Regeling briefadres gemeente Beekdaelen 2025

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beekdaelen,

 

gelet op:

  • de artikelen 1.1, 2.23, 2.38 tot en met 2.42, 2.45, 2.47, 2.52 en 4.17 van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP),

  • artikel 29 van het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP),

  • de artikelen 17, 18 en 19 van de Regeling basisregistratie personen (Regeling BRP),

  • artikel 40 van de Participatiewet,

  • de artikelen 4:5 en 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht,

  • de circulaire BRP en briefadres (2016-0000656211) van de minister van BZK van 7 november 2016, het Protocol voor ondersteuning door burgerzaken aan achterblijvers in geval van vermissing (NVVB-2016) en de handreiking briefadressen en het voorkomen van dakloosheid van Divosa.

overwegende dat:

het gewenst is om een beleidsregel vast te stellen met betrekking tot de registratie van briefadressen in de basisregistratie personen (BRP), om deze op een rechtmatige manier toe te kennen en te voorkomen dat personen niet zijn geregistreerd als ingezetene in de BRP;

 

besluit vast te stellen:

Regeling briefadres gemeente Beekdaelen 2025

Artikel 1. Begrippen

Deze beleidsregel volgt de begripsbepalingen van artikel 1.1 van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP). Verder wordt in deze beleidsregel verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet Basisregistratie Personen;

  • b.

    het briefadres: het adres waar voor een aanvrager bestemde correspondentie in ontvangst wordt genomen. Waar het post van de overheid betreft wordt ervoor gezorgd dat de correspondentie betrokkene bereikt;

  • c.

    de aanvrager: degene die een briefadres aanvraagt;

  • d.

    de briefadreshouder: de ingezetene die een briefadres heeft;

  • e.

    de briefadresgever: de persoon of rechtspersoon die het briefadres ter beschikking stelt;

  • f.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beekdaelen;

  • g.

    de burgemeester: de burgemeester van de gemeente Beekdaelen;

  • h.

    een gezinshuishouden:

    • a.

      twee personen die een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan of gehuwd zijn, met of zonder kind(eren);

    • b.

      twee personen die door het overleggen van een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract hebben aangetoond, dat zij een gemeenschappelijke huishouding voeren, met of zonder kind(eren);

    • c.

      een alleenstaande ouder met kind(eren).

  • i.

    een woonadres:

    • a.

      Het adres waar betrokkene woont, waaronder begrepen het adres van een woning die zich in een voertuig of vaartuig bevindt, indien het voertuig of vaartuig een vaste stand- en/of ligplaats heeft, of, indien betrokkene op meer dan één adres woont, het adres waar hij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste keren zal overnachten;

    • b.

      Het adres waar, bij het ontbreken van een adres als hierboven bedoeld, betrokkene naar redelijke verwachting gedurende drie maanden ten minste twee derde van de tijd zal overnachten.

Artikel 2. Redenen briefadres

  • 1.

    Voor het aanvragen van een briefadres is een geldige reden nodig. Dat kan wanneer één van onderstaande situaties van toepassing is:

    • a.

      Het ontbreken van een woonadres in de BRP, volgens de definitie vermeld in artikel 1 van de Wet BRP, vanwege:

      • dak- of thuisloosheid;

      • korte overbrugging tussen twee woonadressen;

      • de uitoefening van een ambulant beroep;

      • kort verblijf in het buitenland gedurende een jaar ten hoogste twee derde van de tijd;

      • langdurig vermiste personen;

      • beroepshalve varend op een schip dat de thuishaven in Nederland heeft;

    • b.

      Verblijf in een instelling:

      • als bedoeld in artikel 2.40, lid 3 en 4 van de Wet BRP;

      • voor mannen- of vrouwenopvang (blijf-van-mijn-lijfhuizen);

    • c.

      Verblijf op een adres waarvan het opnemen van dat woonadres naar het oordeel van de burgemeester om veiligheidsredenen als bedoeld in artikel 2.41 van de Wet BRP niet wenselijk is;

    • d.

      Het voorkomen van schrijnende situaties, waarbij inzet of voortzetting van hulpverlening noodzakelijk is onder voorwaarden dat:

      • er sprake is van één of meer sociaal-maatschappelijke problemen;

      • de maatwerkoplossing erop gericht is om de persoon de kans te geven zijn leven ‘weer op de rit’ te krijgen, en

      • de persoon instemt met of al voldoet aan de voorwaarden van het hulpverleningstraject.

  • 2.

    Het is niet mogelijk om in de BRP met een briefadres geregistreerd te worden als geen enkele van bovenstaande redenen van toepassing is.

Artikel 3. Voorwaarden aanvraag briefadres

  • 1.

    De aanvraag van adreswijziging wordt gedaan in de gemeente waar het briefadres wordt gekozen.

  • 2.

    De aanvrager is volgens artikel 2.45 van de Wet BRP verplicht om bij de aanvraag van een briefadres de volgende stukken te overleggen:

    • a.

      een geldig identiteitsbewijs van degene die de aanvraag doet;

    • b.

      de verklaring van de aanvrager met reden voor de keuze van een briefadres, een ingangsdatum en de te verwachten periode dat het briefadres noodzakelijk is;

    • c.

      een geldig identiteitsbewijs of een kopie ervan en een verklaring van instemming van de briefadresgever;

    • d.

      wanneer een briefadres wordt gekozen op grond van artikel 2.1 onderdeel a en b: een ingevulde en ondertekende ‘vragenlijst briefadres’.

  • 3.

    De aanvrager is verplicht om de eigen actuele contactgegevens te verstrekken bij de aanvraag zodat diegene altijd bereikbaar is over het verkregen briefadres.

  • 4.

    Een verklaring van de burgemeester waaruit blijkt dat opname van een woonadres niet wenselijk is, is noodzakelijk als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2.1. onderdeel c.

Artikel 4. Rechtspersoon als briefadres

  • 1.

    Naast de gemeente zelf kan ook een rechtspersoon die zijn zetel heeft in Nederland door het college van burgemeester en wethouders worden aangewezen op grond van artikel 2.42 van de wet BRP om als briefadresgever in zijn gemeente op te treden.

  • 2.

    Deze rechtspersoon moet net als een briefadresgever schriftelijk goedkeuring geven voor een aanvraag van een briefadres.

Artikel 5. Briefadres bij verblijf in een instelling

  • 1.

    Het college kan een briefadres toekennen als de aanvrager verblijft in:

    • a.

      een door onze minister aangewezen instelling voor gezondheidszorg;

    • b.

      een door onze minister aangewezen instelling op het gebied van de kinderbescherming;

    • c.

      een door onze minister aangewezen penitentiaire instelling;

    • d.

      een door het college aangewezen instelling waarin beschermd wonen of opvang wordt verstrekt als bedoeld in artikel 1.1.1. van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

    • e.

      een blijf-van-mijn-lijfhuis of vergelijkbare opvanglocaties.

  • 2.

    Bij de aanvraag van het briefadres op deze grond overlegt de aanvrager in ieder geval:

    • a.

      een volledig ingevuld aanvraagformulier door de aanvrager met hierin de reden voor de keuze van een briefadres, een ingangsdatum en de te verwachten periode dat het briefadres noodzakelijk is;

    • b.

      een bewijs van verblijf in de instelling;

    • c.

      een verklaring met toestemming van de briefadresgever;

    • d.

      een geldig identiteitsbewijs van de aanvrager;

    • e.

      een geldig identiteitsbewijs of een kopie van de briefadresgever.

  • 3.

    Als een briefadres wordt aangevraagd wegens verblijf in een instelling kan een briefadres worden gekozen voor de duur van het verblijf in de instelling.

Artikel 6. Herstel van verzuim

  • 1.

    De aanvraag is volledig indien alle benodigde gegevens, zoals bedoeld in artikel 3 lid 2 en artikel 5 lid 2, zijn ingeleverd.

  • 2.

    Als één of meer gegevens ontbreken, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen of een in nader overleg te bepalen redelijke termijn het verzuim te herstellen en de aanvraag alsnog aan te vullen.

  • 3.

    Indien de aanvraag niet binnen de in het vorige lid bepaalde termijn kan worden aangevuld, dan kan, op verzoek van de aanvrager, de termijn eenmalig verlengd worden met veertien dagen.

  • 4.

    Indien de aanvraag niet binnen veertien dagen na de aangegeven of afgesproken termijn aangevuld wordt of uitstel gevraagd wordt, wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld. Waar nodig wordt met toepassing van artikel 8 vervolgens een briefadres op het adres van de gemeente toegekend.

Artikel 7. Beoordeling aanvraag briefadres

  • 1.

    De aanvraag wordt binnen vier weken nadat de aanvraag compleet is behandeld.

  • 2.

    Bij gevallen waarin na aanlevering van de benodigde gegevens nog onduidelijk is wat de situatie is, kunnen de volgende acties worden ondernomen:

    • a.

      vragen stellen aan de betrokkene(n);

    • b.

      aanvullende documenten of bewijsstukken vragen aan de betrokkene(n);

    • c.

      overleg met andere afdelingen in de gemeente voor mogelijk meer informatie;

    • d.

      onderzoek ter plekke uitvoeren.

  • 3.

    Als het oordeel is dat de aanvraag niet aan de voorwaarden voldoet, wordt de aanvraag met opgave van reden geweigerd. Op grond van artikel 2.60 van de wet BRP is dit een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 4.

    De aanvraag wordt in ieder geval geweigerd als:

    • a.

      de reden voor de aanvraag van een briefadres ontbreekt;

    • b.

      er een onderzoek loopt naar de verblijfplaats van de briefadresgever;

    • c.

      het gevraagde adres niet bestaat in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen;

    • d.

      het gevraagde adres een postbus is;

    • e.

      het maximum aantal gezinshuishoudens op het adres is bereikt als bedoeld in artikel 9 van deze regeling;

    • f.

      de aangever een woonadres heeft, met uitzondering in een situatie zoals beschreven in artikel 2 of 5;

    • g.

      de aanvrager langer dan 8 maanden gedurende 1 jaar in het buitenland verblijft;

    • h.

      de aanvrager varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft en langer dan 2 jaar in het buitenland verblijft en dit betreft een privéadres;

    • i.

      het briefadres een woonadres is, waarop geen personen staan.

Artikel 8. Briefadres op het adres van de gemeente Beekdaelen

  • 1.

    Een persoon wordt ambtshalve op een briefadres van de gemeente in de BRP geregistreerd indien het woonadres ontbreekt, er geen aanvraag van adreswijziging wordt gedaan waarbij een briefadres wordt gekozen en betrokkene voldoet aan de criteria voor inschrijving als ingezetene in de BRP.

  • 2.

    Als er geen schriftelijke verklaring van instemming van een briefadresgever kan worden verkregen, kent het college (indien men voldoet aan artikel 1 en 2 van deze beleidsregel) een briefadres toe op het adres van de gemeente.

  • 3.

    Het gemeentehuis, gevestigd aan Deweverplein 1, 6361 BZ in Nuth, is door het college van burgemeester en wethouders aangewezen als briefadresgever.

  • 4.

    Dit briefadres dient om er voor te zorgen dat de briefadreshouder op dit adres post kan ontvangen. Op het briefadres worden geen pakketten of medicijnen aangenomen.

Artikel 9. Maximum aantal briefadressen op één adres

  • 1.

    De briefadresgever, als natuurlijk persoon, kan maximaal op één adres toestemming geven om een briefadres te houden voor twee gezinshuishoudens, twee alleenstaanden of een gezinshuishouden en een alleenstaande.

  • 2.

    Het maximum geldt niet als de briefadresgever een rechtspersoon is die door het college van burgemeester en wethouders is aangewezen om als briefadresgever op te treden.

  • 3.

    Het maximum geldt niet voor briefadressen op het adres van de gemeente Beekdaelen.

Artikel 10. Monitoring briefadres

  • 1.

    In de situatie als bedoeld in artikel 2 wordt een briefadresinschrijving na de duur van maximaal zes maanden opnieuw beoordeeld.

  • 2.

    De beoordeling van de briefadresinschrijving wordt gedaan met inachtneming van de artikelen 1 tot en met 11 van deze regeling.

  • 3.

    Als een briefadreshouder een ander adres krijgt, is deze verplicht om hiervan aangifte te doen bij de nieuwe woongemeente. Dit moet gebeuren in de periode tussen vier weken vóór de beoogde verhuisdatum tot en met de vijfde dag na verhuisdatum.

  • 4.

    De gemeente start een (adres)onderzoek naar diegene die een briefadres heeft als diegene niet (meer) voldoet aan de voorwaarden voor het briefadres.

Artikel 11. Verplichtingen briefadresgever en briefadreshouder

  • 1.

    Zowel de briefadresgever als de briefadreshouder zijn verplicht om op verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beekdaelen inlichtingen te verstrekken die van belang zijn voor de registratie van het briefadres.

  • 2.

    Betrokkene(n) verschijnen hierbij desgevraagd in persoon.

  • 3.

    De briefadreshouder is verplicht het briefadres meteen te beëindigen als de reden voor het briefadres is vervallen. De briefadreshouder beëindigt het briefadres door een adreswijziging door te geven of door vertrek naar het buitenland.

  • 4.

    De briefadresgever is verplicht om direct schriftelijk melding bij de gemeente te doen als de briefadreshouder niet meer bereikbaar is of als de briefadreshouder zijn verplichtingen niet meer nakomt. De gemeente start naar aanleiding van de melding van de briefadresgever een adresonderzoek.

  • 5.

    Briefadreshouder is verantwoordelijk om minimaal één keer per twee weken de post op te halen. Indien de post niet wordt opgehaald volgt een waarschuwing. Indien geen gehoor hieraan wordt gegeven wordt het briefadres na 6 maanden beëindigt en start de gemeente een (adres)onderzoek.

Artikel 12. Hardheidsclausule

  • 1.

    In uitzonderlijke gevallen kan worden afgeweken van de bepalingen in deze regeling. Dit is mogelijk wanneer een strikte toepassing van de regels leidt tot een uitkomst die als onredelijk of onevenredig nadelig wordt beschouwd. Van een dergelijke onbillijkheid kan sprake zijn wanneer het strikt volgen van de regeling in een specifieke situatie leidt tot onevenredige schade voor de betrokkene. Ook het uitblijven van een inschrijving in de basisregistratie personen kan leiden tot ernstige negatieve gevolgen, wat eveneens aanleiding kan zijn om van de regeling af te wijken.

  • 2.

    Wanneer besloten wordt tot het toepassen van de hardheidsclausule, worden met de aanvrager concrete afspraken gemaakt over het briefadres. Ook wordt er een termijn afgesproken waarna herbeoordeling plaatsvindt.

  • 3.

    Bij de beoordeling van de niet-standaard situaties is maatwerk en samenwerking met collega’s uit andere afdelingen/domeinen belangrijk. De beoordeling van deze situaties vraagt om een professionele onderbouwing.

  • 4.

    Het toepassen van de hardheidsclausule, de argumenten hiervoor en de gemaakte afspraken worden in een dossier vastgelegd.

Artikel 13. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na de dagtekening van het gemeenteblad waarin zij wordt gepubliceerd.

  • 2.

    De regeling briefadres gemeente Beekdaelen van 1 januari 2020 wordt bij de inwerkingtreding van deze regeling ingetrokken.

Artikel 14. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling briefadres gemeente Beekdaelen 2025.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 30 september 2025.

de secretaris,

de burgemeester,

Toelichting op de Regeling briefadres gemeente Beekdaelen 2025

Iedereen moet ingeschreven staan in de BRP

Iedereen die rechtmatig in Nederland verblijft moet ingeschreven staan in de Basisregistratie Personen (BRP). De belangrijkste doelen van een juiste registratie zijn enerzijds de correspondentie met de overheid en anderzijds dat burgers aanspraak kunnen maken op (adres-gerelateerde) overheidsvoorzieningen. Wanneer (adres)gegevens ontbreken of niet correct zijn, kan het voorkomen dat een burger ten onrechte geen gebruik kan maken van een voorziening. Het is van belang dat een ingezetene van Nederland mee kan doen in de maatschappij en daarom zo snel als mogelijk wordt ingeschreven in de BRP. Uitgangspunt is dat niemand tussen wal en schip mag vallen.

 

We schrijven in op een woonadres

Het uitgangspunt in de Wet BRP is dat de gemeente ingezetenen zo feitelijk mogelijk registreert met het adres waar zij verblijven. In de regel staat iemand ingeschreven op het adres waar hij of zij woont of de meeste nachtrust geniet. Dit noemen we in de BRP het woonadres. Dit is alleen anders als een wettelijke uitzonderingsgrond geldt; bijvoorbeeld iemand verblijft in een psychiatrische instelling. Indien er meerdere adressen zijn, geldt dat het adres waar betrokkene naar verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten wordt gezien als het woonadres.

 

Een briefadres als het woonadres ontbreekt

Wanneer het (vaste) woonadres ontbreekt, dan is het mogelijk om een zogenaamd briefadres aan te vragen. Een briefadres is een adres waar iemand niet woont, maar waar brieven en andere poststukken in ontvangst worden genomen. De gemeente waar een briefadres wordt aangevraagd hoeft niet de gemeente te zijn waar iemand op dat moment verblijft. Een briefadres wordt aangevraagd in de gemeente daar waar het briefadres is.

 

In standaard gevallen is er sprake van een briefadresgever

Een briefadresgever stelt zijn/haar adres beschikbaar als briefadres. Dit kan bijvoorbeeld een bekende zijn van de briefadreshouder. Niet iedereen kan briefadresgever zijn. Het briefadres moet op een bestaand adres zijn van een natuurlijk persoon (iemand die in Nederland als ingezetene staat ingeschreven) of een instelling die door het college van burgemeester en wethouders is aangewezen om op te treden als briefadresgever.

 

De briefadresgever moet ervoor zorgen dat post van de overheid (brieven of andere stukken, zoals een belastingformulier, stempas of dagvaarding) de briefadreshouder bereikt. Daarnaast moet een briefadreshouder (persoonlijk) bereikbaar zijn voor de gemeente, om vragen te kunnen beantwoorden over het briefadres. Daarom kan een briefadres nooit een postbus zijn.

 

Maatwerk als er geen briefadresgever is

Als iemand in een gemeente verblijft maar geen vast woonadres heeft, dan is het mogelijk om een zogenoemd briefadres te krijgen. Vanaf 1 januari 2022 is een gemeente wettelijk verplicht om iemand in te schrijven op een briefadres. Als er geen briefadresgever beschikbaar is moet de gemeente zelf als briefadresgever optreden. Dat kan bijvoorbeeld het adres van het gemeentehuis zijn.

 

Hieronder volgt de artikelsgewijze toelichting op de regeling briefadres.

 

Toelichting artikel 1

We hanteren zo veel mogelijk dezelfde begrippen als in de Wet Basisregistratie Personen. De begrippen “woonadres”, “briefadres” en “briefadresgever” zijn bijvoorbeeld in de Wet gedefinieerd. Andere begrippen zijn in dit artikel toegelicht.

 

Toelichting artikel 2 lid 1a

Er is sprake van ontbreken van een woonadres bij:

  • Dak- of thuisloosheid

    Van dakloosheid is sprake bij verblijf op straat of in de nachtopvang. Voor de beoordeling van briefadressen spreken we van thuisloosheid als een persoon op verschillende adressen verblijft en waarbij de maximale duur van het verblijf op één adres nooit langer is dan twee maanden.

  • Korte overbrugging tussen twee woonadressen

    Er is sprake van een korte overbrugging tussen twee woningen als de aanvrager de oude woning heeft verlaten en de nieuwe woning nog niet kan betrekken. De aanvrager moet aantonen dat hij een nieuwe woning heeft. Dat kan door het overleggen van een huur- of koopovereenkomst van de nieuwe woning.

  • De uitoefening van een ambulant beroep

    Wie door de uitoefening van een reizend beroep steeds op andere adressen verblijft kan een briefadres kiezen. Te denken valt aan beroepen als circusartiest of kermisexploitant.

  • Kort verblijf in het buitenland

    De wet schrijft voor wanneer iemand moet worden uitgeschreven uit de BRP. Dat is het geval als iemand langer dan acht maanden per jaar in het buitenland is. Gaat iemand korter dan acht maanden naar het buitenland? Dan is inschrijven op een briefadres mogelijk. Deze situatie doet zich vaak voor bij internationale stages en bij (tijdelijke) verhuur van de woning door kort verblijf in het buitenland. Overigens is het belangrijk om te vermelden dat de periode van acht maanden niet aaneengesloten hoeft te zijn. Iemand die bijvoorbeeld in een jaar twee keer voor langere tijd vertrekt, moet zich uitschrijven als dat in totaal langer dan acht maanden is. Dan is een briefadres dus niet mogelijk.

  • Een langdurig vermiste persoon

    Als iemand langdurig vermist is, wijzigen wij de inschrijving in de BRP in een briefadres. Dit omdat vaststaat dat de persoon niet meer op het woonadres verblijft. We kiezen in dit soort situaties niet direct voor uitschrijven uit de BRP. Dat zou consequenties hebben voor de naasten en de zoektocht naar de persoon.

  • Beroepshalve varen op een schip dat in Nederland thuishaven heeft

    Als de aanvrager beroepshalve vaart op een schip dat in Nederland thuishaven heeft, kan hij een briefadres kiezen. Vaart de aanvrager op internationale wateren? Dan mag het verblijf in het buitenland naar redelijke verwachting niet langer dan 2 jaar duren. Dit is ook vastgelegd in artikel 29 van het Besluit BRP. In aansluiting op het Besluit BRP is in deze beleidsregel uitdrukkelijk opgenomen dat de aanvrager ‘beroepshalve’ vaart. Er is dus geen uitzondering voor de pleziervaart. Als iemand niet-beroepshalve verblijft op een schip, is er in veel gevallen een vaste ligplaats die als woonadres kan worden aangewezen. Vaart iemand niet-beroepshalve voor een korte tijd in het buitenland? Dan is een briefadres mogelijk vanwege kort verblijf in het buitenland.

Toelichting artikel 2 lid 1b

Personen die niet beschikken over een woonadres en gebruik maken van de maatschappelijke opvang (passantenverblijven en dag- en nachtopvang) kunnen met een briefadres ingeschreven worden bij één van de opvanginstellingen.

 

Degene die zijn woonadres heeft in een instelling als bedoeld in artikel 2.40 wet BRP, kan in afwijking van artikel 2.38, lid 1 en artikel 2.39, lid 1 van de wet BRP in plaats van inschrijving op zijn woonadres een briefadres kiezen. Op grond van artikel 2.40, lid 3 wet BRP zijn dit instellingen voor gezondheidszorg, instellingen op het gebied van kinderbescherming en penitentiaire instellingen. In de artikelen 17 t/m 19 van de Regeling BRP is aangegeven voor welke instellingen een briefadres gekozen kan worden.

 

Toelichting artikel 2 lid 1c

Als de burgemeester van oordeel is dat het om veiligheidseisen gewenst is een persoon niet op het woonadres in te schrijven, kan inschrijving op een briefadres plaatsvinden.

 

Toelichting artikel 2 lid 1d

Dit artikel biedt extra mogelijkheden voor toepassing van de menselijk maat. Onder 'de menselijke maat’ wordt in dit verband verstaan, recht doen aan de belangen van burgers bij de totstandkoming en uitvoering van beleid. De bedoeling is om oplossingen te vinden voor inwoners die niet op grond van bestaande regels ingeschreven kunnen worden op een (brief)adres en daardoor in een schrijnende (financieel en maatschappelijk) situatie verkeren.

 

Toelichting artikel 3

Een briefadres kan, in aanvulling op wat de wet regelt en in afwijking van een woonadres, worden gekozen binnen elke gemeente in Nederland. Het is niet verplicht om een briefadres te kiezen in de gemeente waar voor het laatst een woonadres werd gehouden. Voor gedetineerden of personen die in een psychiatrische inrichting verblijven is het advies om bij voorkeur een briefadres te kiezen in de gemeente van herkomst. Dit is onder andere van belang voor de verworven rechten die de briefadreshouder daar heeft opgebouwd, bijvoorbeeld op het gebied van huisvesting. De aanvraag wordt altijd gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt.

 

Bij de aanvraag dient een schriftelijke verklaring van instemming te worden gevoegd van degene bij wie het briefadres wordt gehouden op grond van artikel 2.45 lid 2 van de wet BRP. In de aanvraag, waarbij het briefadres wordt gekozen, dienen de redenen van het briefadres en de te verwachten duur van het briefadres te worden opgenomen. De aangever dient tevens een geldig identiteitsbewijs zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht van zichzelf als van degene bij wie het briefadres wordt gehouden te overleggen.

 

Het is niet waarschijnlijk dat de briefadreshouder bij zijn aanvraag altijd de verklaring van de burgemeester kan overleggen. De verwachting is, dat deze verklaring veelal bij het team Burgerzaken terecht komt via de interne kanalen van de gemeente.

 

Toelichting artikel 4

Een rechtspersoon kan alleen als briefadresgever een briefadres ter beschikking stellen indien het een rechtspersoon betreft die zijn zetel heeft in Nederland en die door het college van burgemeester en wethouders is aangewezen om, op grond van artikel 2.42, lid 4 wet BRP, als briefadresgever in zijn gemeente op te treden. Uiteindelijk bepaalt het college of inschrijving op dit briefadres ook daadwerkelijk mogelijk is.

 

Toelichting artikel 5

Verblijft de aanvrager in een aangewezen instelling? Dan kan hij een briefadres kiezen. Het gaat hierbij om instellingen voor gezondheidszorg, instellingen op het gebied van kinderbescherming en penitentiaire instellingen. In artikel 17, 18 en 19 van de Regeling BRP is verder uitgewerkt om welke instellingen het precies gaat.

 

Iemand die in een op grond van artikel 2.40 wet BRP aangewezen instelling verblijft, kan een briefadres kiezen binnen elke gemeente in Nederland. Voor gedetineerden of personen die in een psychiatrische inrichting verblijven is het advies om bij voorkeur een briefadres te kiezen in de gemeente van herkomst. Dit is onder andere van belang voor de verworven rechten die men daar heeft opgebouwd, bijvoorbeeld op het gebied van huisvesting.

 

Toelichting bij artikel 6

Ontbreekt bij de aanvraag één of meer van de benodigde stukken, dan wordt de aanvraag behandeld als een onvolledige aanvraag. De aangever wordt schriftelijk in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen of een nader overeen te komen termijn na verzending van het verzoek het verzuim te herstellen en de aanvraag aan te vullen met de ontbrekende stukken. De aangever kan echter in reactie daarop het verzoek doen de termijn om de aanvraag aan te vullen eenmalig te verlengen met veertien dagen.

 

Wanneer de aangever niet binnen veertien dagen zijn/haar aanvraag aanvult of uitstel aanvraagt, wordt een brief verstuurd over het besluit dat de aanvraag van adreswijziging, waarbij een briefadres wordt gekozen, buiten behandeling wordt gesteld wegens het ontbreken van de gevraagde documenten.

 

Als de aanvraag buiten behandeling wordt gesteld is er geen brondocument op grond waarvan de aangever op een adres ingeschreven kan worden en is er sprake van een situatie als bedoeld in artikel 2.23 van de wet BRP. De uitwerking daarvan is in deze regeling beschreven in artikel 8.

 

Toelichting bij artikel 8

De gemeente moet voorzien in een briefadres wanneer alle andere opties voor de ingezetene, die geen woonadres heeft, niet mogelijk zijn. Daarmee wordt voorkomen dat personen die wel rechtmatig in Nederland verblijven, van inschrijving op een adres in de BRP worden uitgesloten.

Omdat de gemeente dan zelf briefadresgever is, zal de gemeente een van haar eigen adressen of die van een aangewezen instelling moeten inzetten als briefadres. Voor de inschrijving op een adres van een aangewezen instelling is toestemming vereist van die instelling. Als een verklaring van instemming niet kan worden verkregen vindt inschrijving plaats op een adres van de gemeente.

 

Toelichting artikel 9

Er is een maximum aan het aantal personen dat op één adres met een briefadres mag worden ingeschreven. Dit is nodig om misbruik en adresfraude tegen te gaan. Het maximum geldt uitsluitend voor inschrijvingen op het adres van een natuurlijk persoon. Aan het aantal briefadressen op het adres van een rechtspersoon, zoals een instelling, is geen maximum verbonden.

 

Toelichting artikel 10

Om te voorkomen dat een ingeschrevene ten onrechte ingeschreven blijft met een briefadres als deze een woonadres heeft, vindt regelmatig een herbeoordeling op het geregistreerde briefadres plaats. Hiertoe wordt in de gemeente een administratie bijgehouden en worden aan de hand hiervan controles uitgevoerd.

 

Een periode van zes maanden is bewust gekozen om op deze manier in ieder geval na zes maanden een contactmoment te hebben met de burger, om zo er op toe te zien dat hij/zij niet op het briefadres blijft ingeschreven terwijl hij inmiddels een woonadres heeft.

 

In het geval dat een briefadres toegekend wordt op een adres van de gemeente, wordt dit gemonitord. De in dit artikel genoemde termijn van 6 maanden is het signaal om of contact te hebben met betrokkene of als het contact niet mogelijk is, een onderzoek te starten op basis van de circulaire adresonderzoek BRP van 1 november 2018 van het ministerie van BZK.

 

Als het resultaat van dat adresonderzoek is dat er geen nieuw adres bekend is, dan besluit het college tot opname van vertrekgegevens naar een onbekend land met toepassing van artikel 2.22 van de wet BRP, waardoor de gegevens van betrokkene verhuizen naar het Register van Niet-Ingezetenen. Het voornemen kan verzonden worden aan het laatst bekende adres van de persoon in de BRP. Ook het besluit moet bekend gemaakt worden aan de persoon. Als bekendmaking van het besluit niet kan plaatsvinden door toezending of uitreiking zal bekendmaking op een andere geschikte wijze moeten plaatsvinden, dit kan via publicatie in een huis-aan-huisblad, dagblad of het gemeenteblad op www.overheid.nl.

 

De wet BRP verplicht een ingezetene om aanvraag te doen van zijn nieuwe adres. Zodra hij weer beschikt over een woonadres of over een ander briefadres, moet hij hiervan aanvraag doen binnen de daarvoor in artikel 2.39 lid 2 van de wet BRP gestelde termijn van vier weken voorafgaand aan en vijf dagen ná de daadwerkelijke verhuizing. Hij mag hier niet mee wachten totdat de eerder bepaalde of afgesproken termijn van het briefadres is verstreken. Als aanvraag wordt gedaan van een ander briefadres, dan wordt dit uiteraard weer getoetst aan de voorwaarden uit deze regeling en die de wet stelt.

 

Toelichting artikel 11

Zowel de briefadresgever als de briefadreshouder zijn verplicht inlichtingen te verstrekken die van belang zijn voor de bijhouding van het briefadres in de BRP. In het geval er een aanvraag is, bestaat die verplichting op grond van artikel 2.45 wet BRP, als een aanvraag ontbreekt bestaat de verplichting op grond van artikel 2.47 wet BRP.

 

Toelichting artikel 12

Het toepassen van de hardheidsclausule houdt in dat de gemeente afwijkt van de wettelijke verplichtingen vanuit de Wet BRP. Dit maatwerkartikel ziet toe op de situatie van het voorkomen van schrijnende situaties, waarbij hulpverlening noodzakelijk is in geval van sociaal-maatschappelijke problemen. Het is goed om als gemeentelijk dienstverlener nooit de menselijke maat uit het oog te verliezen. Het belang daarvan kan zo groot zijn dat de gemeente in zeer bijzondere gevallen voorbij kan gaan aan de bepalingen van deze beleidsregeling.

 

In praktijksituatie kan bijvoorbeeld voorkomen dat een inschrijving met een woonadres, om welke reden dan ook, nadelige gevolgen heeft voor een burger. Het belang van inschrijving als ingezetene staat voorop. Vervolgens is het zaak dat onderzocht wordt waarom een burger in de knel komt als een woonadres wordt geregistreerd. Het is dan ook belangrijk om te onderzoeken of het probleem kan worden opgelost aan de zijde waar het zich voordoet. Hierover gaan we in gesprek voor ondersteuning en maatwerk in deze specifieke gevallen.

Naar boven