Overwegingen ten aanzien van het besluit
gezien de aanvraag van de bewoonster van een woning aan de Van Broekhuizenstraat te Rijssen, tot aanwijzing van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats in de onmiddellijke omgeving van haar woning;
overwegende dat aanvraagster zelf geen auto rijdt en dat zij in het bezit is van een gehandicaptenparkeerkaart voor een passagier;
dat passagiers van motorvoertuigen op basis van het gemeentelijke beleid alleen voor een gehandicaptenparkeerplaats in aanmerking komen wanneer zij naast het hebben van een loopbeperking van landurige aard (maximale loopafstand van 100 meter), voor het vervoer van deur tot deur continu afhankelijk zijn van de hulp van de bestuurder;
dat de criteria om in de gemeente Rijssen-Holten als passagier voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats in aanmerking te komen daarmee feitelijk gelijk zijn aan de criteria voor de toekenning van een gehandicaptenparkeerkaart (passagier);
dat aanvraagster in 2025 voor het eerst een gehandicaptenparkeerkaart (passagier) toegekend heeft gekregen;
dat dit betekent dat er recent medisch onderzoek is uitgevoerd met betrekking tot de handicap van aanvraagster en daaruit gebleken is dat zij redelijker wijs niet in staat is om meer dan 100 meter te lopen en dat zij van deur tot deur continu afhankelijk is van de hulp van de bestuurder;
dat daarmee vaststaat dat zij voldoet aan het beleid om in de gemeente Rijssen-Holten als passagier voor een gehandicaptenparkeerplaats in aanmerking te komen;
dat niet op andere wijze in een parkeerplaats voor aanvraagster voorzien kan worden;
dat de parkeerplaats aan de Van Broekhuizenstraat, die aangegeven is op de tekening bij dit besluit, gereserveerd dient te worden voor aanvraagster;
dat de Van Broekhuizenstraat in beheer is bij de gemeente Rijssen-Holten;
gelet op de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990) en het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW);