9 van de Algemene subsidieverordening Ede 2017). Hierbij zullen zij in ieder geval rekening houden met de looptijd van deze Regio Deal (vier jaar), het belang van het project voor de Regio Deal en de kans dat de Europese Commissie de steunverlening zal goedkeuren. Goedkeuringstrajecten nemen doorgaans veel tijd in beslag. Het enkele gegeven dat steunverlening niet mogelijk is zonder voorafgaande goedkeuring is daarom een grondslag om de subsidieaanvraag af te wijzen. Dit vanwege de beperkte looptijd van de Regio Deal.
Voor de uitvoering van deze regeling is een beperkt budget beschikbaar. Het is denkbaar dat het totaal aangevraagde bedrag het beschikbare budget zal overschrijden.
Burgemeester en wethouders vragen - gezien het regionale karakter van de Regio Deal - advies aan het algemeen bestuur van de Regio Foodvalley. Het algemeen bestuur vraagt op zijn beurt advies aan een adviescommissie. De adviescommissie heeft als taak om alle ingediende projecten te beoordelen en een rangschikking te maken op basis van de in deze regeling opgenomen beoordelingscriteria. Het algemeen bestuur controleert of de adviescommissie op een goede wijze tot haar advies is gekomen. Dit betekent:
Burgemeester en wethouders controleren in de rol van regiokassier alle ingediende aanvragen. Dit betreft een toets op staatssteun en een toets of aan alle procedurele vereisten uit deze regeling is voldaan. Daarnaast toetsen burgemeester en wethouders de adviezen die zij ontvangen van het algemeen bestuur en de adviescommissie volgens de daarvoor geldende wettelijke eisen (artikel 3:9 van de Algemene wet bestuursrecht). Deze taken worden namens burgemeester en wethouders in mandaat uitgevoerd door de programmaorganisatie voor de Regio Deal.
De programmaorganisatie neemt vervolgens in mandaat namens burgemeester en wethouders op basis van het advies van de adviescommissie en Algemeen Bestuur besluiten over de ingediende subsidieaanvragen.
Artikel 1 0 . Subsidieplafond en verdeelregels Rijksmiddelen
Deze regeling is in eerste instantie bedoeld voor de verdeling van specifieke uitkering die het Rijk beschikbaar stelt voor de uitvoering van de Regio Deal. Dit betreft een bedrag van in totaal € 25 miljoen. Hiervan wordt € 0,75 miljoen gereserveerd voor uitvoeringskosten (voorbereiding, administratie en toezicht). Daarmee resteert een te verdelen bedrag van € 24,25 miljoen inclusief btw.
Echter het bedrag dat de Regiokassier ontvangt is een bedrag exclusief btw. Het Rijk trekt van de te ontvangen specifieke uitkering het bedrag af dat wordt gestart in het BTW-compensatiefonds. Zie artikel 11 van het Besluit specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche. Het daadwerkelijk door de regiokassier te verdelen bedrag is daarom lager dan € 24,25 miljoen. Bij het openstellen van de regeling is precieze bedrag van de BTW-verlaging nog niet te bepalen. Dit hangt namelijk af van de inhoud van de projecten. Wij gaan daarom vooralsnog uit van een maximale BTW-verlaging van 21%. Daarmee is het daadwerkelijk beschikbare bedrag circa 19,1 miljoen.
Nadat burgemeester en wethouders de specifieke uitkering toegekend hebben gekregen is het precieze beschikbare subsidiebedrag bekend. Zij kunnen daarna het beschikbare subsidieplafond verhogen. Dit betreft zowel het subsidieplafond voor het totaal als een bedrag per spoor. Het totale beschikbare bedrag wordt voor deze middelen in ieder geval nooit meer dan € 24,25 miljoen (totale Rijksfinanciering exclusief uitvoeringskosten).
Per spoor wordt een subsidieplafond vastgesteld en wordt een rangschikking opgemaakt van ingediende aanvragen. Om deze reden is het ook alleen mogelijk om per spoor een subsidieaanvraag in te dienen (zie artikel 3 van deze regeling). Aanvragen worden individueel beoordeeld, voorzien van een score en geplaatst in een bepaalde volgorde. Projecten worden in principe binnen deze volgorde toegekend tot het subsidieplafond is bereikt. Hierbij geldt een belangrijke kanttekening:
De adviescommissie heeft tot taak om aanvragen te beoordelen aan de hand van de vastgestelde beoordelingscriteria (bijlage 1). Burgemeester en wethouders voeren als regiokassier een technische toetsing uit van de ingediende aanvragen aan de hand van de weigeringsgronden die zijn opgenomen in deze regeling en de Algemene subsidieverordening. Zij kunnen een aanvraag alsnog afwijzen als deze bijvoorbeeld niet door de staatssteuntoetsing komt, er sprake is van een niet-sluitende begroting of het project niet volledig kan worden afgerond binnen de looptijd van de Regio Deal.
Tot slot volgt hierna nog een simpel voorbeeld om de werking van het subsidieplafond per spoor te illustreren. Voor een spoor is een plafond vastgesteld van € 5 miljoen. Er worden 5 aanvragen ingediend:
Aanvraag 1. € 2 miljoen - 160 punten
Aanvraag 2. € 1 miljoen - 155 punten
Aanvraag 3. € 1,5 miljoen - 150 punten
Aanvraag 4. € 1 miljoen - 145 punten
Aanvraag 5. € 0,5 miljoen - 140 punten
In dit voorbeeld worden aanvragen 1 en 2 onvoorwaardelijk toegekend (samen € 3 miljoen). Aanvraag 3 (€ 1,5 miljoen) wordt voorwaardelijk toegekend omdat hiermee de drempel van 80% van het beschikbare bedrag per spoor wordt overschreden (zie artikel 14 van deze regeling). Aanvraag 4 en aanvraag 5 worden afgewezen. Hoewel er voor aanvraag 5 nog voldoende ruimte is tot aan het plafond kan deze aanvraag niet gehonoreerd worden, omdat aanvraag 4 een hogere score heeft behaald. En alleen de aanvragen met de hoogste score worden gehonoreerd totdat het plafond is bereikt (lid 4).
Voor de resterende middelen van 0,5 miljoen in het spoor kunnen burgemeester en wethouders eventueel opnieuw de mogelijkheid bieden om subsidieaanvragen in te dienen. Dit vindt dan plaats via een nieuwe verdeelronde (lid 6). Hierbij hebben alle aanvragers dan weer gelijke kansen om in aanmerking te komen voor het nog resterende bedrag. Of zij overgaan tot het organiseren van een nieuwe verdeelronde besluiten burgemeester en wethouders op basis van een voorstel van het algemeen bestuur van de Regio Foodvalley. Ook andere keuzes zijn denkbaar: bijvoorbeeld het reserveren van de middelen om op een later moment in te zetten op basis van nieuwe ontwikkelingen of het samenvoegen van resterende middelen uit verschillende sporen (als Rijk en Regio daarover samen overeenstemming bereiken). Dit betekent dan uiteraard ook dat de subsidieregeling aangepast zal moeten worden.
Afwijkende verdeelregels voor multifunctioneel landelijk gebied
In lid 5 is tot slot een afwijkende regel opgenomen om te borgen dat het inrichten van multifunctionele buitengebieden in ieder geval een onderdeel wordt van de projecten die dienen ter uitvoering van de Regio Deal. Dit gezien het grote belang dat het Rijk hecht aan dit onderdeel van de Regio Deal. Minimaal € 1 miljoen van de Rijksmiddelen die bestemd zijn voor spoor 2 wordt toegekend aan het hoogst scorende project of de hoogst scorende projecten die bijdragen aan het inrichten van multifunctionele buitengebieden. Hiervoor geldt dus een andere verdeelvolgorde dan voor andere middelen (derde en vierde lid). Als het hoogst scorende project voor het onderdeel multifunctioneel landelijk gebied een hogere subsidie dan € 1 miljoen heeft aangevraagd (bijvoorbeeld: € 1,5 miljoen) dan ontvangen zij in ieder geval € 1 miljoen op basis van deze verdeelregel. Toekenning van het resterend gevraagde bedrag van € 0,5 miljoen is dan afhankelijk van de rangorde van het project ten opzichte van alle andere ingediende projecten binnen het spoor (volgens de normale verdeelregels die zijn opgenomen in het derde en vierde lid).
De € 1 miljoen die is gereserveerd voor multifunctioneel landelijk gebied mag niet worden toegekend aan projecten die bijdragen aan andere doelen, ook al halen deze een hogere score. Wel geldt voor projecten die subsidie aanvragen voor multifunctioneel landelijk gebied een aanvullende eis dat zij een minimale totale score van 168 punten moeten behalen.
Artikel 1 1 . Beoordelingscriteria
In dit artikel is vastgelegd op welke criteria subsidieaanvragen worden beoordeeld. De criteria en de wijze van beoordeling zijn nader uitgewerkt in de bijlage bij deze subsidieregeling. Voor alle aanvragen geldt dat de kwaliteit van het projectfiche en de doelmatigheid voldoende moet zijn. Aanvragen die op dit onderdeel 40 punten of minder scoren worden daarom sowieso afgewezen.
Voor aanvragen die betrekking hebben op multifunctionele buitengebieden geldt dat zij in totaal minimaal 168 punten moeten scoren om in aanmerking te komen voor subsidie. Dit komt overeen met een score van 70% van het totaal aantal te behalen punten. De reden voor deze eis is dat er een budget van € 1 miljoen is gereserveerd voor multifunctionele buitengebieden. Haalt geen enkel project het minimale aantal punten? Dan worden er geen subsidies verleend ten laste van het budget dat is gereserveerd voor multifunctionele buitengebieden. Burgemeester en wethouders kunnen vervolgens - in overleg met het algemeen bestuur van de Regio Foodvalley - overgaan tot een tweede aanvraagronde voor deze doelstelling.
Artikel 1 2 . Weigeringsgronden
Naast deze in de regeling opgenomen weigeringsgronden gelden ook de algemene weigeringsgronden die zijn opgenomen in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 9 van de Algemene subsidieverordening Ede 2017. Voor alle duidelijkheid is ook in de regeling zelf opgenomen dat strijd met de Europese staatssteunregels een weigeringsgrond vormt.
Vanwege het regionale karakter van de Regio Deal is bepaald dat burgemeester en wethouders subsidie kunnen weigeren als de subsidie niet in overwegende mate is gericht op of ten goede komt aan de Regio Foodvalley en haar ingezetenen. Dit is een afwijking van de Algemene subsidieverordening Ede 2017 waarin eenzelfde weigeringsgrond is opgenomen voor activiteiten die niet in overwegende mate gericht zijn op of ten goede komen aan de gemeente Ede en haar ingezetenen.
In het derde lid is bepaald dat burgemeester en wethouders subsidieverlening kunnen weigeren als deze gepaard gaat met te grote financiële risico’s. Bij een eventueel faillissement van de subsidieontvanger kunnen activiteiten niet worden uitgevoerd en worden daarmee bepaalde doelen van de Regio Deal niet of in mindere mate gehaald. Zij houden daarbij rekening met de hoogte van de gevraagde subsidie. Het zal op de totale doelen minder impact hebben als een bedrag van € 0,1 miljoen niet kan worden ingezet dan wanneer een bedrag van € 1 miljoen niet kan worden ingezet.
Zij houden daarbij tevens rekening met de hoogte van de gevraagde subsidie in verhouding tot het eigen vermogen en vreemd vermogen van de subsidieaanvrager. Het zal minder risicovol zijn om een subsidie van € 1 miljoen toe te kennen aan een ontvanger met € 10 miljoen eigen vermogen en € 10 miljoen vreemd vermogen dan aan een ontvanger zonder enig noemenswaardig eigen vermogen. Verlening van subsidie aan een organisatie die niet kan beschikken over andere financieringsbronnen ligt niet voor de hand. Dit zal leiden tot praktische problemen vanwege de voorwaarde dat 80% (of maximaal 90%) van de verleende subsidie als voorschot wordt verleend (zie artikel 15). Het resterende deel moet de subsidieontvanger zelf voorfinancieren. Als de subsidieontvanger hier niet in kan voorzien, zal dit doorgaans betekenen dat de activiteiten niet kunnen plaatsvinden. Burgemeester en wethouders kunnen subsidie weigeren als er gegronde reden is om aan te nemen dat activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden (artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht).
Burgemeester en wethouders kunnen ook rekening houden met andere factoren die invloed hebben op de mate van financieel risico. Bijvoorbeeld de aard van de activiteiten. Sommige activiteiten zullen zinvol zijn als deze gedeeltelijk worden uitgevoerd: in andere gevallen zal dat niet het geval zijn.
Artikel 1 3 . Besluit over de aanvraag en beslistermijn
Burgemeester en wethouders baseren hun besluiten op de aanvragen op het advies van algemeen bestuur en de door hen ingeschakelde adviescommissie. Als het besluit afwijkt van het advies, dan wordt dat toegelicht in het genomen besluit. Het spreekt voor zich dat er voldoende zwaarwegende redenen zullen moeten zijn om af te wijken van een advies van de adviescommissie of het algemeen bestuur.
Een reden om af te wijken van het advies van de adviescommissie zou bijvoorbeeld kunnen zijn dat er binnen de staatssteunregels geen passende mogelijkheid kan worden gevonden om (op korte termijn) subsidie te verlenen voor het project. De rol van de adviescommissie is om de aanvragen inhoudelijk te beoordelen: zij toetsen niet of aanvragen te verenigen zijn met de staatssteunregels. Dit is onderdeel van de technische toets die burgemeester en wethouders uitvoeren als regiokassier. Het algemeen bestuur heeft in het proces een beperkte rol waarbinnen hun taak is om het advies van de adviescommissie te toetsen. Zie hierover uitgebreider artikel 9. Zij geven een advies aan burgemeester en wethouders waarin zij zich uitspreken of het advies van de adviescommissie kan worden overgenomen.
Het is de bedoeling om zoveel mogelijk de besluitvorming over de subsidieverlening af te ronden vóór 1 januari 2026. Vanaf die datum kunnen projecten dan van start gaan. Hierop is de beslistermijn van zes weken gebaseerd. Het is voorzienbaar dat niet voor alle projecten binnen die periode een volledige beoordeling kan plaatsvinden: met name de staatssteuntoets kan in sommige gevallen langer in beslag nemen. Om deze reden is een mogelijkheid opgenomen om de beslistermijn te verlengen met maximaal 28 weken. Burgemeester en wethouders kunnen uiteraard ook met een kortere periode verlengen (eventueel meerdere malen). Zolang de totale verlenging maar beperkt is tot niet meer dan 28 weken. Rond de zomer van 2026 zou er daarmee definitieve duidelijkheid moeten zijn welke projecten zijn geselecteerd (los van eventueel bezwaar- of beroepsprocedures).
Artikel 1 4 . Opschortende voorwaarde
Deze regeling is bedoeld om de specifieke uitkering die burgemeester en wethouders verwachten te ontvangen van het Rijk. Deze middelen vormen de financiële dekking voor deze subsidieregeling. Ten tijde van het vaststellen van deze subsidieregeling zijn Regio Foodvalley en Rijk in een vergevorderd stadium van onderhandeling over de Regio Deal. Maar er is nog geen definitieve set afspraken over toekenning (in de vorm van een set afspraken die worden vastgelegd in een convenant). Ook hebben burgemeester en wethouders nog geen specifieke uitkering ontvangen. Hoewel er vergevorderde gesprekken zijn, valt het formele besluit over het convenant en daarop gebaseerde specifieke uitkering pas na de vaststelling van de subsidieregeling.
Het is de verwachting dat burgemeester en wethouders de specifieke hebben ontvangen voordat zij besluiten over de subsidieverlening aan de projecten. In dat geval komt de noodzaak voor de opschortende voorwaarde te vervallen. Echter voor de zekerheid wordt opgenomen dat mocht dit nog niet het geval zijn burgemeester en wethouders subsidies kunnen toekennen onder een opschortende voorwaarde. Het recht op subsidie ontstaat dan pas definitief nadat burgemeester en wethouders een specifieke uitkering van hebben ontvangen. Ook bouwen burgemeester en wethouders op deze manier een voorbehoud in voor eventuele aanvullende vereisten die het Rijk stelt bij het verstrekken van financiering. Zo nodig wordt de subsidieregeling aangepast als dit noodzakelijk is vanwege de inhoud van het definitieve convenant. Subsidieaanvragers zullen in de gelegenheid worden gesteld om hun subsidieaanvraag aan te passen als het aannemelijk is dat wijzigingen van het convenant gevolgen kunnen hebben voor de beoordeling van de ingediende aanvragen.
Beheermaatregel tegen doorbreken subsidieplafond (tweede, derde en vierde lid)
Aanvragers die het niet eens zijn met hun rangschikking binnen een subsidietender kunnen tegen de afwijzing van hun aanvraag bezwaar maken. Een bezwaar en eventueel daaropvolgende (hoger) beroepsprocedure kan ertoe leiden dat op een later moment door de rechter wordt vastgesteld dat de afwezen subsidieaanvraag op een hogere plaats in de rangschikking had moeten eindigen. Een voorbeeld biedt de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 4 november 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2258.
Voor het gemeentebestuur kan dit betekenen dat het subsidieplafond wordt ‘doorbroken’. Eerder onvoorwaardelijk verleende aanvragen behouden ook hun recht op subsidie, op basis van het rechtszekerheidsbeginsel (zie ook artikel 4:25, derde lid, Awb). Zie verder de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 15 juli 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2258 (Holland Opera).
Door de verslechterde financiële perspectieven van gemeenten hechten burgemeester en wethouders er groot belang aan dat de uitvoering van deze subsidieregeling plaatsvindt binnen de daarvoor beschikbare dekking (vastgelegd in het subsidieplafond). In de periode tot aan 2029 gaat de gemeente Ede circa 11 miljoen bezuinigen en voor 4 miljoen extra inkomsten genereren. Ook in andere Foodvalley-gemeenten speelt een soortgelijke situatie. Burgemeester en wethouders hebben besloten om maximaal 80% van het beschikbare subsidieplafond per onvoorwaardelijk te verlenen. Voor het resterende gedeelte van circa 20% geldt dat wordt toegekend onder de opschortende voorwaarde dat géén bezwaar wordt gemaakt tegen de afwijzing van hun subsidieaanvraag door andere aanvragers. Hiermee beperken wij het risico op meerkosten door het moeten ‘doorbreken’ van het subsidieplafond. Dit financieel risico willen de betrokken gemeenten gezien hun huidige financiële situatie niet dragen. Het uit voorzorg lager vaststellen van het subsidieplafond ten opzichte van de beschikbare middelen achten burgemeester en wethouders (en de betrokken regiogemeenten) niet wenselijk. Hiermee zouden de mogelijkheden om met de toegekende middelen bij te dragen aan de regionale opgaven bovendien een stuk kleiner worden.
Burgemeester en wethouders zijn zich ervan bewust dat de voorwaardelijke toekenning kan leiden tot vertraging bij de start van projecten en langer durende onzekerheid. Dit belang hebben zij nadrukkelijk meegewogen bij het opstellen van de subsidieregeling. Burgemeester en wethouders hebben hiermee rekening gehouden door voor een bedrag van maximaal 80% van het subsidieplafond zonder opschortende voorwaarde subsidie te verlenen. Nadat de rangorde onherroepelijk is komen vast te staan, hebben projecten in ieder geval recht op subsidie tot aan het vastgestelde subsidieplafond per project.
Daarnaast is in de regeling voor burgemeester en wethouders de bevoegdheid opgenomen om - vooruitlopend op de afloop van eventuele juridische procedures - alvast aan één of meer projecten subsidie te verlenen. Dit kan uitsluitend op basis van de vastgestelde rangorde (hoogst scorende projecten eerst). Hiermee biedt de regeling de mogelijkheid om maatwerk te bieden op basis van het financiële risico. Dat zal onder meer afhangen van het aantal bezwaarmakers en de omvang van het subsidiebedrag waarop het geschil betrekking heeft. Burgemeester en wethouders wegen dit af tegen het belang van voortgang van de Regio Deal: de looptijd van de Regio Deal is immers beperkt tot en met uiterlijk 31 december 2029. Als de toegekende middelen voor de Regio Deal niet voor deze datum zijn uitgegeven, dan moeten zij in principe worden terugbetaald aan de betrokken ministers.
Artikel 1 5 . Bevoorschotting en betaling
Het uitgangspunt is dat 80% van het verleende voorschot als subsidie wordt verleend. In bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders een voorschot verlenen van 90% van het verleende bedrag. Hierbij maken burgemeester en wethouders een afweging tussen het belang van het project voor de Regio Deal en de mate van financieel risico door het hogere voorschot voor de gemeente. Een voorbeeld zou kunnen zijn wanneer het hoogst score project voor de Regio Deal niet door kan gaan zonder een voorschot van 90%, terwijl tegelijkertijd het financieel risico beperkt omdat het om een relatief beperkt subsidiebedrag gaat (bijvoorbeeld € 200.000). In zo’n situatie zouden burgemeester en wethouders vanwege bijzondere omstandigheden een voorschot van 90% van het verleende subsidiebedrag kunnen toekennen.
Een voorschot wordt altijd in termijnen uitbetaald. Dit kan worden gekoppeld aan het bereiken van bepaalde mijlpalen of prestaties. Een mogelijkheid is ook om het af te stemmen op de verwachte besteding door de subsidieontvanger (hiervoor kunnen burgemeester en wethouders zich baseren op de ingediende begroting).
B ijdrage aan kosten voorbereiding, administratie en toezicht
Ook voor de kosten van voorbereiding, administratie en toezicht geldt dat Rijk en Regio beide 50% van de kosten dragen. Deze kosten zijn begroot op € 1.500.000 waarvan Rijk en Regio beide de helft dragen. Het gemeentebestuur acht het redelijk dat deze uitvoeringskosten worden gedragen door alle regionale partners die betrokken zijn bij de uitvoering van de Regio Deal (zowel publieke als private partijen). Zowel de publieke als private partijen hebben immers in gelijke mate profijt van de Regio Deal. Daarom wordt aan de subsidie de verplichting verbonden om naar rato bij te dragen aan de uitvoeringskosten (de kosten voor voorbereiding, administratie en toezicht). Dit bedrag wordt verrekend met de te verlenen subsidie. Hierbij wordt gekeken naar het totale bedrag aan te verlenen subsidies op basis van deze subsidieregeling (zowel ten laste van de Rijksmiddelen als provinciale middelen).
Artikel 1 6 . Melden van wijzigingen
De subsidieontvanger heeft een informatieplicht om relevante wijzigingen per direct door te geven aan burgemeester en wethouders. Dit betreft het niet (volledig) of niet (tijdig) kunnen uitvoeren van het project, het niet kunnen voldoen aan de voorwaarden en verplichtingen en wijzigingen van de begroting van meer dan 20%. Deze meldplicht voor de subsidieontvanger stelt burgemeester en wethouders op hun beurt in staat om aan hun eigen informatieverplichtingen ten opzichte van de betrokken ministers na te komen (zie artikel 14 van het Besluit specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche).
De middelen die worden verdeeld op basis van deze subsidieregeling zijn afkomstig van een specifieke uitkering van het Rijk. Besteding moet daarom plaatsvinden binnen de looptijd van de Regio Deal. De Regio Deal ‘Foodvalley onderneemt natuurlijk!’ loopt tot uiterlijk 31 december 2029. Verlenging van projecten na deze termijn is daarom in principe niet mogelijk. Tenzij de betrokken ministers besluiten tot verlenging van de bestedingstermijn voor de specifieke uitkering (zie artikel 14, derde lid, van het specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche). In dat geval kunnen ook burgemeester en wethouders de termijn voor besteding van subsidies verlengen.
Omdat sprake is van een selectie op basis van onderlinge vergelijking (een tenderprocedure) is er verder een beperkte mogelijkheid voor tussentijdse wijzigingen. Een voorwaarde voor de wijzigingsmogelijkheid opgenomen onder b en c is dat het project niet wezenlijk mag wijziging c.q. dat het gaat om een wijziging van ondergeschikte aard van het projectfiche. Van een wezenlijke wijziging is bijvoorbeeld sprake wanneer het aannemelijk is dat deze gevolgen zou hebben gehad voor de beoordeling en rangschikking van de subsidieaanvragen. Wijzigingen ten aanzien van de inhoud van het project zijn daarom maar beperkt mogelijk.
Enige flexibiliteit bij de uitvoering van projecten is wenselijk, mede gezien de looptijd van de Regio Deal van vier jaar. Er is daarom beperkt ruimte voor uitbreiding of vervanging van activiteit door een gelijksoortige activiteit die bijdragen aan hetzelfde resultaat en doel. Bij de vorige Regio Deal was bijvoorbeeld sprake van een project dat was gericht op onderzoek naar maatregelen om emissies in de agrarische sector te reduceren. Na uitbraak van de stikstofcrisis kreeg het onderzoek naar de reductie van ammoniak en de gevolgen van dit type emissies op de natuur op de Veluwe een belangrijkere plaats binnen het project. Het doel (emissiereductie) en gewenst resultaat (onderzoeken van het effect van een aantal maatregelen) bleven hierbij hetzelfde.
Ook wijzigingen van de begroting zijn tot op zekere hoogte mogelijk. De ervaring van de vorige Regio Deal leert dat projecten in de praktijk vaak anders worden uitgevoerd dan vooraf gedacht. Sommige activiteiten zijn eenvoudiger uit te voeren dan verwacht en andere activiteiten vragen juist meer tijd. Of een medewerker valt uit waardoor er externe inhuur moet plaatsvinden. Verschuivingen in kostencategorieën komen daarom vaak voor. Dit soort wijzigingen kunnen aanvragers doorgeven via hun jaarlijkse voortgangsrapportage. Zij kunnen dan verzoeken om aanpassing van de verleende subsidie. Wijzigingen die groter zijn dan 20% van het totale budget moeten direct worden gemeld (en niet pas bij de jaarlijkse voortgangsrapportage).
Het aanvragen van meer subsidie via een tussentijdse wijziging is in beginsel niet mogelijk. Bij het verdelen van subsidies moeten overheden immers in beginsel gelijke kansen bieden aan alle potentiële aanvragers. Zie onder meer de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 11 juli 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2310 (Geobox). Het is wel mogelijk om binnen een project dat wordt uitgevoerd door een samenwerkingsverband met onderlinge goedkeuring wijzigingen voor te stellen waardoor de ene subsidieontvanger een groter bedrag ontvangt en de andere subsidieontvanger een kleiner bedrag ontvangt. Zo behouden we enige flexibiliteit om de komende jaren te kunnen inspelen op wijzigingen.
Artikel 1 7 . Indienen voortgangsrapportage
Om de voortgang van de projecten tussentijds te monitoren en waar nodig bij te sturen zijn subsidieontvangers verplicht jaarlijks voor 1 maart 2027 een voortgangsrapportage in te dienen. De Regio Foodvalley gebruikt deze rapportages voor het jaarlijkse overleg met het Rijk. Subsidieontvangers zijn daarnaast verplicht op verzoek aanvullende informatie te verstrekken over de voortgang van hun project. De voortgangsrapportages en de aanvullende informatie gebruiken burgemeester en wethouders voor hun verantwoording aan de betrokken ministers over de besteding van de specifieke uitkering (zie artikel 14 van het Besluit specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche).
Als er sprake is van meerdere subsidieontvangers die gezamenlijk een project uitvoeren binnen een samenwerkingsverband, dan dient de penvoerder namens hen een voortgangsrapportage in. De subsidieontvangers moeten de penvoerder hiervoor machtigen (zie artikel 8, derde lid, van deze regeling).
Subsidieontvangers zijn verplicht om - naast de voortgangsrapportage - ook overige informatie te verstrekken die burgemeester en wethouders hebben voor de verantwoording die zij moeten afleggen aan het Rijk. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het geven van aanvullende informatie naar aanleiding van vragen van het Rijk. Een ander voorbeeld is het verstrekken van informatie voor een controle op tussentijdse bestedingen in verband met het rechtmatigheidsoordeel dat de accountant van de gemeente Ede moet geven in het kader van de SiSa-verantwoording. Het is mogelijk dat de accountant aanvullende informatie nodig heeft over de bestedingen door de subsidieontvangers om de rechtmatigheid hiervan te kunnen vaststellen.
Artikel 18 . Intrekken van de subsidieverlening
Het doel van de Regio Deal is om bij te dragen aan de brede welvaart: de kwaliteit van leven, wonen, werken van inwoners en ondernemers nu en in de toekomst. Een Regio Deal heeft een looptijd van vier jaar waarbinnen projecten uitgevoerd mogen worden met cofinanciering van het Rijk. Als een project na zes maanden nog niet is gestart, kunnen burgemeester en wethouders daarom hun besluit tot subsidieverlening intrekken.
Artikel 19 . Verantwoording en aanvraag subsidievaststelling
Projecten die een subsidie ontvangen op basis van deze regeling hebben een looptijd tot maximaal 31 december 2029. Daarna vindt de eindverantwoording plaats en stellen burgemeester en wethouders de hoogte van de subsidies vast. De precieze datum waarop de eindverantwoording moet zijn ontvangen stellen burgemeester en wethouders vast in het besluit tot subsidieverlening. Hierbij houden ze rekening met de voorwaarden die het Rijk en de provincie Gelderland stellen in de specifieke uitkering c.q. besluit tot subsidieverlening.
De eindverantwoording bestaat allereerst uit een inhoudelijk eindverslag. Uit het inhoudelijk eindverslag blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, aan de opgelegde verplichtingen is voldaan en in hoeverre de beoogde resultaten zijn gerealiseerd en hebben bijgedragen aan de doelen van de Regio Deal. De termijn voor het indienen van het inhoudelijk eindverslag zal waarschijnlijk relatief kort zijn. De reden hiervoor is dat burgemeester en wethouders zelf kort na het afsluiten van de Regio Deal een inhoudelijk eindverslag moeten indienen bij de betrokken ministers. Voor die tijd moeten zij alle ontvangen inhoudelijke eindverslagen doornemen en samenvoegen tot een eindverslag over de gehele Regio Deal.
Vervolgens moeten subsidieaanvragers vóór een in de subsidieverlening te bepalen datum de aanvraag tot subsidievaststelling indienen. Deze bestaat uit zowel een inhoudelijk als financieel eindverslag. Het financiële eindverslag moet worden ingediend in een door burgemeester en wethouders vastgesteld format. Voor het inhoudelijk eindverslag kunnen zij een format vaststellen. Als er een format is vastgesteld voor het inhoudelijk eindverslag, dan zijn subsidieontvangers verplicht om dit format te gebruiken. Gaat het om een project dat is uitgevoerd door een samenwerkingsverband, dan dient de penvoerder namens de subsidieontvanger het inhoudelijk eindverslag en de aanvraag tot subsidievaststelling in.
Voor overheidsorganisaties gelden afwijkende eisen ten aanzien van de financiële verantwoording (zowel qua termijn als qua inhoud). Hier vindt de verantwoording plaats op basis van de single information, single audit (SiSa) methodiek in de jaarrekening. Deze jaarlijkse verantwoording bevat ook een accountantsverklaring waarin wordt aangegeven welk bedrag er aan de Regio Deal is besteed. Voor de verantwoording gelden artikel 17a Financiële-verhoudingswet, de Regeling informatieverstrekking Sisa en artikel 58a van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.
De eindverantwoording vindt plaats als alle middelen volledig besteed zijn (door bij indicator «Eindverantwoording Ja/Nee¨ ja in te vullen), dan wel als alle activiteiten ontplooid zijn binnen de looptijd en er nog middelen over zijn of onrechtmatig besteed (welke kunnen worden teruggevorderd). Als er sprake is van SiSa tussen medeoverheden, zal de eindverantwoording pas in jaar T+2 plaatsvinden. Dit betekent niet dat de bestedingstermijnen zoals opgenomen in de verleningsbeschikking overschreden kunnen worden.
Artikel 2 0 . Controleerbare administratie
Subsidieontvangers zijn verplicht om een controleerbare administratie aan te houden. Deze bestaat in ieder geval facturen, betaalbewijzen, subsidiebesluiten, toezeggingen van financiële bijdragen van derden en, voor zover van toepassing, een overzicht van de gewerkte uren.
De bewaartermijn wordt bepaald door burgemeester en wethouders in het besluit tot subsidieverlening. De gebruikelijke bewaartermijn voor de administratie is zeven jaar. In Europese staatssteunregels is vaak een bewaartermijn van tien jaar voorgeschreven: in die gevallen geldt deze bewaartermijn. In de beschikking tot subsidieverlening wordt opgenomen of de subsidie moet worden aangemerkt als steun in de zin van de Europese staatssteunregels. En zo ja dan zal tevens worden toegelicht welke verplichtingen hieraan verbonden zijn.
Artikel 2 1 . Inwerkingtreding en vervaldatum
Vanwege de relatief korte periode waarbinnen het mogelijk is om een aanvraag in te dienen is in deze regeling bepaalt dat deze in werking treedt op de dag na die van bekendmaking. De regeling vervalt op 1 januari 2031. Het is de verwachting dat op dat moment voor de meeste projecten de subsidie definitief zal zijn vastgesteld. Voor nog openstaande aanvragen of eventuele bezwaar- of beroepsprocedures geldt dat deze regeling daarop ook na de vervaldatum van toepassing blijft.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-434184.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.