Gemeenteblad van Beekdaelen
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Beekdaelen | Gemeenteblad 2025, 430608 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Beekdaelen | Gemeenteblad 2025, 430608 | beleidsregel |
Regeling briefadres gemeente Beekdaelen 2025
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beekdaelen,
het gewenst is om een beleidsregel vast te stellen met betrekking tot de registratie van briefadressen in de basisregistratie personen (BRP), om deze op een rechtmatige manier toe te kennen en te voorkomen dat personen niet zijn geregistreerd als ingezetene in de BRP;
Deze beleidsregel volgt de begripsbepalingen van artikel 1.1 van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP). Verder wordt in deze beleidsregel verstaan onder:
Het adres waar betrokkene woont, waaronder begrepen het adres van een woning die zich in een voertuig of vaartuig bevindt, indien het voertuig of vaartuig een vaste stand- en/of ligplaats heeft, of, indien betrokkene op meer dan één adres woont, het adres waar hij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste keren zal overnachten;
In uitzonderlijke gevallen kan worden afgeweken van de bepalingen in deze regeling. Dit is mogelijk wanneer een strikte toepassing van de regels leidt tot een uitkomst die als onredelijk of onevenredig nadelig wordt beschouwd. Van een dergelijke onbillijkheid kan sprake zijn wanneer het strikt volgen van de regeling in een specifieke situatie leidt tot onevenredige schade voor de betrokkene. Ook het uitblijven van een inschrijving in de basisregistratie personen kan leiden tot ernstige negatieve gevolgen, wat eveneens aanleiding kan zijn om van de regeling af te wijken.
Toelichting op de Regeling briefadres gemeente Beekdaelen 2025
Iedereen moet ingeschreven staan in de BRP
Iedereen die rechtmatig in Nederland verblijft moet ingeschreven staan in de Basisregistratie Personen (BRP). De belangrijkste doelen van een juiste registratie zijn enerzijds de correspondentie met de overheid en anderzijds dat burgers aanspraak kunnen maken op (adres-gerelateerde) overheidsvoorzieningen. Wanneer (adres)gegevens ontbreken of niet correct zijn, kan het voorkomen dat een burger ten onrechte geen gebruik kan maken van een voorziening. Het is van belang dat een ingezetene van Nederland mee kan doen in de maatschappij en daarom zo snel als mogelijk wordt ingeschreven in de BRP. Uitgangspunt is dat niemand tussen wal en schip mag vallen.
We schrijven in op een woonadres
Het uitgangspunt in de Wet BRP is dat de gemeente ingezetenen zo feitelijk mogelijk registreert met het adres waar zij verblijven. In de regel staat iemand ingeschreven op het adres waar hij of zij woont of de meeste nachtrust geniet. Dit noemen we in de BRP het woonadres. Dit is alleen anders als een wettelijke uitzonderingsgrond geldt; bijvoorbeeld iemand verblijft in een psychiatrische instelling. Indien er meerdere adressen zijn, geldt dat het adres waar betrokkene naar verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten wordt gezien als het woonadres.
Een briefadres als het woonadres ontbreekt
Wanneer het (vaste) woonadres ontbreekt, dan is het mogelijk om een zogenaamd briefadres aan te vragen. Een briefadres is een adres waar iemand niet woont, maar waar brieven en andere poststukken in ontvangst worden genomen. De gemeente waar een briefadres wordt aangevraagd hoeft niet de gemeente te zijn waar iemand op dat moment verblijft. Een briefadres wordt aangevraagd in de gemeente daar waar het briefadres is.
In standaard gevallen is er sprake van een briefadresgever
Een briefadresgever stelt zijn/haar adres beschikbaar als briefadres. Dit kan bijvoorbeeld een bekende zijn van de briefadreshouder. Niet iedereen kan briefadresgever zijn. Het briefadres moet op een bestaand adres zijn van een natuurlijk persoon (iemand die in Nederland als ingezetene staat ingeschreven) of een instelling die door het college van burgemeester en wethouders is aangewezen om op te treden als briefadresgever.
De briefadresgever moet ervoor zorgen dat post van de overheid (brieven of andere stukken, zoals een belastingformulier, stempas of dagvaarding) de briefadreshouder bereikt. Daarnaast moet een briefadreshouder (persoonlijk) bereikbaar zijn voor de gemeente, om vragen te kunnen beantwoorden over het briefadres. Daarom kan een briefadres nooit een postbus zijn.
Maatwerk als er geen briefadresgever is
Als iemand in een gemeente verblijft maar geen vast woonadres heeft, dan is het mogelijk om een zogenoemd briefadres te krijgen. Vanaf 1 januari 2022 is een gemeente wettelijk verplicht om iemand in te schrijven op een briefadres. Als er geen briefadresgever beschikbaar is moet de gemeente zelf als briefadresgever optreden. Dat kan bijvoorbeeld het adres van het gemeentehuis zijn.
Hieronder volgt de artikelsgewijze toelichting op de regeling briefadres.
We hanteren zo veel mogelijk dezelfde begrippen als in de Wet Basisregistratie Personen. De begrippen “woonadres”, “briefadres” en “briefadresgever” zijn bijvoorbeeld in de Wet gedefinieerd. Andere begrippen zijn in dit artikel toegelicht.
Er is sprake van ontbreken van een woonadres bij:
Korte overbrugging tussen twee woonadressen
Er is sprake van een korte overbrugging tussen twee woningen als de aanvrager de oude woning heeft verlaten en de nieuwe woning nog niet kan betrekken. De aanvrager moet aantonen dat hij een nieuwe woning heeft. Dat kan door het overleggen van een huur- of koopovereenkomst van de nieuwe woning.
Kort verblijf in het buitenland
De wet schrijft voor wanneer iemand moet worden uitgeschreven uit de BRP. Dat is het geval als iemand langer dan acht maanden per jaar in het buitenland is. Gaat iemand korter dan acht maanden naar het buitenland? Dan is inschrijven op een briefadres mogelijk. Deze situatie doet zich vaak voor bij internationale stages en bij (tijdelijke) verhuur van de woning door kort verblijf in het buitenland. Overigens is het belangrijk om te vermelden dat de periode van acht maanden niet aaneengesloten hoeft te zijn. Iemand die bijvoorbeeld in een jaar twee keer voor langere tijd vertrekt, moet zich uitschrijven als dat in totaal langer dan acht maanden is. Dan is een briefadres dus niet mogelijk.
Een langdurig vermiste persoon
Als iemand langdurig vermist is, wijzigen wij de inschrijving in de BRP in een briefadres. Dit omdat vaststaat dat de persoon niet meer op het woonadres verblijft. We kiezen in dit soort situaties niet direct voor uitschrijven uit de BRP. Dat zou consequenties hebben voor de naasten en de zoektocht naar de persoon.
Beroepshalve varen op een schip dat in Nederland thuishaven heeft
Als de aanvrager beroepshalve vaart op een schip dat in Nederland thuishaven heeft, kan hij een briefadres kiezen. Vaart de aanvrager op internationale wateren? Dan mag het verblijf in het buitenland naar redelijke verwachting niet langer dan 2 jaar duren. Dit is ook vastgelegd in artikel 29 van het Besluit BRP. In aansluiting op het Besluit BRP is in deze beleidsregel uitdrukkelijk opgenomen dat de aanvrager ‘beroepshalve’ vaart. Er is dus geen uitzondering voor de pleziervaart. Als iemand niet-beroepshalve verblijft op een schip, is er in veel gevallen een vaste ligplaats die als woonadres kan worden aangewezen. Vaart iemand niet-beroepshalve voor een korte tijd in het buitenland? Dan is een briefadres mogelijk vanwege kort verblijf in het buitenland.
Personen die niet beschikken over een woonadres en gebruik maken van de maatschappelijke opvang (passantenverblijven en dag- en nachtopvang) kunnen met een briefadres ingeschreven worden bij één van de opvanginstellingen.
Degene die zijn woonadres heeft in een instelling als bedoeld in artikel 2.40 wet BRP, kan in afwijking van artikel 2.38, lid 1 en artikel 2.39, lid 1 van de wet BRP in plaats van inschrijving op zijn woonadres een briefadres kiezen. Op grond van artikel 2.40, lid 3 wet BRP zijn dit instellingen voor gezondheidszorg, instellingen op het gebied van kinderbescherming en penitentiaire instellingen. In de artikelen 17 t/m 19 van de Regeling BRP is aangegeven voor welke instellingen een briefadres gekozen kan worden.
Als de burgemeester van oordeel is dat het om veiligheidseisen gewenst is een persoon niet op het woonadres in te schrijven, kan inschrijving op een briefadres plaatsvinden.
Dit artikel biedt extra mogelijkheden voor toepassing van de menselijk maat. Onder 'de menselijke maat’ wordt in dit verband verstaan, recht doen aan de belangen van burgers bij de totstandkoming en uitvoering van beleid. De bedoeling is om oplossingen te vinden voor inwoners die niet op grond van bestaande regels ingeschreven kunnen worden op een (brief)adres en daardoor in een schrijnende (financieel en maatschappelijk) situatie verkeren.
Een briefadres kan, in aanvulling op wat de wet regelt en in afwijking van een woonadres, worden gekozen binnen elke gemeente in Nederland. Het is niet verplicht om een briefadres te kiezen in de gemeente waar voor het laatst een woonadres werd gehouden. Voor gedetineerden of personen die in een psychiatrische inrichting verblijven is het advies om bij voorkeur een briefadres te kiezen in de gemeente van herkomst. Dit is onder andere van belang voor de verworven rechten die de briefadreshouder daar heeft opgebouwd, bijvoorbeeld op het gebied van huisvesting. De aanvraag wordt altijd gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt.
Bij de aanvraag dient een schriftelijke verklaring van instemming te worden gevoegd van degene bij wie het briefadres wordt gehouden op grond van artikel 2.45 lid 2 van de wet BRP. In de aanvraag, waarbij het briefadres wordt gekozen, dienen de redenen van het briefadres en de te verwachten duur van het briefadres te worden opgenomen. De aangever dient tevens een geldig identiteitsbewijs zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht van zichzelf als van degene bij wie het briefadres wordt gehouden te overleggen.
Het is niet waarschijnlijk dat de briefadreshouder bij zijn aanvraag altijd de verklaring van de burgemeester kan overleggen. De verwachting is, dat deze verklaring veelal bij het team Burgerzaken terecht komt via de interne kanalen van de gemeente.
Een rechtspersoon kan alleen als briefadresgever een briefadres ter beschikking stellen indien het een rechtspersoon betreft die zijn zetel heeft in Nederland en die door het college van burgemeester en wethouders is aangewezen om, op grond van artikel 2.42, lid 4 wet BRP, als briefadresgever in zijn gemeente op te treden. Uiteindelijk bepaalt het college of inschrijving op dit briefadres ook daadwerkelijk mogelijk is.
Verblijft de aanvrager in een aangewezen instelling? Dan kan hij een briefadres kiezen. Het gaat hierbij om instellingen voor gezondheidszorg, instellingen op het gebied van kinderbescherming en penitentiaire instellingen. In artikel 17, 18 en 19 van de Regeling BRP is verder uitgewerkt om welke instellingen het precies gaat.
Iemand die in een op grond van artikel 2.40 wet BRP aangewezen instelling verblijft, kan een briefadres kiezen binnen elke gemeente in Nederland. Voor gedetineerden of personen die in een psychiatrische inrichting verblijven is het advies om bij voorkeur een briefadres te kiezen in de gemeente van herkomst. Dit is onder andere van belang voor de verworven rechten die men daar heeft opgebouwd, bijvoorbeeld op het gebied van huisvesting.
Ontbreekt bij de aanvraag één of meer van de benodigde stukken, dan wordt de aanvraag behandeld als een onvolledige aanvraag. De aangever wordt schriftelijk in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen of een nader overeen te komen termijn na verzending van het verzoek het verzuim te herstellen en de aanvraag aan te vullen met de ontbrekende stukken. De aangever kan echter in reactie daarop het verzoek doen de termijn om de aanvraag aan te vullen eenmalig te verlengen met veertien dagen.
Wanneer de aangever niet binnen veertien dagen zijn/haar aanvraag aanvult of uitstel aanvraagt, wordt een brief verstuurd over het besluit dat de aanvraag van adreswijziging, waarbij een briefadres wordt gekozen, buiten behandeling wordt gesteld wegens het ontbreken van de gevraagde documenten.
Als de aanvraag buiten behandeling wordt gesteld is er geen brondocument op grond waarvan de aangever op een adres ingeschreven kan worden en is er sprake van een situatie als bedoeld in artikel 2.23 van de wet BRP. De uitwerking daarvan is in deze regeling beschreven in artikel 8.
De gemeente moet voorzien in een briefadres wanneer alle andere opties voor de ingezetene, die geen woonadres heeft, niet mogelijk zijn. Daarmee wordt voorkomen dat personen die wel rechtmatig in Nederland verblijven, van inschrijving op een adres in de BRP worden uitgesloten.
Omdat de gemeente dan zelf briefadresgever is, zal de gemeente een van haar eigen adressen of die van een aangewezen instelling moeten inzetten als briefadres. Voor de inschrijving op een adres van een aangewezen instelling is toestemming vereist van die instelling. Als een verklaring van instemming niet kan worden verkregen vindt inschrijving plaats op een adres van de gemeente.
Er is een maximum aan het aantal personen dat op één adres met een briefadres mag worden ingeschreven. Dit is nodig om misbruik en adresfraude tegen te gaan. Het maximum geldt uitsluitend voor inschrijvingen op het adres van een natuurlijk persoon. Aan het aantal briefadressen op het adres van een rechtspersoon, zoals een instelling, is geen maximum verbonden.
Om te voorkomen dat een ingeschrevene ten onrechte ingeschreven blijft met een briefadres als deze een woonadres heeft, vindt regelmatig een herbeoordeling op het geregistreerde briefadres plaats. Hiertoe wordt in de gemeente een administratie bijgehouden en worden aan de hand hiervan controles uitgevoerd.
Een periode van zes maanden is bewust gekozen om op deze manier in ieder geval na zes maanden een contactmoment te hebben met de burger, om zo er op toe te zien dat hij/zij niet op het briefadres blijft ingeschreven terwijl hij inmiddels een woonadres heeft.
In het geval dat een briefadres toegekend wordt op een adres van de gemeente, wordt dit gemonitord. De in dit artikel genoemde termijn van 6 maanden is het signaal om of contact te hebben met betrokkene of als het contact niet mogelijk is, een onderzoek te starten op basis van de circulaire adresonderzoek BRP van 1 november 2018 van het ministerie van BZK.
Als het resultaat van dat adresonderzoek is dat er geen nieuw adres bekend is, dan besluit het college tot opname van vertrekgegevens naar een onbekend land met toepassing van artikel 2.22 van de wet BRP, waardoor de gegevens van betrokkene verhuizen naar het Register van Niet-Ingezetenen. Het voornemen kan verzonden worden aan het laatst bekende adres van de persoon in de BRP. Ook het besluit moet bekend gemaakt worden aan de persoon. Als bekendmaking van het besluit niet kan plaatsvinden door toezending of uitreiking zal bekendmaking op een andere geschikte wijze moeten plaatsvinden, dit kan via publicatie in een huis-aan-huisblad, dagblad of het gemeenteblad op www.overheid.nl.
De wet BRP verplicht een ingezetene om aanvraag te doen van zijn nieuwe adres. Zodra hij weer beschikt over een woonadres of over een ander briefadres, moet hij hiervan aanvraag doen binnen de daarvoor in artikel 2.39 lid 2 van de wet BRP gestelde termijn van vier weken voorafgaand aan en vijf dagen ná de daadwerkelijke verhuizing. Hij mag hier niet mee wachten totdat de eerder bepaalde of afgesproken termijn van het briefadres is verstreken. Als aanvraag wordt gedaan van een ander briefadres, dan wordt dit uiteraard weer getoetst aan de voorwaarden uit deze regeling en die de wet stelt.
Zowel de briefadresgever als de briefadreshouder zijn verplicht inlichtingen te verstrekken die van belang zijn voor de bijhouding van het briefadres in de BRP. In het geval er een aanvraag is, bestaat die verplichting op grond van artikel 2.45 wet BRP, als een aanvraag ontbreekt bestaat de verplichting op grond van artikel 2.47 wet BRP.
Het toepassen van de hardheidsclausule houdt in dat de gemeente afwijkt van de wettelijke verplichtingen vanuit de Wet BRP. Dit maatwerkartikel ziet toe op de situatie van het voorkomen van schrijnende situaties, waarbij hulpverlening noodzakelijk is in geval van sociaal-maatschappelijke problemen. Het is goed om als gemeentelijk dienstverlener nooit de menselijke maat uit het oog te verliezen. Het belang daarvan kan zo groot zijn dat de gemeente in zeer bijzondere gevallen voorbij kan gaan aan de bepalingen van deze beleidsregeling.
In praktijksituatie kan bijvoorbeeld voorkomen dat een inschrijving met een woonadres, om welke reden dan ook, nadelige gevolgen heeft voor een burger. Het belang van inschrijving als ingezetene staat voorop. Vervolgens is het zaak dat onderzocht wordt waarom een burger in de knel komt als een woonadres wordt geregistreerd. Het is dan ook belangrijk om te onderzoeken of het probleem kan worden opgelost aan de zijde waar het zich voordoet. Hierover gaan we in gesprek voor ondersteuning en maatwerk in deze specifieke gevallen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-430608.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.