Uitvoeringsprogramma opvang, wonen en herstel 2024-2027 gemeente Heemstede

 

1. Inleiding

Sinds 2015 is de gemeente Haarlem als centrumgemeente verantwoordelijk voor beschermd wonen. Vanaf 1 januari 2025 verandert dit en zijn alle acht gemeenten in de regio verantwoordelijk voor nieuwe cliënten die instromen. Met de doordecentralisatie van middelen voor beschermd wonen naar de lokale gemeenten wordt beoogd dat de gemeenten meer regie en verantwoordelijkheid nemen voor de zorg aan hun inwoners.

 

In Heemstede ondersteunen we deze ontwikkeling en vinden we het belangrijk dat elke gemeente of regio meer verantwoordelijkheid kan nemen. Tegelijkertijd blijven we samen verantwoordelijk voor het beschikbaar houden van passende zorg en ondersteuning voor alle beschermd-wonen cliënten in de regio Zuid-Kennemerland, IJmond en Haarlemmermeer.

 

In het kader van deze samenwerking is een regionaal beleidskader Opvang, Wonen en Herstel vastgesteld. Dit kader omvat een gezamenlijke inkoop voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang, evenals recent geformuleerde regionale inhoudelijke doelstellingen voor deze gebieden. Wij volgen hier het advies van de commissie-Dannenberg1 en hebben de ambitie om deze ondersteuning bij voorkeur zelfstandig thuis te organiseren, in de eigen buurt en wijk. Een stabiele woonplek draagt bij aan het herstel en vergroot de mogelijkheden om zelfstandig te participeren in de maatschappij.

 

De volgende stap is een lokaal uitvoeringsplan opstellen met niet alleen de regionale doelstellingen, maar ook met specifieke accenten op de lokale behoeften en prioriteiten van Heemstede. Het uitvoeringsplan is de lokale vertaling van het regionaal beleidskader Opvang, Wonen en Herstel 2022 – 2027.

 

Met dit uitvoeringsplan willen we ervoor zorgen dat inwoners van Heemstede toegang hebben tot adequate opvang-, woon- en herstelvoorzieningen die aansluiten bij hun unieke situaties en behoeften. Dit uitvoeringsprogramma staat niet op zich, maar maakt deel uit van een bredere aanpak. Het sluit direct aan bij de Startnotitie Wonen en Zorg, waar de visie op wonen en zorg is geïntegreerd in het beleidsplan Maatschappelijke Ondersteuning om het woon- en zorgdomein meer met elkaar te verbinden.

 

Het voorliggende uitvoeringsprogramma richt zich op beschermd wonen en maatschappelijke opvang.

2. Doordecentralisatie beschermd wonen, maatschappelijke opvang en vrouwenopvang

2.1 Beschermd wonen

Mensen, die niet zelfstandig kunnen wonen, hebben er baat bij om zoveel mogelijk in hun eigen wijk en bij voorkeur ambulant geholpen te worden. Zo kunnen ze blijven deelnemen aan de maatschappij en dat bevordert hun herstel. Deze visie is geformuleerd in het advies van de commissie Dannenberg (Toekomst Beschermd Wonen). De implementatie van deze visie vraagt om een passend aanbod voor beschermd wonen in alle gemeenten.

 

Zeker in de eerste jaren is er nog niet in alle gemeenten een passend aanbod voor alle nieuwe cliënten van beschermd wonen. Soms is een andere gemeente dan de woongemeente de beste plek voor herstel, waardoor cliënten in een andere gemeente beschermd gaan wonen. Om de inzet op preventie en een goede zorginfrastructuur te stimuleren, wordt het woonplaatsbeginsel ingesteld. Hiermee blijft iedere gemeente verantwoordelijk voor beschermd wonen van haar inwoners, ook als zij naar een andere gemeente verhuizen vanwege een betere herstelplek.

 

Het wetvoorstel ‘Woonplaatsbeginsel voor Beschermd Wonen’ regelt de doordecentralisatie van de verantwoordelijkheid voor beschermd wonen van de centrumgemeenten naar alle gemeenten. De doordecentralisatie is bedoeld om de beweging van verblijf in voorzieningen voor beschermd wonen naar ondersteuning thuis (beschermd thuis) mogelijk te maken. Hierdoor kunnen inwoners met een psychische kwetsbaarheid met passende ondersteuning zo gewoon mogelijk wonen in hun eigen omgeving en in de buurt van hun sociale netwerk. Er komt een landelijk verdeelmodel volgens welke gemeenten de middelen ontvangen voor de nieuwe instroom in beschermd wonen. Haarlem blijft middelen ontvangen voor de cliënten die op het moment van ingaan van de nieuwe Wet al in beschermd-wonen-voorzieningen verblijven.

 

Het is nog de vraag of en wanneer de Wet Woonplaatsbeginsel in werking treedt, na meerdere keren te zijn uitgesteld. De nieuwe streefdatum voor invoering van het wetsvoorstel woonplaatsbeginsel is 1 januari 2026. Ook het objectieve verdeelmodel voor de middelen die gemeenten ontvangen voor beschermd wonen wordt nog niet ingevoerd. Dat is onlosmakelijk verbonden met het woonplaatsbeginsel. Dit betekent dat de middelen voor beschermd wonen nog niet verdeeld worden over de gemeenten. Centrumgemeente Haarlem blijft deze middelen ontvangen voor de regio Zuid-Kennemerland, IJmond en Haarlemmermeer.

 

Gemeenschappelijke regeling

In onze regio zijn we per 1 januari 2024 van start gegaan met de gezamenlijke sturing op beschermd wonen en de inrichting van de lokale toegang (per 2025). De sturing doen we vanuit een Gemeenschappelijk Orgaan (het GO BW). In de Gemeenschappelijke Regeling zijn de samenwerkingsafspraken van het GO BW vastgelegd. Het betreft afspraken over o.a. sturing, gezamenlijke taken en financiën. Haarlem draagt de rijksmiddelen voor Beschermd Wonen over aan het GO BW.

2.1.1 Maatschappelijke opvang en vrouwenopvang

Maatschappelijke opvang

De centrumgemeente Haarlem is eveneens verantwoordelijk voor de financiering en uitvoering van maatschappelijke opvang op basis van de Wmo van dakloze inwoners met een psychische kwetsbaarheid. Het Nationaal Actieplan Dakloosheid zet in op een verandering in de manier waarop we kijken naar en omgaan met dakloosheid. Het plan stelt de ambitie om dakloosheid in Nederland fors en structureel terug te dringen, waarmee aangesloten wordt bij de Verklaring van Lissabon.

 

Uit andere Europese landen weten we dat de aanpak van dakloosheid het meest succesvol is wanneer er rigoureuze keuzes worden gemaakt in het denken over dakloosheid. Voorkomen dat mensen dakloos raken en zo snel mogelijk een nieuw stabiel thuis krijgen, staan centraal, in plaats van gericht zijn op maatschappelijke opvang. Daarom zijn voor het actieplan zes leidende principes opgesteld:

  • 1.

    Dakloosheid voorkomen is altijd beter dan opvang of herhuisvesting.

  • 2.

    Huisvesting is een mensenrecht.

  • 3.

    Respect voor de keuze en eigen regie van mensen.

  • 4.

    Scheiden van wonen en zorg.

  • 5.

    Ondersteuning is gericht op herstel.

  • 6.

    Ondersteuning is flexibel en op maat.

 

 

Bovenstaande zes samenhangende leidende principes vormen de komende jaren het kompas voor het landelijke beleid. Ze dienen als meetlat voor nationaal, regionaal en lokaal beleid en zijn gericht op het behalen van de doelstellingen uit het actieplan. Hoewel we streven naar deze leidende principes, zijn ze op dit moment (nog) niet overal realiteit.

 

Door het Rijk wordt met het ‘Nationaal Actieplan Dakloosheid’, het programma ‘Een thuis voor iedereen’ en de wet ‘Versterking regie volkshuisvesting’ ingezet op het terugdringen van dakloosheid, voldoende betaalbare woningen en kansengelijkheid in de huisvesting van urgente aandachtsgroepen en in het ‘Integraal Zorgakkoord’ (IZA)2 zijn afspraken gemaakt over het versterken van de samenwerking van het gemeentelijk sociaal domein met de eerstelijnszorg (wijk-/buurtzorg, huisartsenzorg en lichte vormen van geestelijke gezondheidszorg).

 

De centrumgemeente en de acht regiogemeenten werken samen aan een regionaal actieplan dakloosheid. Deze transformatie vraagt tijd, omdat het veranderingen in cultuur, gedrag en houding vereist bij diverse betrokken partijen. Het actieplan richt zich op de afbouw van opvangvoorzieningen en de opbouw van woonplekken met begeleiding, gebaseerd op de woon-zorgvisies en de regionale aanpak van dakloosheid. Momenteel wordt gewerkt aan concrete stappen om deze doelen te realiseren.

 

Medio 2026 wordt landelijk besloten of en wanneer de maatschappelijk opvang verder wordt gedecentraliseerd tot een lokale taak voor alle gemeenten. Tot die tijd blijft de maatschappelijke opvang onder de verantwoordelijkheid van de centrumgemeente Haarlem vallen.

 

Vrouwenopvang

Voor de vrouwenopvang heeft het Rijk (vooralsnog) geen plannen tot verdere decentralisatie.

 

2.2 Uitgangspunten Regionaal kader Opvang, wonen en herstel

Regionaal kader

De gemeenten in Zuid-Kennemerland, IJmond en Haarlemmermeer werken vanuit een gezamenlijke visie om inwoners die onvoldoende in staat zijn om op eigen kracht zelfstandig te (blijven) wonen en die aangewezen zijn op (voorzieningen voor) maatschappelijke opvang en beschermd wonen – bijvoorbeeld door een psychische kwetsbaarheid of doordat hun bestaanszekerheid in het geding is – zo lang mogelijk thuis te laten wonen met herstelondersteuning, gericht op inclusie, volwaardig burgerschap, participatie, zelfredzaamheid en informele steun in de eigen omgeving.

 

In het regionale kader worden twee centrale uitgangspunten benoemd:

  • 1.

    Inwoner centraal

  • 2.

    Zo thuis mogelijk

Dit is in het Regionaal beleidskader Opvang, Wonen en Herstel 2022-2027 vastgelegd.

 

Regionaal samenwerken

Regionale samenwerkingsafspraken zijn nodig om een kwalitatief goed aanbod beschermd wonen en maatschappelijke opvang te realiseren voor onze inwoners.

In de toekomst kunnen onze inwoners, in lijn met de gedachte achter de doordecentralisatie, in principe in hun eigen gemeente beschermd wonen in de vertrouwde omgeving en in de buurt van het eigen sociale netwerk. Desondanks blijven er regionale voorzieningen nodig, bijvoorbeeld als het niet kosteneffectief is om bepaalde voorzieningen lokaal te realiseren. Samenwerking tussen de gemeenten is verplicht: met de ‘Norm voor Opdrachtgeverschap’ heeft de VNG zich gecommitteerd aan regionale samenwerking op het gebied van beschermd wonen. De regio’s werken vanuit een gezamenlijke visie. Zo ontstaat het juiste schaalniveau om afspraken met aanbieders te maken.

 

Regionale paragraaf in lokale uitvoeringsprogramma’s

De focus ligt op ‘Wonen eerst’ en op ‘Beschermd thuis’. Deze zijn uitgewerkt in een aantal regionale doelen, activiteiten en resultaten met ruimte voor lokale beleids- en uitvoeringsvrijheid om optimaal aan te sluiten bij wat lokaal werkt (zie bijlage 1).

 

Ontwikkelagenda

De regiogemeenten werken de komende jaren met de aanbieders van beschermd wonen en maatschappelijke opvang aan een aantal ontwikkelopgaven aan de hand van een Ontwikkelagenda. Er zijn zes ontwikkelopgaven:

  • 1.

    Spreiding van locaties over de regio.

  • 2.

    Direct starten met begeleiding, ook in de thuissituatie of op een andere plek, waar iemand verblijft of als iemand op de wachtlijst staat voor een plek in een BW-instelling.

  • 3.

    Van ketensamenwerking naar netwerksamenwerking en partnerschap.

  • 4.

    Acceptatie in de wijk.

  • 5.

    Bevorderen van de inzet van ervaringsdeskundigen.

  • 6.

    Ontwikkelen en realiseren van pauzeplekken.

Innovatie

Het GO BW stelt aan de regiogemeenten jaarlijks middelen beschikbaar voor innovatie. Dit maakt het mogelijk om lokale initiatieven te ontwikkelen, te investeren in de opbouw van lokale voorzieningen of te werken aan preventie in de eigen gemeente.

 

Beoogde ambitie

De doordecentralisatie van Beschermd Wonen biedt een waardevolle kans om samen met de acht gemeenten en onze partners vorm te geven aan de ambitie om zorg op maat dicht bij de inwoners te organiseren. Het uitgangspunt is: 'lokaal waar het kan, regionaal waar moet'. Ons doel is dat inwoners met geestelijke gezondheidsproblemen (ggz) in de toekomst zoveel mogelijk in hun eigen gemeente beschermd wonen, zo thuis mogelijk en in de buurt van hun sociale netwerk. Wanneer dit niet mogelijk is, bijvoorbeeld bij complexe problematiek of als de noodzakelijke voorzieningen lokaal niet beschikbaar zijn, moeten cliënten terechtkunnen bij regionale voorzieningen beschermd wonen.

3. Beschermd wonen aantallen

Om een beeld te krijgen van de behoefte aan beschut en beschermd wonen per gemeente heeft de regio Zuid-Kennemerland − IJmond en de gemeente Haarlemmermeer aan ABF Research gevraagd om een prognose op te stellen. Deze prognose geeft de gemeenten in de regio Zuid-Kennemerland/ IJmond en de gemeente Haarlemmermeer zicht op de verwachte aantallen cliënten die in de toekomst van deze voorzieningen gebruikmaken.

 

Vormen van beschermd wonen

Er zijn verschillende beschermde woonvormen en deze veranderen door de tijd. Op basis van de nieuwe aanbesteding voor beschermd wonen, zijn de volgende vormen te onderscheiden:

  • -

    beschermd thuis (individueel of ‘gespikkeld’) 3

  • -

    beschermd thuis (geclusterd – dit werd eerder ‘beschut wonen’ genoemd)

  • -

    beschermd wonen (intramuraal)

Aantallen

In 2021/2022 verblijven naar schatting 402 mensen (gemiddeld per maand) in onze regio in een beschermde woonvorm, 108 op plekken beschermd thuis geclusterd/beschut wonen en 149 mensen staan op de wachtlijst4.

In 2022 zijn er circa 12 Heemstedenaren met een beschermd-wonen-indicatie. Een deel van hen staat nog op de wachtlijst. 3 beschermd thuis/geclusterd beschermd wonen.

Deze cijfers geven een indicatie, maar zijn niet statisch. Het aantal beschermd-wonen-plekken, het aantal indicaties en het aantal mensen op de wachtlijst fluctueren.

 

Prognose

De prognose beschermd wonen van ABF bestaat uit een basisraming en doorrekening van twee scenario’s. Het meest realistische scenario bepalen we de komende periode in overleg met regiogemeenten, zorgaanbieders en woningcorporaties.

 

 

Jaarlijks tot 2030

beschermd wonen gespikkeld/thuis

1 à 2

beschermd wonen geclusterd (beschut wonen)

4

beschermd wonen intramuraal

8 à 9

zelfstandig wonen met ambulante begeleiding*

1

  • *

    Cijfers uit prognose beschermd en beschut wonen

4. De opgave van beschermd wonen naar een eigen thuis

Een belangrijke uitdaging is een thuis creëren in de wijk voor kwetsbare mensen die momenteel beschermd wonen of in de maatschappelijke opvang verblijven. Door zelfstandig te wonen in de wijk, hebben mensen meer kansen om actief deel te nemen aan de samenleving en zich erbij betrokken te voelen. Voor een succesvolle doorstroom naar de wijk zijn voorwaarden voor sociale inclusie nodig. Dit begint bij beschermde woonplekken, maar het gaat ook om een toereikend inkomen, zinvolle activiteiten/dagbesteding, goede gezondheidszorg, sociale netwerken, nabijheid van (mantel)zorg en ondersteuning in de buurt.

 

 

Deze transitie betekent een verschuiving van regionale voorzieningen naar lokale inzet, gericht op preventie. Hiervoor zijn nodig:

  • voldoende kleine, betaalbare woningen

  • diversiteit in woon-/zorgaanbod

  • diversiteit in aanbod van flexibele ambulante zorg

  • ontmoetingspunten in de wijk

  • een ruim aanbod van activiteiten, ook voor de ggz-doelgroep

Hiervoor is een gezamenlijke inzet nodig van gemeenten, zorgorganisaties, woningcorporaties en welzijnsorganisaties op het gebied van wonen, zorg, participatie en welzijn.

 

Deze opgave brengt in de praktijk de nodige uitdagingen met zich mee.

 

Inkomen

Een stabiel en voorspelbaar inkomen is cruciaal om volwaardig deel te nemen aan de samenleving, erbij te horen en goed voor zichzelf en de gezondheid te zorgen. Het vormt de basis voor bestaanszekerheid en woonstabiliteit. Wanneer de kosten van levensonderhoud, zoals energie, voedsel en zorg stijgen, neemt de stress toe bij inwoners die dit niet meer kunnen bekostigen. Deze stress heeft een negatief effect op de gezondheid en vermindert het vermogen om zelfstandig oplossingen te vinden. Hierdoor neemt de zelfredzaamheid af en is de kans op zelfstandig wonen kleiner.

 

Toename complexe problematiek

Zorgaanbieders signaleren een stijging van het aantal inwoners met complexe problematiek. Op dit moment is niet voor al deze inwoners een passende (woon)oplossing voorhanden (Domus plus en Skaeve Huse).

Daarnaast leiden wachtlijsten bij de Wet langdurige zorg (Wlz) ertoe dat inwoners met complexe problematiek langer in de thuissituatie of opvanglocatie verblijven.

 

Arbeidsmarktproblematiek

In Nederland zijn op dit moment meer vacatures dan werkzoekenden. Voldoende personeel vinden en behouden is voor de organisaties die de maatschappelijke opvang en het beschermd wonen uitvoeren de laatste jaren een steeds grotere uitdaging. De personeelscapaciteit is niet altijd voldoende en/of op sterkte. De combinatie van een complexere doelgroep en de beperkte capaciteit maakt dat de druk op het personeel in de maatschappelijke opvang, beschermd wonen en vrouwenopvang hoog is.

 

Wonen

Door de uitstroom uit intramurale instellingen is er een groeiende behoefte aan kleinschalige woonvormen en zelfstandige woonplekken voor mensen met een psychische kwetsbaarheid. Deze mensen hebben zowel een zorg- of ondersteuningsbehoefte als een woonbehoefte, maar worden geconfronteerd met de schaarste op de woningmarkt. De krapte op de woningmarkt belemmert de doorstroom en uitstroom vanuit beschermd wonen en maatschappelijke opvang. Het probleem is tweeledig, er is zowel een tekort aan woningen in het algemeen als een tekort aan passende woningen voor deze doelgroep.

 

Ondanks de initiatieven, die in de regio zijn ingezet, zoals het Pact voor Uitstroom en Onder de Pannen, zijn er onvoldoende mogelijkheden voor uitstroom. Hierdoor blijven mensen langer dan nodig in een beschermd wonen of maatschappelijke opvangvoorziening. Daarnaast groeit de wachtlijst voor mensen die een plek in beschermd wonen nodig hebben.

Haarlem heeft als enige gemeente in de regio ervaring met Housing first en heeft een actieplan opgesteld.

 

Samenwerking in de wijk

Samenwerking en afstemming tussen partijen zoals de GGZ (voor behandeling), de Wmo (voor begeleiding), woningcorporaties (voor huisvesting) en andere betrokken organisaties, zoals Vangnet & Advies (bemoeizorg), is cruciaal, vooral bij complexere zorgvragen. De verschillende financieringsstromen maken het echter lastig om effectief samen te werken en passende zorg te bieden.

5. Ambities doelen, doelen en inspanningen 2024 -2027

Het regionale beleidskader Opvang, Wonen en Herstel bevat twee centrale uitgangspunten: ‘inwoner centraal’ en ‘zo thuis mogelijk’. Het uitvoeringsprogramma vertaalt deze ambitie naar vier regionaal vastgestelde doelen voor de periode 2024 tot en met 2027, die worden ondersteund door lokale acties in 2024 en 2025. Hierbij streven de gemeenten in de regio ernaar om zoveel mogelijk bij te dragen aan de landelijke doelstelling om dakloosheid tegen 2030 te beëindigen.

 

Regionaal vastgestelde doelen:

  • 1.

    Preventieve inzet, zodat mensen zo thuis mogelijk kunnen wonen en dakloosheid voorkomen wordt.

  • 2.

    Ondersteuning op maat, zodat mensen zo snel als mogelijk kunnen herstellen en zo thuis mogelijk kunnen (blijven) wonen.

  • 3.

    Meer tijdelijke en structurele woonoplossingen, zodat er voldoende passend en betaalbaar woonaanbod is.

  • 4.

    Realiseren van stabiele uitstroom door nazorg. De uitstroom uit de maatschappelijke opvang en beschermd wonen bevorderen, doordat er continuïteit in ondersteuning is, zolang als nodig is.

 

Daarbij horen de hieronder opgenomen lokale en regionale acties:

Doel

Actie

Lokaal of regionaal

Planning

5.1 Preventieve inzet

  • a.

    De sociale basis in buurten en wijken versterken

Lokaal

Doorlopend

  • b.

    Schulden vroeg signaleren en huisuitzettingen voorkomen.

Regionaal en lokaal

Doorlopend

  • c.

    Ggz in de wijk

Lokaal

Doorlopend

  • d.

    Ervaringskennis inzetten en gebruik vergroten

Regionaal en lokaal

2024 en 2025

5.2 Verbeteren van ondersteuning op maat

  • a.

    Voorbereiden op doordecentralisatie beschermd wonen

Regionaal

2023-2025

  • b.

    Inrichten lokale toegang beschermd wonen

Lokaal

2024

  • c.

    Regionaal aanbesteden maatschappelijke opvang en beschermd wonen, ontwikkelagenda uitwerken aanbieders

Regionaal

2024 en verder

  • d.

    Beschermd thuis mogelijk maken

Regionaal

2024-2025

  • e.

    Verbeteren bemoeizorgketen

Regionaal en lokaal

2024-2025

5.3 Meer tijdelijke en structurele woonoplossingen

  • a.

    Huidige en toekomstige behoefte beschermd wonen in kaart brengen

Regionaal en lokaal

2024

  • b.

    Huisvesten aandachtsgroepen.

Lokaal

2024

  • c.

    Woonoplossingen creëren voor mensen met o.a. een psychische kwetsbaarheid

    • Beschermd wonen en beschermd thuis

    • Huisvesting complexe doelgroepen

    • Housing first

    • Onder de pannen

    • Kamers met aandacht

Regionaal en lokaal

2024 en verder

5.4 Stabiele uitstroom realiseren

  • a.

    Continuïteit van ondersteuning na uitstroom borgen

Lokaal

Doorlopend

  • e.

    Pact voor uitstroom en doorvoeren verbeteringen evalueren.

Regionaal en lokaal

2024-2025

  • b.

    Pauzeplekken creëren

Regionaal

2024-2025

 

5.1 Preventieve inzet

Preventie is voorkomen van verergering of van een opeenstapeling van problemen en voorkomen van sociale of maatschappelijke uitval, waardoor mensen mogelijk dakloos worden of niet meer in de eigen leefomgeving kunnen verblijven. De instroom in beschermd wonen is nu al zoveel mogelijk verminderd door de volgende preventie-activiteiten:

 

a. Sociale basis versterken in buurten en wijken

Om de sociale basis te verstevigen wordt structureel geïnvesteerd in een breed welzijnsaanbod en een stevige sociale basisinfrastructuur. Hieronder verstaan we het geheel van organisaties, diensten, voorzieningen en betrekkingen, die het mogelijk maken dat mensen in redelijkheid in sociale verbanden (buurten, groepen, netwerken, gezinnen) samenleven en participeren in de samenleving (definitie Movisie).

 

WIJ Heemstede

WIJ Heemstede is de partner in Heemstede als het over de sociale basis gaat. WIJ Heemstede versterkt de kwaliteit van wonen en leven voor inwoners in Heemstede en vervult een belangrijke rol op het gebied van preventie samen met diverse organisaties. De huidige budgetsubsidie voor de dienstverlening van WIJ Heemstede wordt verlengd in 2025 tot en met 2028. Bij WIJ Heemstede zit ook het vrijwilligerspunt Heemstede en het signaalpunt eenzaamheid.

 

Plein1 laagdrempelige ontmoetingsplaats

Daarnaast beschikt Heemstede over Plein1, dit is een fysiek en sociaal laagdrempelige ontmoetingsplaats voor alle Heemsteedse inwoners (ook kwetsbare inwoners) een toegankelijke accommodatie waar organisaties, die actief de verbinding zoeken tussen werk, zorg, welzijn, educatie, kinderopvang, veiligheid en cultuur een breed, integraal voorzieningenaanbod aanbieden.

 

b. Schulden vroeg signaleren en huisuitzettingen voorkomen

Op verschillende manieren wordt preventief schuldenbeleid uitgevoerd. Actieve voorlichting en laagdrempelige toegang tot ondersteuning vormen de basis, ondersteund door een breed netwerk van organisaties in het voorveld. Sinds 2021 wordt ingezet op vroegsignalering. Hierbij worden meldingen van betalingsachterstanden bij zorgverzekeraars, energiebedrijven, woningverhuurders en drinkwaterbedrijven gebruikt om proactief inwoners te benaderen. WIJ Heemstede neemt contact op met deze inwoners door verschillende communicatiemiddelen in te zetten: bellen, sms-en of whatsappen, mailen, brieven sturen of op huisbezoek gaan. Zodra contact is gelegd, wordt hulp aangeboden om verdere escalatie van betalingsachterstanden en het ontstaan van ernstige schulden te voorkomen.

 

Preventie huisuitzettingen

Meldingen van woningcorporaties over dreigende huisuitzettingen worden door het loket Heemstede opgepakt, waarna alles in het werk wordt gesteld om huisuitzettingen te voorkomen.

 

c. Ggz in de wijk

Het Loket Heemstede beschikt over extra inzet in de vorm van een zorgcoördinator OGGZ t.b.v. bemoeizorg. De gezamenlijke inzet betreft huisbezoeken op verzoek, consultatie van collega’s bij complexe problematiek en advies & consultatie.

 

d. Ervaringskennis inzetten

De inzet van ervaringskennis bij beschermd wonen is om verschillende redenen van groot belang. Mensen met ervaring in beschermd wonen begrijpen de uitdagingen die cliënten tegenkomen. Hun persoonlijke ervaringen geven waardevolle inzichten, die zorgprofessionals soms missen, wat leidt tot een beter afgestemde zorg op de werkelijke behoeften van cliënten. Daarnaast kunnen zij door herkenning en begrip een belangrijke bron van steun zijn voor cliënten, waardoor die zich gehoord voelen en sneller openstaan voor begeleiding en ondersteuning.

 

In de regionale paragraaf is als een van de doelen opgenomen dat de regiogemeenten in 2024 een plan maken en in 2025 uitvoeren om de inzet van ervaringsdeskundigheid in beleidsontwikkeling en uitvoering bij BW en MO te bevorderen.

 

Regionaal

Samen met de Herstelacademie en partners uit het GO, is besloten om een onderzoek te laten uitvoeren om de Herstelacademie duurzaam te bestendigen. De Herstelacademie is destijds gestart als een gezamenlijk initiatief van de aanbieders en gemeenten om een aanvullend, laagdrempelig en op ervaringskennis gebaseerd aanbod te hebben voor de doelgroep mensen met psychosociale problematiek.

Werken aan herstel bij de Herstelacademie vindt plaats door het aanbieden van educatie, zelfhulp en peersupport. Peersupport wil zeggen dat iedereen die bij de Herstelacademie werkt zelf ook een geschiedenis heeft van ontwrichting en herstelprocessen. Het is een plek voor en door elkaar.

Het aanbod van de Herstelacademie maken de cursisten, docenten en vrijwilligers samen.

 

lokaal

In 2025 start de gemeente Heemstede een pilot voor een steunpunt van 1 jaar met de Herstelacademie op Plein1. De deelnemers aan de herstelgroep kunnen desgewenst aanvullend cursussen/trainingen (groepsgericht) volgen op Plein1. Het gaat om een herstelgroep (open inloop) voor en door vrijwilligers en deelnemers met ervaring met GGZ/verslavingszorg. Verschillende organisaties die actief zijn in Heemstede (WIJ Heemstede, RIBW, Roads, Loket Heemstede, het Vrijwilligerspunt, het Signaalpunt Eenzaamheid) hechten veel waarde aan de komst van de herstelgroep.

 

5.2 Ondersteuning op maat

De inwoners zijn verschillend in hun woon- en ondersteuningsvragen, in hun wensen, mogelijkheden en beperkingen. Wanneer de hulpverlening daar adequaat op aansluit, is de hulpverlening het meest succesvol. De ondersteuning is verschillend van aard en duur, maar altijd gericht op het versterken van zelfredzaamheid en inzetten of versterken van het eigen sociale netwerk en/of het leiden naar passende ondersteuning of behandeling. Om de ondersteuning (nog meer) op maat te realiseren voert de gemeente onderstaande acties (samen met partners) uit.

 

a. Voorbereiden op doordecentralisatie Beschermd Wonen

Voor de doordecentralisatie Beschermd Wonen in de regio Zuid-Kennemerland, IJmond en Haarlemmermeer is het Gemeenschappelijk Orgaan Beschermd Wonen opgericht, dat per 1 januari 2024 in werking is getreden. Afhankelijk van het in werking treden van de Wet Woonplaatsbeginsel en de keuzes die op dit vlak nog te maken zijn, wordt de toegang lokaal ingericht.

De gezamenlijke uitvoering van beschermd-wonen-taken maakt geen onderdeel uit van dit uitvoeringsprogramma, maar raakt het wel aan. Een deel van deze gezamenlijke taken zijn toegelicht in de regionale paragraaf (bijlage 1) in dit uitvoeringsprogramma.

 

b. Inrichten lokale toegang beschermd Wonen

De toegang5 tot beschermd wonen is nu nog georganiseerd bij de centrumgemeente Haarlem. Vanaf 1-1-2025 voeren de gemeenten lokaal de toegang tot beschermd wonen uit voor hun inwoners, Loket Heemstede is hier volledig op voorbereid. In het overgangsjaar 2024 voert het regionaal uitvoeringsteam beschermd wonen de toegang tot beschermd wonen uit (gefaciliteerd door de gemeente Haarlem). De administratieve en financiële afhandeling hiervan blijft in 2025 bij het regionaal uitvoeringsteam.

 

c. Regionaal aanbesteden maatschappelijke opvang en beschermd wonen en ontwikkelagenda

Per 1-7-2024 heeft de regio de voorzieningen maatschappelijke opvang en beschermd wonen opnieuw ingekocht. Het doel van de aanbesteding is om in samenwerking met alle regiogemeenten, een passend, dekkend en kwalitatief goed aanbod te realiseren voor alle inwoners die recht hebben op maatschappelijke opvang en/of beschermd wonen. Het uitgangspunt is om ondersteuning ‘thuis’ te organiseren, tenzij dit niet anders kan. De regio werkt samen met gecontracteerde aanbieders in de ontwikkelagenda aan zes ontwikkelopgaven: spreiding van locaties, direct starten met begeleiding, van ketensamenwerking naar netwerksamenwerking en partnerschap, acceptatie in de wijk, bevorderen van de inzet van ervaringsdeskundigen en ontwikkelen en realiseren van pauzeplekken.

 

d. Beschermd thuis mogelijk maken

Zoveel mogelijk wordt in de thuissituatie of op een andere plek waar iemand verblijft, passende ondersteuning geboden. Gecontracteerde aanbieders zijn verantwoordelijk voor een beweging van verblijf Beschermd Wonen, naar trajectbegeleiding in de thuissituatie. Deze beweging zetten zij ook andersom in: thuis intensief begeleiden zodat instroom naar een intramurale voorziening voorkomen kan worden. Het mogelijk maken van Beschermd Thuis is ook een van de doelen die is opgenomen in de regionale paragraaf bij de lokale uitvoeringsprogramma’s opvang, wonen en herstel (bijlage 1).

 

e. Verbeteren bemoeizorgketen

De Vangnet en Adviesteams bieden bemoeizorg aan inwoners die geen hulp vragen of accepteren, maar dat wel nodig hebben. Bemoeizorg hangt nauw samen met de mogelijkheden voor behandeling en locaties voor (langdurige) zorg en verblijf. Het raakt de Zorgverzekeringswet en de Wlz. De bemoeizorg wordt gesubsidieerd vanuit het regionale budget Opvang Wonen en Herstel. Om de samenwerking in de bemoeizorgketen te optimaliseren, brengen we de huidige knelpunten in kaart en kijken we naar de financieringsafspraken. Op basis van deze analyse wordt een verbetervoorstel gemaakt. Het doel is om meer zicht te hebben op de resultaten die in de bemoeizorgketen zijn gerealiseerd.

Daarnaast beschikt de gemeente Heemstede over haar eigen bemoeizorg (zie Ggz in de wijk).

 

5.3 Meer tijdelijke en structurele woonoplossingen

Een dak boven het hoofd hebben, is een eerste levensbehoefte, maar dat is niet voor iedereen een vanzelfsprekendheid. De huidige ontwikkelingen (zie hoofdstuk 2) hebben invloed op de in-, door- en uitstroom van inwoners naar een structurele woonoplossing. Sinds 2015 zetten de domeinen wonen en zorg gezamenlijk in regionaal verband in op het realiseren van de ambitie ‘zelfstandig thuis wonen versterkt’. Dit heeft tot nu toe extra doorstroomvoorzieningen, beschut woonlocaties en het jaarlijks beschikbaar komen van sociale huurwoningen in het kader van het Pact voor uitstroom opgeleverd. De opgaven zijn nog steeds fors. Bij beschermd wonen is sprake van een wachtlijst. Ondanks initiatieven als Onder De Pannen zijn er nog onvoldoende uitstroommogelijkheden.

 

Onderstaand staan de acties om meer tijdelijke en structurele woonoplossingen te creëren:

 

a. In kaart brengen huidige en toekomstige behoefte aan beschermd wonen

Om een passend aanbod te bieden, wordt inzichtelijk gemaakt welk aanbod in de komende jaren nodig is voor de inwoners van Heemstede en wat nog ontbreekt. Dit gebeurt onder andere vanuit de regionale woonzorgopgave6 en het GO BW. Hier sturen ze ook samen met de regiogemeenten op vanuit de regionale paragraaf en ontwikkelagenda die ze samen met de aanbieders opstellen.

 

b. Huisvesten aandachtsgroepen

Een van de programmalijnen van het nationale Woon- en bouwprogramma is het programma Thuis voor iedereen, waar de huisvesting voor ’aandachtsgroepen ‘en de bijbehorende zorg wordt aangestuurd.

 

Startnotitie wonen en zorg Heemstede 7

Vanaf 2026 zijn de gemeenten via de Wet versterking regie volkshuisvesting verplicht om een visie op wonen en zorg te integreren in het Volkshuisvestingsplan die in lijn is met het beleidsplan maatschappelijke ondersteuning. De Regionale Woonzorgopgave Zuid-Kennemerland/IJmond biedt een regionaal overzicht van de uitdagingen op het gebied van wonen en zorg. De volgende stap is om een lokale visie te ontwikkelen. In Heemstede kiezen wij ervoor om deze visie op wonen en zorg te integreren in het beleidsplan maatschappelijke ondersteuning om het woon- en zorgdomein meer met elkaar te verbinden.

 

De startnotitie is een eerste stap om binnen Heemstede te verkennen voor welke doelgroepen wij een lokale visie op wonen en zorg opstellen. Het voorstel is om ons als gemeente te richten op ouderen, mensen met een psychische kwetsbaarheid, kwetsbare jeugd en (dreigend) dakloze mensen.

 

 

Dit uitvoeringsprogramma sluit aan bij de ontwikkelingen uit de startnotitie, maar is tegelijkertijd een verplichting vanuit regionale afspraken. Omdat het proces niet stil kan liggen, wordt het uitvoeringsprogramma voortgezet terwijl de startnotitie nog in ontwikkeling is.

 

c. Woonoplossingen creëren voor mensen die passen in ons woon/zorg profiel

De gemeente Heemstede heeft de wens om flexwoningen te realiseren. Hieronder verstaat de gemeente permanente woningen met tijdelijke contracten voor de huisvesting van aandachtsgroepen. Hiervoor zijn twee gemeentelijke locaties aangewezen. Op deze locaties vindt momenteel opvang van asielzoekers en Oekraïners plaats. Na de opvangperiode van tien jaar zijn deze locaties te gebruiken voor de opvang van aandachtsgroepen, waarvoor de gemeente huisvesting moet realiseren. Gemeente Heemstede richt zich op eerder genoemde aandachtsgroepen, waaronder mensen met een psychische kwetsbaarheid.

 

Ouderen vormen verreweg de grootste doelgroep voor Heemstede. Dit is terug te zien in de raming uit de regionale Woonzorgopgave. Voor mensen met een psychische kwetsbaarheid is een deel van de raming vastgelegd in beschermd/beschut wonen. In Heemstede zien we een lichte toename van het aantal (dreigend) dakloze mensen. Hiervoor bestaat geen urgentiecategorie, maar wel een taak voor huisvesting die bij de gemeente ligt. Voor kwetsbare jeugd is in de meeste gevallen zelfstandige huisvesting niet mogelijk of gewenst.

 

Complexe doelgroepen:

Voor huisvesting van de meest complexe doelgroepen bij beschermd wonen zijn andere structurele woonoplossingen nodig. Het betreft veelal inwoners met een combinatie van verslaving, schulden, lichte verstandelijke beperking en/of psychiatrische problematiek. Vaak zijn deze inwoners in contact gekomen met justitie. Passende huisvesting voor deze groep inwoners realiseren, duurt lang.

 

Skaeve Huse en Domus Plus

In de regio is het uitgangspunt dat elke gemeente lokaal het realiseren van een Skaeve Huse8 voorziening oppakt. De reden hiervoor was het uitgangspunt om ondersteuning ‘zo lokaal mogelijk’ te bieden. Formeel is dit niet vastgelegd in het Regionale Beleidskader Opvang, Wonen en Herstel of in andere beleidsdocumenten. Er zijn echter argumenten om regionaal een ‘dekkend aanbod’ te realiseren.

 

Het gaat, net als voor de Domus Plus9 doelgroep, om een beperkte doelgroep (geschat op ongeveer 24 personen in de regio). Voldoende begeleiding en beveiliging per gemeente organiseren op een locatie is zeer kostbaar. Gezien de beperkte doelgroep is dit voor de gemeente Heemstede lastig te realiseren. We onderzoeken de komende periode of regionale samenwerking wenselijk en haalbaar is. De komende periode werken we diverse opties hiervoor verder uit.

 

Housing First

Housing first is een vorm van wonen met ambulante en intensieve begeleiding, bedoeld voor dak- en/of thuisloze mensen met meervoudige problematiek. Het doel van Housing First is dat de inwoner uiteindelijk zelfstandig kan wonen. De toewijzing van een woning is de start. Hiermee is te voorkomen dat een inwoner in de opvang terechtkomt en/of langdurig in de opvang verblijft, wat de mogelijkheden tot herstel vermindert. Haarlem heeft hier voor de eigen gemeente ervaring mee en een actieplan opgesteld. De regiogemeenten gaan de methode Housing First samen met aanbieders en woningcorporaties verkennen en er een lokale invulling aan geven. De aanpak hiervoor moeten ze nog afspreken. Dit maakt ook onderdeel uit van de regionale paragraaf (zie bijlage 1.).

 

Onder de pannen

De Regenboog Groep voert tot en met 2025 de pilot 'Onder de Pannen' uit in regio Kennemerland (m.u.v. de gemeente Haarlemmermeer). Onder de Pannen is een initiatief dat langdurige dakloosheid en de bijbehorende gevolgen voorkomt door mensen tijdelijke huisvesting te bieden (maximaal 1 jaar) bij iemand die een kamer over heeft. Deze mensen krijgen daar de kans om in rust en met professionele ondersteuning op zoek te gaan naar een eigen woonplek. Verhuurders met een bijstandsuitkering worden niet gekort op eventuele toeslagen of uitkeringen, omdat de kostendelersnorm niet wordt toegepast. Ook met corporaties zijn afspraken gemaakt dat deze kamerverhuur mogelijk is in een sociale huurwoning. In 2021 werden in de regio elf mensen Onder de Pannen geplaatst, in 2022 waren dat zeventien mensen, in 2023 twintig.

 

Kamers met aandacht

De Stichting Kamers met Aandacht koppelt jongeren tussen de 18 en 23 jaar aan een particuliere huiseigenaar die een kamer beschikbaar heeft. Zij kunnen de kamer voor ten minste één jaar huren. Naast ambulante ondersteuning zorgt dit voor informele steun in de vorm van huisgenoten en/of buren. Het project is bedoeld voor jongeren die uitstromen uit de jeugdzorg, dak- en/of thuisloos zijn of vanwege andere redenen geen verblijfplek hebben. Haarlem is in 2024 gestart met een pilot voor deze doelgroep, er wordt nu gekeken deze voorziening regionaal in te zetten. Financiering is vanuit het innovatiebudget Opvang, wonen en herstel.

 

5.4 Stabiele uitstroom door nazorg

a. Borgen continuïteit van ondersteuning na uitstroom

Wanneer een inwoner de opvanglocatie verlaat, dan is borging van de continuïteit van ondersteuning op diverse gebieden, zoals financiën, zinvolle dagbesteding, sociale contacten, zachte landing in de buurt en veiligheid nodig.

 

- Het Pact voor uitstroom is een regionale samenwerking waar de deelnemende partijen hun commitment uitspreken om de uitstroom van cliënten uit de maatschappelijk opvang en beschermd wonen zo zorgvuldig mogelijk te laten verlopen. De ambitie is om cliënten, die uitstromen uit een zorginstelling, passende huisvesting te bieden met voldoende zorg in een prettige wijk van waaruit zij volop kunnen meedoen aan de samenleving.

 

In het Pact voor Uitstroom zijn afspraken vastgelegd over het jaarlijks aantal woningtoewijzingen in Heemstede. De doelstelling is om jaarlijks 12 plaatsingen te realiseren, maar dit wordt niet gehaald. In 2023 werden slechts drie plaatsingen gerealiseerd, terwijl dit er in 2022 nog zeven waren. Een belangrijke tekortkoming is dat het woningaanbod in Heemstede grotendeels uit grotere woningen bestaat die niet goed aansluiten bij de vraag van de doelgroep.

 

b. Creëren van pauzeplekken

Een pauzeplek wordt ingezet als het steeds slechter gaat met een inwoner of om de omgeving of huisgenoten te ontlasten. Op een pauzeplek kan een inwoner of het netwerk tot rust komen. Met inzet van een pauzeplek is te voorkomen dat de thuissituatie escaleert, dat een inwoner (langdurig) terugvalt of dat een inwoner geplaatst wordt op een locatie voor beschermd wonen of op een behandelplek. Regionaal bekijken we op welke manier we dit samen met de aanbieders kunnen vormgeven. Dit is onderdeel van de ontwikkelagenda.

6. Monitoring, evaluatie en bijstelling

Bij de uitvoering van dit programma staat partnerschap centraal. We zoeken bij de uitvoering van het uitvoeringsprogramma nadrukkelijke samenwerking met inwoners, hun gezinnen, regiogemeenten en partners, zoals zorgaanbieders, welzijnsorganisaties, woningcorporaties, politie, zorgverzekeraars en het zorgkantoor. Alleen door deze gezamenlijke aanpak kunnen we de beoogde ambities waarmaken. De uitvoering geven we vorm binnen de kaders van de wet- en regelgeving, beschikbare budgetten, en de eisen en normen, zoals vastgelegd in gemeentelijke documenten.

 

De monitoring en evaluatie van het programma gebeurt op regionaal niveau via het Gemeenschappelijk Orgaan Beschermd Wonen. De centrumgemeente en het GO ontwikkelen binnenkort een monitoring- en sturingsplan. Door tussentijdse evaluaties is, indien nodig, bij te sturen. Monitoring geeft inzicht in de voortgang van de acties en toont in hoeverre de centrale ambities ‘inwoner centraal’ en ‘wonen voor herstel’ te realiseren zijn.

7. Financiën

Sinds 1 januari 2024 wordt het Gemeenschappelijk Orgaan Beschermd Wonen gefinancierd vanuit het Gemeenschappelijk Orgaan Beschermd Wonen. Hiertoe stelt centrumgemeente Haarlem de middelen die de gemeente voor de regio ontvangt voor de taakuitvoering Beschermd Wonen ter beschikking aan het Gemeenschappelijk Orgaan Beschermd Wonen. Het Gemeenschappelijk Orgaan Beschermd Wonen stelt − tot de ingang van de Wet Woonplaatsbeginsel en het bijbehorende objectief verdeelmodel − budget aan de individuele gemeenten beschikbaar voor de lokale uitvoering van taken op het gebied van Beschermd Wonen.

 

Bij ingang van de Wet Woonplaatsbeginsel worden de taken Beschermd Wonen geleidelijk gefinancierd vanuit de regiogemeente. Het is nog de vraag of en wanneer de Wet Woonplaatsbeginsel in werking treedt. De toegang voor nieuwe cliënten is per 1 januari 2025 een taak van de gemeente Heemstede. Het gaat dan om nieuwe cliënten die een beroep doen op beschermd wonen.

 

Onderstaande tabel laat een samenvatting zien van de begroting van het Gemeenschappelijk Orgaan Beschermd Wonen 2025-2028:

 

Bron: Begroting en kadernota 2025 – 2028 Gemeenschappelijk Orgaan Beschermd Wonen

 

Het Rijksbudget dekt de beschermd-wonen-uitgaven dat de regio ontvangt hiervoor10. Het uitgangspunt is dat het Rijksbudget het werkbudget is. Slechts beperkt houden we rekening met een (verwacht) overschot op de zorgkosten voor bestaande cliënten (het historisch budget).

 

In de begroting van het Gemeenschappelijk Orgaan Beschermd Wonen is opgenomen dat gedurende de eerste drie jaar na de wettelijke doordecentralisatie beschermd wonen het tekort van de gemeente Haarlem op het budget van de maatschappelijke opvang, evenals de afgelopen jaren, wordt gedekt uit de reserve beschermd wonen. Dit is een tijdelijke afspraak, omdat het niet wenselijk is op langere termijn een structureel tekort op het maatschappelijke opvangbudget te hebben. Bovendien heeft het Rijk het voornemen om ook dit budget te verdelen over alle gemeenten.

 

In 2023 heeft AEF een analyse uitgevoerd naar de oorzaken van de tekorten op de Maatschappelijke Opvang om op basis daarvan tot een plan te komen om in 2027 passende en goede zorg voor de maatschappelijke opvangdoelgroep te leveren binnen het budget dat het Rijk hiervoor beschikbaar stelt11. Het advies is om op drie terreinen te werken aan het wegwerken/voorkomen van het tekort, namelijk door het tekort te verschuiven, te verkleinen en te verdelen. Bovenal zijn er op regionaal niveau afspraken nodig over indexatie. Hier wordt de komende periode aan gewerkt.

 

Lokale activiteiten

De activiteiten in dit uitvoeringsprogramma worden gefinancierd uit verschillende budgetten (regionaal en lokaal):

  • c.

    Een deel wordt betaald uit het regionale budget voor Beschermd Wonen (dit geldt vooral voor de onderwerpen uit de regionale paragraaf).

  • d.

    Sommige activiteiten worden gefinancierd uit de regionale middelen voor innovatie die beschikbaar worden gesteld door het Gemeenschappelijk Orgaan Beschermd Wonen (bijvoorbeeld de pilot Onder de Pannen).

  • e.

    Lokale uitvoeringskosten worden gefinancierd uit de middelen die Heemstede hiervoor vanuit het Gemeenschappelijk Orgaan Beschermd Wonen ontvangt. Voor 2024 gaat dit om € 52.000 en van 2025 tot en met 2028 is er € 123.000 tot 143.0000 beschikbaar voor Heemstede. Het gaat om structurele middelen. De hoogte van de middelen voor lokale uitvoering stelt het Gemeenschappelijk Orgaan Beschermd Wonen jaarlijks vast. Deze middelen zijn bedoeld voor de toegangsmedewerkers en beleid en voor een klein deel voor ondersteuning (administratie en contractmanagement).

  • f.

    Een deel van de preventieve activiteiten wordt betaald uit: programma 6 Sociaal Domein (Begroting 2025 gemeente Heemstede)

Vastgesteld door het college bij besluit van 17 december 2024.

Bijlagen

 

Bijlage 1 Regionale paragraaf lokale uitvoeringsprogramma’s Opvang, Wonen en Herstel 2024-2027

De gemeenten in Zuid-Kennemerland, IJmond en Haarlemmermeer (verder: de gemeenten) werken vanuit een gezamenlijke visie om inwoners die onvoldoende in staat zijn om op eigen kracht zelfstandig te (blijven) wonen en die aangewezen zijn op (voorzieningen voor) maatschappelijke opvang en beschermd wonen – bijvoorbeeld door een psychische kwetsbaarheid of doordat hun bestaanszekerheid in het geding is – zo thuis mogelijk te laten wonen. Met herstelondersteuning, gericht op inclusie, volwaardig burgerschap, participatie, zelfredzaamheid en informele steun in de eigen omgeving. Dit is in het Regionaal beleidskader Opvang, Wonen en Herstel 2022-2027 (verder regionaal kader OWH) vastgelegd.

 

De gemeenten willen zowel de regionale als de lokale slagkracht versterken en met elkaar richting en prioriteit geven aan de inzet die cruciaal is om de beweging naar ‘cliënt (of gezin)centraal’ en ‘zo thuis mogelijk’ te maken. Daarom is met elkaar afgesproken een regionale paragraaf aan alle lokale uitvoeringsprogramma’s OWH toe te voegen. In deze paragraaf staat welke doelstellingen we als regio als geheel willen realiseren door af te stemmen of samen te werken. Ook staat op hoofdlijnen beschreven waar iedere gemeente in het eigen uitvoeringsprogramma aandacht aan geeft.

 

Behalve het regionaal kader OWH is ook het ‘Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst een thuis’ ondersteunend en richtinggevend voor de regionale doelstellingen. In principe is iedere regiogemeente verantwoordelijk voor de uitwerking en uitvoering van het eigen lokale uitvoeringsprogramma OWH en van activiteiten voor de regionale doelstellingen. Tenzij het om specifieke (regionale) GO BW-taken gaat of taken die voortkomen uit de formele rol van Haarlem als centrumgemeente voor maatschappelijke opvang. Bijvoorbeeld neemt de centrumgemeente het voortouw als het gaat om de af- en ombouw van grootschalige maatschappelijke opvangvoorzieningen en herinrichting toegang maatschappelijke opvang.

 

Waarop willen we in regionaal verband inzetten?

De twee prioriteiten waar we als regio op in zetten zijn ‘de beweging van beschermd wonen naar beschermd thuis’ en ‘aanpak dakloosheid: eerst een thuis’ . Op de volgende pagina staat een overzicht van de doelstellingen die voortvloeien uit deze prioriteiten die de gemeenten door regionale afstemming en samenwerking willen realiseren. Gezamenlijk werken de gemeenten deze regionale doelstellingen uit tot concrete taken, activiteiten, verantwoordelijkheden en planning en stellen de samenhang met andere trajecten/ontwikkelingen en de betrokkenen vast. We werken dit uit voor 2024 en 2025 waarbij het zwaartepunt eerst ligt bij de activiteiten die verbonden zijn aan de implementatie van de inkoop beschermd wonen en maatschappelijke opvang en de op te stellen woonzorgvisies. In de loop van de tijd volgt actualisering van de activiteiten aan de hand van de voortgang en het voortschrijdend inzicht. De inzet voor 2026 en 2027 bepalen de gemeenten medio 2025.

 

Geprioriteerde doelstellingen voor regionale inzet Opvang, Wonen en Herstel met op te starten (en waar haalbaar af te ronden) acties voor 2024 en 2025

 

Nr.

Doelstellingen (lange termijn)

Acties 2024-2025

Hangt samen met

Van beschermd wonen naar beschermd thuis

1A

Beschermd Thuis in iedere gemeente mogelijk maken.

Helderheid over en inzet van beschermd thuis mogelijk in iedere gemeente na 1 juli 2024.

Beweging beschermd thuis, ontwikkelagenda inkoop

1B

Continuïteit in ondersteuning voor mensen die zelfstandig gaan wonen, zolang als dat nodig is met ambulante ondersteuning en flexibel af en op kunnen schalen.

Vanaf 1 juli 2024 wordt zorg en ondersteuning ingezet om continuïteit te borgen na uitstroom uit een voorziening.

Beweging beschermd thuis, ontwikkelagenda inkoop

Samenwerking op uitstroom

1C

Er zijn pauzeplekken voor mensen die deze nodig hebben.

Er zijn in 2025 voldoende pauzeplekken in de regio.

Ontwikkelagenda inkoop

Integraal zorgakkoord

5

Bevorderen en versterken inzet van ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid binnen MO en BW beleidsontwikkeling en uitvoering.

In 2024 een plan maken, vervolgens in de praktijk toepassen en in 2025 van elkaars ervaringen leren en aanpak verder ontwikkelen.

Aanpak dakloosheid

Beweging beschermd thuis

Ontwikkelagenda inkoop

6

Mensen met een psychische kwetsbaarheid voelen zich welkom in de wijk.

Er zijn voorzieningen en activiteiten die eenzaamheid tegengaan en die inwoners verbinden met buurtgenoten; buurtgenoten handvatten bieden om met verward/onbegrepen gedrag om te gaan. In 2024 zo nodig organiseren of verder ontwikkelen. In 2025 delen we kennis over wat er lokaal goed werkt en stemmen we af wat we eventueel in regionaal verband willen organiseren.

Ontwikkelagenda inkoop

Integraal zorgakkoord en GALA

Aanpak dakloosheid: Eerst een thuis

Nr.

Doelstellingen (lange termijn)

Acties 2024-2025

Hangt samen met

2A

In 2030 is de behoefte aan grootschalige opvangvoorzieningen tot een minimum beperkt en is het gedachtegoed van ‘wonen eerst12’’ gemeengoed in de regio.

In 2024 is in beeld gebracht wat per gemeente nodig is aan kleinschalige opvang- en andere voorzieningen (ook BW), woonplekken en woonoplossingen, en afspraken om te werken aan de doelstelling van het actieplan dakloosheid en beschermd thuis wonen.

Aanpak dakloosheid

Beschermd thuis

Woonzorgvisie

2B

Housing First als methode van aanpak kan in iedere gemeente geboden worden om dakloosheid te voorkomen en als uitstroommogelijkheid (bijvoorbeeld via het Pact voor Uitstroom en de Opstapregeling), zodat mensen zo thuis mogelijk kunnen wonen, het beroep op intramurale voorzieningen afneemt, en mensen sneller kunnen herstellen.

In 2024 is er helderheid over wat er nodig is om Housing First te kunnen organiseren als methode van aanpak. In 2025 is in alle gemeenten een start gemaakt met het uitrollen van Housing first in relatie tot Pact voor Uitstroom en Opstapregeling.

Aanpak dakloosheid

Woonzorgvisie

Samenwerking op uitstroom

Nr.

Doelstellingen (lange termijn)

Acties 2024-2025

Hangt samen met

2C

Iedere gemeente zet zich in om tijdelijke en structurele woonoplossingen te bieden, waardoor het beroep op intramurale voorzieningen afneemt en mensen sneller kunnen herstellen.

Eind 2024 maken we n.a.v. het actuele beeld concrete afspraken over wat iedere regiogemeente aan aanbod gaat realiseren.

Skaeve huse

Aanpak dakloosheid

Ontwikkelagenda inkoop

Woonzorgvisie

3

Herinrichting toegang MO om opvang te verminderen en de inzet van ondersteuning in de maatschappelijke opvang te verbinden aan het uitstroomdoel.

Mensen krijgen sneller de juiste zorg op de juiste plek, ook door de inzet in de maatschappelijke opvang als dat de eerste juiste plek is. In 2024 de te ontwikkelen nieuwe werkwijze uit gaan voeren. In 2025 door ontwikkelen en uitvoeringsafspraken aanscherpen.

Ontwikkelagenda

Rijksprogramma Grip op onbegrip

Samenwerken op uitstroom

4A

Huisuitzettingen worden voorkomen door vroegsignalering van schulden of (dreigende) overlast. Alleen huisuitzettingen als het niet anders kan, bijvoorbeeld door illegaal/crimineel gedrag of doordat andere interventies bij ernstig ontwrichtend gedrag niet werken.

Alle gemeenten hebben in 2025 goede afspraken met corporaties en bijvoorbeeld sociaal team om huisuitzettingen te voorkomen. We delen hierover regionaal kennis, wat goede afspraken zijn en hoe je dat doet.

Aanpak dakloosheid

4B

Door te investeren in het netwerk van mensen wordt dakloosheid zoveel als mogelijk voorkomen.

 

(Deze doelstelling hangt ook samen met Herinrichting toegang MO en Mensen met een psychische kwetsbaarheid voelen zich welkom in de wijk.)

Het netwerk wordt door toegang, lokale teams en/of zorgaanbieders en welzijnsorganisatie standaard betrokken ter preventie van dakloosheid en om zo thuis mogelijk te kunnen (blijven) wonen. In 2025 kennis delen hoe dit lokaal opgepakt wordt en geleerde lessen omzetten in actie/afspraken.

Ontwikkelagenda inkoop

Beweging van beschermd wonen naar beschermd thuis

4C

Voorkomen dat inwoners die tijdelijk opgenomen worden in een (GGZ-)instelling en/of kliniek dakloos raken na het verlaten van de instelling.

Voor mensen die een instelling, intramurale voorziening, gevangenis, etc. verlaten wordt zo tijdig mogelijk, maar in ieder geval voorafgaand aan vertrek een passende woon- of verblijfplek georganiseerd, niet zijnde maatschappelijke opvang, zodat zij niet tussen wal en schip vallen. In 2025 concreet plan uitwerken voor samenwerkingsafspraken.

Urgentieregelingen, Pact voor uitstroom

4D

Optimaliseren werking van de bemoeizorgketen.

Nieuwe regionale afspraken met de bemoeizorgketen in 2025 in aansluiting op het uitgevoerde onderzoek naar bemoeizorg.

Rijksprogramma Grip op onbegrip

Integraal zorgakkoord

 

Investeren in samenwerking

Een goede samenwerking tussen inwoner, het netwerk rond de inwoner, aanbieders van welzijn, zorg en ondersteuning, woningcorporaties en gemeenten is van cruciaal belang om de doelstellingen te kunnen realiseren. Aanvullend hierop bevorderen de gemeenten dat bij ontwikkeling van beleid en uitvoering gebruikgemaakt wordt van ervaringskennis (en eventueel ervaringsdeskundigheid).

Als regiogemeenten werken we vanuit verschillende regionale en lokale verbanden aan (vaak) samenhangende opgaven. We willen de beschikbare beleids- en uitvoeringscapaciteit optimaal benutten en richten onze gezamenlijke inzet daarom op die doelstellingen en acties die door samen op te trekken meer kunnen opleveren dan wanneer iedere gemeente apart aan de slag gaat. Goede gesprekken hierover in regionaal verband zijn nodig. We gaan als gemeenten echter niet alleen het gesprek met elkaar aan, maar ondernemen actie en betrekken daar ook de uitvoeringspartners bij. Die plannen kunnen zowel over gezamenlijke regionale acties als over lokale acties gaan. Denk bijvoorbeeld aan lokale prestatieafspraken met woningcorporaties om Housing First in iedere gemeente te kunnen inzetten. Daarbij kan het helpen om in breed regionaal verband op te trekken. We willen van elkaar leren en niet steeds opnieuw het wiel uitvinden door lokale kennis en ervaringen vanuit gemeenten over wat werkt te delen en uit te wisselen, zodat we de lokale uitvoeringskwaliteit regiobreed kunnen verbeteren. We zetten zo nodig extra onderzoek in.

 

Haalbaarheid en uitvoerbaarheid

We prioriteren acties gezamenlijk op basis van de criteria ‘haalbaarheid/uitvoerbaarheid’ en ‘impact’, zodat we, met fasering en spreiding van de acties over de vier resterende jaren van het Regionaal Beleidskader Opvang, Wonen en Herstel 2022-2027, resultaat behalen. In deze regionale paragraaf kiezen we er dan ook voor om in regionaal verband op een aantal acties per pijler in te zetten. De ontwikkelagenda van de inkoop Zo thuis mogelijk is breder. Daaraan geven de gemeenten met de zorgaanbieders invulling.

 

We gaan in de samenwerking onderling en met partners uit van gelijkwaardigheid en committeren ons aan een gezamenlijke inzet hierop, organiseren eigenaarschap, en stemmen regionaal af over de concrete resultaten die we willen bereiken, de concrete prestaties die we hiervoor leveren, wat dit financieel vraagt (wat lokaal en wat regionaal, bijvoorbeeld vanuit eigen lokale middelen, het Innovatiefonds Opvang Wonen Herstel, budgetten voor beschermd wonen, etc.) en hoe we monitoren. Deze inzet stemmen we steeds af met de regionale en lokale inzet vanuit onder andere de ontwikkelagenda inkoop MO BW, maatregelen om de kostenontwikkeling van maatschappelijke opvang te beïnvloeden, ontwikkeling van de woonzorgvisie etc. Voor uitvoering van activiteiten in de eigen gemeente kunnen individuele gemeenten een beroep doen op het Innovatiefonds Opvang Wonen Herstel.

 

Om de samenhang te bewaken maken we gebruik van de bestaande afstemmings- en besluitvormingsstructuren zoals de portefeuillehoudersoverleggen voor Sociaal Domein en Wonen, het Gemeenschappelijk Orgaan Beschermd Wonen, het ambtelijk regionaal afstemmingsoverleg Opvang Wonen Herstel, en de partneroverleggen met aanbieders en corporaties.

Bijlage 2 Relevante (beleids-)documenten en bronnen

 

Landelijke stukken

  • Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst een Thuis, Ministeries van BZK, SZW en VWS, november 2022

  • Programma ‘Een Thuis voor Iedereen’, Ministerie Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, mei 2022

  • ‘Integraal Zorgakkoord: samen werken aan gezonde zorg’, september 2022

  • Van beschermd wonen naar een beschermd thuis, Advies Commissie Toekomst Beschermd Wonen, 11 november 2015

Regionale stukken

  • Regionaal kader Opvang, Wonen en Herstel 2022-2027

  • Convenant Uitstroomregeling Pact regio IJmond & Zuid-Kennemerland, oktober 2021

  • Vijfde meting Ambulantisering en regionalisering van MO en BW in de regio Zuid-Kennemerland, IJmond en Haarlemmermeer (rapportage 2018-2023), A. Berendsen en N. Boesveldt, UvA

  • Dak boven het hoofd, grond onder de voeten. Onderzoek naar uitgaven voor de maatschappelijke opvang − IJmond, Zuid- Kennemerland en Haarlemmermeer (AEF, 2023)

  • Begroting en kadernota 2025 – 2028 Gemeenschappelijk Orgaan Beschermd Wonen

  • Prognoses beschermd en beschut wonen en GGZ-Wlz voor gemeenten in regio Zuid-Kennemerland/ IJmond en Haarlemmermeer (ABF Research, 2024)

  • Regionale Woonzorgopgave Zuid-Kennemerland en IJmond (DSP-groep, mei 2024)

Lokale stukken

  • Startnotitie wonen en zorg

Bijlage 3 Opvang, wonen en herstel in cijfers

 

Cijfers Regionale woonzorgopgave Zuid-Kennemerland/ IJmond

In de Regionale woonzorgopgave Zuid-Kennemerland/ IJmond zijn prognoses opgenomen over omvang van de aandachtsgroepen uit de woonzorgopgave.

NB: deze cijfers zijn een inschatting, kunnen fluctueren en verschillen van andere cijfers (o.a. door andere definities en omdat Haarlemmermeer niet is meegenomen in de woonzorgopgave).

 

Beschermd Wonen ( Wmo )

Beschermd en beschut wonen op basis van Wmo-indicatie, aantal personen gemiddeld per maand 13

 

Beschermd wonen ( Wlz )

Volgens registratie van het CAK wonen er in 2022 in de regio Zuid-Kennemerland/ IJmond 170 cliënten in een intramurale instelling in de sector Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) en gefinancierd vanuit de Wlz. Het huidige aanbod is ontoereikend voor de vraag in de regio: in 2022 was de omvang van deze groep 385.

 

Maatschappelijke opvang (MO) en dreigend dakloos, regio Zuid-Kennemerland/ IJmond

 

Aantal nieuwe trajecten bij de Brede Centrale Toegang (BCT) en economisch daklozen

De BCT voert de toegang tot de Maatschappelijke Opvang uit voor de regio. Hier melden alle feitelijk daklozen zich. Na onderzoek krijgt iemand toegang tot de MO (bij onvoldoende zelfredzaamheid). Als iemand voldoende zelfredzaam is (‘economisch dakloos’) dan wordt deze naar de gemeente van herkomst terug verwezen voor ondersteuning.

 

In 2023 meldden zich 420 nieuwe cliënten voor een traject bij de BCT (opvang in de MO).

Hiervan waren 141 personen voldoende zelfredzaam / economisch dakloos.

Van de nieuwe cliënten kwamen er 6 uit Heemstede.

In onderstaande tabel is de gemeente van herkomst weergegeven:

 

Vrouwenopvang regio Zuid-Kennemerland/IJmond

 

Uitstroom uit instellingen via Pact voor uitstroom regio Zuid-Kennemerland/IJmond

Naar boven